Bijlage Juni 2016 Informatieblad Effectendienstverlening Het Effectenhuis Commissionairs B.V. Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Product- en risicobeschrijving 2.1. Kenmerken en risico’s van aandelen 2.2. Kenmerken en risico’s van obligaties 2.3. Kenmerken en risico’s van converteerbare obligaties 2.4. Kenmerken en risico’s van onroerend goed 2.5. Kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen 2.5.1 Kenmerken en risico’s van trackers 2.6. Kenmerken en risico’s van structured products 2.7. Derivaten 2.7.1. Kenmerken en risico’s van opties 2.7.2. Kenmerken en risico’s van futures 2.7.3. Kenmerken en risico’s van turbo’s 2.7.4. Kenmerken en risico’s van warrants 2.8. Kenmerken en risico’s van hedge funds 2.9. Kenmerken en risico’s van private equity 2.10. Kenmerken en risico’s van treasury producten 2.11. Valutarisico 3. Specifieke onderwerpen 3.1. Dividendstripping 3.2. Keuzedividend 3.3. Bijwonen van aandeelhoudersvergaderingen 3.4. Zakelijk beleggen 3.5. Pensioen 1. Inleiding Dit Informatieblad hoort bij de Overeenkomst Effectendienstverlening van Het Effectenhuis Commissionairs B.V.. In dit informatie blad vindt u een overzicht van de risico’s van de verschillende beleggingsproducten die Het Effectenhuis Commissionairs B.V. aanbiedt. Bij de omschrijving van de beleggingsproducten komen ook de risico’s van beleggen in het algemeen aan bod. Ten slotte leest u over enkele specifieke onderwerpen die met het beleggen in deze producten verband houden. 2. Product- en risicobeschrijving 2.1. Kenmerken en risico’s van aandelen Een aandeel is een bewijs van deelneming in het kapitaal van een vennootschap. Hieraan zijn in de regel ook stemrecht en een recht op dividend ofwel winstdeling aan verbonden. Als aandeelhouder bent u in feite voor een deel eigenaar van het bedrijf. De waarde van uw aandeel en de hoogte van de dividenduitkering zijn onder andere afhankelijk van de resultaten van het bedrijf. Gaat het goed met een bedrijf dan deelt u mee in de winst door een hogere koers en/of het ontvangen van dividend. Gaat het slecht met een bedrijf en wordt geen of minder winst gemaakt, dan zal in het algemeen de koers van het aandeel dalen en zal geen dividend worden uitgekeerd. In extreme situaties, bijvoorbeeld in geval van faillissement kan de waarde van het aandeel zelfs teruglopen naar nul. Daarnaast kunnen aandelenkoersen sterk fluctueren door bijvoorbeeld te reageren op positieve of negatieve berichten, zowel over de macro-economische ontwikkelingen als over de onderneming zelf. Het risico kan bovendien per onderneming sterk verschillen. Aandelen kunnen in meerdere verschijningsvormen voorkomen en de risico’s kunnen hier onder meer afhankelijk van zijn. Zo bestaan naast courante aandelen (aandelen die zijn genoteerd aan een officiële effecten beurs en waarin een regelmatige handel bestaat) ook incourante aandelen. De handel in deze aandelen verloopt minder gemakkelijk, omdat er weinig of geen aanbod voor bestaat of niet dagelijks in wordt gehandeld. Een omvang rijke aan- of verkoop wordt direct vertaald in een oplopende of dalende koers. Bij de aan- of verkoop van dergelijke aandelen loopt u dus het risico dat u niet op het door u gewenste moment uw stukken kunt verhandelen. Soms kunnen ook courante aandelen door acute (economische) ontwikkelingen, bijvoorbeeld een bericht over frauduleuze praktijken, onverhandelbaar raken. Aandelen bieden kortom een onzeker rendement, terwijl u daarnaast de kans loopt uw inleg te verliezen. 2.2. Kenmerken en risico’s van obligaties Een obligatie is een schuldbekentenis die deel uitmaakt van een openbare lening van gelden door de overheid (staatsobligatie), een instelling of een onderneming (bedrijfsobligatie) en levert doorgaans een vaste rente (coupon) en terugbetaling van de hoofdsom aan het einde van de looptijd. Ook obligaties zijn er in verschillende soorten waaronder converteerbare obligaties en reverse exchangeables (zie par. 2.3.). Als u in obligaties belegt, leent u in feite geld aan een onderneming of instelling. Over de lening wordt over het algemeen een vooraf vastgesteld rentepercentage vergoed (coupon). Zowel ten aanzien van de lening als ten aanzien van de rente loopt u het risico dat de uitgevende onderneming of instantie in betalingsproblemen raakt en uiteindelijk niet zal kunnen (terug)betalen. Dit zogenoemde kredietrisico is vanzelfsprekend kleiner indien de uitgevende onderneming of instantie in betere financiële gezondheid verkeert, zoals bij staatsobligaties van West-Europese overheden of bedrijven met een hoge rating (kredietbeoordeling). De koers van de obligatie, met name van belang indien u voor afloop van de lening de obligatie zou willen verzilveren of kopen, kan fluctueren en is onder meer afhankelijk van de ontwikkeling van de marktrente en de kredietwaardigheid van de uitgevende onderneming of instelling (rating). Over het algemeen zullen de koersen van obligaties echter minder fluctueren dan die van aandelen. Obligaties bieden kortom een vooraf vastgesteld rendement en een relatief stabielere koers dan aandelen, zolang er geen betalingsproblemen zijn. Ontstaan deze problemen wél, dan kunt u ook bij obligaties niet zeker zijn van het rendement en uw inleg verliezen. 