Stichting WorldTaxSystem Fiscale revolutie Een belastingstelsel dat overconsumptie en onrechtvaardigheid corrigeert (en nog eenvoudiger is ook) Henri Willemsen 2012 Stichting WorldTaxSystem.com Nieuwstraat 120 4576 AN Koewacht De auteursrechten van dit werk zijn eigendom van de Stichting WTS, worldtaxsystem.com en de makers van het werk. Bronverwijzing en vrijgave auteursrechten Onder bronverwijzing is het toegestaan de voor publicatie vrijgegeven delen naar eigen inzicht te gebruiken, bewerken, verspreiden etc. Het volgende wordt op prijs gesteld: Het doen van een bijdrage ten gunste van de werkzaamheid van de stichting. Het bankrekeningnummer is 1677.22.735 ten name van de Stichting WTS Worldtaxsystem.com Internationaal IBAN: NL 55 RABO 0167 7227 35 BIC/SWIFT: RABONL2U Rabobank Amsterdam Verder zijn wij nieuwsgierig naar uw zienswijze / “variant”. Gelieve die te sturen naar: [email protected] of het hiervoor genoemde adres van de stichting. 2 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Eerste versie november 2010 Tweede versie mei 2011 Derde versie september 2011 Document heette toen “De Oplossing” en was gepubliceerd op www.worldtaxsystem.com Vierde versie mei 2012 (gepubliceerd op www.worldtaxsystem.com) Kleine aanvullingen eerste hoofdstuk. Tekstueel nagekeken door Arno Verheij. Vijfde versie verwacht in september 2012 (wordt gepubliceerd op www.worldtaxsystem.com) Vrijgave tweede hoofdstuk (“Look deep into nature”) 3 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Inhoud VOORWOORD ...................................................................................................................................................5 SAMENVATTING ............................................................................................................................................. 11 INLEIDING ....................................................................................................................................................... 16 Vermogensmutatieheffing .............................................................................................................................. 22 Tegendruk in de tijd ........................................................................................................................................ 26 Verbruiksbelastingen ...................................................................................................................................... 27 Omgaan met fiscale soevereiniteit .................................................................................................................. 32 Tien voordelen van het nieuwe systeem .......................................................................................................... 33 UITGANGSPUNTEN EN OPBOUW VAN HET ONDERZOEK .................................................................................. 45 “Look deep into nature” .................................................................................................................................. 47 De morgenster ................................................................................................................................................ 49 Het tweesnijdend zwaard................................................................................................................................ 57 De zon ............................................................................................................................................................ 58 4 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Voorwoord Meer knikkers dan je nodig hebt Een warme zomerdag in 1974. De bovenramen staan open en ik hoor buiten de buurmeisjes op straat spelen. Ik roep ze toe. Naast me op de grond staat een emmer met knikkers, van mij en mijn broer. Ik gooi er een paar naar beneden. En nog een paar, en nog meer... ik moet oppassen dat ik de buurmeisjes niet raak. We hebben geweldige lol. Opeens zijn ze weg met alle geraapte knikkers. “Jammer dan”, denk ik. Een paar dagen later ontdekte mijn broer wat ik had geflikt. Binnen de kortste keren zat iedereen geweldig op mijn dak. Wat had ik nu gedaan? Het waren zulke mooie knikkers en zoveel! Die hadden we gekregen van tante X, andere hadden we gewonnen van buurkinderen. Het was hevig, ik kan het me nog levendig herinneren. Het enige wat ik kon zeggen was, dat we er toch te veel van hadden om mee te spelen en dat het er zoveel waren dat je ze toch niet allemaal kon zien. Dat volstond gelukkig, alleen mijn broer mopperde nog wat. De overgebleven knikkers - ongeveer de helft - werden zijn het bezit en dat vond ik prima. Als we nog eens gingen knikkeren, mocht ik er wel een paar van hem hebben, want het spelletje alleen spelen was toch ook niets. Meer knikkers willen dan je nodig hebt, dat zit in de aard van de mens. We worden er mee geboren, we worden er mee opgevoed1. Als volwassene bezitten we twee auto’s, terwijl we maar in één kunnen rijden. Twee badkamers terwijl we er maar één kunnen gebruiken. Noem maar op. Ik ga hier niet klagen over de vervuiling, de ontbossing, de opwarming van de aarde. Of over de uitputting van natuurlijke rijkdommen, de verspilling en overconsumptie van voedsel in de rijke landen en de honger, dood en roof in Afrika. Daar is al genoeg aandacht voor, en daarbij: ik heb geen verstand van ecologie. Feit is dat de mens hongert naar meer, en dat terwijl de wereldbevolking groeit: waarschijnlijk maak ik het bevolkingsaantal van 9 miljard nog wel mee. We gebruiken nu al de capaciteit van 1,5 aardbol2. Een uitspraak van Einstein “““The hardest thing in the world to understand is the income tax.”””3 Dit citaat van Albert Einstein kwam ik bij toeval tegen. Het hield me lange tijd bezig. Verder lezen leerde meer. Einstein betoogt in zijn latere jaren dat de economische ontwikkelingen en moeilijkheden ons zonder twijfel op een punt zullen brengen, dat we wetten moeten maken die evenwicht brengen tussen vraag en aanbod en tussen productie en consumptie. Maar ook dit probleem zullen wij oplossen als vrije mensen, aldus Einstein. 1 Albert Einstein: “An exaggerated competitive attitude is inculcated into the student, who is trained to worship acquisitive success as a preparation for his future career.” 2 Wilt u weten hoe groot uw verbruik op het totaal is? Doe de test op bijvoorbeeld http://www.voetafdruk.nl . 3 De citaten zijn onder meer te raadplegen op http://www.spaceandmotion.com/Albert-Einstein-Quotes.htm. 5 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Verder verzucht hij dat de mensheid veel heeft bereikt op het gebied van natuurwetenschap en techniek, maar er niet in slaagt passende oplossingen te vinden voor de economische spanningen die ons bedreigen (Einstein 1951; 119..121). Sindsdien zijn vele grote op dit gebied studies verschenen. Er zijn intussen maatregelen genomen die de productie en consumptie meer in evenwicht proberen te brengen; denk maar aan de handel in emissierechten. Maar of dat genoeg is? De staten hebben een heel sterk middel tot hun beschikking om dit evenwicht te bereiken: de belastingheffing. De kracht van dit middel moeten we niet onderschatten. Er zijn zelfs belangrijke bepalingen in mensenrechtenverdragen grotendeels buitenspel gezet om de uitvoering van de belastingheffing niet te bemoeilijken. Bijvoorbeeld beperking van het recht van eigendom4 en van het recht op een eerlijk proces5. Einstein was een natuurkundige en filosoof. Fiscale bepalingen zullen hem verder niet hebben geïnteresseerd. Zijn naakte en negatieve uitlating over “the income tax” hebben mij wel geraakt. Einstein had socialistische opvattingen (Einstein 1949), overigens zonder dat hij lid was van een bepaalde (socialistische) organisatie. Hij zocht oplossingen in de meest elementaire dingen6. De industrie van die tijd verafschuwde hij7. Belasting heffen om evenwicht te creëren De meeste mensen denken dat inkomstenbelasting de meest verdienende het hardst treft8. Gelet op zijn socialistische gedachtegoed zou je daarom niet direct zo’n negatieve uitspraak van Einstein over inkomstenbelasting verwachten. Toch heeft hij volgens mij gelijk. De inkomstenbelasting als verdeler van welvaart brengt veel spanningen en onevenwichtigheden met zich mee. Afschaffing van de inkomstenbelasting en aanpassing of afschaffing van de winstbelastingen is daarom een noodzaak. De verbruiksbelastingen (btw en dergelijke) zouden daarentegen juist verhoogd en aangepast moeten 4 Art.1, protocol 1 behorend bij het Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) dat het ongestoord recht op eigendom regelt. “…De voorgaande bepalingen tasten echter op geen enkele wijze het recht aan, dat een Staat heeft om die wetten toe te passen, die hij noodzakelijk oordeelt om het gebruik van eigendom te reguleren in overeenstemming met het algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen of boeten te verzekeren.” 5 De belastingheffing is geen burgerrechtelijke verplichting en vereist geen strafvervolging in de zin van art. 6 lid 1 van het Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) en art. 14 lid 1 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR). 6 Op een officiële viering van de verjaardag van een vriend zei Einstein: “…De voornaamste taak van de fysicus is dus het opzoeken van die meest algemene elementaire wetten waaruit door eenvoudige deductie het wereldbeeld kan worden verkregen. Naar deze elementaire wetten voert geen logische weg, maar slechts een op door ervaring gegroeid aanvoelen steunende intuïtie…” (Hoffmann 1975; 234). 7 Albert Einstein: “Technological progress is like an axe in the hands of a pathological criminal.” 8 Door de werking van bijvoorbeeld de progressieve schijven. 6 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com worden. Verder zou de invoering van een vermogensmutatieheffing voor belastingplichtigen volgens mij een geweldig doordacht belastingsysteem opleveren. Een systeem dat tegelijk sociaal, groen en liberaal is! Als het wereldwijd wordt toegepast, zal het evenwicht tussen economie en ecologie brengen9. Bovendien kan het evenwicht tussen sociaal en liberaal georiënteerde groepen opleveren. Hoewel belastingheffing nooit leuk is, heeft iedereen in het door mij geschetste systeem wel de keuze tussen veel of weinig belasting betalen. Goed gedrag wordt beloond met een zeer matige heffing. Gedrag dat nadelig is voor anderen wordt daarentegen zwaar belast. Je bestrijdt dan als het ware kwaad met kwaad, om er ‘goed’ uit te laten komen (Derksen 1985; 14). De natuurlijke grondslag van belastingheffing Zowel de burger als de overheid hebben de eigenlijke betekenis van de belastingheffing uit het oog verloren, zoals ik zal uileggen. De eerste gemeenschappen waren zelfvoorzienend. De natuur voorzag hen van alles wat ze nodig hadden. De leden van zo’n gemeenschap specialiseerden zich, maar gaven wat ze voortbrachten aan elkaar. Men deelde dus. De sterksten, vaak de vaders die het meeste vingen in de natuur, kregen ook het meeste aanzien en de grootste delen van de vangst. Bovendien mochten zij de grootste stukken grond gebruiken. Ze moesten wel een groot deel van hun opbrengst delen met de anderen in de gemeenschap. Maar als ze stierven werd alles wat aan materiaal en land overbleef, verdeeld onder de mensen in de gemeenschap. Zo ging (en gaat) het eigenlijk ook met samenwerkende diersoorten. De leeuwen die het sterkste waren, kregen het meeste van de vangst, hadden de grootste leefgebieden en genoten het meeste aanzien. Men liet de sterkste leeuwen zich ontwikkelen. Als ze ouder werden moesten ze de fakkel overdragen aan de jongere generatie leeuwen en kwamen ze ook tijdens de maaltijd wat later aan bod. Hun territorium werd overgenomen door de jongere, sterkere, generatie. De meeste menselijke gemeenschappen ontwikkelden zich. De individuele eigendom werd krachtig beschermd. Men ging handel drijven, dingen ontwikkelen, en geld gebruiken als ruilmiddel. Allemaal hulpmiddelen die op zichzelf beschouwd zeer nuttig en waardevol zijn. Sommige gemeenschappen zijn erg eenvoudig gebleven. Ze zijn nog steeds aan elkaar verbonden door gewoon goederen met elkaar te delen en menselijke diensten aan elkaar te verstrekken. De belastingheffing in de moderne maatschappij heeft als doel te zorgen dat anderen en collectieve voorzieningen voldoende aan bod komen. Dit is de essentie van iedere belastingheffing en de basis voor samenwerking en samenleving10. 9 Overigens is het ook mogelijk dat een groot land of een aantal (kleinere) landen een dergelijk systeem invoeren. De landen zijn immers soeverein in het opzetten van hun belastingstelsel. Aan de bijzondere aspecten die een dergelijke invoering teweegbrengt schenken we ook aandacht. 7 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Delen is hét uitgangspunt in de oude gemeenschappen en in de natuur. Leeuwen delen, zodat het collectief er beter van wordt. We moeten dus heel goed kijken naar wat er in de natuur gebeurde11. Men deelde wat die natuur opbracht en gaf de sterksten het meeste ruimte en aanzien. Maar de sterksten moesten op het moment dat hun tijd daar was ook hun aanzien en hun ‘vermogen’ overdragen aan de rest van de gemeenschap. De huidige onbalans Laten we eens kijken wat mensen nu doen met hun inkomen. Dat zijn twee dingen: consumeren, verbruiken vermogen opbouwen (sparen, beleggen of een duurzaam goed aankopen, zoals een huis) De natuursystemen zijn helaas in onbalans geraakt. Men deelt te weinig bij de consumptie, zodat overconsumptie ontstaat. Als we belasting gaan heffen zouden we juist die twee componenten moeten belasten, en niet de overgangen van vermogen (inkomen) op zich. We laten de mensen dan delen zoals in de oude, eenvoudige gemeenschappen het geval was. Als dat delen ons niet lukt, wordt samenwerking, een biologische noodzaak voor alle sociale wezens, uiteindelijk onmogelijk. De indirecte belastingen zijn dus te laag en men deelt te weinig bij de vermogens(-groei) en overdracht, zodat ofwel armoede, ofwel een teveel aan macht12 bij anderen ontstaat. Bij belastingheffing gaat het om delen voor de gemeenschap. Maar ook mensen een kans geven om zich te ontwikkelen. Niet alles hoeft tot het uiterste te worden gedeeld. Zo gaat het er in de natuur ook niet aan toe. Het is geen socialisme wat zij nastreven, maar ook geen kapitalisme. Een ander systeem van belastingheffing kan een hybride vorm opleveren waarbij beide groepen voldoende tot hun recht kunnen komen en elkaar niet hoeven te schaden. We zullen zien dat door alleen te heffen op vermogensvorming en het verbruiken van goederen, er een veel evenwichtigere heffing ontstaat. En dat beslist niet alleen op fiscaal technisch vlak! Fiscaliteit is immers veel meer dan alleen maar bijdragen aan de staatshuishouding. Van oorsprong is fiscaliteit een middel om het delen met anderen te bevorderen. Binnen de moderne fiscale wetenschap heeft de fiscaliteit ook een belangrijke plaats ingenomen om economische processen, arbeidsaanbod, prijsvorming uitvoeringskosten en dergelijke te beheersen. Ook daar wordt aandacht aan geschonken. Naar een nieuw evenwicht Mijns inziens is de essentie een systeem te ontwikkelen dat voor evenwicht kan zorgen tussen: 10 Later is er het verplichte karakter van de belastingheffing aan toegevoegd. Ten behoeve van de staat. Verder is er het criterium ‘zonder individuele tegenprestatie’ bij gekomen. Een moderne definitie is onder meer opgenomen in Ydema 1997; 1. 11 Albert Einstein: “Look deep into nature, and then you will understand everything better.” Dit is ook de titel van het tweede hoofdstuk. 12 In het tweede hoofdstuk zet ik uiteen waarin die macht zich uit. 8 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com links en rechts / sociaal en liberaal economie en ecologie. Twee heffingen kunnen hier weer evenwicht tussen brengen. Ze staan als heffing op zichzelf, maar houden van nature ook verband met elkaar. Die twee heffingen zijn: de verbruiksbelastingen de vermogensmutatiebelasting. Als deze twee belastingen juist worden geïmplementeerd, is de beste belastingheffing vreemd genoeg ook een belastingheffing die de staat minder oplevert. Het heilzame effect van dit systeem is, dat men weer leert te delen en fatsoenlijk met elkaar om te gaan. We zullen dan voor een groot deel bevrijd zijn van belastingheffing. Mijn doel is dus de best mogelijke belastingheffing te ontwikkelen, waarbij in ieder geval geen plaats is voor een inkomstenbelasting. Het is een normatieve benadering, die streeft naar een mondiaal, maar wel werkbaar systeem. Normatief, dus zoals ik vind dat het zou moeten. Maar het is uiteraard niet alleen aan mij om dat te bepalen. De Stichting World Tax System Om deze onderneming tot een goed einde te brengen, heb ik samen met enige goede kennissen die dezelfde ideeën willen uitdragen, de Stichting WTS opgericht. De statuten zijn te vinden op www.worldtaxsystem.com. De financiële jaarverslagen en meerjarenbegrotingen zullen openbaar zijn. Kenmerkend voor een stichting is dat ze een ideëel of sociaal doel nastreeft. Maar het is ook de bedoeling dat het doel wordt gerealiseerd door samenwerking. Als u meent een inhoudelijke bijdrage aan dit monnikenwerk te kunnen leveren, stuurt dan een mail naar [email protected] U wordt dan desgewenst opgenomen als co-auteur van dit werk. Verder nodig ik iedereen uit opbouwende kritiek te leveren13. Er zullen beslist zaken zijn die over het hoofd worden gezien, die aanvulling of nuancering behoeven of misschien zelfs grondig moeten worden aangepast. Ik zal die wijzigingen of nuanceringen dan in een volgende versie meenemen. U kunt uw onderbouwde kritiek kenbaar maken via [email protected] . Wij zijn er zeer blij mee. En bedenk: u helpt mee om iets te realiseren voor latere generaties. 13 “…De vrije mensch evenwel tracht de andere menschen door vriendschap aan zich te verbinden, hij wenscht geenszins door even groote weldaden den menschen hun genegenheid te vergelden, maar zich en anderen door het vrije oordeel der rede te laten leiden …” (Spinoza [1670] 1915; 278). 9 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com De auteursrechten zijn eigendom van de Stichting WTS en de co-auteurs. Eventuele opbrengsten komen ten goede aan de werkzaamheid van de stichting. De co-auteurs hebben periodiek inzage in de administratie en kunnen toetsen of de werkzaamheden van de bestuursleden overeenkomstig de ideële doelstellingen zijn. U kunt hierna een openbare versie van de inleiding lezen, die ik bij deze aan de Stichting WTS om niet overdraag. Persoonlijke verantwoording Ik werk hier louter aan vanuit de behoefte om andere mensen te helpen. Zeg maar als ‘wereldverbeteraar’ in de goede betekenis van dit woord, want het heeft een wat negatieve bijklank gekregen. Sinds mijn 24ste werk ik als belastingconsulent. In mijn praktijk heb ik veel ellende voorbij zien komen. En dan heb ik het nog niet eens over de uitwassen van de bureaucratie. Wel over de funeste invloed die belastingheffing op mensen heeft, de continue strijd om belastingen te ontlopen en de scheve verdeling van rijkdom en vermogen. En over de onverschilligheid die mensen daardoor hebben ontwikkeld voor hun medemensen. Ik ben geen lid van een organisatie, dat heb ik bewust nooit willen doen14. Ik betitel mezelf niet als links of rechts, noch als extremist. Om dit te schrijven heb ik veel tijd vrijgemaakt. Tijd die ik, economisch gezien, beter aan mijn praktijk zou kunnen besteden. Of aan mijn persoonlijk leven, mijn gezin of een van mijn vele, vooral technische hobby’s. Een wetenschappelijke carrière ambieer ik niet15. Om aandacht zit ik niet verlegen en aan een verplichting tot publicatie, zoals in de wetenschappelijke wereld gebruikelijk is, wil ik niet onderhevig zijn. Ik beschouw dit dan ook als een voortschrijdend idealistisch project. Ik schrijf dit ten bate van mijn medemensen, omdat een andere manier van belastingheffing naar mijn steeds stelliger mening een oplossing voor vele problemen is. En met die achterliggende wetenschap kunt u dit ook lezen. 14 Albert Einstein “Only a free individual can make a discovery. There can be a kind of organising by which scientists are assured their freedom and proper conditions of work. Professors of science in American universities, for instance, should be relieved of some of their teaching so as to have time for more research. Can you imagine an organisation of scientists making the discoveries of Charles Darwin?” 