GMO = GENETISCHE MODIFCIATIE/MANIPULATIE Genetische modificatie [GMO] is een techniek die de eigenschappen van planten verandert. GMO wordt ook genetische manipulatie of gentechnologie genoemd. Dit laatste wordt ook wel afgekort tot gentech. Genen van levende organismen, zoals bacteriën, schimmels, gisten of planten worden toegevoegd aan andere levende organismen. Alle levende organisme, zoals schimmels, bacteriën en gisten bestaan uit één of meer cellen. In de kern van de cellen zit het dexoxyribounucleïnezuur [DNA]. Bepaalde stukken van het DNA bevatten de erfelijke eigenschappen. Dit zijn genen. Wetenschappers knippen stukjes DNA uit een cel en plakken dit in het DNA van een andere levende cel. Als het gen is ingebracht in de cellen, krijgen de cellen andere eigenschappen. De veranderende cellen delen zich, zodat het hele product uiteindelijk nieuwe eigenschappen krijgt. Dit kan voordelen opleveren voor de producent en consument. Voorbeelden van die nieuwe eigenschappen zijn dat gewassen: 1) bestand zijn tegen onkruidverdelgers; 2) bestand zijn tegen droogte en ziekte; 3) bestand zijn tegen insectenplagen; 4) vrij zijn van stoffen waar mensen allergisch voor kunnen zijn; 5) bacteriën in zich dragen, die toevoegingen*1 produceren, zoals aroma;s en zoetstoffen*2. GMO wordt vooral toegepast op soja en maïs, dat bestemd is voor diervoer. Maar genetisch gemodificeerde soja en maïs zitten ook in levensmiddelen, zoals margarine, kaas en oliën. Als genetisch gemodificeerde grondstoffen in een product zitten, staat dit op het etiket. Melk, vlees of eieren van dieren die gevoed zijn met genetisch gemodificeerd voedsel, zijn gentech-vrij. Het genetische gemodificeerde voedsel is namelijk al in de darmen van de dieren afgebroken. Om die reden hoeft ook niet op het etiket te staan dat gentech is toegepast. Biologisch gehouden dieren hebben geen genetisch gemodificeerd veevoer gehad. Tegenstanders van genetische modificatie noemen het genetische manipulatie. Zij hebben als bezwaar dat genetische modificatie de natuur uit zijn balans haalt. Het zetmeel uit maïs is niet genetisch, maar gemodificeerd wat “veranderd” betekent. Dat is iets anders dan genetisch gemodificeerd, waarbij de genetische eigenschappen van het product zijn veranderd. *1Toevoegingen zijn hulpstoffen die aan voedingsmiddelen worden toegevoegd; E-nummers. *2Zoetstoffen zijn stoffen die door fabrikanten aan voedingsmiddelen worden teogevoegd om ze zoeter te maken. [bron*] Genetische gemodificeerde producten zijn veilig. Alle genetisch gemodificeerde voeding dat in Nederland verkocht wordt, is veilig verklaard doro de EFSA [Europese Voedselveiligheidsautoriteit]. Bij de beoordeling wordt gelet op veiligheid en gezondheid. Het gentech-product moet minstens even gezond en veilig zijn als het originele product. Er mogen niet meer schadelijke stoffen in zitten en het mag niet meer allergische reacties oproepen dan hetzelfde product dat niet genetisch gemodificeerd is. Het is een misverstand dat je reistent kan worden voor antibiotica, als je producten eet waarin genetisch gemodificeerde grondstoffen zijn gebruikt. Antibiotica worden alleen gebruikt om te controleren of GMO is geslaagd. Het product zelf komt niet in aanraking met antibiotica en daardoor is het onmogelijk om reistent te raken voor antibiotica. De EFSA kijkt naar de risico’s voor het milieu, voordat het product op de markt verschijnt. Het gaat er bijvoorbeeld om of er schadelijke stoffen gevormd worden tijdens het proces van genetische modificatie en wat de effecten zijn op andere planten en dieren. Biologische producten zijn niet genetisch gemodificeerd. Het veranderen van de genen past niet bij het natuurlijke karakter van de biologische landbouw. Ook niet als er door gentechnologie minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn. Gentech-gewassen kunnen biologische gewassen in de buurt vervuilen. Dat doet zich voor als het stuifmeel overwaait of alas de gewassen bijvoorbeeld in dezelfde vrachtwagens worden vervoerd. Deze vermenging is technisch niet te voorkomen. Daarom mogen biologische gewassen tot 0,9% genetisch gemodificiceerde organismen bevatten. De producent moet wel kunnen aantonen dat de aanwezigheid van deze genetisch gemodificeerde organismen technisch niet te vermijden was. Telers hebben onderling afspraken gemaakt om de kans op vermenging zo klein mogelijk te houden. Ze kunnen bufferzones aanleggen. Dat zijn grote stukken land tussen genetisch gemodificeerde gewassen en andere gewassen. Deze afspraken heten coexistentie maatregelen: het naast elkaar laten bestaan van gentech-gewassen en biologische gewassen. Zonder dat we weten consumeren wij deze dagelijk. GMO is ook een techniek om enzymen te maken voor de productie van brood, bier en kaas.