Onderzoek en verwijderen van de schildwachtklier Bij een kwaadaardige tumor in de borst bestaat de kans dat kwaadaardige cellen uitzaaien naar de lymfeklieren. Meestal naar de lymfeklieren in de oksel, minder vaak naar de lymfeklieren achter het borstbeen. Zie ook Hoofdstuk 2 Functie en bouw van de normale vrouwenborst en het lymfestelsel. Daarom worden tijdens de borstoperatie 1 of meer lymfeklieren weggehaald en onderzocht om na te gaan of er eventueel kwaadaardige cellen in zitten. Lymfeklieren rondom de borst 15131480 - Augustus 2016 De schildwachtklier Het lymfestelsel dat uit lymfevaten en lymfeklieren bestaat, heeft 2 belangrijke functies: • Het voert lymfevocht vanuit de weefsels af naar de bloedsomloop. • Het speelt een belangrijke rol bij afweer tegen ziektes. Ook uit het gebied van de tumor wordt lymfevocht afgevoerd. De eerste lymfeklier in de oksel waar dit vocht langskomt, is de zogenoemde schildwachtklier (ook wel poortwachtersklier of sentinel node genoemd). Dit betekent dat ook eventuele kwaadaardige cellen vanuit de borst samen met het lymfevocht als eerste in de schildwachtklier terechtkomen. Pas daarna verspreiden de cellen zich naar de andere lymfeklieren in de oksel. De schildwachtklier zit bij de meeste mensen in de oksel, maar kan ook achter het borstbeen zitten. 1 Opsporen van de schildwachtklier De schildwachtklier wordt op de dag voor de operatie of op de operatiedag opgespoord en tijdens de operatie verwijderd. Het opsporen van de schildwachtklier is dus géén operatie. Gang van zaken U hebt een afspraak op de afdeling Nucleaire Geneeskunde. Om de schildwachtklier op te sporen, wordt er een kleine hoeveelheid radioactieve vloeistof rondom de tumor in de borst gespoten. Deze vloeistof stroomt van de tumor via het lymfevat naar de schildwachtklier (zie afbeelding). Schildwachtklier Na het inspuiten van de radioactieve vloeistof worden met een gammacamera foto’s gemaakt van de borst, oksel en het borstbeen. Na ongeveer 2 uur worden nogmaals foto’s gemaakt. Op deze foto’s is te zien waar de schildwachtklier ongeveer zit. Deze plaats wordt met een stift op de huid aangegeven. Het kan zijn dat de schildwachtklier na 2 uur nog niet zichtbaar is. Dan worden een half uur later nog een keer foto’s gemaakt. Al met al kan het opsporen ongeveer 3 uur duren. Verwijderen van de schildwachtklier Het is nu bekend waar de schildwachtklier ongeveer zit. Pas tijdens de operatie kan de schildwachtklier precies gelokaliseerd worden met behulp van een geigerteller en soms ook met behulp van blauwe inkt erbij, om daarna verwijderd te worden. Dit gebeurt op de volgende manier: • Als u onder narcose gebracht bent, wordt soms een kleine hoeveelheid blauwe inkt rond de tumor ingespoten. • Deze inkt stroomt via de lymfebanen naar de schildwachtklier: de klier kleurt daardoor blauw en is bovendien nog steeds radioactief. • De chirurg kan de schildwachtklier goed herkennen aan de blauwe kleur en de resterende radioactiviteit. • De chirurg verwijdert vervolgens de schildwachtklier. Dit duurt ongeveer 1 uur. De chirurg hecht de wond meestal onderhuids met oplosbare hechtingen. Het litteken van de schildwachtklier zit in of vlak onder de oksel en is ongeveer 3 tot 4 cm groot. 2 Als de schildwachtklier niet gevonden wordt Als het niet lukt om de schildwachtklier tijdens de operatie op te sporen, dan verwijdert de chirurg een deel of alle lymfeklieren uit de oksel. Dit komt jaarlijks bij 2% van de patiënten voor. Bij DCIS (voorstadium van kanker) wordt dan alleen de afwijking uit de borst verwijderd. Bijwerkingen De radioactieve stof heeft geen bijwerkingen en de blauwe inkt is niet schadelijk. Wel kan het zijn dat: • uw urine op de operatiedag groen/blauw van kleur is • het gebied waar de blauwe inkt is ingespoten enkele weken/maanden blauw verkleurd blijft • uw huid wat grauwer is. Zenuwbeschadiging In de oksel lopen meerdere zenuwen. Deze zenuwen zorgen voor het gevoel in de oksel en de onderkant van uw bovenarm tot en met uw schouderblad. Bij het verwijderen van de schildwachtklier kunnen deze zenuwen worden beschadigd. U kunt daardoor na de operatie een veranderd gevoel (‘doof’ of ‘dik’) in de oksel en/of bovenarm krijgen. Ook aanraking voelt soms anders dan u gewend was. Het gevoel herstelt na verloop van tijd. Het vervolg Het borstkankerteam bespreekt onderling de uitslag van de operatie en overlegt over de beste eventuele vervolg- of nabehandeling. Uw chirurg bespreekt en overlegt dit met u. Afhankelijk van verschillende factoren is een enkele keer een 2e operatie nodig, waarbij alle okselklieren verwijderd worden. Vragen Maakt u zich zorgen of hebt u vragen? Neem dan gerust contact op met de verpleegkundig specialist of uw verpleegkundig consulente. 3