2.3. Kenmerken en risico’s van converteerbare obligaties en reverse exchangeables Sommige producten hebben kenmerken van zowel aandelen als obligaties. U kunt bijvoorbeeld denken aan converteerbare obligaties of reverse exchangeables. Laat u zich bij deze hybride producten goed informeren over de specifieke werking en risico’s. De risico’s worden vaak ‘gecompenseerd’ door een relatief hoge rentevergoeding. De belegging zelf kan bijvoorbeeld door de conversie echter uiteindelijk minder winstgevend zijn. U mag er dan ook in elk geval nooit van uit gaan dat de werking en de risico’s van dergelijke producten gelijk zijn aan die van obligaties. Converteerbare obligaties kunnen onder bepaalde voorwaarden gedurende een bepaalde periode worden omgewisseld tegen aandelen in de onderneming die de obligatie heeft uitgegeven of tegen aandelen in een andere onderneming. Onder voorwaarden heeft de belegger de keuze tot conversie (omzetting) of betaling in contanten. De coupon is in de regel om deze reden iets lager dan een gewone obligatie. Een ‘reverse exchangeable’ (ook wel reverse convertible) is de Engelse term voor een ‘omgekeerde converteerbare obligatie’. Bij deze obligatie heeft niet de belegger het recht om op afloopdatum de obligatie in aandelen om te wisselen, maar is het aan de uitgevende (financiële) instelling om te beslissen of zij de nominale waarde van de obligatie uitbetaalt in contanten of in aandelen. Het risico voor de belegger bestaat hieruit dat als wordt afgelost met aandelen, die aandelen op dat moment een lagere waarde vertegenwoordigen dan de nominale waarde van de exchangeable. Tegenover dit risico staat de relatief hoge coupon, die de belegger jaarlijks ontvangt. De risico’s van de converteerbare obligaties kunnen vergelijkbaar gesteld worden aan die van gewone bedrijfsobligaties. De risico’s van reverse exchangeable obligaties zijn vergelijkbaar met het beleggen in aan delen. Het verliezen van uw gehele belegging is ook in dit geval mogelijk. 2.4. Kenmerken en risico’s van onroerend goed Onroerend goed heeft over het algemeen een stabielere waarde dan een bedrijf. Risico’s blijven evenwel bestaan en hangen samen met de renteontwikkeling, de algemene economische ontwikkelingen en de politieke stabiliteit van het land waarin het onroerend goed gelegen is. Omdat rechtstreeks beleggen in onroerend goed veelal een groot belegbaar bedrag vergt, maken de meeste beleggers gebruik van de mogelijkheid te beleggen in een onroerendgoedfonds. Deze fondsen kunnen rechtstreeks beleggen in ‘stenen’ door bijvoorbeeld te investeren in projectontwikkeling, maar ook indirect door te investeren in bedrijven, die onroerendgoedprojecten tot stand brengen. Ook voor onroerend goed geldt in zijn algemeenheid dat het rendement onzeker is en dat u de kans loopt uw inleg te verliezen. 2.5. Kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen In het algemeen kan een beleggingsfonds worden om schreven als een door de participanten bijeengebracht vermogen dat door een beheerder collectief wordt belegd in effecten. De beleggingen kunnen zich richten op bepaalde vermogens categorieën zoals aandelen, obligaties, onroerende goed of een mix daarvan. Of op meerdere bedrijven, bedrijfstakken, maar bijvoorbeeld ook op grondstoffen of edelmetalen. Alle bovengenoemde risico’s van aandelen, obligaties en de hieronder nog te bespreken risico’s van onroerend goed kunnen, afhankelijk van de samenstelling van de portefeuille van het beleggingsfonds, óók voor beleggingsfondsen gelden. In principe worden echter de risico’s van beleggen relatief kleiner door de spreiding van de beleggingen binnen het beleggingsfonds. Ook bij het beleggen in beleggingsfondsen dient u echter in de gaten te houden dat uw portefeuille zich niet eenzijdig op één sector van de markt of regio richt. Open-end beleggingsfondsen zijn beleggingsfondsen waarbij toe- en uittreding door de participanten onbeperkt en dus eenvoudig mogelijk is. Het aantal uitstaande deelnemingsrechten (participaties) is niet