lesbrief Woeste Woning Theater de Winter

advertisement
LESMAP
Woeste Woning door Theater de Winter
www.theaterdewinter.nl
In deze lesmap staan suggesties voor oefeningen of gespreksthema’s om
voor en/of na de voorstelling met de kinderen in de klas door te nemen.
De voorstelling is voor kinderen vanaf 9 jaar, het is een vertelvoorstelling
waarbij sommige scènes gespeeld worden.
De thema’s in de voorstelling zijn o.a. : verhuizen, nieuwe stappen
zetten/opnieuw beginnen, verwachtingen/vooroordelen, angst,
spoken/griezelen, waarneming, geluiden/hoorspel.
HET VERHAAL
Thomas is er van overtuigd dat het spookt aan de overkant. Hij heeft het
allemaal gezien. Lichten die plotseling aangaan, ramen die op ogen lijken,
krakend hout alsof een monster zich schuilhoudt.
Komt de bal per ongeluk in de tuin terecht, dan verdwijnt deze zonder dat er
iemand in de buurt is. En dan heb je ook nog de bewoner van het huis, een
akelige oude man met een krakende stem en een enorme haakneus. Hij praat
tegen het huis, terwijl hij er in zijn eentje woont.
Het huis draagt een geheim in zich. Het spookt er. Iedereen verklaart Thomas
voor gek, maar Loena gelooft hem. Ze gaan op onderzoek uit en ontdekken
het verrassende geheim van de Woeste Woning !
Inspiratiebron voor de voorstelling is de animatiefilm ‘Monsterhouse’
geproduceerd door Steven Spielberg
'Top poppenspel ! Fenomenaal stemgebruik. Een spannend en griezelig verhaal
gaan hand in hand, samen met geestige en ontroerende momenten.'(Telegraaf)
'Prachtig doet John wanhoop, woede of blijdschap overkomen in de toon van zijn
stem en in zijn zinsritme, zowel in mono- als dialogen. Geloof als verteller in jezelf,
hou van je publiek, spiegel het aan je verhaal, ken je grenzen, maar benut optimaal
je mogelijkheden. John de Winter voldoet zo goed als volledig aan deze wet.'
(Noordhollands Dagblad)
Spel en concept: John de Winter
Regie: Merel van Gaalen
Script : Merel van Gaalen en John de Winter
Muziek: Gertjan Pasveer
geluid: Ernst van der Loo
Lichtplan en techniek: Nico Vellinga
Met dank aan : Theater Pierrot,
Tekeningen lesbrief: www.strip-en-kaart.nl
THEATERCODES
Wat in ieder geval belangrijk is om voor de voorstelling met de kinderen door
te nemen zijn de theaterregels:
De leerlingen gaan in een theaterzaal naar een voorstelling kijken en in de
zaal zijn de kinderen rustig, zodat de anderen niet gestoord worden.
De leerlingen gaan vooraf naar het toilet, niet tijdens de voorstelling.
Een theatervoorstelling is geen film, er staat een acteur op toneel en die hoort
ook alles wat in de zaal gebeurt en dat kan hem afleiden van zijn verhaal. Dus
niet praten tijdens de voorstelling dat stoort bovendien ook je buurman.
Lachen mag en als je iets niet begrijpt, vraag het dan niet aan je buur maar let
dan extra goed op want de raadsels worden in de loop van een voorstelling
vanzelf opgelost!
Voor de begeleiders en leerkrachten, gelieve mobiele telefoons en MP3spelers en dergelijke uit te zetten!
Tijdens de voorstelling worden er geen foto’s gemaakt, na afloop kan dit
eventueel wel.
Veel plezier alvast !
SUGGESTIES EN OEFENINGEN:
VERHUIZEN
Thomas gaat verhuizen en hij heeft er helemaal geen zin in.
Zijn er kinderen in de klas die al eens verhuisd zijn ? Wat was er leuk en
spannend en wat was er niet leuk aan. Schrijf een woordweb op het bord.
Kinderen die nog niet verhuisd zijn, hebben vast wel eens iets moeten doen
wat nieuw voor ze was. Wat was daar leuk en spannend aan en wat was er
niet leuk. Schrijf dit ook bij het woordweb
Maak hierna een gedicht over verhuizen of over nieuwe stappen waarbij de
woorden van het woordweb gebruikt worden.
vreemd
|
mooie spullen
\
spoken
/
andere geluiden - kraken
onbekend
nieuw
huis
\
|
/
verhuizen
-
\
afscheid
\
verdriet
DROOMHUIS SPOOKHUIS
Hoe ziet jouw perfecte huis er uit? Maak een tekening of een collage.
En hoe ziet je ergste nachtmerriehuis eruit ? Maak ook een tekening of een
collage. Of zoek plaatjes van droom- en spookhuizen op het internet.
Tip: maak per kamer een thema in beide huizen: bijv eten, slapen, relaxen
Of maak deze tekening af. Wordt het een droomhuis of een spookhuis ?
Exposeer de droomhuizen en de spookhuizen apart en bekijk met de klas of
er overeenkomsten zijn bij de spookhuizen en de droomhuizen.
