JAARVERSLAG 2009 NATIONAAL INSTITUUT NEDERLANDS SLAVERNIJVERLEDEN EN ERFENIS 1 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1. MUSEAAL 6 Semi-permanente tentoonstelling 6 Wisseltentoonstellingen 6 Reizende tentoonstelling 7 Bezoekers 7 2. EDUCATIE 9 Programma’s 9 Films/Tv-producties 10 In het kader van… 10 Summer School on Black Europe 12 3. ONDERZOEK 14 Projecten 14 Publicaties 18 Artikelen 21 4. LEZINGEN, CONGRESSEN, COLLEGES 22 Lezingen in het NiNsee 22 Lezingen en presentaties NiNsee-medewerkers 26 Symposia, debatten, Dag van het slavernijverleden 26 Congressen 28 Gastcolleges 31 Deelname aan internationale congressen en lezingen 31 5. HERDENKINGEN 33 6. DOCUMENTATIE VIA HET WEB 35 Website 35 Zoekmachine 35 CECN 35 2 7. SAMENWERKING 36 8. OVERIGE ACTIVITEITEN 40 Communicatieplan 2009-2013 40 Public relations 40 Nieuwsbrief 40 Bezoeken 41 Theater 42 Financiële bijdragen 42 9. PERSONEEL 45 Vrijwilligers 45 10. BESTUUR EN ADVIESORGANEN 46 Bestuur 46 Raadgevend Orgaan 46 Wetenschappelijke Raad 47 BIJLAGE 48 School- en groepsbezoeken 3 MISSIE De stichting NiNsee wil zich ontwikkelen en positioneren als hét nationale symbool van het gedeelde slavernijverleden van alle Nederlanders. Dit doet ze door structureel en vanuit verschillende invalshoeken het Nederlands slavernijverleden en de gevolgen daarvan voor de Nederlandse samenleving, zowel nationaal als internationaal voor het voetlicht te brengen. DOEL De stichting NiNsee ontwikkelt een genuanceerd en realistisch beeld van het Nederlandse slavernijverleden en zijn erfenis en draagt dat beeld uit. Doel daarvan is dat huidige en toekomstige generaties dat verleden en de erfenis daarvan onder ogen kunnen gezien, gedenken, herdenken en verwerken. Daarvoor ontplooit de stichting activiteiten die hiermee rechtstreeks of zijdelings verband houden en helpen het doel te bereiken. Die activiteiten spelen zich af op de vier aandachtgebieden of domeinen van het NiNsee: het museale, het educatieve, het onderzoeks- en het documentatiedomein. Bovendien organiseert het NiNsee de jaarlijkse nationale herdenking Nederlands slavernijverleden. 4 INLEIDING 1. MUSEAAL SEMI-PERMANENTE TENTOONSTELLING Doorbreek de stilte Tot ver in de negentiende eeuw werden vele miljoenen Afrikanen onder dwang naar de Amerika’s en het Caribische gebied vervoerd om daar slavenarbeid te verrichten. Zij voorzagen Europa van goud, zilver en edelstenen, en later ook van suiker, cacao, koffie en katoen. Om hoeveel mensentransporten het exact gaat, zullen we nooit met zekerheid kunnen zeggen. Zeker is wel dat de Nederlanders een aanzienlijk deel hiervan voor hun rekening hebben genomen. De gevolgen van deze racistische erfenis werken nog steeds door. Deze slavernijgeschiedenis, waarbij onze voorouders direct of indirect betrokken waren, wordt nog steeds niet door alle Nederlanders gedeeld, laat staan verwerkt. Er heerst vooral stilte. Het is hoog tijd die stilte te doorbreken. Daarom staat vanaf 2004 de semi-permanente tentoonstelling Doorbreek de stilte in het NiNsee. Masterstudenten van de Reinwardt Academie bogen zich in 2009 over de vraag hoe deze tentoonstelling verbeterd kan worden. In januari 2010 komen zij met praktische aanbevelingen. WISSELTENTOONSTELLINGEN Living Ancestors De wisseltentoonstelling Living Ancestors toonde een serie pastelportretten van de Zuid-Afrikaanse kunstenares Gabrielle Le Roux. Zij schilderde honderdjarige vrouwen uit Dominica. Een van die vrouwen was Elisabeth Israel, geboren op 27 januari 1875 en beter bekend als Ma Pampo. Zij was op het moment dat zij geschilderd werd, de oudste persoon ter wereld. Le Roux heeft de vrouwen niet alleen geschilderd, maar ook hun levensverhalen opgetekend. Hiermee legde zij een stukje van het slavernijverleden in Dominica bloot. Gabrielle Le Roux is geboren in Londen en groeide op in Zuid-Afrika. Zij woonde vele jaren in het Caribische gebied. Haar feministische achtergrond en haar strijd tegen seksisme, racisme, klassenverschillen en homodiscriminatie beïnvloeden haar huidige werk. Kind aan de Ketting. Opgroeien in slavernij, toen en nu Onder grote belangstelling vond op 21 maart de opening plaats van de tentoonstelling Kind aan de Ketting. Opgroeien in slavernij, toen en nu. Deze tentoonstelling gaat niet alleen over het Nederlandse 5 slavernijverleden, maar ook over slavernijgeschiedenis in het algemeen en over de miljoenen kinderen over de hele wereld die nog steeds in slavernij leven. Verhalen, liedjes en filmpjes maken enigszins invoelbaar hoe het moet zijn om kindslaaf te zijn. De tentoonstelling is onderdeel van een groter project, uitgevoerd onder leiding van Aspha Bijnaar. Een werkgroep voor dit project richtte zich op de realisatie van tentoonstelling (gastcurator Dineke Stam), lesmateriaal (Ineke Mok), website (Zwing Wieland), wetenschappelijke bundel en kinderboek (Aspha Bijnaar). Voor projectmanagement en public relations zorgden respectievelijk Amanda Vollenweider en Simpla. Dr. Howard Dodson, directeur van het wereldvermaarde instituut over zwarte cultuur en geschiedenis The Schomburg Centre for Research in Black Culture (Harlem, New York), opende de tentoonstelling. De tweede sleutelgast was Arjan Erkel, directeur van de stichting Stop Kindermisbruik, die de tentoonstelling opende. Het NiNsee en Stop Kindermisbruik sloegen het afgelopen jaar de handen ineen om actuele kinderslavernij maatschappelijk onder de aandacht te brengen. REIZENDE TENTOONSTELLING Onder de Hoede van de Heer De reizende tentoonstelling Onder de Hoede van de Heer geeft een overzicht van de geschiedenis van de Evangelische Broedergemeente (EBG). Die ontstond in 1735 toen drie broeders van de Bruder Unitat in het Duitse plaatsje Herrnhut naar Suriname kwamen om de mogelijkheden van zendingswerk te onderzoeken. De broeders gingen ervan uit dat hun werk onder Gods hoede stond. Daarnaar verwijst de naam van de tentoonstelling. Centraal in de tentoonstelling staan 22 brieven uit de archieven van het Hernhutter-genootschap in Duitsland: brieven van tot slaaf gemaakten, brieven van marrons (ontsnapte slaven) en brieven van exslaven na de afschaffing van de slavernij in 1863. In 2009 was de tentoonstelling te zien op Aruba, Curaçao en St. Maarten. In maart en april stond Onder de Hoede van de Heer in de Openbare Bibliotheek van Aruba. Tijdens de opening ging dominee Hans Mötel in op het ontstaan en de betekenis van de Hernhutters. Maria Reinders-Karg hield een presentatie over de achtergrond van de brieven. De opening werd opgeluisterd door het vrouwenkoor van de EBG. Van mei tot september was de tentoonstelling te zien in het Nederlands Antilliaans Archeologisch en Antropologisch Museum (NAAM) op Curaçao. Minister van Onderwijs en Cultuur Omayra Leeflang verrichtte de opening. Daarna hield prof. Jandi Paula een inleiding over de Franse revolutie van 1789 en de gevolgen daarvan voor het Caribische gebied. Bij de tentoonstelling op Curaçao werd het educatieve programma Een kwestie van geloven van het NiNsee aangeboden, dat door vrijwilligers van het NAAM werd uitgebreid met een speurtocht. 6 In het najaar verhuisde de tentoonstelling, met dank aan de Koninklijke Marine, naar de Philipsburg Library op St. Maarten. Mede door de inzet en creativiteit van het personeel werd de tentoonstelling ook hier een succes. BEZOEKERS Het jaar begon vrij rustig, maar na de opening eind maart van de wisseltentoonstelling Kind aan de Ketting, waar ruim 200 bezoekers op afkwamen, namen de bezoekersaantallen toe. Een week later bezochten ongeveer 400 leerlingen van de bovenbouw van het basisonderwijs, samen met hun leerkrachten en begeleiders, de wisseltentoonstelling en de permanente tentoonstelling Doorbreek de stilte. Toch was het aantal bezoeken van scholen en individuele bezoekers niet indrukwekkend. Na de zomervakantie meldden bezoekers en scholen zich vaker aan. De bezoekersaantallen van vmbo en voortgezet onderwijs bleven middelmatig, maar zowel de onder- als bovenbouw van de basisscholen bezocht massaal beide tentoonstellingen. Nieuw was de belangstelling van scholen buiten Amsterdam. De redenen daarvoor liepen uiteen van “past bij het vak Maatschappijleer en Geschiedenis” tot “Week van de Mensenrechten, waarin slavernij een belangrijke rol speelt”. Eén middelbare school had zijn tweedejaarsleerlingen een aantal onderwerpen ter bestudering voorgelegd, waaronder slavernij. Leerlingen die dit onderwerp kozen, bezochten ook het NiNsee. Ook leerlingen uit het voortgezet onderwijs in Amsterdam Zuidoost bezochten het NiNsee. Ter afsluiting van een themaweek 'slavernij' kregen zij de opdracht hun indrukken van Kind aan de Ketting op een creatieve manier tot uiting te brengen. In de week van 9 t/m 13 november bezochten 250 leerlingen het NiNsee, waaronder verschillende klassen van een islamitische school uit Amsterdam. Zowel leerlingen als leerkrachten waren zeer onder de indruk. Op 30 november kwamen er zeventien buitenlandse studenten en twee docenten van de DePaul University uit Chicago naar het NiNsee. De studenten kregen een rondleiding en een lezing van antropologe Miriyam Aouragh van de Universiteit van Amsterdam. 7 2. EDUCATIE PROGRAMMA’S Een kwestie van geloven Rondom de tentoonstelling Onder de Hoede van de Heer is een educatief programma opgesteld. Dit programma bevat een speurtocht die de leerlingen spelenderwijs op de hoogte brengt van het slavernijverleden van Suriname, de ontstaansgeschiedenis van de Evangelische Broedergemeente in Suriname en de slavenbrieven. Kind aan de Ketting Op initiatief van mevrouw Peggy Wijntuin, lid van de gemeenteraad van Rotterdam, verzorgde het NiNsee op vier Rotterdamse basisscholen gastlessen. Eén school voerde een programma uit bij het NiNsee. Centraal in de lessen stond het slavernijsysteem, dat aan de hand van een leskoffer en het gedicht Slaaf Kindje Slaaf van Dolf Verroen werd besproken. Aan het eind van de les maakten de leerlingen een ketting van kaartjes. Op de kaartjes konden ze een wens, mening of tekening kwijt. De kaartjes werden aaneengeregen tot een bevrijdingsketting, die Arjan Erkel van de stichting Stop Kindermisbruik meenam. Lespakket Anton de Kom In 2009 was het 75 jaar geleden dat het boek Wij slaven van Suriname van Anton de Kom werd uitgegeven. In het kader daarvan verzorgde het NiNsee samen met het stadsdeel Amsterdam Zuidoost en het Centrum voor Beeldende Kunst Zuidoost voor leerlingen uit de bovenbouw van de basisschool (groep 6, 7 en 8) een lesbrief met dvd over deze Surinaamse verzetsheld en vrijheidsstrijder, genaamd Anton de Kom – Vandaag schijnt de zon. Aspha Bijnaar en Annet Zondervan (CBK) stelden de bijbehorende schriftelijke opdrachten samen. Regisseur Ida Does tekende voor de productie van de dvd met verhalen over de vader van de drie nog levende kinderen van De Kom en met uniek beeldmateriaal uit het familiearchief. Slavenroute Amsterdam vervulde een belangrijke rol tijdens de bloeiperiode van de trans-Atlantische slavenhandel en slavernij. Zo was de Amsterdamse kapitaalmarkt ingeschakeld bij de financiering van de slavenplantages in het Caribische gebied. Verschillende monumentale gebouwen in Amsterdam herinneren aan die rol, bijvoorbeeld de Amsterdamse beurs en de vele suikerraffinaderijen in Amsterdam. Het educatieve programma In de voetsporen van het Amsterdamse slavernijverleden, een 8 lespakket voor groep 8 van het basisonderwijs en de eerste klas van het voortgezet onderwijs, richt zich op die rol. In 2009 namen negen klassen of groepen, in totaal 222 leerlingen, deel aan dit programma: Openbare Scholengemeenschap Laar en Berg (4 klassen – 86 deelnemers) Octra (1 groep – 17 deelnemers) Dag van het slavernijverleden (1 groep – 54 deelnemers) Openbare Scholengemeenschap Reigersbos (3 klassen – 65 leerlingen) FILMS/TV-PRODUCTIES De Koopmannen van Amsterdam De documentaire De Koopmannen van Amsterdam geeft een beeld van de slavernijgeschiedenis van