Stimuleringsplan Zuid Limburg Noord GEBIEDSBESCHRIJVINGEN ZUID LIMBURG NOORD 2 1 1.1 1.2 1.3 HET IJZERENBOSCH EN HET LIMBRICHTERBOSCH 3 Beschrijving regio ......................................................................................................................... 3 Ontwikkelingsrichting regio .......................................................................................................... 3 Beschrijving deelgebieden ........................................................................................................... 5 2 2.1 2.2 2.3 Het Geleenbeekdal van Sittard tot Hoensbroek 17 Beschrijving regio ....................................................................................................................... 17 Ontwikkelingsrichting regio ........................................................................................................ 18 Beschrijving deelgebieden ......................................................................................................... 19 3 3.1 3.2 3.3 HEERLEN 30 Beschrijving regio ....................................................................................................................... 30 Ontwikkelingsrichting regio ........................................................................................................ 31 Beschrijving deelgebieden ......................................................................................................... 32 4 4.1 4.2 4.3 de Brunssummerheide en De Schinveldse bossen 39 Beschrijving regio ....................................................................................................................... 39 Ontwikkelingsrichting regio ........................................................................................................ 40 Beschrijving deelgebieden ......................................................................................................... 41 5 5.1 5.2 5.3 Kerkrade 52 Beschrijving regio ....................................................................................................................... 52 Ontwikkelingsrichting regio ........................................................................................................ 52 Beschrijving deelgebieden ......................................................................................................... 53 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap 1. HET IJZERENBOSCH EN HET LIMBRICHTERBOSCH 1.1. Beschrijving regio Het overgrote deel van de regio ligt in de Centrale Slenk. Deze, door tektonische bewegingen verzonken geologische eenheid wordt begrensd door de Feldbiss in het zuiden en de Peelrandbreuk in het noorden. De regio is het overgangsgebied van het rivierklei- en zandlandschap (laagterrasgebied) in het noorden naar het plateaulandschap (lössgebied) in het zuiden. In het verleden werd de regio doorsneden door enkele vrij meanderende beken waardoor er ondiepe en smalle beekdalen zijn ontstaan. In het verlengde van deze oude beekdalen liggen oude stroomgeulen van de Maas. Door de aanleg van het Julianakanaal is de invloed van de Maas op de oude stroomgeulen verdwenen. Langs de huidige watergangen, in de oude beeklopen en in de oude maasmeanders treedt kwelwater naar buiten. Dit is onder meer het geval in de bosgebieden 't Hout en het IJzerenbosch. Ten oosten van het Julianakanaal liggen, tussen de beekdalgronden, voedselrijke zavel- en kleigronden. Dit zijn oude rivierkleiafzettingen van de Maas. Deze gronden zijn vaak al eeuwenlang in gebruik bij de landbouw. In een zone rondom Susteren is het landschap kleinschalig door de aanwezigheid van vele landschapselementen zoals watergangen en kleine bossen en opgaande lijnvormige begroeiingen. Aansluitend liggen enkele grotere bosgebieden zoals het IJzerenbosch, het Taterbosch en 't Hout. Ten noorden van Dieteren en ten zuiden van Oud-Roosteren heeft het landelijk gebied een meer grootschalig karakter. Melkveehouderij, opengrond tuinbouw, akkerbouw en op enkele plekken fruitteelt zijn daar de belangrijkste vormen van landgebruik. In veel van de natuurgebieden is sprake van verdroging. Met name in 't Hout en het IJzerenbosch vormt dit een bedreiging voor de goed ontwikkelde vegetaties. De grondwaterstanddaling wordt voornamelijk veroorzaakt door grondwateronttrekking door industrie, landbouw en de drinkwatervoorziening. Vrijwel de gehele regio ligt in een grondwaterbeschermingsgebied. In de bossen ten zuiden van Susteren is een gebied aangewezen voor waterwinning. De A2, het Julianakanaal en de N295 vormen grote hindernissen voor uitwisseling van soorten tussen het Maasdal en de natuurgebieden Taterbosch, de Doort, het IJzerenbosch en het Haeselaarbroek. De natuurgebieden zijn voornamelijk te vinden in oude maasmeanders, langs beken en waterlopen. Er zijn waardevolle bossen aanwezig zoals een goed ontwikkeld Eiken-Haagbeukenbos met een kenmerkende voorjaarsvegetatie. Op enkele plaatsen, met name in broekbossen, zijn populieren aangeplant. Verder komen er enkele kleine moerassen voor. Boomkikker, IJsvogel en Kleine parelmoervlinder zijn enkele van de bijzondere soorten die zijn te vinden in de regio. De Boomkikker is een ernstig bedreigde soort in Limburg. De enige levensvatbare populatie bevindt zich in de omgeving van Echt. Het voortplantingsbiotoop van de Boomkikker bestaat uit wateren met ondiepe delen, rijke watervegetatie, open ligging (zoninstraling) en enige oeverbegroeiing. Het landbiotoop bestaat uit op het zuiden gerichte houtwallen, struiken en bosranden met o.a. bramen. 1.2. Ontwikkelingsrichting regio Voor de regio wordt de volgende ontwikkeling voorgesteld: • aaneenschakeling van de Doort met het Taterbosch; • versterken onderlinge samenhang tussen de bossen ten zuiden van Susteren; • grensoverschrijdende relaties versterken nabij het IJzerenbosch; • waar mogelijk hermeandering van beken; • behoud, herstel en uitbreiding van het boomkikkerbiotoop; • behoud, herstel en verdere ontwikkeling van Essen-Iepenbos, Eiken-Haagbeukenbos en VogelkersEssenbos; • ontwikkelen van soortenrijke graslanden; • omvormen van populierenaanplant en bestaand bos naar meer natuurlijk bos; • opheffen barrières wegen en waterlopen door het aanleggen faunavoorzieningen zodat uitwisseling tussen de deelgebieden mogelijk wordt gemaakt of wordt versterkt; Noord Limburg Oost 3 In de regio zijn veel ontwikkelingen gaande op het gebied van de ruimtelijke ordening. In de ontwikkelingsplannen Landschapspark De Graven en Landschapspark Susteren zijn deze ontwikkelingen uitgewerkt in relatie tot natuur, bos en landschap. De ecologische samenhang tussen bestaande en nieuwe bos- en natuurgebieden wordt behouden en versterkt. Er zijn kleine landschapselementen en (helling)bossen gepland en er zijn voorstellen om beken en waterlopen opnieuw in te richten. De ideeën uit de hiervoor genoemde plannen zijn zoveel mogelijk opgenomen in de beschrijvingen van de deelgebieden. Het is echter, gezien het verschil in gedetailleerdheid tussen de verschillende planvormen, niet mogelijk en in een enkel geval ook niet wenselijk om een exacte vertaling te maken naar natuurdoeltypen. Vandaar dat hier ook een algemeen uitgangspunt is geformuleerd. Namelijk dat bij de uitvoering van de voorgestelde ideeën natuurlijke processen zoals hermeandering en spontane ontwikkeling van de vegetatie in de natte delen voorrang dienen te krijgen. Voor de (helling)bossen wordt gekozen voor een natuurgerichte inrichting waarbij de potentieel natuurlijke vegetatie het uitgangspunt is. 4 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap 1.3. Beschrijving deelgebieden ZLN1.01F De Geleenbeek ten noorden en oosten van Oud-Roosteren Beschrijving De verbindingszone ligt langs de gekanaliseerde Geleenbeek. Plaatselijk liggen enkele extensief beheerde percelen vochtig grasland en enkele beekbegeleidende bosjes. ZLN1.02B Zuidrand De Doort Beschrijving Het gebied maakt deel uit van het natuurkerngebied Taterbosch/De Doort. Het noordwestelijk deel van het bos is een weinig waardevolle populierenaanplant. De rest bestaat uit redelijk ontwikkeld broekbos dat doorplant is met populieren. Ongeveer de helft van dit deel van het broekbos is verdroogd en mede daardoor verruigd met brandnetels. Door dit verdroogde en verruigde broekbos loopt de Coppelveldgraaf. Een waterloop waarvan de oever- en watervegetatie slecht ontwikkeld is. In de populierenaanplant liggen drie poelen, alledrie zijn nu verdroogd. Ook in dit deel van de Doort komt de Boomkikker voor. De smalle strook oeverruigte langs de Middelsgraaf is vooral van belang voor vlinders. De Doort is waardevol voor vogels van (vochtige) loofbossen, bosranden, oevers en struwelen. Aandachtssoorten Boomkikker ZLN1.04C Bosweg Beschrijving Het natuurontwikkelingsgebied ligt in een oude Maasmeander. Het is grotendeels in gebruik als grasland dat onder invloed staat van kwelwater. Het is een belangrijk onderdeel in de ecologische verbinding tussen de Doort en het Taterbosch. Floristisch interessant is de Coppelveldgraaf. Het is leefgebied van de Levendbarende hagedis. Aandachtssoorten Boomkikker ZLN1.05Cp De Visvijver Beschrijving Het reservaatgebied ligt in dezelfde oude Maasmeander als deelgebied 1.04. Ook hier is de invloed van kwelwater in het grasland duidelijk te merken. Het maakt deel uit van het natuurkerngebied Taterbosch/Doort. Floristisch interessant is de Coppelveldgraaf. Het is leefgebied voor de Levendbarende hagedis. De visvijver, grenzend aan het Taterbosch, is ornithologisch waardevol. Daarnaast heeft de visvijver en directe omgeving een goed ontwikkelde vegetatie met soorten als Gewone agrimonie, Tweerijige zegge, Kransvederkruid, Zeegroene rus en Kattedoorn. Ten noordoosten van de visvijver ligt een kleine poel. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. Aandachtssoorten Kransvederkruid, Levendbarende hagedis ZLN1.06Gb Dieterderbosch Beschrijving Dit beheersgebied grenst aan het Taterbosch en het reservaatgebied langs de visvijver (1.05 C). Het gebied maakt deel uit van het natuurkerngebied Taterbosch/Doort. Aandachtssoorten Nachtegaal, Boomkikker Noord Limburg Oost 5 ZLN1.07AB Taterbosch Beschrijving Het bos ligt in een oude stroomgeul van de Maas. Het betreft een vochtig loofbos (deels Elzenbroekbos) dat voor een deel doorplant is met populieren. Het bos is redelijk ontwikkeld. Waarschijnlijk zijn verdroging en vermesting de oorzaak van verruiging van een deel van het broekbos. Het bos wordt gevoed door voedselrijk, vervuild water (gedeeltelijk kwelwater). Er treden sterke schommelingen op in de grondwaterstand. Bijzondere soorten die in het bos staan zijn Grote Boterbloem en Oeverzegge. Aan de randen van het bos liggen kleine percelen extensief beheerd vochtig grasland. In het Taterbosch liggen twee waardevolle moerassen. In het gebied leven vleermuizen, Boomkikker, Levendbarende hagedis en Nachtegaal. ZLN1.08F Geleenbeek tussen Wolfrath en Roosteren Beschrijving Een smalle strook grasland langs de gekanaliseerde Geleenbeek. Langs de westoever ligt een dijkje met daarop loofhoutaanplant. Verspreid liggen kleine percelen loofbos. In het gebied tussen de A2 en de N295 zijn nog belangrijke natuur- en landschapswaarden aanwezig. ZLN1.09F Vloedgraaf tussen 't Hout en Oud-Roosteren Beschrijving Smalle strook grasland aan weerszijden van de Vloedgraaf. In het zuidelijke deel liggen langs de beek kleine percelen loofhoutaanplant. De herinrichting van het traject tussen Rijksweg N295 en de RWZI Susteren zal in 2001 worden afgerond. ZLN1.10F Roode Beek tussen Susteren en Roosteren Beschrijving De beek in dit deel is grotendeels genormaliseerd. Ten noorden van Susteren liggen de restanten van twee oude watermolens. ZLN1.13B Körbusch II Beschrijving Verspreid in het gebied liggen kleine populierenbossen. De bossen zijn verruigd met brandnetel. In een van de bosjes handhaaft zich Herfsttijloos. Aandachtssoorten Nachtegaal ZLN1.16B Bos Wolfrath Beschrijving Het is een goed ontwikkeld loofbos. Het maakt deel uit van het 18e eeuws landgoed Wolfrath (1.14). Om het gebied heen stroomt de Lindbeek. Deze watergang is floristisch goed ontwikkeld. Er zijn waarnemingen bekend van Levendbarende hagedis, Kleine watersalamander, Ree en Wild zwijn. Het bos is een belangrijk gebied voor o.a. Groene Specht en Nachtegaal. ZLN1.17B Bosgebied Overslagweg Beschrijving Het gebied bestaat uit een populierenbos en een moeras. Plaatselijk is verruiging opgetreden. Op die plekken bestaat de ondergroei hoofdzakelijk uit Brandnetel. Aan de zuidkant stroomt de Geleenbeek, die hier floristisch matig ontwikkeld is. Ook in dit bos zijn waarnemingen van Ree en Wild zwijn bekend. Een groot deel van dit bos is grondwaterbeschermingsgebied. Aandachtssoorten Groene specht, Vleermuizen (Laatvlieger, Rosse vleermuis en Watervleermuis) 6 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN1.18B Bos 't Hout Beschrijving Gevarieerd vochtig loofbos met populieren en oude Eiken en Essen. 't Hout is wat vegetatie betreft vergelijkbaar met het aangrenzende IJzerenbosch. Beide bossen vertonen floristische verwantschap met de hellingbossen in Zuid Limburg. Centraal in het bosgebied ligt een goed ontwikkeld Eiken Haagbeukenbos. Op diverse plaatsen, met name aan de randen van het bos, zijn populieren aangeplant in vochtig loofbos. Floristisch en faunistisch is 't Hout waardevol. Belangrijke plantensoorten zijn: Slanke sleutelbloem en Grote keverorchis en Eénbes. Ook de bermen zijn waardevol hier staan onder anderen IJzerhard, Bottelroos en Fijne Kervel. Het is een belangrijk leefgebied voor vogels van loofbossen. Reeën en Wilde zwijnen worden regelmatig waargenomen. De Konikpaarden uit gebied 1.19 A hebben beperkt toegang tot het bos. 't Hout is hydrologisch kwetsbaar vanwege grondwaterfluctuaties. Het bos ligt gedeeltelijk in een oude loop van de Roode Beek en de Vlootbeek. Op die plaats is een broekbosvegetatie ontwikkeld. Roestafzettingen wijzen op de aanwezigheid van lokale kwel. Een groot deel van dit bos is grondwaterbeschermingsgebied. Aandachtssoorten Grote keverorchis, Boomkikker ZLN1.18B Roode Beek natuurontwikkeling Beschrijving ZLN1.18B betreft bestaand bos en wordt gekoppeld aan ZLN1.18B. Vanwege de grootte van de boskernen en de ligging blijven de doeltypen en aandachtssoorten gelijk. ZLN1.19A De Vloedgraaf langs 't Hout Beschrijving De Vloedgraaf maakt over een lengte van ongeveer een kilometer deel uit van het natuurgebied 't Hout (1.18 B). In 1993 zijn meanders gegraven en overstromingsvlaktes gecreëerd. Op diverse plaatsen langs de beek zijn poelen gegraven. Het gebied wordt begraasd door Konikpaarden. Inmiddels hebben zich langs de oevers vochtige ruigten en wilgenstruwelen ontwikkeld. Het gebied is van belang voor libellen en vlindersoorten. Langs de waterloop komt de zeldzame Zuidelijke Glazenmaker voor. Het gebied is verder van belang voor vogels van bosranden, struwelen en beekoevers. In de Vloedgraaf, die hier door een grondwaterbeschermingsgebied stroomt, leeft het Vetje. Aandachtssoorten Geelgroene zegge, Vetje ZLN1.20C Overgangsweg en Vloedgraaf Beschrijving Dit reservaatgebied is ten dele verworven door Natuurmonumenten. Het gebied ligt in de kwelzone langs de Vloedgraaf in een grondwaterbeschermingsgebied. Het is van belang voor insecten en vogels van bosranden en beekoevers. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. Aandachtssoorten Gewone dotterbloem ZLN1.21Gb 't Hout I Beschrijving Twee gebieden aan weerszijden van de Vloedgraaf, grotendeels bestaande uit bouwland. Langs de noordelijke percelen loopt de Grensgraaf, plaatselijk zijn de oevers redelijk ontwikkeld. Dit landbouwgebied is gedeeltelijk grondwaterbeschermingsgebied. Aandachtssoorten Levendbarende hagedis Noord Limburg Oost 7 ZLN1.22C 't Hout II Beschrijving Het natuurontwikkelingsgebied maakt onderdeel uit van de ecologische ontwikkelingszone langs de Roode Beek. Het betreft enkele vochtige graslanden aan de noordrand van 't Hout. Het floristisch nog weinig interessant gebied is al wel van belang voor insecten en vogels van bosranden. Aandachtssoorten Slanke sleutelbloem ZLN1.23C 't Hout III Beschrijving Het perceel maakt onderdeel uit van de ecologische ontwikkelingszone langs de Roode Beek. Het perceel is geheel omsloten met bos. Aan de noordzijde stroomt de Roode Beek. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. ZLN1.26D Heide II Beschrijving Deze restanten van vochtig, voedselrijk loofbos zijn doorplant met populieren. ZLN1.27F Middelsgraaf I Beschrijving De verbindingszone vormt een verbinding tussen het Taterbosch, het bos nabij Slek en het IJzerenbosch. De Middelsgraaf loopt door een kleinschalig landschap bestaand uit bosschages, houtwallen, graslanden en akkers. De oever en watervegetatie van de waterloop zijn over het algemeen goed ontwikkeld. In en rondom de verbindingszone leeft de Levendbarende hagedis. Via de Middelsgraaf kunnen de biotopen voor de Boomkikker in de Doort, het Slek en het IJzerenbosch met elkaar worden verbonden. Aandachtssoorten Boomkikker, Wild zwijn ZLN1.29Rj Gulickshof Beschrijving Langs deze Rijnterrasrand ligt een kwelzone die zich uitstrekt van natuurgebied Haeselaarsbroek in het noorden tot de kwelgebieden ten westen van Schalbruch (Duitsland). Het terrein bestaat uit vochtige graslanden. In de directe omgeving leven Boomkikker en Levendbarende hagedis. Het gebied is waardevol voor Roodborsttapuit, Grutto en aan water, moeras en vochtig grasland gebonden vogels. Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 30 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit deelgebied bos en natuur te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark Susteren. Aandachtssoorten Grutto ZLN1.30AB IJzerenbosch I Beschrijving Het overwegend vochtige loofbos is voor meer dan de helft doorplant met populieren. De kleine percelen in het bos zijn extensief beheerde vochtige graslanden. Het bos is plaatselijk verruigd en bevat amfibieënpoelen. Slechts een klein deel van het loofbos is goed ontwikkeld. Daarnaast zijn er natte ruigten, wilgenstruwelen en een populierenaanplant. Een klein deel van het bos ligt op droge en voedselarme grond. In het vroege voorjaar vallen de bloeiende Bosanemoon en Slanke sleutelbloem op. Daarnaast zijn Boszegge, Gele Dovenetel, Bleeksporig bosviooltje en op enkele plaatsen Eénbes te vinden. Op één plaats groeit Lievevrouwenbedstro. In het oostelijk deel zijn de bossen over het algemeen minder goed ontwikkeld. In enkele graslanden liggen op vier plaatsen floristisch redelijk ontwikkelde poelen. Sporadisch is de 8 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap Hazelworm waargenomen. Ook zit er een populatie van Boomkikkers. Verder is het een kerngebied voor vogels van loofbossen en kleinschalig landschap, zoals Zwarte Specht en Nachtegaal. Het IJzerenbosch is eveneens van groot belang voor roofvogels o.a. de Wespendief. Ook Wilde zwijnen worden regelmatig gesignaleerd. Het IJzerenbosch is hydrologisch gevoelig. Het gebied is verdroogd en er is plaatselijk sprake van sterke verruiging met Braam en Hennepnetel. Mogelijke oorzaken zijn de drainage en beregening in het omringende agrarisch gebied. Aandachtssoorten Hazelworm, Boomkikker ZLN1.31C IJzerenbosch II Beschrijving De percelen van dit reservaatgebied liggen verspreid rondom en deels ook in het IJzerenbosch. In het westelijk deel betreft het hoofdzakelijk akkers, in het oostelijk deel graslanden. De vochtige graslanden worden over het algemeen extensief beheerd. In ieder grasland zijn wel een of meer poelen uitgerasterd. Enkele poelen hebben een waardevolle oever en watervegetatie. Zo groeien er o.a. Geelgroene zegge, Ruw walstro, Witte waterlelie. De graslanden zijn meestal floristisch interessant. In het oostelijk deel liggen aan de bosrand drie goed ontwikkelde graslanden met o.a. Ruw walstro, Schild-ereprijs en Knolsteenbreek. In de andere graslanden staat o.a. Tweerijige zegge. Aan de noordrand stroomt de Nelisgraaf die hier over het algemeen goed ontwikkeld is met o.a. Grote watereppe. Natuurmonumenten heeft een tweetal (graan)akkers in beheer, grenzend aan de westzijde van het bos. Hier groeien waardevolle akkerkruiden zoals Muizenstaart, Klein bronkruid, Groot spiegelklokje en Behaarde boterbloem. De Levendbarende hagedis wordt sporadisch waargenomen. De gebieden zijn waardevol voor vogels van bosranden, struwelen en van (vochtige) graslanden. Het is slechts één van de twee plaatsen in dit Stimuleringsplan waar de Roodborsttapuit voorkomt. Aandachtssoorten Schildereprijs, Groot spiegelklokje, Roodborsttapuit ZLN1.31CR IJzerenbosch- 't Hout Beschrijving ZLN1.31CR