15 Albert Einstein “Science is a wonderful thing if one does not have to earn one's living at it.” 10 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Samenvatting Belasting moet uiteindelijk altijd door mensen worden opgebracht. Achter bedrijven zitten mensen (aandeelhouders, participanten e.d.). Op de diensten en producten die geleverd worden, drukt vaak ook belasting. Door die belastingen worden meestal de prijzen beïnvloed. De drukt dan op de afnemer én op de leverancier. Of volledig op de leverancier, als de prijs niet meegaat. Het zijn dus steeds de mensen die de heffing dragen. Stel je eens voor dat er een jaar lang geen belasting zou worden geheven (voor velen een erg aantrekkelijk idee). Aan het einde van dat jaar zijn we uiteraard allemaal rijker16 en hebben we meer goederen verbruikt: we kunnen immers meer betalen en dus ook meer dingen aanschaffen. Maar we hebben ook meer vermogen opgebouwd. Bovendien hebben velen van ons een bedrijf gestart; fiscaliteit is immers geen probleem meer. En tenslotte zijn er ook geen fiscale belemmeringen meer om anderen te helpen. Niet alle inzet wordt immers direct afgeroomd. Waar zouden we nu belasting op gaan heffen als we helemaal opnieuw zouden moeten beginnen? We moeten rekening houden met het gevaar dat de sterksten, de kapitaalkrachtigsten in de economie, in dat jaar de meeste vooruitgang hebben gemaakt. Met kapitaal kan men immers meer kapitaal maken. Met kapitaal kan men andere mensen ‘inzetten’, hun diensten inhuren, ze laten werken en goederen laten vervaardigen en die goederen vervolgens verkopen. Met de winst kan men opnieuw investeringen doen, mensen inhuren om goederen te maken en die weer verkopen etc. Op zich is dat niet erg; we hebben allemaal goederen en werk nodig. Maar er mag geen uitbuiting van mensen ontstaan. En een tweede punt van zorg: we willen niet dat er vervuiling en schaarste ontstaat. En die ontstaan door de productie en consumptie van goederen. Een logisch conclusie is dat we twee componenten gaan belasten: het vermogen boven een bepaald minimum en het verbruik van de goederen. En de goederen die het schadelijkst zijn, moeten het zwaarst worden belast. Diensten niet belasten De mens moet zo vrij mogelijk zijn in zijn doen en laten. Wij zijn sociale wezens: dingen samen doen vinden we vaak geweldig. Een jonge moeder die een ouder iemand verzorgt. Een schilder die een huis opknapt, of een tuinman die helpt de tuin te verfraaien. Allemaal specialisten die we in hun kunnen niet moeten beperken. Geluk ontstaat vooral uit contact tussen mensen en zit maar gedeeltelijk in ons bezit. Als we met ons werk in ruime zin, onze menselijke dienst dus, iets verdienen, dan moet dat geen (fiscaal) probleem zijn. Dus geen gedoe meer met btw en inkomstenbelasting. Onze menselijke dienst ruilen we tegen inkomen. Dat moet onbelast zijn. 16 En de overheid uiteraard armer. Strikt genomen kan men dan als gemeenschap uiteraard niet armer worden. De overheid maakt immers onderdeel uit van de gemeenschap en is er dienstbaar aan. 11 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com We leggen even vermogen aan: het verdiende geld ontvangen we op onze bankrekening. Met dat vermogen kopen we goederen, die belast moeten worden met verbruiksbelasting (dat komt zo aan de orde). Met ander vermogen kopen we een menselijke dienst. We schakelen bijvoorbeeld een huishoudelijk hulp in. Die ‘aankoop’ is onbelast en zelfs aftrekbaar als men al veel vermogen heeft. Het hoeft niet altijd aftrekbaar te zijn, omdat het inschakelen van een menselijke dienst er ook voor zorgt dat men vermogen blijft behouden (denk aan een schilder die het huis schildert). Het inschakelen van een andere persoon is ook niet erg, want de ontvanger betaalt er eventueel belasting op als die al vermogen heeft boven zijn vrijstelling. En heeft hij die de vrijstelling nog niet benut, dan is dat ook geen probleem. Iedereen heeft recht op een plaats binnen de gemeenschap. Dus: de betaling voor een menselijke dienst sec moet niet belast worden. Dus moet er geen inkomstenbelasting geheven worden op de inzet van een menselijke dienst en ook geen btw op het verrichten van menselijke diensten. Wat we wel zouden moeten belasten is de tegenhanger van het inkomen: het verbruik van goederen (via verbruiksbelasting) en het aangroeien van vermogen (via vermogensmutatieheffing). Verbruiksbelasting: evenwicht tussen ecologie en economie Zoals de naam al zegt, belast de verbruiksbelasting het verbruik van goederen. Producenten en de handelsketen zijn onderworpen aan de verbruiksbelasting (zij kiezen ervoor). De heffing wordt voldaan bij levering aan ieder ander (die er niet voor gekozen heeft). Dat zijn de particulieren, kleinhandelaren, overheidsinstellingen en dienstverleners in de meest ruime zin: liefdadigheidsinstellingen, etc. De goederen in de handelsketen en bij de industrie zijn dus vrij van verbruiksbelasting. Alleen als een goed echt wordt verbruikt, wordt het belast. De laatste schakel in de handelsketen voldoet de heffing na de levering aan de particulier, dienstverleners etc. Alleen een levering aan het buitenland (export) is vrij van de verbruiksbelasting. Dit om de concurrentiepositie van het land niet in gevaar te brengen. Een beter systeem zou er ook als volgt uitzien: alle goederen krijgen een label met een kleur, die correspondeert met het tarief. Er is een zwaar algemeen tarief dat voor alle goederen geldt. Bepaalde goederen worden standaard in een lagere klasse ingedeeld, bijvoorbeeld eerste levensbehoeften die gezond zijn. Andere goederen moeten indeling een lagere klasse ‘verdienen’, een indeling die tijdelijk wordt gegund, maar verlengbaar is. De consumenten en producenten zullen dus en masse inzetten op de lagere klassen. Dat maakt de industrie innovatief. Wat nu, als er op een gegeven moment zeer veel goederen in de lagere tarieven zitten en de overheid een tekort aan middelen dreigt te krijgen? Dan kun je de goederen die nog steeds in het algemeen tarief zitten, verschuiven naar een aanvullend, extra zwaar tarief, of op termijn verbieden. Goederen die eerder waren begunstigd, worden herbeoordeeld, krijgen een verlenging, of gaan terug naar het algemene tarief. Zo houd je een continue ‘strijd’ om verbetering aan de gang. En die innovaties leveren ook nog de nodige banen op. Ook het fiscaal vrijgeven van de menselijke dienst zal ervoor zorgen dat ons vermogen zonder te veel milieuschade in stand wordt gehouden. In plaats van een oud schip te slopen en een het helemaal opnieuw te bouwen, loont het om het te repareren. In plaats van een tuin dicht te leggen met tegels en er een tuinhuis op te plaatsen, loont het om die tuin te laten opknappen door wie het ook maar kan (zwartwerk bestaat fiscaal niet meer). Er is in het algemeen systeem van aanbod van goederen een continue selectie van de beste goederen. De goederen die het minst schadelijk zijn, zullen winnen. De slechte goederen worden door het systeem weggeselecteerd. 12 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com De goederen zullen duurder worden, terwijl de menselijke diensten vrij van heffing zijn. De verbruiksbelasting zal dus hoog komen te liggen. Maar er blijft voor een individu wel ruimte om goederen te kopen; de inkomstenbelasting en de btw op diensten bestaan immers niet meer. Het probleem van de dure goederen is dus vooral een probleem van de meest vervuilende producenten. De dure heffing wordt voor een deel op hen afgewenteld. Landen waar die vervuilende producenten gevestigd zijn worden op twee manieren gedwongen te verbeteren. a) als ze willen exporteren, moeten ze bewijzen dat hun product een betere klasse verdient b); innoverende industrie = schonere, snellere en betere technologie en zal het winnen van de vervuilende17 Tenslotte: mensen zijn ook sociale wezens. Ze hechten er belang aan te weten of een product goed of slecht is. Bij een gelijke prijs wordt het sociaalste product gekozen. Kortom: er zijn vier krachten die zullen zorgen voor evenwicht tussen ecologie en economie. De continue strijd om minder slechte goederen18 aan te bieden • De hogere prijs ten opzichte van de menselijke dienst Het vrijgeven van de menselijke dienst, zodat die meer wordt aangeboden en afgenomen dan een goed De informatie die aan het product wordt toegevoegd De vele voordelen van de vermogensmutatieheffing De tweede heffing is de vermogensmutatieheffing. Wat je niet uitgeeft aan menselijke diensten of goederen kun je toevoegen aan het gewone vermogen. Denk aan het spaargeld dat je op de bank hebt staan. Als dat vermogen de minimumgrondslag overschrijdt, wordt je belast via de vermogensmutatieheffing. De minimumgrondslag is het vermogen dat je minimaal nodig hebt om maatschappelijk te kunnen functioneren. Om een gezin te starten heb een huis nodig. En om een onderneming te beginnen heb je vermogen nodig.. Maar ook op de lange termijn, om met pensioen te kunnen gaan bijvoorbeeld, heb je vermogen nodig. De omvang daarvan is in elk land anders, en afhankelijk van het lokale prijspeil, de onroerendgoedmarkt, de arbeidsmarkt en dat soort zaken. De vermogensmutatieheffing kun je voorkomen door menselijke diensten af te nemen, goederen te kopen19, te schenken aan personen die de vrijstelling nog niet hebben benut, maatschappelijk vermogen te kopen (bibliotheken, verzorgingstehuis, …), of door of ‘groen’ kapitaal te verwerven of kapitaal voor de productie van 17 Darwin zegt: “It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent that survives. It is the one that is the most adaptable to change.” Dit geldt ook voor de industrie. Denk bijvoorbeeld aan de auto-industrie: past die zich niet aan, dan gaat ze ten onder. Maar het geldt ook in het algemeen voor de mens zelf. Kunnen we ons niet aanpassen, dan zullen we uiteindelijk te gronde gaan. 18 Minder slechte goederen zijn goederen die langer meegaan, een betere prijs-kwaliteitverhouding hebben, een hoge graad van service bieden. Maar vooral: die sociaal (arbeid tegen een eerlijke beloning) en ecologisch verantwoord zijn geproduceerd. 19 Uiteraard drukt op die goederen wel verbruiksbelasting die veelal hoger is dan de vermogensmutatieheffing. 13 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com minder schadelijke goederen aan te leggen. De rest wordt zwaarder belast. De mate van heffing is dus afhankelijk van de omvang en het soort vermogen, en van de leeftijd. Je fiscale lot heb je dus zelf in de hand: hoe socialer en beheerster je leeft, hoe minder je betaalt. Werken wordt gestimuleerd, want wie niets heeft, verdient meteen iets. Men kan dus zonder enig probleem voor een ander zorgen. Bovendien wordt de natuur ook hier gespaard, omdat de meest schadelijke goederen het zwaarst worden belast, terwijl iedereen wel aan het werk is. Verder kunnen de heffingen op de noden van een land worden afgestemd. Bij een erg ongelijke verdeling van de rijkdom zal het accent op het successie- en schenkingselement in de vermogensmutatieheffing liggen. Bij een grote mate van vervuiling en verspilling leg je het accent op de verbruiksbelasting. Er zijn diverse combinaties mogelijk, het belangrijkste is dat je een balans vindt tussen ecologie en economie en tussen politiek links en rechts. Er zijn nog meer voordelen aan deze manier van heffen. Door pas te gaan belasten nadat een minimum aan vermogen is opgebouwd, wordt de bevolking in hogere mate zelfredzaam. Men kan tegen een financieel stootje. Maar ook is er vermogen bij de mensen, zodat de bevolking beter bestand is tegen vergrijzing. Verder is er een meer slagvaardiger overheid. De overheid kan kleiner worden. Herverdeling, de allocatie van arbeid en middelen en stabilisatie, zullen op een natuurlijke manier, automatisch als het ware, verlopen. Het jonge deel van bevolking heeft nog geen vermogen opgebouwd. Zij zullen hun inkomen netto verdienen totdat ze het minimumvermogen overschreden hebben. Dat moedigt arbeidsparticipatie aan. En het ontmoedigt arbeidsparticipatie bij hen die al meer dan genoeg hebben. Of beter, het moedigt hen aan om vermogen over te dragen aan het jongere deel van de bevolking, door hun diensten in te kopen en door aan de jongere generatie te schenken. De economie zal dus niet stilvallen. Er zijn veel stimulansen om te gaan werken, maar wel op een verantwoorde manier. In de vermogensmutatieheffing wordt aangeknoopt bij het aangegeven vermogen. Verzwegen vermogen zal vroeg of laat moeten worden aangegeven. Zet je vermogen om in goederen, dan wordt verbruiksbelasting voldaan. Geef je het uit aan het inhuren van menselijke diensten, dan wordt de vermogenspositie van de dienstverlener opvallend groter en wordt de heffing daar voldaan. Een dergelijk systeem zal ons dus verlossen van witwaspraktijken, corruptie en andere criminele activiteiten. Hun handelingen vallen op en vroeg of laat moet worden voldaan. Ook de controle zal beter te regelen zijn, want we hoeven alleen het eindvermogen in beeld te brengen en te waarderen. Veel vermogensbestanddelen zijn nu al bekend. Het enige wat nodig is, is een systeem dat het aan iedere belastingplichtige toerekent. De vermogensovergangen en inkomstenstromen hoeven niet meer in beeld te worden gebracht en daar hoeft ook niet meer op te worden geheven. Alleen de eindvermogens moeten in beeld worden gebracht, gewaardeerd en toegerekend. Vermogensmutatieheffing zorgt dus voor veel minder controlehandelingen en bureaucratie. Uit de controleleer die accountants toepassen weten we dat productiebedrijven en handelsbedrijven gemakkelijker controleerbaar zijn dan dienstverlenende bedrijven. Er is een goederenstroom en er is een geldstroom. Die twee staan met elkaar in verband en zijn dus controleerbaar. Minder dienstverlenende bedrijven 14 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com betekent ook minder belastingplichtigen, namelijk alleen zij die produceren en de handelaren die gekozen hebben om onderworpen te worden aan de verbruiksbelasting. En daar is bovendien een tegengesteld belang. In iedere keten met de inkoop bij de inkopende partij en de verkoop bij de verkopende partij zit een aanknopingspunt waar logischerwijs aansluiting moet zijn. Is die er niet, dan is er bij een van beide partijen iets niet in orde en dat kun je vervolgens controleren. Ook de invordering zal gemakkelijker verlopen. De vermogensmutatieheffing wordt pas geheven bij een minimum aan vermogen. De invordering moet dus gemakkelijk zijn. En de verbruiksbelasting wordt geheven bij de leverancier in de laatste schakel. Die is verplicht de heffing in de prijs te verwerken, anders draait hij er zelf voor op. Tenslotte de milieuwinst. Zoals ik al aanstipte, zal een ecologisch verantwoord werkende industrie het winnen van een verspillende industrie. De eerder genoemde vier krachten zorgen ervoor dat we beheerst omgegaan met schaarse grondstoffen en daar ook minder afhankelijk van zijn. Gemeenschappen die dit systeem invoeren, zullen uiteindelijk de overhand krijgen op verspillende gemeenschappen. De consumenten worden eindelijk baas over de goederen die ze kopen. Wie heeft er tenslotte geen genoeg alle rommel waarmee we onze wereld vervuilen en onze portemonnee leegmaken ? Opbouw van het onderzoek Na de inleiding (hoofdstuk 1) gaat het onderzoek als volgt verder: In het tweede hoofdstuk licht ik toe dat je het verbruik van goederen gedifferentieerd moet belasten: hoe schadelijker, hoe zwaarder de heffing. Verder zet ik uiteen dat je het vermogen dat uitstijgt boven een bepaald minimum moet belasten. Iedereen heeft immers recht op een plaats in de gemeenschap. Ook speelt het soort vermogen een rol. Vermogen waar we allemaal iets aan hebben moet minder of niet worden belast. Denk aan bejaardenhuizen, bossen en natuurgebieden. De grondslag hiervoor ontleen ik aan de Darwinistische en Newtoniaanse filosofie. Bewezen zal worden dat we dode materie – de goederen – moet belasten. En dat men levende materie niet moet belasten of onderdrukken. Het onderdrukken kan ontstaan door teveel vermogen in handen van anderen te laten ontstaan. Het kan ook ontstaan door gewone mensen niet in staat te stellen een minimaal vermogen op te bouwen. In het derde hoofdstuk schets ik de samenhang tussen belastingheffing en de eerder gevonden Darwinistische en Newtoniaanse principes. Ik ga na hoe een logische ontwerp ten behoeve van de belastingheffing eruit moet zien. Dan gaat het over de mate van tegendruk die de belastingheffing geeft, de informatie, het tijdsaspect, controlelussen en dergelijke. Een leer die dergelijke verbanden heel inzichtelijk maakt is de cybernetica. Dat is een systeemtheorie die je ook heel goed kunt gebruiken in de context van de belastingheffing. Na het logische – cybernetische - ontwerp volgt de concrete belastingheffing. Eerst bespreek ik de soevereiniteit van de staten. Vervolgens de belastingplichtigen, het te belasten object, de vrijstellingen, de grondslagen, de tarieven, de aanslagregeling en de invordering. Dit alles wordt zet ik uiteen in het vierde hoofdstuk. Het zal gaan over verbruiksbelasting en vermogensmutatieheffing. 15 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Deze twee heffingen maken korte metten met egoïsme en met vernietiging door het ongestoorde verbruik van schadelijke goederen. In het vijfde hoofdstuk bekijk ik hoe een gemeenschap functioneert die deze twee heffingen heeft ingevoerd. Welke rol spelen de prijzen van arbeid, kapitaal, goederen, de buitenlandverhoudingen, schuldposities, en de sociale stelsels? Ik zal laten zien dat we socialer en minder verspillend worden. De menselijke dienst – een wezenlijk iets voor de mens – wordt niet meer afgeremd. Elkaar hulp bieden is geen probleem meer, ook al verdien je er iets mee. De jongere helpt de oudere en de oudere de jongere. Inleiding We formuleren om te beginnen de volgende twee uitgangspunten: Uitgangspunt 1: Iedere belasting drukt op een mens (Matthijs 2004; 218). Neem bijvoorbeeld de btw. Die wordt deels verwerkt in de prijzen, met als gevolg dat goederen duurder worden. Je moet meer betalen voor goederen, waardoor de btw op jou, de verbruiker, drukt. Ook kan het zijn dat de ondernemer minder goederen tegen een lagere nettoprijs gaat verkopen, zodat ook een deel van de btw door hem wordt gedragen. De vennootschapsbelasting? Ook die heffing zal drukken op de betrokken aandeelhouders. De heffing van een VZW, een stichting? De stichting zal minder goed in staat zijn de publieke belangen te dienen, zodat via die omweg de belasting op die doelgroep drukt. Uitgangspunt 2: Totaal inkomen (I) = Totale consumptie ©©©. Met andere woorden: je geeft eenvoudig alles uit wat je verdient. Dit geldt voor de meerderheid van de mensen die handelen binnen de economie. Er wordt nu inkomstenbelasting20 geheven op onder meer de inkomsten (loon, winsten, rentevergoedingen, huur, pacht etc., etc.). En, ten tweede, verbruiksbelastingen op het verbruik (accijnzen, btw, douanerechten e.d.). Schematisch kun je dat als volgt weergegeven: 20 Met als voorportaal wellicht de vennootschapsbelasting als de natuurlijke persoon een rechtspersoon onder andersoortig onderworpen lichaam tussen hem en de onderneming heeft geschoven. 16 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Je ziet dat een stuk van het inkomen (loon, winst etc.) eerst wordt afgeroomd via de inkomstenbelasting, waarna het restant op de bankrekening terecht komt. Dit geldt voor de loontrekkers; de winstgenieters moeten zelf zorg dragen voor de afdracht van de inkomstenbelasting. Waarna ook die zijn bankrekening minder gevuld zal zien. Kortom: er is meteen minder te besteden. Vervolgens kun je beslissen om verder vermogen op te bouwen. Je laat dan je geld in het hierboven weergegeven bakje met vermogen zitten. Of je zet dat geld om in beleggingen. Je kunt je vermogen ook ruilen tegen consumptiegoederen. Omdat die goederen snel (soms zeer snel) in waarde dalen, verbruik je je vermogen. Denk aan de aankoop van een krop sla, een paar schoenen etc. Die ruil valt voor jou, economisch gezien, dus nogal ongunstig uit. Maar je moet tenslotte leven, nietwaar?. Je kunt je vermogen ook ruilen tegen goederen die veel langer meegaan: een huis. een badkamer… Dit soort goederen blijft dus langer in het bakje met vermogen zitten, afhankelijk van hoe lang ze meegaan. De krop sla is binnen een dag weg, het huis wellicht pas na vijftig jaar. Je kunt je vermogen ook gebruiken voor menselijke diensten (de kapper, de tuinman, de garage, de dokter etc.). Door dergelijke ruilen—het ontvangen van een dienst - daalt de waarde van je vermogen meestal direct. De tijd heeft het meestal direct ‘verbruikt’, maar dat hoeft niet. In het tweede hoofdstuk zal ik laten zien dat door het inzetten van menselijke diensten het vermogen soms ook niet of minder snel zal dalen. Een sprekend voorbeeld is (weer) de schilder die uw huis opknapt. Uw vermogen daalt dan niet, omdat uw huis er beter uitziet. Uw betaling aan de schilder zorgt voor een stijging van de waarde van uw huis. Uw vermogen wordt bovendien minder snel door de tijd aangetast. 