Stimuleringsplan - Provincie Limburg

advertisement
Stimuleringsplan
Zuid Limburg Noord
GEBIEDSBESCHRIJVINGEN ZUID LIMBURG NOORD
2
1
1.1
1.2
1.3
HET IJZERENBOSCH EN HET LIMBRICHTERBOSCH
3
Beschrijving regio ......................................................................................................................... 3
Ontwikkelingsrichting regio .......................................................................................................... 3
Beschrijving deelgebieden ........................................................................................................... 5
2
2.1
2.2
2.3
Het Geleenbeekdal van Sittard tot Hoensbroek
17
Beschrijving regio ....................................................................................................................... 17
Ontwikkelingsrichting regio ........................................................................................................ 18
Beschrijving deelgebieden ......................................................................................................... 19
3
3.1
3.2
3.3
HEERLEN
30
Beschrijving regio ....................................................................................................................... 30
Ontwikkelingsrichting regio ........................................................................................................ 31
Beschrijving deelgebieden ......................................................................................................... 32
4
4.1
4.2
4.3
de Brunssummerheide en De Schinveldse bossen
39
Beschrijving regio ....................................................................................................................... 39
Ontwikkelingsrichting regio ........................................................................................................ 40
Beschrijving deelgebieden ......................................................................................................... 41
5
5.1
5.2
5.3
Kerkrade
52
Beschrijving regio ....................................................................................................................... 52
Ontwikkelingsrichting regio ........................................................................................................ 52
Beschrijving deelgebieden ......................................................................................................... 53
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
1.
HET IJZERENBOSCH EN HET LIMBRICHTERBOSCH
1.1.
Beschrijving regio
Het overgrote deel van de regio ligt in de Centrale Slenk. Deze, door tektonische bewegingen verzonken
geologische eenheid wordt begrensd door de Feldbiss in het zuiden en de Peelrandbreuk in het noorden. De
regio is het overgangsgebied van het rivierklei- en zandlandschap (laagterrasgebied) in het noorden naar het
plateaulandschap (lössgebied) in het zuiden. In het verleden werd de regio doorsneden door enkele vrij
meanderende beken waardoor er ondiepe en smalle beekdalen zijn ontstaan. In het verlengde van deze
oude beekdalen liggen oude stroomgeulen van de Maas. Door de aanleg van het Julianakanaal is de invloed
van de Maas op de oude stroomgeulen verdwenen. Langs de huidige watergangen, in de oude beeklopen
en in de oude maasmeanders treedt kwelwater naar buiten. Dit is onder meer het geval in de bosgebieden 't
Hout en het IJzerenbosch.
Ten oosten van het Julianakanaal liggen, tussen de beekdalgronden, voedselrijke zavel- en kleigronden. Dit
zijn oude rivierkleiafzettingen van de Maas. Deze gronden zijn vaak al eeuwenlang in gebruik bij de
landbouw. In een zone rondom Susteren is het landschap kleinschalig door de aanwezigheid van vele
landschapselementen zoals watergangen en kleine bossen en opgaande lijnvormige begroeiingen.
Aansluitend liggen enkele grotere bosgebieden zoals het IJzerenbosch, het Taterbosch en 't Hout. Ten
noorden van Dieteren en ten zuiden van Oud-Roosteren heeft het landelijk gebied een meer grootschalig
karakter. Melkveehouderij, opengrond tuinbouw, akkerbouw en op enkele plekken fruitteelt zijn daar de
belangrijkste vormen van landgebruik.
In veel van de natuurgebieden is sprake van verdroging. Met name in 't Hout en het IJzerenbosch vormt dit
een bedreiging voor de goed ontwikkelde vegetaties. De grondwaterstanddaling wordt voornamelijk
veroorzaakt door grondwateronttrekking door industrie, landbouw en de drinkwatervoorziening. Vrijwel de
gehele regio ligt in een grondwaterbeschermingsgebied. In de bossen ten zuiden van Susteren is een gebied
aangewezen voor waterwinning. De A2, het Julianakanaal en de N295 vormen grote hindernissen voor
uitwisseling van soorten tussen het Maasdal en de natuurgebieden Taterbosch, de Doort, het IJzerenbosch
en het Haeselaarbroek.
