SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FINANCE & RISK MANAGEMENT DINSDAG 15 DECEMBER 2015 11.30 - 14.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie | Finance & Risk management | Dinsdag 15 december 2015 B/7 © 2015 NGO-ENS B/7 Opgave 1 (57 punten) Vraag 1 (4 punten) De conversiekoers bedraagt 500% (2 x € 500 + 500) / (15 x € 20) x 100% = 500% (4 punten: deelscores, teller 2p, noemer 2p) Vraag 2 (6 punten) Contante waarde van de toekomstige rentedelen: € 20 / 1,03 + € 20 / 1,03^2 ......€ 20 / 1,03^6 = € 108,34 (4p) Contante waarde van de toekomstige aflossing: € 500 / 1,03^6 = € 418,74 (1p) Obligatiewaarde = € 108,34 + € 418,74 = € 527,08 (1p) (6 punten, deelscores) Of APPS: n = 6, i = 3, PMT(END) = -20, FV = -500 PV = 527,0859572 = 527,09 (6 punten, per fout -3p) Vraag 3 (2 punten) Beurswaarde bedraagt € 550,Obligatiewaarde is € 527,08 Premie boven de obligatiewaarde = € 550 - € 527,08 = € 22,92 Of m.b.v. APPS: €550,- - €527,09 = €22,91. (2 punten, let op doorwerkfouten van vraag 2) Vraag 4 (3 punten) De premie boven de conversiewaarde wordt veroorzaakt door de verzekering tegen koersdaling van de onderliggende waarde. Andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector (3 punten). Vraag 5 (6 punten) Conversiewaarde = beurswaarde - premie boven de conversiewaarde = € 550 - € 50 = € 500 (2p) Conversiewaarde = (15 x beurswaarde van een aandeel - € 500 ) / 2 obligaties= € 500 15 x beurswaarde van een aandeel - € 500 = € 1000 15 x beurswaarde van een aandeel = € 1500 Beurswaarde van een aandeel = € 1500 / 15 = € 100,- (4p) (6 punten, deelscores) Alternatieve oplossing: Conversiewaarde + premie boven de conversiewaarde = marktwaarde (15 x € 100 - € 500) / 2 = € 50 = € 550, klopt. (6 punten, per fout -3p) SPD Bedrijfsadministratie | Finance & Risk management | Dinsdag 15 december 2015 3/7 Vraag 6 (6 punten) 0,75 x 3,8 x € 620.000 = € 17.670,- (3p) Het betreft een waardestijging. De rentedaling leidt namelijk tot een hogere contante waarde van alle toekomstige ontvangsten. (3p) (6 punten: deelscores, bij de berekening per fout -2p) Vraag 7 (6 punten) A. De waarde van de converteerbare obligaties = € 550 x 400 = € 220.000,(2p) B. Conversie Bijbetaling kost (400 / 2) x € 500 = € 100.000,De waarde van de aandelen bedraagt: (400 / 2) x 15 x € 100 = € 300.000,Conversie levert een nadelig verschil op van €20.000,- (2 p). Omdat de waarde van de converteerbare obligaties hoger is dan de waarde na conversie ziet Arek af van conversie. (2p) (6 punten, deelscores) Alternatieve oplossing: 2 x € 550 + € 500 > 15 x 100 (4p) Omdat de waarde van de converteerbare obligaties hoger is dan de waarde na conversie ziet Arek af van conversie. (2p) (6 punten, deelscores) Vraag 8 (8 punten) Alternatief 1: kopen De jaarlijkse annuïteit is gelijk aan: € 1.687.499,12 (1p) (APPS: n = 20, i = 5,6, PV = 20.000.000, FV = 0, PMT (end) = 1.687.499,12.) De contante waarde van deze annuïteiten is gelijk aan: € 26.306.697,64 (2p) (MR, met a = 1.687.499,12 / 1.025, r = 1 / 1,025, n = 20) Of APPS: n = 20, i = 2,5, PMT (end) = 1.687.499,12, FV = 0, PV = 26.306.697,64 (dit antwoord levert 3 punten op, per fout -1p) Alternatief 2: leasen De contante waarde van de maandbetalingen is gelijk aan: € 25.542.527,36 (2p) (MR, met a = 135.000 / 1,002059836, r = 1 / 1,002059836, n = 240) De contante waarde van de eindbetaling: 1.500.000 / 1,025^20 = € 915.406,41 (1p) Totaal: 26.457.933,77 NB: gelijkwaardige percentage per maand is (1,025^(1/12) -1 ) x 100% = 0,2059836% (1p) Of APPS: n = 240, i = 0,2059836, PMT (end) = 135.000, FV = 1.500.000, PV = 26.457.933,83 (dit antwoord levert 4 punten op, per fout -1p) SPD Bedrijfsadministratie | Finance & Risk management | Dinsdag 15 december 2015 4/7 De contante waarde van de bedragen bij alternatief 1 is kleiner dan bij alternatief 2, Arte kiest dus voor kopen en lenen. (1p) (8 punten, deelscores) Vraag 9 (3 punten) Door de financiering met vreemd vermogen verslechtert de solvabiliteit van Arte. (1p) De bank loopt hierdoor meer risico en kan de rente over de banklening verhogen. (2p) (3 punten, deelscores) Vraag 10 Vraag 11 (3 punten) Arte wil het risico niet lopen dat de emissie