17 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com We zien dus je door de inkomstenbelasting afgeroomde inkomen in het vermogensbakje lopen. Je ruilt je arbeid tegen geld. En je verbruikt het vervolgens door je vermogen te ruilen. Door een schilder in te schakelen, een krop sla te kopen, of een auto, een brood etc. Hoe snel je bakje leegloopt, hangt af van je behoeften, je gezinssamenstelling en de omvang en het soort goed. Maar ook als gevolg van het verstrijken van de tijd loopt je bakje leeg. Je verbruikt dan je vermogen (linksonder in het model). Vervolgens zorgt je inkomen ervoor dat je bakje weer volloopt (rechtsboven in het model). Voor heel, heel veel mensen is dit een maandelijks proces. Men houdt het bakje scherp in de gaten. Kom ik tot het einde van de maand rond? Is de bodem al in zicht? Houd ik wel genoeg over om aan het begin van de nieuwe maand de huur te betalen? Het is een maandelijkse ‘struggle for survival’. Voor een mens die wellicht wat geluk heeft, ijverig is en economisch spaarzaam en verstandig handelt, geldt: Totaal inkomen (I) + Ontvangen Giften (G) + Erfenissen (E) – Verstrekte Giften (GG) = Mutatie vermogen (dV) + Consumptie waarbij C = verbruik van goederen en menselijke diensten. Deze persoon is in de gelukkige omstandigheid meer vermogen21 op te bouwen. Een voorbeeld: Iemand wordt geboren en bezit dan (uiteraard) totaal niets. Op 80-jarige leeftijd overlijdt hij (of zij). De rekensom is dan als volgt: Tot dan heeft hij in totaal €5.000.000 inkomen (SHS-inkomen) verdiend Zijn vermogen op zijn sterfdag beloopt €1.000.000 21 Vermogen is economisch gezien gestold inkomen (Eijck 2005; 44). Het vermogen als gestold inkomen omvat alle inkomsten, rente, arbeidsinkomen, meerwaarden, winsten etc. Het is het hiervoor weergegeven bakje dat volloopt. Als men het vermogen als uitgangspunt voor een heffing neemt, is dat dus de keerzijde van het ruimst denkbare inkomen. Dat ruime inkomen is het inkomen dat over een periode kan worden besteed zonder dat het initiële vermogen wordt aangetast. Het is het inkomensmodel dat door Schanz, Haig en Simons is ontwikkeld (Haig 1921). Het wordt ook wel het SHS-inkomensbegrip genoemd. Het initiële vermogen kan in een mensenleven op nihil worden gesteld. Ieder mens begint immers met 0 aan vermogen. Ontvangen schenkingen en erfenissen zijn geen inkomen. Dat is het vermogen (en dus veelal ook gestold inkomen) van een ander geweest. Dit ruime inkomensbegrip is volgens veel economen het uitgangspunt voor het meten van draagkracht (Dool 2009; 24). Overigens is de term “vermogensmutatieheffing” en een gedeeltelijke uitwerking ervan gevonden in het lezenswaardige boek van Dool. Wij kleden het verder aan met een volledig subjectieve benadering waarbij het vermogen ook op een natuurlijke wijze dient te muteren tussen generaties, en van neutraal/slecht naar positief vermogen (groen en sociaal) en dat het verder in algemene vrijstellingen wordt voorzien en dat vermogen dient te muteren van rijk naar arm. We gaan dat onder meer doen door de menselijke dienst vrij te maken en - zoals Dool ook aangeeft - de schenkingen ed. er in betrekken. De btw en een vermogensmutatieheffing zijn daar samen de tegenpool van. En dus ook, zoals ik aantoon, het equivalent ervan. 18 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com In het verleden heeft hij schenkingen ontvangen ten belope van €500.000 Hij heeft schenkingen gedaan ten belope van €750.000 Wat is nu zijn consumptie/verbruik? Dat bereken je als volgt: Zijn economische SHS-inkomen: €5.000.000 Hij heeft bij overlijden €1.000.000, dus niet uitgegeven; dat gaat eraf. Hij heeft schenkingen ontvangen ten belope van €500.000 en die kan hij consumeren. Die komen erbij. Hij heeft schenkingen gedaan ten belope van 750.000 en het is onmogelijk dat te consumeren; die gaan er af. Dus in de vergelijking: €5.000.000 (I) + €500.000 (G) – €750.000 (GG) = €1.000.000 (dV) + ? ? = €3.750.000 Als men een vermogensmutatiebelasting in de meest eenvoudige vorm invoert, dan beloopt de vermogenswinst: €1.000.000 (dV) - €500.000 (G) + €750.000 (GG)= €1.250.000 (V). V is principieel de component die in de vermogensmutatieheffing moet worden opgenomen. C is de principiële component die in de verbruiksbelastingen moet worden belast. Deze twee componenten – V en C - omvatten dus opnieuw het totale inkomen. Aldus is kwantitatief bewezen: de inkomstenbelasting en winstbelastingen kunnen worden afgeschaft als men louter het verbruik en de vermogensmutatie belast. Om het kwantitatieve inkomen te belasten, kan men volstaan met een vermogensmutatiebelasting22 en een verbruiksbelasting waarbij het voor de maatschappij meest belastende verbruik het zwaarst wordt getroffen. Het model, zonder inkomstenbelasting, met een zwaardere verbruiksbelasting en een vermogensmutatiebelasting ziet er als volgt uit: 22 Sommige vermogens worden anders belast. Schenkingen en erfenissen, maar ook vermogen belegd in maatschappelijke zaken (infrastructuur, musea, scholen, ziekenhuizen, opwekking van schone energie, voortbrenging van verbeterde goederen etc. etc.). De rijken krijgen dus de keuze : of belasting betalen, of het vermogen voor maatschappelijke zaken aanwenden. Of in een vroeg stadium overdragen aan de kinderen. 19 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Dit model is gemaakt op basis van het SHS-inkomensbegrip23. Ik licht het in hoofdstuk 3 toe aan de hand van aan elkaar verbonden bollen met uit- en ingangen. Want er is meer dan alleen inkomen en verbruik: er zijn schenkingen, transfers, uitgaande betalingen voor menselijke diensten, omzettingen etc., etc. Dergelijke overgangen vormen fiscaal geen probleem. Het vermogen wat is overgegaan wordt immers bij een ander subject uiteindelijk weer belast. Gewenst gedrag belonen, ongewenst gedrag belasten Als je alles uitgeeft wat je verdient, zul je getroffen worden via de verbruiksbelastingen. Maar alleen als dit het verbruik van goederen betreft. Als je spaarzaam leeft en niet veel consumeert, word je getroffen via de verbruiksbelastingen én de vermogensmutatiebelasting. Stel je voor dat alles wat je bruto van je werkgever krijgt op je bankrekening terechtkomt. Je vermogensbakje raakt snel gevuld. Wel zijn goederen veel duurder geworden. Menselijke diensten zijn juist iets goedkoper geworden, want inkomstenbelasting bestaat niet meer en btw op diensten is ook niet meer nodig24. 23 Binnen het zuivere SHS-inkomensbegrip worden ook ontvangen schenkingen en nalatenschappen tot het inkomen gerekend. Veel landen zullen dat een brug te ver vinden. Bovendien kunnen landen belastbare materie uit hun land zien weglekken, bijvoorbeeld door schenkingen. Bij de vermogensmutatieheffing zal ik daar oplossingen voor aandragen. 24 De btw op diensten kan vervallen. De bespaarde btw bij de ondernemer zit immers in zijn vermogensbakje en in het vermogensbakje van zijn klant omdat de prijzen omlaag gingen. Men kan dan net zo goed de vermogensmutatiebelasting van 20 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Maar - en nu komt het - je kunt het gedrag van de mensen veel beter beïnvloeden. En je kunt de rijkdommen op de wereld beter verdelen. Door vervuilende producten zwaarder te treffen, zal men eerder goede producten aanschaffen. En men zal eerder geneigd zijn vermogen aan te leggen. Dat maakt mensen zelfredzaam. Je kunt dus je kleren laten repareren door iemand die er bekwaam in is. Het is geen zwartwerk en het milieu wordt gespaard. Je keuken? Die laat je opknappen in plaats van hem eruit te breken en een nieuwe te plaatsen: minder verbruik van goederen en meer gebruik van diensten. Reviseren is bevorderlijk voor de werkgelegenheid. De bejaarde buurvrouw heeft hulp nodig? De jonge moeder gaat haar helpen; ze verricht geen zwartwerk als ze het doet! Zo hebben we allemaal voordeel. De rijken zullen een stuk van hun vermogen maatschappelijk moeten inzetten als ze minder belasting willen betalen. De overheid kan op die plaats kleiner worden. Dus: men moet privaat vermogen maatschappelijk gaan inzetten, maar dan onder de fiscale normeringregels. Opnieuw worden zo logische normen gecombineerd. Degene die het vermogen heeft opgebouwd, zal ervoor zorgen dat het niet verkwanseld wordt. En de wetgever – de democratie - bepaalt hoe het vermogen moet worden ingezet. De gewone man op zijn beurt zal een stuk van zijn sociale voorzieningen moeten prijsgeven. Maar dat geeft niet, want hij kan een belastingvrij vermogen opbouwen. Alleen een basisstelsel voor de echte zwakken kan blijven bestaan. Het mooie van dit systeem is, dat het aansluit bij wat een mens werkelijk doet. De consumptie moet worden belast omdat men onttrekt aan de gemeenschap25 en de ecologie. Het vermogen is niet verbruikt en blijft in het bakje zitten. Het vermogen wordt belast als het te hoog wordt en boven het heffingsvrije vermogen uitkomt. Het heffingsvrije vermogen is het vermogen dat men minimaal nodig heeft om binnen de gemeenschap een plaatsje te krijgen. Men kan bijvoorbeeld een woning kopen om een gezin te stichten, en vervolgens kinderen krijgen. Dat proces zal in het voorgestelde systeem sneller gaan dan nu het geval is. Nu wordt het inkomen van jonge mensen meteen ‘afgetapt’ met inkomstenbelasting, terwijl ze nog hun plaatsje binnen de gemeenschap moeten zien te veroveren. En hun ‘nest’ moet toch eerst in orde zijn, willen ze aan kinderen beginnen. In oude gemeenschappen en samenlevingen hielp iedereen de jongeren op de rails. Uit het onderzoek zal naar voren komen dat een dergelijke biologische wetmatigheid ook de vergrijzing tegengaat en minder stress in de maatschappij geeft. iedereen iets hoger leggen. De ‘bespaarde’ btw op diensten wordt dan ook belast. De btw op diensten kan dus vervallen, wat een administratieve verademing voor veel ondernemers zal zijn. 25 “Het is de gemeenschap die de mens voorziet van voedsel, kleren, een tehuis, gereedschappen, taal, wijze van denken, en meestal de inhoud van zijn denken; zijn leven wordt mogelijk gemaakt door de arbeid en de kundigheden van vele miljoenen uit het verleden en het heden, die allen verborgen liggen aan het woordje “gemeenschap”. “ (Einstein 1951; 102) 21 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Het vermogen kan uitgroeien boven het vermogen dat men minimaal nodig heeft. Men wordt er dan met een vlak tarief op belast, tenzij het vermogen is waarmee de gemeenschap iets opschiet. Dat vermogen kan lager worden belast of worden vrijgesteld. Als men veel bezit, kan dat vermogen andere mensen in gevaar brengen. Als het erg veel wordt, kan het zelfs leiden tot uitbuiting en verdrukking van anderen. Die anderen – grote groepen mensen in de wereld - moeten beschermd worden. De grote vermogens kunnen bij overgang (schenking, erven) zwaarder worden belast. Men kan dit voorkomen door het vermogen maatschappelijk in te zetten of binnen het bedrijf de organisatie te veranderen, door bijvoorbeeld producten aan te bieden die minder milieubelastend zijn. Zo niet, dan wordt het vermogen (veel) zwaarder getroffen. Als men deze heffingen juist vorm weet te geven, zal ook het klassieke onderscheid tussen links en rechts verdwijnen. De belastingheffing moet groot genoeg zijn om het gedrag te veranderen. Uiteindelijk ontstaat dan maatschappelijke productie gebruikmakend van het huidige marktmechanisme, in combinatie met een goede belastingheffing. Andere groepen worden gestimuleerd fiscaal vrij vermogen aan te leggen. En door geen inkomstenbelastingheffing en btw op diensten toe te passen, in combinatie met een vrijstelling in het vermogen, kunnen de zware sociale stelsels26 vervallen. Vermogensmutatieheffing De vermogensmutatieheffing27 betreft het bakje met de noemer ‘vermogen’ in de afbeelding op p. 21. Het bakje loopt snel vol met inkomen. Het inkomen loopt immers bruto, zonder inkomstenbelasting, in het bakje28. 26 Zelfbescherming tegen werkloosheid, kortdurende arbeidsongeschiktheid, ziektekosten tot een bepaald bedrag, zelfs pensioenregelingen kunnen fiscaal worden afgedwongen door verplichte vermogensopbouw. 27 Binnen de vermogensmutatieheffing zijn twee varianten te onderscheiden: de vermogensaanwasbelasting en de vermogenswinstbelasting. Het heffingsmoment bij een vermogenswinstbelasting is de realisatie van de tegenwaarde, veelal de verkoopprijs. Bij een vermogensaanwasbelasting is het heffingsmoment de mutatie van de waarde van het - gewaardeerde - vermogen. De studies naar een vermogensaanwasbelasting of vermogenswinstbelasting zijn uiteraard niet nieuw. Sommige landen kennen al een beperkte vorm van een vermogensaanwasbelasting of vermogenswinstbelasting. Een fraai voorbeeld van de vermogenswinstbelasting is de heffing op aanmerkelijk-belangaandelen. Conceptueel werd en wordt de heffing naast of binnen een inkomstenbelasting geplaatst. Ook de verschuivingen van directe naar indirecte belastingen zijn niet nieuw. De studies die tot op heden plaatsvonden, beperken zich verder tot een kleine verschuiving. Voor zover ik heb kunnen nagaan, bleef het daarbij, vermoedelijk omdat men dacht dat het onmogelijk was een progressieve heffing in te voeren, of omdat het afstuitte op internationale verhoudingen. Voor zover ik heb kunnen nagaan, is er echter nog nooit een grondige studie gedaan van louter een verbruiksbelasting en een vermogensmutatiebelasting. 28 Nogmaals: later wordt het bakje een bolletje met verbindingen, om de verhoudingen tussen de vermogens beter in beeld te brengen. 22 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Een deel kan belastingvrij worden opgebouwd. Dat is het vermogen dat je nodig hebt om: een plaats in de gemeenschap te verwerven (aankoop woning e.d.); tegen een financieel stootje te kunnen; in je pensioen te kunnen voorzien29 . Pas als de minimumnorm overschreden wordt, ga je belasting betalen. Je voldoet dan belasting over het meerdere boven het minimum dat je nodig hebt aan vermogen. Een voorbeeld: Beginvermogen in jaar x: €50.000 Eindvermogen in jaar x: €60.000 Minimumnorm: €40.000 Tarief vermogensmutatieheffing = 35% Er wordt dan een vermogensmutatieheffing van (€60.000 - €50.000) *35% = €3.500 geheven30. Als de minimumnorm in dit voorbeeld €55.000 zou zijn, dan zou de heffing (€60.000 - €55.000) *35% = €1.750 bedragen. In het schema op p. 21. zie je dat rechts van het bakje de vermogensmutatiebelasting uit het vermogen loopt. Links van het bakje treft u het verbruik aan. Hoe meer gezinsleden en hoe hoger het verbruik, des te sneller loopt het bakje met vermogen weer leeg31. Een zwaardere belastingdruk op de consumptie in combinatie met een vrijstelling en een teruggaaf32 bij vermogensverlies, zorgt er voor dat het bakje niet te snel leeg loopt. Op eerste levensbehoeften blijft dezelfde belastingdruk rusten als nu. Tenzij die behoeften schadelijk zijn voor de gemeenschap en leiden tot bijvoorbeeld overbevissing of ontbossing. 29 Uiteraard moet worden gestimuleerd dat men minder gemakkelijk aan het langetermijnvermogen voor het pensioen kan. Dit kan door hogere heffing op onnodige bestedingen, maar ook door bijvoorbeeld gefaciliteerd pensioenvermogen te blokkeren en pas na een bepaalde periode vrij te laten komen. Ook kun je denken aan het verplicht aflossen van de hypotheek op de woning. In het onderzoek besteed ik daaraan uitgebreid aandacht besteed. 30 Ik laat even buiten beschouwing dat de belasting eigenlijk een schuld is die van het vermogen af zou moeten. Men kan een dergelijke aftrek als schuld (of vordering bij te hoge voorafbetalingen) beter niet toelaten, zodat men niet met percentages boven en onder de 100 moet rekenen. 31 Tenzij men het vermogen ruilt tegen dingen die waardevast blijven of diensten die het vermogen meer waard maken, zoals het schilderen van uw huis of het vernieuwen van de voegen. 32 Of een in de toekomst verrekenbaar credit. Maar een dergelijk credit geeft uiteraard geen direct financieel voordeel. Wel zal het een prikkel zijn om na tegenslag weer vermogen aan te gaan leggen. 23 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com De vermogensmutatiebelasting in de praktijk De vermogensmutatiebelasting zonder een inkomstenbelasting is conceptueel eenvoudig op te zetten. Er zijn dan geen fatale-samenloopproblemen meer. Particulieren en de meeste ondernemers hoeven geen vermogensadministratie bij te houden. Ze moeten alleen het eindvermogen tellen. Men vergelijkt het vermogen op begin- en einddatum en ziet de vermogensaangroei of -afname. De afname komt door consumptie, door een reëel verlies van vermogen, of door schenking. Een schenking (gedaan of ontvangen) wordt eventueel geëlimineerd, maar dat is niet noodzakelijk. Een ontvangen erfenis wordt zeker geëlimineerd. Maatschappelijk vermogen wordt vrijgesteld, naast de hiervoor aangegeven algemene vrijstelling. Te denken valt aan (voor iedereen toegankelijke) bossen, parken, bibliotheken, infrastructuur, investeringen in verbeterde goederen (zonne-energie, duurzame goederen). Kortom, alle zaken die een gemeenschap nodig heeft, en die geen schadelijke (bij)effecten hebben. Ook de meeste consumptiegoederen worden vrijgesteld van de vermogensmutatieheffing33. Het is aan de wetgever om dergelijke vrijstellingen in te vullen. Een ondernemer die winst maakt en nauwelijks een wedde opneemt, wordt voor de groei van de waarde van zijn pakket aandelen getroffen via de vermogensmutatiebelasting. De middelen die hij verkrijgt uit zijn vennootschap, zoals wedde, dividend en interest, vormen nog geen belastbaar feit. Van een dividend zal hij niet rijker worden, van een wedde ook niet. Een kostenvergoeding in plaats van loon? Het maakt niet uit. De waarde van het aandelenpakket daalt immers en die van zijn privébankrekening stijgt door de vergoeding. Al die onnodige handelingen die nu voor de nodige fiscale hoofdbrekens zorgen, kunnen in de vuilnisbak. De loontrekkende, pensioengenieter, beambte en uitkeringsgerechtigde ondergaat precies hetzelfde fiscale lot. Heeft hij een kostenvergoeding , een optieregeling, een aandelenplan? Als de plannen afgewikkeld zijn, zijn de middelen (liquiditeiten of aandelen) component van het vermogen en wordt hij dus belast via de vermogensmutatieheffing. Als hij de middelen uitgeeft, wordt hij getroffen via de verbruiksbelasting. Punt van discussie kan de waarderingssystematiek zijn. Op zich is dat veelal een tijdelijk probleem. Bij verkoop van een vermogensbestanddeel wordt de waardesprong gerealiseerd. De waardesprong vormt onderdeel van het eindvermogen. De eerder ‘onjuiste’ waardering wordt dan toch nog belast met de vermogensmutatiebelasting34. De vermogensmutatie wordt getroffen met een vlak tarief. Het enige wat een belastingplichtige moet doen, is het eindvermogen bepalen. Die gegevens zijn nu al voorhanden. Daar plaats ik meteen deze opmerking bij: voor de meeste belastingplichtigen geldt dat ze niet 33 Ter voorkoming van dubbele heffing. Op de consumptiegoederen drukt immers al verbruiksbelasting. En om te voorkomen dat allerlei kleinigheden moeten worden opgeteld. Maar ook om te stimuleren dat goederen worden hergebruikt of langdurig worden ingezet. 34 Een dergelijke versie van de vermogensaanwasbelasting heb ik conceptueel kunnen bedenken door de manier waarop men in België de vennootschapsbelastingaangifte moet doen en in Nederland met het box 3-vermogen omgaat. Ik kom hier in hoofdstuk 4 uitgebreid op terug. 24 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com onderworpen hoeven te worden aan de vermogensmutatiebelasting, eenvoudig omdat ze geen vermogen hebben. Ze geven alles uit wat ze verdienen. Het betreft hier overigens echt niet alleen armlastigen. Ook veel grootverdieners vertonen dit gedrag35. Wordt men al belast met vermogensmutatiebelasting, dan is de enige extra inspanning het tellen van het vermogen op het einde van een bepaald jaar. Die gegevens worden al aangeleverd door financiële instellingen. Veel belastingplichtigen willen trouwens al weten waar ze financieel staan, dus dat ‘tellen’ hoeft niet frustrerend te zijn. Bovendien bestaat er zoals gezegd een algemene vrijstelling. Pas als dat vermogen wordt overschreden, moet men aangeven. Maar dat gedrag probeert ons systeem te veranderen36. Vermogensvorming is nodig, en het door ons voorgestelde systeem maakt dat mogelijk. Voor de ondernemers van wie de aandelen niet beursgenoteerd zijn, kun je aansluiten bij het eigen vermogen van de onderneming. De zichtbare intrinsieke waarde op basis van een nominalistisch stelsel volstaat. Eenvoudiger gezegd: het eigen vermogen dat gewoon op de meeste ondernemingsbalansen staat. Latente meerwaarden worden automatisch belast in het jaar dat men de activa met de stille reserves realiseert. Het eigen vermogen van de onderneming is overeenkomstig gestegen. Het eindvermogen van de achterliggende aandeelhouder of participant is overeenkomstig hoger geworden. Maar in de vermogensmutatiebelasting kun je tegendruk op hoge vermogens leggen. Die druk wordt uitgeoefend via de belastingheffing. En je zorgt er dan voor dat het vermogen overgeheveld wordt naar de mensen die nog geen vermogen hebben. Men zet eerder menselijke diensten in. Of men doet schenkingen aan de jongere generatie of investeert in maatschappelijk vermogen. Vermogen waar de gemeenschap iets aan heeft. We zien dus tegendruk op te hoge, onnodige consumptie en tegendruk op te hoge vermogens. De tegendruk wordt gerealiseerd door de belastingheffing. 