begrensd en hun waarde wordt in hoofdzaak bepaald door die van de in het fonds berustende activa ofwel de in het fonds aanwezige beleggingen. Closed-end beleggingsfondsen zijn beleggingsfondsen waarbij het aantal uitgereikte deelnemingsrechten wel vastligt. Tijdens de looptijd is in- en uittreden in de regel niet, of onder voorwaarden mogelijk waardoor participaties in dit soort fondsen niet (gemakkelijk) verhandelbaar zijn. U loopt dus het risico dat Informatieblad Effectendienstverlening Het Effectenhuis Commissionairs B.V. u bij tegenvallende resultaten niet of niet op een door u gewenst moment uw beleggingen van de hand kunt doen. 2.5.1 Kenmerken en risico’s van trackers -Een tracker is een product dat is gebaseerd op één index, op regio’s, op sectoren of op vermogenscomponenten als obligaties en onroerend goed. In feite is een tracker een open end beleggingsfonds dat tot doel heeft een bepaalde index zo nauwkeurig mogelijk te volgen (tracken). Een belegger kan in één keer een ‘mandje’ kopen, maar dat hoeft niet per se. De eerste AEX tracker had als belangrijkste belegging een 10-jarige Franse staatslening en verder een aantal derivaten om de AEX zo goed mogelijk te volgen. Er is geen management dat een beleggingsbeleid uitvoert, slechts een administratie welke toeziet op het vrijwel identiek blijven. Dat scheelt in kosten. Er zijn dus kosten, maar die zijn relatief laag ten opzichte van die van de actief beheerde beleggingsfondsen. Met een handvol trackers zou elke belegger in theorie een bijna volledige portefeuille kunnen opbouwen. 2.6. Kenmerken en risico’s van structured products Structured Products zijn het best te omschrijven als beleggingsproducten, die op een complexe wijze in één of meer vermogenscategorieën beleggen (in veel gevallen met behulp van een ingewikkelde optiestructuur). Juridisch gezien zijn het veelal (bedrijfs)obligaties waarbij u een vordering op de uitgevende instelling verkrijgt. Echter qua werking en risico’s zijn ze meestal niet goed vergelijkbaar met (bedrijfs)obligaties. Een grove indeling kan worden gemaakt door een onderscheid te maken tussen Certificaten, Garantieproducten en High Yield producten. Binnen deze soorten zijn weer verschillende varianten denkbaar, waarbij de verschillende elementen van deze varianten met elkaar kunnen worden gecombineerd. Het is daarom van belang dat u bij elk product de bijbehorende productinformatie zoals brochure en prospectus zorgvuldig doorneemt en dat u zich vergewist van de specifieke risico’s behorend bij het desbetreffende product. -Certificaten hebben betrekking op diverse onderliggende waarden, zoals een index, grondstof, valuta, regio of land. Een Certificaat volgt vaak lineair de koersontwikkeling van de onderliggende index of aandelen. De risico’s van een belegging in certificaten zijn te vergelijken met een belegging in de onderliggende waarde. Als de koers van de onderliggende waarde stijgt, stijgt de waarde van het certificaat vaak één-op-één. Het om gekeerde geldt bij een koersdaling. Echter, bij sommige certificaten volgt de koers van het certificaat niet één-op-één de koersbewegingen van de onderliggende waarde bijvoorbeeld doordat er een valutacomponent in zit of binnen het certificaat vreemd vermogen wordt aangetrokken. Een belegging in een index door middel van een Certificaat is goed gespreid over sectoren. Over het algemeen kan dit daarom minder risicovol zijn dan een belegging door middel van een Certificaat in één sector. Certificaten hebben over het algemeen geen afloopdatum. -Garantieproducten zijn een serie producten waarmee u belegt in bijvoorbeeld een index, een specifieke sector of een selectie aandelen of aandelenindices, terwijl (een gedeelte van) de nominale inleg beschermd is doordat (veelal) de uitgevende instelling een garantie aan het eind van de looptijd afgeeft om de nominale inleg of een gedeelte daarvan terug te betalen. Beleggen in een garantie product betekent niet dat deze belegging geheel vrij is van risico. De garantiewaarde geldt alleen op einddatum. Bovendien kunt u afhankelijk van het soort garantieproduct kiezen voor volledige bescherming of gedeeltelijke bescherming. In geval van tussentijdse verkoop worden de stukken tegen de dan geldende koers verkocht, die mogelijk onder de garantiewaarde of de nominale waarde kan liggen waarvoor de stukken bij uitgifte zijn aangeschaft. Het rendement van deze belegging wordt onder meer afhankelijk gesteld van de onderliggende waarde en het garantieniveau. Afhankelijk van ontwikkeling van de onderliggende waarde kan een jaarlijkse coupon (winstdeling) worden uitgekeerd. Bij enkele producten uit