De natuurgebieden zijn voornamelijk te vinden in oude maasmeanders, langs beken en waterlopen. Er zijn
waardevolle bossen aanwezig zoals een goed ontwikkeld Eiken-Haagbeukenbos met een kenmerkende
voorjaarsvegetatie. Op enkele plaatsen, met name in broekbossen, zijn populieren aangeplant. Verder
komen er enkele kleine moerassen voor. Boomkikker, IJsvogel en Kleine parelmoervlinder zijn enkele van de
bijzondere soorten die zijn te vinden in de regio. De Boomkikker is een ernstig bedreigde soort in Limburg.
De enige levensvatbare populatie bevindt zich in de omgeving van Echt. Het voortplantingsbiotoop van de
Boomkikker bestaat uit wateren met ondiepe delen, rijke watervegetatie, open ligging (zoninstraling) en
enige oeverbegroeiing. Het landbiotoop bestaat uit op het zuiden gerichte houtwallen, struiken en bosranden
met o.a. bramen.
1.2.
Ontwikkelingsrichting regio
Voor de regio wordt de volgende ontwikkeling voorgesteld:
• aaneenschakeling van de Doort met het Taterbosch;
• versterken onderlinge samenhang tussen de bossen ten zuiden van Susteren;
• grensoverschrijdende relaties versterken nabij het IJzerenbosch;
• waar mogelijk hermeandering van beken;
• behoud, herstel en uitbreiding van het boomkikkerbiotoop;
• behoud, herstel en verdere ontwikkeling van Essen-Iepenbos, Eiken-Haagbeukenbos en VogelkersEssenbos;
• ontwikkelen van soortenrijke graslanden;
• omvormen van populierenaanplant en bestaand bos naar meer natuurlijk bos;
• opheffen barrières wegen en waterlopen door het aanleggen faunavoorzieningen zodat uitwisseling
tussen de deelgebieden mogelijk wordt gemaakt of wordt versterkt;
Noord Limburg Oost
3
In de regio zijn veel ontwikkelingen gaande op het gebied van de ruimtelijke ordening. In de
ontwikkelingsplannen Landschapspark De Graven en Landschapspark Susteren zijn deze ontwikkelingen
uitgewerkt in relatie tot natuur, bos en landschap. De ecologische samenhang tussen bestaande en nieuwe
bos- en natuurgebieden wordt behouden en versterkt. Er zijn kleine landschapselementen en
(helling)bossen gepland en er zijn voorstellen om beken en waterlopen opnieuw in te richten. De ideeën uit
de hiervoor genoemde plannen zijn zoveel mogelijk opgenomen in de beschrijvingen van de deelgebieden.
Het is echter, gezien het verschil in gedetailleerdheid tussen de verschillende planvormen, niet mogelijk en in
een enkel geval ook niet wenselijk om een exacte vertaling te maken naar natuurdoeltypen. Vandaar dat hier
ook een algemeen uitgangspunt is geformuleerd. Namelijk dat bij de uitvoering van de voorgestelde ideeën
natuurlijke processen zoals hermeandering en spontane ontwikkeling van de vegetatie in de natte delen
voorrang dienen te krijgen. Voor de (helling)bossen wordt gekozen voor een natuurgerichte inrichting waarbij
de potentieel natuurlijke vegetatie het uitgangspunt is.
4
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
1.3.
Beschrijving deelgebieden
ZLN1.01F
De Geleenbeek ten noorden en oosten van Oud-Roosteren
Beschrijving
De verbindingszone ligt langs de gekanaliseerde Geleenbeek. Plaatselijk liggen enkele extensief beheerde
percelen vochtig grasland en enkele beekbegeleidende bosjes.