wordt gekoppeld aan het reeds bestaande deelgebied ZLN1.31C. De gronden maken deel uit van de geohydrologische eenheid van het IJzerenbosch. Omdat de nieuw te begrenzen gronden aan de oostelijke zijde van het IJzerenbosch een moerige bovenlaag hebben is bij een herstelde waterhuishouding moerasontwikkeling mogelijk. Naast de te ontwikkelen belangrijke floristische waarden zal het leefgebied van o.a. de Boomkikker vergroot worden. De bestaande doeltypen worden hiervoor aangepast. Met de begrenzing worden minder gewenste externe invloeden verminderd en ontstaat er een robuuste eenheid natuur. ZLN1.32Cp IJzerenbosch III Beschrijving Het van oorsprong vochtige gebied maakt onderdeel uit van het kwelgebied langs de Rijnterrasrand. De diverse waterloopjes zijn genormaliseerd. De herpetofauna wordt vertegenwoordigd door de Levendbarende hagedis. Het gebied is waardevol voor vogels van bosranden en bosschages/struwelen. Dit gebied maakt deel uit van het moeraskalkgebied onderlangs de Rijnterrasrand (zie ook 1.28 G). Aandachtssoorten Boomkikker, Welriekende nachtorchis ZLN1.33Gb Middelsgraaf II Beschrijving Het gebied bestaat uit graslanden, gelegen tussen de Middelsgraaf en het IJzerenbosch. Het wordt doorsneden door een aantal ontwateringslootjes. Het gebied maakt deel uit van een kwelzone langs de Noord Limburg Oost 9 Middelsgraaf en Rijnterrasrand. Het meest noordoostelijke stukje maakt deel uit van het onder 1.28 G beschreven moeraskalkgebied. Aandachtssoorten Boomkikker, Grote watereppe ZLN1.35B Kavinksbosch Beschrijving Voor het grootste deel inheems loofbos op matig voedselrijke bodem, met een redelijk ontwikkelde ondergroei. Langs de oostrand liggen twee percelen grasland waarin populieren zijn aangeplant. Aandachtssoorten Slanke sleutelbloem ZLN1.36K Spoorweg en emplacement Susteren Beschrijving Het gebied omvat het spoorwegemplacement van Susteren en het gedeelte van de spoorlijn door het natuurgebied 't Hout. Het bestaat uit een ruigte op droge grond waarin eenjarige en overblijvende soorten groeien. Daarnaast ligt er een voedselarm grasland. Langs dit baanvak (m.n. tussen km palen 27 en 28) komen enkele doornstruwelen voor met Kruidvlier. De ondergroei is tamelijk soortenrijk. Het noordelijke deel van het baanvak (km 29,8 31,7) bevat ondermeer Viltroos en Bochtige klaver. De zeldzame soorten zijn: Loogkruid, Groot spiegelklokje, Witte amarant, Druifkruid en Smalle raai. Daarnaast komt hier de Nachtzwaluw voor. Aandachtssoorten Smalle raai, Dwergviltkruid ZLN1.38F Roode Beek Nieuwstadt - Susteren Beschrijving Het gebied bestaat uit de Roode Beek en de aangrenzende akkers en graslanden. Het wordt aan de westzijde begrensd door de Altaarweideweg. Her en der liggen langs de beek percelen populieren, aangeplant in vochtig loofbos. Het beekdal is waardevol voor vogels van beekoevers met onder anderen de Grote gele kwikstaart. De Roode Beek verbindt diverse waardevolle natuurgebieden. Ze ontspringt op de Brunssummerheide, stroomt langs vochtige graslanden, kwelzones en broekbossen. In het kader van het plan rood voor groen zal er een grensoverschrijdend beekherstelproject worden uitgevoerd over een lengte van meer dan vijf kilometer (zie ook 1.43 F). Het oorspronkelijk meanderend karakter zal worden hersteld met de bijbehorende vochtige hooilanden, natte struwelen en beekbegeleidend bos. De percelen ten oosten van de Susterderweg vormen een landschappelijke en ecologische verbinding tussen de natuurgebieden 't Hout en het IJzerenbosch. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit deelgebied bos te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark Susteren. Aandachtssoorten Gewone dotterbloem ZLN1.39F Vloedgraaf Nieuwstadt Beschrijving Deze verbindingszone ligt langs de Vloedgraaf ten oosten van Nieuwstadt. Het is een waardevol gebied voor vogels van beekoevers. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit deelgebied bos te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark Susteren. 10 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN1.40F Geleenbeek Nieuwstadt - Wolfrath Beschrijving Grootschalig akker en weidegebied aan weerszijden van de Geleenbeek tussen het landgoed Wolfrath en Nieuwstadt. Dit gebied vormt een ecologische verbindingszone tussen de natuurgebieden rond Susteren en het Limbrichterbosch en Grasbroek. Er wordt uitgegaan van een breedte van 70 meter voor realisering van onderstaande doeltypen. Aandachtssoorten Gewone dotterbloem ZLN1.41F Roode Beek Limbrichterbosch Beschrijving Deze ecologische verbindingszone verbindt het dal van de Roode beek met het Limbrichterbosch. In het vochtig grasland dat grenst aan het Limbrichterbosch ligt een waardevolle poel met o.a. Gaspeldoorn en Heen. Dit gebied is aangewezen als ontwikkelingszone voor nieuwe natuur ter compensatie van de in deze regio aanwezige bedreigingen voor flora en fauna. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit deelgebied bos en natuur te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark Susteren. ZLN1.42F Geleenbeek Sittard Beschrijving De oevers langs de rechtgetrokken Geleenbeek en de agrarische percelen bestaan voornamelijk uit grasland. In de beek groeit Schedefonteinkruid. Aandachtssoorten Steenuil ZLN1.43F Roode Beek - Duitse grens - Millen Beschrijving Het beekdal van de Roode Beek is een belangrijke schakel in de provinciale ecologische structuur. Het Waterschap en het Zuiveringschap zullen de meandering herstellen. De inrichting van de oevers zal op een natuurvriendelijke wijze vorm krijgen. Langs de oevers zal beekbegeleidende begroeiing worden aangelegd. De akker ten noorden van landgoed Millen zal ontwikkeld worden tot een vochtig grasland waarin enkele poelen worden aangelegd. Het gebied is waardevol voor vogels van struwelen en beekoevers. Ten zuiden van het Parkbos Millen ligt een akkerbouwgebied (1.46 Rj) waarin het kleinschalig cultuurlandschap verder ontwikkeld wordt. Het zuidelijke deel van de verbindingszone bestaat uit akkers en weilanden. Dit gebied grenst aan de Roode Beek, een autosloperij en een woonwagencentrum. Opmerking: In het zuidelijke deelgebied wordt de mogelijkheid open gehouden om bos te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark De Graven. Aandachtssoorten Steenuil ZLN1.44AB Natuurpark De Schwienswei Beschrijving Dit Natuurpark tussen Sittard en de Duitse grens bestaat uit loofbos, graslanden en een grote vijver. De Roode beek stroomt door dit gebied dat van belang is voor vogels van loofbossen, bosranden, water, beekoevers en struwelen. Geelgors en Groene Specht zijn hier voorkomende RL soorten. Het bos heeft een ondergroei van voedselrijke, vochtige loofbossen, maar de boomlaag draagt een aanplantkarakter. Een gedeelte is doorplant met populieren. Het bos wordt afgewisseld met soortenrijke droge en vochtige graslanden. De vijver bezit een goed ontwikkelde oevervegetatie met o.a. Valse voszegge, Oeverzegge, Gele plomp en Blauwe waterereprijs. Ten zuiden van het recreatiegebied ligt de Stadbroekermolen, een Noord Limburg Oost 11 oude watermolen. Hier werd in 1994 Klein glaskruid gevonden. Het Natuurpark functioneert als ecologische verbindingszone langs de Roode Beek en zal binnenkort in eigendom bij Natuurmonumenten komen. Aandachtssoorten Waterviolier ZLN1.45B Broeksittard Beschrijving Het oorspronkelijk vochtige bos bestaat nu voor 90% uit populieraanplant met een ondergroei van brandnetels. Door het bos stroomt de Broeksittardervloedgraaf. De resterende deel bestaat uit soortenarm oud loofbos. Aandachtssoorten Groene specht ZLN1.46Cp Schwienswei II Beschrijving In dit landbouwgebied tussen de twee ecologische verbindingszones langs de Geleenbeek en de Roode Beek wordt het kleinschalig cultuurlandschap verder ontwikkeld. Het gebied is waardevol voor vogels die gebonden zijn aan kleine landschapelementen. ZLN1.46CpR Schwienswei- Mouwweg-Altaarweide Beschrijving Het betreft meerdere percelen langs de Nederlands-Duitse grens in een ruime zone tussen de Vloedgraaf en de Roode Beek. Na Landgoed Millen ligt het deelgebied tussen de Geleenbeek en de Roode Beek. In het gebied zal de nadruk komen te liggen op graslandtypen en kleine boskernen die veelal beekbegeleidend zullen zijn. Plaatselijk zijn de condities geschikt voor de ontwikkeling van moeras. Het gebied heeft een verbindende functie die samenvalt met de verbindende functie van de beek. Door het extensieve gebruik rond de beek zal de waterkwaliteit toenemen. ZLN1.48AB De Rollen I Beschrijving Bossen rond een diep liggende zandwinplas. Ten noorden van dit water ligt een loofbos met onder meer Weidehavikskruid, Valse voszegge en Egelboterbloem. Het westelijk gedeelte heeft een duidelijk aanplant karakter. Direct ten zuiden van de plas ligt een loofbos op voedselarme droge bodem dat doorplant is met populieren. Op een schiereiland in de plas ligt jong, soortenrijk Eikenbos waar o.a. Klein wintergroen groeit. De plas heeft steile oevers en nauwelijks oevervegetatie. Aan een oever staat een vrij grote populatie Pilvaren. In het terrein staat verder Geelgroene zegge. De Rollen vormt een biotoop voor de Levendbarende hagedis. Het noordelijk deel van plas wordt intensief gebruikt door recreanten. Aandachtssoorten Geelgroene zegge, Klein wintergroen ZLN1.49Cp De Rollen II Beschrijving Dit deelgebiedje bestaat uit twee percelen reservaatgebied (akker en weiland) aan de oostzijde van het natuurgebied de Rollen. Aandachtssoorten Levendbarende hagedis ZLN1.50B Bosenclave 't Rooth Beschrijving Enclave oud loofbos op voedselarme, droge bodem. Gedeeltelijk is het doorplant met populieren. 12 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN1.51B Limbrichterbosch I Beschrijving Dit gevarieerde Eiken-Haagbeukenbos ligt aan de noordrand van het Zuid-Limburgse lössgebied. Langs de noordrand is het oorspronkelijke bos vervangen door populieren, weiden en aanplant van naald- en loofhout. Vanaf 1989 werkt Natuurmonumenten aan de omvorming. Aan de oostkant van het Limbrichterbosch is de bodem vochtiger, hier zijn populieren aangeplant in het oorspronkelijk vochtig voedselrijk loofbos. In de soortenrijke struiklaag vallen Hazelaar en Rode kornoelje op. De kruidlaag bestaat onder anderen uit Bosanemoon, Muskuskruid en Eénbes. Ook is er een vindplaats van Adderwortel en Zwarte bes. Het bos is kerngebied voor vogels van loofbossen (Zwarte Specht en Wespendief). De herpetofauna wordt vertegenwoordigd door de Vinpootsalamander en de Hazelworm. Er treedt de laatste decennia verdroging op. Aandachtssoorten Zwartblauwe rapunzel, Hazelworm ZLN1.52C Limbrichterbosch II Beschrijving Het reservaatgebied maakt onderdeel uit van het natuurkerngebied Limbrichterbosch en bestaat grotendeels uit grasland. Een groot aantal percelen is reeds verworven. Op ca 4 ha wordt door Natuurmonumenten een akkerbeheer gevoerd. In de graslanden van Natuurmonumenten (sinds 1997) breiden Knolsteenbreek en Gewone vleugeltjesbloem zich snel uit. In het gebied liggen diverse poelen. Aandachtssoorten Gewone vleugeltjesbloem ZLN1.54Gb Limbrichterbosch IV Beschrijving Langs de rand van het Limbrichterbosch zijn percelen aangegeven waarop een beheersovereenkomst kan worden afgesloten. ZLN1.55D Limbrichterbeek Beschrijving Populierenaanplant tussen de Limbrichterbeek en de Allée, de eeuwenoude toegangsweg (eikenlaan) tot Kasteel Limbricht. De aanplant is aangewezen als onderdeel van het landgoed volgens de Natuurschoonwet. Aandachtssoorten Zwartblauwe rapunzel ZLN1.57AB Grasbroek I Beschrijving Het gebied bestaat uit loofbos met enkele bronnen in het noordelijk deel. De ondergrond van het Grasbroek is een door de Maas afgezette laag moeraskalk. De mineraalrijke, licht basische bronbeekjes stromen naar de Hons-Venkebeek en zorgen voor een grote plantenrijkdom in het bos. De bronnen zijn ontstaan door de ligging van Grasbroek langs de Feldbissbreuk. Floristisch is het Grasbroek waardevol. In het bronbos staan beide Goudveil-soorten, diverse zeggen en Kleine kaardebol. In de vochtige populieraanplant komt Zwartblauwe rapunzel voor. Het gedeelte dat doorplant is met populieren wordt door de eigenaar geleidelijk omgevormd tot het oorspronkelijke bos. In de hogere delen van het bos groeien Dalkruid, Lelietje van dalen en Ruige veldbies. Er staan Eénbes en Slanke sleutelbloem. Het gebied is waardevol voor de herpetofauna en voor vogels van loofbossen en beken. In de noordoosthoek ligt het Kasteel Grasbroek, een woonhuis met een gracht er omheen. Archeologisch interessant zijn de twee overblijfselen van mottes (vluchtburchten uit de tiende eeuw). Aandachtssoorten Zwartblauwe rapunzel Noord Limburg Oost 13 ZLN1.58C Grasbroek II Beschrijving Het reservaatgebied bestaat uit akkers en weilanden rondom het bosgebied Grasbroek (1.57 AB). Natuurmonumenten is van plan om de bouwvoor van de percelen te verwijderen, om beekbegeleidend bos te ontwikkelen. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. Aandachtssoorten Gulden sleutelbloem ZLN1.60F Graetheide - A2 Beschrijving Verbinding tussen het Grasbroek, het Kingbeekdal en de Heksenberg. Het bestaat uit restanten oud loofbos, populierenaanplant in voormalig loofbos en loofhout met een duidelijk aanplantkarakter. Aandachtssoorten Nachtegaal ZLN1.61AB Swentibold Beschrijving Het betreft restanten oud loofbos en delen aangeplant loofbos. Ten zuidoosten van het tankstation ligt een oud loofbos met Adelaarsvaren in de ondergroei. De rest van de bossen is jonger, heeft veelal een aanplantkarakter en is verruigd met braam. In het bos ligt een camping. Aandachtssoorten Groene specht ZLN1.62B Heksenberg Beschrijving Het bos bestaat voor het grootste deel uit loofbos met een soortenarme ondergroei. Plaatselijk is het loofbos doorplant met naaldhout en populier. Er zijn enkele restanten Eiken Haagbeukenbos. Aan de oostzijde ligt een voormalige bruinkoolgroeve die nu gedeeltelijk gevuld is met water. Het is kerngebied voor vogels van loofbossen (o.a. Groene Specht en Nachtegaal). Ook de aan de overzijde van de Urmonder Baan gelegen bospercelen zijn voor de avifauna van betekenis. Aandachtssoorten Groene specht ZLN1.64B Bos langs de Hons-Venkebeek Beschrijving Bosgebied aan weerszijden van de Hons-Venkebeek. Het bestaat uit een populierenaanplant in voormalig loofbos. ZLN1.65A Pasveersloot/Het Broek Beschrijving Het vochtig weidegebied Pasveersloot tussen de dijk van het Julianakanaal en de steilrand van Stein staat onder invloed van kwel. Onderlangs de dijk ligt een slootje met een redelijk ontwikkelde oevervegetatie. De Koninginnepage wordt regelmatig in het terrein waargenomen. Het Broek ten noorden van de Kapelaan Berixstraat bevat een moerasje met diverse bronnen in een afwisselend landschap met struiken, bosschages en beken. In beide gebieden leven Kleine watersalamander, Groene kikker en de Alpenwatersalamander. Aandachtssoorten Alpenwatersalamander, Gevlekte orchis 14 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN1.66D Reebeek Beschrijving Het voormalige weidegebied tussen de dijk van het Julianakanaal en de steilrand van Stein staat onder invloed van kwel. Een groot deel van het gebied bestaat uit populierenaanplant. De Ur heeft hier een goed ontwikkelde water- en oevervegetatie met o.a. Valse voszegge, Oeverzegge en Aarvederkruid. In het gebied komt de Koninginnepage voor. Daarnaast is het leefgebied voor Kleine watersalamander, Groene kikker en de Alpenwatersalamander. Aandachtssoorten Alpenwatersalamander, Vleermuizen. ZLN1.67AB Kasteelruïne Stein Beschrijving De ruïne en de bijgebouwen van kasteel Stein vormen een zogenaamde ringburgwal. Er ligt een motte direct ten zuiden van de ruïne. Rondom de gebouwen en motte ligt een gracht met daar omheen een parkachtig bos. Het is een waardevol gebied voor vogels van loofbossen. Op oude muren staan Vijfdelig kaasjeskruid, Kleine majer, Steenbreekvaren en Tongvaren. In de gracht groeien o.a. Gele Plomp en Witte waterlelie. Onderlangs de westkant van het Kasteelpark stroomt de Reebeek. Deze heeft een redelijk ontwikkelde watervegetatie. Aandachtssoorten Tongvaren, Vleermuizen ZLN1.68A De Ur Beschrijving Glooiend grasland tussen de Ur en de A76. Leefgebied van de Koninginnepage. De Ur heeft plaatselijk een natuurlijk karakter behouden. Aandachtssoorten Koninginnepage ZLN1.69AB Altaarweideweg Beschrijving ZLN1.69AB betreft bestaande bos-en natuurstroken langs de Roode Beek en de Vloedgraaf. ZLN1.69Co Geleenbeek natuurcompensatie Beschrijving Dit deelgebied is nog niet beschreven ZLN1.70AB Coppelveld I Beschrijving De spoorlijn tussen Geleen Lutterade en Sittard is plaatselijk floristisch interessant. Nabij het station van Geleen Lutterade staat Stijve wikke. Op het talud nabij km paal 21 staan Aardaker en Grote ratelaar. Aandachtssoorten Grote ratelaar, Stijve wikke ZLN1.72F Middengebied II Beschrijving Dit gebied vormt een belangrijke ecologische verbinding tussen het Geleenbeekdal en de Grensmaas. Er wordt een halfopen parkachtig landschap gerealiseerd in het kader van Landschapspark De Graven. De provincie staat achter de plannen, waarmee invulling wordt gegeven aan de ecologische verbindingszone uit het POL. Noord Limburg Oost 15 ZLN1.73Co Landgoed en Parkbos Millen Beschrijving ZLN1.73Co betreft een particulier natuurproject in het kader van de realisatie van het NSW-landgoed Millen Parkbos en vervangt (delen van) ZLN1.73L. De burcht Millen is een middeleeuws woonhuis tussen de Roode Beek en de Geleenbeek. Het landgoed bestaat uit het kasteel, de motte met woontoren en bijgebouwen, een parkbos, een grote vijver, de huiskavel met ringgracht en een hoogstamboomgaard. In de Roode beek bevindt zich een complete watermolen. De natuurontwikkeling bestaat uit vochtige graslanden, laanbeplantingen en wateren. Ten zuiden van het Landgoed is een bos aangelegd op voormalige landbouwpercelen. ZLN1.74Co N297 natuurcompensatie Beschrijving ZLN1.74Co betreft een natuurcompensatieproject dat gerealiseerd wordt in het kader van de aanleg N297. Hiermee wordt tevens een invulling gegeven aan de ecologische verbindingszone. ZLN1.75CpR Roode Beek Duitse Grens-Millen Beschrijving ZLN1.75CpR vervangt delen van ZLN1.43 F. Hiermee wordt de natuurzone rond de Roode Beek versterkt. De begrenzing is een invulling van de al reeds eerder geplande verbindingszone en sluit aan bij de te ontwikkelen natuurzone aan Duitse zijde. ZLN1.76A Roode Beek natuurontwikkeling Beschrijving ZLN1.76A betreft een deel van de Roode Beek waar hermeandering heeft plaatsgevonden. Omdat de inrichting al heeft plaatsgevonden is er sprake van bestaande natuur. ZLN1.77GbR VERBINDINGSZONE LIMBRICHTERBOS-BEHEERSGEBIED Beschrijving ZLN1.77GbR maakt deel uit van de ecologische invulling van de ecologische verbindingszone langs de N297. 