deze categorie worden rendementen vastgeklikt. Het rendement kan van jaar tot jaar verschillen. -(High) Yield producten zijn veelal beleggingsproducten waarbij eveneens wordt belegd in indices en aandelen maar waarbij extra rendement wordt nagestreefd door gebruik te maken van derivatenconstructies. In ruil voor dit extra rendement (‘High Yield’) accepteert u een bepaald risico. Deze producten kennen geen hoofdsomgarantie bij einde looptijd, maar in sommige gevallen wel een gestaffelde vorm van bescherming tegen koersdalingen van de onderliggende waarde. Hiermee bent u beschermd als de koersdalingen zich beperken tot binnen het beschermingsniveau. Dit laat echter onverlet dat u volledig koersrisico loopt over de hoofdsom. Zowel tijdens de looptijd als op de einddatum kan de koers van deze producten lager zijn dan de nominale waarde c.q. de uitgifteprijs. 2.7. Derivaten Derivaten zijn van financiële instrumenten afgeleide producten. Dit betekent dat de waarde van een derivaat afhankelijk is van de prijsontwikkeling van een ander financieel instrument, zoals een aandeel of index of een andere onderliggende waarde, zoals valuta of indices. Derivaten zijn verhandelbare rechten en plichten van koop of verkoop. Het leveren of afnemen van de onderliggende waarde is mogelijk door fysieke levering of door verrekening in contanten. De fysieke levering wordt doorgaans vervangen door een ‘cash settlement’, zoals bijvoorbeeld bij indexopties of indexfutures waarbij het leveren van de onderliggende waarde niet mogelijk of niet wenselijk is. Dit betekent dat het verschil tussen de uitoefenprijs en de afrekeningkoers tussen partijen wordt afgerekend en geen levering van de onderliggende waarde plaats heeft. Het uitoefenen van een optie dient overigens aan de beurs kenbaar te worden gemaakt, bij gebreke waarvan een afrekening en niet de levering van de onderliggende waarden zal volgen. Voorbeelden van derivaten zijn opties, futures en warrants. Beleggingen in derivaten brengen hoge risico’s met zich mee met name vanwege de onvoorspelbare waardeontwikkeling van het onderliggende financiële instrument en de hefboomwerking. Ze zijn daarom meer geschikt voor de ervaren belegger. Hoewel Turbo’s strikt genomen vallen onder de categorie structured products, hebben wij ervoor gekozen om Turbo’s onder Derivaten te plaatsen, omdat de kenmerken en risico’s beter te vergelijken zijn met die van een derivaat. Hefboom De meeste derivaten worden gekenmerkt door een hefboomwerking. Dit geldt in ieder geval voor opties, futures en turbo’s. De mogelijke winst van dit soort transacties kan procentueel hoger zijn dan de mogelijke winst op de onderliggende waarde, omdat kan worden volstaan met een geringere investering, terwijl de winstkansen gelijk zijn. U heeft dus relatief meer voordeel van een beweging in de onderliggende waarde, dan wanneer u direct in de onderliggende waarde belegt. Tegenover de hoge winsten die kunnen worden bereikt door deze ‘hefboomwerking’ staan uiteraard ook grote verliezen, die onder omstandigheden zelfs meer kunnen bedragen dan de ingelegde investering. Voor een meer gedetailleerde beschrijving en rekenkundige voorbeelden van de hefboomwerking van de genoemde producten verwijzen wij u naar de desbetreffende productbrochures. 2.7.1. Kenmerken en risico’s van opties Een optie is een gestandaardiseerd contract waarmee het recht wordt verkregen om gedurende een bepaalde periode (uitoefenperiode) een zeker aantal effecten te kopen (call) of te verkopen (put) tegen een vooraf vast gestelde koers (uitoefenprijs). Als u een optie schrijft, neemt u de verplichting op u om gedurende de uitoefen periode een zeker aantal effecten af te nemen (put) of te leveren (call) tegen de uitoefenprijs. Indien u zich een positie heeft aangeschaft, spreekt men ook wel van een gekochte positie (long positie). Indien u een optie heeft geschreven, spreekt men ook wel van het hebben van een verkochte positie (short positie). Zolang de uitoefenperiode nog niet voorbij is, kunt u via de beurs altijd weer van uw (geschreven) opties af. U sluit uw positie dan. Als u zich een recht heeft aangeschaft, hoeft u daarvan vanzelfsprekend geen gebruik te maken. Als u uw optie niet sluit, zal die aflopen aan het eind van de uitoefenperiode (expiratiedatum). Als u een plicht op u heeft genomen (schrijven), dan wordt het al dan niet moeten nakomen niet door u bepaald (tenzij u de positie eerder heeft gesloten). De contractgrootte van een optie is meestal 100 aandelen. Er zijn twee soorten opties, callopties en putopties. Calloptie De koper van een calloptie heeft het recht om de onderliggende waarde