ZLN1.02B
Zuidrand De Doort
Beschrijving
Het gebied maakt deel uit van het natuurkerngebied Taterbosch/De Doort. Het noordwestelijk deel van het
bos is een weinig waardevolle populierenaanplant. De rest bestaat uit redelijk ontwikkeld broekbos dat
doorplant is met populieren. Ongeveer de helft van dit deel van het broekbos is verdroogd en mede daardoor
verruigd met brandnetels. Door dit verdroogde en verruigde broekbos loopt de Coppelveldgraaf. Een
waterloop waarvan de oever- en watervegetatie slecht ontwikkeld is. In de populierenaanplant liggen drie
poelen, alledrie zijn nu verdroogd. Ook in dit deel van de Doort komt de Boomkikker voor. De smalle strook
oeverruigte langs de Middelsgraaf is vooral van belang voor vlinders. De Doort is waardevol voor vogels van
(vochtige) loofbossen, bosranden, oevers en struwelen.
Aandachtssoorten
Boomkikker
ZLN1.04C
Bosweg
Beschrijving
Het natuurontwikkelingsgebied ligt in een oude Maasmeander. Het is grotendeels in gebruik als grasland dat
onder invloed staat van kwelwater. Het is een belangrijk onderdeel in de ecologische verbinding tussen de
Doort en het Taterbosch. Floristisch interessant is de Coppelveldgraaf. Het is leefgebied van de
Levendbarende hagedis.
Aandachtssoorten
Boomkikker
ZLN1.05Cp
De Visvijver
Beschrijving
Het reservaatgebied ligt in dezelfde oude Maasmeander als deelgebied 1.04. Ook hier is de invloed van
kwelwater in het grasland duidelijk te merken. Het maakt deel uit van het natuurkerngebied
Taterbosch/Doort. Floristisch interessant is de Coppelveldgraaf. Het is leefgebied voor de Levendbarende
hagedis. De visvijver, grenzend aan het Taterbosch, is ornithologisch waardevol. Daarnaast heeft de
visvijver en directe omgeving een goed ontwikkelde vegetatie met soorten als Gewone agrimonie, Tweerijige
zegge, Kransvederkruid, Zeegroene rus en Kattedoorn. Ten noordoosten van de visvijver ligt een kleine
poel. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan.
Aandachtssoorten
Kransvederkruid, Levendbarende hagedis
ZLN1.06Gb
Dieterderbosch
Beschrijving
Dit beheersgebied grenst aan het Taterbosch en het reservaatgebied langs de visvijver (1.05 C). Het gebied
maakt deel uit van het natuurkerngebied Taterbosch/Doort.
Aandachtssoorten
Nachtegaal, Boomkikker
Noord Limburg Oost
5
ZLN1.07AB
Taterbosch
Beschrijving
Het bos ligt in een oude stroomgeul van de Maas. Het betreft een vochtig loofbos (deels Elzenbroekbos) dat
voor een deel doorplant is met populieren. Het bos is redelijk ontwikkeld. Waarschijnlijk zijn verdroging en
vermesting de oorzaak van verruiging van een deel van het broekbos. Het bos wordt gevoed door
voedselrijk, vervuild water (gedeeltelijk kwelwater). Er treden sterke schommelingen op in de
grondwaterstand. Bijzondere soorten die in het bos staan zijn Grote Boterbloem en Oeverzegge. Aan de
randen van het bos liggen kleine percelen extensief beheerd vochtig grasland. In het Taterbosch liggen twee
waardevolle moerassen. In het gebied leven vleermuizen, Boomkikker, Levendbarende hagedis en
Nachtegaal.
ZLN1.08F
Geleenbeek tussen Wolfrath en Roosteren
Beschrijving
Een smalle strook grasland langs de gekanaliseerde Geleenbeek. Langs de westoever ligt een dijkje met
daarop loofhoutaanplant. Verspreid liggen kleine percelen loofbos. In het gebied tussen de A2 en de N295
zijn nog belangrijke natuur- en landschapswaarden aanwezig.