16 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap 2. Het Geleenbeekdal van Sittard tot Hoensbroek 2.1. Beschrijving regio De regio ligt in het lössontginnings- en beekdallandschap. Het dal van de Geleenbeek, de zijdalen en de aangrenzende hellingen naar de lössplateaus zijn de kenmerkende elementen van deze regio. Het beeld van het lössontginningslandschap wordt bepaald door open akkergebieden, steile beboste hellingen, graften en holle wegen. Het plateau is een belangrijke inzijggebied voor regenwater dat in het dal van de Geleenbeek naar buiten treedt. De bodem van het plateau en van de zijdalen van de Geleenbeek bestaat uit verschillende typen leemgronden. De steile hellingen bestaan uit lössleemhellingsgronden. Door erosie is een deel van het lösspakket van de hellingen afgeërodeerd. Op veel plaatsen heeft sterke erosie plaatsgevonden en is vaak het gehele lösspakket verdwenen. Daar liggen nu zandige en siltige leemgronden aan de oppervlakte. Plaatselijk komt zand en grind aan het oppervlak voor. In het dal van de Geleenbeek is klei afgezet. Het beekdallandschap van de Geleenbeek wordt gekenmerkt door natte graslanden en bossen, hoogstamboomgaarden, hagen, dorpen en landgoederen. De bossen en graslanden liggen in de moeilijk te bewerken natte delen. De Geleenbeek is gedeeltelijk gekanaliseerd en een aantal zijbeken zijn overkluisd. Het landschap is echter nog goed als een beekdallandschap te herkennen vooral rond Schinnen en Vaesrade. De aanwezigheid van kleine landschapselementen zoals graften, holle wegen, hagen, graften, hoogstamboomgaarden en oude wegenstelsels met kruisbeelden en kapelletjes vergroten de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de regio. De Geleenbeek vormt een belangrijk verbindend element tussen de verspreid liggende natuurgebieden. Veel van de oorspronkelijk schrale natte graslanden zijn verdwenen. De oorzaken liggen vooral in het achterwege blijven van een hooibeheer en/of door negatieve externe invloeden (verdroging, eutrofiëring). Gedeeltelijk zijn de graslanden doorplant met populieren. Ondanks deze invloeden zijn er nog actuele en potentiële natuurwaarden aanwezig. De variatie in abiotische omstandigheden; kalkrijk en ijzerrijk kwel, nat, vochtig en droog in samenhang met verschillende bodemtypen zand, grind, löss en veen leidt tot een grote rijkdom aan zeldzame en bedreigde plantensoorten. Echter, de waardevolle terreinen in de regio zijn klein, beperkt in aantal en zijn versnipperd. In het Geleenbeekdal komen zeldzame natte bostypen voor als Bronbos, Vogelkers-Essenbos en Elzenbroekbos. Ze komen in de regio voornamelijk voor in het Kathagerbroek. In de beekdalen liggen ook de natte graslanden zoals Dotterbloemgraslanden en "Blauwgraslanden" (kleine zeggengrasland). Op de steilere hellingen zijn het voornamelijk de EikenHaagbeukenbossen die een hoge natuurwaarde bezitten. De minder steile hellingen worden overwegend gebruikt als intensief bouw- of grasland. Op enkele plaatsen zijn nog extensief gebruikt graslanden aanwezig. Dit zijn vaak soortenarme Kamgrasweiden en Glanshaverhooilanden. Het gebied is bijzonder waardevol voor zoogdieren, vogels, amfibieën en reptielen. Er komen verschillende zeldzame soorten voor. Het zijn soorten die gebonden zijn aan het kleinschalig cultuurlandschap zoals de Das, de Kwartel en de Grauwe gors. Ook soorten die gebonden zijn aan beekdalen zoals de IJsvogel en de Grote gele kwikstaart vinden er een geschikt leefgebied. Het hele beekdal staat op de nominatie om aangewezen te worden als habitatrichtlijn gebied. Er zijn ontwikkelingen die een negatieve invloed hebben op de actuele en potentiële natuurwaarden in de regio. In het Geleenbeekdal en op het plateau is verdroging een groot probleem. De hoofdoorzaken van deze verdroging zijn een versnelde afwatering door wijziging van het grondgebruik, het verwijderen van kleine landschapselementen, een toename van het verharde oppervlak en grondwateronttrekking voor drinkwater en industrieel gebruik. Intensief agrarisch gebruik op het plateau, de inzijgingsgebieden van de bron- en kwelgebieden, veroorzaakt bovendien een vervuiling van het grondwater. Hierdoor worden de zeldzame vegetaties van de bron- en kwelmilieus bedreigd. De waterkwaliteit van de beken is slecht. Dit wordt veroorzaakt door riooloverstorten en afspoeling van meststoffen en bestrijdingsmiddelen via oppervlakkige afstroming. De recreatieve druk vanuit het stedelijk gebied in de westelijke mijnstreek is hoog en is voornamelijk geconcentreerd in het Geleenbeekdal en de bosgebieden. Nieuwe natuur en natuurontwikkelingsprojecten liggen voornamelijk aansluitend op bestaande bos- en natuurgebieden die in de beek- en droogdalen en op de steile hellingen liggen. Het Waterschap werkt samen Noord Limburg Oost 17 met het Zuiveringschap aan een reconstructieplan voor het herstel van de natuurlijk loop van de Geleenbeek. 2.2. Ontwikkelingsrichting regio Voor de regio is de volgende ontwikkeling gewenst: • behoud en herstel van de ecologische relaties door grotere samenhangende beheereenheden te vormen. Het instellen van een integrale begrazingseenheid van hellingen en dalen kan daarin een belangrijke rol spelen; • ontwikkelen van geleidelijke overgangen van bos naar grasland; • natuurlijke loop en karakter van de beken herstellen; • behoud en herstel van het kleinschalige cultuurlandschap door middel van aanleg, herstel en uitbreiden van graften, heggen en hoogstamboomgaarden. Op deze wijze wordt tevens gewerkt aan het verminderen van het erosieprobleem. • verminderen piekafvoeren in de beken door hermeandering, aanleg van kleine landschapselementen, afkoppeling van verharde oppervlakten en aanleg van bezink bassins om de overstorten te reduceren; • behoud, herstel en uitbreiden natte schrale graslanden, natte bostypen (bronbossen), hellingbossen, droge graslanden; • omvormen van de met populieren doorplante bossen tot meer natuurlijke bostypen; • verbeteren van de kwaliteit van grond- en oppervlakte water; • verminderen, verplaatsen van grondwateronttrekking. In de regio zijn veel ontwikkelingen gaande op het gebied van de ruimtelijke ordening. In het integraal ontwikkelingsplan Landschapspark De Graven en het concept Landschapspark Susteren zijn deze ontwikkelingen uitgewerkt in relatie tot natuur, bos en landschap. Er zijn ideeën uitgewerkt om de ecologische samenhang tussen bestaande en nieuwe bos- en natuurgebieden te behouden en te versterken. Zo zijn er kleine landschapselementen en (helling)bossen gepland en zijn er voortstellen tot herinrichting van beken en waterlopen. De ideeën uit de hiervoor genoemde plannen zijn voor zover mogelijk opgenomen in de beschrijvingen van de deelgebieden. Het is echter, gezien het verschil in gedetailleerdheid tussen de verschillende planvormen, niet mogelijk en in een enkel geval ook niet wenselijk om een exacte vertaling te maken naar natuurdoeltypen. Vandaar dat hier ook een algemeen uitgangspunt is geformuleerd. Namelijk dat bij de uitvoering van de voorgestelde ideeën natuurlijke processen zoals hermeandering en spontane ontwikkeling van de vegetatie in de natte delen voorrang dienen te krijgen. Voor de (helling)bossen wordt gekozen voor een natuurgerichte inrichting waarbij de potentieel natuurlijke vegetatie het uitgangspunt is. 18 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap 2.3. Beschrijving deelgebieden ZLN2.01F Keutelbeek Sittard Beschrijving De Geleenbeek splitst zich net ten zuiden van Sittard in twee takken om in het recreatiegebied ten noorden van de stad weer samen te vloeien. De Keutelbeek is de westelijke tak die in de oude kern van Sittard is overkluisd. De watervegetatie is matig ontwikkeld. De beek wordt aan beide zijden ingeklemd door stadstuinen en bebouwing. Slechts op een enkele plaats is er sprake van beekbegeleidende begroeiing. Voor de Keutelbeek is het herinrichtingsplan "Geleenbeek in Sittard" opgesteld. ZLN2.02F Geleenbeek Geleen Sittard Beschrijving Deze ecologische verbindingszone ligt grotendeels ingeklemd tussen de stedelijke bebouwing van Sittard, Munstergeleen en Geleen. Ze bestaat hoofdzakelijk uit graslanden, deels beplant met populieren en enkele akkers aan weerszijden van de beek. Op enkele plaatsen zijn restanten van beekbegeleidende begroeiing aanwezig en aan de oostzijde enkele hoogstamboomgaarden. De Geleenbeek heeft haar natuurlijke karakter geheel verloren als gevolg van normalisatie. Ten westen van Munstergeleen liggen in een populierenaanplant twee floristisch waardevolle poelen. De ornithologische waarde wordt bepaald door de aanwezigheid van o.a. Grote gele kwikstaart en Groene specht. Aandachtssoorten Grote gele kwikstaart ZLN2.04A Voormalig voetbalveld Sweikhuizen Beschrijving Het voormalige voetbalveld Sweikhuizen wordt door de gemeente Schinnen verkocht aan Natuurmonumenten ten bate van realisering van het plan "Beekdalen Schinnen". Het terrein zal worden ingericht en beheerd als kleinschalig cultuurlandschap. Dergelijke landschappen zijn van belang voor Das, Geelgors, Steenuil en diverse vleermuizen. Kleinschalig landschap met o.a. knotbomen, graslanden en hoogstamboomgaarden. Status Landschapspark De Graven. Eigenaar Vereniging Natuurmonumenten. Aandachtssoorten Pijpbloem, Steenuil ZLN2.06F Sittard Oost Beschrijving De ecologische verbindingszone aan de oostzijde van Sittard is een onderdeel van de verbinding tussen het dal van de Roode beek en het Geleenbeekdal. Aandachtssoorten Das ZLN2.08B Paulusstichting Beschrijving Het bos bestaat uit voornamelijk jong gemengd loofbos en loofhoutaanplant. De oudere delen hebben een ondergroei dat typerend voor oude voedselrijke en enigszins vochtige loofbossen. Ten westen van het bosgebied, omgeven door reservaats en natuurontwikkelingsgebied, ligt een restant oud BerkenZomereikenbos. Langs de Watersley staat het met uitsterven bedreigde Groot glaskruid. Een soort die eveneens in een nabijgelegen grasland (2.11 AB) is aangetroffen. Het is leefgebied van de Hazelworm en van de Groene Specht. Aandachtssoorten Hazelworm, Groot glaskruid Noord Limburg Oost 19 ZLN2.09Cp Tussen Kollenberg en Paulusstichting Beschrijving Op de helling bevinden zich graften, hagen en bosschages. Het is een kerngebied voor aan kleine landschapselementen, bosranden en struwelen gebonden avifauna zoals de Geelgors. Tot '97 werden hier Hamsterburchten waargenomen. De graslanden en de graften zijn over het algemeen voedselrijk en weinig soortenrijk. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. ZLN2.10Cp Watersley Beschrijving Het reservaatsgebied, op de helling tussen het bos en de weg Watersley, bestaat uit droog grasland met enkele graften. Het is kerngebied voor aan kleine landschapselementen gebonden avifauna o.a. de Geelgors. Het gebied bestaat uit goed ontwikkelde droge graslanden en bremstruwelen. Enkele bijzondere plantensoorten zijn: Groot glaskruid, Hondsviooltje, Liggende vleugeltjesbloem en Voorjaarszegge. In één van de graften is een Dassenburcht aanwezig. Aandachtssoorten Liggende vleugeltjesbloem ZLN2.11AB Kollenberg Beschrijving Het betreft een restant van een hellingbos aan de oostrand van Sittard. Het bos bestaat grotendeels uit een soortenarm gemengd loofbos en wordt doorsneden door holle wegen. In het bos liggen twee bloemrijke graslanden. Het bos maakt onderdeel uit van het leefgebied van o.a. de Groene Specht en Sperwer. Aandachtssoorten Hazelworm ZLN2.13Cp Windraak Wanenberg Beschrijving Op de helling van dit reservaatsgebied zijn graften en hagen aanwezig. Deze worden afgewisseld met kleine restanten hellingbos. Het gebied is van betekenis voor aan deze kleine landschapselementen, bosranden en struwelen gebonden avifauna (o.a. Geelgors en Steenuil). In 1994 werd hier voor het laatst een Hamsterburcht aangetroffen. Het is leefgebied van de Das. ZLN2.15Gb Wanenberg I Beschrijving Dit beheersgebied bovenop de Wanenberg bestaat uit grasland. Het granst aan de bos- en reservaatgebieden (2.14 en 2.18) ZLN2.16B Wanenberg II Beschrijving Het bos bestaat uit een gemengd loofbos met bijzondere voorjaarsvegetatie. De hellingbossen behoren tot het leefgebied van de Das. Tevens is het bos een waardevol gebied voor aan loofbossen en bosranden gebonden avifauna (Groene Specht). Aandachtssoorten Hondsviooltje ZLN2.18Gb Schweikhuizen Zuid Beschrijving De percelen grasland liggen ten zuiden van Schweikhuizen en grenzen direct aan het Stammenderbos. In het gebied bevinden zich enkele graften. Aandachtssoorten 20 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap Das ZLN2.19F Geleenbeekdal tussen hoeve St. Jansgeleen en Abshoven Beschrijving Het beekdal bestaat grotendeels uit graslanden aan weerszijden van de beek. Het oorspronkelijke landschap van rond 1810 is grotendeels bewaard gebleven. Zo liggen er hoogstamboomgaarden en een watermolen. Hoewel de Geleenbeek gekanaliseerd is zijn de oude meanders nog steeds in het landschap te herkennen. Langs de oevers van de Geleenbeek staat Moesdistel. Rond de visvijver liggen enkele droge bloemrijke graslanden. Aan de zuidrand van de visvijver ligt een restant Broekbos. Floristisch interessant is de spoorlijn met o.a. Stijve wikke. Aandachtssoorten Moesdistel, Stijve wikke, Zeggekorfslak ZLN2.20Cp Biezenhof Beschrijving Een uit graslanden bestaande natuurontwikkelingsgebied aan de oostzijde van de Geleenbeek tussen de visvijver en hoeve Sint Jansgeleen. Onderlangs de steilrand ter hoogte van Schweikhuizen bevindt zich een kwelzone. Aandachtssoorten Brede orchis, Zeggekorfslak ZLN2.21AB Danikerberg Beschrijving Het natuurgebied bestaat uit: hellingbos, restanten vochtig loofbos langs de Geleenbeek en plaatselijk soortenrijke graslanden. In de graslanden zijn Bremstruwelen en graften aanwezig. De bossen bestaan grotendeels uit loof en naaldhoutaanplant en Beukenbos. Van de oorspronkelijke oude loofbossen (Wintereiken Beukenbos, Broekbos en Bronbos) resteren nog slechts enkele kleine delen. De schraalgraslanden zijn een goed biotoop voor de Levendbarende hagedis. In de percelen ten noorden van het Danikerbos is nieuw bos aangeplant. In de bossen leeft de Vale vleermuis. Tevens komt hier een zomerkolonie van de Gewone Baardvleermuis voor. Het bos is opvallend rijk aan paddestoelen. De Danikerberg is waardevol gebied voor aan loofbossen gebonden avifauna. Onderlangs de steilrand ter hoogte van Schweikhuizen bevindt zich een kwelzone. Hier treffen we een goed ontwikkelde bronbosvegetatie aan. Gedeeltelijk is het bos verdroogd en doorplant met populieren. Een klein deel bestaat uit Berken-Zomereikenbos. Aandachtssoorten Vale vleermuis, Gewone Baardvleermuis ZLN2.22C Danikerberg zuidzijde Beschrijving Het reservaatsgebied ligt grotendeels aan de zuidzijde van het natuurgebied de Danikerberg. Naast graften zijn er kleine bossen en struwelen aanwezig. Langs de Geleenbeek ligt een vochtige oeverruigte, gedeeltelijk met wilgenopslag en een vochtig grasland. Op de steilrand liggen bremstruwelen en lössschraalgrasland. In 1995 werd een Hamsterburcht vastgesteld. Aandachtssoorten Liggende vleugeltjesbloem ZLN2.23C Daniken Beschrijving Dit natuurontwikkelingsgebied ligt aan de noordzijde van de Danikerberg en bestaat bijna volledig uit grasland. Als gevolg van gedeeltelijke afgraving in het verleden zijn er steilranden ontstaan. Noord Limburg Oost 21 ZLN2.24B Stammenderbos Beschrijving Het bos bevat steile hellingen, holle wegen en diepe droogdalen. De ondergroei van de bossen is niet goed ontwikkeld en deels verruigd met braam. Op enkele plaatsen staan Lelietje-der-dalen, Dalkruid en Eénbes. Het zijn bossen van zowel vrij droge, voedselarme grond als van vochtige, voedselrijke grond. Een deel van het bos bestaat uit naaldhout en uit gemengd loofbos. Het Stammenderbos is waardevol voor aan bossen gebonden avifauna (Wespendief). In de oude bossen wordt de Vale Vleermuis waargenomen. Het park van het voormalig kloostercomplex St. Ignatius bestaat uit droog gemengd loofbos. Aandachtssoorten Vale Vleermuis ZLN2.25C Sweikhuizen Beschrijving Dit reservaatsgebied bestaat uit graslanden met enkele graften. Het ligt op een steile helling direct grenzend aan het Stammenderbos. Aandachtssoorten Liggende vleugeltjesbloem ZLN2.26C Molenweg Beschrijving Het natuurontwikkelingsgebied is leefgebied van de Das en wordt grotendeels gebruikt als bouwland. De Vereniging Natuurmonumenten heeft een deel van de percelen in bezit. Op een deel van deze grond wordt extensief akkerbeheer gevoerd. Daarnaast zijn er bosverbindingsstroken aangeplant. Onderaan de helling ligt een amfibieënpoel. Twee, floristisch goed ontwikkelde, holle wegen doorsnijden het gebied. Aandachtssoorten Betonie ZLN2.27B Restanten hellingbos Puth Schinnen Beschrijving Op de dalwand tussen Puth en Schinnen is maar een klein deel van het hellingbos bewaard gebleven. De bosrestanten bestaan voornamelijk uit verruigd Wintereiken Beukenbos. Het overige deel bestaat uit soortenarme loofhoutaanplant. Het is een waardevol gebied voor de Das en voor aan loofbossen gebonden avifauna o.a. de Groene Specht. Aandachtssoorten Das ZLN2.28Cp Op de Berg Beschrijving Het reservaatsgebied bestaat uit een aantal weilanden tussen hellingbossen. Op de helling boven Heisterbrug liggen enkele bloemrijke weiden waarvan twee met een goed ontwikkelde vegetatie. Het gebied is onderdeel van het leefgebied van de Das. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. Aandachtssoorten Liggende vleugeltjesbloem ZLN2.29Cp Geleenbeekdal nabij Huis Schinnen en Oude Kerk Beschrijving Het reservaatsgebied omvat de agrarische gronden rond Oude Kerk en Huis Schinnen. Het bestaat bijna geheel uit (vochtige) graslanden. Deze zijn belangrijk voor de herpetofauna en als foerageergebied voor in de hellingbossen levende zoogdieren zoals de Das. Aan de rand van het Stammenderbos ligt in een grasland een amfibieënpoel. De Geleenbeek, die in fasen wordt heringericht, stroomt door het reservaatsgebied. 22 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap Aandachtssoorten Brede orchis, Zeggekorfslak ZLN2.31AB Oude Kerk Beschrijving Het bos betreft een jonge aanplant met een verruigde ondergroei. Ten zuiden van de slotgracht rondom Huis Schinnen is het moeras doorplant met populieren. Tussen de beek en de oude spoordijk liggen restanten bronbos, natte ruigten en grote zeggenmoeras. Aandachtssoorten Zeggekorfslak ZLN2.32A Spoorwegemplacementen Schinnen en Spaubeek Beschrijving Op beide emplacementen is Spiesleeuwebek aangetroffen. ZLN2.33AB St. Ignatius Beschrijving Het gebied bestaat uit vochtige bossen, ruigten en graslanden aan weerszijden van de Geleenbeek. Het gebied staat onder invloed van kwel. Ten noorden van de beek ligt een waardevol bronbos. Er komen bijzondere planten voor o.a. Zwarte bes en Verspreidbladig goudveil. Aan de zuidzijde van de Geleenbeek ligt tussen twee spoordijken een moeras met struweel en ruigte. Direct langs het spoor ligt een droog graslandje met o.a. Kluwenklokje. De Geleenbeek is in 1987 heringericht. Aandachtssoorten Verspreidbladig goudveil, Zeggekorfslak ZLN2.34AB Opgebroek Beschrijving Het bos heeft vrijwel geheel het oorspronkelijk karakter behouden. Het bestaat uit Elzenbroekbos, Bronbos, Grote zeggenmoeras en een klein nat grasland. In het goed ontwikkelde bronbos staan met ondermeer Verspreidbladig goudveil, Bittere veldkers, Groot Moerasscherm, Slanke sleutelbloem, Reuzenpaardenstaart en Groot springzaad. Het overige deel van het bos is verruigd. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de aanwezigheid van populierenaanplant. Aandachtssoorten Verspreidbladig Goudveil ZLN2.35F Geleenbeek Schinnen Spaubeek Beschrijving De verbindingszone omvat de vegetaties op de oude mijnspoordijk en de beekbegeleidende begroeiing voorzover die niet onder het natuurbos valt. De Geleenbeek zelf is over de gehele lengte gekanaliseerd en is floristisch matig ontwikkeld. De taluds van de spoorlijn zijn grotendeels dichtgegroeid met loofhoutaanplant met een soortenrijke ondergroei met o.a. IJzerhard en Slanke sleutelbloem. Ter hoogte van Heisterbrug ligt een vochtige ruigte langs de Geleenbeek met een groeiplaats van het sterk bedreigde Bruin cypergras. Op drie plaatsen langs de beek komen oude kazematten voor welke van betekenis zouden kunnen zijn als overwinteringplaats van vleermuizen. Grote Gele Kwikstaart en Groene Specht zijn de meest bijzondere vogelsoorten. Aandachtssoorten Bruin cypergras, Zeggekorfslak Noord Limburg Oost 23 ZLN2.36AB Geleenbeekdal Schinnen Beschrijving Ten zuiden van de Geleenbeek ligt een verruigd bronbos en aan de noordzijde een kwelzone. Het bos is voor een groot deel doorplant met populieren en verruigd met brandnetel. Daarnaast ligt er een vochtige ruigte, een wilgenstruweel en een Grote zeggenmoeras. Het gebied maakt onderdeel uit van het leefgebied van de Groene Specht. Aandachtssoorten Grote Vos, Zeggekorfslak ZLN2.39Rj Schinnen - Oirsbeek Beschrijving Het beheersgebied bestaat uit akker- en grasland tussen holle wegen, enkele hoogstamboomgaarden en restanten hellingbos. Das, Patrijs, Veldleeuwerik en Steenuil komen in het gebied voor. Er liggen goed ontwikkelde vochtige graslanden met Dotterbloem, Bleke zegge en Brede orchis. De noordwand van het dal is ingesneden door enkele kleine droogdalen waarin zich bosjes en holle wegen hebben gevormd. Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 60 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Opmerkingen: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit deelgebied bos te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark De Graven. In het gebied liggen enkele regenwaterbuffers van het Waterschap Roer en Overmaas. Met beide zaken rekening houden bij het inzetten van de beheershectaren. Aandachtssoorten Steenuil, Brede orchis ZLN2.40B Restanten hellingbos bij Wolfhagen Beschrijving De restanten hellingbos bevinden zich grotendeels op de steilste delen van de noordwand van het Kakkertdal, aan de randen van de droge zijdalen. Voor ongeveer de helft bestaat het uit oud en sterk verruigd Berken-Zomereikenbos op voedselarme ondergrond. Het overige bestaat uit jong, soortenarm gemengd loofbos. Gedeeltelijk is het oorspronkelijke bos gekapt. Hier heeft zich een Bremstruweel ontwikkeld met vlier en braam. De bossen zijn leefgebied van de Groene Specht en de Das. Ten oosten van dit deelgebied is 18 ha bos voorzien in het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). Aandachtssoorten Groene specht ZLN2.41Cp Wolfhagen I Beschrijving De reservaatsgronden liggen verspreid rondom enkele bospercelen. Grotendeels bestaat het uit grasland. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. Aandachtssoorten Liggende Vleugeltjesbloem ZLN2.42AB Wolfhagen II Beschrijving Het bos en natuurgebied ligt in het drassige gedeelte van het dal van de Kakkert en wordt gevoed door ijzerrijke kwel, regenwater en rioolwater. De Kakkert is een verdiepte zijbeek van de Geleenbeek. Het bos bestaat uit een restant Elzenbroekbos, Wilgenstruweel, Grote zeggenmoeras, Kleine zeggenmoeras en vochtige ruigten. Een deel van het broekbos is doorplant met populieren, evenals een voormalig moeras. Het bos en de vochtige ruigte zijn sterk verruigd waardoor de soortenrijkdom beperkt is. Op een enkele plaats staat Bittere veldkers en Moerasmuur. Wolfhagen is van belang voor amfibieën en broedvogels. Kramsvogel 24 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap en Wielewaal zijn de meest bijzondere soorten. Het Grote zeggenmoeras vormt het leef en voortplantingsgebied voor diverse amfibieën. Aandachtssoorten Nachtegaal ZLN2.43AB Holle wegen bij Oirsbeek Beschrijving De holle wegen liggen ten noorden en ten westen van Oirsbeek. Het betreft grotendeels relatief droog en voedselarm Berken-Zomereikenbos. Er zijn nog enkele restanten oud hellingbos (Eiken-Haagbeukenbos). Op één plek staat Wilgenstruweel. De holle wegen zijn vanuit floristisch oogpunt plaatselijk van belang vanwege het voorkomen van Muurhavikskruid, Stinkende ballote, Zuurbes en Brede eikvaren. De bosjes worden gebruikt door de Groene specht en de Das. Aandachtssoorten Brede eikvaren ZLN2.44B Onderbanken Beschrijving Acht loofbosrestanten en bosschages omgeven door grootschalig bouwland. De meeste bossen hebben een gemengd loofboskarakter met soortenarme ondergroei. Ten oosten van Doenrade hebben de bossen een meer oorspronkelijk karakter (droog, voedselarm loofbos en matig voedselrijk loofbos). In deze beter ontwikkelde bosrelicten komen onder meer Lelietje-der-dalen en Gewone vogelmelk voor. In de bossen vinden o.a. de Groene Specht en de Sperwer hun leefgebied. Er liggen enkele Dassenburchten. Aandachtssoorten Groene Specht ZLN2.45Rj Viel Beschrijving Het agrarisch gebied maakt deel uit van het middenterras van de Maas met diverse zand- en grindafzettingen. In het gebied zijn enkele graften, boomgaarden en restanten hellingbos (zie 2.44 B) aanwezig. In het gebied komen Veldleeuwerik, Geelgors en Steenuil voor. In het recente verleden (1995) werden enkele Hamsterburchten waargenomen aan de zuidrand van het gebied tussen Doenrade en Douvergenhout. Het gebied behoort tot het leefgebied van de Das. Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 70 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Aandachtssoorten Steenuil ZLN2.46AB Muldersplas c.a. (Alfa Thull) Beschrijving Het deelgebied bestaat uit een viertal verschillende terreinen. Drie daarvan liggen langs de noordoever van de Geleenbeek en één aan de zuidoever. Rondom de Muldersplas liggen enkele vochtige hooilanden en zeggenmoerassen. Deze worden gevoed door ijzerhoudende en plaatselijk kalkrijke lokale kwel. Sporadisch wordt de Kamsalamander aangetroffen. De Vroedmeesterpad is sinds 1997 weer terug in het Geleenbeekdal. De Brede orchis is de laatste jaren sterk toegenomen. Ten zuiden van de Muldersplas en ten westen van de Alfabrouwerij ligt een nat gebied dat voornamelijk bestaat uit een Grote zeggenmoeras. Ten noorden van de Muldersplas ligt een smalle bosstrook met Bronbos, Wilgenstruweel en een populierenaanplant. Aan de westkant van de Geleenbeek ligt een omvangrijk Grote zeggenmoeras, afgewisseld met Wilgenstruweel. Naar het zuiden toe wordt de ondergrond droger en bestaat de vegetatie uit verruigd Berken-Zomereikenbos. Langs de voormalige spoordijk staat Rond wintergroen. Tevens staat hier de Veldhondstong. Ornithologisch gezien is het natuurgebied waardevol. Zo komen er territoria voor van de Nachtegaal en Waterral. Ook zijn hier Kuifeend, Wintertaling en Tafeleend waargenomen. Aandachtssoorten Noord Limburg Oost 25 Grote Vos, Brede orchis, Zeggekorfslak ZLN2.47F Schinnen - Nagelbeek Beschrijving Deze verbindingszone ligt tussen de A76 en het natuurgebied rondom Muldersplas. De zone is vooral van belang voor de uitwisseling tussen de (deel)populaties Dassen aan beide zijden van de Geleenbeek. De verbindingszone wordt in de dwarsrichting doorsneden door de A67 en een spoorlijn. De A67 en de spoorlijn vormen een barrière voor de Das. Aandachtssoorten Das ZLN2.48Fb Reijmersbeek Beschrijving Het beheersgebied beslaat het graslandareaal rondom de gelijknamige kasteelhoeve (landgoed) dat in de 16e eeuw is gebouwd. Een groot deel van de vochtige graslandpercelen is in de 18e en 19e eeuw ontgonnen. Het is leefgebied van diverse broedvogels waaronder de Grote Gele Kwikstaart. Aandachtssoorten Das ZLN2.49B Kapelbos en omgeving van Thull Beschrijving Dit deelgebied bestaat uit een aantal restanten hellingbos. Een groot deel van het oorspronkelijk karakter van het bos is verdwenen. Alleen in het Kapelbos en in het hellingbos bij Thull is het oude, voedselarme Berken-Zomereikenbos bewaard gebleven. Voor de rest bestaat het uit vrij jonge, soortenarme Beukenbossen en naald en loofhoutaanplanten. Ten noorden van Vaesrade ligt een sterk verruigd en met diverse boomsoorten doorplant Essen-Iepenbos. Dit gedeelte is in bezit van Natuurmonumenten. Een klein gedeelte van dit zelfde bos is gekapt en veranderd in een ruigte met o.a. Fraai duizendguldenkruid, Donderkruid en Heen. In het westelijke deelgebied, tegen de weg Schinnen - Thull aan, ligt een Dotterbloemhooiland van Natuurmonumenten. Aandachtssoorten Grote Vos ZLN2.50Cp Krekelberg Beschrijving Graslanden op steile helling van de Krekelberg rondom restanten hellingbos. Het gebied heeft een grote landschappelijke waarde ondermeer door de aanwezigheid van diverse graften. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit deelgebied bos te ontwikkelen en graften te herstellen of aan te leggen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark De Graven. Aandachtssoorten Liggende vleugeltjesbloem ZLN2.52Gb Vaesrade Beschrijving Dit gebied heeft evenals voorgaand deelgebied een grote landschappelijke waarde. Enkele delen zijn in gebruik als akker. In het gebied liggen restanten hellingbos (2.48 B), holle wegen, hoogstamboomgaarden, graften en hagen. Op de hellingen bij Vaesrade is de Grote Vos waargenomen, een ernstig bedreigde soort. Aandachtssoorten Steenuil 26 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN2.54AB Oude Geleenbeek Beschrijving Het bos bestaat uit een populierenbos en populierenaanplant in voormalig vochtig Elzenbroekbos. In het zuiden komt een verruigd Elzenbroekbos voor en aangrenzend een voedselrijk grasland. Aan weerszijden van het spoor, langs de Kamperveldgraaf ligt het floristisch meest waardevolle stuk Elzenbroekbos. Hier staan op grote schaal Reuzenpaardenstaart, Gewone dotterbloem, Bittere veldkers, Verspreidbladig goudveil, Slanke sleutelbloem en Moerasstreepzaad. Er leven diverse aan loofbos gebonden vogels waaronder de Nachtegaal en Wielewaal. Een groot deel van het bos maakt onderdeel uit van een NSWlandgoed. Dit landgoed strekt zich ook uit over de westelijk gelegen graslanden. Aandachtssoorten Grote Vos, Verspreidbladig goudveil, Zeggekorfslak ZLN2.55Gb Leeuw Beschrijving Het beheersgebied beslaat het graslandareaal ten zuiden van kasteelhoeve Reijmersbeek dat in de 16e eeuw is gebouwd. Een groot deel van de vochtige graslandpercelen is in de 18e en 19e eeuw ontgonnen. Het is leefgebied van diverse broedvogels waaronder de Grote Gele Kwikstaart. Aandachtssoorten Das ZLN2.56AB Kathagerbroek Beschrijving Het gebied wordt gevoed door deels kalkrijk en deels ijzerhoudend kwelwater. Het Kathagerbroek is wat vegetatietypen betreft gevarieerd. Naast de vochtige hooilanden en schraalgraslanden komen er diverse kleine open waterelementen voor en een deel bestaat uit kalkmoeras. Op enkele plaatsen is er sprake van door kwel gevoed hellingveen en Elzenbronbos, Elzen- en Wilgenstruweel en populierenaanplant met een bronboskarakter. Op minder vochtige plaatsen komen Wintereiken-Beukenbos, Eiken-Haagbeukenbos en aanplanten voor. Het gebied kent een rijke voorjaarsvegetatie en er komen diverse orchideeënsoorten voor zoals de Rietorchis en Gevlekte rietorchis. Andere bijzondere botanische vondsten zijn Parnassia, Geelgroene zegge, Kleine valeriaan, Schubzegge, Gele zegge, Kamvaren en Donzige klit. In het westen ligt een kazemat die eventueel van betekenis kan zijn voor vleermuizen. Naast de floristische zijn ook de ornithologische waarden van het Kathagerbroek groot. Zo komen er met name aan vochtige omstandigheden en water gebonden vogels voor zoals Dodaars, Grote Gele Kwikstaart, Nachtegaal en Wintertaling. Bijzonder is dat tevens de Zeggekorfslak in het gebied voor komt; een op Europees vlak zeldzame soort. Aandachtssoorten Levendbarende hagedis ZLN2.57C Kathagen Beschrijving Dit reservaatsgebied, aan de randen van Kathagerbroek, bestaat uit weilanden en enkele akkers. Daarnaast zijn er enkele hoogstamboomgaarden en hagen aanwezig. De percelen ten noorden van het natuurgebied zijn vochtiger en bestaan grotendeels uit graslanden. Een klein gedeelte is inmiddels verworven door Natuurmonumenten. Hier is de populierenopstand geveld. Het IKL heeft op één van de terreinen een vleermuizenkelder ingericht. ZLN2.59B Jeugrubbe Beschrijving Hellingbos bestaand uit, deels verruigd, gemengd oud loofbos rond een kern met beukenbos zonder ondergroei. Het is leefgebied van de Groene specht en er zijn dassenburchten aanwezig. Noord Limburg Oost 27 Aandachtssoorten Grote Vos ZLN2.60AB Schurenberg I Beschrijving In het oostelijke hellingbos zijn meerdere bewoonde dassenburchten aanwezig. Het vlakke deel van het gebied wordt deels door kalkrijk en deels ijzerhoudend kwelwater gevoed en bezit daarmee grote potenties welke vergelijkbaar zijn met het Kathagerbroek. Ten oosten van de Geleenbeek, in een kwelzone, liggen enkele restanten vochtig loofbos met gedeeltelijk een goed ontwikkelde ondergroei. Plaatselijk is het bos doorplant met populieren. Verder is er een bloemrijk grasland en enkele loofhoutaanplanten van o.a. populieren aanwezig. Tussen de Geleenbeek en de spoorlijn ligt een verruigd Elzenbroekbos dat gedeeltelijk met populieren is doorplant. Tussen de Geleenbeek en de Platsbeek ligt een restant oude loofbos, een grasland en een loofhoutaanplant. Tussen de spoorlijn Sittard - Heerlen en de A76 ligt aan weerszijden van de Zijpender Vloedgraaf een verruigd Elzenbroekbos en twee door Grote zegge gedomineerde moerassen. In het zuidelijk deel komen Geelgors en Kramsvogel voor. Aandachtssoorten Parnassia, Zeggekorfslak ZLN2.61A Spoorweg en emplacement Nuth Beschrijving Het spoorwegemplacement van Nuth is soortenrijk. Er groeien de volgende planten: Donderkruid, Geelgroene vrouwenmantel, Bruin cypergras, Klein viltkruid, Weidehavikskruid, Oranje havikskruid en Spiesleeuwebek. Aandachtssoorten Geelgroene vrouwenmantel, Weidehavikskruid ZLN2.62Rj Schurenberg II Beschrijving Het beheersgebied omvat akkers en graslanden. Het gebied wordt doorsneden door holle wegen en er liggen graften. Dit inzijggebied voor het Kathagerbroek is een foerageergebied voor de Das. In een klein restant broekbos langs de Randweg staat o.a. Gewone dotterbloem. Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 25 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om op kleinschalige wijze in een deel van dit deelgebied bos te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark De Graven. Aandachtssoorten Patrijs, Zeggekorfslak ZLN2.63Cp Broekhuis Beschrijving Dit reservaatsgebied bestaat uit vochtige graslanden tussen de Geleenbeek en de spoorlijn. Het gebied wordt doorsneden door het talud van de voormalige mijnspoorlijn. Aandachtssoorten Geelgroene vrouwenmantel, Zeggekorfslak ZLN2.64Rj Tussen Puth en Schweikhuizen II Beschrijving Het deelgebied Tussen Puth en Schweikhuizen (ook 2.17 G) kent ten noordwesten van Puth een hoge dichtheid aan holle wegen en graften. De hoogst gelegen percelen op het plateau rond Puth bestaan gedeeltelijk uit akkers en zijn van grote betekenis voor akkervogels zoals Patrijs en Veldleeuwerik. Het kleinschalige landschap is leefgebied van o.a. de Das en de Geelgors. De berm van de Koolweg is één van de weinige groeiplaatsen in Zuid Limburg van Pijpbloem en Groot glaskruid. Door het ruime jas 28 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap beheersgebied kunnen de natuurwaarden worden behouden en uitgebreid, waardoor invulling wordt gegeven aan de ecologische ontwikkelingszone ter plaatse. Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 40 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Opmerking: In het deel waar geen beheershectaren worden ingezet, wordt de mogelijkheid open gehouden om bos te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark De Graven. Van belang is dat de Ecologisch waardevolle bermen een ruig tot een meer bebost karakter krijgen ten behoeve van soorten als Pijpbloem. Aandachtssoorten Pijpbloem, Steenuil ZLN2.65C Hammstergebied Puth Beschrijving Het gebied bestaat uit een vijftal akkers, gelegen in het noordoosten van het Hamsterkerngebied. Er bestaat voldoende potentie om deze percelen in te richten voor de Hamster. ZLN2.66Cp Windraak particulier natuurbeheer Beschrijving Dit deelgebied is nog niet beschreven Noord Limburg Oost 29 3. HEERLEN 3.1. Beschrijving regio In de sterk verstedelijkte omgeving van Heerlen vormen de Geleenbeek en de Caumerbeek belangrijke elementen. Van het oorspronkelijke beekdallandschap resteren enkele waardevolle delen die in de directe omgeving van de Geleenbeek en de Caumerbeek liggen. Op een enkele plek is het lössontginningslandschap met akkers en steile beboste hellingen nog te herkennen. Naast de beken zijn ook de groeven opvallende plekken waar nog enige natuurwaarden aanwezig zijn. De beken hebben zich in de, met löss bedekte plateaus ingesneden. In de omgeving van Welten en Terworm komen in de diepere ondergrond Oligocene zandgronden en kleilenzen voor. In de omgeving van de Caumerbeek zijn het voornamelijk mineraal- en kalkarmere (Miocene) zandgronden. Deze afzettingen komen eveneens op de dalhellingen voor. In de dalen liggen verspoelde löss- en beekleemafzettingen en komt lokaal ook veen voor. Door de aanwezigheid van de slecht doorlatende lagen stroomt lokaal grondwater af naar het dal waar het in de dalhellingen aan de oppervlakte komt in bronnen. Dit lokaal grondwater wordt vervuild door uitspoeling van meststoffen. De bronnen worden gevoed vanuit het onderliggende watervoerend pakket. Zowel de Geleenbeek alsook de Caumerbeek zijn vrijwel geheel gekanaliseerd en dienen nu hoofdzakelijk voor de afvoer van regenwater en als riooloverstort. De versnelde afvoer van water en de sterke toename van het stedelijk gebied hebben bijgedragen aan de verdroging. Waarschijnlijk is ook de grondwaterwinning en de grondwateronttrekking als gevolg van de zandwinning verantwoordelijk voor de verdroging. Om de piekafvoeren van de beken te verminderen zijn enkele bufferbassin aangelegd. De Geleenbeek ontspringt bij Benzenrade aan de voet van het Plateau van Ubachsberg. Hier stroomt kalken nitraatrijk water afkomstig van het plateau in de Geleenbeek. De Geleenbeek ligt tot aan Terworm vrijwel geheel in een bebouwde omgeving. Het grondgebruik langs de beek is vrij extensief. Hierdoor hebben vochtige Kamgrasweiden en Glanshaverhooilanden zich kunnen ontwikkelen. Bij de Eikerdermolen heeft zich een soortenrijke moerasvegetatie ontwikkeld met o.a. Rietorchis. Tussen Douvenrade en Ten Esschen liggen waardevolle natte en vochtige schraalgraslanden en loofbossen. Daarnaast zijn er waardevolle bronbosvegetaties met onder meer Moesdistel en Verspreidbladig goudveil. Het is de enige plek in Nederland waar het Kalk-Elzenbroekbos voorkomt. Gedeeltelijk zijn de vegetaties verruigd en verdroogd. Ook voor amfibieën is het Geleenbeekdal waardevol door het voorkomen van Alpenwatersalamander en Vroedmeesterpad. Het gebied Terworm is bijzonder soortenrijk aan vogels zo zijn er broedgevallen bekend van o.a. Grote Gele Kwikstaart, Waterral en Groene specht. De Caumerbeek stroomt van Heerlen tot aan kasteel Hoensbroek waar ze in de Geleenbeek uit mondt. De oorsprong van de Caumerbeek ligt in het centrum van de wijk Heerlerbaan. Van het vroegere brongebied is niets over. Het gebied ten noordoosten van Vrusschemig bestaat uit verschillende, verspreid in het bos liggende bronnen. Dit gebied kan nu beschouwd worden als het huidige brongebied. Van oorsprong is de Caumerbeek een langzaam stromende, grotendeels meanderende beek die door open bossen stroomde. De oorspronkelijke begroeiing is echter verwijderd en de variatie in stroomsnelheden is verdwenen. Vanaf Vrusschemig tot Schandelen heeft de beek een vrije loop. Daarna zijn grote delen van de beek overkluisd. Nabij Palemig en Rennemig komen enkele zijbeken (de Palembergerbeek, de Oude Beek en de Schroetebeek) uit in de Caumerbeek. Het water van de Caumerbeek stroomt door verschillende mineraalarme (Miocene) zandlagen. De waterkwaliteit van de beek is bovenstrooms goed en stroomafwaarts, bij RWZI Hoensbroek matig tot slecht. In het huidige brongebied ligt een goed ontwikkeld bronbos met verspreid liggende open plekken. Hier komen zeldzame plantensoorten voor zoals Verspreidbladig goudveil en Adderwortel. De beekbegeleidende vegetatie bestaat stroomafwaarts vooral uit graslanden. Door het extensief grondgebruik en de vochtige tot droge omstandigheden zijn deze graslanden aan te duiden als Glanshaverhooiland en Kamgrasweiden. Ondanks de ligging van de Caumerbeek in een stedelijke omgeving heeft het ook belangrijke faunistische waarden. In de omgeving van de Caumerbeek zijn o.a. de Kleine parelmoervlinder, het Bruin blauwtje, de Alpenwatersalamander en de Rugstreeppad waargenomen. Daarnaast zijn er broedgevallen bekend van o.a. Blauwborst en Groene specht. 30 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap De groeven liggen aan de oostzijde van de regio en grenzen aan de Brunsummer heide en aan de Schrieversheide. Mede hierdoor bezitten de groeven belangrijke natuurwaarden. Voor enkele zeldzame en bedreigde soorten vogels, amfibieën, reptielen en vlinders vormen de specifieke omstandigheden van deze groeve belangrijke leefgebieden. Binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg) is het de bedoeling dat in het Parkstad-gebied in totaal 882 ha bos en natuurgebied wordt ontwikkeld om kwetsbare natuurgebieden als de Brunssummerheide te ontlasten. Van deze 882 ha is 162 ha in deze regio gepland. 