ZORGEN VOOR MORGEN Over woonkeuzes en zorgen voor elkaar Interpolis 7-9-2015 Doel- en probleemstelling 7-9-2015 2 Samenvatting en conclusies (1/6) De overheid is verantwoordelijk voor de zorg voor ouderen, maar het vertrouwen is erg laag • Veel Nederlanders maken zich zorgen om de toenemende vergrijzing en verwachten dat de kwaliteit van de zorg de komende jaren alleen maar minder wordt. De ontwikkeling dat de overheid de verantwoordelijkheid steeds meer bij de burger neerlegt, vinden veel Nederlanders dan ook geen goed idee. • Ik maak me zorgen om de zorg voor ouderen door de toenemende vergrijzing: 79% (zeer) eens • Ik denk dat de zorgkwaliteit voor ouderen de komende jaren minder gaat worden omdat er meer beroep wordt gedaan op zorg uit de familie- of vriendenkring: 77% (zeer) eens • Ik vind het goed dat de overheid de verantwoordelijkheden voor ouderenzorg meer neerlegt bij de burger: 50% (zeer) oneens • Hoewel de meeste Nederlanders het vanzelfsprekend vinden om voor je ouders te zorgen, vinden zij dat de overheid in eerste instantie verantwoordelijk is voor de opvang en zorg voor ouderen. Het vertrouwen in de overheid wat betreft de ouderenzorg is echter bijzonder laag. • Ik vind het normaal dat je voor je ouders zorgt als zij niet meer voor zichzelf kunnen zorgen: 51% (zeer) eens • Wie is volgens jou primair verantwoordelijk voor de zorg voor ouderen? De overheid: 47% • Ik heb op dit moment vertrouwen in de overheid wat betreft de opvang van ouderen: 58% (zeer) oneens 7-9-2015 3 Samenvatting en conclusies (2/6) Mantelzorg wordt gezien als een tijdelijke oplossing • Het is voor veel Nederlanders normaal dat je voor je ouders zorgt als zij niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen. Dat ouderen volledig afhankelijk zijn van deze zorg, vindt men niet meer van deze tijd. Deze zorgtaak ligt volgens de meeste Nederlanders vooral bij de overheid. • Ik vind het niet meer van deze tijd als ouder(s) afhankelijk zijn van mantelzorg van hun eigen kinderen: 48% (zeer) eens • Ik vind het van weinig respect getuigen als kinderen niet bereid zijn mantelzorg te verlenen aan hun ouder(s): 43% (zeer) eens • Mantelzorgers hebben er zelf geen vertrouwen in dat de overheid deze zorgtaak op zich neemt en zien geen alternatieven dan zelf voor hun ouders te zorgen. • Ik heb er vertrouwen in dat de overheid ook in de toekomst in staat is ouderen goed op te vangen: 52% (zeer) oneens • Men vindt het uiteraard wel belangrijk om iets voor hun ouders terug te doen, zodat zij zich niet eenzaam hoeven te voelen. Deze mantelzorg is bij voorkeur wel van tijdelijke aard. De mogelijke impact op het gezinsleven die bij het verlenen van mantelzorg komt kijken wordt als het meest vervelend ervaren. • Wat zijn redenen of zouden redenen kunnen zijn om WEL mantelzorg te verlenen aan je ouder(s) als zij niet goed meer voor zichzelf kunnen zorgen? Ik wil iets terug kunnen doen voor mijn ouder(s): 46% • Ik wil best mantelzorg verlenen, maar alleen als dit van tijdelijke aard is (niet langer dan een paar maanden): 34% (zeer) eens • Welke van onderstaande aspecten zijn voor jou het meest vervelend bij het verlenen van mantelzorg? Minder tijd voor gezin: 42% • Een verzorgingshuis is, ondanks het lage vertrouwen in de kwaliteit van ouderenzorg, voor de meeste Nederlanders de beste oplossing voor ouderen die niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen. • Welke van onderstaande mogelijkheden heeft je voorkeur als je ouders niet meer voor zichzelf kunnen zorgen? Verzorgingshuis: 40% 7-9-2015 4 Samenvatting en conclusies (3/6) Taboe op het vragen om mantelzorg • Niet iedereen durft zijn familie of kinderen om hulp te vragen als zij later zelf zorgbehoevend zijn. Hier geldt dat hoe ouder men is, hoe moeilijk het wordt om je afhankelijk van je familie op te