Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten

advertisement
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Postbus 20011
2500 EA Den Haag
www.rijksoverheid.nl
www.facebook.com/minbzk
www.twitter.com/minbzk
Kenmerk
2017-0000286619
Uw kenmerk
2017Z07378/2017D15814
Bijlage(n)
1
Datum
19 juni 2017
Betreft
Uitkomsten mondelinge behandeling UPR-rapportage in de VNMensenrechtenraad
Op 28 februari jongstleden heb ik uw Kamer een afschrift doen toekomen van
de rapportage die de Permanente Vertegenwoordiger van het Koninkrijk der
Nederlanden bij de Verenigde Naties in Genève aan het Bureau van de Hoge
Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) aangeboden heeft in het kader van
de derde cyclus van de Universal Periodic Review (UPR).1 Uw vaste commissie
voor Binnenlandse Zaken heeft in haar brief d.d. 2 juni 2017 verzocht om
voorafgaande aan het algemeen overleg over Discriminatie van 22 juni a.s.
informatie te ontvangen over de uitkomsten van de mondelinge behandeling van
deze rapportage door de UPR-Werkgroep van de VN-Mensenrechtenraad. Met
deze brief geef ik gevolg aan dit verzoek, alsmede aan mijn toezegging van
gelijke strekking uit bovengenoemde brief.
De behandeling van de rapportage vond op 10 mei jongstleden plaats in het Palais
des Nations in Genève. Tijdens deze hoorzitting kregen alle VN-lidstaten de kans
om aan het Koninkrijk der Nederlanden aanbevelingen te doen over de nationale
mensenrechtensituatie. Het verslag van deze sessie is nog niet als officieel VNdocument uitgekomen, aangezien de OHCHR deze momenteel nog persklaar aan
het maken is. Wel kan ik u hierbij een bijna definitief concept van het verslag
toesturen.
In totaal heeft het Koninkrijk der Nederlanden 203 aanbevelingen ontvangen, die
aan het einde van het verslag opgesomd staan. Dit grote aantal is te verklaren
door het grote aantal lidstaten dat actief heeft willen bijdragen aan de UPR van
ons Koninkrijk, wat op zichzelf al blijk geeft van de waarde die er binnen de VN
aan het UPR-systeem gehecht wordt. De aanbevelingen gaan over uiteenlopende
onderwerpen, zoals racisme en xenofobie, (nog) niet geratificeerde
mensenrechtenverdragen, vrouwenrechten, migratie, mensenhandel, huiselijk
geweld, discriminatie op de arbeidsmarkt, en mensenrechten en het bedrijfsleven.
In september 2017 zal het officiële verslag ter goedkeuring aan de VNMensenrechtenraad worden voorgelegd. Het Koninkrijk dient dan tevens te
rapporteren welke aanbevelingen het accepteert, en welke het slechts ter
1
Kamerstukken II 2016/17, 26 150, nr. 159.
Pagina 1 van 2
Datum
Kenmerk
2017-0000286619
kennisgeving aanneemt. Uw Kamer zal in september een afschrift ontvangen van
deze reactie.
De nationale rapportage die uw Kamer in februari ontving was overigens niet de
enige bron voor de UPR van het Koninkrijk. In het UPR-proces is er ook een
belangrijke rol weggelegd voor het maatschappelijk middenveld, dat bijvoorbeeld
kan bijdragen door eigen rapportages over de nationale mensenrechtensituatie
aan te leveren bij de OHCHR. Deze rapportages dienen ter ondersteuning van de
verschillende landen bij het formuleren van hun aanbevelingen. Vanuit Nederland
zijn er bijvoorbeeld rapportages aangeleverd door het College voor de Rechten
van de Mens, door Amnesty International, en door een groep van 23
mensenrechtenorganisaties onder leiding van het Nederlands Juristen Comité voor
de Mensenrechten (NJCM) en de stichting Kompass. In een motie van het lid
Voortman (GroenLinks) is de regering verzocht te reageren op dit laatste rapport,
en de diverse adviezen in het rapport over de waarborgen van mensenrechten
waar mogelijk in beleid om te zetten.2 Gezien de verwevenheid van dit rapport
met het gehele UPR-proces en de grote invloed ervan op de uiteindelijke
aanbevelingen die tijdens de UPR gedaan zijn, wordt de reactie op de motieVoortman betrokken bij de reactie op de 203 UPR-aanbevelingen die uw Kamer in
september zal ontvangen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
dr. R.H.A. Plasterk
2
Kamerstukken II 2016/17, 34 550 VII, nr. 31.
Pagina 2 van 2
Download