Amsterdam. De documentaire is gemaakt door MTNL (Migranten Televisie Nederland) en bestaat uit twee delen. In het eerste deel vertelt prof. Alex van Stipriaan Luïscius het verhaal achter de vele historische, Amsterdamse gebouwen die een rol speelden tijdens de slavernij. In het tweede deel wordt de slavernijgeschiedenis belicht vanuit de NiNsee-tentoonstelling Doorbreek de stilte. Aan dit deel werkte drs. Maria Reinders-Karg mee. Slavenbrieven In Suriname zijn brieven uit 1757 en 1763 gevonden, waarin de tot slaaf gemaakte Boston Band het koloniaal bestuur oproept tot vrede te komen. Deze Surinaamse marron, zijn echte naam was Benti Basiton, prikte de brieven op bomen, liet ze achter in plantagewoningen of op stokken. De MTNL-documentaire Slavenbrieven gaat dieper in op de brieven van Band en belicht ook de positie van de marrons, gevluchte slaven die een vrij bestaan opbouwden in de oerwouden van Suriname. Zij krijgen weinig erkenning van de Afro-Surinamers in Paramaribo. De documentaire werd gemaakt door Mike Ho-Sam-Sooi en Hennah Renfurm, met medewerking van dr. Frank Dragtenstein. IN HET KADER VAN … De Rode Loper en De Rode Loper op school Op 26 en 27 september 2009 vond voor de negende keer het Rode Loper Festival plaats in Amsterdam Oost-Watergraafsmeer. Tijdens dit levendige, inspirerende en veelzijdige cultureel festijn waren, op 9 het centrale podium en in de buurt, voorstellingen en tentoonstellingen van verschillende professionele cultuurmakers te zien. Op zaterdag 26 september kon de wandelroute Slavernijverleden worden gevolgd, die het NiNsee in samenwerking met het Tropenmuseum organiseerde. De route is beschreven in Slavernij Dichtbij, een boekje over het slavernijverleden van Nederland. De route begon in het Tropenmuseum met een rondleiding door de tentoonstelling Latijns-Amerika en de Caraïben, werd vervolgd in het NiNsee, met een rondleiding door de tentoonstelling Doorbreek de stilte en ging daarna naar het slavernijmonument in het Oosterpark. Elke deelnemer ontving een gratis exemplaar van het boekje. Op zondag 27 september 2009 bestond het programma uit een rondleiding door de tentoonstellingen Doorbreek de stilte en Kind aan de Ketting, en een workshop voor kinderen en volwassenen. Op een schildersdoek konden de bezoekers hun impressies verwerken in de vorm van een collage, tekening, een paar woorden of een gedicht. De Rode Loper op school stond dit jaar in het teken van Kind aan de ketting. Vertelkunstenaar Hilli Arduin nam de kinderen mee door de tentoonstelling en vertelde een verhaal over hoe kindslaven opgroeiden, wat ze moesten doen op de koffie- en suikerplantages en hoe ze zich soms wisten te bevrijden. Ook was er een workshop waarin de kinderen een wens op kaartjes konden schrijven. De kaartjes werden aaneengeregen tot een bevrijdingsketting voor de klas. “Geen kind mag slavernij meemaken. Minder winst, minder spullen, meer aandacht,” luidde een van de wensen. Week van de Geschiedenis De Week van de Geschiedenis, van 19 tot en met 25 oktober, had als thema Oorlog en Vrede. Het NiNsee nam er aan deel met het programma Getrommelde Vrede. Op zaterdag 24 oktober vertelde vertelkunstenares Hilli Arduin op verschillende tijden verhalen. Daarna kregen bezoekers een rondleiding door de tentoonstellingen Doorbreek de stilte en Kind aan de Ketting. Tot slot was er op zondag 25 oktober een djembe-workshop. Ruim 100 bezoekers namen deel aan het NiNsee-programma. MuseumN8, Winti Neti Tour In 2009 nam het NiNsee voor het eerst deel aan de MuseumN8. Samen met het Tropenmuseum organiseerde het hiervoor een programmaonderdeel over goden uit de winti: de Winti Neti Tour. Onder leiding van Marianne Markelo, en ondersteund door muziek van de band Awidya, stelden Aisa, Apuku, Busi Ingi en andere goden zich persoonlijk aan de bezoekers voor en maakten duidelijk hoe ze herkend konden worden, wat hun plaats is in de kosmos en wat hun boodschap is voor ons, aardse wezens. Winti is de religieuze voorstellingswereld van Afro-Surinamers. Het is een complex geloof in goden en geesten, waar binnen magisch-religieuze praktijken centraal staan. 10 De avond was geslaagd: 250 bezoekers maakten kennis met winti. Dag van de Amsterdamse Geschiedenis Op 6 juni 2009 vond voor het eerst de Dag van de Amsterdamse Geschiedenis plaats. Verspreid over Amsterdam - in huizen van particulieren, openbare gebouwen, cafés, culturele instellingen en zelfs op bruggen en bij standbeelden - vertelden historici, schrijvers en ooggetuigen verhalen over de geschiedenis van een bepaalde plek. Dit grootschalige evenement was een initiatief van het Amsterdams Historisch Museum, het Parool, het Historisch Nieuwsblad, Ons Amsterdam en het Stadsarchief Amsterdam. Het NiNsee hield in het Geelvinck Hinloopen Huis een inleiding over het slavernijverleden van het pand. Aan de orde kwamen de West-Indische Compagnie en de Sociëteit van Suriname. Kunstschooldag De Kunstschooldag is een jaarlijkse kunstmanifestatie van één dag voor leerlingen van groep 8 uit het Amsterdamse basisonderwijs. Veertig Amsterdamse kunstinstellingen nemen eraan deel. De kinderen en hun leerkrachten bezoeken op die dag drie kunstinstellingen met drie kunstdisciplines. Ruim 400 leerlingen en hun leerkrachten bezochten de tentoonstelling Kind aan de Ketting in het NiNsee. Na een rondleiding konden de leerlingen een kijkdoos over het leven van een slavenkind maken of een actieposter over de strijd tegen kindslavernij. Kinderconferentie Ruim 200 kinderen en ouders namen in het Erasmus Expo- & Congrescentrum in Rotterdam deel aan een kinderconferentie die in het teken stond van de VN Internationale Dag voor de Rechten van het Kind. De kinderconferentie was georganiseerd door OCaN en de Stichting Welzijn Antillianen en Arubanen (SWA). De kinderen leerden over hun rechten en plichten en gingen hierover met elkaar in gesprek. Na de opening konden ze kiezen uit een van de tien workshops, die vooral in het teken stonden van de kinderrechten zorg, bescherming, eigen mening en identiteit. Het NiNsee was vertegenwoordigd met de workshop Kind aan de ketting, waarin de kinderen leerden hoe toen en nu kinderen gedwongen werden en worden arbeid te verrichten en hoe hun alle vormen van menselijke waardigheid ontnomen werden en worden. Ban tende un kuenta: verhalen uit de Antilliaanse slaventijd In het kader van de herdenking van de grote slavenopstand op Curaçao organiseerde het NiNsee een evenement met Antilliaanse verhalen en muziek, dat twee weken voor de herdenking plaatsvond. Tijdens een interactief programma konden de bezoekers kennismaken met verhalen en liederen uit de Antilliaanse slavernijtijd. In de pauzes kregen de kinderen een rondleiding door de tentoonstellingen Kind aan de Ketting en Doorbreek de Stilte. 11 De bekende verhalenverteller Mariëta Emers uit Tilburg vertelde verhalen uit de Antilliaanse slaventijd. Runny Margarita, begeleid door Edsel Juliet op percussie, leerde de bezoekers liederen die in die tijd ontstaan zijn. SUMMER SCHOOL ON BLACK EUROPE Na het succes van vorig jaar organiseerde het NiNsee in samenwerking met de Vrije Universiteit van Amsterdam wederom de Black Europe Summer School. Het Engelstalige programma had als onderwerpen ras, etniciteit, diversiteit en xenofobie in Europa, zowel in het verleden als in het heden. De lessen werden verzorgd door Ramon Grosfoguel en Stephen Small (University of California, Berkeley), Kwame Nimako (Universiteit van Amsterdam), Philomena Essed (Antioch University), David Theo Goldberg (Humanities Research Institute van de University of California), Dienke Hondius en Thomas Spijkerboer (beiden Vrije Universiteit van Amsterdam). Dit jaar schreven dertien studenten zich in, minder dan het voorgaande jaar. Een verklaring hiervoor is dat Amerikaanse universiteiten in verband met de kredietcrisis geen studiebeurzen voor buitenlandse zomerprogramma’s meer aanboden. Volgend jaar wordt het programma opgenomen in het reguliere masterprogramma van de Vrije Universiteit als keuzevak voor alle masterstudenten. 12 3. ONDERZOEK PROJECTEN Rebelse slavinnen Karin Lurvink, student Geschiedenis van de Vrije Universiteit Amsterdam, onderzocht voor het NiNsee welke vrouwen zich stelselmatig hebben verzet tegen de slavernij, waardoor ze als rebelse slavinnen gezien kunnen worden. Het betrof hier een stageplaats. Wat de trans-Atlantische slavernij heeft betekend voor slaven, wordt meestal belicht vanuit het perspectief van de mannelijke slaaf. Vooral het verzet van slaven is een verhaal van mannelijke helden. Bekend zijn opstandelingen als de Surinaamse Baron, Boni & Joli Coeur, Boston Band, Codjo, Mentor en Present. Van de Nederlandse Antillen kennen we de verzetsdaden van Tula, Bastiaan Carpoata en Thico. Al is het niet aannemelijk dat slavinnen zich ook groots hebben verzet tegen de slavernij, toch zou hier meer aandacht aan mogen worden besteed. Sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw is er wel meer aandacht voor het verborgen verzet van vrouwen dat zich uit in bijvoorbeeld abortus, babymoord, zelfmoord, (zelf)vergiftiging of werkweigering. In ruimere zin wordt de ontwikkeling van een verzetscultuur wel aan slavinnen toegeschreven. Binnen deze cultuur kregen nieuwe vormen op het gebied van verwantschap, taal, zang, dans en muziek een belangrijke plaats. Dit proces wordt ook wel creolisering genoemd. Toch moeten er ook sterke, markante vrouwen zijn geweest die het verloop van slavernij hebben beïnvloed. We kennen er slechts een paar, en zelfs die zijn bij het grote publiek nauwelijks bekend. De slavin Serafina en haar dochter Jansie bijvoorbeeld, die hun meesteres in een put wilden duwen; Ma Cato, die als orakel bij de vredesonderhandelingen tussen de marrons en het koloniale gezag een invloedrijke rol speelde; en de Arubaanse slavin Virginia die op straffe van opsluiting en zweepslagen keer op keer het koloniale gezag tartte. Wat dreef deze vrouwen? Dr. Aspha Bijnaar begeleidde dit onderzoek dat in december werd afgerond. Sailing Letters Er is weinig bekend over het leven van plantersvrouwen in de Nederlandse koloniën Suriname en Curaçao, maar de vondst van een aantal brieven in The National Archives in London kan hierin verandering brengen. Het gaat zowel om brieven uit Nederland, van vrouwen aan hun partners die voor hun werk naar de West waren gevaren, als om brieven die vrouwen vanuit de koloniën schreven aan hun dierbaren in Nederland. De brieven dateren uit de zeventiende en achttiende eeuw, toen Nederlandse schepen onder regie van de West-Indische Compagnie scheepsladingen vol buskruit, wapens, textiel en alcohol naar West-Afrika vervoerden. 