ZLN1.09F
Vloedgraaf tussen 't Hout en Oud-Roosteren
Beschrijving
Smalle strook grasland aan weerszijden van de Vloedgraaf. In het zuidelijke deel liggen langs de beek kleine
percelen loofhoutaanplant. De herinrichting van het traject tussen Rijksweg N295 en de RWZI Susteren zal
in 2001 worden afgerond.
ZLN1.10F
Roode Beek tussen Susteren en Roosteren
Beschrijving
De beek in dit deel is grotendeels genormaliseerd. Ten noorden van Susteren liggen de restanten van twee
oude watermolens.
ZLN1.13B
Körbusch II
Beschrijving
Verspreid in het gebied liggen kleine populierenbossen. De bossen zijn verruigd met brandnetel. In een van
de bosjes handhaaft zich Herfsttijloos.
Aandachtssoorten
Nachtegaal
ZLN1.16B
Bos Wolfrath
Beschrijving
Het is een goed ontwikkeld loofbos. Het maakt deel uit van het 18e eeuws landgoed Wolfrath (1.14). Om het
gebied heen stroomt de Lindbeek. Deze watergang is floristisch goed ontwikkeld. Er zijn waarnemingen
bekend van Levendbarende hagedis, Kleine watersalamander, Ree en Wild zwijn. Het bos is een belangrijk
gebied voor o.a. Groene Specht en Nachtegaal.
ZLN1.17B
Bosgebied Overslagweg
Beschrijving
Het gebied bestaat uit een populierenbos en een moeras. Plaatselijk is verruiging opgetreden. Op die
plekken bestaat de ondergroei hoofdzakelijk uit Brandnetel. Aan de zuidkant stroomt de Geleenbeek, die
hier floristisch matig ontwikkeld is. Ook in dit bos zijn waarnemingen van Ree en Wild zwijn bekend. Een
groot deel van dit bos is grondwaterbeschermingsgebied.
Aandachtssoorten
Groene specht, Vleermuizen (Laatvlieger, Rosse vleermuis en Watervleermuis)
6
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN1.18B
Bos 't Hout
Beschrijving
Gevarieerd vochtig loofbos met populieren en oude Eiken en Essen. 't Hout is wat vegetatie betreft
vergelijkbaar met het aangrenzende IJzerenbosch. Beide bossen vertonen floristische verwantschap met de
hellingbossen in Zuid Limburg. Centraal in het bosgebied ligt een goed ontwikkeld Eiken Haagbeukenbos.
Op diverse plaatsen, met name aan de randen van het bos, zijn populieren aangeplant in vochtig loofbos.
Floristisch en faunistisch is 't Hout waardevol. Belangrijke plantensoorten zijn: Slanke sleutelbloem en Grote
keverorchis en Eénbes. Ook de bermen zijn waardevol hier staan onder anderen IJzerhard, Bottelroos en
Fijne Kervel. Het is een belangrijk leefgebied voor vogels van loofbossen. Reeën en Wilde zwijnen worden
regelmatig waargenomen. De Konikpaarden uit gebied 1.19 A hebben beperkt toegang tot het bos. 't Hout is
hydrologisch kwetsbaar vanwege grondwaterfluctuaties. Het bos ligt gedeeltelijk in een oude loop van de
Roode Beek en de Vlootbeek. Op die plaats is een broekbosvegetatie ontwikkeld. Roestafzettingen wijzen
op de aanwezigheid van lokale kwel. Een groot deel van dit bos is grondwaterbeschermingsgebied.
Aandachtssoorten
Grote keverorchis, Boomkikker
ZLN1.18B
Roode Beek natuurontwikkeling
Beschrijving
ZLN1.18B betreft bestaand bos en wordt gekoppeld aan ZLN1.18B. Vanwege de grootte van de boskernen
en de ligging blijven de doeltypen en aandachtssoorten gelijk.