stellen. Jongeren lijken meer open te staan voor hulp van familie of kinderen (op termijn). Mogelijkerwijs zijn zij zich meer bewust van de opkomende participatiesamenleving. • Ik zou zelf mijn kinderen of familie niet durven vragen voor mij te zorgen: 51% (zeer) eens. • 24-35 jaar: 45% en 65-80 jaar: 56% Een goede werk-privébalans is belangrijk bij het verlenen van mantelzorg • Eerdere onderzoeken laten zien dat het omgaan met deze ‘onbalans’ de grootste uitdaging is in de omgang met (mantel)zorgtaken. Ook in dit onderzoek wordt duidelijk dat een goede combinatie tussen werk en zorgtaken nodig is om goed voor een ander te kunnen zorgen. • Wat is er voor jou nodig om het mogelijk te maken om voor een ander te zorgen? Af en toe kunnen overdragen van de zorg: 42% • Veel werknemers vinden het lastig om met hun werkgever over deze ‘onbalans’ te praten. Werknemers zijn van mening dat de zorgtaken die zij hebben een privézaak zijn en hebben het idee dat het bespreken van de werk-privébalans met hun werkgever van invloed is op hun beoordeling. Echter zien we in andere onderzoeken dat werkgevers hierin juist een rol voor zichzelf zien weggelegd. Er zijn wel degelijk mogelijkheden om het gesprek te voeren over het verrichten van zorgtaken in combinatie met werk. • Ik heb het idee dat het bespreken van mijn werk-privé balans van invloed is op de beoordeling van mijn werk: 41% (zeer) eens • Ik vind dat de zorgtaken die ik (eventueel) heb een privé-zaak zijn, daar staat mijn werkgever buiten: 35% (zeer) eens 7-9-2015 5 Samenvatting en conclusies (4/6) • Een belangrijke voorwaarde voor veel mensen om mantelzorg te verlenen is dat de zorg met anderen gedeeld kan worden en dat de zorg af en toe kan worden overgedragen aan een ander. De zorgtaak moet niet te veel tijd in beslag nemen en vooral niet zorgen voor een ‘onbalans’ in de werk-privébalans. De meeste Nederlanders zijn bereid om mantelzorg te verlenen, maar men is ook bang dat het zwaar is en teveel tijd kost. De mindset moet meer in de richting van “vele handen maken licht werk” worden gestuurd. • Ik wil best mantelzorg verlenen aan mijn ouder(s), maar alleen als ik de zorg voor (een van) hen kan delen met mensen uit mijn omgeving: 43% (zeer) eens • Wat zijn redenen of zouden redenen kunnen zijn om GEEN mantelzorg te verlenen aan je ouder(s) als zij niet goed meer voor zichzelf kunnen zorgen? Ik heb er geen tijd voor vanwege mijn werk: 20% 7-9-2015 6 Samenvatting en conclusies (5/6) Ouderen in dubio: willen wel het liefst 'thuis‘ blijven wonen, maar willen hun familie niet tot last zijn • Het moment dat je niet meer voor jezelf kunt zorgen, lijkt voor veel mensen een ver-van-mijn-bed-show en zijn daar dus ook niet mee bezig of willen daar niet over nadenken. Als het moment eenmaal daar is, geeft het grootste deel van de Nederlanders de voorkeur aan zelfstandig thuis blijven wonen. Opvallend is dat vooral ouderen (van 65 jaar en ouder) vaker deze voorkeur hebben dan jongeren. • Ik ben nog niet bezig met het moment dat ik niet meer goed voor mezelf kan zorgen: 53% (zeer) eens • Hoe zou je (later) zelf graag opgevangen willen worden als je niet meer goed voor jezelf kan zorgen? Ik zou koste wat kost in mijn eigen huis willen blijven wonen: 40% ouder dan 50 jaar: 47% en jonger dan 50 jaar: 35% • De beste oplossing om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen is volgens de meeste Nederlanders door te verhuizen naar een aanleunwoning. Het verbouwen van het huis is voor een aanzienlijke groep Nederlanders ook een goede oplossing om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. • Wat zijn volgens jou de beste oplossingen om later zelfstandig in je eigen huis te kunnen blijven wonen? Verhuizen naar een aanleunwoning: 55%; Mijn huis verbouwen: 25%. 