Verhalen over de patriarch Abraham en koning Nimrod algemeen spreekwoord: "weten waar Abraham de mosterd vandaan haalt"; en: "hij heeft Abraham gezien". Abraham betekent in het Hebreeuws 'vader der volkeren', hij was patriarch in Palestina (volgens sommigen -3000 / -2500, anderen -1900), stamvader der Joden en Arabieren, door zijn zonen Izaäk en Ismaël. Hij was afkomstig van Ur en vestigde zich met zijn volk in Kanaän. De a, alfa, alef, van Abraham is ook het begin van het Latijnse, Griekse, Hebreeuwse en Arabische alfabet; de Hebreeën hebben het fonologisch medeklinkeralfabet uitgevonden, vandaar dat men soms spreekt van de h. Schrift, of de Bijbel, woord dat dan weer duidelijk verwant is aan het Chaldeeuwse Babel, (Babylon en Ur in Sumer) land van oorsprong van het Hebreeuwse volk. Babylon was ook volgens sommigen de oorsprong van de mensheid, de stad met vele verschillende nationaliteiten, waar aldus een 'babylonische spraakverwarring" kon optreden, vandaar dat men een fonologisch schrift heeft uitgewerkt dat elke taal verduidelijken kan; heden ten dage werd de boursj Khalifa gebouwd, een wolkenkrabber van 1000 m hoogte, de hoogste ter wereld, ter herinnering aan de toren van Babel, een ziggurat, eveneens benijd door de Israelieten, die zelf beweren de oorsprong te zijn van alle volkeren ter wereld (cfr. Bar Hebraeus). [Een aanverwant woord is het cabalistisch woord abraxas (abraxas + hebr. dabor betekent 'onverstaanbare taal'), gebruikt door de gnostici om de allerhoogste godheid aan te duiden, de bron van 365 emanaties, de som van de cijfers voorgesteld door de Griekse letters van het woord d.i. 365. Volgens het Verbond van Abraham beloofde Jahweh dat een zijner nakomelingen de Messias zou zijn, omdat hij zijn heimat diende te verlaten om in een vreemd land te gaan wonen.] Abraham was de beroemdste der patriarchen, de nader van Israël, de zoon van Thare, geboren te Ur in Chaldea ong. -2366. Hij verwierp de idolatrie en verliet Ur om zich te vestigen, met Sarah, zijn echtgenote, in Haran ong. -2296. Daar beval God hem te gaan naar Kanaän, hij beloofde hem het land te schenken en hem het hoofd te maken van een grote natie. Hij verliet Haran met zijn familie en vestigde zich op de leeftijd van 75 jaren te Sichem. Hongersnood verplichtte hem naar Egypte te gaan. (Flavius Josephus heeft een andere mening) Toen hij terugkeerde vestigde hij zich met Lot, zijn neef, te Bethel, maar hij verliet hem en trok zich terug in de vallei van Mambre. Lot werd toen aangevallen en gevangen genomen door vier naburige vorsten, doch Abraham overwon deze vier vorsten en bevrijdde hem. Tijdens zijn terugkeer werd hij gezegend door de hogepriester Melchisedech. Abraham werd 85 jaar oud en vreesde geen kinderen te hebben bij Sarah, en hij nam een tweede vrouw, Agar, een slavin van Sarah, en verkreeg een zoon met de naam Ismaël. Dertien jaren later beloofden engelen van God hem dat Sarah hem nog dat jaar een zoon zou schenken; en ondanks haar hoge leeftijd verkreeg ze Isaak. Toen de zoon 25 jaar was geworden, beval God hem, om het geloof van Abraham op de proef te stellen, zijn zoon te offeren. Abraham wilde gehoorzamen, toen een engel het slachtoffer verving door een ram. na de dood van Sarah huwde hij Cethura, van wie hij zes kinderen had. Hij stierf op de leeftijd van 175 jaar, volgens de Benedictijnen in 2191 v.C. Volgens de chronologie van Usserius was Abraham geboren in -1996 en gestorven -1821. Deze patriarch wordt vereerd door de moslims, door de Joden en de christenen. Abraham was, volgens de bijbel, "de zoon van Terach, de zoon van Nachor, de zoon van Serug, de zoon van Reü, de zoon van Peleg, de zoon van Eber, de zoon van Selach, de zoon van Kenan, de zoon van Arpaksad, de zoon van Sem, de zoon van Noach, de zoon van Lamech, de zoon van Metuselach, de zoon van Henoch, de zoon van Jered, de zoon van Mahalalel, de zoon van Kenan, de zoon van Enos, de zoon van Seth, de zoon van Adam", (Adam betekent in het Turks 'mens', 'man') Christus was een nakomeling van Abraham, en dus ook volgens de Syrische overlevering een nakomeling van koning Nimrod; hij was de Heiland, ook in de antieke godsdiensten kent men Osiris, Tammuz, Attis en Adonis. Volgens Flavius Josephus werd Abraham, een befaamd astroloog in Chaldea, die in conflict kwam met Nirmrod (door sommigen geïdentificeerd als Naram-Sin; Nimrud