van aandelen op een mislukking uitdraait, doordat (tijdelijk) de beurskoers beneden de emissieprijs komt tijdens het emiteren. (3 punten; goed of fout) Vraag 11a (3 punten) Door de emissie van aandelen daalt de beurskoers van een aandeel en daarmee de waarde van het conversierecht. Andere antwoorden ter beoordeling van de corrector. (3 punten) Vraag 11b (3 punten) De directie van Arte neemt het standpunt in dat de houders van de converteerbare obligatie al ruimschoots in de gelegenheid zijn gesteld om gebruik te maken van hun conversierecht. De beurskoers van de aandelen ( € 120,-)ligt immers aanzienlijk hoger dan de conversiekoers (€ 100,-). Andere antwoorden ter beoordeling van de corrector (3 punten). Vraag 12 (4 punten) De rendementswaarde is de contante waarde van alle verwachte toekomstige dividenduitkeringen of andere uitkeringen van een onderneming. (2p) De rentabiliteitswaarde is de contante waarde van alle verwachte toekomstige winsten van een onderneming.(2p) (4 punten, deelscores) SPD Bedrijfsadministratie | Finance & Risk management | Dinsdag 15 december 2015 5/7 Opgave 2 (43 punten) Vraag 13 (3 punten) Het verschijnsel dat de maxima en de minima van de vermogensbehoeften van de individuele kapitaalcomponenten niet samenvallen. (3 punten; goed of fout) Vraag 14 (6 punten) De diversiteitsfactor = (de som van de individuele maxima - de som van de individuele minima) : (maximale som - minimale som) (Y + 600 + 400 + 560) - (100 + 170 + 180 +2 00) : 260 = 5,5 (4p) Y + 1.560 - 650 = 1430 Y = 1430 - 1560 + 650 = 520 (2p) Vraag 15 Vraag 15a (6 punten, deelscores) (6 punten) totale aanbod totale vraag 500 1.000 broodjes broodjes 500 broodjes 0 € 800,1.000 broodjes € 200,0 1.500 broodjes € 400,€ 200,2.000 broodjes € 600,€ 400,Tabel 1: spijtmatrix broodjesverkoop 1.500 broodjes € 1.600,€ 1.200,0 € 200,- 2.000 broodjes € 2.400,€ 1.600,€ 800,0 Per fout -2 punten Vraag 15b (2 punten) Per alternatief kiest WHO voor de maximale spijt. Van deze bedragen kiest zij uiteindelijk voor de laagste: hij kiest dus voor het aanbod van 500 broodjes. Vraag 16 (4 punten) 0,52% x € 1.000.000 x 91/365 = € 1.296,44 Men ontvangt dit bedrag van de bank omdat de EURIBOR-rente boven de swaprente ligt. (4 punten, berekening 2p, conclusie 2p) Vraag 17 Vraag 17 (4 punten) De EURIBOR-lening kost: 5,5% (1,5% + 4%) x 91 / 365 x € 1.000.000 = € 13.712,33 (3p) De swapverrekening bedraagt: € 1.296,44 De totale kosten: € 12.415,89 (1p) (4 punten, deelscores, let op doorwerkfouten vraag 16) SPD Bedrijfsadministratie | Finance & Risk management | Dinsdag 15 december 2015 6/7 Vraag 18 (4 punten) Bij de spotkoers van EUR/USD = 1,25 geldt dat $ 1.000.000 overeenkomt met € 800.000,$ 1.000.000 + $ 1.000.000 x 0,03 x 3 / 12 = $ 1.007.500 € 800.000 + € 800.000 x 0,01 x 3 / 12 = € 802.000,Termijnkoers = 1.007.500 / 802.000 = $ 1,256234414 = $ 1,2562 (4 punten, per fout -2p) Of € 1 x 1,0025 = $ 1,25 x 1,0075 Dus € 1 = $ 1,25 x 1,0075 / 1,0025 = $ 1,256234414 = $ 1,2562 Vraag 19 (3 punten) Voor WHO geldt het transactierisico. Omdat WHO een bestelling wil gaan plaatsen in de Verenigde Staten, loopt zij het risico dat de dollar ten opzichte van de euro in prijs is gestegen. (3 punten; goed of fout) Vraag 20 (3 punten) Bij een valuatoptie heb je het recht om valuta te kopen en te verkopen tegen een koers die vooraf is bepaald. Bij een valutafuture is het een verplichting. (3 punten; goed of fout) Vraag 21 (4 punten) Michiel moet kiezen voor het verkopen van out-of-the-money calls. (1p) Hij schrijft een calloptie. Dat betekent dat de tegenpartij het recht heeft om de aandelen te kopen tegen een koers die vooraf is bepaald. Als de tegenpartij gebruik maakt van haar recht dan moet Michiel de aandelen leveren. Dus heeft hij de aandelen verkocht. (3p) (4 punten, deelscores) Vraag 22 (2 punten) De intrinsieke waarde. Vraag 23 (2 punten) Voorbeelden van een goed antwoord: • de hoogte van de uitoefenprijs; • de beweeglijkheid van de koersen van de onderliggende waarde; • de resterende looptijd van het optiecontract, • de rentestand. (2 punten, per fout -1p) Einde examen SPD Bedrijfsadministratie | Finance & Risk management | Dinsdag 15 december 2015 7/7