Pesc/99/46 Brussel, 5 mei 1999 7745/99 (Presse 133) Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie, ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Raad van Europa I. Ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Raad van Europa wil de Europese Unie hulde brengen aan wat deze organisatie tot stand heeft gebracht. De Unie bevestigt haar gehechtheid aan de fundamentele waarden van de Raad van Europa, die door de tweede Top van de Raad van Europa in 1997 opnieuw bevestigd zijn, namelijk die van de pluralistische democratie, de naleving van de beginselen van de mensenrechten en de rechts- staat. Terwijl de gemeenschap van Europese naties streeft naar de opbouw van een op deze beginselen stoelend Europa, herinneren de grove en stelselmatige schendingen ervan in Kosovo er op een schokkende wijze aan dat dit doel nog lang niet bereikt is. Met het op 5 mei 1949, vier jaar na het einde van een oorlog waardoor Europa verscheurd is, in London ondertekende Verdrag werden echt nieuwe fundamenten gelegd. Het Verdrag beperkte zich niet tot het aanknopen van banden van vriendschap, op het gebied van belangen of tot de vorming van een alliantie tussen de partijen; het beoogde door een internationaal institutioneel kader dat invloed kan uitoefenen op de ontwikkeling van de samenlevingen in Europa een aantal door de partijen gedeelde waarden en beginselen te garanderen en te bevorderen. De EU spreekt haar waardering uit voor de sleutelrol die de Raad van Europa in de voorbije 50 jaar heeft gespeeld, niet het minst door de bijdrage die hij door zijn snelle uitbreiding heeft geleverd tot de wederopbouw van Europa. De Raad van Europa heeft een grote rol gespeeld bij de totstandkoming van het inzicht dat fundamentele menselijke waarden de basis moeten vormen voor het ontstaan van een democratische samenleving op het gehele Europese continent. De uitbreiding van de Raad in reactie op de politieke veranderingen in Europa heeft het belang van de organisatie nog versterkt. De Unie verwelkomt de toetreding van Georgië als 41e lidstaat. Zij hoopt dat de resterende kandidaatlanden hun instellingen en wetgeving spoedig in overeenstemming zullen brengen met de eisen van de Raad van Europa en dat zij hun onderlinge conflicten oplossen, zodat ook zij zich bij de organisatie kunnen voegen. De EU benadrukt het belang van volledige naleving van de verplichtingen die uit het lidmaatschap voortvloeien en verwacht dat alle lidstaten van de Raad van Europa hun verbintenissen ten opzichte van de organisatie zullen nakomen. II. De Raad van Europa heeft een unieke deskundigheid en acquis op het gebied van de democratie en de mensenrechten opgebouwd. De EU benadrukt de essentiële normerende rol die de Raad op het gebied van de mensenrechten heeft gespeeld, als enige organisatie in Europa met een waarnemingssysteem voor de bescherming van individuele mensenrechten dat bindend is volgens internationaal recht. Het is het door alle lidstaten bekrachtigde Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens dat in dit systeem centraal staat. Dit Verdrag moet het essentiële referentiepunt blijven voor de bescherming van de mensenrechten in Europa als geheel, in termen van gegarandeerde rechten en van gerechtelijke controle op de naleving van deze rechten. De Raad van Europa heeft een origineel model ontwikkeld waarin de waarnemingsmechanismen van het Comité van Ministers en de Parlementaire Vergadering de onafhankelijke rechterlijke controle die wordt uitgeoefend door het Europees Hof voor de rechten van de mens, aanvullen. Het in november 1998 geïnstalleerde nieuw Europees Hof voor de rechten van de mens betekent een verdere consolidatie van dit model. De EU juicht het dan ook toe dat de functie van Commissaris voor de mensenrechten van de Raad van Europa ingesteld is en is van mening dat de Commissaris tot de doeltreffendheid van de waarnemingsstructuren van de organisatie zal doen toenemen. Zij verheugt zich erop met de Commissaris te kunnen samenwerken ter bevordering van de bewustwording ten aanzien van de mensenrechten en de naleving ervan in alle lidstaten van de Raad van Europa. De bescherming van personen die behoren tot nationale minderheden is een belangrijk onderdeel van het acquis van de Raad, dat tot uitdrukking