te kopen. Het kopen van een calloptie doet u als u verwacht dat de onderliggende waarde, bijvoorbeeld een bepaald aandeel, zal stijgen. Omdat u het recht heeft in een bepaalde periode de stukken voor de vooraf vastgestelde (en naar uw verwachting dus lager dan de beurs) prijs te kopen, ziet u uw winst in het verschil tussen de vastgestelde uitoefenprijs en de beurskoers van het aandeel op het moment van uitoefenen. Het risico ligt besloten in het tegenovergestelde scenario dat zich zou kunnen voordoen waarbij de koers van het aandeel daalt en u bij uitoefening juist duurder uit bent. Als verkoper (‘schrijver’) van een calloptie gaat u uit van een waardedaling van de onderliggende waarde. Als de koper zijn recht tot afnemen wil uitoefenen, hebt u de plicht de onderliggende waarde te leveren tegen de overeengekomen uitoefenprijs. De koper doet dat in de regel alleen als die prijs gunstiger is dan de beurskoers. Hierin ligt uw risico besloten; als u de onderliggende waarde niet in uw bezit heeft, zult u de stukken alsnog op de beurs voor een hogere prijs moeten Informatieblad Effectendienstverlening Het Effectenhuis Commissionairs B.V. aanschaffen om ze vervolgens te kunnen leveren. Als schrijver van een call optie is uw verlies daarom (in theorie) onbeperkt. Putoptie De koper van een putoptie heeft het recht om de onderliggende stukken te verkopen. Het kopen van een putoptie doet u als u verwacht dat de onderliggende waarde zal dalen. U ziet uw winst in een hogere uitoefenprijs dan de actuele beurskoers van de onderliggende waarde. De verkoper (‘schrijver’) van een putoptie heeft de plicht om bij uitoefening de onderliggende waarde af te nemen. Als schrijver van een putoptie gaat u ervan uit dat de overeengekomen uitoefenprijs goedkoper is dan de beurskoers, omdat u denkt dat de beurs gaat stijgen. Maar u stelt zich bloot aan het risico dat u de onderliggende waarde moet kopen tegen een uitoefenprijs die veel hoger is dan de actuele beurskoers. ‘Schrijven’ Het ‘schrijven’ van een optie betekent dus dat u als openingstransactie een optie verkoopt (opening sell) en daarmee de plicht heeft om de onderliggende waarde te leveren (in geval van een calloptie) of af te nemen (in geval van een putoptie) tegen de uitoefenprijs van de optie. Dit wordt in de praktijk ook wel ‘short gaan’ genoemd. Als vergoeding voor het lopen van dit risico ontvangt u als ‘schrijver’ een premie. Het schrijven van een calloptie, terwijl de onderliggende stukken niet in uw effectenportefeuille zijn opgenomen wordt ook wel ‘ongedekt schrijven’ genoemd. Een geschreven putoptie wordt altijd als ongedekt aangemerkt. Om de onder liggende waarde desgevraagd te kunnen afnemen respectievelijk te kunnen leveren (als deze al niet in de effectenportefeuille is opgenomen), dient een schrijver een zekerheid, de zogenoemde ‘margin’, op zijn effectenrekening aan te houden. Opties worden uitgegeven door de beurs waarop ze verhandeld worden. Als u wilt handelen in opties is daarvoor een aanvullende overeenkomst nodig. 2.7.2. Kenmerken en risico’s van futures Een future is een op een beurs verhandelbaar gestandaardiseerd termijncontract in effecten, vreemde valuta’s of index. Door het openen van een futurepositie wordt een koersniveau van de onderliggende waarde gedefinieerd, van waaruit winsten of verliezen als gevolg van koersbewegingen van deze onderliggende waarde dagelijks worden verrekend. Bij een longpositie in een future (kopen) ontvangt de koper dagelijks het positieve verschil (vermenigvuldigd met de contractgrootte) tussen de slotkoers van de onderliggende waarde en die van de dag daarvoor. Bij een negatief verschil tussen beide koersen, wordt dit bedrag bij de koper in rekening gebracht. Bij een short positie (verkopen) geldt het tegenover gestelde. De onderliggende waarde van een future is wel veel omvangrijker dan die van een optiecontract. Een futurecontract staat in de regel voor 200 eenheden van de onderliggende waarde. Bij het aangaan van een futurepositie dient een waarborgsom (ook wel ‘Initial Margin’) te worden gestort die moet verzekeren dat de koper dan wel verkoper in staat is om bij sterke dagelijkse koersmutaties van de onderliggende waarde het koersverschil aan de tegenpartij te betalen. De handel in futures brengt door de hefboomwerking, de verplichting tot het aanhouden van margin en dagelijkse verrekening van koersverschillen grote financiële risico’s met zich. Als u wilt handelen in futures is daarvoor een aanvullende overeenkomst nodig. 