ZLN1.19A
De Vloedgraaf langs 't Hout
Beschrijving
De Vloedgraaf maakt over een lengte van ongeveer een kilometer deel uit van het natuurgebied 't Hout (1.18
B). In 1993 zijn meanders gegraven en overstromingsvlaktes gecreëerd. Op diverse plaatsen langs de beek
zijn poelen gegraven. Het gebied wordt begraasd door Konikpaarden. Inmiddels hebben zich langs de
oevers vochtige ruigten en wilgenstruwelen ontwikkeld. Het gebied is van belang voor libellen en
vlindersoorten. Langs de waterloop komt de zeldzame Zuidelijke Glazenmaker voor. Het gebied is verder
van belang voor vogels van bosranden, struwelen en beekoevers. In de Vloedgraaf, die hier door een
grondwaterbeschermingsgebied stroomt, leeft het Vetje.
Aandachtssoorten
Geelgroene zegge, Vetje
ZLN1.20C
Overgangsweg en Vloedgraaf
Beschrijving
Dit reservaatgebied is ten dele verworven door Natuurmonumenten. Het gebied ligt in de kwelzone langs de
Vloedgraaf in een grondwaterbeschermingsgebied. Het is van belang voor insecten en vogels van
bosranden en beekoevers. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan.
Aandachtssoorten
Gewone dotterbloem
ZLN1.21Gb
't Hout I
Beschrijving
Twee gebieden aan weerszijden van de Vloedgraaf, grotendeels bestaande uit bouwland. Langs de
noordelijke percelen loopt de Grensgraaf, plaatselijk zijn de oevers redelijk ontwikkeld. Dit landbouwgebied is
gedeeltelijk grondwaterbeschermingsgebied.
Aandachtssoorten
Levendbarende hagedis
Noord Limburg Oost
7
ZLN1.22C
't Hout II
Beschrijving
Het natuurontwikkelingsgebied maakt onderdeel uit van de ecologische ontwikkelingszone langs de Roode
Beek. Het betreft enkele vochtige graslanden aan de noordrand van 't Hout. Het floristisch nog weinig
interessant gebied is al wel van belang voor insecten en vogels van bosranden.
Aandachtssoorten
Slanke sleutelbloem
ZLN1.23C
't Hout III
Beschrijving
Het perceel maakt onderdeel uit van de ecologische ontwikkelingszone langs de Roode Beek. Het perceel is
geheel omsloten met bos. Aan de noordzijde stroomt de Roode Beek. In dit deelgebied is realisatie van
boscompensatie toegestaan.
ZLN1.26D
Heide II
Beschrijving
Deze restanten van vochtig, voedselrijk loofbos zijn doorplant met populieren.
ZLN1.27F
Middelsgraaf I
Beschrijving
De verbindingszone vormt een verbinding tussen het Taterbosch, het bos nabij Slek en het IJzerenbosch. De
Middelsgraaf loopt door een kleinschalig landschap bestaand uit bosschages, houtwallen, graslanden en
akkers. De oever en watervegetatie van de waterloop zijn over het algemeen goed ontwikkeld. In en rondom
de verbindingszone leeft de Levendbarende hagedis. Via de Middelsgraaf kunnen de biotopen voor de
Boomkikker in de Doort, het Slek en het IJzerenbosch met elkaar worden verbonden.
Aandachtssoorten
Boomkikker, Wild zwijn
ZLN1.29Rj
Gulickshof
Beschrijving
Langs deze Rijnterrasrand ligt een kwelzone die zich uitstrekt van natuurgebied Haeselaarsbroek in het
noorden tot de kwelgebieden ten westen van Schalbruch (Duitsland). Het terrein bestaat uit vochtige
graslanden. In de directe omgeving leven Boomkikker en Levendbarende hagedis. Het gebied is waardevol
voor Roodborsttapuit, Grutto en aan water, moeras en vochtig grasland gebonden vogels. Er kan in dit ruime
jas beheersgebied voor maximaal 30 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Opmerking:
Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit deelgebied bos en natuur te ontwikkelen
zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark Susteren.