komt in het kaderverdrag over minderheden, en vormt een gebied waarop de organisatie haar bekwaamheid tot het formuleren van normen die beantwoorden aan de specifieke behoeften van het moderne Europa heeft getoond. Het belang van deze normen wordt door de huidige situatie in Zuidoost-Europa alleen maar duidelijker. De EU wil de gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Raad van Europa ook aangrijpen om het bijzonder belang te benadrukken dat zij hecht aan het zesde Protocol bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, inzake de afschaffing van de doodstraf. Zij doet een beroep op alle lidstaten van de Raad van Europa om een tegenover de Raad van Europa aangegane verbintenis om moratoria op executies in te stellen, na te komen en deze te consolideren door volledige afschaffing van de doodstraf. De Raad van Europa heeft ook andere belangrijke taken, die voor heel Europa van belang zijn, op het gebied van volksgezondheid, culturele samenwerking en sociale samenhang. De EU erkent de waarde en het belang van deze taken. III. De Europese Unie en de Raad van Europa hebben dezelfde doelstellingen waar het gaat om de bescherming en de bevordering van de beginselen van vrijheid, democratie, naleving van de mensenrechten en fundamentele vrijheden en de rechtsstaat. De bescherming van deze beginselen is neergelegd in het Verdrag betreffende de Europese Unie en verder versterkt in het Verdrag van Amsterdam. De Unie zoekt naar wegen om haar vermogen om de mensenrechten te beschermen en te bevorderen te vergroten. In de door de Europese Raad van Wenen aangenomen verklaring van de Unie ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de universele verklaring van de rechten van de mens van 10 december 1998 wordt vastgesteld wat de mogelijkheden zijn. De Europese Unie en de Raad van Europa bundelen hun krachten en vullen elkaars acties ter verwezenlijking van gedeelde doelstellingen aan, met name door de uitvoering van een aantal gezamenlijke programma's voor samenwerking en bijstand aan de Midden- en Oosteuropese landen. De EU toont zich ingenomen met de concrete resultaten van deze programma's en ziet uit naar de verdere ontwikkeling ervan. De recente overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Raad van Europa voor nauwe samenwerking tussen het Europees Waarnemingscentrum voor Racisme en Vreemdelingenhaat en het Europees Comité tegen Racisme en Onverdraagzaamheid van de Raad van Europa is ook een illustratie van deze gezamenlijke inspanningen. Tenslotte zal de ervaring van de Raad van Europa voor de EU nuttig zijn in haar huidige uitbreidingsproces. IV. De EU moedigt de lopende werkzaamheden, op basis van het verslag van het Comité van Wijzen, aan om de prioriteiten en de doelstellingen van de Raad van Europa voor de 21e eeuw vast te stellen en de structuren en werkmethoden van de Raad te reorganiseren en doeltreffender te maken. Op basis van dit aan de Raad van Ministers van Boedapest voor te leggen verslag zal de EU haar steun geven aan wat wordt ondernomen ter uitvoering van de ingrijpende hervormingen die erop gericht zijn deze prioriteiten vast te stellen en zal zij actief bijdragen tot dit proces. Tot de toekomstige prioriteiten bij het consolideren van de plaats en de rol van de Raad van Europa in Europa behoren een nieuwe bevestiging van de essentie van de Raad als hoeder van de mensenrechten en de pluralistische democratie door zijn normerende en gerechtelijke activiteit ter bevordering van de democratische veiligheid. Daartoe behoren ook de noodzaak van een verdere ontwikkeling van de betrekkingen tussen de Raad van Europa en de EU en met de andere Europese en transatlantische organisaties, in het bijzonder de OVSE. In deze context toont de EU zich ingenomen met de inspanningen gericht op meer samenwerking en complementariteit tussen de Raad van Europa en de OVSE in het licht van hun gemeenschappelijke beginselen en doelstellingen. De Unie is zich bewust van het voordeel om, in samenwerking met andere internationale instellingen, zoveel mogelijk gebruik te maken van de deskundigheid en de mechanismen van de Raad van Europa om de doelstelling van het handhaven van de normen voor de mensenrechten en het steunen van de pluralistische democratie te bevorderen.