1. Een man van 80kg springt rechtstandig omhoog. Zijn voorvoeten komen 5 cm van de grond. en maken een hoek van 20 graden met de horizontaal. De landing is op de hakken. Wat is de kracht die op de hakken (lichaam) komt? De afstand van de voorvoet tot het enkelgewricht is 24 cm. Sinus 20 graden = 0,34. (tabel) Overstaande : schuine zijde = 0,34 Overstaande zijde = 0,36 : 24 = 8,2 cm De voorvoet is op 5 cm van de bodem. De voet maakt een hoek van 20 graden met de horizontaal. Dat betekent dat de hak 8,2 cm hoger ligt dan de voorvoet. De hak ligt dus op 13,2 cm van de bodem. . De potentiële energie van hele lichaam 13,2 cm boven de grond is: m*g*h 80 x 9,81 m/s2 x 0,132 m = 103,59 kgm2/s2 = 104 J De kracht is volledig afhankelijk van de remweg, die wordt in dit geval alleen bepaald door de samendrukbaarheid van het vetkussen onder de hiel. De anatomische dikte van het kussen is ongeveer 17mm Die potentiële energie moet helemaal worden afgevoerd tijdens het remmen op de hielen over 17 mm van het hielvetkussen. W=F*S en dus is F gelijk aan W/s. F = 104: 0,017m = 6.117 kgm/ s2 = ongeveer 6 kN Deze 6 kiloNewton gaat als een krachtige schok door het hele lichaam. 2. Een man van 80 kg springt vanuit stand recht omhoog (5 cm) en landt op 1 de voorvoeten. De hoek die de voeten t.o.v. de bodem maakt bij de landing is 20 graden. Het draaipunt is de bal van de voeten. De afstand van het BSG (enkelgewricht) en pees = 6 cm ) en tot bal van de voet is 15 cm Wat is nu de (excentrische spier)kracht die de kuitspieren opvangen bij de landing? Het lichaam bevindt zich nog steeds op een hoogte van 13,2 cm (5 + 8,2 cm) door de hoek die de voet maakt.. De potentiële energie van het hele lichaam is m.g.h = 80 kg * 9,81 m/s2 * 0,132m = 103,6 kgm2/s2 = ongeveer 104 Joule. Het remmen (excentrische spierwerking) begint zodra de bal van de voet de grond raakt. De energie wordt dan afgevoerd door a. Het vetkussen onder de voorvoeten: 7 mm en b. Vervolgens over de afstand van de hiel tot de bodem. Deze is 8,2 cm In totaal is er een remweg van 8,2 + 0,7 cm = 8,9 cm De potentiele energie van 104 J moet worden afgevoerd over 0,089 m F = W/s. F = 104 : 0,089 = 1.168 kgm/s2 =1168 N = ongeveer 1 kN Moment van krachten. Fpees x arm = GRF x arm Fpees x 6 cm = 1.168 x 15 cm Fpees = 17.520 : 6 = 2.920 kgm/ s2 = 2,9 kiloNewton Conclusie: de kracht die de achillespees + m triceps surae leveren is ongeveer 3 kN, 3. Een man van 80 kg springt vanuit stand recht omhoog (5 cm) en landt op de voorvoeten. De hoek die de voeten t.o.v. de bodem maakt bij de landing is 20 graden. 2 Hoeveel kracht komt er op de achillespees en kuitspieren te staan, wanneer (in theorie) de hoek van 20 graden gehandhaafd blijft. M.a.w. de enkel buigt niet (voet en scheenbeen zijn een geheel) De potentiele energie van 104 J wordt alleen afgevoerd door het vetkussen onder de bal van de voeten. De excentrische spierwerking van de kuiten verdwijnt en het wordt als het ware kaatsen. De anatomische dikte van het vetkussen onder de bal van de voeten is 7 mm De potentiele energie van104 J moet worden afgevoerd over 0,007 m F = W/s. F = 104 : 0,007 = 14857 kgm/s2 =14857 N = ongeveer 15 kN Moment van krachten. Fpees x arm = GRF x arm Fpees x 6 cm = 14857 x 15 cm Fpees = 222855 : 6 = 37142 kgm/ s2 = 37 kiloNewton Conclusie: Zonder de excentrische spierwerking (dorsaalflexie in het BSG) komt er een kracht van 37 kN op de achillespees + m triceps surae. Dit is een factor 12 meer dan wanneer dorsaalflexie in het BSG zou optreden, waarbij de kracht 2,9 kN is 3