Aandachtssoorten
Grutto
ZLN1.30AB
IJzerenbosch I
Beschrijving
Het overwegend vochtige loofbos is voor meer dan de helft doorplant met populieren. De kleine percelen in
het bos zijn extensief beheerde vochtige graslanden. Het bos is plaatselijk verruigd en bevat
amfibieënpoelen. Slechts een klein deel van het loofbos is goed ontwikkeld. Daarnaast zijn er natte ruigten,
wilgenstruwelen en een populierenaanplant. Een klein deel van het bos ligt op droge en voedselarme grond.
In het vroege voorjaar vallen de bloeiende Bosanemoon en Slanke sleutelbloem op. Daarnaast zijn
Boszegge, Gele Dovenetel, Bleeksporig bosviooltje en op enkele plaatsen Eénbes te vinden. Op één plaats
groeit Lievevrouwenbedstro. In het oostelijk deel zijn de bossen over het algemeen minder goed ontwikkeld.
In enkele graslanden liggen op vier plaatsen floristisch redelijk ontwikkelde poelen. Sporadisch is de
8
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
Hazelworm waargenomen. Ook zit er een populatie van Boomkikkers. Verder is het een kerngebied voor
vogels van loofbossen en kleinschalig landschap, zoals Zwarte Specht en Nachtegaal. Het IJzerenbosch is
eveneens van groot belang voor roofvogels o.a. de Wespendief. Ook Wilde zwijnen worden regelmatig
gesignaleerd. Het IJzerenbosch is hydrologisch gevoelig. Het gebied is verdroogd en er is plaatselijk sprake
van sterke verruiging met Braam en Hennepnetel. Mogelijke oorzaken zijn de drainage en beregening in het
omringende agrarisch gebied.
Aandachtssoorten
Hazelworm, Boomkikker
ZLN1.31C
IJzerenbosch II
Beschrijving
De percelen van dit reservaatgebied liggen verspreid rondom en deels ook in het IJzerenbosch. In het
westelijk deel betreft het hoofdzakelijk akkers, in het oostelijk deel graslanden. De vochtige graslanden
worden over het algemeen extensief beheerd. In ieder grasland zijn wel een of meer poelen uitgerasterd.
Enkele poelen hebben een waardevolle oever en watervegetatie. Zo groeien er o.a. Geelgroene zegge, Ruw
walstro, Witte waterlelie. De graslanden zijn meestal floristisch interessant. In het oostelijk deel liggen aan de
bosrand drie goed ontwikkelde graslanden met o.a. Ruw walstro, Schild-ereprijs en Knolsteenbreek. In de
andere graslanden staat o.a. Tweerijige zegge. Aan de noordrand stroomt de Nelisgraaf die hier over het
algemeen goed ontwikkeld is met o.a. Grote watereppe. Natuurmonumenten heeft een tweetal (graan)akkers
in beheer, grenzend aan de westzijde van het bos. Hier groeien waardevolle akkerkruiden zoals
Muizenstaart, Klein bronkruid, Groot spiegelklokje en Behaarde boterbloem. De Levendbarende hagedis
wordt sporadisch waargenomen. De gebieden zijn waardevol voor vogels van bosranden, struwelen en van
(vochtige) graslanden. Het is slechts één van de twee plaatsen in dit Stimuleringsplan waar de
Roodborsttapuit voorkomt.
Aandachtssoorten
Schildereprijs, Groot spiegelklokje, Roodborsttapuit
ZLN1.31CR
IJzerenbosch- 't Hout
Beschrijving
ZLN1.31CR wordt gekoppeld aan het reeds bestaande deelgebied ZLN1.31C. De gronden maken deel uit
van de geohydrologische eenheid van het IJzerenbosch. Omdat de nieuw te begrenzen gronden aan de
oostelijke zijde van het IJzerenbosch een moerige bovenlaag hebben is bij een herstelde waterhuishouding
moerasontwikkeling mogelijk. Naast de te ontwikkelen belangrijke floristische waarden zal het leefgebied van
o.a. de Boomkikker vergroot worden. De bestaande doeltypen worden hiervoor aangepast. Met de
begrenzing worden minder gewenste externe invloeden verminderd en ontstaat er een robuuste eenheid
natuur.