35 Dit gedrag is echter ongezond, enig (weerstands-)vermogen opbouwen wordt binnen dit systeem gestimuleerd. 36 Een zwaardere belastingdruk op de consumptie, in combinatie met een vrijstelling en een teruggaaf bij vermogensverlies, zorgt ervoor dat het bakje niet te snel leegloopt. 25 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Tegendruk in de tijd Fase 1: start Als mensen jong zijn, moeten ze goed van start kunnen. Ze hebben vermogen nodig om een huis te kopen, een bedrijf te beginnen, een gezin te stichten, … Het zit in onze genen om jonge mensen te helpen. Ze genieten dan ook eerst een vrijstelling in de vermogensmutatieheffing. En ze kunnen met hun bruto-inkomen snel een flink belastingvrij vermogen opbouwen. Dat vermogen gaat rollen: ze doen investeringen, ze bouwen een huis, … De tegendruk door de belastingheffing is nihil, door de vrijstelling in de vermogensmutatiebelasting. Uiteraard wordt wel het eventuele verbruik van goederen belast. Fase 2: opbouw Na enkele jaren hebben voornoemde jonge mensen hun leven ‘op de rails’. Het gezin wordt van middelbare leeftijd. Het bakje ‘vermogen’ wordt voller en het belastingvrije minimum wordt overschreden. Ze gaan vermogen opbouwen. Dit vermogen werkt in een onderneming, wordt in beleggingen gestopt, op een spaarrekening geplaatst etc. Nu is het gezin ‘in de kracht van zijn leven. ‘Het bouwt verder op na de vlotte start, als een plant die water, ruimte en voedsel heeft gehad (opnieuw Einstein: “Look deep into nature and then you will understand everything much better”). Nu wordt de tegendruk al iets groter. Er wordt al belasting geheven boven het minimumniveau. Bovendien is er al de stimulans om maatschappelijke te beleggen (in zonne-energie, sociale woningen etc.). Die beleggingen worden niet getroffen door de vermogensmutatieheffing. Vooral het passieve vermogen (wat niet direct in een eigen onderneming wordt belegd) zal aantrekkelijk zijn om daarvoor te gebruiken. De tegendruk bestaat nu uit de gewone vermogensmutatiebelasting, die kan worden verlaagd door beleggingen in maatschappelijk vermogen, en de verbruiksbelasting, die vooral wordt geheven op de meest schadelijke goederen. Fase 3: afbouw Het gezin raakt in een ouder stadium. De kinderen zijn de deur uit. De ’drive’ om arbeidzame dingen te doen is meestal verdwenen uit het gezin. Het vermogen is in de regel passief en wordt beheerd door anderen. Er ontstaat overtollig vermogen. Het bedrijf is verkocht, men vertrekt naar een kleiner huis en er is minder consumptie. Het heffingsvrije vermogen – het vermogen dat men nodig heeft om in de toekomst in de behoeften te voorzien – slinkt. De fiscale druk op het vermogen wordt groter. Het gezin moet jaarlijks vermogensmutatieheffing37 voldoen. Bij de ‘uitgevlogen’ kinderen is wellicht nog een onbenut vermogen. De verhoogde heffing wegens overgang door schenking en overlijden ligt op de loer. Wie niet vroegtijdig het teveel aan vermogen overdraagt of omzet in maatschappelijk vermogen, betaalt de tol in de vorm van een zware heffing. 37 Eventueel in combinatie met een vermogensrendementsheffing en het schenkings- en successie-element bij de ontvangers van vermogen. 26 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com In het door ons voorgestelde systeem kunnen de kinderen niet worden belast op ontvangen schenkingen of erfenissen, voor zover de vermogensvrijstelling niet is benut. Als de ouder dus overdraagt aan het kind, dan zijn de voordelen: De ouder wordt niet meer getroffen met vermogensmutatieheffing op het vermogen Het kind betaalt geen belasting over het ontvangen vermogen en kan meteen van start met zijn huis, bedrijf, gezin etc. Het geld gaat weer hard rollen. Een economie die op dit biologisch principe – de levenscyclus van ieder levend wezen - gebaseerd is, moet wel krachtig worden! Ik zet het systeem verder uiteen in het derde hoofdstuk. In het vijfde hoofdstuk zal ik de economische gevolgen voor een bestaande maatschappij kwantitatief bewijzen. De schenkings- en successierechten worden dus in de vermogensmutatiebelasting opgenomen. Om manipulaties te voorkomen, schenkt het systeem hier apart aandacht aan. Maar ook om een spoedige overdracht van overtollig vermogen aan de jongere te bespoedigen, is een aparte behandeling nodig. Tenslotte is een speciale behandeling nodig om aan de fiscale soevereiniteit van een gemeenschap tegemoet te komen. De opbrengst van dit deel moet ten goede komen aan het land (de soevereine gemeenschap) waar het vermogen in het verleden is opgebouwd. Het vermogen was immers eerder aan de gemeenschap in dat land onttrokken en de opbrengst van de heffing over dat deel moet ten goede komen aan dat land. Verbruiksbelastingen Hiervoor heb ik in een notendop de vermogensmutatiebelasting behandeld. Nu komt kort de tweede heffing, de verbruiksbelasting, aan de orde. De tariefklassen De verbruiksbelasting heeft in onze voorstelling een progressieve aard. Er zijn diverse tarieven. En er zijn vaste bedragen die men moet voldoen. Dergelijke vaste bedragen treffen met name hulpgoederen. Verder zijn er percentages, te voldoen naar de waarde van het goed. Deze percentages komen overeen met de indeling van de klassen. Als een goed niet schadelijk is, krijgt het klasse A en het laagste percentage verbruiksbelasting. Als het goed erg schadelijk is, krijgt het het hoogste percentage verbruiksbelasting voor de kiezen en ook de slechtste klasse, bijvoorbeeld klasse E. De laagste tarieven gelden voor de meest noodzakelijke goederen. De meeste diensten worden overigens niet meer belast met enige verbruikersbelasting38. Op deze manier drukt niet al te veel belasting op de laagste inkomens. Grote gezinnen moeten relatief vaak een beroep doen op dit soort goederen. Ook die gezinnen hebben automatisch voordeel van een dergelijk stelsel. Het lage tarief wordt dus gerechtvaardigd door de primaire behoeften van de mens en de noodzaak om ongewenst gedrag te veranderen (overconsumptie en productie van ‘verkeerde’ goederen) bij een groeiende bevolking. De meeste voedingsartikelen zijn niet schadelijk. Als ze wel schadelijk zijn, dan moeten ze in een hogere tariefklasse voor de verbruiksbelastingen. 38 De bespaarde btw wordt belast bij de ondernemer en de afnemer van de dienst in de vermogensmutatiebelasting. 27 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Het hoogste tarief is het algemene tarief. Principieel worden daar alle goederen mee getroffen. Men onttrekt immers aan de gemeenschap en de ecologie. Hier trekt men het meeste profijt van de wereld en de maatschappij. Ook sommige diensten worden met dit tarief belast, bijvoorbeeld ‘grijze’ elektriciteit, waarvan de opwekking het milieu zwaarder belast. Als een producent aan bepaalde eenvoudige, objectief vastgestelde normen voldoet, kan hij voor sommige verbeterde goederen een lager tarief verdienen. De klassering in een lager tarief kan plaatsvinden aan de hand van ecologische criteria (Goleman 2009; 70-84). Daar kunnen normen voor worden opgesteld. Ook kun je gebruik maken van de klasseringen van reeds bestaande goederen, de zogenaamde im- en explosies (zie verderop). In het begin kunnen die normen soepel zijn. Goederen zonder bijvoorbeeld een overdreven, dubbele of luxe verpakking kunnen al deelachtig worden aan het middentarief. Of goederen die minder co2 -uitstoot veroorzaken. Of goederen met een lange levensduur. De voorbeelden zijn legio, je hoeft maar om je heen te kijken. De indeling in tarieven Het lijkt een complexe aangelegenheid die goederen precies in te delen. Toch hoeft dat niet zo te zijn. De technologie is al zo ver dat je met je gsm alle relevante informatie van een goed kan uitlezen. Waarom dan ook niet de schadelijkheid en de daaraan verbonden productklasse? Mensen zijn sociale wezens, die er belang aan hechten te weten hoe belastend een goed is. Allereerst is het systeem simpel: het algemene hoge tarief is op alle goederen van toepassing. Een klassering lager moet door de producent zelf ‘verdiend’ worden. Die weet precies wat zijn product kost, maar veelal ook waaruit het is opgebouwd. Het is aan de producent om dat product zo aan te passen dat het ingedeeld kan worden in een lagere tariefklasse. Op de tweede plaats hoeft een product maar één keer ingedeeld te worden. Een klassering gaat vervolgens geruime tijd voor een product(groep) mee. Er lijken oneindig veel producten te zijn, maar dat valt wel mee. We hebben vooral te maken met een eindeloze reeks varianten van basisproducten. De commerciële economie creëert illusies: ‘andere’ merken, modellen, vormen, kleuren en zelfs geuren; iedere doelgroep wordt met nieuwe versies van hetzelfde basisproduct bespeeld. Het is veelal het verbeterde basisproduct dat een verbruiksbelastingindeling ondergaat. Ten derde hebben we nu al te maken met een btw-wetgeving, btw-administratie, en verschillende tarieven. De aanpassingen zijn beslist te overzien. Het bedrijfsleven zal dit toejuichen, want het zal veelal worden gevrijwaard van de winstbelasting en de inhoudingen van belastingheffing aan de bron (loonbelasting op arbeid, voorheffingen op dividend, interest, royalty’s). Maar ook wordt het bedrijfsleven verlost van alle internationale fiscale barrières die de maatschappij zo verschrikkelijk veel geld kosten. Op de vierde plaats hoeven de vooraf vastgestelde normen niet altijd strikt te worden toegepast. Als de toetsbare normen niet worden gehaald, kan toch een positieve klassering plaatsvinden als het product goed scoort op andere, nog niet vastgelegde punten. Er kan dus compensatie plaatsvinden. Ten vijfde: de opbouw van een goed kent een zogenaamde im- of explosie. Het goed kan als het ware worden uiteengenomen in componenten die zelf een klasse hebben. Een goed is zelf opgebouwd uit meerdere andere goederen. Als voor de productie bijvoorbeeld voor €1.000 waarde A-klasse is toegevoegd en voor €1.000 waarde C-klasse, dan krijgt het goed de B- klasse. Dat goed kan ook weer voor andere goederen worden gebruikt, en zo kan een heel systeem ontstaan waarbij zowel productie als consumptie worden geregeld. 28 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Tenslotte: wat willen we nu eigenlijk met zijn allen? Is het niet beter de dingen, de dode materie, fiscaal te treffen in plaats van het leven? De normen kunnen door commissies worden vastgesteld. In die commissies kunnen vertegenwoordigers van de overheid, consumentenorganisaties, het bedrijfsleven en de milieubewegingen plaatsnemen. Door te zorgen voor een zo breed mogelijke vertegenwoordiging, kan er een brede acceptatie plaatsvinden. Zo nodig kan de commissie een opinie vragen van een industrieel ecoloog. Bepaalde producten kunnen op de lijst met een lager tarief verbruiksbelasting worden gezet, zoals dat nu al voor de btw het geval is. Die goederen worden dus van rechtswege, automatisch, deelachtig aan een verlaagd tarief. Voor andere, verbeterde, goederen dient een aanvraag bij genoemde commissie te worden gedaan. Het functioneren van de commissie kan worden gezien als het functioneren van een bestuursorgaan. De commissie is verder onafhankelijk en onpartijdig. Voor de toetsing van een dossier kan een (deels) kostendekkend vastrecht worden gevraagd. De commissie kan ook oordelen dat een bepaald product op termijn wordt verboden. Door het stellen van een termijn kan men investeringen nog terugverdienen. En het voorkomt dat zowel producenten als consumenten nieuwe investeringen gaan doen. En dat men een kans krijgt te veranderen. De rechtsbescherming voor de producent moet worden gegarandeerd. Als op een compleet dossier bijvoorbeeld geen uitsluitsel wordt gegeven, wordt geacht een besluit te zijn genomen. Men moet zich bewust zijn dat binnen bijvoorbeeld Europa niet al te veel consumptiegoederen worden geproduceerd. Het voorgaande is vooral een ‘probleem’39 van die niet-EU-landen. Ons systeem zou de gloeilamp verbieden, zoals is gebeurd in de EU. De gewone spaarlamp wordt aan het normale tarief onderworpen en de ledlamp aan een lager tarief. Anders consumeren De consument wordt door het tarievensysteem continu gestimuleerd betere producten aan te schaffen. De producenten zullen zich daarvoor inzetten. Ze zullen de productietechniek verbeteren. Andere producenten zullen veelal moeten volgen; een voortschrijdend proces. Normen kunnen worden aangepast; vaak zullen ze moeten worden verscherpt. Het verbruiksbelastingstelsel zorgt immers primair voor inkomsten van een land. Als alle producten in het middentarief vallen, zal de begroting uit evenwicht raken. 39 Eigenlijk is dit geen probleem, het is een collectieve – mondiale - oplossing die ook de mensen in producerende landen uiteindelijk voorspoed zal brengen. Het verbruiksbelastingsysteem dwingt de markt betere producten te maken, de producenten worden gedwongen hun vervuiling in te perken. De binnenlandse afzet van dergelijke producten zal in die landen ook een evenwicht tussen economie en ecologie teweegbrengen. 29 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com De voortschrijdende techniek zal ervoor zorgen dat de normen haalbaar blijven, zodat het systeem blijft werken40. Op deze manier vindt er een automatisch selectieproces plaats, dat we uit de natuur kennen als natuurlijke selectie. Wij denken dat op deze manier een noodzakelijke balans ontstaat, en blijft bestaan, tussen productie en consumptie . En dat zonder schade voor de economie. Zo wordt de mens weer ’baas’ over de goederen die hem door het marktsysteem worden aangeboden. De troep wordt wegbelast, of beter gezegd: weggeselecteerd. Er zijn nog veel meer voordelen, die later in de inleiding worden aangestipt. Mijn betoog gaat over het anders heffen van de belastingen. Het wordt geen kortzichtig, eenzijdig pleidooi voor belastingverlaging, of uitsluitend voor het straffen van vervuiler, of voor ‘gewoon’ minder consumeren. Ik weet dat dit de economie zal schaden, en dat een dergelijk pleidooi maar een dode letter zal zijn. Van de economie kun je niet winnen. We moeten alleen andere goederen consumeren, en de belastingheffing moet daarbij helpen. Ook moeten we meer menselijke diensten in plaats van goederen ‘consumeren’. De inzet daarvan moeten we aanmoedigen in plaats van hem af te remmen, wat we met de btw op diensten en de inkomstenbelasting nu wel doen. Daardoor zullen we onze goederen bijvoorbeeld weer gaan opknappen, in plaats van ze domweg weg te gooien en nieuwe aan te schaffen. Verder zullen we elkaar zonder fiscale drempel kunnen helpen, bijvoorbeeld die jonge moeder die tijd over heeft als haar kinderen op school zitten. Hoe vaak moet men in de fiscale praktijk die mensen niet teleurstellen! Nu kan ze de beter bedeelden helpen, en in ruil daarvoor ontvangt ze inkomen dat belastingvrij in haar ‘bakje’ komt totdat ze haar belastingvrije vermogen heeft bereikt. We moeten de inkomstenbelasting stapsgewijs afschaffen en de btw aanpassen en verhogen. Samen met de andere indirecte belastingen (accijns e.d.) vormen ze de in ons systeem voorgestelde verbruiksbelasting. En we moeten een eenvoudige vermogensmutatiebelasting invoeren. Het tariefsverschil in de verbruiksbelasting maakt het voor de bevolking echt interessant anders te gaan consumeren. Het wegnemen van de inkomstenbelastingdruk zal de consumenten die keuzeruimte geven. Mensen kopen dan minder schadelijke producten en ze zullen eerder een menselijke dienst inschakelen. Het is bekend dat nieuw te ontwikkelen goederen veel werk opleveren. Ze moeten worden ontworpen, ontwikkeld, op de markt worden gezet. Dat zijn allemaal diensten, en diensten hebben nauwelijks negatieve externe effecten. De mensen blijven dus wel aan het werk en de economie wordt niet geschaad. De ecologie wordt echter wel minder belast en dat is wat ons systeem zo mooi maakt. 40 Research & Development wordt in dit systeem immers door het marktsysteem enorm gestimuleerd. 30 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Een voorbeeld van een verbruiksbelasting met meerdere tarieven: Tarief Soort prestatie Voorbeelden Vrijstellingen Verdienstegoederen / merit moods: essentiële goederen en extra bevorderde goederen uit andere tarieven Elektrische auto’s Bevorderde goederen uit het ‘Hoog tarief’. Auto’s met lage CO2-uitstoot Laag tarief Middeltarief Merendeel v/d levensmiddelen Isolatiematerialen ’Groene’ stroom Vlees en niet-bedreigde vis. Hoog tarief Extra hoog tarief of Verbodsbepalingen Algemeen tarief, sommige diensten en alle overige goederen. Hoge belasting vanwege negatieve effecten productie en/of consumptie Schadelijke goederen of verboden goederen Modulaire elektronica. Autogebruik Gas & Electra (dienst) & Fossiele brandstoffen. Goederen Gloeilampen, exotische met een kortesommige garantietermijn dieren, zeldzame dieren, (wegwerpartikelen). verdovende middelen/drugs Uiteraard moeten de tarieven in de verbruiksbelasting fors omhoog. Overheidsfinanciering en de progressie loopt in ons voorstel immers grotendeels via de consumptie en niet via het inkomen. Het lijkt alsof de ‘rijken en veelverdieners’ worden ontzien, maar dat is niet het geval. Die groep wordt op de eerste plaats belast via de consumptie. De meest noodzakelijke goederen bevinden zich in het lage tarief en maar voor een deel in het algemene tarief. Van dit soort goederen raak je snel verzadigd. Je gaat bijvoorbeeld geen twee kroppen sla eten omdat je veel verdient. Veelverdieners en rijken zullen juist goederen afnemen die worden belast in het hoogste tarief: grote huizen, dure auto’s, luxegoederen etc. Maar ook zij zullen voordeel hebben als ze een verstandiger consumptiekeuze maken. Doen ze dat niet, dan zullen ze spaartegoed opbouwen. De groei van het vermogen wordt dan belast via de vermogensmutatiebelasting. Als men nagenoeg niets uitgeeft, maar schenkt of na overlijden nalaat, kan het vermogen desgewenst nogmaals via een aparte heffing in de vermogensmutatiebelasting worden belast. Dus, naar keuze van de wetgever: wel degelijk progressie voor de krachtigste schouders. 31 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Omgaan met fiscale soevereiniteit Hiervoor heb ik de hoofdlijnen van de twee ordenende heffingen uiteengezet: de vermogensmutatieheffing en de verbruiksbelasting. Die heffingen kunnen alleen maar worden geëffectueerd als ze worden omgezet in concrete wetgeving. Ieder land is bang om zijn fiscale soevereiniteit te verliezen. Ieder land wil ongestoord zijn eigen fiscale ‘tuintje’ aan kunnen harken: een aftrekpostje hier en een heffinkje daar. In onze visie moet die soevereiniteit deels wijken, ter bescherming van de burger41, en voor het creëren van een balans tussen economie en ecologie. Maar ook om rust binnen de bevolking te brengen, een brug te slaan tussen politiek links en rechts. Die groepen moeten nader tot elkaar komen. Bovendien zijn er veel meer voordelen, die allemaal rechtstreeks aan de burger ten goede komen. We komen daar zo op terug. Om aan de soevereiniteit tegemoet te komen, kan men fiscaal-technisch de winstbelastingen en voorheffingen op ander inkomen (dividenden, arbeid) handhaven tot maximaal het tarief van de vermogensmutatiebelasting. Ondernemingen die bijvoorbeeld louter participanten binnen de EU hebben, kunnen op aanvraag worden vrijgesteld. De uitbetaling van lonen aan EUburgers kan in dit voorbeeld zonder inhouding geschieden. Als de ondernemingen ook participanten buiten de staat/EU hebben, of als het beursgenoteerde ondernemingen betreft, blijven die onderworpen aan de winstbelasting en eventueel voorheffingen op dividend en interest. Maar de winstbelasting en voorheffing op dividend is verrekenbaar en eventueel uitbetaalbaar42 in functie van het belang dat een (EU-)burger binnen die onderneming heeft. Bij beursgenoteerde ondernemingen kan die heffing gemakkelijk per aandeel worden bepaald43. Als een bevriend land ook een vermogensmutatieheffing en een soortgelijke verbruiksbelasting invoert, kan een verdelingsverdrag worden opgesteld. De inkomsten uit de goederenleveranties en de arbeids- en vermogensopbrengsten worden dan verdeeld. Ook hoeven tussen die inwoners van die verdragspartijen geen voorheffingen te worden toegepast. Het goederenverkeer, het kapitaalverkeer en het verkeer van menselijke diensten is dan fiscaal nagenoeg volledig vrij. De soevereiniteit blijft bestaan ten aanzien van: de hoogte van het algemene heffingsvrije vermogen; 41 “The objective of avoiding total destruction must have priority over any other objective.” (Albert Einstein 1947) 42 Een uitbetaalbaar systeem treft men nu ook aan bij de woonstaatheffing op interesten. 