13 Dr. Aspha Bijnaar werkte mee aan de verdere ontsluiting van een selectie van deze brieven. Economische ontwikkelingen onder de creolen na de emancipatie van slaven in Suriname, 1873–1940 In de jaren na de afschaffing van de slavernij kwamen er op economisch gebied verschillende ontwikkelingen op gang. De plantages konden zich handhaven, omdat slaven niet onmiddellijk massaal wegliepen en omdat contractanten van Azië naar Suriname werden gehaald. Rond de eeuwwisseling, toen de mijn- en bosbouwsectoren tot ontwikkeling werden gebracht, ontstonden er meer economische mogelijkheden voor creolen. Balata en goud zorgden voor een opleving in de economie. De winning van bauxiet in de eerste helft van de twintigste eeuw was een verdere stimulans voor de Surinaamse economie. Creolen leverden hier in eerste instantie een grote bijdrage aan. Toch schetsen studies over die tijd een stereotiep beeld van de luie creool. Dit beeld is terug te vinden in diverse publicaties en rapporten. Daarom is het belangrijk dat er een systematische beschrijving komt van de participatie van creolen in de economie van Suriname vanaf 1873. Daarin moet ook de gestaag verlopende intrede van creolen in de ambtenarij worden beschreven. De beschrijving zal het stereotype beeld van creolen doorbreken en de bijdrage van creolen aan de ontwikkeling van de Surinaamse maatschappij in kaart brengen. Het onderzoeksproject Economische ontwikkelingen onder de creolen na de emancipatie van slaven in Suriname, 1873–1940 richt zich hierop. Startpunt is 1873; toen verdween immers het toezicht op de ex-slaven. Eindpunt is 1940, omdat de Tweede Wereldoorlog de economische ontwikkelingen diepgaand beïnvloedden. Het onderzoek wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Instituut voor Maatschappij Wetenschappelijk Onderzoek (IMWO) van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, en staat onder leiding van Jerome Egger MA. Pacificatiebeleid in het Caribische gebied Suriname was tussen 1650 en 1975 een Nederlandse kolonie en, met enkele kleine onderbrekingen, ook van het Britse rijk. Vrijwel direct na de bezetting begonnen Nederlandse kolonisten met de aanleg van plantages met tropische gewassen. De blanke Europeanen lieten de inheemse bevolking, door hen indianen genoemd, het zware werk verrichten. Veel inheemsen verzetten zich tegen de uitbuiting en onderdrukking. In 1675 begonnen ze zelfs een guerrillaoorlog tegen de kolonisten. Omdat de opstandelingen moeilijk te bestrijden waren, besloot het koloniaal bestuur een pacificatiepolitiek te voeren en vrede te sluiten met de inheemsen. In de periode hierna werden honderdduizenden Afrikanen gedwongen naar Suriname gehaald, ter vervanging van de inheemsen op de plantages. Veel Afrikanen verzetten zich en vluchtten de ondoordringbare bossen in. In de loop der jaren probeerde het koloniaal bestuur met strenge wetten en bospatrouilles de verschillende groepen ontsnapte slaven, de marrons, te bestrijden. De marrongroepen bleven echter niet alleen in aantal maar ook in omvang toenemen en ondanks alle maatregelen kon niet 14 worden voorkomen dat zij de plantages aanvielen. Vanaf het midden van de achttiende eeuw sloten verschillende gouverneurs vredesverdragen met marronstammen. Met medewerking van het NiNsee onderzocht Eric Jagdew MSc de afgelopen drie jaar, zowel in Suriname als in Nederland, literatuur en archieven op de vredesinitiatieven die het Nederlandse koloniale bestuur tussen 1650 en 1863 nam tegen opstandige inheemse en marrongroepen. In het voorjaar van 2009 werd het onderzoeksrapport gepubliceerd. Sociale banden tussen slavenfamilies Vanaf 2004 werken het NiNsee en de Hernhutter Archieven Suriname nauw samen in het onderzoeksproject Sociale banden tussen slavenfamilies in de 18e en 19e eeuw. De catalogi van de Evangelische Broedergemeente in Suriname vormen de basis voor dit onderzoek. In de publicaties wordt aandacht besteed aan de verschillende aspecten van het leven van de slaven op plantages waar missionarissen vanuit Charlottenburg zendingsarbeid verrichtten. Ook wordt ingegaan op pogingen van de missionarissen om de levenswandel van de slaven te veranderen. In 1734 vertrokken Duitse missionarissen van de Brüder Unitat in opdracht van graaf Nikolaus Ludwig von Zinzendorf naar Suriname om er zendingswerk onder de tot slaaf gemaakte bevolking te verrichten. Het resultaat van hun zendingsarbeid is in verschillende documenten vastgelegd. Hierin is ook de kerkelijke levensloop van de doopkandidaten beschreven. Prof. dr. H. Lamur, mr. N. Boldewijn en drs. R. Dors voeren dit onderzoek uit. West-Indische immigranten in Suriname Met het onderzoeksproject West-Indische immigranten is in 2007 een begin gemaakt. Na de afschaffing van de slavernij in 1863 was er een tekort aan arbeidskrachten voor de Surinaamse plantages. Daarom werden mannen en vrouwen in het Caribische gebied geworven die als contractarbeiders op de plantages in Suriname gingen werken. In totaal zijn tussen 1863 en 1892 circa 2.500 personen uit het Caribische gebied ingevoerd: mensen van Afrikaanse origine, Chinezen en Hindoestanen. Het gegevensbestand van de West-Indische immigranten bevat een schat aan informatie over deze contractarbeiders: familienaam, voornaam, leeftijd, geslacht, geboorteplaats, verwantschapsrelaties, religie, beroep, geboorte, sterfte en doodsoorzaken. In de databank is ook informatie opgenomen over lengte, lichaamskenmerken en huidskleur van de contractarbeiders, naam van de ‘eigenaar’ en de plantage waar de contractant te werk werd gesteld, duur van de arbeidsovereenkomst, desertie en uitgifte van gronden. Het onderzoek hiernaar wordt uitgevoerd door prof. H. Lamur en drs. R. Dors. 15 De brieven van Boston Band 1657-1763 De correspondentie van Boston Band met de hoogste gezagsdragers is uniek in de slavernijgeschiedenis. De vertalingen van zijn brieven zijn bewaard gebleven en geven ons inzicht in de denkbeelden en handelingen van ex-slaven in de door hen zelf gecreëerde samenlevingen, en van de plantagehouders en bestuurders. Het onderzoek hiernaar van dr. Frank Dragtenstein is in 2009 afgerond. Opgroeien in slavernij, toen en nu Naar het lot van slavenkinderen is weinig historisch onderzoek gedaan. Evenmin is er voldoende aandacht voor de miljoenen kinderen wereldwijd die vandaag de dag slachtoffer zijn van kinderslavernij. Met financiële bijdragen van het VSBfonds en de Mondriaan Stichting is begonnen met de uitvoering van het onderzoeksproject Opgroeien in slavernij, toen en nu. Dit project doorbreekt de stilte over het leven van kinderen in slavernij. Onder de titel Kind aan de Ketting is vanaf begin 2009 een tentoonstelling te zien in het NiNsee. Verder staan gepland een wetenschappelijke bundel, een educatief programma, een website en een kinderboek (2010). Projectleider is dr. Aspha Bijnaar. Wat zeiden ze zelf Het onderzoek Wat zeiden ze zelf omvat een analyse en bewerking van brieven, verklaringen en getuigenissen van bewoners van Suriname in de zeventiende en achttiende eeuw. Het doel van dit project is de denkbeelden over slavernij van andere tijdgenoten dan plantagehouders en bestuurders voor het voetlicht te brengen en daarmee verdieping te geven aan de discussies over slavernij. Het onderzoek wordt uitgevoerd door dr. F. Dragtenstein. De emancipatie van marronvrouwen in Suriname Slaven die de Surinaamse plantages in de zeventiende en achttiende eeuw ontvluchtten, stichtten in het oerwoud, langs de grote rivieren, nieuwe gemeenschappen waar vanuit georganiseerd verzet tegen de slavernij plaatsvond. Deze gemeenschappen ontwikkelden zich tot zes volksstammen die van elkaar verschilden qua taal en cultuur. De nazaten van deze gevluchte slaven worden marrons genoemd. Marronvrouwen hebben historisch gezien een belangrijke bijdrage geleverd aan het voortbestaan van de marrongemeenschappen. Bij de stammen geldt de matrilineaire lijn, wat het belang van de positie van vrouwen onderstreept. In deze positie en de traditionele marronsamenleving is in de loop der tijd verandering gekomen door onder meer urbanisatie, industrialisatie, modernisatie, missie, zending, onderwijs en de binnenlandse oorlog. Het onderzoek De emancipatie van marronvrouwen in Suriname richt zich op de effecten van de urbanisatie in de tweede helft van de twintigste eeuw op de sociaal-economische positie van marronvrouwen in Suriname. Martina Amoksi MSc, rondde dit onderzoek in 2009 af. 16 Programma’s van The International Slavery Museum en The British Empire & Commonwealth Museum Op woensdag 9 september presenteerde Polly Redman, student van de Reinwardt Academie en stagiair bij het NiNsee, de resultaten van haar afstudeeropdracht over gevoelige onderwerpen als de Tweede Wereldoorlog, de Holocaust en het slavernijverleden. Levert het ene museum, bijvoorbeeld de Anne Frank Stichting, op dit gebied indrukwekkende producten, andere, zoals het NiNsee, zijn nog zoekende. Redman deed onderzoek naar de succesvolle programma’s van The International Slavery Museum in Liverpool en The British Empire & Commonwealth Museum. De slavenhandel tussen Curaçao en Colombia In 2009 zijn voorbereidingen getroffen voor een grootschalig onderzoek naar de Nederlandse handel van tot slaaf gemaakten tussen Curaçao en Zuid-Amerika, in het bijzonder de handel met Colombia. Het onderzoek is erop gericht inzicht te verschaffen in de aantallen tot slaaf gemaakten die vanuit Curaçao naar Colombia werden vervoerd en het effect van de slavernij op de hedendaagse Colombiaanse gemeenschap. Het wordt in 2010 uitgevoerd, in samenwerking met het Nationaal Archeologisch en Antropologisch Museum (NAAM) op Curaçao en de Cunono Universidad del Valle in Colombia. Het project staat onder leiding van drs. Martha Machado. PUBLICATIES Opgroeien in slavernij, in heden en verleden – Aspha Bijnaar (red.) Uitgegeven in samenwerking met KIT Publishers In Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba hebben tot 1863 honderdduizenden slaven gewerkt op suiker-, koffie- en katoenplantages, in zoutpannen en in de huishouding. Daar waren veel meer kinderen bij dan tot voor kort werd aangenomen. In de eerste delen van de bundel Opgroeien in slavernij, in heden en verleden gaan onderzoekers in op de omstandigheden waaronder deze kinderen opgroeiden. Hoewel de slavernij overal ter wereld al lang is afgeschaft, leven nog steeds miljoenen kinderen in slavernij. In het laatste deel van deze publicatie gaan de onderzoekers in op de huidige vormen van (gedwongen) kinderarbeid. Dr. Aspha Bijnaar (NiNsee), dr. Dienke Hondius (Vrije Universiteit), prof. Alex van Stipriaan Luïscius (Erasmus Universiteit en Tropenmuseum), Elise Verheij (COS Zuid-Holland), Ronald Donk (Stichting OONC), dr. Rose Mary Allen (Universiteit Nederlandse Antillen en Allen Social Research and Consultancy), Luc Alofs (Instituto Pedagogico Aruba), prof. Wim Rutgers (Universiteit Nederlandse Antillen, IOL), Jaimie McIntyre MA (Kunstgeschiedenis UvA), Mercita M. Coronel 17 (publicist), prof. Kristoffel Lieten (Universiteit van Amsterdam, IISG en IREWOC), Sarah de Vos (IREWOC) en dr. Birendra Raj Giri (Open University Milton Keynes) leverden een bijdrage aan deze bundel. Kind aan de Ketting. Opgroeien in slavernij, toen en nu – Ineke Mok (red.) Gemaakt door Bureau Cultuursporen, in opdracht van het NiNsee Kind aan de Ketting. Opgroeien in slavernij, toen en nu is een lesboek voor het voortgezet onderwijs. In het boek wordt ingegaan op de vraag wat een slaaf is, wat slavernij is, en wat moderne slavernij is. Het boek bespreekt bovendien de levens en ervaringen van kindslaven vroeger in Suriname, op de Nederlandse Antillen en Aruba. Aan de hand van boeiende casussen worden de ervaringen van de kindslaven van nu in landen als West-Afrika, China, India beschreven. Aan het boekje werkten een groot aantal onderzoekers mee. Het kwam uit in 2009 en beleefde in datzelfde jaar nog zijn tweede druk. De Marronvrouw in de stad – Martina Amoksi “Een meisje is de rijkdom van de bee” is een uitdrukking die de centrale rol van de vrouw in de marrongemeenschap kenmerkt. De bee is een groep marrons met een matrilineaire verwantschap tussen de leden. De marrons ontwikkelden onder uiterst moeilijke omstandigheden een nieuwe cultuur met veel Afrikaanse elementen. In dit boek plaatst Amoksi, zelf een nazaat van de marrons, de rol en positie van de marronvrouwen in een historisch perspectief. Uit haar analyse blijkt dat de marronvrouwen een grote bijdrage hebben geleverd aan het overleven van de marrongemeenschappen sinds hun oprichting tot heden. De centrale vraag in dit boek gaat over de effecten van de urbanisatie, in de tweede helft van de twintigste eeuw, op de sociaal-economische positie van de marronvrouwen in Suriname. Daarbij gaat Amoksi voornamelijk in op de historische positie van de marronvrouwen en de manier waarop die positie in het heden doorwerkt. Deze publicatie is de eerste beschrijving van een systematisch onderzoek waarin de marronvrouw centraal staat. Hiermee wordt een belangrijke lacune in de historiografie van Suriname aangevuld, namelijk die van de bijdrage van vrouwen aan de geschiedenis van Suriname. Hopelijk leidt het ook tot