ZLN1.32Cp
IJzerenbosch III
Beschrijving
Het van oorsprong vochtige gebied maakt onderdeel uit van het kwelgebied langs de Rijnterrasrand. De
diverse waterloopjes zijn genormaliseerd. De herpetofauna wordt vertegenwoordigd door de Levendbarende
hagedis. Het gebied is waardevol voor vogels van bosranden en bosschages/struwelen. Dit gebied maakt
deel uit van het moeraskalkgebied onderlangs de Rijnterrasrand (zie ook 1.28 G).
Aandachtssoorten
Boomkikker, Welriekende nachtorchis
ZLN1.33Gb
Middelsgraaf II
Beschrijving
Het gebied bestaat uit graslanden, gelegen tussen de Middelsgraaf en het IJzerenbosch. Het wordt
doorsneden door een aantal ontwateringslootjes. Het gebied maakt deel uit van een kwelzone langs de
Noord Limburg Oost
9
Middelsgraaf en Rijnterrasrand. Het meest noordoostelijke stukje maakt deel uit van het onder 1.28 G
beschreven moeraskalkgebied.
Aandachtssoorten
Boomkikker, Grote watereppe
ZLN1.35B
Kavinksbosch
Beschrijving
Voor het grootste deel inheems loofbos op matig voedselrijke bodem, met een redelijk ontwikkelde
ondergroei. Langs de oostrand liggen twee percelen grasland waarin populieren zijn aangeplant.
Aandachtssoorten
Slanke sleutelbloem
ZLN1.36K
Spoorweg en emplacement Susteren
Beschrijving
Het gebied omvat het spoorwegemplacement van Susteren en het gedeelte van de spoorlijn door het
natuurgebied 't Hout. Het bestaat uit een ruigte op droge grond waarin eenjarige en overblijvende soorten
groeien. Daarnaast ligt er een voedselarm grasland. Langs dit baanvak (m.n. tussen km palen 27 en 28)
komen enkele doornstruwelen voor met Kruidvlier. De ondergroei is tamelijk soortenrijk. Het noordelijke deel
van het baanvak (km 29,8 31,7) bevat ondermeer Viltroos en Bochtige klaver. De zeldzame soorten zijn:
Loogkruid, Groot spiegelklokje, Witte amarant, Druifkruid en Smalle raai. Daarnaast komt hier de
Nachtzwaluw voor.
Aandachtssoorten
Smalle raai, Dwergviltkruid
ZLN1.38F
Roode Beek Nieuwstadt - Susteren
Beschrijving
Het gebied bestaat uit de Roode Beek en de aangrenzende akkers en graslanden. Het wordt aan de
westzijde begrensd door de Altaarweideweg. Her en der liggen langs de beek percelen populieren,
aangeplant in vochtig loofbos. Het beekdal is waardevol voor vogels van beekoevers met onder anderen de
Grote gele kwikstaart. De Roode Beek verbindt diverse waardevolle natuurgebieden. Ze ontspringt op de
Brunssummerheide, stroomt langs vochtige graslanden, kwelzones en broekbossen. In het kader van het
plan rood voor groen zal er een grensoverschrijdend beekherstelproject worden uitgevoerd over een lengte
van meer dan vijf kilometer (zie ook 1.43 F). Het oorspronkelijk meanderend karakter zal worden hersteld
met de bijbehorende vochtige hooilanden, natte struwelen en beekbegeleidend bos. De percelen ten oosten
van de Susterderweg vormen een landschappelijke en ecologische verbinding tussen de natuurgebieden 't
Hout en het IJzerenbosch. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit
deelgebied bos te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark
Susteren.