2.7.3. Kenmerken en risico’s van turbo’s Een turbo (ook wel Turbo Certificaat) is een op de beurs genoteerd beleggingsproduct waarmee kan worden ingespeeld op een koersbeweging van verschillende onderliggende waarden zoals aandelen, indices, grondstoffen, obligaties en valuta. De naam ‘Turbo’ is een merknaam. Vergelijkbare beleggingsproducten die door andere financiële instellingen worden uitgegeven kennen andere namen. Met een Turbo Long wordt ingespeeld op een stijging van de onderliggende waarde. Met een Turbo Short wordt ingespeeld op een daling. Kenmerkende elementen van de turbo zijn het financieringsniveau en het ‘stop loss’-niveau. Elke Turbo heeft een financieringsniveau. U investeert slechts voor een deel in de waarde van de onderliggende waarde en de rest van de investering (het financieringsniveau) wordt door de financiële instelling gefinancierd. In het algemeen worden over dit niveau op dagbasis financieringskosten berekend, die afhankelijk zijn van de gebruikte rentevoet. Deze kosten worden dagelijks verrekend met het financieringsniveau waardoor het financieringsniveau iedere dag oploopt. Voor een Turbo Long moeten financieringskosten worden betaald en voor een Turbo short ontvangt u financieringsopbrengsten. Het element van financiering zorgt onder meer voor de hefboomwerking. U investeert in slechts een deel van de onderliggende waarde, maar u ontvangt wel de volledige stijging of daling daarvan. Als gevolg hiervan is de rendementsontwikkeling van de Turbo, afhankelijk van de onderliggende waarde van de Turbo waarin u belegt, procentueel vele malen hoger als die van de onderliggende waarde. Een relatief kleine beweging van een onderliggende waarde resulteert dus in een relatief grotere beweging van de Turbo. De hefboom kan uw winst procentueel vergroten, maar ook uw verlies. Met andere woorden door de hefboom is een belegging in Turbo’s risicovoller dan een directe belegging in de onderliggende waarde. De ‘stop loss’ is een ingebouwd beschermingsniveau dat er automatisch voor zorgt dat uw verlies zich zal beperken tot de inleg. Als de onderliggende waarde dit niveau bereikt of overschrijdt, zal de Turbo worden afgewikkeld en wordt de restwaarde indien aanwezig aan u terugbetaald. De ‘stop loss’ is ook een dynamisch element dat meestal maandelijks wordt aangepast op basis van het actuele financieringsniveau. Als u gaat beleggen in Turbo’s raden wij u aan de beschikbare productinformatie door te lezen en u nader te laten informeren over de specifieke risico’s van beleggen in Turbo’s. 2.7.4. Kenmerken en risico’s van warrants Warrants zijn financiële instrumenten die de houder daarvan gedurende een bepaalde periode het recht geven om een onderliggende waarde te kopen (call warrants) of te verkopen (put warrants) tegen een van tevoren vastgestelde prijs. Warrants zijn daarmee op punten vergelijkbaar met opties maar worden uitgegeven door financiële ondernemingen, zoals banken of effectenhuizen in plaats van door een beurs. De contractspecificaties zijn bovendien in tegenstelling tot opties niet gestandaardiseerd, maar kunnen variëren. Warrants worden uitgeoefend tegenover de uitgever van de warrant. Deze onderliggende waarde kan bestaan uit (mandje) aandelen, obligaties, valuta, goederen of een index. Het kopen en verkopen van warrants verloopt op dezelfde manier als van aandelen. Hiervoor is geen aanvullende overeenkomst nodig. Niettemin zijn de risico’s bij het beleggen in warrants veel groter dan de risico’s bij het beleggen in aandelen. Door de beperkte looptijd van de warrant kan het recht om de onderliggende waarde te kopen of te verkopen waardeloos aflopen waardoor de inleg (de prijs die u betaald heeft om de warrant te krijgen) geheel verloren gaat. Bovendien zal de prijs van een warrant veelal bij prijswijzigingen van de onderliggende waarde door de hefboomwerking procentueel gezien veel meer uitslaan dan de prijswijziging van de onderliggende waarde zelf, waardoor een prijsdaling van de onderliggende waarde verhoudingsgewijs ook een veel grotere prijsdaling van de waarde van de warrant met zich meebrengt. In tegenstelling tot opties kunt u zelf geen warrants schrijven. 