een beter begrip voor de positie van de marronvrouw in de Surinaamse samenleving. Tula – Artwell Cain (red.) Op 17 augustus 1795 brak op Curaçao een slavenopstand uit, geleid door Tula. Deze opstand eindigde met de executie van ruim honderd tot slaaf gemaakten. De uitermate wrede terechtstelling van de leiders van de opstand staat in het geheugen van veel Antillianen gegrift. In 1985 is door proclamatie vastgesteld dat de opstand voortaan ieder jaar op 17 augustus wordt herdacht en de leiders van de opstand worden geëerd. Ook is in dat jaar de Parke di Lucha pa Libertat 18 (Park voor de Vrijheidsstrijd) geopend. Anders dan op Curaçao is in Suriname 1 juli, de dag waarop de slavernij officieel werd afgeschaft, de dag van de vrijheid. In het boek worden verschillende thema’s behandeld. Don Martina, ex-premier van de Nederlandse Antillen, gaat in op de betekenis van 1795 voor de huidige positie van de Antilianen mede in relatie tot Nederland; Charles do Rego bespreekt onder meer de relatie tussen de opstand en de Franse revolutie; en de Surinaamse historicus Sandew Hira analyseert de Antilliaanse opstand op basis van originele bronnen en plaatst deze in een internationaal kader. Het boek is zowel in het Nederlands als in het Papiamento beschikbaar. Alles voor de Vrede – Frank Dragtenstein Alles voor de Vrede gaat over de brieven van de verzetsstrijder en ex-slaaf Boston Band. Hij bewerkstelligde door zijn correspondentie met het koloniaal bestuur in Paramaribo de vrede tussen dat bestuur en de marrons in het oosten van Suriname en gaf die vrede vorm. De brieven van Boston zijn uniek, omdat ze door een (ex-)slaaf zijn geschreven in een periode waarin tot slaaf gemaakten niet of nauwelijks schreven en het hun zelfs vaak verboden was te leren lezen en schrijven. Bovendien zijn er heel weinig schriftelijke getuigenissen uit bovengenoemde periode overgeleverd, waardoor de brieven van grote betekenis zijn voor de historiografie van de slavernij. Boston arriveerde vermoedelijk na het jaar 1749 in Suriname en stierf in 1766. Hij werd een van de leiders van rebellerende slaven in Oost-Suriname. Catalog C en D Hernhutter Archieven Suriname - H.E. Lamur, N. Boldewijn en R. Dors In 2005 is een begin gemaakt met het transcriberen en analyseren van de Catalogus der Negergemeine, een van de vele soorten documenten waarin de zendelingen van de Evangelische Broedergemeente Suriname gegevens over slaven en hun nazaten vastlegden. Deze catalogi kunnen als doopregisters worden beschouwd. Inmiddels hebben onderzoekers prof. dr. H. E. Lamur, mr. N. Boldewijn en drs. R. Dors het materiaal van negen van de in totaal twintig catalogi die in het archief van de EBG zijn getraceerd, getranscribeerd. Het relatief grote aantal getranscribeerde catalogi maakt het mogelijk om van enkele families genealogische gegevens te verzamelen. In 2009 verschenen in deze serie Catalog C en D. ARTIKELEN Aspha Bijnaar: boekbespreking van “Zwart; Sambo, Tien kleine negertjes, PijpjeDrop, Pompernikkel en anderen. Het beeld van de zwarte mens in de Nederlandse illustratiekunst 1880-1980”, geschreven door Jeroen Kapelle en Dirk J. Tang In: OSO, tijdschrift voor Surinamistiek en het Caraïbisch gebied. 19 Aspha Bijnaar: “‘Veel meysie genoeg daar gij u plasier kan hebben, en denke niet om uw vrouw’. De wetenschappelijke relevantie van brieven van (witte) plantersvrouwen voor het onderzoek naar de transatlantische slavernij”. In: Sailing Letters, Koninklijke Bibliotheek. Aspha Bijnaar: “Breaking the taboo of exhibiting past slavery together with modern slavery”. In: Exhibiting Slavery, Engeland, Horniman Museums Publishers. Aspha Bijnaar: “Kinderlijke onschuld. Beelden van slavernij in Suriname”. In Kind aan de Ketting. Opgroeien in slavernij, toen en nu, Amsterdam, KIT Publishers Artwell Cain: “Colour Blindness and Dutch integration policy in relation to Surinamese, Antilleans and Arubans”. In Trajectories of Emancipation Volume One, Kwame Nimako, Stephen Small en Artwell Cain (red). Nog te verschijnen. Artwell Cain: “Ambiguous Citizenship as impediment to social mobility in the Netherlands: The case of Afro-Caribbean Dutch”. In Peoples without State, Ramon Grosfoguel (red). Nog te verschijnen. Kwame Nimako en Stephen Small: “Theorizing Black Europe and African Diaspora: Implications for citizenship, nativism and xenophobia”. In Black Europe and the African Diaspora, VS, University of Illinois Press. Kwame Nimako en Glenn Willemsen: “Chattel Slavery and Racism: Reflections on the Dutch Experience”. In Dutch Racism, Philomena Essed en Isabel Hoving.(red). Nog te verschijnen. Kwame Nimako: “Nkrumah, African Awakening and Neo-colonialism: How black America awakened Nkrumah and Nkrumah awakened Black America”. In The Black Scholar, Journal of Black Studies and Research, Oakland, Black World Foundation. 20 4. LEZINGEN, CONGRESSEN, COLLEGES LEZINGEN IN HET NINSEE De lezingen in het NiNsee werden georganiseerd door projectleider drs. Ruth Dors. Nola Hatterman, portret van een eigenzinnig kunstenares (Ellen de Vries) 16 januari Nola Hatterman (1899-1984) verwierf in de jaren dertig van de vorige eeuw in Nederland bekendheid als 'schilderes van negers'. De blanke Hatterman, afkomstig uit een koloniaal milieu, voelde zich naar eigen zeggen 'van binnen een neger'. In 1953 emigreerde ze naar Suriname om daar een kunstopleiding op te zetten. Aan het eind van haar leven trok ze zich terug in het binnenland van Suriname om te midden van de marrons haar historische vierluik over slavernij en marronage te voltooien. Journalist Ellen de Vries schreef over het opmerkelijke levensverhaal van Nola Hatterman het boek Nola, portret van een eigenzinnig kunstenares. Aan de hand van een diapresentatie vertelde zij over het leven en werk van Nola Hatterman. Ellen de Vries werkt als zelfstandig journalist. Over Suriname maakte ze reportages voor verschillende dagbladen en KRO-radio. In 2005 verscheen haar boek Suriname na de Binnenlandse Oorlog. Zij is een van de auteurs van K'ranti! De Surinaamse pers 1774-2008. Black Fathers (Helen Skinner) vrijdag 13 maart Vaak onbekend, afwezig of onverantwoordelijk: dat is het stereotype beeld van zwarte vaders. Met het Black Fathers-project, in 2007 uitgevoerd door stichting MAKI (Multiculturele Activiteiten en Kleurrijke Initiatieven), wordt geprobeerd dit beeld enigszins te nuanceren. Dit project heeft geleid tot een boek en een foto- en poëzietentoonstelling over zwarte vaders. Het boek heeft als centraal thema de verantwoordelijkheid van het vaderschap, en is een inspirerende compositie van foto’s, gedichten, verhalen van vaders en quotes. Helen Skinner, voorzitter van stichting MAKI ,vervulde sinds 1974 diverse functies in het opbouwwerk, was 22 jaar beleidsadviseur bij de gemeente Delft, en later ouderenadviseur. Zij leidt nu haar bureau voor subsidieadvies, subsidiewerving en projectontwikkeling: Deweni Consultancy. Inheemsen, marrons en koloniale overheid: Vredestraktaten in Suriname 1650 – 1863 (Erik Jagdew) vrijdag 10 april Eric Jagdew deed in zijn masterscriptie Oorlog en Vrede in het wingewest Suriname: het pacificatiebeleid van de koloniale overheid jegens de Inheemsen en Marrons in de kolonie tussen 1650 en 1790 verslag van zijn onderzoek naar de vredesverdragen die de Nederlandse koloniale overheid in 21 de zeventiende en achttiende eeuw met inheemsen en marrons afsloot. Een vervolg op deze studie was zijn onderzoek naar de hernieuwde vredestraktaten uit de periode 1790 -1863. In zijn presentatie ging Jagdew in op zijn analyse van 200 jaar pacificatiebeleid (1650–1863) van het koloniale bestuur in Suriname en vertelde hij in hoofdlijnen over de inhoud van de verschillende vredesverdragen. Eric R. Jagdew Msc. (34) is historicus. Hij studeerde aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) en de Universiteit van Amsterdam (2008). Van 1998 tot en met 2006 werkte hij als leraar Geschiedenis op de havo en de afdeling Curriculum Ontwikkeling van het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling in Suriname. Momenteel is hij onderzoeker op het Instituut voor Maatschappij Wetenschappelijk Onderzoek (IMWO) van de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Surinaamse rug, Joodse buik (Wim Egger) vrijdag 8 mei In het boek Surinaamse Rug, Joodse buik beschrijft Wim Egger, nazaat van Surinaamse slaven en overlevende van de Shoah, hoe zijn leven dramatisch veranderde door de oorlog. Mr. Wim Egger (1935) werd in Amsterdam geboren, een week nadat zijn familie met de boot uit Suriname aankwam. In Nederland was op dat moment sprake van een economische crisis. Bovendien wierp het nazisme zijn schaduw vooruit. Egger was zeven jaar oud toen de Duitsers in 1943 zijn slaapkamer binnenvielen. Na de oorlog specialiseerde hij zich in het uitgeversvak. Later volgde hij therapie om de gevolgen van de oorlog te verwerken. Ten slotte ging hij rechten studeren. Gij zijt blank en wij zijn zwart (Humphrey Lamur en Frank Dragtenstein) zaterdag 5 september In zijn boek Gij zijt blank en wij zijn zwart, waaraan hij tot zijn overlijden heeft gewerkt, geeft dr. J.P. Siwpersad een antwoord op de vraag waarom niet meer slaven de plantages in Suriname hebben verlaten. De auteur gaat onder meer in op aspecten van en trends in slavengedrag, en op de aard en de omvang van de spanningen tussen de slaven en de meesters. Prof. dr. H.E. Lamur en dr. F. Dragtenstein verzorgden korte inleidingen op dit boek. Dr. Jozef P. Siwpersad was historicus en promoveerde in 1979 met de dissertatie De Nederlandse regeringen en de afschaffing van de Surinaamse slavernij (1833-1863) aan de Universiteit van Groningen. Ook nam hij het initiatief tot de 'Dag van de geschiedenis' in Den Haag. De marronvrouw in de stad (Martina Amoksi) vrijdag 18 september Tegenwoordig zitten Surinaamse marronvrouwen in het centrum van de macht en bekleden ze politieke functies. Dat was vroeger anders. In haar masterscriptie De marronvrouw in de stad analyseert historica Martina Amoksi de gevolgen van de urbanisatie voor Surinaamse marronvrouwen. 22 Zij gaat onder meer in op de factoren die geleid hebben tot de urbanisatie, zoals transmigratie als gevolg van de bouw van de Afobaka-stuwdam, de binnenlandse oorlog en de veranderingen in traditionele rituelen. Deze ontwikkelingen hadden ook consequenties voor de man- vrouwverhoudingen en de sociaal-economische positie van de marronvrouwen. Martina Amoksi Msc (1964, Wanhatti, Suriname) studeerde aan het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) en aan de Universiteit van Amsterdam. Tot 2007 was zij lerares Geschiedenis op het vwo. Sinds 2007 werkt zij als onderzoeker bij het Nationaal Archief van Suriname. Het onderzoek van Martina Amoksi is mede mogelijk gemaakt door het NiNsee. Het marrongezag: toen en nu (Ray Landveld) vrijdag 9 oktober In het verleden werd het binnenland van Suriname uitsluitend bestuurd door het traditionele gezag: grootopperhoofden, kapiteins en basja. Maar de positie van deze gezagsdragers ondergaat op dit moment ingrijpende veranderingen. Het traditionele gezag past zich weliswaar aan de veranderingen aan, maar de nieuwe gezagsverhoudingen leveren ook spanningen op. Vragen zijn onder meer hoe het traditionele gezag zich in Suriname manifesteert, hoe de marrongemeenschap in Nederland hiermee omgaat, en of de marrons naar behoud van hun gezagstructuur zullen streven of naar een vorm van modernisering waarin hoogopgeleide marronvrouwen een rol zullen krijgen. Ray Landveld, voorzitter van de Stichting Saamaka Soni, voerde het publiek terug naar het ontstaan van het traditionele gezag in het binnenland van Suriname, en ging in op de vraag of het traditionele gezag zich zal kunnen handhaven in de moderne tijd. Hoe maak ik mijn stamboom (Paul Davids) zaterdag 28 november Het maken van een stamboom is moeilijk en vergt veel wijsheid en geduld. Een probleem is dat de archieven van