43 Uiteraard moeten dan fiscaal – technische maatregelen worden genomen om niet tot een oneigenlijke verrekening te komen. De verrekening kan men bijvoorbeeld beperken tot de bezitsduur van de aandelen. In het onderzoek worden ook die maatregelen behandeld. 32 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com de vrijstellingen ten aanzien van onroerende zaken; de tarifering van de goederen binnen een bepaalde bandbreedte; de opbrengst van schenkingen en erfenissen. Tien voordelen van het nieuwe systeem Met gebruik van de nodige verbeeldingskracht44 kunnen we de volgende voordelen van dit hypothetische stelsel bedenken: Voordeel 1: Balans tussen vraag en aanbod, productie en consumptie Door de indeling van schaarse, vervuilende en bedreigde goederen in de hoogste klasse verbruiksbelasting worden dergelijke goederen dubbel getroffen. Schaarse goederen zullen al in prijs stijgen door de ‘onzichtbare hand van Adam Smith’, de marktwerking: een vraag die hoger is dan het aanbod zal de prijs doen toenemen. Maar dat weerhoudt niet genoeg mensen ervan die goederen aan te schaffen. Daarom zullen ze daarboven nog worden belast met het hoogste tarief verbruiksbelasting. In sommige gevallen zal dat bijna een verdubbeling van de prijs betekenen. Verbeterde goederen, die niet of minder schaars of schadelijk zijn, kunnen worden onderworpen aan een lager tarief verbruiksbelasting. Zoals ik hiervoor heb uiteengezet, worden de normen voor indeling in een lagere klasse langzaam maar zeker aangescherpt. Goederen die nu verbeterd zijn, zullen gemeengoed worden en terug in het algemeen tarief worden geplaatst. Andere verbeterde goederen zullen zich aandienen, en zo kan het jaar in jaar uit doorgaan. Concreet levert dit systeem op: het tegengaan van vervuiling, overbevissing, honger, roof en dood in Afrika. Het tegengaan van ontbossing en de opwarming van de aarde door broeikasgassen met alle gevolgen van dien. Het gaat dan eigenlijk om het vinden van de balans tussen economie en ecologie45. Voordeel 2: Solidariteit, natuur & vrije keuze, groen rood en blauw 44 Albert Einstein: “Imagination is more important than knowledge. For knowledge is limited to all we now know and understand, while imagination embraces the entire world, and all there ever will be to know and understand.” 45 De gevaren van broeikasgassen moeten beslist serieus worden genomen. Een te grote stijging van de temperatuur heeft voor de mensheid onomkeerbare gevolgen. Zie ook de rapporten op: http://www.ipcc.ch/publications_and_data/publications_and_data_technical_papers.shtml 33 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Zoals eerder gezegd, zullen de rijken en veelverdieners de meeste belasting betalen. Dit geeft een dubbele solidariteit. Enerzijds betaalt deze draagkrachtige groep meer. Anderzijds zorgt men ervoor dat door schaarste ‘weg te heffen’ die goederen voor de mensheid blijven bestaan. De persoon met een hoog consumptiegedrag vervuilt en creëert schaarste. Door dit gedrag het zwaarst te belasten, compenseert die groep de andere, onthoudende groep. Dit belastingsysteem kun je dus dubbel sociaal noemen. De liberalen kunnen ook verheugd zijn. Zij streven vrije keuze na, en met dit fiscaal stelsel hebben ze de vrije keus om al dan niet veel belasting te betalen. Een klein voorbeeld kan dit verduidelijken: Er is een nieuw soort plasmatelevisie uitgevonden die in het jaar 2018 op de markt komt. Er bestaan ook upgrades van oude televisies. De liberaal kan de oude televisie wegdoen en een compleet nieuwe televisie kopen. Een nieuwe televisie wordt belast in het toptarief verbruiksbelasting van bijvoorbeeld 100%. Dus: €10.000 (€5.000 plus €5.000 verbruiksbelasting, de druk in de consumentenprijs is dus 50%). De upgrade kost €2.000 exclusief verbruiksbelasting en het inbouwen kost €1.000. Het inbouwen zelf wordt niet belast46. De upgrade wordt belast tegen het algemeen tarief van 100%. Door voor de upgrade te kiezen is de liberaal €5.000 kwijt. Een verstandige liberaal kiest voor de upgrade en spaart €5.000 uit. Iedereen heeft een ruimere keuze meer of minder belasting te betalen. In ons systeem kan de liberaal ook kiezen voor sparen in plaats van consumeren. Bij een inkomstenbelasting als ‘voorportaal’ is dat ondenkbaar. Verder zullen door algemene vermogensdrempels meer ondernemers starten. Men wordt immers nog niet belast op het vermogen, omdat de belastingvrije vermogensvoet nog niet bereikt is, Tenslotte is er door dit stelsel een betere marktwerking. Goederen in de handel zijn vrij van verbruiksbelasting, want de verbruiksbelasting vindt pas haar laatste rustplaats op het moment dat het goed aan de verbruiker verkocht is. In een groot deel van de keten rust dus geen verbruiksbelasting op goederen, die daardoor de wereld over kunnen zonder enige belastingheffing. Ook op dit vlak zal dit systeem de liberalen aanspreken. Eerder is aangetoond dat de directe belastingen (winstbelasting, inkomstenbelasting) het meest verstorend zijn. De vrije handel en de vrije keuze maakt het systeem ’dubbel liberaal’. Voordeel 3: Vergrijzing & zelfredzaamheid Ons systeem moedigt sparen en arbeidsparticipatie aan. Zoals ik hiervoor weergegaf, is primair het vermogen dat een mens tijdens het leven zelf heeft verdiend belastbaar met een vermogensmutatiebelasting. Deze belastingdruk zal lager liggen dan de druk van de verbruiksbelasting. Bovendien zal het ontsparen wegens consumptie in latere jaren gepaard kunnen gaan met een belastingcredit vanwege vermogensverlies47. 46 De diensten hoeven niet te worden belast. De vermogensovergangen die door het verrichten van diensten plaatsvinden, worden belast in de vermogensmutatiebelasting. 47 Alternatieven zijn een beperkte credit en/of het later kunnen verrekenen van een credit als het vermogen weer toeneemt. 34 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Iedereen heeft zo zijn eigen ideeën over en invulling van zijn financiële toekomst. Hoeveel verdien ik nu, hoeveel geld kan ik op dit moment opzij zetten? En wat ga ik later besteden, hoeveel zal ik wellicht erven, uit hoeveel personen bestaat later mijn gezin? De financiële levensloop is voor niemand hetzelfde. Socialezekerheidsstelsels brokkelen gestaag maar zeker af. Ze zijn minder nodig, ze verstoren de internationale concurrentieverhoudingen en zijn voor veel landen in combinatie met de staatsschulden en vergrijzing onbetaalbaar geworden. Het ruime ‘gepamper’ van de bevolking zal en moet wellicht stoppen; er zal wel iets voor in de plaats moeten komen, wil je een zelfredzame bevolking behouden. Binnen ons stelsel wordt het sparen automatisch aangemoedigd. Je betaalt over de inkomende geldstroom immers niet eerst inkomstenbelasting. Weliswaar zul je getroffen worden door een vermogensmutatieheffing, maar op het moment van ontsparen door consumptie krijg je een credit die uitbetaalbaar kan zijn. De consumptie wordt uiteraard wel belast met verbruiksbelasting etc., zodat een dergelijk systeem zorgt voor compensatie. Een (mini-)stelsel, een systeem waarbij je door sparen op latere leeftijd minstens in de behoeften kunt voorzien, kan in het geheel buiten de vermogensmutatieheffing blijven. Afhankelijk van de leeftijd en de gezinssamenstelling kun je een actuarieel bepaald vermogen vrijstellen. Allerlei vermogensbestanddelen kunnen de invulling van dit vrijgestelde vermogen vormen: de woning (minus de schuld), het vermogen van het bedrijf, een spaarrekening en uiteraard het echte pensioenvermogen. Grote groepen mensen kunnen fiscaal gestimuleerd worden—door die generieke vrijstelling - in het eigen pensioen en weerstandsvermogen te voorzien. Dit vrije vermogen fiscaal stimuleren door een generieke vrijstelling is vele malen belangrijker en socialer dan een generieke belastingvrije som in de inkomstenbelasting! En zal bovendien macro-economisch voordeliger zijn. Mensen met een sociale achterstand kunnen die achterstand door belastingvrije vermogensopbouw sneller inhalen. Ook in dit opzicht is dit systeem socialer. Verder wordt het overhevelen van vermogen van een rijke generatie naar een jonge generatie gestimuleerd. De jonge generatie benut het heffingsvrije vermogen en de oude generatie wordt niet op dat vermogen belast. Andersom kan uiteraard ook, maar dat doet zich minder vaak voor. Het is de jonge generatie die aan de slag moet en daar heeft die generatie een beetje vermogen voor nodig. Zoals een plant voeding, water, licht en ruimte nodig heeft om te groeien. Of zoals in de oude verdwenen gemeenschappen waar de gezinnen een eigen plekje aangewezen kregen om een gezin te stichten. De oudere generatie moet een deel van de verworven vruchten afgeven aan de jongere generatie zodat die ook kan ’groeien’48. Fiscaal druk op de rijke bevolking/generatie leggen om vermogen over te hevelen zal de economie stimuleren. De jongere generatie zal dit vermogen zeker inzetten om verder te komen (onderneming starten, huis bouwen, op jongere leeftijd een gezin stichten, etc.). Tenslotte heeft een generieke vrijstelling van het vermogen ook een doelmatigheidsreden: niet iedereen hoeft aangifte te doen voor de vermogensmutatieheffing. Voordeel 4: Goed functionerende overheid(sinterventie) 48 Albert Einstein: “Look deep into nature, and then you will understand everything better.” 35 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com We hebben recent gezien dat grote groepen consumenten in tijden van crisis ‘op hun geld gaan zitten’. Ze sparen, ze zijn angstig voor magere tijden. De combinatie van vermogensmutatiebelasting en verbruiksbelasting zorgt ervoor dat de overheidsinkomsten stabiel zijn. Als er niet geconsumeerd wordt, wordt er gespaard, en dat verhoogt weer de belastinginkomsten vanwege de vermogensmutatiebelasting. Er is dus sprake van communicerende vaten. Die ruimte zorgt ervoor dat er in tijden van crisis plaats is voor stimulerende maatregelen. Die maatregelen moeten niet het stimuleren van bedrijven, maar het stimuleren van de vraag beogen. Wat moet een bedrijf immers met zijn investeringen als er geen vraag naar de producten is? Daarom is de vraag stimuleren het adagium. Een verbruiksbelastingstelsel met opbouwende tarieven zal daarbij zeker helpen. Je kunt tijdelijk bepaalde goederen in een lager tarief plaatsen waardoor de vraag naar deze goederen stijgt. Dat geeft de bedrijfssector en vervolgens de arbeidsmarkt weer een impuls. Je kunt er daarnaast voor kiezen tijdelijk het tarief van de vermogensmutatiebelasting te verhogen. Dat straft het overdreven spaargedrag af. De hopeloze monetaire - en rentepolitiek kan worden verlaten om de economie een impuls te geven. Je kunt een stimulans beter uitvoeren via een tijdelijke verlaging van de verbruiksbelasting. De bedrijven kunnen dan weer aan de slag, werknemers weer aan het werk. De tijdelijk lagere verbruiksbelasting verdwijnt in de zakken van een brede laag van de bevolking, wat precies de bedoeling is. Dit stabiliserend effect zal ook automatisch plaatsvinden als sprake is van een vermogensmutatiebelasting. Bij het door ons voorgestelde systeem is dat het geval. Mensen willen niet graag extra belasting voldoen door onnodig op hun vermogen te gaan zitten en eigenlijk noodzakelijke consumptie uit te stellen. Het gevaar voor hen is dubbele heffing (een keer via de vermogensmutatiebelasting en een keer via de consumptiebelastingen). Er kunnen ook eerder menselijke diensten worden ingezet waarvan de inzet sec niet belastbaar is (er is geen inkomstenbelasting meer en ook geen btw op diensten). Ontsparen zorgt dus voor sparen bij de andere arbeidzoekende groep. De arbeidzoekende groep kan ook eerder werkloos zijn geweest. Aldus zal het belasten van sparen (vermogensmutatieheffing) en verbruiken (verbruiksbelasting) de economie op twee vlakken automatisch stabiliseren. Binnen de macro-economie noemt men dit een automatische stabilisator (De Kam 2008; 112). Het vormt voor de overheid, naast deze stabilisator, ook een vaste bron van inkomsten. Gevolg: een goed functionerende overheid In de democratieën stellen de overheden het welzijn van de burgers centraal. De drie basisdoelstellingen van dergelijke overheden op economisch vlak zijn: de allocatie van middelen, herverdelen van inkomens en de stabilisatie van de economie (Musgrave 1989). De overheid kan met dit fiscale stelsel in de hand op een heel effectieve en efficiënte wijze deze doelstellingen nastreven. Bovendien kan dat op een manier die logisch is en voor de bevolking acceptabel is: Herverdelen kan door de tarieven verbruiksbelasting en de vermogensmutatiebelasting. De vermogensmutatiebelasting moet daarbij bezien worden in combinatie met de algemene vrijstelling voor het kunnen verkrijgen van vermogen. Verder moet men de herverdeling zien in combinatie met de erf- en schenkingscomponent. Het gaat dan om herverdelen van vermogen, het gestolde en niet-geconsumeerde inkomen. 36 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Allocatie van schaarse middelen gaat via de particuliere sector. Er is in mindere mate een publieke sector nodig die direct in de markt intervenieert. Een lagere of juist hogere verbruiksbelasting zal die goederen immers direct treffen. Het gebruik ervan wordt effectief gestimuleerd of juist afgeremd. Hoe hoger de tariefverschillen, hoe effectiever de maatregelen zijn. Op dit moment doet een verschil van 10 of 15 % veel, maar niet genoeg. Wat gaat er evenwel gebeuren als het verschil 50% 49 wordt? Een overheid kan een dergelijke maatregel op termijn en/of stapsgewijs aankondigen, zodat de markt zich kan. Uiteraard is het niet de bedoeling alle consumptie ‘weg te heffen’. Het gaat er om de consumptie te verschuiven naar goederen met de geringste negatieve externe effecten door de productie en consumptie ervan (vervuiling, schaarste etc.). Wat se stabilisatie van de economie betreft: zoals ik hiervoor al heb uiteengezet, zijn vermogensaanwas en consumptie ten dele communicerende vaten. In tijden van crisis kunnen die vaten bovendien anders worden belast: - Crisis: lagere verbruiksbelasting en een zwaardere vermogensmutatiebelasting. - Hoogconjunctuur: hogere verbruiksbelasting en eventueel een lagere vermogensaanwasbelasting. Bij hoogconjunctuur worden de grondstoffen automatisch duurder en dit zal de prijzen doen stijgen. De extra belastingheffing zal ervoor zorgen dat de economie niet oververhit raakt. Bij laagconjunctuur is het precies andersom. Door de automatische verdeling van vermogen en verbruik ontstaat (ook automatisch) minder behoefte aan overheid. Er wordt tegendruk uitgeoefend op schadelijke goederen door de belastingheffing en er wordt tegendruk op teveel vermogensbezit uitgeoefend, tenzij het vermogen betreft waar de gemeenschap iets aan heeft (kapitaal voor verbeterde goederen, vermogen geïnvesteerd in musea, bossen, scholen, sociale woningen, bibliotheken,…). Deze tegendruk zorgt ook automatisch voor een betere verdeling van rijkdom. Een zelf direct ingrijpende overheid is dan minder nodig. Bovendien wordt het vermogen beheerd door de mensen die het hebben opgebouwd. Die zullen beslist zorgen voor een efficiënte en effectieve inzet ervan: het zijn mensen die verstand van zaken hebben. De van te voren door de wetgever geschapen kaders voor maatschappelijk vermogen zullen gemakkelijk worden gerealiseerd. Er hoeft dan minder bij de rest van het volk te worden weggehaald zodat die nog eerder zelfvoorzienend wordt. Als de heffingen minder opleveren is er ook minder behoefte aan een overheid. Voordeel 5: Stimulering arbeidsparticipatie & kapitaalkrachtige bedrijven De progressieve heffing in de huidige inkomstenbelasting zorgt ervoor dat de arbeidsparticipatie wordt bemoeilijkt. Dit ziet men het sterkst bij de groep die een beroep doet op sociale-zekerheidsregelingen. Zodra 49 Bij een tariefsverschil van 50% moet men niet denken als bij de inkomstenbelasting. Een verhoging van 50% btw betekent consumentenprijs inclusief 50% verhoging. Van 20% btw naar 70% btw betekent bij een eenvoudige kostprijs plus winstopslag van 100, veelal een prijsmutatie van 120 naar 170. Ik ga er dan van uit dat de btw-druk volledig in de prijs kan worden verdisconteerd. Dat is afhankelijk van vraag en aanbod elasticiteit. De belastingdruk op dit goed gaat van 17% (20/120*100%) naar 41% (70/170*100%). 37 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com personen uit die gaan werken, krijgen ze groep binnen het huidige systeem te maken met een zwaardere belastingheffing. Dat komt met name door de progressie in de inkomstenbelasting. In combinatie met andere inkomensafhankelijke regelingen en sociale regelingen zorgt dit ervoor dat die groep mensen nauwelijks gestimuleerd wordt om een betaalde baan te kiezen. Men noemt dat de armoedeval. De armoedeval wordt veel kleiner als men helemaal geen inkomstenbelasting meer kent. Iedere euro bruto vormt een euro extra. Bij het huidige systeem wordt men vervolgens getroffen met een progressieve heffing. In het door ons voorgestelde systeem gaat die overloop veel bemoedigender. Extra werken levert ook echt meer op50. Niet alleen grote gezinnen en lage-inkomensgroepen zullen voordeel van dit systeem ondervinden. Dat is al eerder aangestipt. Succesvolle groepen maken de keuze tussen hard werken en veel belasting voldoen enerzijds, en bijvoorbeeld vrije tijd anderzijds. Dergelijke groepen worden door de progressieve inkomensheffing nu afgeremd in hun kunnen en streven. Dat moet juist omgekeerd zijn. IJverige en succesvolle mensen moeten gekoesterd worden. Hun overmatige consumptie moet uiteraard wel belast worden, maar het is onnodig en onwenselijk hun vermogensvooruitgang af te remmen, tenzij het vermogen extreem groot – en daardoor verdrukkend – wordt. Een vermogensmutatieheffing met een matig vlak tarief zal ervoor zorgen dat mensen hard zullen werken in de tijd dat ze het kunnen. Men zal bijvoorbeeld investeren in het bedrijf en meestal gematigd zijn met consumeren. Of geld opzij zetten om later een bedrijf te starten of over te nemen. Of een woning te kopen en een gezin te stichten. Pas op het moment dat het vermogen voor de belastingplichtige ’overbodig’ is geworden, kan extra worden geheven door de verervings- en schenkingscomponent in de vermogensmutatieheffing. Bij het huidige inkomstenbelastingsysteem ondergaat het inkomen veelal eerst een progressief tarief. De vrijkomende middelen kunnen pas na die heffing worden geïnvesteerd. Dit gaat ten koste van de zelfontplooiing van mensen, maar ook van het weerstandsvermogen en de groei van bedrijven. Voordeel 6: Vereenvoudiging & verhoging mobiliteit Het doorvoeren van een stelsel met een zware verbruiksbelasting op goederen en een vermogensaanwasbelasting betekent het (geleidelijk) afschaffen van de inkomstenbelasting, de winstbelasting en daarmee een groot deel van het internationaal en Europees belastingrecht. Voor fiscalisten betekent dit: Het verschil in fiscale behandeling tussen kapitaal en vreemd vermogen verdwijnt. Het verschil tussen inkomen en kosten verdwijnt. Het verschil tussen inkomen en onbelaste meerwaarden verdwijnt. 50 In de arbeidzame fase is de druk lager dan de huidige inkomstenbelasting. Na de arbeidzame fase wordt bij een teveel aan vermogen de druk potentieel hoger, tenzij men overdraagt of omzet in maatschappelijk vermogen. 