IV. De evolutie van menselijk gedrag Tom Wenseleers, e-mail [email protected] Capita selecta ethologie, nov./dec. 2005 - De sociobiologie controverse. E.O. Wilson (1975) Sociobiology: the new synthesis. Over evolutie sociaal gedrag bij dieren; laatste hoofdstuk over de evolutie van menselijk gedrag. Populariseert eerder werk van o.a. W.D. Hamilton & R. Trivers een geeft het een naam: sociobiologie. - Kritiek uit Marxistische hoek (R. Lewontin, S.J. Gould). Wilson wordt beschuldigd van genetisch determinisme; het menselijk brein wordt liefst gezien als een blanke lei. Zien ook gevaar in de sociobiologie. Sociobiologie zou kunnen aangewend worden om bestaande ongelijkheden in de maatschappij te verdedigen, bv. tussen rassen of seksen (cf. sociaal Darwinisme 19de eeuw, H. Spencer) - maar men mag nooit aannemen dat wat natuurlijk ook goed is, dit is de naturalistische denkfout (G.E. Moore 1903) De enigszinds negatieve connotaties van de term sociobiologie hebben er toe geleid dat men andere labels is beginnen gebruiken voor de studie van de evolutie van menselijk gedrag, zoals human behavioural ecology, evolutionary psychology of dual inheritance theory - Kritiek was ook niet helemaal gefundeerd, en was vooral politiek geinspireerd Bv. genetisch determinisme: sociobiologie heeft nooit beweerd dat menselijk gedrag volledig bepaald is door genen, zo kijkt dual inheritance theory expliciet naar de coevolutie van genen en cultuur (o.a. R. Boyd) Genetische heritabiliteit van veel kenmerken is bovendien zeer hoog (gedragsgenetica) Cultureel bepaalde kenmerken worden dikwijls ook vooral overgeerfd van de ouders. Een evolutionaire benadering kan dan gebruikt worden onafhankelijk van het feit of het kenmerk in kwestie genetisch of cultureel bepaald is. - Wel belangrijke verschillen met dieren, bv. hogere cognitieve capaciteiten. Socialiteit kan hierdoor makkelijker evolueren. Zo kunnen we bijvoorbeeld enkel - samenwerken met anderen die een goede reputatie hebben - samenwerken met anderen die eerder reeds behulpzaam geweest zijn (TIT-FOR-TAT) - Sociobiologische theorieen kunnen ook getoetst worden tegen andere sociologische of anthropologische modellen - Bv. adoptie. Marshall Sahlins (1976): kritiek op de sociobiologie. Hij noteerde dat adoptie buitengewoon frequent is in een eilandengroep in de Stille Zuidzee. Hij dacht dat frequente adoptie het voorbeeld bij uitstek was van een arbitraire culturele traditie. Sociobiologie was volgens hem irrelevant om menselijk gedrag te kunnen begrijpen. Anthropoloog Joan Silk (1980): testte of de geadopteerde kinderen verwant waren in 11 culturen in Oceanie. Indien ze verwant zijn, dan kan adoptie de inclusieve fitness van leden van het adoptiegezin verhogen. Resultaat: Geadopteerde kinderen zijn meestal neven of nichten (r=0.25). Adoptie van verwanten geeft een inclusief fitness voordeel. - Sociobiologie heeft ook toepassingen, bv. in de criminologie. Daly & Wilson (1985, 2001) stelden voor dat ouders een nepotistische preferentie voor eigen (genetisch verwante) kinderen zouden moeten hebben, en dat risico's op kindermishandeling groter zouden zijn wanneer de vader genetisch niet verwant is (i.e. een stiefvader). Resultaat: kindermoord 100 x frequenter gepleegd door stiefvader dan door genetische vader. Kindermoord was uiteraard wel heel zeldzaam. - Adaptief voordeel menopauze. Vrouwen ondergaan een menopauze en blijven nog lang leven tot lang hierna, hoewel ze dan geen kinderen meer kunnen hebben. Uniek in het dierenrijk. Waarom? Lahdenperä et al. (2004): "grootmoeder effect": 10 jaar post-menopauzaal leven geeft ca. 2 extra kleinkinderen – inclusief fitness voordeel - Toepassing uit de evolutionaire psychologie: selectiviteit partnerkeuze Clark & Hatfield J. Psych. Hum. Sex. 1989 Males “Would you go out with me tonight?” 50% “Would you come to my appartment?” 69% “Would you go to bed with me tonight?”75% Females 56% 6% 0% Consistent met patroon van "vurige" mannen en "kieskeurige" vrouwen, die verwacht wordt op basis van de verschillen in investering in nakomelingen. Seksueel grootte dimorfisme is wel kleiner dan bij veel andere primaten (bv. gorilla, baviaan) en dit is te verklaren omdat bij de mens mannen ook een deel van de ouderzorg op zich nemen. David Buss en team van 50 wetenschappers bestudeerden 10,000 mensen in 37 culturen op 6 continenten. Besluit: sekse verschillen in selectiviteit partnerkeuze zijn universeel (Schmitt et al. 2003) - Economische speltheorie: wil nagaan wat mensen rationeel gezien zouden moeten doen in conflictsituaties. Parallellen met methodologie gebruikt in de sociobiologie. Bv. ultimatum game Je moet een som geld verdelen met een ander anoniem persoon. De ander kan de verdeling weigeren, maar indienhij dit doet dan krijgt geen van beiden iets. Rationeel gedrag: persoon 1 geeft heel weinig aan persoon 2, en ander persoon accepteert altijd In de praktijk zijn mensen dikwijls niet zo rationeel (Henrich et al. 2004) – personen geven dikwijls groot deel van de som weg en de ander weigert dikwijls aanzienlijke sommen geld Waarschijnlijk omdat we niet geevolueerd zijn om adaptief te handelen in anonieme eenmalige interacties. Aanbevolen literatuur Alcock, J. (2005) Animal Behavior: An Evolutionary Approach. Sunderland (Mass.), Sinauer associates. Barrett, L., R. Dunbar & J. Lycett (2002) Human evolutionary psychology. Princeton, Princeton University Press. Buss, D.M. (1994) The evolution of desire: strategies of human mating. New York, BasicBooks. Buss, D.M. (2004) Evolutionary psychology: the new science of the mind. Boston, Pearson. Hammerstein, P. (2003) Genetic and Cultural Evolution of Cooperation. New York, MIT press. Henrich, J., R. Boyd, S. Bowles, C. Camerer, E. Fehr & H. Gintis (2004) Foundations of Human Sociality: Economic Experiments and Ethnographic Evidence from Fifteen Small-Scale Societies. Oxford University Press. Segerstrale, U.C.O. (2000) Defenders of the truth: the battle for science in the sociobiology debate and beyond. Oxford University Press. Wilson, E.O. (1975) Sociobiology: the new synthesis. Cambridge, Mass., Belknap Press of Harvard University Press.