1 Mensenrechten, de kern van onze publieke moraal. Voordracht gehouden door de Rector van de FHR School of Law ter gelegenheid van de diploma-uitreiking aan de geslaagden van het Human Rights Diploma Program 2011-1012 op 8 juni 2012. Mevrouw de Voorzitter van DNA Meneer de Minister, Mr Gittens, Afgestudeerden, Overige gasten, Dames en Heren, Het is voor mij een bijzonder genoegen om U allen vanavond hier te mogen verwelkomen bij de uitreiking van diploma’s aan degenen die met succes het Human Rights Diploma Program 2011-2012 hebben doorlopen. Het programma is een project uitgevoerd in het kader van de samenwerking tussen het Ministerie van Justitie en Politie en de UNDP. De FHR School of Law heeft het voorrecht gehad om dit programma in samenwerking met de het International Institute of Social Studies van de Erasmus Universiteit te mogen verzorgen en ik kan niet anders zeggen dan dat onze verstandhouding met zowel de UNDP als het Ministerie van Justitie en Politie in de personen van Meriam Hubard en Sharda Chandrikasingh, zeer effectief en buitengewoon plezierig is geweest. Ik zeg hun daarvoor hartelijk dank. De opleiding is in maart 2011 met twintig studenten gestart. Achttien van hen ontvangen vandaag een joint diploma van de twee organiserende instituten. De presentie van de deelnemers tijdens de colleges lag tussen 88 en 92% en hun ‘overall’ gemiddelde cijfer is 74. De inzet van de deelnemers aan het programma verdient hiermee de kwalificatie ‘voorbeeldig’ en ik feliciteer ze elk van harte met het wel verdiende resultaat. Speciale vermelding verdienen drie van de deelnemers omdat zij met een ‘merit’ zijn afgestudeerd. Hun gemiddelde cijfer ligt boven 80. Deze uitstekende studenten zijn Jornell Vinkwolk van het Ministerie van Justitie en Politie die een gemiddelde heeft van 82, en Cambely Acton van het Ministerie van Binnenlandse Zaken met een gemiddelde van 83 en Shiefania Jahangier ook van met Ministerie van Binnenlandse Zaken met een gemiddelde van 82. Jomell en Cambely hebben zich ook onderscheiden in het behalen van het hoogste cijfer voor individuele vakken. Elk van beide heeft drie keer ‘de wisselbeker als beste student’ gewonnen. Vergunt U mij thans een korte reflectie op het programma zelf. Het is buiten twijfel dat vergroting van kennis en inzicht over mensenrechten een belangrijk aspect moet zijn van de noodzakelijke institutionele versterking van de overheid. Dit programma had vooral tot doel om aanspreekpunten voor mensenrechten rapportage aan regionale en internationale organisaties Mensenrechten, de kern van onze publieke moraal 24-7-2017 4:13:53 2 de kennis bij te brengen die zij nodig hebben om zich van hun taken en verantwoordelijkheden te kunnen kwijten. Uiteraard was dat niet uitsluitend de focus van het programma. De verschillende modules - 8 in totaal, met elk 24 lesuren en ongeveer 60 uren zelfstudie bestreken ook onderwerpen als de conceptuele grondslagen en de internationale context van mensenrechten, de incorporatie van mensenrechten in het nationale recht, het InterAmerikaanse mensenrechten systeem en de wetgeving en praktijk van mensenrechten in Suriname. Ik ervaar het verloop van het programma in elk opzicht als zeer positief. En ik denk dat hiermee een belangrijke stap gezet is op de weg naar meer bekendheid, begrip en betrokkenheid van overheidsfunctionarissen met mensenrechten. Ik hoop dat deze stap een vervolg krijgt en ik heb daarbij vooral op het oog overheidsfunctionarissen die in hun dagelijks werk speciale verantwoordelijkheid dragen voor de naleving van mensenrechten. Een vervolgprogramma zou kunnen zijn een programma waarin deze overheidsfunctionarissen een spiegel wordt voorgehouden waarin zij hun werk kunnen beschouwen in het perspectief van deze speciale verantwoordelijkheden en hun vervolgens de kennis en vaardigheden wordt geleerd om deze verantwoordelijkheden op een correcte wijze uit te oefenen. * Dames en Heren, Het is gebruikelijk dat ik als rector van dit instituut bij een gelegenheid als deze niet alleen verslag doe van de prestaties van de afgestudeerden en hun mijn gelukwensen aanbiedt, maar dat ik ook enige gedachten met hen deel die in hun verder professioneel leven van nut kunnen zijn. Tegen die achtergrond zal ik een drietal opmerkingen maken over ‘mensenrechten als de kern van onze publieke moraal.’ De eerste opmerking betreft de democratische rechtstaat en de betekenis van zowel een democratische gezindheid als een publieke moraal als waarborgen voor haar functioneren en haar continuïteit. De tweede opmerking gaat over de inhoud van de publieke moraal en de ontwikkeling daarvan vanuit een modern mensenrechten perspectief. De laatste opmerking is een aanmoediging aan de gediplomeerden om kennis en inzicht over mensenrechten die in de opleiding zijn vergaard te maken tot een moreel baken in hun gewone dagelijks leven. Ik denk dat ik gerust kan zeggen dat de samenleving die wij voorstaan berust op het idee van de democratische rechtstaat en dus dat de democratische rechtstaat het ideaal is van onze politieke ordening. Daarin zijn we niet uniek. In tegendeel, de democratische rechtstaat wordt alom beschouwd als het meest verkieselijke systeem van regeren. Er wordt zelfs beweerd dat met de val van de Berlijnse muur in 1989 de democratische rechtstaat internationaal zoveel bijval kreeg dat daarmede aan de strijd om voorrang van politieke ideologische stromingen een einde is gekomen. De Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama schreef nog in hetzelfde jaar daarover een beroemd geworden artikel met de sprekende titel ‘The End of History’. Mensenrechten, de kern van onze publieke moraal 24-7-2017 4:13:53 3 De democratische rechtstaat is een samenstel van twee politieke systemen die bestaan uit wetten, instituties en procedures. Van het ene systeem is de basisgedachte een politieke wijze van besluitvorming die gelegitimeerd wordt door de goedkeuring van de geregeerden (de democratie) en van het andere is de basisgedachte dat het recht bepaalde begrenzingen oplegt aan de macht van staat (de rechtstaat). Tussen deze twee basisgedachten bestaat een inherente spanning die goed tot uitdrukking komt in de vraag of democratische besluitvorming een overschrijding van de grenzen die het recht aan de staat oplegt, niet alleen maatschappelijk maar ook rechtens aanvaardbaar maakt. De noodzaak om opheffing van deze spanning vraagt om een ruimere notie van de democratische rechtstaat dan enkel een samengaan van de twee systemen. Deze ruimere notie is dat een democratische rechtstaat niet slechts een samenstel is van wetten, instituties en procedures maar dat beide systemen ook moeten steunen op waarden en normen die een democratische gezindheid en een publieke moraal reflecteren. Niet de systemen zelf, zo ligt besloten in deze ruime uitleg, maar de onderliggende waarden en normen bepalen inhoudelijk het wezen van de democratische rechtstaat. Naleving van deze waarden en normen heft daarom de inherente spanning tussen de twee systemen op en verzekert daardoor de continuïteit van de democratische rechtstaat. Welke zijn deze onderliggende waarden en normen? Eerst ten aanzien van de democratische gezindheid. Daarmee wordt bedoeld de bereidheid binnen de samenleving tot dialoog en respect voor minderheden. Een democratische gezindheid vereist dat meerderheden bij besluitvorming zich niet slechts op hun kwantitatieve overwicht beroepen maar ook de intensiteit van de waarden en belangen van minderheden daarin betrekken. Daardoor waarborgen zij dat er binnen de samenleving ruimte is voor verschillen van opvattingen en meningen (pluralisme) en dat daarmee aan de voorwaarden wordt voldaan voor de beleving van een werkelijke democratie.. Nu ten aanzien van de publieke moraal. De publieke moraal is het maatschappelijk draagvlak van de rechtstaat. Zij is het samenstel van gemeenschappelijk gedragen waarden en normen dat het belangrijkste normatieve richtsnoer is voor zowel het gedrag van de staat ten opzichte van haar burgers als het gedrag van burgers tegenover elkaar. Wat is de bron van dit normatieve richtsnoer? Tot een eeuw geleden vormden religies de morele fundamenten van de samenleving. Sindsdien is daar een belangrijke kentering in gekomen. De