Zijn er dingen die iedereen eng vindt of die iedereen mooi vindt.
Bespreek met de klas hoe het komt dat iedereen hetzelfde eng of juist mooi
vindt. Is het omdat je zelf zoiets gezien hebt of omdat het in film en TV zo
wordt getoond ?
Maak een verhaal over het fijnste plekje in jouw huis. Wat is er bijzonder aan,
hoe ziet het er uit, wat staan er voor spullen, hoe ruikt het, wie komen er? Wat
doe je er meestal ?
Wat is het engste plekje in jouw huis ? Wat is er griezelig aan, hoe ziet het er
uit, wat staan er voor spullen, hoe ruikt het, wie komen er (niet)? Wat doe je
er meestal? En hoe doe je dat ?
SCARY DANCE
In de kring of verdeel de klas in groepjes. Laat aan elkaar zien hoe je je
beweegt als je op of in de buurt van het enge plekje bent. Kijk goed wat
iedereen doet en zorg dat jij de bewegingen ook kent. Doe nu de 5 angstige
bewegingen of loopjes achter elkaar en herhaal het steeds. Zet een
spannend muziekje op en dans de scary dance. Als de bewegingen teveel op
elkaar lijken, laat dan ieder een heel verschillende angstbeweging verzinnen
en kies de vijf leukste uit.
WAARNEMEN
Oefeningen in de kring (met je ogen dicht)
Wat zie je?
Zet de klas in een kring en kijk allemaal 1 min goed naar elkaar.
De leerkracht wijst daarna een persoon aan en de rest doen hun ogen dicht .
De leerling die de ogen open heeft, beschrijft de kleding van een andere
leerling uit de kring: wat heeft hij /zij aan, kleur haar. Als iemand zichzelf
herkent, steekt diegene zijn/haar vinger op, maar zegt niets. De rest mag
raden. Als het te lang duurt kan de beschrijver niet zichtbare details als
karakter en hobby’ s over degene toevoegen.
Tip: spreek van tevoren af dat er niet negatief over anderen gesproken wordt.
Wat hoor je ?
De leerlingen zitten in de kring met de ogen dicht, een persoon loopt rond en
maakt een 3 keer een bepaald geluid. De leerlingen moeten goed luisteren en
na 3 keer raden wat voor geluid ze horen. Begin met gewone geluiden als
bijvoorbeeld de deur openen en sluiten, een boek openslaan en ga dan naar
moeilijker opdrachten zoals het verschil tussen krassen op papier en krassen
op hout.
Wat voel je?
Leerlingen zitten in een kring met de ogen dicht en ze houden hun hand met
de palm omhoog voor zich. Een persoon loopt langs met een bepaald
voorwerp en strijkt ermee langs de handen van de leerlingen. De leerlingen
moeten raden wat het is. Kies voor voorwerpen met zeer verschillende
structuren zoals een sjaal en een fles, een boek en een ballon.
VERWACHTINGEN
Heb je zelf wel eens meegemaakt dat iets of iemand heel anders bleek te zijn
dan je verwachtte ? Vertel aan de groep ‘wat dacht je eerst’ en ‘wat bleek het
te zijn?’
Maak er (in kleine groepjes) tableaus vivants of een stripverhaal van in 4
plaatjes:
plaatje 1:
plaatje 2:
plaatje 3:
plaatje 4:
wat is de situatie (plaats+ handeling) ? Wie zijn er aanwezig ?
wat dreigt er te gebeuren?
wat is jouw reactie ? (overdrijf dit een beetje )
wat gebeurt er in werkelijkheid ?
1
3
2
4
HOORSPEL
In de voorstelling vertelt Thomas een stuk van het verhaal terwijl hij er zelf
geluiden bij maakt. Heb je gezien met welke spullen hij welke geluiden
maakte? Je zag wat hij deed, en hoorde wat het effect is. Deze manier van
geluiden maken, zonder dat je de beelden ziet, komt bij het hoorspel en de
(stomme) film vandaan. Geluid is op het toneel, maar ook in film een heel
belangrijk element om de spanning op te bouwen, kijk maar eens naar een
griezelfilm, zonder het geluid aan. Dat is meteen een stuk minder eng.
Geluiden maken
Verdeel de klas in groepjes van 5 leerlingen en laat ze per groepje een aantal
spannende, enge geluiden verzinnen. Ze kunnen ieder geluid een keer
uitproberen, de volgorde van de geluiden bepalen en laten oplopen in
‘griezeligheid’ en dan verdelen wie wat doet.
De klas gaat in de kring zitten, de geluidmakers van een groepje gaan
rondom de kring staan en maken de geluiden in de door hen bedachte
volgorde.
De klas luistert kritisch mee; is het eng, wordt het spannender, welk geluid is
het engste en welk was eigenlijk niet eng? Kun je hetzelfde geluid enger
maken door het te herhalen of harder of zachter te doen ?
Onthoud de goede (enge) geluiden van je eigen groepje en van elkaar.