Surinamers verspreid zijn over Nederland en Suriname en dat er tot nu toe nog maar weinig digitaal is vastgelegd. Dat zal in de komende jaren veranderen, als de originele archieven terug worden gebracht naar Suriname. Deze introductie tot de genealogie werd geleid door Paul Davids (1948), bestuurslid van de Stichting voor Surinaamse Genealogie. Davids is interim-manager en werkzaam in de woningsector. Tien jaar geleden begon hij samen met zijn Surinaamse vrouw een zoektocht naar haar roots. Op grond van die ervaringen weet hij mensen de weg te wijzen in de diverse Surinaamse genealogische registers. De Zwarte Lord (Rihana Jamaludin) vrijdag 4 december In haar debuutroman De Zwarte Lord beschrijft Rihana Jamaludin het verhaal van de Bossche gouvernante Regina Winter die naar Suriname vertrekt om les te geven aan Walther Blackwell, een 23 jonge kleurling die van zijn blanke vader een plantage heeft geërfd. Door de kolonisten wordt hij spottend de Zwarte Lord genoemd, binnen de elite wordt hij met wantrouwen bekeken vanwege zijn buitenissige gedrag. In haar zoektocht naar de waarheid ontmoet ze veel personen uit verschillende lagen van de Surinaamse samenleving. Het leven in Suriname in het woelige jaar 1848 blijkt verstoken van conventies en fatsoensnormen, maar ook gehuld in taboes en mysteries. Het NiNsee en KIT Publishers organiseerden deze boekpresentatie met paneldiscussie. Presentator was Tanja Fraai, televisie- en radiojournaliste bij Radio Nederland Wereldomroep. Rihana Jamaludin (1959, Paramaribo) vertrok in 1983 naar Nederland, waar ze werkte als beeldend kunstenaar en docent Volwasseneneducatie. In 1999 debuteerde ze met het verhaal De Schepping, dat werd opgenomen in de Crossing Borderbundel van het gelijknamige festival in Den Haag. De bundel Minnewake verscheen in 2008 (Paramaribo). Alles voor de vrede: De brieven van Boston Band (Frank Dragtenstein) vrijdag 27 maart Boston Band, zijn echte naam was Benti Basiton, was een tot slaaf gemaakte man uit Jamaica die kon lezen en schrijven. In het midden van de achttiende eeuw schreef hij meer dan achttien brieven aan het koloniaal bestuur in Paramaribo. Deze brieven leidden tot de beëindiging van de lange, gewapende strijd tussen de bestuurders en de marrons in Oost-Suriname, en de ondertekening van de Aucaanse vrede van 1760. Zijn correspondentie met de hoogste gezagsdragers is uniek in de slavernijgeschiedenis, omdat werd verondersteld dat tot slaaf gemaakten niet konden lezen en schrijven en geen wezenlijke schriftelijke bijdrage hebben geleverd aan de geschiedschrijving over de slavernijperiode. Boston Band bewijst het tegendeel. Dr. Frank Dragtenstein is historicus en onderzoeker bij het NiNsee. Hij heeft zich gespecialiseerd in de geschiedenis van Afrikanen in de diaspora en in die van de slavernij. In 2002 promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift De ondraaglijke stoutheid der wegloopers; Marronage en koloniaal beleid in Suriname, 1667-1768. Verder is hij coauteur van het boek Manumissies in Suriname, 1832-1863 (1997). In 2004 verscheen van zijn hand Trouw aan de blanken, Quassie van Nieuw Timotibo, twist en strijd in de 18de eeuw in Suriname. LEZINGEN EN PRESENTATIES NINSEE-MEDEWERKERS Child in chains – Aspha Bijnaar. Congres Atlantic World and the Dutch (NiNsee, Erfgoed Nederland, KITLV, Nationaal Archief) 24 De hete actualiteit: Opgroeien in slavernij – Aspha Bijnaar. Symposium Historici gaan voor de inhoud (Nationaal Historisch Museum) De ontstaansgeschiedenis van het NiNsee en de betekenis van het herdenken in het Caribische gebied – Frank Dragtenstein (Rijksuniversiteit Leiden) De Sociëteit van Suriname 1621-1790 – Frank Dragtenstein (Stadsarchief Amsterdam) Alles voor de vrede: De brieven van Boston Band – Frank Dragtenstein (Club Culinair) Slavernij en naamgeving – Frank Dragtenstein (Lions Rotterdam Rijnmond) De ontstaansgeschiedenis van het NiNsee en de betekenis van het herdenken – Frank Dragtenstein (Tilburg) De doorwerking van de Afro-Surinaamse cultuur binnen de EBG Suriname – Ruth Dors (EBGN Predikantenconferentie Doorn) Je zelf zijn en toch hogerop komen. Identiteitsontwikkeling en sociale stijging in Nederland – Artwell Cain (Weekendschool Amsterdam Zuidoost) Een selectief beeld van integratie werkt averechts: Hoe staan Surinamers en Antillianen er voor? – Artwell Cain (Vrije Universiteit) Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse vrouwen en hun sociale mobiliteit in Nederland – Artwell Cain (Zwarte vrouwen op weg) SYMPOSIA, DEBATTEN, DAG VAN HET SLAVERNIJVERLEDEN The Atlantic World and the Dutch 27 februari Muiderkerk Samen met het KITLV, het Nationaal Archief en Erfgoed Nederland organiseerde het NiNsee de conferentie The Atlantic World and the Dutch 1500 – 2000. Op weg naar een nieuwe samenwerking. Het programma bestond uit een viertal korte presentaties waarin de sprekers lopende projecten op het gebied van cultureel erfgoed belichtten: dr. Henk den Heijer (Universiteit van Leiden) over de Nederlandse slavenhandel, prof. Alex van Stipriaan Luiscius (KIT/Erasmus Universiteit) over het marrons-project en drs. Dirk Tang over het project Sailing Letters. In de bijdrage Child in Chains vertelden Aspha Bijnaar en gastcurator Dineke Stam hoe de tentoonstelling Kind aan de Ketting over kinderen in slavernij tot stand is gekomen. Zij gingen in op inhoudelijke dilemma’s - moesten ze bijvoorbeeld de actualiteit met het verleden verbinden - en op de beperkingen van het historische materiaal - er is weinig materiaal over kinderen in slavernij vanuit het perspectief van het slavenkind zelf. Symposium Zwarte Vrouwen Op Weg 25 7 maart Muiderkerk Op 7 maart, de internationale Dag van de Vrouwen, vond het symposium Zwarte Vrouwen Op Weg plaats, met als thema de sociale mobiliteit van Surinaamse en Antilliaanse vrouwen in verleden, heden en literaire verbeelding. Het symposium was georganiseerd in nauwe samenwerking met het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV). Centraal stond de vraag wat er nodig is voor opwaartse sociale mobiliteit en welke criteria gelden voor het verwerven van een bepaalde sociale status. Duidelijk is dat sociale mobiliteit en statusverwerving enerzijds worden bepaald door de samenleving en anderzijds door individuele omstandigheden en inbreng. De manieren waarop een betere sociale positie wordt verworven, zijn dus afhankelijk van tijd en plaats. Kijken en bekeken worden Donderdag 16 april Muiderkerk Thema van de presentatie van Stevo Akkermans boek De inboorling was Kijken en bekeken worden. De inboorling is een eigentijdse roman over een bizarre tentoonstelling. Voor een kwartje extra entreegeld konden bezoekers van de Koloniale Tentoonstelling in Amsterdam in 1883 een groep van 28 levende Surinamers bezichtigen in een tent bij het Rijksmuseum. Meer dan een eeuw later vindt Jozef Muskiet, hoofdpersoon van De inboorling en nazaat van een van de tentoongestelde Surinamers, in de nalatenschap van zijn moeder brieven hierover van zijn overgrootvader. De inboorling is het verhaal van een bevrijde slaaf die naar Nederland reist om koning Willem III te ontmoeten maar in een circustent terechtkomt. Portretten van de 28 tentoongestelde Surinamers zijn te zien bij het NiNsee. Tijdens de presentatie gaf Stevo Akkerman een korte uiteenzetting over zijn publicatie, waarna minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. Ronald Plasterk via een videoboodschap de aanwezigen toesprak. De middag werd afgesloten met een paneldiscussie onder leiding van journalist Patrick Meershoek. Panelleden waren: Mavis Carrilho (directeur van het onderzoeks- en adviesbureau I-.Nova), Michiel van Kempen (hoogleraar West-Indische letteren aan de Universiteit van Amsterdam), John Leerdam (Tweede-Kamerlid namens de PvdA), Bert Sliggers (conservator van het Teylers Museum en maker van de expositie De exotische mens) en Urwin Vyent (directeur van Podium Kwakoe). Symposium Historische romans en slavernijgeschiedenis 9 september Muiderkerk Het symposium Historische romans en slavernijgeschiedenis speelde zich af in het kader van Amsterdam Wereldboekenstad en was gerealiseerd in samenwerking met Podium Kwakoe. 26 De laatste jaren is het Nederlandse slavernijverleden tot leven gekomen, onder meer dankzij de historische romans van de Surinaamse auteur Cynthia McLeod. McLeod c.q. haar historische romans worden als autoriteit beschouwd en gebruikt in allerlei debatten. De vraag kan worden gesteld of historische romans een rol vervullen in de beeldvorming over het slavernijverleden en zo ja, welke. Hebben historische romans ook een informatieverstrekkende functie? Vertellen ze over feiten en gebeurtenissen uit de slavernijperiode of dienen ze louter te worden gezien als fictie? Welke specifieke rol is voor dit genre weggelegd in de canonisering van de Caribisch-Nederlandse geschiedenis? Welke rol en functie hebben zij in de hedendaagse discussie over de doorwerking van het slavernijverleden in het algemeen en in de persoonlijke beleving van de nazaten van slaven in het bijzonder? Dag van het slavernijverleden 10 september verschillende locaties Op de tweede Dag van het Slavernijverleden, met als thema Weg uit de slavernij, kwam een aantal onderwerpen van het slavernijverleden aan bod, bijvoorbeeld de marrons, Nederlanders actief in de antislavernijbeweging, de activist en verzetsheld Anton de Kom, en het belang van het levend houden van de slavernijgeschiedenis. Het programma - met een stadswandeling, tentoonstelling, lezingen, interviews, columns, debat, muziek en theater - bood de nieuwste inzichten in de slavernij en haar erfenis voor een breed publiek. CONGRESSEN Trajectories for Emancipation: Black European Thinkers 29 en 30 juni Vrije Universiteit, Amsterdam Organisatie: Center for Global Studies and Humanities van de Duke University in de Verenigde Staten, het Institute for Postcolonial and Transcultural Studies van de Universiteit van Bremen en het NiNsee Initiatief: Black European Research Network, een groep van internationale wetenschappers die zich bezighouden met Black European en African American Studies Aantal bezoekers: ongeveer vijftig hoogopgeleiden uit tien verschillende landen Projectleiders: drs. Amy Abdou en dr. Kwame Nimako Dit symposium, het tweede in een serie van drie, was een groot succes. In 2010 zal het NiNsee de inleidingen bundelen en uitgeven. 