Het regeerakkoord stelt als doel voor de productie

advertisement
Intentieverklaring
Biobrandstoffen in Vlaanderen
Overwegende dat
- het gebruik van biobrandstoffen bijdraagt tot de beperking van de CO2 emissies in de
transportsector en aldus, naast andere mogelijkheden zoals bvb elektriciteitsopwekking door
de verbranding van biomassa, kadert in het nastreven van de doelstellingen van het Kyotoprotocol
- het gebruik van biobrandstoffen de riciso’s op aantasting van de gezondheid beperkt door
haar positieve effecten op onder andere zwavel- en roetuitstoot;
- de productie en het gebruik van biomassa voor biotransportbrandstoffen duurzame
productie- en consumptiepatronen bevorderen en het leefmilieu beschermen (onder andere
volgende transportbrandstoffen kunnen op basis van biomassa geproduceerd worden: PPO
(pure planten olie), PME (PlantMethylEster of biodiesel), biogas en waterstof);
- uit buitenlandse voorbeelden en Belgische proefprojecten duidelijk blijkt dat productie en
gebruik van biobrandstoffen bijdragen tot meer tewerkstelling;
- de productie van biomassa op een duurzame wijze bijdraagt tot het inkomen in de
landbouwsector door een alternatieve afzet voor de landbouwgrondstoffen, de valorisatie van
bijproducten, … en de economie in het algemeen;
- pure plantenolie op het landbouwbedrijf zelf kan worden geproduceerd, verwerkt en
gebruikt en op die manier bijdraagt tot een duurzamere energievoorziening voor de
landbouwsector;
- de productie en het gebruik van biomassa voor biotransportbrandstoffen duurzame
productie- en consumptiepatronen bevorderen en op die manier bijdragen tot duurzame
ontwikkeling;
- biobrandstoffen de afhankelijkheid van buitenlandse energiebronnen verminderen;
- het bijmengen in diesel en benzine van biobrandstoffen tot maximaal 5 vol% zonder
problemen door het bestaande voertuigenpark kan getankt worden op voorwaarde dat het
mengsel voldoet aan de internationale normen voor motorbrandstoffen
- het noodzakelijk is dat zowel het grote publiek als de transportsector voldoende
geïnformeerd wordt over het gebruik van biobrandstoffen in hun voertuigen
- de productie en gebruik van biobrandstoffen onvoldoende toekomstmogelijkheden heeft,
zolang volgende voorwaarden niet vervuld zijn:

een voldoende verlaging/vrijstelling van accijnzen op biobrandstoffen, en dit
voor een voldoende gegarandeerde periode;

een verzekerde en controleerbare inmenging van biobrandstoffen in fossiele
brandstoffen met ingang van 1 januari 2007;
1

•
de beheersing van de invoer uit derde landen van biobrandstoffen en dit in
overeenstemming met internationale afspraken;
de fraudebestendigheid van het ingestelde systeem wordt verzekerd.
engageren de deelnemende partijen van de Rondetafelconferentie Biobrandstoffen zich om
mee te werken aan de volgende concrete actiepunten om de productie en het gebruik van
biotransportbrandstoffen te bevorderen:
















te voorzien van regelmatig overleg met de Gewestelijke en Federale Overheden om er
voor te zorgen dat de keten zich op een stabiele en duurzame wijze kan ontwikkelen in
België zonder een concurrentieverstoring te veroorzaken met de klassieke
brandstoffensector;
te pleiten om op relatief korte termijn, in overleg met de petroleumindustrie, te komen
tot een systeem van verzekerde en controleerbare inmenging van biobrandstoffen op
Belgisch vlak teneinde de doelstellingen bepaald in artikel 3 van de richtlijn ook via
het vervoer daadwerkelijk te realiseren en dit rekening houdende met de conclusies uit
de evaluatie van voormelde richtlijn die door de Europese Commissie tegen einde
2006 wordt voorzien;
te pleiten voor een stabiel Europees kader voor biobrandstoffen op lange termijn;
op Europees niveau ervoor zorgen dat de invoer van biobrandstoffen uit derde landen
beheersbaar blijft;
te pleiten voor een optimalisatie van steunmaatregelen binnen het Gemeenschappelijk
landbouwbeleid voor de productie van gewassen met het oog op verwerking naar
biobrandstoffen (met name voor PPO en biodiesel (op basis van koolzaad) en bioethanol (op basis van suikerbiet, granen, maïs en aardappelen));
te voorzien van investeringssteun voor de industrie;
het aanmoedigen van onderzoek en technologische ontwikkeling in de sector;
het aanmoedigen van het gebruik van biobrandstoffen door publieke voertuigvloten;
het aanmoedigen van het onderzoek naar de productie van kwalitatief hoogwaardige
motorbrandstoffen (zoals bijvoorbeeld PPO, PME (biodiesel), biogas, waterstof) uit
biomassa en hun toepassing;
te pleiten voor een herziening van de CO2-emissiewaarde van voertuigen die voor
meer dan 5vol% gebruik maken van biobrandstoffen wanneer deze waarde de basis
vormt voor fiscale voordelen of heffingen;
het verspreiden van objectieve informatie over het gebruik van biobrandstoffen naar
het grote publiek en de professionele transportsector;
erop toezien dat de nodige landbouwgrondstoffen geproduceerd worden met respect
voor het milieu en voldoen aan de randvoorwaarden van het Gemeenschappelijke
landbouwbeleid;
het opnemen in het plattelandontwikkelingsplan (periode 2007-2013) van
investeringssteun en/of steun in het kader van beheersovereenkomsten voor de
productie van gewassen die kunnen gebruikt worden voor de productie van
biobrandstoffen;
het informeren van de landbouwers over de mogelijkheden van biobrandstoffen en de
promotie van het gebruik van biobrandstoffen, meer bepaald pure plantenolie, in de
landbouw;
de productie (puur plantaardige olie) en het gebruik van biobrandstoffen in de
landbouw te promoten;
het promoten van het nuttig aanwenden van de restproducten;
2




te voorzien in voldoende industriële capaciteit;
de inmenging van biobrandstoffen in fossiele brandstoffen te realiseren en in te staan
voor de verdeling ervan;
het nastreven van een optimale benutting van het huidige distributiesysteem en het
vermijden van het opzetten van een dubbele logistiek bij het bereiken van
vooropgestelde doelstellingen.
Biobrandstoffen opnemen als thema in de Vlaamse strategie voor duurzame
ontwikkeling
De bovenstaande intenties zullen in functie van ieders bevoegdheden of werkterrein door de
betrokken partijen met verschillende, hun passende instrumenten worden uitgevoerd.
Overeengekomen en ondertekend op 8 maart 2005 te Brussel,
Landbouworganisaties
Biet-suikerkolom
Autoconstructeurs
Vlaams minister van Leefmilieu en Energie
Kris PEETERS
Vlaams Minister president en Vlaams Minister van Landbouw
Yves LETERME
3
Download