Verzin naar aanleiding van de geluiden die je gemaakt en gehoord hebt een
kort verhaal met de kleine groep waarbij de geluiden het verhaal
ondersteunen en spannend maken.
Hoorspelen werden in het begin van de vorige eeuw veel geluisterd toen er
nog geen televisie, maar wel radio was. Hier zie je de acteurs aan het werk.
In een hoorspel wordt met enkel tekst, muziek en geluid een toneelspel
opgevoerd, een onzichtbaar toneelstuk dus. Vaak spraken de acteurs in
microfoons en waren er naast muzikanten ook geluidenmakers. Die
bijvoorbeeld het rinkelen van een kopje lieten horen of het kraken van een
deur.
De stomme film is ‘stom’ genoemd omdat men vroeger nog geen films met
geluid of soundtrack kon maken. Het geluid werd er in de bioscoop live
bijgemaakt vaak door een pianist en/of een gerausmacher. Er is zelfs een
filmgenre genoemd naar een instrument van deze gerausmachers: de
slapstick. Dit zijn twee lange latten die met een scharnier aan elkaar zitten en
die, als je ze tegen elkaar slaat, een flinke klap geven.
Iedere keer als iemand viel of een klap kreeg sloeg de geluidenmaker met zijn
slapstick. En dat gaf zo’n goed effect dat de filmmakers steeds meer klappen
en valpartijen in hun films deden. Maar ook later in de geluidsfilm waren er
speciale mensen nodig die ‘fake’geluiden maakten om de beelden in de film
te versterken. Tegenwoordig heten de geluidsmakers bij films ‘Foley artists’.
Hoe zij te werk gaan is o.a. te zien op de onderstaande (Engelstalige)
YouTube filmpjes:
Foley artist ‘Jurassic park’
http://www.youtube.com/watch?v=Dp7aJ6zoLXY&feature=related
Foley artist ‘ the one show’
http://www.youtube.com/watch?v=AwBxNj_0B_Y&feature=related
Het genre, voornamelijk in de vorm van luisterboeken leeft nog steeds.
OVER THEATER DE WINTER
Theater de Winter is het gezelschap van acteur/poppenspeler John de Winter.
Per voorstelling stelt John een team samen van decor- en poppenbouwers,
regisseur, technicus en componist met wie hij de voorstelling gaat maken en
waar hij zelf in speelt. Hij reist hiermee door heel Nederland en België. Hij
speelt zo’n 100 voorstellingen per jaar en kan door de technische faciliteiten
die zijn stichting voor hem beheert, op vrijwel elke plek in Nederland staan. Hij
speelt vooral in theaterzalen, maar ook veel in de buurt- en clubhuizen en op
scholen.
John de Winter is op 18-jarige leeftijd begonnen als poppenspeler en heeft
zich inmiddels ook ontwikkeld tot een zeer begenadigd verhalenverteller. Hij
weet met zijn spel zijn publiek van het begin tot het eind te boeien. Geroemd
is zijn stemtechniek, waarmee hij aan alle figuren een dramatische laag
meegeeft die hen herkenbaar en geliefd maakt. Hij heeft inmiddels al aan
meerdere bekende tekenfilmfiguren zijn stem geleend, onder meer aan
Knorretje van Winnie de Poeh.
Zijn voorstellingen zijn zonder uitzondering van een bijzondere beeldende
kwaliteit, ontroerend in hun uitvoering en dragen een kleine les in zich, een
boodschap zonder hoofdletter zoals hij dat zelf noemt.
Hij maakte in 2009 een verbeelding van het sprookje ‘Sjaak en de
Bonenstaak’. Daarvoor al produceerde hij ‘De jongen uit de woestijn’, een
indrukwekkend oer-verhaal over de jonge Jozef die onderkoning van Egypte
werd en in januari 2010 was de première van ‘Toby’s Alfabed’ een
kleutervoorstelling over het spelen met letters.
De vertellingen van John de Winter gaan over communicatie. De zelf verbaal
goed onderlegde speler is binnen zijn werk voortdurend op zoek naar de
juiste manier om met anderen contact te leggen. Ieder verhaal heeft in zijn
basis de zoektocht naar contact, het overwinnen van de obstakels die dit
contact in de weg staan. Oud zeer en slechte herinneringen achter je laten en
opnieuw beginnen, omdat je familie bent, omdat je van elkaar houdt of
simpelweg omdat je bij elkaar in de straat woont.
Door zijn aanstekelijke spel spreekt John een groot publiek aan en bereikt hij
alle lagen van de bevolking. Geboren en getogen in Rotterdam kent hij de
grote verschillen tussen de culturen die Nederland bevolken. Hij weet hen
allen te boeien en te raken.
John de Winter blijft de communicatievormen onderzoeken en de ene keer
wordt daar vooral beeld in gebruikt en de andere keer meer taal . Bij ‘Toby’s
alfabed’ was de vorm van de letters het uitgangspunt, ‘De Woeste Woning’ is
weer een vertelvoorstelling, waarbij geluid en beeld en spanning gebruikt
worden om het verhaal te ondersteunen.
Download