27 Rehabilitatie Tula 3 oktober Curaçao Organisatie: Fundashon Rehabilitashon Tula, in nauwe samenwerking met het NiNsee Voorzitter: Don Martina, oud-premier van de Nederlandse Antillen Dit internationale symposium had tot doel de rehabilitatie te bewerkstelligen van de Curaçaose verzetsstrijder Tula. Tula was een van de belangrijkste aanvoerders van de grote Curaçaose slavenopstand van 1795. De opstand begon op 17 augustus op plantage Knip (Kenepa), toen ongeveer vijftig slaven hun plantage-eigenaar vertelden dat ze niet meer voor hem als slaaf wilden werken. De opstand breidde zich snel uit, waarna het koloniaal bestuur hard ingreep. De aanvoerders van de opstand werden uiteindelijk publiekelijk op wrede wijze ter dood gebracht. De officiële opening werd verricht door Marylin Alcalá-Walle, gedeputeerde van cultuur Belangrijkste spreker was de Afro-Amerikaanse filosoof prof. Lewis Gordon. Nederlandse Museumvereniging Tijdens het museumcongres van de Nederlandse Museumvereniging, op 8 en 9 oktober in het Zeeuws Archief, nam het NiNsee deel aan de werkgroep Gevoeligheden, monument of museum?, die ging over de vraag hoe om te gaan met de gevoeligheden in collectie en presentatie. De Afrikaanse diaspora: uitdagingen voor het behoud van het erfgoed (in het kader van het International Americanist Congress) Mexico-Stad Organisatie: NiNsee Projectleider: drs. Martha Machado Vanaf 1875 komen om de drie jaar internationale wetenschappers uit een breed scala aan vakgebieden (zoals antropologie, archeologie, rechten, economie, onderwijs, filosofie, geografie, geschiedenis, sociologie, mensenrechten) bijeen om de laatste ontwikkelingen op hun vakgebied te bespreken. Er werden zestien presentaties gegeven, door wetenschappers uit onder meer Mexico, Colombia, Suriname, Brazilië, Verenigde Staten, België, Duitsland en Frankrijk. Onderdeel van dit congres was het door het NiNsee georganiseerde symposium African Diaspora: Challenges to the Consolidation of its Heritage. Het was de tweede keer dat het NiNsee in het kader van dit congres een symposium organiseerde. De papers worden volgend jaar gepubliceerd. Daarvoor wordt samengewerkt met de Universidad del Valle in Colombia. Colloquium Anton de Kom, Wij Slaven van Suriname 7 november Het Tropentheater Organisatie: Instituut voor Bevordering van de Surinamistiek (IBS), in samenwerking met het NiNsee 28 Projectleider: dr. Aspha Bijnaar In 2009 was het 75 jaar geleden dat het boek van de linkse Anton de Kom, Wij slaven van Suriname, uitkwam. Op het colloquium stonden de turbulente geschiedenis van dit boek en de invloed ervan op de politieke bewustwording van Surinamers centraal. Het boek is een aanklacht tegen het Nederlandse kolonialisme in Suriname. Voor het eerst werd de Surinaamse geschiedenis vanuit een antikoloniaal perspectief en de optiek van de onderdrukten geschreven. De Nederlandse Centrale Inlichtingen Dienst (CID) probeerde in 1934 publicatie te voorkomen, omdat de Nederlandse regering repercussies in Suriname vreesde. Uiteindelijk verscheen het boek in gecensureerde vorm. Het zou tot 1971 duren voordat er een herdruk verscheen. Linkse Surinaamse studenten in Nederland herontdekten het boek eind jaren zestig en beschouwden het als inspiratiebron voor hun ontluikend politieke bewustzijn. Door deze herontdekking vond dit boek brede ingang onder het Surinaamse en Nederlandse lezerspubliek. In 1999 verscheen de negende druk. Public History and Collective Memory. Representation of Slavery Museums, Memorial and Monuments in the 21st Century Projectleiding: drs. Amy Abdou, drs. Ruth Dors en dr. Kwame Nimako In 2009 is begonnen met de voorbereidingen voor het international congres Public History and Collective Memory. Representation of Slavery Museums, Memorial and Monuments in the 21st Century. Tijdens het symposium zal een aantal Nederlandse en buitenlandse wetenschappers discussiëren over de betekenis van public history and collective memory. Nederland kent een lange en rijke traditie van public history en herdenkingen. De herdenkingstraditie van het slavernijverleden is echter relatief jong. Eind jaren negentig diende de vrouwengroep Sophiedela een petitie in voor de oprichting van een herdenkingsmonument. Dit leidde ertoe dat in 2002 het nationaal slavernijmonument werd opgericht in het Oosterpark te Amsterdam. Vanaf dat jaar wordt de afschaffing van de slavernij ook formeel herdacht op 1 juli. GASTCOLLEGES Verschillende onderzoekers verzorgden in 2009 gastcolleges. Van sociale uitsluiting naar sociale mobiliteit – Artwell Cain (Universiteit van Tilburg) De Weg naar de Top – Artwell Cain (workshop met student-assistenten van de rechtenfaculteit van de Erasmus Universiteit) Settlement, enslavement, resistance and pacification. The case of St. Vincent and the Grenadines – Artwell Cain (Universiteit van Leiden) 29 Social Mobility of non-Whites in the Netherlands - Artwell Cain (NiNsee Summer School on Black Europe) Focusing on the history of discrimination and thoughts on choices in the exhibition of slavery – Artwell Cain (Zomerprogramma Humanity in Action) De gevolgen van de slavernij in het heden – Frank Dragtenstein (KITLV – Caribische studies) DEELNAME AAN INTERNATIONALE CONGRESSEN EN LEZINGEN Begin maart vond in de Horniman Museums & Gardens in Londen de conferentie Exhibiting Slavery Possibilities & Problematics plaats. Centraal stond de vraag met welke dilemma’s culturele instellingen, vooral in relatie tot het publiek, geconfronteerd worden bij het presenteren van tentoonstellingen over slavernij. Curatoren en onderzoekers uit landen als de Verenigde Staten, Frankrijk, België, Duitsland en Jamaica gaven acte de presence. Aspha Bijnaar gaf namens het NiNsee de lezing Breaking the Taboo of Exhibiting Past Slavery together with Modern Slavery. Presentaties en lezingen op internationale fora van andere onderzoekers van het NiNsee waren: Alles voor de vrede. De brieven van Boston Band – Frank Dragtenstein (Tori Oso, Paramaribo) Race, racism and social mobility: an inquiry into the position and status of Afro-Caribbeans in the Netherlands – Artwell Cain (Conference Racism against peoples without states, Parijs) Ontwikkeling van de slavengemeenschappen – Ruth Dors (Cultureel Centrum Suriname, Paramaribo) Managing the memory of slavery – Artwell Cain (Internationaal symposium Rehabilitatie Tula, Curaçao) Color Blindness and Social Mobility in the Netherlands – Artwell Cain (Universiteit van Aruba, Oranjestad) Ambiguous Citizenship as impediment to Social Mobility in the Netherlands: The case of Surinamese, Arubans and Antilleans – Artwell Cain (Universiteit van de Nederlandse Antillen, Curaçao) Creación i establecimiento de NiNsee - Artwell Cain (Internationaal congres in Cartagena, Colombia) NiNsee en U – Artwell Cain (Openbare Bibliotheek Aruba) The Unfinished Business of Emancipation: The Legacies of British and Dutch Abolition – Artwell Cain (Internationaal congres Trajectories of Emancipation, Amsterdam) 30 Historic Injustice and Emancipation: Leadership Challenges – Kwame Nimako (Internationaal congres Trajectories of Emancipation, Amsterdam) Displaced People as Peoples without State: The Case of Africa – Kwame Nimako (Conferentie Racism against peoples without states, Parijs) La estetica, un archivo de la memoria de la Diaspora Africana en el arte Chocó – Martha Machado (International Congress of Americanists, Mexico-Stad) Historia Cultural: culturas, mitos y esculturas sagrados en el litoral Pafico Colombiano – Martha Machado (International Congress of Americanists, Mexico-Stad) 31 5. HERDENKINGEN 1 juli-herdenking Op 1 juli 1863 werd in Suriname en de Nederlandse Antillen de slavernij afgeschaft. Dit wordt herdacht tijdens de nationale 1 juli-herdenking bij het slavernijmonument in het Oosterpark te Amsterdam. Tijdens de herdenking in 2009 betuigde staatssecretaris van Koninkrijksrelaties Ank Bijleveld-Schouten namens de Nederlandse regering diepe spijt voor de slavernij en slavenhandel. Ze beschreef de ellende uit die tijd en merkte op dat de situatie waarschijnlijk nog veel erger was dan uit haar beschrijving bleek. Bijleveld benadrukte dat we de plicht hebben onrecht als slavernij te bestrijden. Na toespraken van onder meer Job Cohen, toenmalig burgemeester van Amsterdam, en NiNseevoorzitter Eddy Campbell, werden kransen gelegd bij het slavernijmonument ter nagedachtenis van de honderdduizenden die omkwamen tijdens de slavernij. De herdenking was dit jaar grootser van opzet dan de voorafgaande jaren. Voor de kranslegging was er een optocht van muzikanten en mensen in traditionele Surinaamse, Antilliaanse, inheemse en Ghanese kledij. Freek Ossel, wethouder Diversiteit van de gemeente Amsterdam, nam een koperen bekken met fruit aan van een vertegenwoordiger van de optocht. Tijdens het Keti Koti Festival, in de middag en avond, waren er op vijf podia meer dan dertig muziek- en theateroptredens. De organisatie van de herdenking was in handen van het NiNsee, dat daarbij nauw samenwerkte met de gemeente Amsterdam en het stadsdeel Amsterdam Oost-Watergraafsmeer. Door in 2009 groot uit te pakken hopen zij meer Nederlanders bij de herdenking te betrekken dan alleen de nazaten van de etnische groepen die het slachtoffer waren van de slavernij. ''Het slavernijverleden is immers het verleden van alle inwoners van dit land'', aldus NiNsee-voorzitter Eddy Campbell. Tula-herdenking In een afgeladen Muiderkerk te Amsterdam vond op 17 augustus de herdenking plaats van de grote slavenopstand van 1795 op Curaçao. Het centrale thema van de herdenking wasr Trots op de waarheid. Het decor bestond uit het schilderij Op een gouden schaal van Vincent Jong Tjien Fa. Professor Jandi Paula ging in zijn speech in op de vele geslaagde en minder geslaagde opstanden op Curaçao en het Caribische gebied. Hij merkte op dat een diepgevoelde solidariteit een van de belangrijkste voorwaarden is voor het slagen van revoluties en emancipatiebewegingen. Tijdens de herdenking werd ook het boek Tula, de slavenopstand van 1795 op Curaçao gepresenteerd door redacteur en directeur van het NiNsee, Artwell Cain. Tweede-Kamerlid John Leerdam, Dellali Janzen en wethouder Freek Ossel van de gemeente Amsterdam namen ieder een exemplaar in ontvangst. 32 Ook was er plaats voor theater, muziek en kunst. Raymi Sambo verzorgde een theatrale vertelling waarin Izaline Calister het klaaglied Lamento di Mosa Nena zong. Zij sloot de avond af met haar lied Pueblo Lanta waarin ze het Antilliaanse volk oproept het werk van Tula af te maken. Internationale Unesco-dag Op 23 augustus 2009 organiseerde het NiNsee ter gelegenheid van de internationale Unesco-dag ter herdenking van de slavenhandel en de afschaffing van slavernij de eerste Glenn Willemsen-lezing. Dr. Robert Allen, hoogleraar Afrikaans-Amerikaanse studies en etniciteit aan de Universiteit van California, Berkeley hield een inleiding ter nagedachtenis aan Glenn Willemsen, de in 2008 overleden directeur van het NiNsee, getiteld Barack Obama and the Children of Globalization. De ongeveer tachtig bezoekers konden, voorafgaand aan de lezing, gratis de tentoonstellingen van het NiNsee bezoeken. 33 6. DOCUMENTATIE VIA HET WEB WEBSITE In 2009 is de website van het NiNsee toegankelijker gemaakt. Ook werden alle pagina’s in het Engels vertaald, zodat de site voor een breder publiek toegankelijk is. Voor het project Kind aan de Ketting. Opgroeien in slavernij is een aparte website gemaakt die in februari in de lucht is gegaan: www.kindaandeketting.nl. Hierop staat veel achtergrondinformatie over de tentoonstelling, inclusief interviews en korte videofragmenten. Via deze website kunnen scholen afspraken maken voor rondleidingen en het bijbehorende lespakket bestellen. ZOEKMACHINE Het NiNsee leverde een belangrijke bijdrage aan de totstandkoming van een nieuwe online zoekmachine van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT). Hiermee kunnen de collecties van de verschillende afdelingen binnen het KIT gelijktijdig worden doorzocht en kan de bezoeker op een associatieve manier de collecties ontdekken. Via webspecials wordt ook een deel van de collecties van andere musea toegankelijk gemaakt voor het publiek. Het opleveren van deze zoekmachine markeert het begin van een nieuw proces dat moet leiden tot een volledig semantische ontsluiting van de collecties. CECN - HERINNERINGEN AAN HET SLAVERNIJVERLEDEN Het NiNsee en de stichting Cultureel Erfgoed Caribisch Gebied & Nederland (CECN) werken samen in het onderzoeksproject Herinneringen aan het slavernijverleden. Het project richt zich op het documenteren van immaterieel erfgoed in de vorm van levensverhalen, tradities, dans et cetera. Het project is gerelateerd aan het Caribische fotoarchief van de Fraters van Tilburg: duizenden foto’s, gemaakt tussen 1886 en circa 1970 in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Door digitalisering, beschrijving en ontsluiting van het archief kunnen de huidige en toekomstige generaties toegang krijgen tot dit erfgoed. Veel foto’s verwijzen naar het slavernijverleden en hebben betrekking op marrongroepen uit Suriname, van wie momenteel een groot deel in Tilburg woont. Het materiaal leent zich uitstekend voor onderzoek naar het slavernijverleden en het materieel cultureel erfgoed. 