Burgerrechtenvereniging Vrijbit Utrecht 28-11- 2011 Kruisweg 32, 3513 CT Utrecht The Netherlands [email protected] Fax N° +31 848303242 www.vrijbit.nl vertegenwoordiger: Mevr. J.M.T. Wijnberg- voorzitter Aan de Raad voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties (Human Rights Council), Onderwerp: Informatie over aantastingen en schendingen van de mensenrechten in Nederland ten behoeve van de Universal Periodic Review (UPR). Geachte heer, mevrouw, Dank u dat wij u in de gelegenheid worden gesteld om u te informeren over onze zorgen betreffende de devaluatie van de handhaving van de fundamentele Rechten van de Mens in Nederland. Inleiding Vrijbit is een jonge burgerrechten vereniging, opgericht op 24 juni 2008. Het doel van Vrijbit is om, als onafhankelijke organisatie, ondersteuning te bieden aan alle inspanningen die gedaan worden ter bescherming van het recht op persoonlijke levenssfeer, lichamelijke integriteit en zelfbeschikking over persoonlijke data, van alle burgers in Nederland en indien mogelijk en noodzakelijk daarbuiten - ongeacht leeftijd, geslacht, nationaliteit, religie, seksuele voorkeur of sociale status. Vrijbit behartigt zowel de belangen van haar leden als die van anderen die bezorgd zijn over het huidige onderdrukkende overheidbeleid dat gebaseerd is op angst en wantrouwen of die daarvan te lijden hebben. (art. 2 Statuut). Onze vereniging wordt dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van aantastingen en schendingen van de fundamentele rechten op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit, in het bijzonder IVBPR art. 17 en EVRM arts. 5, 6, 8-13, 17 en 18. Dit is de eerste keer dat onze non-gouvernementele organisatie (NGO) gebruik maakt van de mogelijkheid om u informatie te sturen voor de samenstelling van het rapport van de UPR werkgroep met informatie van “andere betrokkenen”. Schendingen en inbreuken van de fundamentele rechten op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit in Nederland In de afgelopen tien jaar is de open, democratische en vrijzinnige Nederlandse samenleving wezenlijk veranderd. Vrijheid, het recht van onschuldige individuen om met rust te worden gelaten, is niet langer een van de basis beginselen waarop de samenleving wordt gestoeld. De bescherming van de economische en politieke belangen van de Staat tegen terreurdreigingen, zware criminaliteit en als ongewenst beschouwde immigratie, vormen in toenemende mate de basis waarop politieke besluiten worden genomen. Vrijheid als een fundamenteel ingrediënt van een open democratische samenleving wordt niet langer als zodanig gerespecteerd. Aan kinderen wordt niet langer onderwezen dat mensenrechten niet als iets vanzelfsprekend kunnen worden beschouwd, maar waarden zijn die dienen te worden onderhouden en waar voor gestreden moet worden om ze in stand te houden. Sinds eind 2010 blijkt het in de politiek niet langer taboe te zijn om openlijk in twijfel te trekken of het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Internationale Verdrag inzake Burger- en Politieke Rechten (CCPR) als ouderwets beschouwd kunnen worden en of het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie wel dient te worden nageleefd. Uitspraken van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (ECHR) worden niet gerespecteerd door de Nederlandse overheid. Bijvoorbeeld het opslaan van vingerafdrukken van alle Nederlandse staatsburgers (van 12 jaar en ouder) inclusief het gebruik hiervan voor inlichtingenwerk en justitiële toepassing, wordt door de landsadvocaat verdedigd op grond van een overduidelijk foutieve interpretatie van de S&Marper case vs UK en de ontkenning dat hierop vervolguitspraken zijn geweest die bevestigen dat de ongelimiteerde opslag van biometrische data onwettig is. Sinds november 2011 wordt er geëxperimenteerd met mobiele vingerafdruk scanners. Het OV-chipkaart betaalsysteem dwingt gebruikers van het openbaar vervoer om te accepteren dat hun reisgedrag tot in detail wordt geregistreerd en opgeslagen door transportbedrijven (waar, wanneer, frequenties en vergelijkingen met reisgedrag van anderen). Deze gegevens zijn beschikbaar voor allerlei soorten justitieel onderzoek. De registratie wordt verwezenlijkt zowel via controle van de vervoersbewijzen als door camera-toezicht (geprogrammeerd voor gezichtsherkenning) en via het elektronisch betaalverkeer. Dat er constant en ‘live’ cameratoezicht op de openbare ruimte wordt gehouden door beveiligingsdiensten en de politie is de dagelijkse realiteit voor iedereen die zich in het centrum van Rotterdam bevind. Het DNA van burgers die zijn veroordeeld voor relatief lichte wetsovertredingen wordt opgeslagen voor justitiële doeleinden, inclusief het DNA van 13 jarige kinderen die ooit schuldig zijn bevonden wegens vechten op het schoolplein. Er is wetgeving in de maak waarbij slechts het vermoeden dat iemand de wet zou hebben overtreden, of zelfs het vermoeden dat men zulks van plan zou zijn, voldoende reden vormt om mensen te mogen arresteren. Het rechtsbeginsel dat mensen als onschuldig worden beschouwd totdat het tegendeel is bewezen, wordt