2.8. Kenmerken en risico’s van hedge funds Een hedge fund of hedgefonds is een beleggingsfonds waarbij de fondsbeheerder tracht een optimaal rendement te realiseren onafhankelijk van de richting van de beurs. De nadruk ligt op het behalen van een absoluut rendement en niet zozeer op het beter presteren dan een index. Een van de verschillen tussen hedgefondsen en klassieke beleggingsfondsen is dat hedgefondsen gebruik maken van een breder scala aan instrumenten en handels technieken. Zo kunnen derivaten worden gebruikt ter bescherming van het rendement of kunnen aandelen worden verkocht om te profiteren van dalende aandelenkoersen, zonder dat deze aandelen in het bezit zijn van het hedge fund (short verkopen). Aangezien het selecteren van hedgefondsen, die (veelal) niet als beleggingsfondsen onder toezicht staan, een behoorlijke inspanning vergt, beleggen particulieren vaak in hedgefondsen via een ‘fund of hedge funds’. Deze funds of hedge funds beleggen zoveel mogelijk in succesvolle hedgefondsen en proberen de bestendigheid van het rendement te verbeteren door verschillende strategieën en beleggingswaarden te combineren. Het gebrek aan toezicht maakt de hedgefondssector ondoorzichtig. Het zelf beleggen via hedgefondsen vereist een gedegen kennis van de strategie, hefboom en liquiditeitsrisico van de hedgefondsen. Daarnaast is een goed begrip van complexe handels- en derivatenstrategieën van belang. 2.9. Kenmerken en risico’s van private equity Private Equity is een term die verwijst naar investeringen uit privaat vermogen in ondernemingen die niet beursgenoteerd zijn. Dit soort beleggingen zijn niet zelden te karakteriseren als investeringen in (startende) ondernemingen die zich nog niet hebben bewezen in de markt. In dat verband wordt ook wel gesproken over durfkapitaal. Tegenover de hoge risico’s, die met dit soort beleggingen gepaard gaan, bestaat bij winstgevendheid van de onderneming ook kans op zeer hoog rendement. Deze wijze van beleggen c.q. investeren geeft ook vaak recht op een aandelenbelang en daarmee zeggenschap Informatieblad Effectendienstverlening Het Effectenhuis Commissionairs B.V. over de (te voeren strategie van de) betreffende onderneming. Anderzijds kan ook worden belegd in ondernemingen die hun bestaansrecht al hebben verdiend en kapitaal zoeken om hun bedrijfsactiviteiten uit te bouwen. Beleggen in Private Equity is ook mogelijk via beleggingsfondsen. 2.10. Kenmerken en risico’s van treasury producten Treasury producten zijn zogenoemde Over The Counter – transacties (OTC). Dit zijn transacties waarbij de bank tegenpartij is van de cliënt bij een overeenkomst waarbij de prestatie afhankelijk is van koersbewegingen van een onderliggende waarde. OTC–transacties, ook wel OTC – derivaten genoemd, worden niet via de beurs verhandeld. Doorgaans hebben zij betrekking op rente en/ of valuta. Voorbeelden zijn valutatermijncontracten, valuta swaps, rentederivaten. Maar er zijn ook OTC-derivaten met betrekking op grondstoffen, edelmetalen of indices. OTC-derivaten zijn oorspronkelijk bedoeld om verschillende soorten financiële risico’s af te dekken, wat ook wel ‘hedging’ wordt genoemd. Zij kunnen ook speculatief worden ingezet. Een OTC-derivaat is vaak niet verhandelbaar en omdat de contracten vaak voor grote bedragen en een lange looptijd worden aangegaan, kunnen de risico’s – mede afhankelijk van de onderliggende waarde – zeer groot zijn. Ook wanneer een contract wordt aan gegaan voor hedging-doeleinden kan voortijdige beëindiging, in geval van een negatieve waarde van het contract, aanzienlijke kosten met zich meebrengen. 2.11. Valutarisico Voor alle beleggingsproducten (dus ook voor opties, futures, en andere financiële instrumenten) geldt dat u, indien deze in een andere valuta dan de euro worden genoteerd, behalve de reeds genoemde risico’s tevens het koersrisico van de betreffende valuta ten opzichte van de euro loopt. 3. Specifieke onderwerpen 3.1. Dividendstripping Indien u een optie heeft geschreven op aandelen waarop op een bepaalde datum dividend wordt uitgekeerd, moet u er rekening mee houden dat u op de dag vóór dividenduitkering tussentijds kan worden aangewezen. In dat geval moet u de betreffende aandelen met dividend leveren. Echter, zowel u als de Depotbank zullen hiervan op zijn vroegst op de datum van dividendbetaling op de hoogte worden gesteld. Indien u dan de dekking voor de geschreven optiepositie aanhoudt in de vorm van een gekochte call-optie op dezelfde aandelen (een zogenaamde call-spread), zult u bij uitoefening van deze gekochte call-optie de aandelen zonder dividend geleverd krijgen. Dit betekent dat u per definitie, zelfs bij onmiddellijke uitoefening van de gekochte call-optie, altijd geconfronteerd zult worden met een tekort ten bedrage van het uitgekeerde dividend. U bent er zelf verantwoordelijk voor om de data van dividendbetaling te volgen en, indien u dit risico niet wenst te lopen, de optiepositie tijdig te sluiten. 