was ook, na Assur, de tweede stad van Assyriê) omwille van de verschillende interpretatie die kan worden gehecht aan sterrenkundige onregelmatigheden wat aldus een godsdienstig conflict met de priester-koning veroorzaakte (diende hij een familielid te offeren?), verplicht zich in Kanaân te vestigen. Omwille van een hongersnood trok hij nadien naar Egypte, waar hij de priesters inwijdde in de wiskunde en de astrologie, immers "voordat Abraham naar Egypte kwam, waren zij (de Egyptenaren) onwetend in die tak van de wetenschap; immers die wetenschap kwam van Chaldea naar Egypte, en vandaar ook naar de Grieken". (Flavius I, 8, 167-168). Abraham was aldus een belangrijk Chaldeeuws astroloog waarschijnlijk te Babylon, welke in conflict kwam met Nimrod misschien omtrent een of ander astronomisch fenomeen, misschien een maan- of zonsverduistering? (cfr. Flavius) Berossus vermeldt onze vader Abraham zonder hem te noemen, wanneer hij zegt: "In de tiende generatie na de Zondvloed was er onder de Chaldeeërs een rechtzinnig en groot man, kundig in de sterrenkundige wetenschap." Maar Hecataeus vermeldt hem niet alleen, hij stelde een boek samen en liet het na dat over Abraham ging. En Nicolaus van Damascus zegt het volgende in het vierde boek van zijn geschiedenis: "Abraham was heerser te Damascus, hij was een vreemdeling die met een leger vanuit het land boven Babylon, genoemd Chaldea, gekomen was. Na een tijd gaf hij het land op, en trok met zijn volk naar het land toen genaamd Kana'an, nu het land Judea genoemd, toen zijn nakomelingschap talrijk geworden was... Nu is de naam Abraham nog altijd overbekend in het land van Damascus; en er bestaat een dorp, naar hem genoemd, "Het Huis van Abraham". (Flavius Josephus I, 7, 158-160). Een gelijkaardige legende vertelt dat ook het graf van koning Nimrod, waarvan een zoon, prins Azar, volgens een andere traditie, de vader was van Abraham, "een groot jager", nog altijd bestaat nabij Damascus, en nooit zou er op dat graf dauw zijn, maar elders wel. (cfr. verder: Flavius Josephus over Abraham) Damascus is echter niet gelegen in Kana'an; Abraham werd volgens de Hebreeën begraven in Hebron, met Sarah. Volgens Jacques-Bénigne Bossuet was de chronologie als volgt (in 'discours de l'histoire universelle'): de schepping in het jaar des heren -4004 of jaar 1, de Zondvloed 1656-2348, en 426 jaren na de Zondvloed werd Abraham geboren (2083-1921), de tiende generatie na Noach. Al Tha'labi (961-1035) over de afkomst van Abraham (Verhalen der Profeten) De Mohammedaanse overlevering voegt nog enige legendes toe aan die van de bijbel over deze patriarch. De ouders van Abraham waren Prins Azar en zijn vrouw Adna. Toen koning Nimrod werd ingelicht dat iemand binnenkort zou geboren worden die hem zou onttronen, kondigde hij een "moord op de onschuldigen" af en daarom trok Adna zich terug in een grot waar Abraham werd geboren. [Parallellisme met de bijbel met het verhaal van de geboorte van Christus in een grot, ten tijde van de kindermoorden te Bethlehem door koning Herodes die volgens de (nota: Babylonische) magiërs een groot leidsman van Israel zou worden, en een ster uit het oosten leidde de drie koningen naar de kerststal, en later trok Maria met het kind naar Egypte, zoals ook ooit Abraham naar Egypte was getrokken; Messias betekent ook Christus (gr. gezalfde)]. Na 15 maanden was Abraham reeds zo groot als een vijftienjarige, en hij was zo verstandig dat zijn vader hem introduceerde bij het hof van koning Nimrod. Een andere traditie verhaalt dat Abraham en zijn zoon Ismail voor de vierde maal de Ka'aba hebben herbouwd [De 'debir' van de tempel van Jeruzalem had ook de vorm van een kubus, had geen vensters, en werd één keer per jaar op de Grote Verzoendag, betreden door de hogepriester; tot de verwoesting van de tempel door Babylon stond hier de ark des verbonds.]; ook dat Abraham de afgodsbeelden gemaakt en vereerd door zijn vader Terah vernielde, en volgens nog anderen zou Abraham als kind in het vuur zijn geworpen op bevel van koning Nimrod, maar de vlammen veranderden in een bed van rozen, waarop hij zich te rusten legde. Volgens "De verhalen der profeten" van Ahmad ibn Muhammad Al-tha'labi was Ibrahim of Abraham de zoon van Tarikh, de zoon van Nakhur, de zoon van Sarukh [verwijzing mogelijk naar Sarac of Sardanapalus?] , de zoon van Arghu, de zoon van