7-9-2015 7 Samenvatting en conclusies (6/6) • Als men moet kiezen tussen een verzorgingshuis en het ontvangen van zorg van familie, geeft men de voorkeur aan een verzorgingshuis. Veel mensen durven hun familie en/of kinderen niet om hulp te vragen als zij zelf zorg nodig zouden hebben en willen hun familie niet tot last zijn met hun problemen. Dit geldt vooral voor de oudere generatie; de jongere generaties Nederlanders hebben een lichte voorkeur voor het ontvangen van zorg van hun kinderen en/of familie als ze zelf zorgbehoevend worden. Grote bereidheid om eigen huis te verbouwen • Ouderen moeten zelf wel zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en het aanpassen of verbouwen van de woning is hiervoor de beste oplossing. De bereidheid om het eigen huis of het huis van hun ouders te verbouwen is zeer groot. Zij vinden wel dat de overheid verantwoordelijk is voor de noodzakelijke extra kosten van de verbouwing. • Ben je bereid om jouw huis of het huis van je ouder(s) te verbouwen zodat zij zelfstandig kunnen blijven wonen? Ja: 68% • In hoeverre vind je jezelf verantwoordelijk om de noodzakelijk extra kosten (splitsingsaktes etc.) voor het verbouwen van je eigen huis of het huis van je ouders zelf te betalen? 62% (zeer) beperkte mate. 7-9-2015 8 Bijlage 7-9-2015 9 Bijlage Onderzoekstechnische informatie - kwantitatief • Veldwerkperiode – Het veldwerk is uitgevoerd in de periode 29 juni 2015 tot en met 16 juli 2015. • Methode respondentenselectie – Uit het StemPunt-panel van Motivaction • Incentives – De respondenten hebben als dank voor deelname aan het onderzoek een kleine vergoeding ontvangen • Weging – De onderzoeksdata zijn gewogen (zie ook bijlage gewogen en ongewogen data), daarbij fungeerde het Mentalityijkbestand als herwegingskader. Dit ijkbestand is wat betreft sociodemografische gegevens gewogen naar de Gouden Standaard van het CBS • Responsverantwoording online onderzoek – In de veldwerkperiode is aan 5.592 personen een uitnodigingsmail verstuurd. Op de slotdatum van het veldwerk (zie bij Veldwerkperiode) was het gewenste aantal vragenlijsten ingevuld en is de toegang tot de vragenlijst op internet afgesloten • Bewaartermijn primaire onderzoeksbestanden – Digitaal beschikbare primaire onderzoeksbestanden worden tenminste 12 maanden na afronden van het onderzoek bewaard. Beeld- en geluidsopnames op cd en niet digitaal beschikbare schriftelijke primaire bestanden zoals ingevulde vragenlijsten, worden tot 12 maanden na afronden van het onderzoek bewaard. Overige onderzoekstechnische informatie • Overige onderzoekstechnische informatie – Overige onderzoekstechnische informatie en een exemplaar van de bij dit onderzoek gehanteerde vragenlijst is op aanvraag beschikbaar voor de opdrachtgever 7-9-2015 10 Bijlage Ongewogen en gewogen data – Nederland representatief Kenmerken Ongewogen N Gewogen % N % Leeftijd 15 t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 80 Opleidingsniveau 89 116 128 221 261 257 8,3% 10,8% 11,9% 20,6% 24,3% 24,0% 151 169 185 211 171 184 14,1% 15,8% 17,3% 19,7% 15,9% 17,2% Hoog (wo/hbo) 278 25,9% 271 25,2% Middel (havo/vwo/mbo/mavo) 507 47,3% 522 48,7% Laag (ibo/basisschool/geen opleiding 287 26,8% 279 26,0% Mannen 557 52,0% 532 49,7% Vrouwen 515 48,0% 540 50,3% Geslacht 7-9-2015 11 Auteursrecht Auteursrecht Het auteursrecht op dit rapport ligt bij de opdrachtgever. Voor het vermelden van de naam Motivaction in publicaties op basis van deze rapportage – anders dan integrale publicatie – is echter schriftelijke toestemming vereist van Motivaction International B.V. Beeldmateriaal Motivaction heeft datgene gedaan wat redelijkerwijs van ons verwacht kan worden om de rechthebbenden op beeldmateriaal te achterhalen. Mocht u desondanks menen recht te kunnen doen gelden op gebruikt beeldmateriaal, neem dan contact op met Motivaction. 7-9-2015 12