38 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Het bronnenstelsel wordt vervangen door een bronneutraal stelsel. Er wordt geheven bij de tegenhangers van het economisch inkomen: de vermogensmutatie en de consumptie. De problematische heffing op incidentele baten/winsten en de toepassing van bijzondere tarieven verdwijnt. Invoering van een volstrekt rechtsvormneutrale heffing. De fiscale eenheid om tot groepsverliesverrekening te komen wordt overbodig. Opheffing van zeer veel internationale fiscale barrières. Geen bronheffingen meer. Fiscale gelijkheid tussen alle inkomstengenieters; geen gedoe meer met aftrekposten om tot gelijkheid te komen. Meer leefvormneutrale heffing. Successierechten en schenkingsrechten worden in de vermogensmutatiebelasting opgenomen. Ook die aparte heffingen kunnen vervallen. Het onderscheid tussen diensten en goederen kan in de verbruiksbelasting vervallen. Alleen de goederen worden getroffen. Het aantal aan de verbruiksbelasting onderworpen ondernemers kan omlaag. Alleen de klassieke ‘productieketen’ en ‘handelsketen’ kan op verzoek vrijstelling krijgen van verbruikersbelasting. Op de aanschaf van goederen door de overigen (banken, verzekeringsmaatschappijen, dienstverleners, kleinhandelaren zonder verzoek) zal de progressieve verbruikersbelasting drukken51. Er komt weinig voor in de plaats. Men moet alleen het vermogen op 31 december waarderen en tellen. Uiteraard kunnen op dat punt de nodige discussies ontstaan, maar het belang is gering. Een ‘fout’ in de waardering of het tellen wordt immers in de toekomst in de heffing betrokken. Op het gebied van het internationaal belastingrecht moeten andere methoden worden toegepast. Het internationaal belastingrecht is gestoeld op gedachtegoed uit de Eerste Wereldoorlog, toen paard en wagen nog het voornaamste vervoermiddel was. Toch is het OESO-modelverdrag nog steeds op dat gedachtegoed gebaseerd. Men bouwt op deze fundamenten hele huizen, en zelfs torenflats … Op microniveau wordt de heffing tussen landen verdeeld. Men stoelt dat op soevereiniteit. Een beetje 51 Binnen de vermogensmutatiebelasting zal ik in een beperkte ‘werktuigvrijstelling’ voorzien, zodat deze groep niet te zwaar (dubbel) met vermogensmutatiebelasting wordt getroffen. Verder geldt binnen de vermogensmutatiebelasting een willekeurige waardering voor aangekochte verbeterde goederen die minder schadelijk zijn. 39 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com winstbelasting voor het ene land, een beetje dividendbelastingopbrengst voor het andere land. De inkomstenbelasting verdelen we bijvoorbeeld naar rato van het aantal dagen dat iemand al dan niet gewerkt heeft in een land. Er zijn boekenkasten vol over geschreven en de complexiteit neemt alleen maar toe. Einstein zou verzuchten: “Any intelligent fool can make things bigger and more complex.” en “We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.” In de fiscale praktijk moet men uren spenderen om dergelijke mensen en bedrijven te helpen. Gewone mensen die proberen hun boterham te verdienen wordt het vaak onmogelijk en onnodig complex gemaakt. Zouden we heden ten dage een dergelijk modelverdrag als uitgangspunt nemen? Beslist niet. Het OESO-modelverdrag verdeelt de belastingen op microniveau. Binnen continenten als Europa met veel relatief kleine landen brengt dit geweldige problemen met zich mee. Bij de invoering van een progressieve verbruiksbelasting en een vermogenswinstbelasting komt de heffing nagenoeg volledig aan het woonland toe. Mogelijk voelen sommige landen zich dan aangetast in hun soevereiniteitsrechten. De soevereiniteitsrechten zijn echter op eenvoudige manier financieel te gelde te maken. De bedrijven en de burgers moeten daarmee niet meer worden lastiggevallen. In ons concept gebeurt dat ook niet meer. Alles komt in eerste instantie toe aan het woonland. Bij de opheffing van de onzichtbare belastingbarrières zal een juistere allocatie van vermogen en arbeid plaatsvinden. Werken en participeren over de grens wordt ook gemakkelijker. Als op macroniveau echter de opbrengsten worden verdeeld, dan hebben de landen hun zin. In hoofdstuk 5 zullen daartoe concepten worden uitgewerkt. Die concepten kunnen de landen gebruiken als verdeelsleutels om hun oude soevereiniteitsrechten te gelde te maken. Het is te hopen dat ze die gebruiken. De landen hebben elkaar nodig om de inkomstenbelasting af te breken. De belemmeringen tussen de landen moeten worden opgeheven52. Darwin bewees: “In the long history of human kind (and animal kind, too) those who learned to collaborate and improvise most effectively have prevailed.” Voordeel 7: Bestrijding zwart geld, corruptie, witwassen en criminele activiteiten De vermogensmutatiebelasting kun je vormgeven door een heffing die louter aanknoopt bij het eindvermogen. Het beginvermogen is het aangegeven eindvermogen van het vorige kalenderjaar. Als dat eindvermogen gevolgd wordt door de inspecteur, staan het eindvermogen en het beginvermogen vast. Het is niet meer te wijzigen. Ik noem dit het formele vermogen. Als later niet aangegeven vermogen ontdekt wordt, kan dat worden opgenomen in het eindvermogen van het jaar dat het verzwegen vermogen ontdekt is. Op die manier is de heffing zeer moeilijk te ontlopen. Het hangt levenslang als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Uiteraard kunnen ook nog de nodige boetes opgelegd worden en kan men revisierente toepassen. 52 A. Einstein, Peace Congress of Intellectials in Wroclav, August 29, 1948 40 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Verzwijgen en gebruik maken van de vervaltermijnen, zoals bij het verzwijgen van inkomen gebruikelijk is, loont niet meer. Alleen door te consumeren of door het geld aan het vermogen toe te voegen zal de crimineel iets met het geld kunnen doen. In beide gevallen wordt belasting voldaan. Alleen emigreren zal een crimineel wellicht helpen, maar dat is ook bij de huidige inkomstenbelasting een ‘oplossing’53. Een dergelijk stelsel is op dit punt rechtvaardiger jegens eerlijke belastingplichtigen en zal verschonend werken ten opzichte van zwart geld, corruptie, witwasserij en andere criminele activiteiten. Voordeel 8: Betere controle & invordering De verbruiksbelasting knoopt aan bij prestaties onder bezwarende titel54, het ruilverkeer. Dit geeft een tegengesteld belang, er zijn nagenoeg steeds twee tegenpartijen. Soms wordt een tegenprestatie gefingeerd55 ; dit is evenwel eerder uitzondering dan regel. Binnen elk bedrijf vindt een waardekringloop plaats56. Voor handelsbedrijven van inkoop, naar opslag en dan weer verkoop; de geldbeweging verloopt in tegengestelde richting. Dit zijn de sterkste verbanden omdat goederen (en de daaruit voortkomende geldbeweging) te volgen zijn. Binnen de controleleer kunnen dan sterke verbanden tussen dergelijke kringlopen plaatsvinden (Starreveld 1994). De opkomst van giraal geld zal deze kringloop beter in beeld brengen. De verbanden zullen nog harder worden57. Bovendien zijn er binnen de controleleer standaarden ontwikkeld voor geautomatiseerde afdoening van de controlerichting. In Nederland heeft veel software de mogelijkheid financiële data te exporteren naar een standaard, die zowel voor de externe accountant als ook voor de inspecteur kan worden opgevraagd. Deze ontwikkelingen zullen doorzetten, men zal er niet aan ontkomen. Het is ook een gezonde ontwikkeling voor iedere eerlijke ondernemer. Binnen het door ons voorgestelde systeem kan bovendien een groot deel van het controleapparaat van de directe belastingen verschuiven naar de indirecte belastingen. Dit zijn veelal de ondernemers. Dat zijn veel minder belastingplichtigen. Bovendien gaat het dan alleen om productiebedrijven en de niet vrijgestelde handelaren in de 53 De ‘oplossing’ geeft een dubbel effect. Een land wordt verlost van onrecht en criminaliteit. Bovendien straft de crimineel zichzelf omdat hij uit geldhonger en angst verplicht is de banden met zijn leefmilieu door te snijden. Men kan stellen dat hij zichzelf zonder proces, maar wel na vermoedelijk jarenlange overdenking, de middeleeuwse straf ‘verbanning’ oplegt. 54 Zoals in art. 2 BTW Richtlijn 2006. Richtlijn van de Raad van 28 november 2006, PbEU L347. 55 In de btw worden soms prestaties gefingeerd. Bijvoorbeeld een onttrekking aan een goed voor privédoeleinden. Art. 16 BTW Richtlijn 2006. Ik pas bepaalde concepten van de btw-richtlijn toe in ons onderzoek. 56 Starreveld, R.W. ea, Bestuurlijke informatieverzorging, deel 2, typologie van de toepassingen, derde druk, Samsom Bedrijfsinformatie, Alphen aan den Rijn/Deurne, 1992, P 231 .. 233. 57 Het aantal betalingen met “PIN” steeg in Nederland van 371 miljoen in 1996 tot 2.379,3 miljoen in 2010. De afgelopen jaren was de groei van de transacties gemiddeld 10% per jaar. Verder ontwikkelt men thans binnen SEPA een standaard waarmee real time en online elektronische betaalopdrachten binnen de Europa kunnen plaatsvinden. Bron www.currence.nl 41 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com handelsketen. Ook dienstverleners ed worden niet opgenomen in de verbruiksbelasting. Op de goederen die deze ondernemers kopen rust verbruiksbelasting. Er zijn dus ook veel minder subjecten te controleren. De beter toetsbare waardekringloop, de voortschrijdende (geautomatiseerde) controlemogelijkheden en de verschoven aandacht naar verbruiksbelasting-belastingplichtigen zal de opbrengst en efficiency van het controleapparaat verhogen. Ik voorzie verder in de toekomst een geautomatiseerd betalingssysteem, waarbij bij iedere betaling de verbruiksbelasting automatisch bij de ontvanger terechtkomt. Van een verbruiksbelastingadministratie is de ondernemer dan ook verlost. De ontvanger is verlost van invorderingsmaatregelen. En wat de invordering betreft van de vermogensmutatiebelasting met een heffingsvrij vermogen: de invorderingsproblemen zullen sterk dalen. Immers: iemand die meer vermogen heeft dan het heffingsvrije vermogen, zal ook de belasting boven het heffingsvrije vermogen kunnen betalen. Voordeel 9: Concurrentiepositie ten opzichte van verspillende landen De inkomstenbelasting en winstbelasting werken economisch verstorend. De heffingen zijn complex58 en brengen verspillingen, verstoringen en internationale spanningen teweeg. Ze zorgen bovendien dat een onjuiste allocatie van vermogen en inkomen plaatsvindt, daar waar de belastingdruk het laagst is. De Westerse economieën staan door dergelijke systemen al een paar punten achter op de Oosterse economieën. De laatste hebben in mindere mate last van winstbelastingen en inkomstenbelasting. De landen die met een progressief systeem van verbruiksbelasting gaan werken, zullen nuttiger en spaarzamer met natuurlijke rijkdommen omspringen. Langzaam maar zeker zal de technologie daarop zijn toegerust. Op lange termijn zal dat deze landen beslist voorsprong geven op het gebied van welzijn en economie. De landen die nu met oogkleppen op de consumptiecyclus instappen, zullen hun eigen graf graven. De prijs die vraag en aanbod op grondstoffen teweeg zal brengen, dwingt die landen ook een zuinig systeem aan te leggen. De groei van de CRBindex, een index waar de belangrijkste grondstoffen in zitten, toont die noodzaak aan. 58 “Bureaucracy is the death of any achievement.” (Albert Einstein, 1934) 42 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Met dank aan Edwin Vandamme Op dit punt zal een economie met een technologie die minder verspillend is, op termijn winnen van de op korte termijn verspillende economie. De prijzen zullen vermoedelijk – gelet op de groei van de wereldbevolking en de ontwikkelingen in het Oosten - verder stijgen. Om vier redenen moet toch principieel een zware heffing op schaarse goederen plaatsvinden: behoud van de goederen voor de toekomst; voorkomen van vervuiling; inkomsten genereren voor de overheid; innovatie stimuleren De eerste drie punten liggen voor de hand. Het laatste behoeft toelichting. De meest tot de verbeelding sprekende voorbeelden van schaarse goederen die toch zwaar worden belast, zijn brandstoffen en autogebruik. Auto’s zijn voor veel mensen gewone gebruikersgoederen geworden, ook in de landen die nu tot de opkomende economieën behoren. De aardolie is door de vraag enorm duur geworden. Ook een auto kost het nodige. De vraag dient zich aan wat er zou gebeuren als op die goederen geen verbruiksbelasting zou worden geheven. Precies, de schaarste en destructie zouden niet te overzien zijn. 43 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Door die goederen extra te belasten wordt de industrie bovendien innovatief. Men anticipeert als het ware op een nog grotere schaarste in de toekomst. De belastingheffing legt als het ware een fictieve schaarste op die goederen. De innovatie zal ons vooruit brengen zonder de economie op termijn te schaden. Innovatie kost enorm veel geld, maar het gaat om diensten: die vervuilen niet. hetze leveren werk op en de ecologie wordt gespaard. Op lange termijn zal zich dit economisch terugbetalen in een besparing op grondstoffen. Bovendien zullen, zoals eerder gesteld, de negatieve externe effecten verminderen. Degene die toch slechte producten koopt, compenseert fiscaal de onthouder. Innovatie wordt in ons systeem op drie vlakken gestimuleerd: 1. Door de mogelijkheid de goede producten in een veel lagere klasse verbruiksbelasting te brengen, de eindprijs te verlagen en die producten aldus de markt te laten winnen. Door de producten die een te grote behoefte hebben aan schaarse grondstoffen in het zware algemene tarief te belasten, wordt innovatie juist extra gestimuleerd. 2. Door in de vermogensmutatieheffing groei van innovatiekapitaal vrij te stellen. 3. Door buitenlandse deskundigen/specialisten die hier tijdelijk verblijven, hun inkomen netto, eventueel zonder mutatieheffing, te laten verdienen. Toonde Darwin immers niet aan: “It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent that survives. It is the one that is the most adaptable to change.” Voordeel 10: Meer informatie voor de consument Door de differentiatie in de verbruiksbelasting weet de consument welke goederen ‘goed’ zijn en welke niet. Het is dan ook verstandig om het tarief verbruiksbelasting op de aangeboden goederen weer te geven59 (bijvoorbeeld klasse A t/m E). De mensen willen dat weten, ze zijn hun eigen verspillingen zat. Mensen zijn naast economische wezens immers ook sociale wezens. Steeds vaker proberen producten zich te onderscheiden door ecologische claims als duurzaam, groen, scharrel etc. In ons systeem wordt een dergelijke claim pas echt beloond door een lager tarief verbruiksbelasting, als hij ook objectief bewezen is. Een producent moet eerst aantonen dat zijn product werkelijk beter is op het gebied van de socio-, geo- of biosfeer. Zo niet, dan is het commerciële praat en blijft het hoge tarief verbruiksbelasting van toepassing. De consument kan zo beter zijn conclusies trekken en gemakkelijker keuzes maken. 59 Dit is een onderdeel van de “Radicale transparantie” bedoeld door DANIEL GOLEMAN, “Het belang van ecologie voor een eerlijke markt”, vertaald door Mirjam Westbroek, Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Contact, 2009, P 14 44 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Tenslotte maakt dit systeem de mens ‘baas’ over de spullen die de wereld over gaan. Producten gemaakt door fabrikanten die mensen uitbuiten en het milieu verzieken worden door de toegevoegde informatie door de markt weggeselecteerd. Uitgangspunten en opbouw van het onderzoek Met dit onderzoek proberen wij niet alleen tot het beste belastingsysteem te komen. We willen ook een internationaal toepasbaar systeem, dat aan de noden van ieder land kan worden aangepast. Is er sprake van een zeer grote kloof tussen rijk en arm? Dan kan het betreffende land een verzwaring van de verervings- en schenkingscomponent in de vermogensmutatiebelasting invoeren. Bijvoorbeeld zwaardere tarieven en minder vrijstellingen bij overgang van vermogen wegens schenking en successie. Met daarnaast een hogere vrijstelling in de algemene vermogensmutatieheffing. Een land met een hoge productiviteit die gepaard gaat met grote verspilling, kan besluiten de tarieven van de verbruikersbelastingen in te voeren. De zwaarte en verdeling van de heffingen kan per land verschillenen, terwijl de systematiek hetzelfde kan blijven. De basisvoorwaarde is dat er steeds een balans kan ontstaan tussen economie en ecologie, maar ook tussen een sociaal en een liberaal politiek stelsel. Niet uitgaan van bestaand recht We vertrekken uitdrukkelijk niet vanuit bestaand positief recht. Daarvoor hebben we een aantal goede redenen: Op de eerste plaats is bestaand positief recht altijd het recht van een bepaald land, want elk land heeft zijn eigen ‘tuintje’, zijn belastingstelsel. Als je vanuit een dergelijk nationaal stelsel begint te werken zul je nooit een meer universeel toepasbaar systeem vinden. Het zal dan een systeem worden dat maar in één land kan worden toegepast, en dat willen we niet. Ten tweede zijn de bestaande systemen historisch gegroeid, zonder dat men eigenlijk beseft hoe het eindresultaat nu precies tot stand is gekomen. Laat staan dat er überhaupt sprake kan zijn van een harmonieus geheel60. Ten derde zijn politieke belangen niet per se gelijk aan de belangen van de meerderheid van de bevolking. Bij politieke beslissingen worden politieke belangen ‘geruild’ om een meerderheid voor een bepaald wetsvoorstel te krijgen. Er was dan eigenlijk twee maal sprake van een minderheid. Georganiseerde pressiegroepen laten zich vooral via de media horen. Grote bevolkingsgroepen zijn echter minder georganiseerd, minder ‘zichtbaar’ als groep. Ze krijgen dan ook minder vaak hun zin. Verder zijn er de lobbyisten die op sluikse wijze zeer diverse belangen dienen. En dan hebben we nog de informatie- en machtsspelen die ambtenaren, als uitvoerende macht, met de wetgevende macht uitvechten. Heel dit gebeuren noemt men de politieke economie61. De sporen daarvan 60 “For too long, tax reforms have been approached ad hoc, without regard to their effects on the evolution of the tax structure as a whole. As a result many parts of the system seem to lack a rational base. Conflicting objectives are pursued at random; and even particular objectives are pursued at random; and even particular objectives are pursued in contradictory ways. Unfortunately, this critique still holds true today.” (Mirrlees J et all, Dimensions of tax design, Oxford University Press, 2010, Preface) 61 Een samenvatting is te vinden in: De Kam C.A., Overheidsfinanciën, Twaalfde Druk, Wolters - Noordhoff, Groningen, 2008, Hoofdstuk 3 45 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com zijn steeds terug te vinden in de inkomstenbelastingen van de landen. Met de specifieke uitkomsten van de politieke economie van een land kan men dus weinig aanvangen. Die zullen nooit universeel acceptabel zijn. Ten vierde hebben veel westerse landen een grote plaats ingeruimd voor de inkomstenbelasting en winstbelastingen, terwijl dat eigenlijk een van de grote struikelblokken is bij het verkrijgen van evenwichtige systemen. Ten vijfde moeten we een systeem nasteven waarbij er, gelet op de toenemende internationalisering, minder fiscale barrières zijn. Met inkomstenbelastingen is dat niet te realiseren. Een inkomstenbelasting belast een stroomgrootheid. Het inkomen wordt verdiend tijdens een bepaalde periode. Maar het begrip inkomen wordt per land anders gedefinieerd. Er zijn net zoveel definities als er landen zijn die de inkomsten belasten62. In ieder land hebben we te maken met vermogen en verbruik. Om goed te heffen is het voldoende om dat vermogen en verbruik te definiëren, of beter gezegd: in beeld te brengen. En precies daar zit de mogelijkheid tot harmonisatie. Overal ter wereld weet men immers heel goed wat vermogen is. En dat vermogen kan men overal volgens dezelfde grote principes waarderen en belasten. Hetzelfde geldt voor het verbruik. Het verbruik betreft een bepaald goed. Ook dat goed kun je volgens steeds dezelfde principes belasten. Een inkomstenbelasting harmoniseren is onbegonnen werk, maar vermogen en verbruik zijn van nature geharmoniseerde begrippen. Een krop sla eten in Nederland is hetzelfde als een krop sla eten in Australië63. Een kilo goud uit Australië kan men gerust ruilen met een kilo goud uit Nederland. Vermogen en verbruik zijn begrippen die overal hetzelfde zijn. We moeten alleen aan vermogen dezelfde soort waarde plakken, volgens hetzelfde waarderingsprincipe dus. Daarom wordt het door ons voorgestelde systeem een universeel systeem voor de toekomst, zonder internationale fiscale barrières. Ten zesde zullen veel van de in landen bestaande noden en noodwendigheden verdwijnen door een andere manier van heffen. Veel van die noodwendigheden hebben te maken met antimisbruik- bepalingen, maatregelen om de controle en invordering te vergemakkelijken, en diverse faciliteiten om verschillende vormen van rechtvaardigheid te bevorderen. Nagenoeg al deze noodwendigheden kunnen verdwijnen. Misschien lijken dit nogal grote woorden. Het vergt dan ook een flinke gedachtesprong om niet meer te denken in termen van inkomstenbelasting, maar alleen aan vermogen en het verbruik van goederen. Vermogen bestaat bijvoorbeeld uit een woning. Dat is de voor ons de reële, bestaande wereld64. U zult vanzelf merken dat er geen behoefte meer bestaat aan al die faciliteiten die wereldwijd zijn ingevoerd. Het heeft immers geen nut meer de kosten te definiëren, want we heffen op de mutatie van het totale vermogen van een persoon. Dat vermogen is al verlaagd door de kosten. Hetzelfde geldt voor geldstromen zoals alimentatie, schadeloosstellingen, kleine giften, ziektekosten, rentebetalingen, 62 En dan nog worden in de landen talrijke procedures gevoerd omdat discussie bestaat of iets al dan niet tot een bepaalde (categorie) inkomen behoort. 63 Hetgeen overigens niet hoeft te zeggen dat de zwaarte van de heffing uiteindelijk hetzelfde is. Wat als de krop sla via het vliegtuig naar Australië heeft gereisd. In dat geval zal de verbruiksbelasting hoger dienen te liggen omdat er meer is ontrokken aan de ecologie (verbruik kerosine e.d.). 