vervangen door een systeem waarin de verdachte zijn of haar onschuld zelf moet bewijzen. Een systeem wat onrechtvaardiger wordt naarmate digitale gegevens als superieur bewijs worden beschouwd. De overheid doet haast niets om burgers te beschermen tegen identiteitsfraude. Integendeel: allerlei vormen van dataopslag worden verplicht gesteld zonder dat geregeld is wie verantwoordelijk is voor de data, en wie bevoegd is om foutieve data te wissen of te herstellen. Data zoals de elektronische patiëntgegevens over diagnose en behandeling in de geestelijke gezondheidszorg en de verplichting om iedere uitwisseling van iemands gezondheidgegevens te koppelen aan het unieke persoonlijke Burgerservicenummer (BSN) wat voor alle sectoren in de samenleving wordt gebruikt. Van alle kinderen worden elektronische kinddossiers bijgehouden (EKD). Gegevens over de ontwikkeling van ieder kind moet tot in detail worden geregistreerd (op scholen, in de gezondheidszorg en in jeugdzorg). De bewaarplicht voor alle email-, telefoon- en internetverkeer maakt het onmogelijk om vertrouwelijk met anderen te communiceren of om naar informatie te zoeken zonder dat men de kans loopt daarbij gemonitord te worden, de gegevens worden gebruikt voor datamining of dat er conclusies aan kunnen worden verbonden die totaal uit verband zijn gerukt. De registratie van nagenoeg alle financiële transacties wordt gekoppeld aan andere persoonsgegevens, niet alleen voor het bestrijden van criminaliteit, maar ook om de levensstijl van mensen te monitoren (in het bijzonder handig voor het in de gaten houden van burgers die enigerlei vorm van sociale voorziening ontvangen). Het is banken toegestaan om gebruik te maken van het BSN, ondanks dat dit uitsluitend was bestemd voor het verkeer tussen de burger en de overheid. De opgave van inkomstenbelasting is zodanig georganiseerd dat het elektronische uitwisselen van gegevens onontkoombaar wordt. In verscheidene steden is het niet langer mogelijk om een auto te parkeren zonder de lokale overheid informatie te verstrekken over de parkeertijd in combinatie met zowel het kentekennummer als een bankrekeningnummer. De automatische nummerbord herkenning (ANPR) in combinatie met elektronische parkeersystemen maakt het haast onmogelijk om een auto te kunnen gebruiken zonder dat daarbij de privacy wordt aangetast. Er werden wetsvoorstellen opgesteld die mensen tot het gebruik van ‘slimme’ energiemeters zouden verplichten, waardoor informatie over het privé-leven van mensen ‘achter de voordeur’ beschikbaar zou komen voor zowel het particulier bedrijfsleven als voor de overheid. Wetsvoorstellen zijn in de maak om toezichthouders de bevoegdheid te geven om huisinspecties uit te voeren bij ieder die gebruik maakt van enigerlei vorm van financiële ondersteuning van de overheid. Binnenkort wordt er door het parlement gestemd over een wetsvoorstel waarin het verboden wordt om kleding te dragen die gezichtsherkenning door camera’s bemoeilijkt. De Nederlandse overheid is wereldkampioen in het aftappen van telefoons. De politie zet al jaren GPS in om burgers een sms te sturen met het verzoek naar het politiebureau te komen wanneer er is geconstateerd dat zij zich in de buurt bevonden van een plaats waar iets gebeurde waarover de politie meer wil weten. Conclusie Een belangrijk rapport van de Nederlandse Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) toonde aan dat de overheid zich al jaren blind en doof houdt voor alle waarschuwingen van wetenschappers en NGO’s over de ontwikkeling dat de technische mogelijkheden in het digitale tijdperk en de economische belangen, gaan voorschrijven op welke manier de samenleving wordt ingericht. Het verdrag inzake fundamentele rechten wordt niet langer beschouwd als een internationale standaard om alle EU ingezetenen te beschermen tegen verschrikkingen, zoals die plaatsvonden tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar meer als een formeel obstakel wat omzeild dient te worden. We zien een systematische tendens waarin ‘democratische wetgeving wordt vermeden’ door via ministeriële regelingen meer macht en bevoegdheden over te dragen aan de politie, justitie en antiterroristische- en veiligheidsdiensten. We bemerken dat het een tendens is dat de overheid haar verantwoordelijkheden probeert te ontlopen door publieke belangen uit te besteden aan private bedrijven. Tevens dat er wordt geïnvesteerd in ‘slimme’ ondoorzichtige taalkundige constructies – zoals door compleet verschillende onderwerpen in eenzelfde wetsvoorstel onder te brengen. Door het niet naar behoren inlichten van het parlement, en te doen voorkomen dat een democratische besluitvorming hetzelfde zou zijn als dat het parlement ‘langdurig over een onderwerp heeft gesproken’. Voorstel We vragen u vriendelijk om notitie te nemen van onze ernstige zorgen en concrete problemen. En we smeken u om alles te doen wat in uw macht ligt om de Nederlandse overheid ertoe te dwingen de fundamentele grondrechten van haar burgers te respecteren. Met vriendelijke groet, Mevr.J.M.T.Wijnberg - voorzitter van Burgerrechtenvereniging Vrijbit Utrecht 28-11-2011