Faligh, de zoon van 'Abir, de zoon van Shaligh, de zoon van Finan, de zoon van Arfakhshadh, de zoon van Sam, de zoon van Nuh [Noë, Noach]. De naam van Ibrahims vader die hij van hij van zijn vader had gekregen was Tarikh, maar toen hij bij Namrudh (Nimrod) de bewaker van de schatkist van diens goden was geworden had hij de naam Azar gekregen. Volgens Mujahid was Azar helemaal niet de naam van Ibrahims vader maar was dat de naam van een afgod. Volgens Ibn Ishaq was het niet de naam van een afgod maar een scheldnaam ('bochelaar'). In het Nabatees zou het 'seniele oude man' betekenen. Tarikh werd aan Nakhur geboren toen deze 27 jaar oud was. De geleerden zijn het er niet over eens over de plaats waar Ibrahim [Abraham] geboren werd. Sommigen zeggen dat zijn geboorteplaats al-Sus was in het gebied van al-Ahwaz, anderen dat het op het platteland bij Babil in het district Kutha was en weer anderen dat hij geboren was in Warka' in een district in de buurt van Kaskar en dat zijn vader daarna verhuisde naar de plaats waar Namrudh [Nimrod] de baas was, in de buurt van Kutha. Volgens anderen was hij geboren in Har(r)an, maar dat zijn vader met hem naar het land Babil verhuisde. Volgens de meeste geleerden uit de begintijd van de Islam werd Ibrahim ... geboren in de tijd van Namrudh, de zoon van Kan'an. [parallellisme van de naam met het land Kana'an, Israëls beloofde land.] Dat was 1223 jaren na de Zondvloed en dus 3037 jaren na de schapping van Adam... Namrudh [Nimrod], in wiens tijd Ibrahim [Abraham] werd geboren, was de zoon van Kan'an [cfr. Kana'an, of Judea?], de zoon van Sinharib [cfr. reminiscentie koning Sennacherib van Assyrië (-728) ook genoemd Sargon], de zoon van Kurish [cfr. reminiscentie Kurios, Heer of Cyrus, de Perzische koning der koningen], zoon van Ham, zoon van Nuh [Noach]. Volgens een hadith zijn er vier heersers geweest die over de hele wereld geregeerd hebben, twee waren er gelovig en twee ongelovig. De twee gelovigen waren Sulayman, de zoon van Dawud, en Dhu al-Qarnayn (Alexander de Grote) ... De twee ongelovigen waren Namrudh en Bukhtunasr. Namrudh was de eerste heerser die zich een kroon op het hoofd zette. Hij had de aarde vast in zijn greep en dwong de mensen zelfs hem als een god te vereren. Hij had waarzeggers en astrologen in dienst die hem vertelden: "In uw land wordt dezer dagen een jongetje geboren dat de godsdienst van de mensen op aarde zal veranderen en hij zal uw ondergang zijn en aan uw heerschappij zal door zijn toedoen een einde komen." Er wordt verteld dat zij dat in de boeken van de profeten hadden gevonden. Volgens al-Suddi had Namrudh in een droom iets gezien dat op een opgaande ster leek die de zon en de maan hun licht ontnam zodat zij geen licht meer over hadden. Dat benauwde hem zeer en hij ontbood alle tovenaars, waarzeggers en wichelaars die er op aarde rondliepen en ondervroeg hen daarover. Zij zeiden: "Het betekent dat er dit jaar in uw gebied een kind geboren wordt door wiens hand u en uw familie ten onder zullen gaan." Namrudh beval toen alle jongetjes die in dat jaar in dat gebied geboren werden te doden en hij verbood alle mannen gemeenschap met vrouwen te hebben... Volgens Ibn Ishaq ging de moeder van Ibrahim toen zij de weeën voelde 's nachts naar een grot die daar dichtbij was. Daar baarde ze Ibrahim... Zij maakte alles voor de boreling in orde. Daarna sloot ze de grot af en keerde terug naar huis. Toen zij hem later ging opzoeken zag zij dat hij levend en wel was en dat hij op zijn duim zoog. Abu Zurayq vertelde dat de moeder van Ibrahim ... iedere keer dat ze bij hem kwam hem op zijn duim zag zuigen en dat zij op zekere dag bij zichzelf zei: "Laat ik eens naar zijn vingers kijken". Toen zag zij dat er uit een vinger water kwam, en uit andere melk, honing en spijsolie. Volgens Ibn Ishaq vroeg Azar aan Ibrahims moeder hoe het was met haar zwangerschap en zij zei: "Ik heb een jongetje gebaard, maar hij is gestorven." Hij geloofde har en hield zich erover stil. Ibrahim ... groeide in een dag zoveel als in een maand en in een maand zoveel als in een jaar. Ibrahim... bleef maar 15 dagen in de grot en ging toen naar zijn vader Azar en vertelde hem dat hij zijn zoon was. Toen vertelde zijn moeder wat zij met hem gedaan had. Azar verheugde zich erover en was ontzettend blij. [Ook koning Cyrus en Mozes waren van gelijkaardige afkomst.]