64 Al blijkt dat niet waar te zijn. Albert Einstein: “Reality is merely an illusion, albeit a very persistent one.” 46 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com studiekosten, kosten voor kinderopvang. Het heeft geen zin meer die stroomgrootheden in beeld te brengen. Ze zijn uit het vermogen van de een in het vermogen van de ander gekomen. En omdat vermogen een saldobegrip bij een bepaalde persoon is, is de belastbare grondslag snel klaar. Kan er dan niets ontsnappen aan de fiscus? Nee. Het ontdane vermogen van de een komt er bij de ander bij, die er vervolgens op wordt belast. Schenkingen kunnen naar believen worden gecorrigeerd. Al is dat niet perse nodig, omdat een ontvangen schenking bij de ander, de ontvanger, eveneens principieel wordt belast, tenzij het bij de ontvanger ook wordt gecorrigeerd. Conclusie: we gaan bij het onderzoek niet uit van dogma’s. Maar ook niet van veel moderne literatuur die uitgaat van de bestaande wetgeving65. Dus: een compleet nieuw ontwerp, ‘design’ van de belastingen. “Look deep into nature” Waar dan wel te vertrekken? Hoe te beginnen? Dat was het moeilijkste. Opnieuw heeft Einstein geholpen. Hij stelde: “Look deep into nature, and then you will understand everything better.” Met andere woorden: we moeten de natuurwetten en -principes ontdekken. Daarover gaat het tweede hoofdstuk, dat we naar zijn uitspraak vernoemen. Daarin komen de biologische en natuurkundige principes aan bod. We maken dan onderscheid tussen een Newtoniaanse en een Darwinistische beschouwing. De Newtoniaanse wereldbeschouwing maakt deze abstractie: energie (menselijke dienst) = E soorten materie = M Dat is belangrijk, omdat het verrichten van de menselijke dienst sec onbelast moet zijn. De mens zijn geoorloofde dienst moet en zal vrij van heffing zijn. “Zwartwerk” is niet meer verboden. 65 Einstein oordeelt hier hard over “Somebody who only reads newspapers and at best books of contemporary authors looks to me like an extremely near-sighted person who scorns eyeglasses. He is completely dependent on the prejudices and fashions of his times, since he never gets to see or hear anything else. And what a person thinks on his own without being stimulated by the thoughts and experiences of other people is even in the best case rather paltry and monotonous. There are only a few enlightened people with a lucid mind and style and with good taste within a century. What has been preserved of their work belongs among the most precious possessions of mankind. We owe it to a few writers of antiquity (Plato, Aristotle, etc.) that the people in the Middle Ages could slowly extricate themselves from the superstitions and ignorance that had darkened life for more than half a millennium. Nothing is more needed to overcome the modernist's snobbishness.” 47 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Daarna maken wij abstractie van Newtoniaans economisch vermogen. Dat is het vermogen dat je kunt ruilen tegen een menselijke dienst en tegen materie (natuur en door de mens gemaakte goederen). Het is fundamenteel dát vermogen, dat beheerst moet worden door belastingheffing. We tonen aan dat een teveel aan vermogen onrechtvaardigheid kan veroorzaken. Daarom moet het worden belast, tenzij het wordt omgezet in maatschappelijk vermogen, vermogen dus waar de gemeenschap iets aan heeft. Ook maken we abstractie van het verbruik. Verbruik is tegen materie geruild vermogen dat verloren gaat in de loop der tijd. Een krop sla is in een dag weg en een huis over bijvoorbeeld zeventig jaar. De Newtoniaanse benadering deelt als het ware de fundamenten van de werkelijke economie in componenten op. Vervolgens constateren we dat: het verbruik van dode materie – de goederen - moet worden belast, de groei en de verandering van het vermogen al dan niet moet worden belast, het verrichten van menselijke diensten sec – ons leven - niet moet worden belast het delen van materie (verhuur ed) niet moet worden belast Vervolgens onderzoeken we de biologische aspecten. U heeft, zonder het wellicht te weten, drie grote al heel kort gezien: de levenscyclus van ieder levend wezen (vermogensopbouw en -afbouw)66 de natuurlijke selectie (producten)67 de samenwerking van groepen68 66 Vermogensopbouw en -afbouw tijdens het leven. Vermogensopbouw is nodig om ons een plek te geven in de samenleving. Zoals een boom grond, licht en dus ruimte nodig heeft in het bos. En we moeten het afbouwen, zoals de sterke leeuw die oud is geworden en een stuk van zijn territorium moet overdragen aan de anderen, de jongeren. Ook die oude sterke leeuw zal dat niet zomaar doen, maar de natuur – de ouderdom – zal hem uiteindelijk dwingen. Zonder een beetje ‘vermogen’ zal men sterven. We zien dat bij de mensen in Afrika. Die geven we een beetje vermogen (voedselhulp), maar het is vaak te laat en te weinig. Zoals we een plant hebben die we niet nodig vinden, die we pas (of niet) een beetje water geven als hij bijna verdord is. 67 Ten aanzien van de ontwikkeling van goederen en de selectie daarvan op de economische markten. Maar met een informatief element eraan toegevoegd, zodat de mens weet wat hij koopt. Het informatief element is de indicatie van het tarief van de verbruiksbelasting op de verpakking. Eventueel ondersteund door een kleur. Nadere toelichting: zoals een aap weet dat een banaan bedorven is. Zoals een leeuw weet dat hij het zwakste dier moet pakken en de sterkste moet laten lopen. Dan hebben ze later, als die potentiële prooi ook zwak is geworden, ook nog wat. Nauw verwant hiermee is het baltsgedrag dat mensen vertonen. Het baltsgedrag is anderen imponeren met de goederen, terwijl het eigenlijk de gemeenschap schaadt. De werking van het baltsgedrag is in de fiscaliteit uitgelegd door Truyts (Truyts 2008). 48 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Deze Darwinistische en Newtoniaanse wetten zijn universeel, zijn tijd- en plaatsloos en kunnen ook in de fiscaliteit en de economie worden toegepast. In het hoofdstuk “Look deep into nature” zullen we ook het onttrekkingsbeginsel onderbouwen. Einstein stelde de gemeenschap centraal69. Hoe meer men voor eigen nut onttrekt aan de gemeenschap, hoe zwaarder men moet worden belast. Dat is waar het beginsel op neerkomt. Onttrekking kan gebeuren door onbeheerst verbruik van met name schadelijke goederen. Maar ook door het bezit van niet voor de gemeenschap dienstige grote vermogens moet worden belast. Want anders is onrechtvaardigheid het resultaat. De morgenster In het derde hoofdstuk ‘vangen’ de natuurwetten in een systeem. Voordat ik dat kort uitleg, wil ik u twee stukjes uit de dialoog die Socrates70 voerde met Alcibiades niet onthouden. Alcibiades zou stadsbestuurder van Athene worden en zijn vriend Socrates wilde hem helpen om de deugd te verwerven die nodig is voor het bestuur van de stad Athene. De eerste passage (let s.v.p. even op de vetgedrukte term): Socrates: “Want wat zal er, mijn goede Alcibiades, naar alle waarschijnlijkheid met de enkeling of met de staat gebeuren, als men vrij is, naar willekeur te handelen, maar het inzicht mist? Wat zal er bijvoorbeeld gebeuren met een zieke, die kan doen en laten wat hij wil, maar alle inzicht in de geneeskunde mist en alle kritiek als een dwingeland onderdrukt? Zal zijn lichaam niet, naar alle waarschijnlijkheid, ten gronde gaan?” Alcibiades: “Zo is het.” Socrates. “En verbeeld je, dat iemand aan boord van een schip maar mocht doen wat hij wilde, terwijl hij het inzicht en de vaardigheden van een stuurman [kybernetes] miste; zie je niet reeds, wat er met hem en zijn medeopvarenden zou gebeuren?” 68 Op verschillende manieren: Het delen (de verbruiksbelasting) op het moment van aankoop van een goed. Zoals men vroeger de vruchten van de bomen en de akker met elkaar deelde. Zoals leeuwen hun prooi kunnen delen. De samenwerking die nodig is om andere belastingverdragen op te stellen. Zodat internationale fiscale barrières worden voorkomen. Het verrichten van menselijke diensten wordt niet meer belemmerd, ze kunnen in de maatschappij “uitzwermen” en met iedereen samenwerken. De jonge moeder kan de oudere tijdens schooltijd helpen, etc. De beoordeling van de goederen door samenwerkende groepen uit de maatschappij. 69 `Het is de gemeenschap die de mens voorziet van voedsel, kleren, een tehuis, gereedschappen, taal, wijze van denken en meestal de inhoud van zijn denken; zijn leven wordt mogelijk gemaakt door de arbeid en de kundigheden van vele miljoenen uit het verleden en het heden, die allen verborgen liggen aan het woordje “gemeenschap”. (Einstein 1951; 102) 70 Socrates is een van de oude Griekse filosofen. Zijn zienswijzen – die hij nimmer zelf heeft vastgelegd – zijn opgenomen door Plato. Plato en andere filosofen, zoals Aristoteles, zijn beïnvloed door hem. 49 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Alcibiades: “Natuurlijk: ze zouden immers allemaal verongelukken!” Socrates: “Is het nu niet evenzo in de staat en bij de uitoefening van ieder ambt en van iedere bevoegdheid, dat mislukking het gevolg is van het gemis aan ware deugd?” Alcibiades: “Het kan niet anders.” Socrates: “Geen onbeperkte macht, mijn dappere Alcibiades, moet je dus voor jezelf en voor de staat nastreven, maar enkel ware deugd!” Alcibiades: “Zo is het.” Socrates: “Zolang men die echter nog mist, is het, of men nu knaap is of man, beter, de leiding van een betere te volgen, dan zelf de leiding te hebben.” Alcibiades: “Blijkbaar wel.” Socrates: “En wat beter is, is dat ook niet mooier?” Alcibiades: “Jazeker.” Socrates: “En wat mooier is, passender?” Alcibiades: “Natuurlijk.” Socrates: “Het past dus een slecht mens, maar slaafs te volgen; want dat is beter voor hem.” Alcibiades: “Zeerzeker.” Socrates: “Ondeugd past dus helemaal bij slaven?” Alcibiades: “Blijkbaar wel.” Socrates: “Maar deugd bij vrije mannen?” Alcibiades: “Zo is het.” Socrates: “Moet men slaafsheid nu niet schuwen, vriendlief?” Alcibiades: “Het meest van alles, Socrates!” Socrates: “Merk je nu, waar je aan toe bent? Aan de ware vrijheid….. of nog niet?” Alcibiades: “Ik geloof, dat ik het maar al te goed begrijp!” ” De term waarvan ik wilde dat u hem in ieder geval even onthoudt, is dus kybernetes. Hoewel ik niet thuis ben in Grieks, is deze passage het eerste wat door Plato opgeschreven is inzake de cybernetica. Het is de leer van het beheersen, het sturen, zoals men bijvoorbeeld een schip bestuurt. De wat onbegrijpelijke passage inzake de domme en slechte slaven zal ik pas in het laatste hoofdstuk uitleggen. 50 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Nu de tweede passage: “ …Socrates: “Als de burgers in de stad rechtvaardig handelen moet er toch onderlinge genegenheid ontstaan?” Alcibiades: “Volgens mij weer een onontkoombare conclusie Socrates.” … Socrates: “Kun je iets meegeven wat je zelf niet hebt?” Alcibiades: “Natuurlijk niet.” Socrates: “Dus jij en ieder ander die wil heersen en regeren – niet alleen in het persoonlijke leven over jezelf en wat je toebehoort, maar ook over de stad en wat de stad toebehoort – zal eerst deugd moeten verwerven.” Alcibiades: “Daar heb je gelijk in.” Socrates: “Wat je voor jezelf en de stad nodig hebt, is dus rechtvaardigheid en zelfbeheersing, in plaats van een vrijbrief en de macht om naar eigen goeddunken te handelen.” …”71 In essentie gaat het in dit onderzoek om twee dingen: rechtvaardigheid (ten aanzien van de verdeling van vermogen) en beheersing (ten aanzien van de productie en consumptie). En hoe dat te bereiken uiteraard. In het tweede hoofdstuk gaat het dus over natuurprincipes. Principes die al miljoenen jaren bestaan, overal gelden en zullen blijven gelden. Dat zijn de Newtoniaanse en Darwinistische principes. In het derde hoofdstuk gaat het over de vraag hoe we die natuurprincipes kunnen verwerken in een cybernetisch systeem. Met dat systeem kan men – volgens de overal en altijd geldende natuurprincipes – “rechtvaardigheid en beheersing” realiseren. 71 (Plato [ongeveer 4e eeuw voor Chr.]; 1997). Alcibiades had niet geluisterd naar Socrates. Hij werd publiekslieveling terwijl hij geen beheersing en rechtvaardigheid nastreefde. De inwoners van de stad Athene werden uiteindelijk ongehoorzaam en het volk werd ongeorganiseerd. Men verloor even later de strijd tegen Sparta. Een schrikbewind volgde. Het is bijzonder te constateren dat opnieuw Athene de gemoederen flink bezighoudt. De Grieken hebben zich weer niet kunnen beheersen. De overheidsschuld is door te hoge overheidsuitgaven onhoudbaar geworden. Drastische maatregelen moeten volgen en andere landen worden meegetrokken in de problemen van de Grieken. Verder heeft men onrechtvaardig gehandeld door onder meer bij de toetreding tot de Europese Unie te frauderen en de gevolgen van hun problemen ook bij anderen te leggen. En: het zijn nu vooral de Chinezen die er een slagje uit slaan. Anderzijds mogen we niet vergeten dat de Grieken ons lang geleden ook goede dingen hebben gebracht, zoals democratie, cultuur en een aantal wijzen die mij nu ook helpen. Beheersing is een algemene norm. U dient veel dingen te beheersen, uw eet- en drinkgewoonten, uw rijgedrag met de auto, uw emoties/gevoelens, uw dagelijkse uitgaven, wellicht het taalgebruik. Noem maar op. Rechtvaardig handelen betreft naar mijn mening de mensen vrijheid geven maar dat ze met hun verworven vrijheid geen andere mensen schaden. Niet op het moment zelf maar ook niet in de toekomst. Rechtvaardig handelen betreft verder elkaar en plaats gunnen in de gemeenschap. En delen ten behoeve van de gemeenschap indien men er aan ontrokken heeft. Op de rechtvaardigheidsvragen wordt in het tweede hoofdstuk kort ingegaan. Volgens Plato zijn er overigens vier soorten perfecte deugd: ten eerste het praktische verstand, ten tweede de rechtvaardigheid, ten derde de dapperheid en ten vierde de beheersing. (Diogenis, opstel inzake Plato, [3 e eeuw v. Chr], 2000; 148). Alcibiades had het praktische verstand en de dapperheid. Maar niet de beheersing en rechtvaardigheid. 51 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Hoe kun je dat doen? Door het ‘stuurproces’ in te voeren in de economie. Door middel van de cybernetica kun je dit stuurproces nabootsen. Deze leer is halverwege de 20e eeuw voor het eerst verder uitgewerkt. U bent vast niet bekend met een dergelijk proces. Als voorbeeld geven wij een heel simpel cybernetisch proces. Stelt u zich eens een morgenster voor. Een morgenster is een eenvoudig wapen dat vooral in de 13e en 14e eeuw werd gebruikt om elkaar de koppen mee in te slaan. Men noemt het ook wel een ‘goedendag’. Hieronder ziet u een afbeelding van het wapen: Bron: http://www.goeievraag.nl/vraag/goedendag-naam.38174 Als de bol beweegt, zijn er drie krachten in het spel. Allereerst de kracht om de bol initieel naar links te laten bewegen. Dat heeft u met uw arm gedaan. Als u verder niets doet, gaat de bol door de tweede kracht (de zwaartekracht) weer terug en slingert naar rechts. Als u uw hand stil houdt, zal de bol uiteindelijk weer in ruststand komen door de derde kracht, de wrijving. Dit zijn natuurkundige wetjes. Nu zijn de wrijving van de lucht en de schakels van de ketting de tegenkrachten. Zonder deze tegenkrachten zou de bol voor eeuwig blijven slingeren. En om de bol effectief te laten zijn moet u beschikken over informatie: waar is de tegenstander, waar is de bol? En u heeft kracht nodig. U moet bovendien op het juiste moment (tijd) kunnen toeslaan. U ziet meteen dat er heel wat bij komt kijken. De cybernetica rafelt die oneindig complexe processen uiteen en brengt ze als systeem in beeld. Ja, zo’n - in dit geval nare - bol is de basis geweest van de wereldberoemde formule van Einstein: E=MC2 72 72 . De krachten kan men overigens verder uiteenrafelen (snelheid, massa, arbeidsenergie). De formule drukt uit dat materie kan worden omgezet in energie en licht. Ook wel de wet van de equivalentie van massa en energie. De formule is opgebouwd uit twee beginselen, de equivalentie van arbeid en warmte en het beginsel van behoud van massa (Einstein 1951; 40). Maar nu: hoe monsterlijk eenvoudig is het moordwapen wel niet? En hoeveel wijsheid hebben we Einstein toebedeeld om uit de slingerbeweging zijn wereldberoemde formule te ontleden? En, als u nu om u heen kijkt, de natuur ziet. En als daar te weinig van is overgebleven u uzelf gewoon eens bekijkt. Het is zo complex dat God wel moet bestaan. Einstein: “God does not care about our mathematical difficulties. He integrates empirically.” 52 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com De fiscaliteit is in mijn onderzoek het middel om rechtvaardigheid en beheersing na te streven en af te dwingen. Zoals we eerder zagen moet je kwaad met kwaad bestrijden om iets goeds te krijgen. Heel in het kort komt het er dan op neer dat we de biologische en natuurkundige principes die we in het tweede hoofdstuk vonden, in een voor iedereen begrijpelijk en toepasselijk overzichtelijk systeem onderbrengen. Met dat begrijpelijke systeem kun je volgens natuurwetten en feiten en de cybernetica rechtvaardigheid en beheersing in de economie uitoefenen. En pas dan zijn de voorwaarden geschapen waarin de mensen weer harmonieus, zoals in de oude gemeenschappen, kunnen leven. Om dat in beeld te brengen hebben we dus twee stappen moeten maken: de natuurwetten en feiten in beeld brengen (hoofdstuk 2) de natuurwetten inpassen in een cybernetisch systeem, zodat ze werken (hoofdstuk 3). Terug naar de morgenster. Aan uw kracht alleen (biologische en natuurkundige processen) hebben we niets. Aan uw gezichtsvermogen (ook weer biologische en natuurkundige processen) ook niets. Aan de morgenster zelf (gewoon een stuk materie) ook niets. Het gaat om het samenspel en de cybernetica brengt dat in beeld. In de cybernetica staat het beginsel van (tegen)druk73 centraal. De bal in de lucht kan forse klappen uitdelen. Maar probeert u eens iemand in een zwembad met het ding te slaan. De tegendruk (wrijving) van het water is veel groter dan die van lucht, bijgevolg u zult de ander minder schade toebrengen. Welnu, het beginsel van tegendruk is in ons systeem de belastingheffing. En er wordt druk uitgeoefend op onbeheerst, verstorend verbruik van goederen en op niet-maatschappelijk vermogen. Maar juist niet op het inzetten van menselijke diensten. Door een juiste tegendruk – in tijd en mate van dosering - op het juiste soort vermogen, zorgt men ervoor dat er geen socialistische en kapitalistische organisaties hoeven te bestaan. Want het socialisme is het antwoord geweest op het kapitalisme (Banning 1960; 98). En die strijd zorgt voor veel afgunst en ellende74. Er mag gerust vermogen ontstaan bij een persoon, ook al wordt het omvangrijk. In de levensloop zitten eveneens verschillende maten van tegendruk. Als de mens jong is, dan is de tegendruk nihil om hem de plaats in de gemeenschap te geven en van start te laten gaan met een huis, om weerstandsvermogen op te bouwen, etc. Het systeem “zuigt” zelfs vermogen aan omdat de oudere generatie meestal vermogen over heeft en op wordt belast. Door het te ontdoen (schenken, inzetten menselijke diensten) ten gunste van de jongere generatie wordt de oude generatie juist niet belast. Dat komt door het heffingsvrije vermogen van de jongere. Weer later anticipeert de Mijn eerste “ontmoeting” met de wetenschappelijke cybernetica was in Amsterdam op de rommelmarkt in mei 2011. Ik kocht het boekje (Bok 1961) voor een euro van het zoontje van een predikant die daar samen met zijn opa stond. Voor het onderzoek is het letterlijk en figuurlijk een geschenk uit de hemel geweest. 73 Ook wel negatieve feedback genoemd. De basisonderdelen van de cybernetica leg ik in hoofdstuk 3 uit. 74 Let goed op: zet ons vooral niet weg als een Marxist, socialist of andere ‘strijder’. De mensen moeten zich ontwikkelen en de mensen die we nu ‘links’ en ‘rechts’ noemen, zijn mensen met een verschillende drive. Het is vaak gewoon biologie (in het bijzonder psychologie). Het systeem dat wij u voorleggen, zal die drive niet afremmen, maar alleen naar de goede kant ombuigen. Daar komt bij dat de vergoeding voor het verrichten van de menselijke dienst sec geen belastbaar feit meer is. Het zal de mensen niet meer tegenhouden iets te gaan doen en elkaar diensten te verstrekken. 