3.2. Keuzedividend Een groot aantal, vooral Nederlandse, ondernemingen keert een zogenaamd keuzedividend uit. Hierbij kunt u kiezen uit een dividend in aandelen (stockdividend) of een dividend in contanten (cashdividend). Tenzij met u vooraf nadrukkelijk anders is overeengekomen, zal de Depotbank u bij de uitkering van keuzedividend niet om een instructie vragen, maar standaard namens u kiezen voor een uitkering in aandelen. Bij een uitkering in aandelen kan er sprake zijn van afronding. Dit betekent dat om de uitkering in hele aandelen te kunnen doen, er zo nodig rechten op keuzedividend worden bijgekocht of verkocht. Bij de helft of meer van de benodigde rechten ter verkrijging van één (extra) aandeel worden de rechten op keuze dividend voor u door de bank bijgekocht. Bij minder dan de helft van de benodigde rechten ter verkrijging van één (extra) aandeel worden die rechten op keuzedividend voor u door de bank verkocht. Let erop dat door een uitkering in aandelen het risico in uw portefeuille kan toenemen en zelfs zodanig dat u hierdoor in een ander risicoprofiel terechtkomt, zodat u maatregelen moet treffen. 3.3. Bijwonen van aandeelhoudersvergaderingen Als u aandelen bezit, hebt u het recht de aandeelhoudersvergaderingen van de betreffende onderneming bij te wonen. Via de Depotbank kunt u de hiervoor benodigde toegangsbewijzen aanvragen. Indien u een aandeelhoudersvergadering bezoekt, worden de stukken van de betreffende onderneming in uw depot geblokkeerd tot na de vergadering: u kunt in de tussenliggende periode uw stukken niet verkopen. 3.4. Zakelijk beleggen Indien u binnen een B.V. of N.V. belegt, moet u rekening houden met de doelstelling van de vennootschap. Dit geldt ook wanneer u binnen een vereniging, stichting of coöperatie belegt. De doelstelling bepaalt namelijk hoe een vennootschap mag optreden binnen het handelsverkeer. Zo zullen stichtingen of verenigingen die niet in hun doelstelling hebben opgenomen dat zij mogen beleggen, dit in beginsel ook niet mogen doen. Bij een B.V. of N.V. zal dit eventueel wel kunnen met vermogen dat niet hoeft te worden gebruikt voor het verwezenlijken van het doel. Dit is het vermogen dat gedurende een aantal jaren niet voor de gewone bedrijfsactiviteiten van de vennootschap hoeft te worden gebruikt. Indien een B.V. of N.V. of een stichting of vereniging volgens de doelstelling wel mag beleggen, zult u ook altijd rekening moeten houden met de eventuele andere (bedrijfs)activiteiten binnen de rechtspersoon. Deze kunnen in gevaar komen wanneer een te groot deel van het vermogen of met te veel risico wordt belegd. Besluit u zakelijk vermogen te gaan beleggen, dan dient u er ook voor te waken dat het vermogen dat u wèl direct voor het doel van de rechtspersoon nodig hebt, niet wordt belegd en ook niet tot zekerheid van de beleggingen kan gaan dienen. In dat geval kunnen immers de gewone activiteiten in gevaar komen. Het risico daarop wordt groter naar mate u met meer risico gaat beleggen. Indien u bijvoorbeeld geheel in aandelen belegt, dan zou een groot deel van het belegde vermogen kunnen verdampen, in feite zelfs het hele vermogen. Maakt u gebruik van effectenkrediet of schrijft u ongedekt opties, dan zou het - als het beursklimaat tegenzit - zelfs kunnen gebeuren dat uw normale bedrijfsvermogen tot zekerheid gaat dienen van uw beleggingen. Eén van de factoren die verder van groot belang is als u zakelijk belegt, is op welke termijn het belegde vermogen eventueel weer beschikbaar moet zijn voor de gewone (bedrijfs)activiteiten. Deze termijn bepaalt uw beleggingshorizon en hoeveel risico u eventueel op uw beleggingen zou kunnen lopen. 3.5. Pensioen Wanneer u uw pensioengelden belegt rechtstreeks dan wel via een daarvoor opgerichte B.V., belegt u vermogen waarmee u over een aantal jaren in uw inkomen moet voorzien. Dit vermogen moet op zodanige wijze worden belegd dat er een redelijke zekerheid bestaat, dat op de datum van ingaan van het pensioen ook voldoende vermogen aanwezig is om in een inkomen te voorzien. Om deze reden adviseren wij dat pensioengelden voorzichtig belegd moeten worden. Zo wordt uw toekomstig pensioen niet in de waagschaal gesteld. In uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld wanneer uw pensioendatum nog ver in de toekomst ligt, zal offensiever belegd kunnen worden. In dat geval is er immers meer tijd voor het belegde pensioenvermogen om zich in geval van een koersdaling, weer te herstellen. Naarmate de datum van het pensioen dichterbij komt, dient de portefeuille ook in dit geval steeds defensiever te worden ingericht. Deze bijlage is met grote zorgvuldigheid door Het Effectenhuis Commissionairs B.V. samengesteld. Echter, door de snelle verandering van de effectenwereld kan het zijn dat niet alle informatie up-to-date is. Indien nodig zullen wij u op de hoogte brengen van voor u relevante wijzigingen, ofwel persoonlijk ofwel via e-mail.