3.2. Ontwikkelingsrichting regio Voor de regio wordt de volgende ontwikkeling nagestreefd: − ecologische verbinding langs de Caumerbeek en de Geleenbeek versterken zodat er uitwisseling tussen de natuurgebieden langs de beken plaats kan vinden; − bestaande en potentiële natuurwaarden gebonden aan gradiënten droog - nat en voedselarm voedselrijk behouden en versterken; − behoud, herstel en uitbreiding van het Kalkmoeras, het Kalk-Elzenbroek en de extensief beheerde natte graslanden; − behoud en uitbreiding van de natuurwaarden van de groeven door een natuurgerichte afwerking; − verbinding tussen de groeven onderling en met de Brunsummer heide en de Schrieversheide optimaliseren; − overkluizing van de Caumerbeek opheffen; − waar mogelijk hermeandering van de beken; − opheffen belemmeringen voor migratie van vissen in de beken; − barrièrewerking van wegen en duikers opheffen; − waterkwaliteit van de beken verbeteren door o.a. afkoppeling van afvoerwater vanaf bebouwd en verhard oppervlak; − riooloverstorten en rioollozingen opheffen. Noord Limburg Oost 31 3.3. Beschrijving deelgebieden ZLN3.01F Buitengebied Hoensbroek en oud mijnspoor Beschrijving Op enkele plekken langs de Geleenbeek en de Caumerbeek liggen bloemrijke droge tot vochtige graslandstroken. Rondom de Droomvijver ligt een smalle strook met brandnetel verruigd Elzenbroekbos en Bronbos. Zowel de beken als de vijver en de kasteelgracht zijn tamelijk soortenrijk en floristisch redelijk goed ontwikkeld. In de groenzones rond de vijver en de kasteelgracht komen Groene Specht en Grote Gele Kwikstaart voor. In het parkbos ten oosten van het kasteel is een kolonie Roeken aanwezig. De verbindingszone langs het voormalige mijnspoor richting de Brunsummerheide is vooral van belang voor vogels, vlinders en kleine zoogdieren. Aandachtssoorten Grote Gele Kwikstaart, Zandblauwtje ZLN3.02B Overbroek Beschrijving Ten westen van Lotbroek aan beide zijden van de Caumerbeek liggen twee restanten sterk verruigd en verdroogd Elzenbroekbos. Het broekbos is grotendeels doorplant met populieren. Aandachtssoorten Slanke sleutelbloem ZLN3.03F Caumerbeek (Hoensbroek) Beschrijving De Caumerbeek is over dit traject geheel overkluisd. In het dal van de beek liggen vrij schrale, enigszins vochtige graslanden. Meer naar het westen toe worden deze graslanden afgewisseld met voedselrijke en vochtige ruigten. Aandachtssoorten Gevlekte orchis ZLN3.04AB Lotbroek Beschrijving Het bos nabij Lotbroek is een goed ontwikkeld vochtig loofbos. Het noordelijk deel is een afwisseling van Elzenbroekbos, vennen en rietmoeras. In een voormalig moeras zijn populieren aangeplant. Het overige deel van het bos bestaat uit met brandnetel verruigde populierenaanplant. In de populierenaanplant komt plaatselijk Breedbladige wespenorchis voor. In het gebied zijn kolonies Roeken aanwezig. Aandachtssoorten Nachtegaal ZLN3.06F Caumerbeek (Rennemig) Beschrijving De Caumerbeek is hier grotendeels overkluisd. Het dal ligt ingeklemd tussen twee steile taluds met een grazige, schrale vegetatie. De bloemrijke graslanden worden begraasd door schapen. Plaatselijk komen struwelen, wilgen en populieren voor. Aandachtssoorten Bruin Blauwtje 32 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN3.07A Carisborg Beschrijving Het gebied Carisborg bestaat uit een zwak glooiend terrein met drassige laagten (het Carisven). Het gebied wordt gevoed door ondiep kwelwater. In de moerassige laagten ligt plaatselijk veen. De huidige vegetatie bestaat uit extensief beheerde vochtige graslanden, moerasvegetaties, vochtige ruigten afgewisseld met wilgenstruwelen en Elzenbroekbos. De hoger gelegen gedeelten bestaan deels uit zandgronden met droge graslanden. Door de gradiënten in abiotische omstandigheden is het gebied soortenrijk. Er staan diverse zeggensoorten waaronder de Snavelzegge. Daarnaast is het een groeiplaats voor Gewone dotterbloem, Bittere veldkers en Bosbies. In een Wilgenstruweel staat Grote boterbloem. Tot in de jaren ‘80 kwam hier de Brede orchis voor. Wat betreft avifauna zijn waarnemingen bekend van Wintertaling, Blauwborst en Groene Specht. Het grootste probleem vormt echter de waterkwaliteit in het gebied. De moerasvegetaties liggen namelijk in een bufferbassin dat overstortwater uit het riool van Heerlen moet opvangen. De moerasvegetatie is daarom voedselrijk en sterk verruigd. Aandachtssoorten Brede orchis ZLN3.08AB Langeberg Beschrijving Het natuurgebied bestaat grotendeels uit een voormalige zandgroeve. Op de oevers van de plas is Rietmoeras en een Berkenbroekbos tot ontwikkeling gekomen. Tevens komen hier enkele vochtige graslanden voor. Rondom de plas ligt een loofbos op voedselarme leemhoudende bodem. Bijzonder is het voorkomen van de Verfbrem. Het centrale gedeelte van het natuurgebied is droger. Het glooiende, soms steile terrein bestaat uit Berken-Zomereikenbos afgewisseld met droge bloemrijke graslanden en enkele braakliggende akkers. In het zuidwesten ligt een droge voedselrijke ruigte afgewisseld met Doornstruweel. De Groene Specht, de Patrijs en de Steenuil zijn in het gebied waargenomen. Aandachtssoorten Verfbrem ZLN3.09AB Heidserpark Beschrijving Op de hogere delen bestaat de vegetatie uit Berken-Zomereikenbos met daartussen bloemrijke, droge graslanden. De lagere delen zijn vochtiger, plaatselijk staat hier Berkenbos. Het centrale gedeelte wordt ingenomen door de voormalige groeve en is nu ingericht als visvijver. Het gebied is leefgebied van de Rugstreeppad. De Oude Brunssumerweg vormt mogelijk een barrière voor amfibieën tussen het Heidserpark en het aansluitende natuurgebied 3.08 AB. Aandachtssoorten Rugstreeppad ZLN3.11F De Vrank/Husken Beschrijving Het gebied tussen de Caumerbeek en de Schroetebeek heeft bijzondere landschappelijke waarden door de aanwezigheid van bloemrijke graslanden, hoogstamfruitbomen, meidoornhagen en enkele vakwerkhuizen. Het centrale gedeelte bestaat uit akkers. Langs de Caumerbeek nabij Vrank liggen enkele vochtige beekdalgraslanden, een Rietmoeras en een Grote zeggenmoeras. De bossen bestaan overwegend uit populieren- en loofhoutaanplanten. In de bossen zijn Boswederik en Gewone dotterbloem te vinden. Er is een grote Roekenkolonie aanwezig nabij Vrank. In een grasland langs de Schroetebeek staat de Gevlekte orchis. Vooral de poelen in Husken zijn belangrijk voor amfbieën. Husken moet de ecologische verbinding vormen tussen Natuurpark Terworm en de Caumerbeek. Langs de Caumerbeek komt de Groene Specht voor. In de jaren ‘80 werden Alpenwatersalamander en Kamsalamander aangetroffen langs de Caumerbeek. Noord Limburg Oost 33 Direct ten zuidwesten van het deelgebied is 10 ha bos gepland binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). Aandachtssoorten Gevlekte orchis, Alpenwatersalamander ZLN3.15D Palemig Beschrijving Dit bosgebied tussen de Oude Beek en Caumerbeek bestaat deels uit verruigde populierenaanplant. De rest bestaat uit restanten oud Berken-Zomereikenbos en loofhoutaanplanten. Het bos is leefgebied van o.a. de Groene Specht. Aandachtssoorten Bruine eikepage ZLN3.16F Oude Beek Beschrijving De Oude Beek is een zijbeek van de Caumerbeek. Het gebied bestaat uit een verdroogd Elzenbroekbos, natte ruigten, een grote zeggenmoeras, een populierenaanplant op rabatten en twee voedselrijke graslanden. Met name langs de rand van het broekbos, dat door lokale kwel gevoed wordt, staan Witte waterkers en plaatselijk massaal Kale jonker. Voorts komen hier Bittere veldkers, Boswederik en Pijlkruid voor. Aandachtssoorten Boswederik ZLN3.17F Caumerbeek (Beersdal - Palemig) Beschrijving De Caumerbeek is over dit traject overkluisd. Er liggen enkele vochtige tot natte graslanden en een rietmoeras. Langs de (overkluisde) beek bestaat de vegetatie uit brandnetelruigten en populieren. Aandachtssoorten Adderwortel ZLN3.18F Palembergerbeek Beschrijving De Palembergerbeek is over dit traject sterk verruigd. De beekbegeleidende vegetaties bestaan uit brandnetelruigten en populieren. Langs de beek liggen enkele deels verruigde graslanden. Over een lengte van 725 meter is er een beekherstelproject in uitvoering waarbij de maatregelen gericht zijn op herstel van het natuurlijk karakter van de beek. Aandachtssoorten Gewone dotterbloem ZLN3.20B Haasdal Beschrijving De akker ligt ingeklemd tussen enkele kleine bosrestanten tussen de Leenhof en Schaesberg en is in bezit van Natuurmonumenten. Er wordt bos aangelegd om de beide aangrenzende bosgebieden te versterken. Aandachtssoorten Boswitje ZLN3.21B Leenderkapel Beschrijving De twee bosrestanten bestaan bijna volledig uit oud loofbos van voor 1800. De huidige natuurwaarden van het bos zijn beperkt. In de ondergroei staan o.a. Salomonszegel en Hulst. Plaatselijk is het bos sterk 34 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap verruigd. In het gebied is het Boswitje, de Groene Specht en de Zwarte Specht waargenomen. Een klein deel bestaat uit naaldbos. Aandachtssoorten Boswitje ZLN3.22D De Molt - Kakert Beschrijving Het betreft hier een reliëfrijk bosgebied dat in verbinding staat met de bossen van de Brunssummerheide. Het zuidelijk gelegen deel bestaat uit een vrij goed ontwikkeld Wintereiken-Beukenbos. Dat deel van het bos dat aansluit op de Brussummerheide bestaat voornamelijk uit Berken-Zomereikenbos. Deels bestaat het uit gemengd loof- en naaldhoutaanplanten. Aandachtssoorten Boswitje ZLN3.23D Aan de Slagboom Beschrijving Dit hellingbos bestaat grotendeels uit een met braam verruigd Wintereiken-Beukenbos. Aan de randen liggen loofhoutaanplanten, doornstruwelen, bremstruwelen en enkele extensief gebruikte graslanden. Slechts een klein van het Wintereiken-Beukenbos is goed ontwikkeld. Faunistisch gezien is het gebied waardevol door het voorkomen van het Boswitje, de Keizersmantel, de Europese Kanarie en de Groene Specht. Aandachtssoorten Boswitje ZLN3.24F Kisselgracht Beschrijving Reliëfrijk droogdal gelegen tussen de Heerlense wijk Molenberg en het bosgebied Aan de Slagboom. Het parkachtige landschap wordt doorsneden door een talud van een voormalige mijnspoorlijn. Plaatselijk is deze begroeid met struweel en loofhoutaanplant. Het centrale deel wordt gevormd door een akker en enkele graslandpercelen. Het gebied is van betekenis als groenzone tussen Schaesbergerveld en Strijthagen. Aandachtssoorten Boswitje ZLN3.25F Caumerbeek Schandelen - Meezenbroek Beschrijving De Caumerbeek is over dit traject gekanaliseerd. Over de gehele lengte stroomt de beek door een stadspark en voedt diverse (vis)vijvers. De beek vormt een verbindende schakel tussen de bos- en natuurgebieden langs de beek. In de jaren ’80 werd Blauwe zegge langs de beek gevonden. Sporadisch wordt de Kleine Parelmoervlinder waargenomen. Aandachtssoorten Blauwe zegge, Kleine Parelmoervlinder ZLN3.26F Caumerbeek langs het Aambos Beschrijving Ook hier is de Caumerbeek grotendeels gekanaliseerd. Enkel ten zuiden van de Oliemolen bezit de Caumerbeek nog een nagenoeg natuurlijk karakter. Floristisch interessant is de beekoever net ten noorden van de Oliemolen. Hier staat naast Ruige leeuwentand en Oranje havikskruid de Geelgroene vrouwenmantel. De Geelgors wordt regelmatig waargenomen in het gebied. In de Caumerbeek liggen drie nog intacte watermolens. Aandachtssoorten Geelgroene vrouwenmantel, Kleine Parelmoervlinder Noord Limburg Oost 35 ZLN3.27AB Aambos Beschrijving Het Aambos is een hellingbosrestant op de oosthelling van het Caumerbeekdal. Het bestaat grotendeels uit Berken-Zomereikenbos en een met Klimop verruigd Wintereiken-Beukenbos. Verder liggen er enkele graslanden. De Bruine Eikepage en de Groene Specht komen voor in dit deelgebied. Aandachtssoorten Bruine Eikepage ZLN3.28AB Caumerberg - Schiffelerhof Beschrijving In dit gebied liggen waardevolle bronbossen. Door de afwezigheid van intensief gebruikte agrarisch gronden in de directe omgeving en de rijkdom aan bron- en kwelsituaties zijn de bronbossen floristisch gezien goed ontwikkeld. Nabij de Schiffelerhof komen natte vegetaties voor zoals beekdalgraslanden, een grote zeggenmoeras, waardevolle natte loofbossen en tevens enkele reliëfrijke, extensief gebruikte graslanden. Hoger op de helling ligt een Berken-Zomereikenbos en een loofhoutaanplant. Op beschaduwde bronplaatsen en langs de bronbeekjes komt een bijzondere vegetatie voor. Zo staan hier o.a. Paarbladig goudveil en Verspreidbladig goudveil, Bittere veldkers, Gewone dotterbloem en Holpijp. In een van de graslanden staat Adderwortel. In het noorden ligt een klein vochtig hellingbos met een gevarieerde ondergroei van o.a. Muskuskruid, Groot heksenkruid en Grootbloemmuur. De Rugstreeppad en de Groene Specht vinden in dit deelgebied een geschikt leefgebied. Aandachtssoorten Verspreidbladig goudveil, Adderwortel ZLN3.29D Sint Elisabethskliniek e.o. Beschrijving Het bosgebied sluit aan op het floristisch en faunistisch waardevolle Imstenraderbos en vormt de verbinding richting de Caumerbeek. Het bos bestaat uit voornamelijk Wintereiken-Beukenbos en loofhoutaanplant. In de struiklaag komt Brem voor. Er zijn enkele groeiplaatsen van Muurhavikskruid bekend. De bermen in het gebied zijn vrij bloemrijk. De Groene Specht is een van de bijzondere bosvogels in het gebied en in enkele poelen komt de Alpenwatersalamander voor. De stadstangent van Heerlen (Keulseweg) vormt een belangrijke ecologische barrière in de verbinding tussen dit bosgebied en het ten westen van deze weg gelegen Imstenraderbos. Het is de bedoeling dat binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg) 70 ha bos en natuurterrein rondom dit gebied wordt ontwikkeld. Aandachtssoorten Bruine Eikepage, Alpenwatersalamander ZLN3.30AB Terworm Beschrijving Het gebied bestaat overwegend uit broekbossen, Bronbossen, Wintereiken-Beukenbossen en gemengde loofhoutaanplanten. Verspreid in het bosgebied liggen kleine oppervlakten struweel, beekdalgrasland en moeras. Bijzonder is het voorkomen van het zeldzame Kalk-Elzenbroekbos en Kalkmoeras. Floristisch gezien zijn de graslanden plaatselijk goed ontwikkeld. De Rietorchis en de Bijenorchis zijn enkele van de bijzondere soorten. De drassige plaatsen worden ingenomen door rietvegetaties met o.a. Grote boterbloem. De Geleenbeek is floristisch slecht ontwikkeld en de oevers zijn verruigd. Op enkele plaatsen staat Weidehavikskruid. De kleine bronbeekjes die door de populierenbossen stromen zijn goed ontwikkeld. Het bos nabij hoeve Dreeschor bezit plaatselijk een bijzondere flora met soorten als Moesdistel, Slanke sleutelbloem en Verspreidbladig goudveil. Het gehele gebied is soortenrijk als het om vogels gaat. Enkele voorkomende soorten zijn Boomkruiper, Bosrietzanger, Koekoek, Waterral (allen Rode lijst). Plaatselijk wordt de Alpenwatersalamander aangetroffen. Aandachtssoorten 36 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap Verspreidbladig goudveil, Moesdistel, Zeggekorfslak ZLN3.31Cp Terworm - Prickenis Beschrijving Het gebied bezit hoge potenties door de aanwezigheid van bronnen en kwelwater en door de verschillende grondsoorten op korte afstand van elkaar. In een zijdal van de Geleenbeek ten oosten van Prickenis ligt een bron en plaatselijk een één tot twee meter dik zeggeveenpakket. Soorten die er voorkomen zijn Moeraszegge, Gewone dotterbloem, Moerasmuur en Slanke sleutelbloem. Een ander waardevol perceel met één van de weinige groeiplaatsen van de Gevlekte orchis ligt langs de Geleenbeek nabij Ten Esschen. Langs de beekoever staat Weidehavikskruid. In dit gebied zijn waarnemingen bekend van de Europese Kanarie en Grote Gele Kwikstaart. Voor dit gebied wordt gestreefd naar een halfnatuurlijk (deels open, deels gesloten) landschap, met geleidelijke overgangen tussen bos, struweel en grasland. In dit deelgebied ligt een grote regenwaterbuffer van Waterschap Roer en Overmaas (waterbuffer Ten Esschen), deze is aangegeven als een ongenummerde Groenzone (L-gebied) en behoort niet tot de Nieuwe natuur. Aandachtssoorten Betonie ZLN3.32Gb Koekoeksweg - Prickenis Beschrijving Dit is een open akkergebied met enkele hagen dat zich ten zuiden van bosgebied Terworm - Prickenis bevindt. In dit gebied kan voor 20 ha aan beheersovereenkomsten voor akkers worden afgesloten. ZLN3.33F Geleenbeek tussen Welten en Benzenrade Beschrijving De Geleenbeek stroomt hier over een lengte van bijna drie kilometer door een stedelijk gebied tussen Heerlen en Welten. Langs de beek liggen kleine restanten Elzenbroekbos, nat hooiland en moerasvegetaties. Langs de Valkenburgerweg ligt een hoogwaterbuffer bestaande uit enkele poelen met eilandjes. Het aangevoerde water is over het algemeen van slechte kwaliteit. Op kwelplekken en in moerasvegetaties staan diverse bijzondere soorten zoals Zwanebloem, Hangende zegge, Grote boterbloem en Blauwe waterereprijs. Ook staat er de Rietorchis, een soort die vroeger op grote schaal voorkwam langs de Geleenbeek. De Groene Specht, de Steenuil en de Keizersmantel worden waargenomen. Langs de Geleenbeek ligt de Weltermolen, een nog intacte watermolen en enkele hoogstamboomgaarden. In het gebied is 22 ha nieuwe natuur en bos gepland binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). Herinrichting van dit gebied vindt eind 2001 plaats. Aandachtssoorten Rietorchis ZLN3.34A Spoor bij Terlinden Beschrijving De spoorwegingraving is hier over een lengte van 500 meter (km 13,8 - 14,3) van bijzondere floristische betekenis. Zo komen hier Driedistel, Wondklaver, Gewone vleugeltjesbloem en Spiesleeuwebek voor. Aandachtssoorten Gewone vleugeltjesbloem ZLN3.35K Spooremplacement Heerlen Beschrijving Floristisch gezien is het emplacement bijzonder door het voorkomen van Lancetbladige basterdwederik, Witte amarant, Kleine zandkool, Druifkruid en Spiesleeuwebek. Daarnaast komen Kattedoorn, Wegdistel, Paardebloemstreepzaad en IJzerhard voor. Aandachtssoorten Lancetbladige basterdwederik Noord Limburg Oost 37 ZLN3.36Rj kasteel Hoensbroek Beschrijving Het gebied bestaat voornamelijk uit grasland en enkele kleine bosschages. Het gebied is van belang voor o.a. Grote gele kwikstaart als broedgebied en als verbindingszone voor een aantal vlindersoorten, kleine zoogdieren en vogels. In het gebied kan voor 9,5 ha aan beheersovereenkomst worden afgesloten. Aandachtssoorten Grote gele kwikstaart, Zandblauwtje 38 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap 4. de Brunssummerheide en De Schinveldse bossen 4.1. Beschrijving regio De Brunssummerheide en de Schinveldse bossen zijn de twee belangrijkste natuurgebieden in de regio. De zuid- en westzijde van het vrijwel aaneengesloten natuurgebied wordt begrensd door de stedelijke agglomeraties van Brunssum, Heerlen en Landgraaf. Aan de oostzijde ligt de Teverener heide (Duitsland). De aanwezigheid van wegen en bebouwing zorgen ervoor dat een vrije uitwisseling van flora en fauna tussen de gebieden onderling wordt gehinderd. In het noorden van de regio vormt de Roode Beek de grens met Duitsland. Daar worden vooral beekleem- en kleibodems aangetroffen. Het dal van de Roode Beek gaat ten westen van Schinveld over in het lössplateau dat doorsneden wordt door enkele droogdalen. Het grondgebruik bestaat hier hoofdzakelijk uit grasland en akkers. Aan de oostzijde van Schinveld en Brunssum is het plateau grotendeels bedekt met dekzand. Op deze voedselarme zandgronden zijn heidevelden en bossen beeldbepalend. Door deze gebieden stromen de Roode Beek en de Ruscherbeek in noordelijke richting. Plaatselijk is löss aanwezig en komen er venige laagten voor. De plateaus zijn opgebouwd uit grofzandige en grindhoudende afzettingen. In het Vosbroek en in de directe omgeving liggen kleilagen dicht aan de oppervlakte. Deze klei en de zilverzanden worden op diverse plekken afgegraven. De regio bestaat overwegend uit infiltratiegebied. Het water infiltreert deels naar diep liggende watervoerende pakketten of stroomt ondiep af over de dicht onder het maaiveld liggende kleilagen naar de dalen van de Roode Beek en de Worm. Op een aantal plaatsen treedt dit grondwater naar buiten en zijn er drassige terreinen ontstaan. Door de aanwezigheid van breukzones zijn er op een aantal plaatsen bronnen. In de zestiger jaren heeft een ruilverkaveling plaatsgevonden waarbij de Roode beek is verdiept en gekanaliseerd. Hiernaast is verdroging opgetreden door intensieve drainage en grondwaterwinning. Door de gevarieerde bodemopbouw en hydrologie zijn er vele gradiënten aanwezig en kent de regio een grote verscheidenheid aan natuurwaarden. In het dal van de Roode Beek liggen waardevolle bronbossen met o.a. Verspreidbladig goudveil. Aan de noordzijde van de Schinveldse bossen liggen laag gelegen extensief beheerde graslanden, het Leiffenderveen en het Gangelter Bruch. Moerashertshooi, Geelgroene zegge en Eivormige waterbies zijn enkele van de bijzondere soorten in dit gebied. Het dal vormt het leefgebied van een groot aantal bijzondere diersoorten waaronder Das, Alpenwatersalamander, Vinpootsalamander, Kleine ijsvogelvlinder, Roodborsttapuit en Grote gele kwikstaart. De Schinveldse bossen bestaan uit vrij droge naald- en loofbossen in het noordelijk deel (Heringbosch) en vochtige tot natte bossen in het zuidelijk deel (Vosbroek). Hier liggen broekbossen en op een enkele plek kleine (bron)veentjes. Op de hogere delen liggen de Wintereiken-Beukenbossen. In de bossen liggen enkele kleine plassen, graslandjes en heideterreinen. Deze open terreindelen bezitten goed ontwikkelde heide-, oever- en watervegetaties. Ook hier is de fauna is goed vertegenwoordigd met o.a. Gladde slang, Heikikker, Wespendief en Eikepage. De gedeeltelijk gekanaliseerde Ruscherbeek ontspringt aan de voet van de mijnsteenberg bij Bouwberg. Deze mijnsteenberg vormt de bron van verontreiniging van o.a. de Ruscherbeek met sulfaten en zware metalen. De Brunssummerheide bestaat uit voedselarme tot matig voedselrijke bron- en beekbegeleidende vegetaties en de hoger gelegen droge, schrale vegetaties. Vooral de voedselarme vegetaties van het Berkenbroek, de venen en de natte heide zijn goed ontwikkeld. Op enkele plaatsen is ook goed ontwikkelde droge heide aanwezig met karakteristieke soorten. Waar permanent water beschikbaar is, treedt plaatselijk veenvorming op; hier zijn veenmossoorten en o.a. Lavendelheide, Kleine veenbes, Beenbreek en Moeraswolfklauw te vinden. Vroeger is een groter deel van de Brunssummerheide bedekt geweest met veen. Het is echter als gevolg van bruinkoolwinning begin 1900 verdwenen. Op de lössbodems van het hoogterras liggen hier en daar restanten van het Wintereiken-Beukenbos. Op plekken waar periodiek grondwater stagneert is het Eiken-Haagbeukenbos te vinden. Dit is onder meer het geval bij het hangveen bij de Nieuwenhagerweg. Op de arme zand- en grindbodems komt het Berken-Zomereikenbos voor. Vooral in het begin van deze eeuw zijn deze bossen gekapt. Onder invloed van het heidepotstalsysteem verdween het bos en ontstond de heide als vervangingsgemeenschap. Ook zijn dennenbossen aangelegd of bestaande bossen omgevormd tot dennenbos. Deze bossen hebben veelal een beperkt ontwikkelde flora. Op enkele plekken ontwikkeld het Noord Limburg Oost 39 dennenbos zich in de richting van Berken-Zomereikenbos. Schrale droge graslanden (borstelgraslanden) zijn voornamelijk te vinden op de Schrieversheide. Ook de faunistische waarden van de Brunssumerheide zijn groot. Er broeden typische heide-, moeras- en bosvogelsoorten zoals de Boomleeuwerik, de Wintertaling en de Nachtzwaluw. De hoge recreatieve druk op het gebied en de te intensieve beheer met schapen tot 1997, zijn waarschijnlijk mede de oorzaak van de afname in het aantal karakteristieke vogelsoorten. De Brunssummerheide is tevens rijk aan amfibieën en reptielen. Van de 14 in Nederland voorkomende soorten amfibieën zijn er 9 op de Brunssummerheide te vinden. Van de 7 Nederlandse reptielensoorten komen er 5 in het gebied voor. Naast het voorkomen van de Heivlinder en het Heideblauwtje, is de soortenrijkdom beperkt. Voor Libellen is het gebied waardevol en behoort tot de meest waardevolle gebieden in Nederland. Er komt bijna eenderde van het aantal soorten in Nederland voor, waaronder enkele zeldzame en bedreigde soorten. Binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg) is het de bedoeling dat in het Parkstad-gebied in totaal 882 ha bos en natuurgebied wordt ontwikkeld om kwetsbare natuurgebieden als de Brunssummerheide te ontlasten. Van deze 882 ha is 532,5 ha in deze regio gepland. 