Locale behandelingen van psoriasis: gemakkelijker, sneller en

advertisement
Lokale behandelingen van psoriasis: gemakkelijker, sneller en efficiënter
De plaatselijke behandeling van psoriasis is alfa en omega. In de meerderheid van de
gevallen volstaat de behandeling op basis van zalven, crèmes en lotions. Daarenboven is deze
lokale behandeling optimaal in combinatie met fototherapie. Zelfs bij patiënten die medicatie
moeten innemen omdat de huidsymptomen bijzonder ernstig zijn, of bij diegenen waarvan de
gewrichten zijn aangetast, is een goede behandeling van de huid bijna onontbeerlijk. De
patiënten verhelpen zich niet graag met lokale behandelingen die ze onpraktisch vinden. Deze
producten hebben immers vaak een onaangename geur en kleven bijna altijd aan de kledij.
Bovendien hebben sommige behandelingen vervelende bijwerkingen, waardoor de patiënten
niet snel geneigd zijn deze te ondergaan. De laatste jaren, echter, hebben de behandelingen
van psoriasis een serieuze vooruitgang geboekt. Sinds tien jaar beschikt men over vitamine
D-derivaten die praktisch geen nevenwerkingen veroorzaken. Op het Wereldcongres van de
Dermatologie van juli ll. in Parijs is een nieuw product voorgesteld. Dit product combineert
in een zalf het vitamine D met een steroïde. Het is niet alleen zeer doeltreffend, maar het
vereenvoudigt eveneens de lokale behandeling.
Door Martin Stürzinger
Een groot aantal personen die lijden aan psoriasis maken gretig gebruik van de zomerzon om
zich door middel van deze natuurlijke lichttherapie te bevrijden van hun ontsierlijke korsten.
Tijdens de herfst en winter, echter, duiken de eerste rode vlekken terug op. Hierop vormen
zich al snel witte schilfers en een dikke korst. Vaak gaat men dan op zoek naar zalven, crèmes
en lotions die de naam hebben slecht te ruiken, vettig te zijn en bovendien onhandig te zijn in
gebruik. Ook neemt men soms zijn toevlucht tot salicylzuur opgelost in vaseline, carbowax of
olie. Afhankelijk van de grootte van de plekken varieert de gekozen concentratie tussen de
3% en de 10%. Het ureum remt de ontstekingen en jeuk en verzacht het de verharde plekken.
De oudere producten worden nauwelijks nog gebruikt
Voor de behandeling van psoriasis wordt sinds tientallen jaren een waaier aan bestanddelen
aangewend. Teer werd gedurende lange tijd beschouwd als de meest optimale behandeling,
vooral in combinatie met ultraviolette straling. Het heeft echter als nadeel dat het een heel
onaangename geur verspreidt, en zowel de huid als de kledij verkleurt. Bovendien is het
imago van teer veranderd sinds men vermoedt dat het de vorming van kanker zou bevorderen.
In feite berust deze laatste idee tot op heden op geen enkel bewijs. Nochtans zijn de
teerproducten onderhand uit de handel verdwenen.
Ook dithranol, een bestanddeel dat voor het eerst werd vervaardigd in 1916, wordt sedert
enkele jaren enkel nog gebruikt in ziekenhuizen. Men noemt het eveneens anthraline of
cignoline, en het product werd met succes gebruikt ter behandeling van psoriasis. Dithranol
garandeert een verbetering binnen de 4 tot 6 weken. Er bestaat geen gevaar voor schade op
lange termijn. Het product wordt nog slechts zelden gebruikt door de relatief ingewikkelde
behandeling, door een vergroot risico op irritaties bij verkeerd gebruik en, vooral, door de
verkleuring van de kledij. Dithranol is inderdaad een kleurstof die de huid rood, en alle kledij
bruin kleurt.
Cortisone: een succesverhaal maar met neveneffecten
In de jaren ’50 werden de teer- en dithranolbehandelingen in grote schaal vervangen door
cortisone, een bestanddeel dat afgeleid wordt uit het menselijk hormoon cortisol,
afgescheiden in het lichaam door de bijnierschors. Dit hormoon vervult een groot aantal
functies in lichaam. Het controleert bijvoorbeeld de zelfregulering van mineralen en water,
verhoogt het suikergehalte in het bloed en voorkomt ontstekingsprocessen. Een eerste
synthetische afgeleide van cortisol werd gegenereerd in 1938. Deze vorm die in een
laboratorium werd vervaardigd, wordt hydrocortisone genoemd. Vandaag kent men
verschillende synthetische afgeleiden van cortisol. Ze worden glucocorticosoïden genoemd,
of simpelweg corticoïden of steroïden. De steroïden worden gebruikt om onder andere reuma,
astma of eczema te behandelen. Ze kunnen zowel uitwendig (“topisch”) als inwendig
(“systemisch”) gebruikt worden.