53 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com jonge generatie al op een latente tegendruk. Bij verdere opbouw moet er betaald worden. Het is dan mogelijk dat het gezin zich anders gaat organiseren75. Grote vermogens worden, zeker op latere leeftijd, latent steeds zwaarder belast. Die zwaardere belasting vormt de zwaardere heffing in de vermogensmutatieheffing door overlijden of schenking. En die heffing kan op drie manieren worden gematigd: Door tijdig gewoon vermogen om te zetten in maatschappelijk vermogen. Door verbruik van vooral menselijke diensten (verzorging, huishouding etc.). Ook daardoor wordt vermogen van oud naar jong overgedragen. Want jonge mensen zijn van nature beter in staat arbeid te verrichten. Door de kinderen sneller te bevoordelen, zodat men niet te maken krijgt met de zwaardere tarieven in verband met schenkings- en successiecomponent. Erg is dat laatste niet: de kinderen kunnen het vaak goed gebruiken en bij de ouders is het overtollig. Men moet als het ware druk opvoeren om het vermogen sneller over te dragen. Hoe vaak is het wel niet voorgekomen dat het vermogen pas wordt overgedragen als de kinderen zelf al aan het eind van de middelbare leeftijd zijn? Ook hier: diverse maten van tegendruk die in de tijd verschillen. Tegendruk is dus een kernbegrip in de cybernetica. Wij gaan nu de allergrootste principes van het systeem weergeven in een cybernetisch model. Stelt76 u zich een ronde bal voor, die kan vollopen met inkomen. Als het inkomen in de bal zit, is het vermogen geworden. Aan de bal zitten meestal zes77 grote poorten. Het kunnen er ook meer of minder zijn. 75 Meestal is het bijvoorbeeld in de fase tot pensionering de man die toch doorgaat met werken. Al is daar in een land als Nederland wel een kentering in te bespeuren. De vrouwen maken een inhaalslag in de arbeidsdeelname. http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/arbeid-sociale-zekerheid/publicaties/artikelen/archief/2010/2010-3148-wm.htm 76 Wij kunnen er niets anders van maken dan een ronde bal. Einstein had de slingerende bal nodig om zijn wet van de equivalentie van massa en energie uit te leggen. Verder had hij onder meer een klok, flatgebouwen en een ruimtelijk net nodig om zijn algemene en speciale relativiteitstheorie uit te leggen. De bal is trouwens helemaal zo gek niet. In de bionica (de wetenschap die de natuur onderzoekt met als doel de opgedane kennis toe te passen in de maatschappij) neemt de bol (of bal) een zeer voorname plek in. “Een bol is een driedimensionaal rond met de grootste inhoud voor elke diameter. Die vorm kom je daarom overal in de natuur tegen. Radiaire symmetrie is kennelijk geen slecht concept binnen de beperkingen die eraan vast zitten want dit hoort tot de oudste concepten die we kennen en is nog steeds uitbundig aanwezig in onze wateren. Natuurlijke selectieprocessen hebben het ronde bouwplan niet uitgeroeid, integendeel. In de architectuur wordt rond ook gewaardeerd om zijn speciale eigenschappen: uitzicht naar alle kanten en te verdelen in gelijke punten…” (Videler 2010, 48) Omdat een bol driedimensionaal is, kunnen de verhoudingen voor energie [E; de menselijke dienst] de natuur & goederen [M] en de tijd [C] er in worden uitgedrukt. Deze drie componenten vormen samen het vermogen op de wereld. Het is de wereld zoals we die kunnen waarnemen. Heel eenvoudig: door te werken, verdienen we in de loop der tijd (bijvoorbeeld een uurloon). De goederen gaan een tijd mee (meestal: hoe langer iets meegaat hoe beter). Het werk vult de bol en de materie vult de bol. En in de tijd krimpt de bol weer (er wordt verbruikt). De ruilbare vermogens (geld, aandelen e.d.) maken het overzicht troebeler, uiteindelijk komt het – na consolidatie & eliminatie - allemaal op deze drie componenten neer. 54 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com De wand van de bal is niet gemaakt van plastic maar van buigbaar staal, gepantserd door individueel eigendom. Het zijn stalen ballen met punten. Vandaar dat dit derde hoofdstuk de morgenster wordt genoemd omdat deze stalen ballen met punten denkbeeldig lijken op een morgenster. De ballen stellen het vermogen van de mensen voor. Ieder modern mens heeft zo’n bal als hij geboren wordt. Al snel zit er wat in: een geschenkje van opa om mee te spelen, een spaarrekening met een eerste storting. Na verloop van jaren zit er van alles in de bal. Een huis, een spaarrekening, meubels, een verzameling. Of een eenmanszaak, een aandelenpakket, gewonnen prijzengeld etc. En bij de corrupte ambtenaar zitten de ontvangen steekpenningen er in. Bij de beursspeculant de waarden die verdiend zijn via ettelijke financiële constructies / derivaten. De ballen draaien en verplaatsen zich denkbeeldig in de ruimte. Alle ballen zijn op elkaar aangesloten. U kunt voor u zelf nagaan hoe uw bal is opgebouwd, wat de verbindingen zijn en hoe de bal er in het verleden eruitzag en hoe die er later wellicht uit zal zien. De ballen kunnen op elkaar aansluiten. Als iemand naar de winkel gaat draait de bal op verbruik en de bal van de winkelier op zijn inkomen (winst). Die twee ballen zijn dan even via andere poorten op elkaar aangesloten78. En nu heeft de klant zijn geld, een deel van zijn vermogen, geruild tegen boodschappen. Hij is dan niet armer of rijker geworden. De boodschappen zitten in de bal79. Voor de verkleining van het vermogen zorgt de tijd. Zodra de boodschappen ’op’ zijn, is het balletje een klein beetje geslonken80. 77 De eerste is dus het inkomen (winst, baten, etc.). Meestal loopt de bal daarmee vol. 78 Er zijn aldus extreem veel verbindingen te maken; dat is nu nog niet interessant. Wel voor de inkomstenbelasting en de btw op diensten. Het belasten van stroomgrootheden maakt het voor iedereen ontzettend moeilijk, maar erger, ontmoedigend om activiteiten te doen. In ons systeem doen we daar niet meer aan, het maakt alle mensen (het huidige links en rechts) beslist vrijer. 79 Wij gaan dan gemakshalve even uit van een zogenaamde subjectieve waardering. Wat het degene die boodschappen deed waard was. 55 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com De ballen zetten dus uit en krimpen weer in de tijd81. Alleen bij de stroming door de poort waarmee goederen worden aangeschaft, kan belasting worden geheven. Dus als u naar de winkel gaat en u koopt daar een goed, dan is dat een belastbaar feit. Maar er wordt ook bij de poort die de vermogensmutatieheffing regelt, rechtstreeks van de bol afgetapt. Dit is afhankelijk van de stijging van de omvang van de bol en de aard van het vermogen. In het onderstaande voorbeeld zou de fabrikant – die dus een fabriek in zijn bol heeft – worden afgetapt aan een van de punten. De poort voor de menselijke dienst kent geen aftappunt. Ook zit er nauwelijks tegendruk op, alleen de mensen die de dienst uitvoeren kunnen zeggen dat hun bal al meer dan vol is82. Dat is een kwestie van afwegen en behoeften. Net zoals mensen nu ook afwegen te gaan werken ; ze bedanken u dan voor het aanbod en dan moet u een ander mens zoeken waarvan de ballon nog niet vol zit. Er volgt dus automatisch een eerlijker verdeling van vermogen. 80 Bij een huis duurt dat krimpen veel langer en door met name het inzetten van menselijke diensten zorgt men dat het huis onderhouden blijft en zijn waarde voor een langere tijd blijft behouden. 81 Je zou ook denken dat er steeds sprake is van een stroming in ëën richting. Dat geldt inderdaad voor veel mensen, maar hoeft niet altijd zo te zijn. Bij een ondernemer zal er via de inkomenskant ook wel eens wat uit gaan, als hij verlies heeft geleden. 82 Uiteraard is het ook mogelijk dat een grootverdiener ziet dat hij belast gaat worden. Die wil zijn bol dus weer vlot laten leeglopen. Het is dan de kunst dat om geen goederen te kopen, maar juist menselijke diensten.. Bijvoorbeeld de tuinman inschakelen in plaats van een tuinhuis aanschaffen. Of de huishoudelijke hulp in plaats van een nieuwe kast etc., etc. Andere bollen kunnen dan ook vollopen, mede door toedoen van de grootverdiener. De mensen kunnen zo beter voor elkaar zorgen. Alleen mensen die maatschappelijk nuttige diensten verrichten die ook nog eens uiterst schaars zijn, kunnen - naar keus van de wetgever - hun ballon groter laten worden (de ‘Willie Wortels’). De vrijstelling is omvangrijker. Het ventiel gaat minder snel open. Als ze later – vanwege hun leeftijd – geen maatschappelijk nuttige diensten meer verrichten, moet de ballon langzaam leeglopen, maar onder zo min mogelijk verbruik van slechte goederen. 56 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com Het leeglopen bij de een zorgt voor het vollopen bij de ander. Alle ballen zitten als het ware aan elkaar vast83. Het zijn grote lusbewegingen in de tijd, de bollen vullen zich na de geboorte en lopen uiteindelijk weer leeg nij het overlijden. Dan vullen andere bollen zich weer. Als u dus belasting wilt besparen kunt u de bal van een ander mens gemakkelijk laten vollopen door de ander een menselijke dienst voor u te laten verrichten. U ziet goed dat het allemaal samenhangt. Al die ballen aan elkaar lijken op een enorm grote bewegende polymeer. Het gaat erom voldoende tegendruk (belastingdruk) op de onrechtvaardig grote bollen uit te oefenen. Dan lopen ze sneller leeg84 door belastingheffing, tenzij ze hun vermogen omzetten in nuttiger vermogen (productie van betere goederen, of op latere leeftijd omzetting in maatschappelijk vermogen). Of de bollen laten leeglopen door het inzetten van menselijke diensten. En dat laatste is juist geen probleem, omdat andere bollen dan vollopen. De tegendruk die hiervoor zorgt geeft de vermogensmutatieheffing. De tweede druk betreft de verbruiksbelasting. Eigenlijk wordt er dan een vermogensovergang ‘afgetapt’ als een goed door de verbruiker gekocht wordt. Dat dis wat de verbruiksbelasting doet. Hoe negatiever het verbruik voor de gemeenschap, hoe meer er wordt afgetapt. Veder wordt er in verweven hoe men volgens Darwinistische wetten het verbruik kan veranderen. Op een dynamische manier steeds de verbeterende goederen begunstigen, de industrie nieuwe, minder verstorende producten laten ontwikkelen en die weer begunstigen. En daarna de oude producten, door toevoeging van informatie en belastingheffing, door de markt weg laten selecteren. Zo kan dat jaar in jaar uit gaan, totdat een balans ontstaat tussen ecologie en economie . Hoe dit selectieproces werkt, hoe het aftappen en de tegendruk werken, wordt in het derde hoofdstuk in een cybernetisch model uiteengezet. Het wordt een regelsysteem voor het vermogen en het verbruik. En dat cybernetisch systeem wordt dus “opgebouwd” uit Newtoniaanse en Darwinistische wetten en feiten die in het tweede hoofdstuk aan bod zijn gekomen. Want het gaat om de samenhang van natuurwetten en - feiten, zoals wij hebben uitgelegd bij de werking van een echte morgenster. Het tweesnijdend zwaard De aan elkaar gekoppelde ballen zorgen nu voor een destructief (onbeheerst verbruik bij een stijgende wereldbevolking) en asociaal (onrechtvaardige verdeling van rijkdom) systeem. In de huidige situatie tapt men vermogen af bij de overgang van een grote naar een kleine bol. Terwijl de grote bol het meeste heeft ontrokken (onttrekkingbeginsel) aan de gemeenschap. En er wordt te weinig en 83 Er zijn nu, mede door de inkomstenbelasting en de te lage verbruiksbelasting op goederen, hele volle en hele slappe ballonnen. En nu ziet u dat de inkomstenbelasting voor slavernij zorgt. U moet harder werken om uw ballon in de lucht te houden. 84 Of minder hard groeien. Het is een kwestie van de druk regelen. 57 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com ongedifferentieerd afgetapt (btw e.d.) bij de overgang van materie. De materie die is onttrokken aan de gemeenschap en ecologie zorgt voor schaarste, vervuiling etc. In het derde hoofdstuk proberen we helder uit te leggen dat het anders kan, terwijl tegelijk iedereen op een betere manier aan het werk kan blijven. Initiatief wordt niet wegbelast, het wordt juist voor de hele bevolking aangemoedigd. Op de eerste plaats moet de tegenprestatie voor het verrichten van de menselijke dienst niet meer belastbaar zijn. Dus zeker geen inkomstenbelasting meer en geen btw op diensten. Waar moet dan het meest worden weggehaald door middel van belastingheffing? Dat zijn de bollen die het meeste hebben onttrokken en die geen menselijke diensten hebben ingezet. Die laten hun vermogen niet ten goed komen aan anderen. Als ze niet veranderen worden die bollen getroffen door de ene kant van het tweesnijdend zwaard, de vermogensmutatieheffing. De andere kant van het zwaard maakt een lek in de overgang van materie (zie het plaatje hiervoor). Voor de meest verstorende goederen is dat een flink lek. Men laat dan óf de goederen liggen, óf men compenseert de onthoudende bevolking ruim door een zware verbruiksbelasting. Hoe die heffingen werken is deels al duidelijk geworden. Ze zijn met elkaar verweven, het zijn twee kanten van dezelfde medaille. In dit geval treffender: twee snijvlakken van een tweesnijdend zwaard. De ene heffing kan niet zonder de andere. Als we een vermogensmutatieheffing invoeren zonder inkomstenbelasting, zal de destructie niet te overzien zijn. Het jonge deel bevolking krijgt dan veel meer te besteden en het oude deel wordt zwaar belast. De jonge bevolking zal het geld wel laten rollen, want dat is (opnieuw) biologie. Zij hebben van nature de energie en ‘drive’ om dingen te doen. Als de goederen te laag en te ongedifferentieerd worden aangeboden, zoals nu gebeurt, dan zal het systeem averechts werken. Er vindt dan wel rechtvaardigheid, maar geen beheersing plaats. Vandaar: één zwaard met twee snedes. Beide heffingen moeten worden ingevoerd. De zon Opnieuw beginnen we met een uitspraak van Einstein: “A human being is part of the whole called by us universe, a part limited in time and space. We experience ourselves, our thoughts and feelings as something separate from the rest. A kind of optical delusion of consciousness. This delusion is a kind of prison for us, restricting us to our personal desires and to affection for a few persons nearest to us. Our task must be to free ourselves from the prison by widening our circle of compassion to embrace all living creatures and the whole of nature in its beauty. The true value of a human being is determined by the measure and the sense in which they have obtained liberation from the self. We shall require a substantially new manner of thinking if humanity is to survive.” Dit klinkt wat romantisch en dromerig. En zo zijn we van nature niet. We maken onderdeel uit van een groot geheel, een totaalsysteem dat we niet kunnen overzien85. En het handelen van de ene groep heeft gevolgen voor 85 Alleen Einstein heeft een deel van de verhoudingen tussen tijd, ruimte, zwaartekracht, materie, energie en licht weten aan te tonen. 58 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com een andere groep. Einstein noemt dat een “part of a whole”. Daarin heeft hij volgens mij zeker gelijk. Denk maar aan de aan elkaar verbonden bollen in de derde hoofdstuk. We weten het eigenlijk allemaal wel, en toch hebben we er als individu moeite mee onze eigen belangen op te geven. We worden eigenlijk steeds individualistischer. We zitten inderdaad in een soort gevangenis, de stalen bol. Die beheerst een groot deel van ons leven. Einstein staat met die visie niet alleen. Spinoza noemde het “het knechtschap” dat de mensen over zichzelf afroepen (Spinoza [1670] 1915). Socrates is nog wat harder en liet Alcibiades zelf de conclusie trekken dat hij eigenlijk maar een domme en slechte slaaf is86. Alcibiades streefde vooral slechte begeerten na, zoals macht, en werd een domme en slechte slaaf van zijn begeerten. 86 Socrates: “Geen onbeperkte macht, mijn dappere Alcibiades, moet je dus voor jezelf en voor de staat nastreven, maar enkel ware deugd!” Alcibiades: “Zo is het.” Socrates: “Zolang men die echter nog mist, is het, of men nu knaap is of man, beter, de leiding van een betere te volgen, dan zelf de leiding te hebben.” Alcibiades: “Blijkbaar wel.” Socrates: “En wat beter is, is dat ook niet mooier?” Alcibiades: “Jazeker.” Socrates: “En wat mooier is, passender?” Alcibiades: “Natuurlijk.” Socrates: “Het past dus een slecht mens, maar slaafs te volgen; want dat is beter voor hem.” Alcibiades: “Zeerzeker.” Socrates: “Ondeugd past dus helemaal bij slaven?” Alcibiades: “Blijkbaar wel.” Socrates: “Maar deugd bij vrije mannen?” Alcibiades: “Zo is het.” Socrates: “Moet men slaafsheid nu niet schuwen, vriendlief?” Alcibiades: “Het meest van alles, Socrates!” Socrates: “Merk je nu, waar je aan toe bent? Aan de ware vrijheid….. of nog niet?” Alcibiades: “Ik geloof, dat ik het maar al te goed begrijp!” …” 59 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com In het kader van dit onderzoek moet men zich voorstellen dat het vermogen weer op een nuttige manier wordt ingezet. En dat het verbruik van goederen vermindert en de mensen die kunnen werken aan het werk zijn. Dat de mensen – zoals Socrates voorschrijft – rechtvaardig zijn en geholpen worden zich te beheersen. Als het geschetste belastingsysteem jaar in jaar uit zijn positieve dynamiek afdwingt, dan zal de gemeenschap er totaal anders uitzien. De sterksten in de gemeenschap zullen hun vermogen in positieve zin inzetten, vooral vermogen inzetten voor dingen waar de gemeenschap iets aan heeft (productie van verbeterde goederen, sociale woningbouw etc.). Het overtollige vermogen komt vooral terecht bij de bollen die leeg zijn. De sterksten zullen eerder een menselijke dienst inzetten (tuinman, schilder etc.) dan destructieve dingen aanschaffen (een nieuw tuinhuis, oude kozijnen eruit slopen en nieuwe erin etc.). Dus geen grote zwarte bollen meer. Wel mensen die hebben geleerd te delen en die hebben geleerd zich te beheersen. Vandaar dat dit hoofdstuk De Zon wordt genoemd. Dus geen gegraai meer, want dat individueel vermogen zal uiteindelijk op latere leeftijd door de vermogensmutatieheffing worden afgeroomd, tenzij het vermogen is waar de gemeenschap als geheel iets aan heeft (maatschappelijk vermogen). Geen verspilling meer, door de zware tarieven op schadelijke goederen in de verbruikersbelastingen. Ook zwartwerk bestaat niet meer: inkomstenbelasting en belasting op de menselijke dienst bestaan immers niet meer. Wel de belasting op de tegenhanger: teveel vermogen en verbruik. Men kan een ander gerust helpen en er iets mee verdienen. Er is geen drempel meer, tenzij men al genoeg heeft. En die drempel is voor de mensen in de kracht van hun leven laag. Er bestaat alleen een matig tarief voor de aangroei van vermogen boven de vrijstelling. De bezitters van nog grotere vermogens worden gedwongen en gestimuleerd het anders in te zetten. Ook zullen de mensen zelf meer verantwoordelijkheid krijgen. Wie leeft van het sociale stelsel staat fiscaal als het ware op water en brood. Gaan werken levert meteen profijt op. Bovendien kan men ook een deel van het vermogen zonder heffing aanleggen (huis kopen e.d.) en zo minder afhankelijk worden. U ziet het, ook de linksrechtstegenstelling kan verdwijnen. Men kan dan de economie en het menselijk gedrag beheersen en aansturen. De fiscaliteit staat centraal in dat stuurproces. Men zou kunnen zeggen dat de fiscaliteit het roer van het stuurproces is. Hoe die gemeenschap er dan uitziet wordt in dit laatste hoofdstuk behandeld. Dat laatste hoofdstuk geeft dus de macro-economische benadering. Daarbij besteden we aandacht aan maatschappelijke aangelegenheden zoals verdelingsaspecten, in tijd en tussen groepen. Denk aan pensioenopbouw, solidariteitsvraagstukken en de bekostiging van de overheid. Ook de economische aspecten zoals prijzen, sparen, investeren, arbeidsdeelname en buitenlandverhoudingen zullen daar uiteraard aan de orde komen. Tenslotte behandelen we ook de controle en uitvoerbaarheid . En de kosten daarvan. Nu al kunnen we zeggen dat er een kleinere overheid kan ontstaan. De verdelings-, stabilisatie- en allocatiefunctie zullen binnen dit stelsel grotendeels automatisch worden toegepast. Door dit stelsel wordt het weer mogelijk als eenheid fatsoenlijk met elkaar te leven. Het is aan de democratische organen van een staat het systeem al dan niet te implementeren87. 87 … 60 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com De stichting wil het systeem , dat voor en door de mensen is ontwikkeld, ook in begrijpelijke taal uitgeleggen. Daarvoor maken we gebruik van moderne multimediatechnieken. De vreemdeling: “En welke rechter zou dan het beste zijn: hij die al de slechten om het leven zou brengen en aan de beteren zou voorschrijven over zichzelf het bevel te voeren, of hij die het bevel zou toevertrouwen aan de goeden, maar de mindergoeden zou laten leven en ertoe zou brengen zich vrijwillig aan het gezag te onderwerpen? Maar we zouden, als ik me niet vergis, nog van een derde rechter kunnen gewagen, verdienstelijker dan de vorige, als we er zo een konden vinden: zulks zou het geval zijn indien een rechter, die zich met de innerlijke verdeelde familiegroep moet bemoeien, erin kon slagen, zonder iemand om het leven te brengen, de leden integendeel met elkaar te verzoenen, en indien hij, door de wetten voor hen op te stellen, in staat was erover te waken, dat ze in de toekomst in vrede leven. “ Clinias: “Zo’n rechter en wetgever zou veruit de beste zijn.” … (Plato, citaat uit dialoog betreffende De Wetten, [ongeveer 4e eeuw voor Chr.], 1980). 61 Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com