4.2. • • • • • • • • • • • • • • • • 40 Ontwikkelingsrichting regio behoud, herstel en uitbreiding van de natte en droge (schraal)graslanden; behoud, herstel en uitbreiding van de kwel- en bronvegetaties; behoud en herstel hellingveentjes; zoveel mogelijk herstel van het waterhuishoudingsysteem; herstellen van het natuurlijk karakter van de Ruscherbeek, Merkelbekerbeek en Roode Beek (ontwikkelen van moeraszones en broekbos); onderzoeken of het mogelijk is de onnatuurlijke bovenloop van de Ruscherbeek tot aan het Vosbroek op te heffen; geleidelijke omvorming van de naaldbossen naar meer natuurlijke bossen; instellen van een grote (grensoverschrijdende) begrazingseenheid; ontwikkelen van geleidelijke overgangen van bos naar open gebieden via mantel- en zoomvegetaties; versterken van de ecologische verbinding tussen het Roode beekdal, de Schinveldse Bossen, de Brunssummerheide en de Teverenerheide (Duitsland); natuurgerichte inrichting van de groeven na beëindiging van de winning; verminderen van de verdrogings- en vermestingsinvloeden; extensivering van de landbouw direct grenzend aan het Brunssummerheide; bosuitbreiding Parkstad; zonering van de recreatie; ontwikkelen van een grensoverschijdend natuurproject met Duitsland (Schinveldse Bossen, Gangelter Bruch en Leiffenderveen). Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap 4.3. Beschrijving deelgebieden ZLN4.01Rj Jabeek Beschrijving Het gebied strekt zich uit van Merkelbeek tot het beekdallandschap langs de Roode Beek en bestaat grotendeels uit bouwland. Langs de Quabeekgrub en rond de kernen Jabeek en Bingelrade liggen enkele graslanden, hoogstam- en laagstamboomgaarden. Op de zuidoostelijke hellingen liggen graften, perceelsranden met begroeiing, hagen en enkele holle wegen. In het noorden bevinden zich enkele knotbomen. Dit deelgebied kent een goed ontwikkelde akkervogelgemeenschap met soorten als Geelgors, Patrijs en Veldleeuwerik. In 2000 is een Hamsterburcht gevonden. Tussen het deelgebied en Schinveld is 225 ha bos gepland binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). In het gebied liggen twee regenwaterbuffers van het Waterschap Roer en Overmaas, bij het plaatsen van de beheershectaren dient hier rekening mee gehouden te worden. Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 80 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Aandachtssoorten Hamster ZLN4.02B Jabeekse bossen Beschrijving De bossen vormen het zuidelijke deel van het boscomplex de Gangelter Heide (Duitsland) dat grotendeels bestaat uit Grove den. De Jabeekse bossen bestaan uit Grove dennenaanplant, Elzenbroekbos, Wilgenstruweel, populierenaanplanten in voormalig broekbos en Vogelkers-Essenbos. Ook zijn in het gebied enkele bron- en kwelplekken waar Elzenbronbos voorkomt. Op enkele plaatsen heeft de soortenrijke ondergroei zich staande weten te houden. Enkele bijzondere plantensoorten van het gebied zijn Eénbes en Verspreidbladig goudveil. Het is leefgebied van o.a. de Das, de Groene Specht en de Alpenwatersalamander. Eutrofiëring als gevolg van uitspoeling van meststoffen vanuit aangrenzende agrarische gebieden en verdroging heeft ertoe geleid dat de vegetatie is verruigd. Aandachtssoorten Kleine ijsvogelvlinder ZLN4.03C Roermolen Beschrijving Het reservaatsgebied bestaat uit overwegend vochtige tot natte graslanden in het dal van de Roode Beek. De Roode Beek is in de jaren zestig geheel gekanaliseerd en ligt ingebed in een diepgelegen betonnen geul. Op de graslanden in het centrale deel vindt een beheerscombinatie plaats van schapenbegrazing en hooilandbeheer. In deze beekbegeleidende graslanden kwamen vroeger Vleeskleurige orchis, Veenmosorchis en Moeraswespenorchis voor. Gewone dotterbloem en Slanke sleutelbloem zijn nog steeds te vinden. Met name langs de slootjes komen enkele bijzondere planten voor zoals Blauwe waterereprijs en Slanke waterkers. De graslanden ten oosten van de Roermolen zijn recentelijk deels ingeplant en deels ontwikkeld tot een bloemrijke vochtige ruigte. Het gebied is leefgebied van de Alpenwatersalamander en de Grote Gele Kwikstaart. Aandachtssoorten Adderwortel ZLN4.04CR Etzenrade I Beschrijving ZLN4.04CR vervangt delen van ZLN4.04Gb. Het gebied wordt gekoppeld aan het bestaande deelgebied 4.04C. Door de inzet van het instrument Nieuwe natuur wordt het mogelijk om de natte zone langs de Roode Beek optimaal in te richten en een robuuste grensoverschrijdende structuur te realiseren. Op dit moment Noord Limburg Oost 41 wordt gewerkt aan een plan voor de gehele zone tussen Sittard en Schinveld op Duits-Nederlands gebied. Er zal een gradiënt ontstaan van natte naar drogere natuurtypen. ZLN4.05D Merkelbekerbeekdal en Amstenraderveld Beschrijving Het Merkelbekerbeekdal bestaat uit graslanden en akkers aan weerszijden van de beek. De floristische waarden zijn vrijwel beperkt tot de natte natuurgebieden Bovenste Hof (4.06 AB) en Onderste Hof (4.08 AB). Faunistisch gezien is het gebied vooral van belang voor vogels. Zo komen er Geelgors, Grote gele kwikstaart, Patrijs, Veldleeuwerik en de Groene Specht voor. Enkele jaren geleden is in het gebied ten oosten van Bovenste Hof 15 ha bos aangeplant op de hoogst gelegen delen, in het kader van natuurcompensatie t.b.v. verdwenen bos door de aanleg van Maasplassen. Binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg) is voorts nog 175 ha bos voorzien ten zuidwesten van het Bovenste Hof. Aandachtssoorten Das ZLN4.06AB Bovenste Hof I Beschrijving Het brongebied van de Merkelbekerbeek bestaat uit Vogelkers-Essenbos, Elzenbronbos, een in rietmoeras verlandde visvijver en een klein voedselrijk vochtig grasland. De bodem in het gebied bestaat uit een 1 à 2 meter dik veenpakket met lemige- en zandige lagen. In het bosgebied ontspringen vele bronbeekjes die nog in het bos samenvloeien. Het bronbos is floristisch goed ontwikkeld. Enkele van de bijzondere soorten zijn Verspreidbladig goudveil, Moerasstreepzaad en Zwarte bes. Het moeras doet sinds 1983 dienst als bufferbassin en is beduidend minder soortenrijk. Omdat het naast kwelwater ook wordt gevoed door rioolwater, is het water sterk geëutrofieerd. In het moeras staan planten als Holpijp en Hangende zegge. Ornithologisch gezien is het een gebied bijzonder door het voorkomen van Sperwer, Groene Specht, Porseleinhoen en Waterral. Aandachtssoorten Hangende zegge ZLN4.07Gb Bovenste Hof II Beschrijving Het betreft de graslandpercelen aan de zuid- en westzijde van het gelijknamige bronbos. Om verdere eutrofiëring en verruiging van het natuurgebied te voorkomen zijn deze percelen aangewezen als RBONgebied. Ze dienen als buffer tussen het natuurgebied en het hoger op de helling gelegen agrarisch gebied. Aandachtssoorten Das ZLN4.08AB Onderste Hof Beschrijving Het gebied bestaat uit een soortenarme populierenaanplant in voormalig voedselrijk vochtig loofbos en een hoger gelegen Wintereiken-Beukenbos. Periodiek staat het laagste deel van het bos onder water. Daarnaast is er een bufferbassin aangelegd met daarin een vochtig grasland en een voedselrijke natte ruigte. Rondom het bassin ligt een dijk met een bloemrijke droge vegetatie. In het gebied komt de Kleine ijsvogelvlinder voor. Het bos biedt nestgelegenheid aan de Buizerd en de Groene Specht. Aandachtssoorten Klein ijsvogelvlinder 42 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN4.10C Breukberg I Beschrijving Het reservaatsgebied bestaat uit twee graslanden aan de voet van een hellingveen. In het verleden werden hier heischrale en blauwgraslandvegetaties aangetroffen met soorten als Teer guichelheil, Klein glidkruid en Harlekijn. De percelen zijn nu verwaarloosd en dichtgegroeid met Biezenknoppen en Pijpenstrootje. De enige bijzondere soorten die nu nog resten zijn Tandjesgras, Borstelgras, Bleke zegge en Stekelbrem. In dit deelgebied ligt een grote regenwaterbuffer van Waterschap Roer en Overmaas (waterbuffer Breukberg), deze is aangegeven als een ongenummerde Groenzone (L-gebied) en behoort niet tot de Nieuwe natuur. Aandachtssoorten Klein glidkruid ZLN4.11AB Nieuwe Heide en Breukberg Beschrijving Dit gebied vormt een groot aaneengesloten bos- en natuurgebied. Een groot deel van de bossen bestaat uit Wintereiken-Beukenbos. In de ondergroei staan Dalkruid, Lelietje van dalen, Boshavikskruid, Pilzegge, Blauwe bosbes, Hengel en Grote keverorchis. Opvallend zijn de vele Gewone eikvarens. Hoger op de helling overheerst de aanplant van Grove den. De kleine restanten vochtig bos langs de gekanaliseerde Roode Beek zijn sterk verdroogd en verbraamd. De oevers van de Roode Beek zijn over het algemeen begroeid met een voedselrijke ruigtevegetatie. In het zuiden ligt een grote visvijver de Kattenkoelen. Ten oosten daarvan liggen enkele restanten verruigd Elzenbroekbos, Wilgenstruweel en Rietmoeras. Met name het Wilgenstruweel is van bijzondere betekenis door het voorkomen van Koningsvaren en Wilde gagel. Het is een van de zuidelijkste plekken van Limburg waar Wilde Gagel voorkomt. In het Elzenbroekbosrestant komen Moerasviooltje en Holpijp voor. Verspreid in het Wintereiken-Beukenbos komen enkele restanten vergraste heide voor. Langs de beek komt de Groene kikker voor en in de droge bossen plaatselijk de Hazelworm. Boomleeuwerik, Groene Specht en Nachtegaal zijn de meest bijzondere vogelsoorten van het gebied. Aandachtssoorten Kleine ijsvogelvlinder ZLN4.12AB Breukberg II Beschrijving De Breukberg bestaat uit een mozaïek van vochtige heide, hellingveen, Vogelkers-Essenbos, Elzenbroekbos, moerasvegetaties en struweel. Op beperkte schaal zijn goed ontwikkelde heischrale en natte graslanden aanwezig. In het Elzenbroekbos staan Dubbelloof en Zwarte zegge. De rietmoerassen zijn over het algemeen floristisch weinig ontwikkeld. In de heischrale graslanden staan o.a. Sterzegge en Borstelgras. In de vochtige hooilanden staan diverse bijzondere soorten zoals Geelgroene zegge, Hangende zegge, Brede orchis en Tandjesgras. Als gevolg van verdroging zijn de hellingvenen plaatselijk dichtgegroeid met Ruwe berk en Wilde lijsterbes. Het beheer van het hellingveen bestaat uit het jaarlijks gedurende een korte periode begrazen door een schaapskudde. De vochtige heide die parallel langs de bovenrand van het veen loopt bezit bijzondere soorten als Gewone veenbies, Heidekartelblad, Liggende vleugeltjesbloem, Lavendelhei, Beenbreek, Geelgroene zegge, Witte- en Bruine snavelbies en Sterzegge, Blauwe zegge, Koningsvaren en Ronde- en Kleine zonnedauw. Opvallend is het voorkomen van het zeldzame Rood veenmos in het veenmostapijt van het hellingveen. Voor de herpetofauna is de Breukberg van grote betekenis (Levendbarende hagedis, Alpenwatersalamander, Groene kikker en Heikikker). Incidenteel wordt de Vinpootsalamander aangetroffen. In dit deelgebied ligt een grote regenwaterbuffer van Waterschap Roer en Overmaas (waterbuffer Breukberg), deze is aangegeven als een ongenummerde Groenzone (L-gebied) en behoort niet tot het bos. Aandachtssoorten Beenbreek Noord Limburg Oost 43 ZLN4.13Cp De Ruscherbeek I Beschrijving Het reservaatsgebied bestaat uit grasland, akkers en kwekerijen. Floristisch gezien zijn de percelen van weinig betekenis. In de poel in het noordoosten van het gebied staat Kikkerbeet. Ook is deze poel van belang voor de Alpenwatersalamander en Groene kikker. In de hoeve de Rüscher zit een Kerkuil. Aandachtssoorten Heivlinder ZLN4.14C Leiffenderweg Beschrijving Dit natuurontwikkelingsgebied ligt als een brede strook aan de westzijde van de Schinveldse bossen.In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. Aandachtssoorten Heivlinder ZLN4.15C Einderbroek Beschrijving Het voormalige Einderbroek ligt ten noorden van de waterzuiveringsinstallatie. De bodem bestaat uit klei en leemarm zand. De smalle, ongeveer 200 meter brede, strook bestaat volledig uit akkers met plaatselijk langs de bosrand enkele poelen. Het tweede perceel ligt ten oosten van de waterzuivering. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan. Aandachtssoorten Bruine eikepage ZLN4.17AB De Ruscherbeek II Beschrijving Door het zuidelijke deel van het gebied stroomt de Ruscherbeek. Hier bestaat de vegetatie uit vochtig schraalgrasland, ruigte en een klein verruigd Elzenbroekbos. De water- en oevervegetaties van de beek is goed ontwikkeld met o.a. Geelgroene zegge. Het noordelijk gedeelte, dat nog niet verworven is, bestaat uit met water gevulde grindgaten en twee amfibieënpoelen met daaromheen vochtige en droge ruigtevegetaties. Aan de oostrand ligt een smalle strook goed ontwikkeld vochtig loofbos, een Elzenbroekbos en een poel. De zuid- en westrand bestaan overwegend uit Berken-Zomereikenbos naar het noorden toe overgaand in Elzenbroekbos. Voor wat betreft de herpetofauna zijn de diverse grindgaten en de poel van grote betekenis. De Alpenwatersalamander, Rugstreeppad, Vinpootsalamander, Levendbarende hagedis en Hazelworm zijn bekend van dit gebied. Wat betreft vogels komen Dodaars, Waterral en Sprinkhaanrietzanger er voor. Aandachtssoorten Hazelworm ZLN4.18B Schinveldse Bossen - Vosbroek Beschrijving Geologisch gezien zijn de Schinveldse Bossen interessant. Het is een van de weinige plaatsen waar Pliocene sedimentlagen aanwezig zijn. De onderste daarvan bestaat uit kiezelrijke klei met bruinkoollagen (Klei van Brunssum). Tussen deze laag en de lössdeklaag liggen zandige kleilagen, de Schinveld-zanden. Het gebied wordt gezien als een typelocatie van deze geologische formaties. Het boscomplex is het grootste op lössbodem in Zuid-Limburg. De bossen liggen aan weerszijden van de Ruscherbeek en bestaan voor een belangrijk deel uit floristisch waardevolle loofbossen. De natte bossen worden gevoed door ijzerrijk kwelwater. Het centrale gedeelte, het Vosbroek, is aangewezen als A-locatie bos. Het bestaat uit oud (150 tot 200 jaar) Wintereiken-Beukenbos en Elzenbroekbos. Een deel van de bossen bestaat uit dennenaanplant. Deze bossen worden onregelmatig gedund waardoor er ook hier inheems loofbos tot ontwikkeling komt. Op de lagere delen langs de Ruscherbeek domineren vochtige Berken- 44 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap Zomereikenbossen, Elzen- en Berkenbroekbos. Aan de noordrand van het Vosbroek ligt een soortenrijk moeras, afgewisseld met Wilgenstruweel. In het bos liggen op diverse plaatsen venvegetaties. In het noorden vinden we Berken-Zomereikenbossen. Bijzondere plantensoorten in dit bos zijn Fraai hertshooi en Dubbelloof. Het Vosbroek is floristisch goed ontwikkeld met o.a. Sterzegge en Klein glidkruid. Langs de Ruscherbeek ligt een smalle strook, goed ontwikkeld nat zeggenrijk grasland. Bijzondere dagvlinders zijn Bont dikkopje, Kleine ijsvogelvlinder en Eikepage. Voor de herpetofauna is het bosgebied van belang voor Alpenwatersalamander, Vinpootsalamander, Rugstreeppad, Hazelworm en Levendbarende hagedis. Bij de Heringshof komt de Gladde slang voor, een soort die in Zuid-Limburg zeldzaam is. In het bos vinden diverse roofvogels (o.m. Havik en Wespendief) en de Groene Specht een geschikt leefgebied Aandachtssoorten Kleine ijsvogelvlinder ZLN4.19D Heringsbosch Beschrijving Dit gebied bestaat grotendeels uit naaldbos met een verarmde of verruigde ondergroei. Op enkele plaatsen zijn restanten van de oorspronkelijke vegetaties behouden gebleven zoals het Wintereiken-Beukenbos en droge heide. De Ruscherbeek stroomt door het bos. De plassen en poelen ten zuiden van de Heringsweg worden beheerd door Natuurmonumenten. De plassen hebben een goed ontwikkelde water- en oevervegetatie (Pilvaren). De taluds bestaan gedeeltelijk uit een heischraal grasland en deels zijn ze begroeid met jonge aanplant van Berk en Brem. Dit is een van de weinige groeiplaatsen van Bosdroogbloem in Zuid-Limburg. Op de beter ontwikkelde vochtige plaatsen in het bos staan o.a. Fraai hertshooi en Dubbelloof. Het gebied is waardevol voor Alpenwatersalamander, Vinpootsalamander, Heikikker, Hazelworm en diverse roofvogels en uilen. Nabij de heide komt de Boomleeuwerik voor. Een deel van dit bos is grondwaterbeschermingsgebied. Aandachtssoorten Fraai hertshooi, Bosdroogbloem ZLN4.20C Enclave Heringsbosch Beschrijving Het betreft hier een aantal percelen in en aan de rand van het Heringbosch. Ongeveer de helft bestaat uit akkers. De andere helft uit bloemrijke, plaatselijk vochtige graslanden. Door dit leefgebied van de Hazelworm stroomt de Ruscherbeek. Aandachtssoorten Hazelworm ZLN4.21C Heringshof Beschrijving Dit natuurontwikkelingsgebied in een grondwaterbeschermingsgebied bestaat uit twee deelgebieden. Een graslandstrook tussen de Heringshof en Op den Hering en een enclave ten zuiden van de Heringsweg. Het gehele gebied is verworven door Natuurmonumenten. Het noordelijke gelegen perceel maakt deel uit van een voormalig natte heide- en veengebied dat eind 19e eeuw is ontgonnen. Zowel hier als in het westelijker gelegen Leiffenderveen is de natuurontwikkeling erop gericht de oorspronkelijke vegetaties te herstellen. Aandachtssoorten Blauwe zegge ZLN4.22C Leiffenderveen Beschrijving Het gebied bestaat grotendeels uit vochtig hooiland, schraalgrasland en Kleine zeggengrasland. De terugkeer van diverse vlinder- en libellensoorten is waarschijnlijk het gevolg van de reconstructie van de Ruscherbeek waardoor de afwisselende vegetatie op venige zandbodem met kwelplekken is hersteld. Het gebied bestaat uit twee grote deelgebieden. Het oostelijk deel daarvan bestaat inmiddels uit een vochtig tot Noord Limburg Oost 45 nat schraalgrasland. In deze vochtige graslanden komen o.a. Sterzegge en Geelgroene zegge. Het overig gebied, tussen de N 274 en de Leiffenderhof, bestaat eveneens uit vochtige maar voedselrijke graslanden en is floristisch nog weinig ontwikkeld. Een ontwateringsloot herbergt een soortenrijke oever- en watervegetatie, met onder meer Gesteeld glaskroos. De meest bijzondere vlindersoort is de Kleine ijsvogelvlinder. Opmerkelijk is de vondst van de zeldzame Zuidelijke oeverlibel langs de Ruscherbeek. In 1995 werd deze libel voor het eerst sinds 93 jaar in Nederland weer waargenomen. Ook is er een populatie Beekoeverlibellen aanwezig. Het is leefgebied van onder meer de Alpenwatersalamander en Vinpootsalamander. De Levendbarende hagedis vindt hier één van haar belangrijkste arealen in ZuidLimburg. Ook ornithologisch gezien is het gebied van betekenis. Het extensieve beheer, de aanwezigheid van plas-dras situaties en de nabijheid van het bosgebied zorgen voor een gevarieerde vogelgemeenschap met onder andere Grote gele kwikstaart, de Roodborsttapuit en de Steenuil. Aandachtssoorten Sterzegge, Zuidelijke oeverlibel ZLN4.23A Zweefvliegterrein Beschrijving Sinds begin jaren '70 wordt het gebied minder intensief gebruikt. Floristisch het meest interessant is de ontwateringsloot met o.a. Gesteeld sterrenkroos, Stijve moerasweegbree en Eivormige waterbies en Geelgroene zegge. Naast de soortenrijke schraalgraslanden bestaat het gebied uit vochtige bloemrijke graslandvegetaties, soortenrijk rietland en voedselrijke vochtige ruigten. Het deelgebied behoort tot het leefgebied van de