morele kracht van menselijke waardigheid heeft godsdiensten in hun grote verscheidenheid als bron van het fundamentele morele richtsnoer van de samenleving vervangen. Dit ‘nieuwe’ fundamentele morele richtsnoer is afgeleid uit twee waarheden t.w. de waarheid dat mensen gelijk zijn geboren en de overtuiging dat mensen bepaalde onvervreemdbare rechten hebben. Deze twee waarheden zijn vanzelfsprekend, en zijn de harde kern geworden van de ‘nieuwe’ universele ,en dus niet aan tijd en plaats gebonden, publieke moraal. Het hoogtepunt van deze ontwikkeling was in 1948, de proclamatie door de Verenigde Naties van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens als ‘ a common standard of achievement for all Peoples’. Mensenrechten, de kern van onze publieke moraal 24-7-2017 4:13:53 4 De politieke waarden zoals opgetekend in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zijn naar huidige opvattingen voorwaarden - een noodzaak dus - voor het bestaan van een geordende samenleving. Zij zijn gerelateerd aan erkenning en bescherming van de menselijke waardigheid als het wezen van die rechten:. De belangrijkste van deze voorwaarden zijn het verbod van discriminatie, de vrijheden van godsdienst, meningsuiting en vereniging en vergadering, eerbiediging van privacy en onaantastbaarheid van het menselijk leven. Erkenning van gelijkheid in waardigheid van de mens is sinds 1948 universeel als de fundamentele norm van mensenrechten onveranderd gebleven maar sindsdien hebben een rijke invulling en inkleuring van die norm in internationale en regionale mensenrechten verklaringen en verdragen en in rechterlijke uitspraken van mensenrechteninstituten plaatsgevonden. Deze invulling en inkleuring wordt gevoed door universele ontwikkelingen waaraan ten grondslag ligt een nieuwe beschavingsnorm, ‘a new standard of civilization’ gericht op een rechtvaardige samenleving, ‘a just society’. Is de naleving van deze politieke waarden door de staat ten opzichte van haar burgers en tussen burgers onderling voldoende waarborg voor het naar behoren functioneren van de samenleving? Of zijn er nog andere normen die mede bepalend zijn voor een samenleving die niet alleen rechtvaardig is, omdat de menselijke waardigheid wordt gerespecteerd, maar die ook de kwalificatie van een behoorlijke samenleving, ‘ a decent society ’ verdient omdat er tussen burgers respect, empathie en vertrouwen bestaat? Ik deel de mening van degenen die deze vraag bevestigend beantwoorden zoals de Israëlische filosoof Avishai Margalit in zijn gelijknamig boek van 1996. Aan een publieke moraal die recht doet aan menselijke waardigheid moet behalve het plateau van politieke waarden en normen, een plateau worden onderscheiden van waarden en normen die betrekking hebben op de onderlinge omgang tussen burgers, het plateau van ‘goed burgerschap’. De combinatie van beide plateaus is het echte beoordelingskader van de wijze waarop de samenleving functioneert. De normen van burgerschap zijn geen juridische maar sociale gedragsnormen en kunnen als zo danig niet in rechte worden afgedwongen. Daarom is hun naleving vooral afhankelijk van het vermogen van burgers tot ‘zelfsturing’ op moreel geijkte bakens zoals waarheidstrouw en verantwoordelijkheidszin. Ze zijn ook niet vanzelfsprekend maar wel essentieel want zij waarborgen dat burgers goede burgers zijn omdat zij verantwoord omgaan met de individuele vrijheden die zij vanwege het respect voor mensenrechten binnen de rechtstaat genieten. Geachte afgestudeerden, Mensenrechten zijn de afgelopen anderhalf jaar voor jullie een onderwerp van studie geweest en jullie zijn er voor opgeleid om in je werk de opgedane kennis in praktijk te brengen. En ik ben ervan overtuigd dat jullie dat met grote toewijding en succes zullen doen. Maar ik wil daaraan toevoegen dat de diepgaande kennismaking met mensenrechten een verdergaande betekenis voor jullie moet hebben en dat is een versterkt vermogen om als ‘goede burgers’ door het leven te gaan. Ik wens jullie in jullie verdere loopbaan en leven het allerbeste toe! Mensenrechten, de kern van onze publieke moraal 24-7-2017 4:13:53