34 7. SAMENWERKING Meeting of the Storytellers Stichting Esthon organiseerde in samenwerking met het NiNsee de Meeting of the Storytellers in de Muiderkerk te Amsterdam Oost, gericht op jong publiek. Tijdens de meeting, op zaterdag 24 januari, daagden verhalenvertellers elkaar uit interessante, geschiedkundige en culturele verhalen te vertellen over Afrika, de slavernij en de diaspora. Voorafgaand aan het avondprogramma was er een dagprogramma met workshops en debatten over identiteit, geschiedenis, slavernij en verwante thema’s. In de workshops werd op creatieve wijze schilderen, muziek, rap, gedichten – ingegaan op de thema’s. Singi nanga tori: verhalen en liedjes uit de Surinaamse slaventijd In samenwerking met Podium Kwakoe organiseerde het NiNsee twee familie-evenementen, die plaatsvonden in het weekend van 4 en 5 juli. Op zaterdag trad vertelkunstenares Hilli Arduin op met verhalen uit de Surinaamse slavernijtijd. Masterdrummer Henk Sacco van de Surinaamse groep Sabi Diri leerde de bezoekers Surinaamse kinderliederen. Ook konden de bezoekers kennismaken met Surinaamse kinderspelletjes uit de slaventijd. In de pauze was er een rondleiding door de tentoonstelling Kind aan de Ketting en, als daar tijd voor was, Doorbreek de Stilte. Op zondag presenteerden het kinderkoor Prodo Pikin en de verteller van Sabi Diri, Sylvo, de verhalen, liederen en spelletjes. Waag Society/Tropenmuseum - Madretsma/Amsterdam In september vond in het NiNsee de lancering plaats van een unieke pilot, genaamd Madretsma. Waag Society, NiNsee en het Tropenmuseum stelden een wandel- en fietsroute samen. Deze route brengt de wandelaar naar plekken in Amsterdam die een connectie hebben met het Nederlandse slavernijverleden: pakhuizen, kantoren van de West-Indische Compagnie, decoraties op koopmanshuizen binnen de grachtengordel, slavernijmonumenten en het standbeeld van Anton de Kom in Zuidoost. Op al deze plekken kan de wandelaar of fietser met zijn mobiele telefoon een nummer (020-7886000) bellen waarna hij of zij het specifieke slavernijverhaal over het object krijgt te horen. Dat zijn niet alleen verhalen van experts, maar ook persoonlijke verhalen van sleutelfiguren. Op de speciaal hiervoor gemaakte Madretsma-kaart staan alle ‘slavernijlocaties’ in Amsterdam aangegeven. Er wordt momenteel hard gewerkt aan een Engelstalige versie, die vanaf 2010 voor toeristen beschikbaar zal zijn. 35 Amsterdams Centrum 30 juni – 1 juli Met de stichting Amsterdams Centrum 30 mei - 1 juli tekende het NiNsee een overeenkomst tot brede samenwerking op educatief gebied. Doelstelling is om alle Amsterdammers te informeren en te betrekken bij het slavernijverleden van de stad. Zo zal de informatiefolder Amsterdam en de Slavernij op grote schaal worden verspreid. De folder zal ook in het Engels worden vertaald. De partijen werken ook samen bij het informeren van leerlingen over het Nederlandse slavernijverleden. Een onderwijsdeskundige bezoekt scholen en vertelt daar over het Nederlands slavernijverleden, waarna de leerlingen de tentoonstellingen bezoeken. In dit kader hebben enkele islamitische en openbare scholen in de maanden april, mei, juni en oktober het NiNsee bezocht. Africa in the Picture - Traces of the Trade Het NiNsee werkte dit jaar samen met de organisatie van het filmfestival Africa in the Picture voor de vertoning van Traces of the Trade. A Story from the Deep North. Deze documentaire gaat over de Amerikaanse Katharina Browne die in het dagboek van haar overleden moeder leest dat haar familie bij slavenhandel was betrokken. De familie De Wolf, waartoe Brown zelf behoort, is anno 2009 een witte, welgestelde Amerikaanse familie die over aanzienlijk veel onroerend goed beschikt en invloedrijke burgers heeft voortgebracht, zoals professoren, schrijvers, architecten en politici. De familie geniet veel aanzien in Bristol, Rhode Island, waar ze woont. Browne vraagt zich af in hoeverre de familie haar rijkdom en privileges heeft verkregen over de ruggen van Afrikaanse slaven ten tijde van de slavenhandel. Traces of the Trade, dat dit jaar in de Verenigde Staten uitkwam, beleefde zijn Europese première tijdens het filmfestival Africa in the Picture in Amsterdam. De documentaire is in de Verenigde Staten op de nationale televisie uitgezonden en is genomineerd voor een Emmy Award. Cultuur & Co. - Kind aan de Ketting Cultuur & Co organiseerde samen met het NiNsee ter gelegenheid van de Unesco-Dag voor de Culturele Diversiteit een rondleiding door de tentoonstelling Kind aan de Ketting. Cultuur & Co is een netwerk van zelfstandige ondernemers die werkzaam zijn in de culturele sector en verstand hebben van diversiteit. Behalve de vaste staf van het NiNsee werkten vijftien mensen mee aan de tentoonstelling, de website en het educatieve boek. De rondleiding werd goed bezocht; de deelnemers kwamen uit diverse sectoren. Men was zeer geïnteresseerd in de achtergrond en opzet van de expositie. Ruth Dors, wetenschappelijk medewerker bij het NiNsee, vertelde kort over haar onderzoek in de archieven van de Evangelische Broedergemeente in Suriname. Dineke Stam, gastcurator van de tentoonstelling, gaf een inleiding op de tentoonstelling. Jaap de Groote (ruimtelijk vormgever) en Amanda Vollenweider (projectleider) verzorgden de rondleidingen. 36 Tula Oud-premier van de Nederlandse Antillen ir. Don Martina pleitte in zijn in 2007 uitgesproken rede tijdens de Tula-herdenking in Amsterdam voor rehabilitatie van onafhankelijkheidsstrijder Tula, een van de leiders van de grote slavenopstand van 1795 op Curaçao. Het NiNsee stippelt samen met de stichting Fundashon Rehablita een traject uit dat moet leiden tot deze rehabilitatie. Stichting Grani – Bezinningsbijeenkomst Op zondag 6 juli was er een bezinningsbijeenkomst, georganiseerd door stichting Grani in samenwerking met het NiNsee, waarbij Afro-Caribische nazaten van tot slaaf gemaakte Afrikanen elkaar ontmoetten om stil te staan bij hun geschiedenis. Bij veel Afro-Nederlanders van Caribische afkomst bleek hieraan behoefte te bestaan. De bijeenkomst werd door ongeveer 75 personen bezocht. Eenheid is Kracht – Dining with Heroes Op 27 maart was er een bijeenkomst in het Hilton Hotel Rotterdam, georganiseerd door het NiNsee in samenwerking met Etnische Zaken Vrouwen Nederland (EZVN) en de stichting Eenheid is Kracht. Belangrijkste spreker was dominee Jesse Jackson. Jesse Jackson is een van de bekendste Amerikaanse burgerrechtenactivisten. Hij was ook de naaste medewerker van Martin Luther King, wiens dood hij van zeer nabij meemaakte. In 1986 werd hij voorzitter van de Rainbow Coalition, een organisatie in de Verenigde Staten waarin diverse minderheidsgroepen, vredesactivisten, milieuorganisaties en politieke groeperingen zijn verenigd. Hij deed tweemaal, in 1984 en 1988, een poging de democratische kandidatuur voor het presidentschap binnen te halen. Hoewel hij beide keren faalde, toonde hij hiermee wel aan dat Afrikaanse Amerikanen een belangrijke politieke factor binnen de Democratische Partij waren geworden. Stichting Cimake - De culturele nalatenschap van Edgar Cairo (1948-2000) Om de Surinaamse auteur en schilder Edgar Cairo aan de vergetelheid te ontrukken wordt in 2010 een reeks activiteiten georganiseerd waarin telkens andere aspecten van zijn oeuvre aan de orde komen. Ook wordt er een documentaire gemaakt over Cairo's culturele nalatenschap. De film gaat eind 2010 in première. Edgar Cairo behoort bepaald niet tot de canon van de Nederlandse letteren, maar geniet onder collegaauteurs en recensenten wel degelijk waardering. Cairo probeerde vooral te verwoorden wat er leefde op het snijvlak van de Nederlandse en de Surinaamse cultuur en samenleving. Het NiNsee levert zowel inhoudelijk als financieel een bijdrage aan het project. 37 8. OVERIGE ACTIVITEITEN COMMUNICATIEPLAN 2009-2013 De aanstelling van een medewerker communicatie, public relations en educatie leidde in 2009 tot een nieuw communicatieplan. Daarin staan de corporate communicatie, interne communicatie, de werkwijze voor communicatiedeelplannen en het gewenste imago van het instituut beschreven. Dit plan draagt bij aan een structurele verbetering van vooral de externe communicatie, die op zijn beurt zal leiden tot een vergroting van de naamsbekendheid van het NiNsee en zijn werkzaamheden. Voor een deel, vooral ten aanzien van de stakeholders, is het gewenste imago al gerealiseerd. In 2010 wordt daaraan verder gewerkt. Besloten is tot een vernieuwing van de NiNsee-website in 2010 en de uitgave van een digitale nieuwsbrief in plaats van de gedrukte. PUBLIC RELATIONS Mocca Cultuureducatie Mocca is een Amsterdams expertisenetwerk voor cultuureducatie. Het brengt onder meer het cultureeleducatieve aanbod in Amsterdam in kaart. Mocca organiseert jaarlijks de bijeenkomst Cultuureducatie in Amsterdam waar scholen en aanbieders van cultuureducatieve projecten elkaar kunnen ontmoeten. Behalve een cultuureducatie-informatiemarkt zijn er presentaties en een plenair programma over ontwikkelingen in het onderwijs. Het NiNsee bracht er zijn educatieve programma’s onder de aandacht van leerkrachten in het primair en voortgezet onderwijs. Afrika Museum Op zondag 28 juni participeerde het NiNsee in de themadag Keti-Koti in het Afrika Museum. Het NiNsee was hier aanwezig met een informatieve kraam, waar bezoekers kennis konden maken met het instituut. Naar aanleiding van de op deze dag verstrekte informatie bezochten enkele bezoekers het Keti-Koti festival. Noorderparkfestival Op verzoek van de stichting JAM nam het NiNsee deel aan het Noorderparkfestival in Amsterdam Noord. In een kraam met onder meer flyers en boeken konden de bezoekers kennismaken met het NiNsee. 38 NIEUWSBRIEF In 2009 is de nieuwsbrief Doorbreek De Stilte viermaal uitgebracht. In de edities stond algemene informatie over het Nederlandse slavernijverleden en was er aandacht voor de vele NiNsee-activiteiten zoals de 1 juli-herdenking, wisseltentoonstellingen, publicaties, lezingen, onderzoeksprojecten, educatieve programma’s en evenementen. BEZOEKEN Antilliaanse minister van Onderwijs Woensdag 14 oktober bracht de Antilliaanse minister van Onderwijs en Cultuur mevrouw Omayra Leeflang een werkbezoek aan het NiNsee. Zij bood daarbij het boek Linguistic studies on Papiamentu aan aan directeur van het NiNsee Artwell Cain, die haar samen met bestuurslid Ed Gumbs ontving. Mevrouw Leeflang kreeg onder meer een rondleiding door de twee tentoonstellingen van het NiNsee. Ook bezocht zij het slavernijmonument in het Oosterpark en liep zij met mevrouw Reinders-Karg de door het NiNsee uitgestippelde slavenroute. De minister maakte op deze manier niet alleen kennis met het NiNsee, maar ook met de stad Amsterdam als plaats vol sporen van het Nederlandse slavernijverleden. Surinaamse minister van Binnenlandse Zaken Onverwacht was de komst op woensdag 14 oktober van de Surinaamse minister van Binnenlandse Zaken Maurits Hassankhan, op werkbezoek in Nederland. De minister maakte kennis met de nieuwe directeur van het NiNsee Artwell Cain en besprak met hem de mogelijkheden van samenwerking, onder andere met het Nationaal Archief Suriname. Professor Jandi Paula Op uitnodiging van het NiNsee hield de Antilliaanse hoogleraar prof. dr. Jandie Paula een speech tijdens de Tula-herdenking. Het NiNsee besloot de expertise van prof. Paula ter beschikking te stellen aan een van de AWORconferenties, een bijeenkomst waarin vertegenwoordigers van Antilliaanse en Arubaanse organisaties met elkaar van gedachten wisselen over de beleidsvoornemens van het Nederlandse kabinet. Op deze bijeenkomst waren ongeveer zestig Antilliaanse en Arubaanse kaderleden aanwezig. Paula gaf een historische inleiding op kolonialisme en emancipatie. Hij sprak vooral over de gevolgen van kolonialisme op het huidige gedrag van Antillianen en Arubanen en ging specifiek in op het gedrag 39 van de jongeren. Door de extra achtergrondinformatie kreeg de discussie over het voorgenomen kabinetsbeleid voor de zogenaamde Antilliaanse risicojongeren extra diepgang. THEATER Tula be free Het NiNsee