Kleine ijsvogelvlinder. De herpetofauna is vertegenwoordigd door: Alpenwatersalamander, Vinpootsalamander en Levendbarende hagedis. De afwisseling aan vochtige vegetaties en de nabijheid van een uitgestrekt bosgebied zorgt voor een gevarieerde avifauna met onder meer Waterral en Roodborsttapuit. Aandachtssoorten Stijve moerasweegbree ZLN4.25AB Schutterspark Beschrijving Het betreft een bos- en natuurgebied aan weerszijden van de Roode Beek. Ten oosten van de beek is de helling duidelijk steiler dan aan de westzijde van de beek. Hogerop komen grindrijke zandbodems voor, terwijl lager op de helling meer lemige, fijne zandgronden liggen. De aanwezigheid van een moeilijk doordringbare kleilaag zorgt ervoor dat halverwege de helling het grondwater naar buiten treedt. Hier ligt een klein hellingveen en vochtige heide. In het hellingveen staan o.a. Beenbreek, Tandjesgras en Klokjesgentiaan. Door verdroging is het hellingveen plaatselijk dichtgegroeid. Floristisch gezien zijn de Roode Beek en haar oevers, althans in het noordelijk deel, weinig ontwikkeld en verruigd. Meer naar het zuiden toe wordt het water voedselarmer en de vegetatie bloemrijker. De belangrijkste soort is hier de Stippelvaren. In het aan de beek grenzende bos zijn delen van de oude loop nog te herkennen. Een smalle bosstrook langs de Roode Beek bestaat uit Vogelkers-Essenbos. Hierin zijn plaatselijk populieren en Zwarte elzen aangeplant. In het centrale gedeelte, het zogenaamde Engelsbroek, komen in een brede strook langs de beek Elzenbroekbos en Berkenbroekbos voor. Hier staan enkele bijzondere zeggensoorten waaronder Sterzegge en Geelgroene zegge. Het grootste deel van het bos bestaat uit Wintereiken-Beukenbos. Daarnaast bestaat een groot deel uit monocultures. In de Wintereiken-Beukenbossen staat plaatselijk Bosdroogbloem en Fraai hertshooi. Op enkele plaatsen in de bossen liggen overschaduwde bronplekken waar voedselarm water uittreedt. Hier komen verruigd Elzenbroekbos en weinig ontwikkelde hoogveenrestanten voor. Naast de plas nabij Bouwberg ligt een schraal grasland waarin Bosdroogbloem en Weidehavikskruid staan. Voorts komen hier Doornstruweel en Bremstruweel voor. Nabij het fabrieksterrein Bouwberg ligt een deels met Berken dichtgegroeid restant droge heide. De gehele oostrand wordt ingenomen door een smalle strook droge graslanden. Naast de vele kenmerkende soorten voor droge schraalgraslanden staat hier Driedistel. Plaatselijk wordt de Alpenwatersalamander en de Levendbarende hagedis aangetroffen. Aandachtssoorten 46 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap Beenbreek, Verfbrem ZLN4.26AB Voormalige groeve Bouwberg Beschrijving In het gebied liggen twee waardevolle, met water gevulde zandgroeven en een amfibieënpoel. Rondom en tussen deze waterbiotopen hebben zich vochtige ruigten ontwikkeld. Het overig gedeelte bestaat uit een verruigd Wintereiken-Beukenbos. In de voormalige groeve komen Rugstreeppad, Groene kikker en Dodaars voor. ZLN4.27D De Ruscherbeek - Swelsen Beschrijving Het bosgebied vormt een ecologische schakel tussen de Schinveldse Bossen en het Schutterspark. Langs de, floristisch matig ontwikkelde Ruscherbeek komt Berken-Zomereikenbos voor. Ten oosten van de beek, rond de voormalige grind- en zandgroeve Swelsen, heeft zich een voedselrijke ruigte ontwikkeld. Ten zuiden daarvan is een klein droge heiderelict bewaard gebleven. Het overgrote deel van het bos bestaat uit verruigd Wintereiken-Beukenbos. In dit bos staat onder meer Zwarte bes en Dalkruid. Het is leefgebied van de Levendbarende hagedis. Bijzondere vogels zijn: Boomleeuwerik, Nachtegaal en diverse roofvogels. ZLN4.28A Swelsen Beschrijving Tussen de groeve Swelsen en het bosgebied liggen enkele percelen extensief gebruikt grasland. De percelen zijn van belang als onderdeel van de ecologische verbinding tussen de Schinveldse Bossen, het Schutterspark en de Brunssummerheide. Aandachtssoorten Heivlinder ZLN4.29AB Voormalige Staatsmijn Hendrik (Halverberg) Beschrijving Het grootste gedeelte bestaat uit een relatief jonge aanplant van Berken, Eiken, Acacia's en populieren, plaatselijk met Lariks en Grove den. Het resterende gedeelte in het noordoosten bestaat uit relatief droge en voedselrijke ruigtevegetaties. Langs de Rimburgerweg wordt de zuidgrens van het gebied gedeeltelijk gevormd door de Roode Beek waarlangs zich een smalle strook moerasvegetatie bevindt (<1%). Er komen drie vogelsoorten van de landelijke Rode lijst voor: Boomleeuwerik, Geelgors en Groene Specht. In een moerasvegetatie langs de Roode Beek kwamen tot 1980 enkele exemplaren van de Moeraswespenorchis voor. Als gevolg van de ontwikkeling van een dichte rietmat zijn de orchideeën verdwenen. In de aangrenzende loofhoutaanplant staan Donderkruid en de Veldhondstong. Op diverse plaatsen in de jonge aanplanten komen kleine populaties Glad parelzaad voor. Bijzonder is de uitbreiding van de populatie Dennenorchis in een naaldbos nabij de sportterreinen van de AFCENT. Er is in de ontwikkeling van 19,5 ha bos voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). In de plassen op het nabijgelegen golfterrein komt de Rugstreeppad en Kamsalamander voor. Af en toe wordt hier ook de Ringslang aangetroffen. Daarnaast is het leefgebied van de Hazelworm. Ornithologisch waarden: Boomleeuwerik, Nachtegaal, Houtsnip. Aandachtssoorten Moeraswespenorchis, Glad parelzaad, Dennenorchis ZLN4.31AB Brunssummerheide - Schrieversheide Beschrijving Op de Brunssummerheide ligt het floristisch waardevolle brongebied van de Roode Beek (zie 4.33 AB). Op de Brunssummerheide en Schrieversheide zijn naaldbossen, hoogveenvegetaties, struikheivegetaties, Wintereiken-Beukenbos en op diverse plaatsen droge graslanden en heischraal grasland te vinden. Op diverse plaatsen langs de Nieuwenhagerweg komt Berken-Zomereikenbos voor. Het gebied wordt begraasd Noord Limburg Oost 47 door schapen. In het oosten nabij Nieuwenhagen zijn enkele amfibieënpoelen aanwezig. De Brunssummerheide is rijk aan vlindersoorten. Enkele bijzonder soorten zijn Eikepage, Bruin blauwtje en de Heivlinder. Ook voor de herpetofauna is de Brunssummerheide een waardevolle gebied. De Rugstreeppad komt langs de Roode Beek en bij de Koffiepoel (4.32 AB) voor. De Hazelworm, de Gladde slang, de Levendbarende hagedis en de Zandhagedis komen voor op de droge heideterreinen en op de open plekken in het bos. In enkele vennen op de Schrieversheide komt de Ringslang voor. Boomleeuwerik, Groene specht, Havik, Sperwer en diverse uilen zijn enkele van de voorkomende vogels in het gebied. Een deel van de in het verleden voorkomende broedvogelsoorten zijn verdwenen door overbegrazing met schapen. Op diverse plaatsen op de heide groeien Rond wintergroen, Kleine zonnedauw, Dwergbloem, Klein wintergroen, Dichte bermzegge, Lancetbladige basterdwederik, Kruipbrem en Gewone vleugeltjesbloem. Op meerdere plaatsen is er sprake van barrièrewerking door de infrastructuur. Dit geldt met name voor de Heerenweg en de Nieuwenhagerweg. Het gebied heeft tevens een belangrijke recreatieve functie. Ten noordwesten van het gebied is in de ontwikkeling van 10 ha bos en natuur voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). Aandachtssoorten Gladde slang, Dwergbloem ZLN4.32AB Koffiepoel Beschrijving Dit deelgebied bestaat uit drie delen. De drie afzonderlijke delen bestaan uit Elzenbroekbos, Berkenbroekbos en open water. Rond de Koffiepoel staat Rietmoeras en jong loofbos. Het zuidelijke deel bestaat uit natte heide en hellingveen rondom twee verzuurde vennen. In de Koffiepoel komen Alpenwatersalamader, Vinpootsalamander, Groene kikker en Rugstreeppad voor. De directe omgeving van de Koffiepoel behoort tot het leefgebied van de Levendbarende hagedis. Het natte heidegebied is goed ontwikkeld met Geelgroene zegge, Sterzegge, Kruipbrem, Liggende vleugeltjesbloem, Moerasviooltje, Blauwe zegge en Zwarte zegge. Aandachtssoorten Rugstreeppad ZLN4.33AB Roode Beek Beschrijving De hydrologische condities in het natuurgebied zijn verstoord door ontwatering, waterwinning, voormalige mijnbouwactiviteiten en klei-, zand- en grindwinning in de directe omgeving. Hierdoor is de toestroom van grondwater naar de Roode Beek de laatste decennia afgenomen en de verdroging versterkt. Het brongebied van de Roode Beek vormt het centrale en meest waardevolle deel van de Brunssummerheide. Het noordelijk gedeelte bestaat uit Berkenbroekbos, vochtige heide, een goed ontwikkelde hoogveenvegetatie en een verruigd Elzenbroekbos. Het zuidelijk gedeelte bestaat bijna volledig uit goed ontwikkeld hoogveenvegetatie rondom de bronnen van de Roode Beek. Nabij De Heikop liggen twee restanten hellingveen, deels verruigd met jonge berken. Het Heideblauwtje is in Zuid-Limburg alleen van dit gebied en het aangrenzende gebied de Brandenberg (4.32 AB) bekend. Verder komen hier de Kleine parelmoervlinder en de Hoogveenglanslibel voor. Ook Alpenwatersalamander, Vinpootsalamander, Kamsalamander, Levendbarende hagedis en Ringslang leven hier. Ornithologische waarden worden vertegenwoordigd door de Waterral, de Wintertaling, de Boomleeuwerik en de Porseleinhoen. Enkele bijzondere plantensoorten zijn Blauwe zegge, Sterzegge, Witte snavelbies, Beenbreek, Heidekartelblad en Stofzaad. In de kleine veenpoelen in het gebied stagneert het zure grondwater waardoor zich veenmoskussens hebben ontwikkeld. Hierin zijn het zeldzame Hoogveenmos en Rood veenmos aan te treffen. De Roode Beek zelf bezit een waardevolle water- en oevervegetatie. Ten zuiden van de Koffiepoel ligt een verdroogd nat schraalgrasland met vijf orchideeënsoorten en Addertong, Klein wintergroen en Rond wintergroen. De terreinen worden beheerd door middel van schapenbegrazing en periodiek maaien (en afvoeren). In de Elzenbroekbossen vinden we enkele zeldzame planten zoals Moeraswederik. In de natte en vochtige heide- en schraalgraslandrelicten komen o.a. Blauwe knoop en Klein blaasjeskruid voor. Langs de Roode Beek het enige doorstromingsveen 48 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap in Nederland ontstaan. De waterkwaliteit wordt bepaald door het zwak zure beekwater en de toestroom van grondwater uit de directe omgeving. In het zuiden van dit moeras overheersen de wilgen, meer naar het noorden toe wordt het karakter meer open en bijna volledig bepaald door een vlakdekkend veenmostapijt. Daarnaast komt hier het Mijtertje voor, een bedreigde paddestoel. Aandachtssoorten Moeraswespenorchis ZLN4.34AB Brandenberg Beschrijving De Brandenberg ligt ingeklemd tussen de Rimburgerweg en Nieuwenhagerweg en bestaat grotendeels uit goed ontwikkeld Wintereiken-Beukenbos en struikheidevegetatie die plaatselijk vergrast is. Langs de randen van het grote heideterrein komen de meest waardevolle vegetaties voor zoals natte heide, hellingveen en soortenrijk loofbos. In de natte heideterreinen staan Klokjesgentiaan en Veenbies. Lager op de helling wordt de vegetatie gedomineerd door veenmossen. Bijzondere soorten hier zijn Gewone veenbies, Beenbreek, Gewone vleugeltjesbloem, Moeraswolfsklauw, en Lavendelhei. In het voedselarme loofbos staat op één plaats Echte guldenroede. Het is leefgebied van het Heideblauwtje, de Alpenwatersalamander, de Groene kikker en de Levendbarende hagedis. De Boomleeuwerik, de Geelgors en de Groene specht zijn de enige bijzondere vogelsoorten in dit gebied. Aandachtssoorten Beenbreek ZLN4.35Rj Schrieversheide en Heihoven Beschrijving Dit agrarische gebied ligt ingeklemd tussen de bos- en heidegebieden van de Schrieversheide en de Kakert/Heihof. De glooiende, plaatselijk reliëfrijke percelen zijn grotendeels in gebruik als akkers. De kleinschaligheid wordt bepaald door de afwisseling van bos, bouwland, hoogstamboomgaarden en de aanwezigheid van eikenlanen. Aan de rand van het bos liggen enkele bloemrijke schrale graslanden. Ten noorden van Nieuwenhagen liggen een klein droog bloemrijk grasland en een poel. Er zijn akkerkruiden aangetroffen zoals Gele ganzebloem en Korenbloem. Nabij Heihof groeien Knikkende distel, IJzerhard, Harige ratelaar en Dubbelkelk in een Glanshaverhooiland. Cultuurhistorisch bijzonder zijn de oude landweren die middeleeuwse eigendomsscheidingen vormen. Bijzonder is de Veldhondstong in een berm van de Oude Landgraaf. Het gebied ligt tegen een bos aan dat behoort tot de Brunsummerheide (4.31 AB). Er kan een mantel/zoomvegetatie ontwikkeld worden om een geleidelijke overgang van bos naar open gebied te creëren. Hiervan kunnen Gladde slang en Boomleeuwerik profiteren. In het gebied is in de ontwikkeling van 27,5 ha bos voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 60 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Aandachtssoorten Dubbelkelk, Harige ratelaar ZLN4.37A Kruidenakkers Kakert Beschrijving Het betreft hier een drietal kleine akkers aan de bosranden ten noorden van Kakert. Natuurmonumenten voert hier een extensief akkerbeheer. Aandachtssoorten Korenbloem Noord Limburg Oost 49 ZLN4.38B Kakert Beschrijving De bos- en heiderelicten liggen aan de zuidgrens van de Brunssummerheide en vertonen wat vegetatiestructuur en geologische ondergrond betreft grote overeenkomsten met dit natuurgebied. Hier komen Hazelworm, Groene Specht en wellicht de Boommarter voor. Aandachtssoorten Hazelworm ZLN4.39D Heihof I Beschrijving Het bosgebied bestaat grotendeels uit relatief soortenarme loof- en naaldhoutaanplant. Plaatselijk is het oorspronkelijke Berken-Zomereikenbos en het Wintereiken-Beukenbos bewaard gebleven. In de oude loofbosrestanten staan soorten als Grote keverorchis, Mannetjesereprijs en Gewone eikvaren. Het bos is leefgebied van de Eikepage, de Groene Specht en diverse roofvogels. Aandachtssoorten Eikepage ZLN4.40B Heihof II Beschrijving Het oostelijk gelegen deel bestaat uit Wintereiken-Beukenbos en een loofhoutaanplant. Het westelijk deel bestaat grotendeels uit goed ontwikkelde Berken-Zomereikenbos en Wintereiken-Beukenbos. Voorts is hier wat jonge loof- en naaldhoutaanplant en een matig ontwikkeld droge heiderestant. In de oude loofbossen staan plaatselijk Grote keverorchis, Dalkruid en Veelbloemige veldbies. Aandachtssoorten Eikepage ZLN4.41AB Abdissenbosch Beschrijving Het bos- en heidegebied ten noorden van Abdissenbosch sluit aan op het Duitse Naturschutzgebiet (NSG) Teverenerheide. Het bestaat uit Berken-Zomereikenbos, gemengd loofbos, naaldhoutaanplant en droge heide. De heide is floristisch goed ontwikkeld, maar gedeeltelijk vergrast en met Ruwe berk en Vuilboom dichtgegroeid. Langs de Duitse grens bij de Heihof ligt een oude grind/zandgroeve met een pionierruigtevegetatie en een schraal talud. Ten westen van het bosgebied ligt een oud zandgat gevuld met water. Hier komen Rugstreeppad, Kleine watersalamander en de Vinpootsalamander voor. Ook de Levendbarende hagedis komt hier voor evenals de Groene Specht en de Geelgors. In de pioniervegetatie staat Dwergviltkruid. Langs de oever van de plas staat Noorse ganzerik. Ten oosten en ten westen van het deelgebied is in de ontwikkeling van 75 ha bos en natuur voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). Aandachtssoorten Vinpootsalamander ZLN4.42A Etzenrade II Beschrijving Dit deelgebied bestaat uit graslanden en vormt leefgebied voor Geelgors en Grote Gele Kwikstaart. Dit deelgebied zal termijn worden ondergebracht in het grensoverschrijdende natuurpark Roode Beek. Aandachtssoorten Das 50 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN4.43A Het Broek Beschrijving De bodem van het Broek bestaat uit klei en leemarm zand. Deze gronden zijn met subsidiegelden van de provincie Limburg verworven door Natuurmonumenten. Dit gebied zal onderdeel gaan uitmaken van het integraal begraasde natuurpark Roode Beek. Aandachtssoorten Bruine eikepage ZLN4.44B Bos Leiffenderveen Beschrijving ZLN1.44B betreft een klein bosje dat ingeklemd is tussen de Eindstraat, de grens en begrensde nieuwe natuur. Noord Limburg Oost 51 5. Kerkrade 5.1. Beschrijving regio Opvallend in het landschap van deze sterk verstedelijkte regio zijn de afgewerkte mijnsteenbergen Strijthagen en Beerenbosch. Van het oorspronkelijke waardevolle beekdallandschap is weinig meer terug te vinden. Van de beekdalen die het landschap doorsnijden zijn nog slechts enkele te herkennen aan het voorkomen van hoogstamfruitbomen en graslanden. Vaak zijn de beken gekanaliseerd of gedeeltelijk overkluisd. Op de plateaus liggen dunne lösslagen waaronder zich grindhoudende zanden bevinden (Maasafzettingen). Plaatselijk, op steile hellingen dagzomen deze lagen. In een groot deel van de regio komen slecht doorlatende kleilagen in de ondergrond voor. Op hellingen waar deze lagen aan de oppervlakte komen zijn bronnen ontstaan. De bronnen worden gevoed door over de kleilagen toestromend grondwater. De kwaliteit van het grondwater kan op korte afstand sterk van elkaar verschillen. Van basenrijk tot neutraal en plaatselijk sterk aangerijkt (vervuild) water. De Cranenwijer ligt in het dal van de Anselerbeek. Het gebied is binnen de Mijnstreek een van de soortenrijkste beekdalgebieden. De bronbossen en drassige graslanden bezitten vaak een bijzondere vegetatie. Bijenorchis en Rietorchis zijn enkele van de bijzondere planten die in dit gebied kunnen worden aangetroffen. In de omgeving van Dentgenbach en Strijthagen komen enkele graslanden voor met bijzondere soorten als Gevlekte orchis. In het dal van de Strijthagerbeek liggen diverse brongebiedjes. Het Wormdal, ter hoogte van Haanrade is een van de weinige beekdalen in Zuid Limburg waar nog sprake is van een dynamisch beeksysteem. Door de sterke meandering van de Worm zijn brede beddingen met grindbanken en sterk afkalvende steile oevers gevormd. De beekbegeleidende biotopen zijn voor amfibieën belangrijke leefgebieden. De Worm is in deze regio dan ook het belangrijkste leefgebied voor Alpenwatersalamander, Kamsalamander, Rugstreeppad en Vroedmeesterpad. Sinds kort wordt ook de Bever hier waargenomen. Vanaf Eygelshoven is de Worm grotendeels rechtgetrokken. De sterke verstedelijking in de regio zorgt voor afname van de infiltratie. Aangezien de intrekgebieden van de bronnen nogal klein zijn zal dit tot gevolg hebben dat het debiet van de bronnen verder af zal nemen. Ook het dempen en ophogen van natte biotopen vormt in deze regio een bedreiging voor het ontwikkelen van natuurwaarden gebonden aan vochtige tot natte omstandigheden. Binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg) is het de bedoeling dat in het Parkstad-gebied in totaal 882 ha bos en natuurgebied wordt ontwikkeld om kwetsbare natuurgebieden als de Brunssummerheide te ontlasten. Van deze 882 ha is 161,5 ha in deze regio gepland. Van belang is voorts de Inrichtingsvisie Strijthagerbeek (Heidemij Advies in opdracht van Waterschap Roer en Overmaas en Zuiveringschap Limburg). In de bovenloop van de Strijthagerbeek worden enkele vijvers bij Overste Hof opgeschoond en de verbinding tussen beek en bronnen wordt hersteld. In de middenloop zullen de vijvers flauwe oevers krijgen, de dammen tussen de vijvers worden vervangen door regelbare kunstwerken, oeverbescherming opgeruimd en inrichting van oeverzones van de beek gericht op herstel van kwelafhankelijke vegetaties. In de benedenloop worden geen inrichtingswerken voorzien. Naast deze maatregelen zal verspreid in het beekdal enkele faunapassages worden aangelegd. Het beheer zal worden gericht op verschraling zodat de botanische waarden worden behouden of verhoogd. 5.2. Ontwikkelingsrichting regio De volgende ontwikkeling wordt nagestreefd: • Omvormen van loofhoutaanplanten tot meer natuurlijke bossen indien nodig. • Aanleg van mensgerichte natuur en bos. • Beter benutten van het kwelwater door retentie zodat de ontwikkeling van kwel afhankelijke vegetaties wordt gestimuleerd. • Beken een meer natuurlijk karakter geven door herinrichting. • Behoud, herstel en aanleg van kleine landschapselementen zodat het beekdallandschap weer duidelijk herkenbaar aanwezig is. 52 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap 5.3. Beschrijving deelgebieden ZLN5.01B Rimburgerbos Beschrijving Het betreft een oud loofbos op de oosthelling van het Wormdal. Het structuurrijke bos bestaat voor een groot deel uit verruigd Wintereiken-Beukenbos. Daarnaast komen er goed ontwikkeld Eiken-Haagbeukenbos en een populierenaanplant voor met onder meer Fraai hertshooi. In het bos liggen enkele holle wegen. Het bos is van bijzondere betekenis voor vleermuizen en gemeentelijk vleermuizenreservaat. Er komen vier soorten voor: Watervleermuis, Rosse vleermuis, Gewone grootoorvleermuis en Bosvleermuis. Daarnaast leven in het gebied Eikepage en Groentje. Het Rimburgerbos is van betekenis voor aan bossen en bosranden gebonden avifauna. Zo komen er diverse roofvogels, Groene specht, Geelgors en Europese kanarie voor. Het is leefgebied van de Hazelworm. Opmerkelijke zoogdieren zijn Boom- en Steenmarter. Aandachtssoorten Fraai hersthooi ZLN5.02Rj Rimburg Beschrijving Dit kleinschalig cultuurlandschap bestaat uit de graslanden rondom het Rimburgerbos. De percelen ten oosten van het bos zijn plaatselijk steil. Op diverse plaatsen zijn holle wegen, heggen en hoogstamboomgaarden aanwezig. Nabij grenspaal 243 en het recreatieterrein langs de Maastrichterweg liggen enkele bloemrijke graslanden met op de hellingen Muizenoor en Grasklokje. Het recreatieterrein bestaat deels uit droog tot plaatselijk vochtig grasland met ondermeer Muskuskaasjeskruid en Rechte ganzerik. In één van de graslanden ligt een door het IVN onderhouden poel. In dit deelgebied en deelgebied 5.03 is in de ontwikkeling van 105 ha natuur en bos voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). (Een deel is recent aangekocht door Natuurmonumenten). Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 30 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden voor de gemeenten Kerkrade en Landgraaf om in dit deelgebied bos te ontwikkelen. De aanwijzing als ruime jas beheersgebied conflicteert niet met de ontwikkeling van nieuw bos. Binnen het doeltype Droog kruidenrijk grasland bevinden zich tevens de overige doeltypen, vandaar dat het percentage de 100% overstijgt. ZLN5.04F Wormdal Beschrijving (zie ook deelgebied 5.07 C) Het Wormdal vormt een natte ecologische verbindingszone met bijzondere floristische en faunistische waarden. Het geldt als één van de weinige overgebleven voorbeelden in ZuidLimburg van een dynamisch beeksysteem. Langs de Worm zijn plaatselijk grindige vochtige ruigten, restanten Elzenbroekbos, elzen- en populierenaanplanten aan te treffen. Ten zuiden van Kasteel Rimburg ligt een visvijver. In de berm van het pad ten zuiden van deze vijver staat Knolsteenbreek. Ter hoogte van Haanrade is de flora langs de rivier soortenrijk. De rivierbegeleidende begroeiing bestaat hier uit bloemrijke ruigten, soortenrijk moeras, nat grasland en wilgenstruweel. In deze gevarieerde vegetatie staan ondermeer Kleine watereppe en Adderwortel. De Kleine ijsvogelvlinder is waargenomen in het Wormdal. Het Wormdal is kerngebied voor amfibieën, alhoewel hun aantallen sinds midden jaren '80 sterk zijn teruggelopen. In het gebied zijn Kamsalamander, Vroedmeesterpad, Alpenwatersalamander en Rugstreeppad aanwezig. De Hazelworm en de Ringslang zijn eveneens bekend van het Wormdal. Ook voor de avifauna is het Wormdal van betekenis. IJsvogel, Nachtegaal, Grote gele kwikstaart en Wintertaling komen in het gebied voor. De waterkwaliteit van de Worm is de laatste jaren verbeterd. In de beek zijn Barbeel en Kopvoorn weer waargenomen. Bijzonder is verder het voorkomen van de Bever. Aandachtssoorten Bever Noord Limburg Oost 53 ZLN5.05K Spoor ter hoogte van Haanrade Beschrijving Zowel het spoorwegemplacement Haanrade als het traject tussen de kilometerpalen 25 en 26 zijn floristisch interessant. Op het emplacement zijn Driedistel, Boslathyrus, Stijf vergeet-mij-nietje de belangrijkste soorten. Langs de spoorbaan staan Steenbreekvaren, Bont kroonkruid, Boslathyrus en Echte guldenroede. Aandachtssoorten Bont kroonkruid, Stijf vergeet-mij-nietje ZLN5.06Gb In Wormdal Beschrijving Een akker en grasland in het Wormdal ten zuidoosten van Haanrade. ZLN5.07C Project "Grensworm" Beschrijving (zie ook 5.04 F) Het gebied bestaat uit enkele vochtige graslanden met plaatselijk elzenopslag aan weerszijden van de spoorlijn Heerlen - Aken. Door de vrije meandering van de Worm is er sprake van een grote morfologische verscheidenheid en dynamiek. Sinds kort wordt de Bever in het Wormdal waargenomen. Door het Waterschap Roer en Overmaas, de Stadt Herzogenrath en de Kreis Aachen is het gebied opnieuw ingericht en een begrazingsproject opgestart. Aandachtssoorten Adderwortel ZLN5.08D Eikenbosch Beschrijving Het Eikenbosch is een hellingbos op de noordelijke dalwand van de Strijthagerbeek. Grotendeels bestaat het uit soortenarm, met braam verruigd Wintereiken-Beukenbos en oude loofhoutaanplant. Op beperkte schaal zijn droge heide en heischraal grasland bewaard gebleven. Floristisch waardevol is enkel de onderste bosstrook langs het spoor. Naast de ook elders in het bos voorkomende soorten als Dalkruid, Lelietje-derdalen en Veelbloemige veldbies zijn hier enkele groeiplekken van Echte guldenroede aanwezig. Aandachtssoorten Echte guldenroede ZLN5.09Gb Landgraaf Beschrijving Het beheersgebied bestaat uit de graslanden en akkers op de noordelijke dalwand van de Strijthagerbeek tussen het Eikenbosch en het Hulsbosch. De kleinschaligheid wordt bepaald door de nabijheid van de genoemde bossen en enkele holle wegen en graften. Het gebied heeft vooral een landschappelijke waarde. (Een deel van het gebied is aangekocht door Natuurmonumenten). ZLN5.10B Hulsbosch Beschrijving Het betreft een hellingbos tussen Eygelshoven en Nieuwenhagen. Het bos dateert grotendeels van voor 1800. Evenals het Eikenbosch bestaat het grotendeels uit met braam en adelaarsvaren verruigd Wintereiken-Beukenbos en oude loofhoutaanplanten. Enkel de kern van het bos en het onderste bosgedeelte langs het spoor bestaan uit relatief goed ontwikkeld droog, voedselarm Berken-Zomereikenbos. Interessant is de vondst van Heelkruid. Aandachtssoorten Heelkruid 54 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN5.11AB Schouffertsbosch Beschrijving Het Schouffertsbosch ligt in het verlengde van het Hulsbosch. In het bos liggen twee bronnen. Naast loofhoutaanplanten komen Wintereiken-Beukenbos, Eiken-Haagbeukenbos en Vogelkers-Essenbos voor. De Groene specht vindt in het bos een geschikt leefgebied. Incidenteel wordt de Levendbarende hagedis waargenomen. ZLN5.12C De Schoffel Beschrijving Tussen de spoorlijnen Landgraaf - Herzogenrath en Landgraaf - Nieuwenhagen ligt de mijnsteenberg Laura. Deze mijnsteenberg zal te zijner tijd worden afgegraven en het mijnsteen wordt afgevoerd. Het onderliggende zand afkomstig uit het Mioceen zal worden ontgraven, waardoor twee plassen zullen ontstaan. Rondom deze plassen zal beplanting komen en het terrein zal toegankelijk worden gemaakt voor extensieve recreatie. Aan de zuidzijde van beide plassen komen natuurvriendelijke oevers in combinatie met natte laagten. Op de PES-kaart wordt dit aangegeven als nieuwe natuur. In het terrein komt de Vroedmeesterpad voor. Aandachtssoorten Vroedmeesterpad ZLN5.13D Voormalige groeve Eygelshoven Beschrijving De voormalige groeve zal worden volgestort met grond en vervolgens worden beplant met bos. ZLN5.14D Bos nabij de spoorlijn Landgraaf - Eygelshoven Beschrijving Het betreft hier grotendeels een loofhoutaanplant. Verder is er een verruigd restant Eiken-Haagbeukenbos, een Wintereiken-Beukenbos en struweel aanwezig. De Nachtegaal en de Boomleeuwerik zijn hier waargenomen. Het bufferbassin in het gebied wordt buiten de begrenzing gelaten. Op een warme, open plek langs de noordrand van het bassin staat het in Limburg vrij zeldzame Dwergviltkruid. ZLN5.16AB Strijthagerbeekdal Beschrijving Rond Strijthagen en bij Hopel bestaat de beekbegeleidende vegetatie uit Parelgras-Beukenbos, EikenHaagbeukenbos en hooiland. Floristisch het meest waardevol is het Bronbos nabij de Winselerhof. Het grootste deel van de bossen bestaat uit relatief jonge loofhoutaanplant en soortenarm Beukenbos. Op de oost- en westhelling liggen droge en vochtige kruidenrijke graslanden. De bovenloop van de Strijthagerbeek en de bronbosvegetaties zijn bijzonder soortenrijk. Zo komen hier Paarbladig goudveil, Verspreidbladig goudveil en Moesdistel voor. De graslanden in het westen ontwikkelen zich tot Kamgrasweiden met Ruige lathyrus en Grote ratelaar. De vochtige graslanden langs de beek groeien plaatselijk dicht met Elzen en Wilgen. Het gebied is rijk aan dagvlinders. De meest bijzondere soorten zijn Sleedoornpage en Boswitje. Het beekdal is leefgebied van de Rugstreeppad en de Levendbarende hagedis. Naast diverse roofvogels komen er IJsvogel, Grote gele kwikstaart, Groene specht, Kramsvogel en Wintertaling voor. In het gebied liggen enkele historische gebouwen zoals twee monumentale boerenhoeven en het kasteel Strijthagen. Bij het kasteel ligt een ijskelder. Het is de bedoeling dat tussen het Pinkpopterrein en Kasteel Strijthagen een internationale kasteeltuinencomplex wordt aangelegd in opdracht van Kasteeltuinen Arcen. Een gedeelte van de landbouwenclaves wordt door Natuurmonumenten bebost. Volgens het Inrichtingsplan Gravenrode moet het gebied meer bebost worden. Het voormalige beheersgebied Rouwenhof is aan de noordwestelijke hoek van dit deelgebeid toegevoegd. Aandachtssoorten Sleedoornpage, Wilde akelei Noord Limburg Oost 55 ZLN5.17Gb De Schoffel - Hopel II Beschrijving In het deelgebied De Schoffel - Hopel zijn Ruw vergeet-mij-nietje, Bijenorchis, Donderkruid en Vijfdelig kaasjeskruid aangetroffen op bloemrijke graslanden. Op de taluds van de door het gebied lopende weg heeft zich een droge grazige vegetatie ontwikkeld. De Rugstreeppad leeft in dit beheersgebied van zes hectaren. Aandachtssoorten Bijenorchis, Donderkruid ZLN5.19B Burgemeester Boyensbos Beschrijving Het reliëfrijke oude loofbos is een voortzetting van het Kaffebergerbos. Het bestaat grotendeels uit Wintereiken-Beukenbos. Op de lagere hellingdelen langs de Anselderbeek komen verruigd EikenHaagbeukenbos en een met brandnetel verruigd Vogelkers-Essenbos voor. Floristisch gezien is de Anselderbeek slecht ontwikkeld evenals het aangrenzende loofbos. De oude loofbosgedeelten zijn beter ontwikkeld; hier komen o.a. Dalkruid en Lelietje-der-dalen voor. Grote delen echter hebben een soortenarme, met braam verruigde ondergroei. Aandachtssoorten Echte guldenroede ZLN5.21AB Kaffebergerbos Beschrijving Het bos ligt rondom het stuwmeer Cranenweyer. Het hellingbos is opvallend rijk aan bron- en kwelvegetaties. Het vochtige karakter van het gebied wordt veroorzaakt door de slecht waterdoorlatende kleilagen in de ondergrond. De bovenlaag bestaat grotendeels uit grindig zand. Op de meeste plaatsen liggen de bronmilieus slechts enkele meters boven het niveau van het stuwmeer. Het water is over het algemeen licht zuur, maar bij de bronnen basisch. Net als het Strijthagerbeekdal is het dal asymmetrisch. De bossen op de lagere delen van de helling bestaan voor een belangrijk deel uit goed ontwikkeld Bronbos en Parelgras-Beukenbos. De steile en hoger gelegen hellingdelen zijn bedekt met Wintereiken-Beukenbos en gemengd droog loofbos. Op enkele plaatsen langs het stuwmeer bestaat de oevervegetatie uit Wilgenstruweel, Elzenbroekbos, natte ruigtevegetatie en een klein bronmoeras. Een klein deel van het oorspronkelijke loofbos is vervangen door loofhoutaanplant van voornamelijk populieren, elzen en essen. De graslanden bestaan uit soortenrijk vochtig grasland en Dotterbloemgrasland. In het gebied komen IJsvogel, Europese kanarie, Groene specht en Nachtegaal voor. In het bos leven diverse roofvogels. In de Anstelvallei is één van de grootste populaties van de Gevlekte orchis in Zuid Limburg aanwezig. Het betreft hier een bronweitje ten oosten van het zuidelijke stuwmeer. Plaatselijk langs het meer komen kleine relicten bronmoeras en nat grasland voor. In de loofbossen ten zuiden van Oud Ehrenstein staat Tongvaren. In de loofhoutaanplanten in het noorden staat Gevlekt longkruid. In het Wintereiken-Beukenbos staat Dubbelloof. Het gebied kent een hoge recreatiedruk. Aandachtssoorten Paarbladig goudveil, Gevlekte orchis, Dubbelloof ZLN5.23Gb Ehrenstein Beschrijving Het beheersgebied bestaat uit enkele vochtige graslanden en plaatselijk droge, bloemrijke graslanden. Nabij kasteel Nieuw Ehrenstein ligt een amfibieënpoel. Tevens liggen in dit gebied vier bronnen. In de graslanden rondom de poel staat o.a. Brede Orchis. Het Bruin dikkopje en het Dambordje zijn waargenomen in deze graslanden. Binnen het Inrichtingsplan Gravenrode is aanleg van bos, boomgaarden en hagen voorzien. Aandachtssoorten Bruin dikkopje 56 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN5.25AB Dentgenbach - Kaalheide Beschrijving Dit diep ingesneden beekdal vormt een van de brongebieden van de Anselderbeek. Het bestaat uit Elzenbronbos, Vogelkers-Essenbos, en op de drogere delen verruigd Wintereiken-Beukenbos en loofhoutaanplanten. Langs de noordoever van de bronbeek komen diverse goed ontwikkelde moerassige hooilanden, bloemrijk vochtig grasland en vochtige ruigtevegetaties voor. In het westelijk deel ligt een visvijver. Het drassige karakter van het dal wordt veroorzaakt door de ondiep liggende en plaatselijk dagzomende slecht doorlatende kleilagen. Plaatselijk sijpelt het bronwater langs de helling. Het bronwater is ijzerhoudend. In de hooilanden en op de drassige dalbodems komen o.a. Moeraszegge, Gewone dotterbloem en Holpijp voor. Bijzondere plantensoorten in de Elzenbronbossen en Vogelkers-Essenbossen zijn Boswederik en Verspreidbladig goudveil, Moerasstreepzaad en Reuzenpaardenstaart. In het bos leeft de Groene specht. De beek ontspringt in stedelijk gebied en fungeert als riooloverstort voor regenwater waardoor periodiek voedselrijk water door de beek stroomt. Aandachtssoorten Verspreidbladig goudveil ZLN5.26F Anselderbeek en Vloedgraaf Beschrijving De ecologische verbindingszone ligt ten zuiden van Oud Ehrenstein onder aan de steile dalwand van het Hambos. Het bestaat grotendeels uit vochtige graslandpercelen rondom de Hamhoeve met enkele hoogstam fruitbomen. Verscholen in een inham in het Hambos ligt een door kwel gevoed hooiland. Langs de Vloedgraaf liggend bloemrijke vochtige en droge graslanden omzoomde zijbeek. De graften langs de zuidrand van de Vloedgraaf zijn over het algemeen met struweel en bomen begroeid. Langs de Vloedgraaf is ongeveer vijf hectaren natuurontwikkeling gepland. Bijzonder is het drassige, kalkarme hooilandje dat gezien haar soortenrijkdom potenties heeft om zich tot blauwgrasland te ontwikkelen. Onder de vele soorten komen een aantal bijzondere soorten voor zoals Bleke zegge en Blauwe zegge. Geelgors en Patrijs komen er voor als broedvogel. Binnen Inrichtingsplan Gravenrode wordt onder meer de Hammolenweg omgevormd tot een 2,5 km lange bomenlaan. Aandachtssoorten Gevlekte orchis ZLN5.27B Hambos Beschrijving Het Hambos vormt de voortzetting van het helling- en beekdalbos rond Cranenweyer - Ehrenstein. Over het algemeen liggen de bossen hier op een steile en voedselarme helling en bestaan dan uit soortenarm Wintereiken-Beukenbos en gemengd loofbos. Slechts op enkele plaatsen langs de Anselderbeek liggen restanten Vogelkers-Essenbos, verruigd Eiken-Haagbeukenbos en verruigd Gierstgras-Beukenbos. Het Vogelkers-Essenbos wordt deels getypeerd als bronbos. Er is één groeiplaats van Gevlekt longkruid. Aandachtssoorten Paarbladig goudveil ZLN5.28D Vink (Haanrade) Beschrijving Vink is een voormalige bruinkoolgroeve. Nu bestaat het gebied uit loofhoutaanplant, een klein restant oud Wintereiken-Beukenbos en in het noordoosten, op een kwelplaats verruigd Vogelkers-Essenbos. Tussen de verschillende bospercelen liggen enkele bloemrijke graslanden, vochtige ruigten en Wilgenstruweel. De bossen zijn over het algemeen sterk verbraamd. Voor wat betreft avifauna is het een waardevol gebied voor Europese kanarie, Groene specht en in de vochtiger bosgedeelten de Nachtegaal. Noord Limburg Oost 57 ZLN5.29D Beerenbosch Beschrijving Het Beerenbosch bestaat uit een afwisseling van gemengde loof- en naaldhoutaanplanten, WintereikenBeukenbos en Eiken-Haagbeukenbos. Op enkele plaatsen zijn kleine hooilanden en droge ruigtes aan te treffen. Er is een kalkminnende flora aanwezig. In open plekken in de vrij jonge aanplanten staan planten als Grote tijm, Donderkruid en Driedistel. Het bos is leefgebied van de Groene specht. Ten zuiden van dit deelgebied is in de ontwikkeling van 18 ha bos en natuur voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). Aandachtssoorten Grote tijm ZLN5.30B Bosquet Rolduc Beschrijving De vochtige loofbossen maken deel uit van het landgoed Rolduc waartoe ook de abdij en terrasvormige vijvers horen. Plaatselijk is in het bos een bronbosvegetatie aanwezig. Voor het overgrote deel bestaan het bos uit Gierstgras-Beukenbos, Wintereiken-Beukenbos en gemengde loofhoutaanplanten. Daarnaast zijn er lanen, eeuwenoude beuken en Rododendronstruwelen. Floristisch gezien zijn de Essenbronbossen het best ontwikkeld, maar ook deze zijn voor een groot deel met brandnetel verruigd. Bosanemoon en Gevlekt longkruid zijn de belangrijkste soorten. Het is leefgebied van de Hazelworm en van de Groene specht. Aandachtssoorten Hazelworm ZLN5.32F Miljoenenlijn Kerkrade Centrum - Spekholzerheide Beschrijving De vegetatie tussen Kerkrade-Centrum en het spooremplacement Spekholzerheide bestaat grotendeels uit bloemrijke bermen en met berken en struweel begroeid talud. Kleinere delen bestaan uit wilgenstruweel, droge ruigten en droog voedselarm grasland. Tussen de Wimlehoeve en Kerkrade ligt ten zuiden van het spoor een soortenarm loofbosaanplant en bloemrijke schrale graslanden. Bijzondere planten zijn hier Wondklaver en Muskuskaasjeskruid. De droge graslanden ten zuiden van het spoor ontwikkelen zich langzaam tot Glanshaverhooiland. De bijzondere soorten hier aangetroffen zijn Vijfdelig kaasjeskruid en Rond wintergroen. In de struwelen rondom deze graslanden leven Geelgors, Groene specht en Europese kanarie. Op het voormalig mijnterrein Willem-Sofie staat Druifkruid. Aandachtssoorten Rond wintergroen, Druifkruid ZLN5.33F Miljoenenlijn Emplacement Spekholzerheide Beschrijving Tussen de sporen bestaat de vegetatie uit droge stenige ruigten met struik- en boomopslag en schraalgraslandvegetaties, Glanshaverhooiland en droog schraalgrasland. Met name aan de randen is het emplacement dichtgegroeid met jonge aanplant van Berken. Het emplacement is floristisch gezien van groot belang. Zo staat er Smalle raai, Klein wintergroen, Wondklaver, Stijve ogentroost en Noorse ganzerik. In een vochtig graslandje en in het aangrenzende Berkenbosjes staat de Rietorchis. Tevens is hier een kleine populatie Bosorchis aanwezig. Het emplacement is leefgebied van de Rugstreeppad. Aandachtssoorten Smalle raai, Rietorchis 58 Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap ZLN5.35Gb Wimlehoeve Beschrijving Het gebied bestaat uit reliëfrijke weilanden met diverse graften en steilranden. Nabij de hoeve Mittelfrohnrath ligt een bron- en kwelplaats in een drassig hooiland. Floristisch het meest interessant is een hooiland waarin Gewone dotterbloem, Bittere veldkers en Tweerijige zegge de meest bijzondere soorten zijn. Aandachtssoorten Gewone dotterbloem ZLN5.36AB Peschbeemden Beschrijving Het reliëfrijke, steile gebied ligt op de oosthelling van de Bleijerheiderbeek. De helling is ongeveer 30 meter hoog en rijk aan bron- en kwelplaatsen. De graslandvegetaties bestaan uit Glanshaverhooilanden langs de beek, droog bloemrijk grasland op de helling, twee kleine natte schraalgraslanden en een bloemrijk vochtig grasland nabij de kwelplaatsen. Bijzonder is het kleine relict vochtige heide en een hellingveentje. In Limburg komen verder nog slechts twee hellingveentjes voor in het Kathagerbroek en de Brandenberg; een reden om er zuinig op te zijn. De bossen bestaan uit Wintereiken-Beukenbos, loofbosaanplanten en enkele populierenaanplanten. Langs de helling stroomt een goed ontwikkeld bronbeekje waarlangs onder meer Moerasstreepzaad staat. Op de helling gelegen graslanden staan Knolsteenbreek en Voorjaarszegge. In het bos, op een nat deel van de helling staan o.a. Dwergzegge en Geelgroene zegge. In het hellingveentje kwamen in 1983 Bleke zegge, Zeegroene zegge, Blauwe zegge, Tandjesgras, Duizendguldenkruid, Late ogentroost en Voorjaarszegge voor, maar het is niet bekend of deze soorten tegenwoordig nog steeds voorkomen. Op een muur van het nabijgelegen kerkhof is Gebogen driehoeksvaren aangetroffen. Aandachtssoorten Dwergzegge, Gebogen driehoeksvaren ZLN5.38F Miljoenenlijn Spekholzerheide - A76 Beschrijving Dit baanvak is ongeveer anderhalve kilometer lang en ligt op een hoog talud. De vegetaties bestaan grotendeels uit soortenarme jonge aanplant van Berken en Acacia's op de noordhelling en vochtige, ruige graslandvegetaties op de zuidhelling. De bermen van de spoorlijn zijn steniger en daardoor warmer en droger dan de taluds. Over het algemeen zijn deze bloemrijk met de volgende bijzondere soorten Rode ogentroost, Kleine ratelaar, Brede groene bermzegge en Noorse ganzerik. Aandachtssoorten Brede groene bermzegge, Noorse ganzerik Noord Limburg Oost 59