Snel na hun ontdekking hebben de steroïden tot sensationele resultaten geleid in de
behandeling van huidziekten. De crèmes, zalven en oplossingen met corticoïden zijn
alomtegenwordig op de markt. Wanneer ze aangebracht worden op de huid, werken de
steroïden onstekingsremmend. Tegenwoordig weten we echter dat een verlengde behandeling
met corticoïden de huid verdunt (atrofie). Bij lang gebruik kunnen er striemen verschijnen aan
de heupen, de oksels, de lies en aan de binnenkant van de armen en billen. Het is eveneens
mogelijk dat de psoriasis na stopzetting van de behandeling in ergere mate terugkeert op de
behandelde plaatsen (de zgn. heropstoten).
Minder neveneffecten dankzij de “zachte steroïden”
De mensen die lijden aan een huidziekte maakten zich erg zorgen om deze nevenwerkingen.
Velen onder hen wilde niet meer horen van cortisonen en wantrouwden zelfs de andere
uitwendige behandelingen. De cortisoneproducten die tegenwoordig te koop aangeboden
worden veroorzaken minder neveneffecten dan enkele jaren geleden, maar deze evolutie is
onopgemerkt voorbijgegaan.
De invoering van halogenen (dit zijn zoutvormers) zoals fluor of chloor heeft de
ontstekingsremmende functie van steroïden aanzienlijk verhoogd. In de jaren ’60 zijn
verscheidene nieuwe steroïden op punt gesteld door enkele of meervoudige halogenering.
Sindsdien praat men over corticoïden van de tweede en derde generatie. Nochtans is gebleken
dat het risico op huidwonden zeker zo groot is bij het gebruik van deze zware producten.
Daarom zijn tijdens de jaren ’90 de steroïden van de vierde generatie op de markt gekomen,
dit zijn steroïden die niet gehalogeneerd zijn. De werking van deze laatsten is te vergelijken
met de steroïden van de tweede en derde generatie, maar ze hebben nevenwerkingen die
overeenkomen met die van de eerste generatie. De komst van deze zachte steroïden heeft er
vooral toe geleid dat we de cortisone met een meer rationeel oog kunnen bekijken.
De cortisone, die uitwendig gebruikt wordt, blijft uiterst nuttig en in sommige gevallen zelfs
noodzakelijk, op voorwaarde dat de patiënten er de risico’s en gevaren van kennen. De
bijwerkingen kunnen verminderd worden door de behandelingsduur te verkorten, en door
extra voorzichtigheid aan de dag te leggen bij kinderen, voor het gezicht, de huidplooien en
de genitaliën.
Vooruitgang dankzij vitamine D-derivaten
Het heeft geduurd tot de jaren ’90 alvorens een nieuwe stap in de goede richting werd gezet in
de behandeling van psoriasis. Per ongeluk had men immers ontdekt dat vitamine D een uiterst
gunstig effect heeft op psoriasis. Een overdosis vitamine D verstoort echter wel het calcium
metabolisme. Het te hoog calciumgehalte dat eruit voortvloeit kan leiden tot braakneigingen,
diarree en hoofdpijn of kan zelfs verkalking van de bloedvaten en van de calciumreservoirs in
de nieren tot gevolg hebben. De onderzoekers hebben daarom gezocht naar bestanddelen
waarvan de werking gelijkaardig is aan die van het vitamine D, maar die deze
nevenwerkingen niet veroorzaken.
In de jaren ’80 is men er uiteindelijk toch in geslaagd om calcipotriol te synthetiseren
(Daivonex®), een afgeleide van het vitamine D, die 100 tot 200 maal minder inwerkt op de
zelfregulering van calcium, in vergelijking met het vitamine D. Toch vermindert calcipotriol
de versnelde celdeling die verantwoordelijk is voor de vorming van korsten en het bevordert
de normale rijping van de huidcellen. Bovendien regulariseert het de immunologische
processen die de ziekte in werking houden. In tegenstelling tot de cortisoneproducten verdunt
de huid niet bij gebruik van vitamine D-producten.
Enkele jaren later zijn twee andere vitamine D-derivaten met succes op de markt gekomen:
hun actieve bestanddelen zijn tacalcitol (Curatoderm®) en calcitriol (Silkis®).
Heilzame werking van calcipotriol
Calcipotriol bestaat in zalf, crème en lotion, en heeft zich de laatste jaren bij de patiënten
gemanifesteerd als een van de belangrijkste plaatselijke behandelingsmethoden. Verschillende
studies wijzen op de heilzame werking van dit product. Inderdaad, een groot aantal werken
tonen aan dat calcipotriol tot even goede resultaten kan leiden als dithranol of teer, en een
gelijkaardig effect geeft als een zalf met cortisone.
Het product kan op gelijk welke plek van het lichaam gebruikt worden. De lotion werkt beter
in op de hoofdhuid dan een steroïde (betametason) en met de zalf kan zelfs psoriasis aan de
nagels behandeld worden. De crème is geschikter voor huidplooien en voor het gezicht. En
last but not least: men heeft kunnen aantonen dat calcipotriol geschikt is voor langdurige
behandelingen en dat er op lange termijn geen neveneffecten te vrezen zijn. Er zijn slechts
twee ongemakken voor de patiënten: zijn werking is veel efficiënter als het product tweemaal
per dag wordt aangebracht, en dit vergt tijd. Bovendien veroorzaakt het product bij sommige
patiënten complicaties op korte termijn zoals hoofdpijn en rode vlekken.
Download