presenteerde op zondag 7 juni in het theater No Limits in Zuidoost de theater-, dans- en muziekproductie Tula be free. De voorstelling is gebaseerd op de vrijheidsgedachte van de slaaf en verzetsstrijder Tula, die op 17 augustus 1795 de slavenopstand op Curaçao ontketende. Hoewel de titel van de productie refereert aan de slavernij, fungeert de historische figuur Tula vooral als achtergrond om een beeld te schetsen van de actuele situatie waarin Nederland en de wereld op dit moment sociaalmaatschappelijk verkeren. Choreograaf en regisseur John Wooter en componist Anthony Vrolijk ontwikkelden Tula be free voor stichting Kibra Barera. Twaalf dansers van het Albeda Dans College, drie rappers, vijf zangers en zes muzikanten voerden het dans-, muziek- en toneelspektakel op. FINANCIELE BIJDRAGEN Claus CLAUS! is een theatrale voorstelling met muzikale omlijsting. Ze gaat over het leven van prins Claus, zijn liefde voor Afrika en zijn band met de Nederlandse Antillen en Suriname. Op 6 december vond de uitvoering plaats in Carré. Onder anderen Maartje van Weegen, Bert Koenders, Gerda Havertong, Thom Hoffman, Denise Jannah, Job Cohen, Izaline Calister, Bryan B., Philip Freriks, Jörgen Raymann en Giovanca Ostiana traden erin op. Het stuk werd geregisseerd door John Leerdam, TweedeKamerlid voor de PvdA en voormalig directeur van theater Cosmic. De voorstelling kwam mede tot stand met financiële steun van het NiNsee. Amandla! Fragments of struggle Na een succesvolle, uitvoering van Amandla! Fragmenten van strijd in poptempel Paradiso verhuisde het theaterstuk naar Zuid-Afrika. Onder de titel Amandla! Fragments of struggle stond de Nederlandse cast, aangevuld met Zuid-Afrikaanse artiesten, vier avonden voor een Zuid-Afrikaans publiek. In de Nederlandse cast zitten onder anderen oud-burgemeester van Amsterdam Ed van Thijn, senator Klaas de Vries en de zangeressen Gerda Havertong, Denise Jannah, Giovanca en Izaline Calister. In een collagevoorstelling van monologen, muziek, zang en gedichten blikt Amandla! Fragments of struggle terug op de apartheid, de anti-apartheidsstrijd en het ANC van toen en nu. 40 Het NiNsee leverde een financiële bijdrage aan de vertoning van Amandla in Zuid-Afrika. Na bigi du In Suriname betekende de afschaffing van de slavernij voor vele ex-slaven nog tien jaar werken onder Staatstoezicht, vaak op de plantage waar zij al sinds jaar en dag als slaven hadden gezwoegd en gezweet. Schrijfster Thea Doelwijt blikt in een theatervoorstelling terug op het leven van haar overgrootmoeder Misi Bethania, geboren als slavin. Van haar werd bekend dat zij vijf jaar lang niet in de kerk mocht zitten, omdat zij weigerde te trouwen. Vooral na de afschaffing van de slavernij zijn zendelingen en missionarissen plotseling alom tegenwoordig om de vrijgelatenen te kerstenen. De tegenstellingen vrij/onvrij, christen/heiden en huwelijk/concubinaat spelen een belangrijke rol in het leven van Misi Bethania. Uiteindelijk organiseert ze een Du, een traditioneel slavenspel, om voor eens en voor altijd te bewijzen dat zij en niemand anders de baas is over haar leven, en dat zij voor niemand buigt. Thea Doelwijt regisseerde de voorstelling Na bigi Du, de muziek was van Denise Jannah en Francine van Dam. De komst van deze productie naar Nederland is mede mogelijk gemaakt met steun van het NiNsee. Tula In juli 2009 vernielden onbekenden een deel van het Tula-monument in het Fundashon Parke Nashonal op Curaçao. Het NiNsee bood daarop de nationale Tula-commissie aan een deel van de reparatiekosten te vergoeden, zodat het monument in goede staat zou verkeren voor de Tulaherdenking op 17 augustus. Nardo Brudet - Slaves of Holland Het NiNsee leverde een financiële bijdrage aan de spraakmakende tentoonstelling Slaves of Holland van fotograaf Nardo Brudet (1968). Slaves of Holland is een fotoserie over slavernij waarin de witten slaven zijn die door zwarte slavenhouders worden verscheept, gebrandmerkt en vervolgens verkocht. Met deze intrigerende foto’s wil Brudet de kijker op het verkeerde been zetten. Vereniging Antilliaans Netwerk – Onderwijs en de jeugd De Vereniging Antilliaans Netwerk (VAN) organiseerde, onder andere met steun van het NiNsee, in de Muiderkerk een bijeenkomst getiteld Onderwijs en de jeugd na het Deltaplan. Belangrijkste spreker was de Antilliaanse minister van Onderwijs Omayra Leeflang. Stichting Monument Middelburg Dankzij de inzet van de stichting Slavernij Monument Zeeland werd op 2 juli 2005 het Zeeuws slavernijmonument onthuld op de Balans te Middelburg (Zeeland). Middelburg is na Amsterdam de belangrijkste stad in de slavernijgeschiedenis en de slavernij in het Caribische gebied. 41 Het NiNsee leverde een bijdrage aan de herdenkingsactiviteiten rondom 1 juli, de dag van de afschaffing van de slavernij. Stichting Inke – Documentaire Katibo Op 1 juli 1863 werd in Suriname en in de overige Nederlandse kolonies de slavernij formeel afgeschaft. Deze episode uit de geschiedenis is bij maar weinig Nederlanders bekend. In het basisonderwijs wordt er weinig tot geen aandacht besteed aan dit slavernijverleden. Er zijn voor het onderwijs dan ook onvoldoende direct toegankelijke informatiebronnen. De stichting Inke maakt een documentaire onder de naam De striemen voor en na de slavernij. Hiermee wil zij op eenvoudige wijze meer inzicht verschaffen in het Surinaamse slavernijverleden. Het NiNsee leverde een financiële bijdrage aan de productie van de documentaire. Stichting Aya – Oprichting slavernijmonument Ghana De stichting Aba yaa Asantewaa is al geruime tijd bezig met de voorbereidingen voor de oprichting van een slavernijmonument in Accra, de hoofdstad van Ghana, ter herdenking aan de jarenlang durende slavernij en slavenhandel in West-Afrika. Ghana speelde een centrale rol in de slavernijgeschiedenis van Nederland. In de zeventiende eeuw verdreven de Nederlanders in opdracht van Maurits van Nassau de Portugezen uit Fort Elmina in West-Afrika. De West-Indische Compagnie vestigde daar haar hoofdkwartier voor West-Afrika. Langs de West-Afrikaanse kust zijn nog vele forten van de Nederlanders te zien. Nederland had immers vele jaren het monopolie op de slavenhandel. Het NiNsee subsidieerde dit initiatief van stichting Aya. Stichting Empowament – Beeldvorming en Integratie Surinaamse Amsterdammers In 2009 vond in Amsterdam de conferentie Beeldvorming en Integratie rond Surinaamse Amsterdammers plaats, georganiseerd door de stichting Empowament. Het thema van de conferentie was de verduurzaming van de integratie van Surinaamse Amsterdammers. Het initiatief tot deze conferentie kwam van een breed samenwerkingsverband van Surinaamse organisaties in Amsterdam, die menen dat het beeld dat Surinaamse Amsterdammers succesvol zijn geïntegreerd, tot gevolg heeft dat er onvoldoende aandacht is voor een grote groep met zorgwekkende achterstanden op terreinen als onderwijs, opvoeding, werk en inkomen, gezondheid en zorg. Het NiNsee leverde een bijdrage aan de totstandkoming van deze conferentie. Belangrijkste spreker was dr. Allison Blakeley uit de Verenigde Staten. Henri Stephen – Laat het niet toe Henri Stephen werkte ruim 36 jaar in de gezondheidszorg in Nederland en Suriname. In Suriname kwam hij in aanraking met de traditionele volksgeneeskunst. Stephen verdiepte zich in het werken met 42 kruiden en hun toepassingen. Hij schreef een aantal boeken over de Surinaamse cultuur, waaronder Geneeskruiden van Suriname, Winti Afro-Surinaamse religie, Winti en psychiatrie, en Voodoo. Het NiNsee leverde een kleine, financiële bijdrage aan de totstandkoming van zijn laatste publicatie, Laat het niet toe. Landelijk Platform Slavernijverleden – AAD Roots Synergy Het Landelijk Platform Slavernijverleden hield in februari een rondetafelbijeenkomst getiteld: AAD Roots Synergy Dag. De bijeenkomst diende ter voorbereiding op de Durban Review Conferentie van 2009 van de Verenigde Naties. Het NiNsee leverde een financiële bijdrage aan de totstandkoming van deze bijeenkomst. 43 7. PERSONEEL Het personeelsbestand van het NiNsee is in 2009 niet gewijzigd. Het personeel bestond eind 2009 uit: Directeur dr. A. Cain Directiesecretaresse D. Soekra Bureaumanager R. Rens Wetenschappelijk onderzoekers mevrouw dr. A. Bijnaar, mevrouw drs. R. Dors, dr. F. Dragtenstein en mevrouw drs. M. Machado Museaal/educatief medewerker drs. M. Reinders-Karg Public relations/educatief medewerker mevrouw M. Addi BA Projectmanager mevrouw drs. A. Abdou VRIJWILLIGERS In 2009 ondersteunden 22 vrijwilligers het NiNsee bij tal van activiteiten. Zonder de inzet van al deze vrijwilligers zou realisatie van het ambitieuze programma niet mogelijk zijn geweest. De vrijwilligers zijn: N. Choy R. Hoogvliet J. van der Sloot G. Datema C. Luckhardt I. Ter Bruggen-Mees M. Drakenstein W. Maas H. Vreugd S. Eisden R. Maasdamme H. Wijngaarde M. van Frederici P. Menke K. Wollrabe M. Groen J. Ommen J. Worm E. Herman I. van Opbergen D. van Hinte-Rustwijk P. Redman 44 8. BESTUUR EN ADVIESORGANEN BESTUUR Per 1 januari 2009 heeft dr. E. Campbell zijn taken weer opgepakt als voorzitter van het bestuur van het NiNsee. Hij fungeerde in dat jaar ook als waarnemend directeur. Eind 2009 bestond het bestuur uit: Voorzitter dr. E. E. Campbell Waarnemend voorzitter mr. M. D. Winter Secretaris dr. mr. E. K. Marshall Penningmeester E. Gumbs QC Leden drs. R. Koops drs. R. Uda mevrouw F. Ravestein S. Kotey BSc Mevrouw C. Ortega-Martijn RAADGEVEND ORGAAN Het Raadgevend Orgaan (RO) heeft als taak het bestuur, gevraagd en ongevraagd, te adviseren over het beleid in de ruimste zin van het woord. Het RO is in 2009 drie keer in volledige samenstelling bijeengekomen. De voorzitter van het RO heeft in dat jaar twee gesprekken gevoerd: een met het bestuur en een met de directeur van de stichting. Beide gesprekken hadden als insteek de verbetering van de positionering van het RO in de organisatie zodat het de statutair vastgelegde taken naar behoren kan uitvoeren. Het RO bestond eind 2009 uit de volgende leden: Drs. H. Esseboom (voorzitter) Drs. I. Acheampong Drs. H. Fermina Mevrouw mr. L. Manuela P. Richelieu 45 WETENSCHAPPELIJKE RAAD De Wetenschappelijke Raad geeft advies over het onderzoeksdomein en de daaraan gerelateerde activiteiten van het NiNsee. De raad adviseert en rapporteert rechtstreeks aan het bestuur. De Wetenschappelijke Raad bestaat uit de volgende leden: Prof. dr. A. van Stipriaan Luïscius (co-voorzitter) Mevrouw prof. dr. G. Wekker (co-voorzitter) Dr. K. Nimako 46 BIJLAGE SCHOLEN EN GROEPEN DIE IN 2009 HET NINSEE BEZOCHTEN Amsterdam ’t Koggeschip Amsterdam 15e Mont. Maas en Waal Amsterdam Adm. De Ruyter Amsterdam Aldoende Amsterdam Amstelmeer (weekendschool) Amsterdam Assidique Amsterdam Barbara Amsterdam Bisschop Huibersschool Amsterdam Buikslotermeer Amsterdam Corantijn Amsterdam Dapper Amsterdam De Kaap Amsterdam De Kraal Rotterdam Mont. /Kralingen Amsterdam Multatuli Amsterdam Nic. Maesschool Amsterdam Olympus Heiloo Paulusschool Amsterdam Pieter Jelles Troelstra Amsterdam Rode Loper op School Amsterdam t Koggeschip Amsterdam Tijl Uilenspiegel Amsterdam Twiske Amsterdam Watergraafmeerse School Vleuten Amadeus Lyceum Amsterdam Amstellyceum Amsterdam Amsterdams Lyceum Amsterdam Berlage Lyceum Zoetermeer Erasmuscollege Bergen Europese School 47 Houten Heemlander Laren Laar en Berg Woerden ROC Amsterdam Openbare Scholengemeenschap Bijlmer Haarlem Schoterscholen Amsterdam Agbell Krommenie Altra College Vlaardingen De Vos Woerden Ideecollege Amsterdam Marcanti Amsterdam Reigersbos Amsterdam ROC Amsterdam Stella College Haarlem Sterrencollege Breda Hogeschool Diemen Inn Holland Groningen Pabo Amsterdam Reinwardt Internationaal De Paul University Rotterdam Studentenvereniging R'dam Internationaal Summerschool Amsterdam UVA Amsterdam VU Amsterdam Vrouwengroep Amsterdam Jongerengroep Amsterdam Journalisten Reformatorisch Dagblad Amsterdam Octra Vrouwen Amsterdam Weekendcollege 48