Aandachtssoorten
Gewone dotterbloem
ZLN1.39F
Vloedgraaf Nieuwstadt
Beschrijving
Deze verbindingszone ligt langs de Vloedgraaf ten oosten van Nieuwstadt. Het is een waardevol gebied voor
vogels van beekoevers. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit
deelgebied bos te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark
Susteren.
10
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN1.40F
Geleenbeek Nieuwstadt - Wolfrath
Beschrijving
Grootschalig akker en weidegebied aan weerszijden van de Geleenbeek tussen het landgoed Wolfrath en
Nieuwstadt. Dit gebied vormt een ecologische verbindingszone tussen de natuurgebieden rond Susteren en
het Limbrichterbosch en Grasbroek. Er wordt uitgegaan van een breedte van 70 meter voor realisering van
onderstaande doeltypen.
Aandachtssoorten
Gewone dotterbloem
ZLN1.41F
Roode Beek Limbrichterbosch
Beschrijving
Deze ecologische verbindingszone verbindt het dal van de Roode beek met het Limbrichterbosch. In het
vochtig grasland dat grenst aan het Limbrichterbosch ligt een waardevolle poel met o.a. Gaspeldoorn en
Heen. Dit gebied is aangewezen als ontwikkelingszone voor nieuwe natuur ter compensatie van de in deze
regio aanwezige bedreigingen voor flora en fauna. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden
om in een deel van dit deelgebied bos en natuur te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het
ontwikkelingsplan van Landschapspark Susteren.
ZLN1.42F
Geleenbeek Sittard
Beschrijving
De oevers langs de rechtgetrokken Geleenbeek en de agrarische percelen bestaan voornamelijk uit
grasland. In de beek groeit Schedefonteinkruid.
Aandachtssoorten
Steenuil
ZLN1.43F
Roode Beek - Duitse grens - Millen
Beschrijving
Het beekdal van de Roode Beek is een belangrijke schakel in de provinciale ecologische structuur. Het
Waterschap en het Zuiveringschap zullen de meandering herstellen. De inrichting van de oevers zal op een
natuurvriendelijke wijze vorm krijgen. Langs de oevers zal beekbegeleidende begroeiing worden aangelegd.
De akker ten noorden van landgoed Millen zal ontwikkeld worden tot een vochtig grasland waarin enkele
poelen worden aangelegd. Het gebied is waardevol voor vogels van struwelen en beekoevers. Ten zuiden
van het Parkbos Millen ligt een akkerbouwgebied (1.46 Rj) waarin het kleinschalig cultuurlandschap verder
ontwikkeld wordt. Het zuidelijke deel van de verbindingszone bestaat uit akkers en weilanden. Dit gebied
grenst aan de Roode Beek, een autosloperij en een woonwagencentrum. Opmerking: In het zuidelijke
deelgebied wordt de mogelijkheid open gehouden om bos te ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het
ontwikkelingsplan van Landschapspark De Graven.
Aandachtssoorten
Steenuil
ZLN1.44AB
Natuurpark De Schwienswei
Beschrijving
Dit Natuurpark tussen Sittard en de Duitse grens bestaat uit loofbos, graslanden en een grote vijver. De
Roode beek stroomt door dit gebied dat van belang is voor vogels van loofbossen, bosranden, water,
beekoevers en struwelen. Geelgors en Groene Specht zijn hier voorkomende RL soorten. Het bos heeft een
ondergroei van voedselrijke, vochtige loofbossen, maar de boomlaag draagt een aanplantkarakter. Een
gedeelte is doorplant met populieren. Het bos wordt afgewisseld met soortenrijke droge en vochtige
graslanden. De vijver bezit een goed ontwikkelde oevervegetatie met o.a. Valse voszegge, Oeverzegge,
Gele plomp en Blauwe waterereprijs. Ten zuiden van het recreatiegebied ligt de Stadbroekermolen, een
Noord Limburg Oost
11
oude watermolen. Hier werd in 1994 Klein glaskruid gevonden. Het Natuurpark functioneert als ecologische
verbindingszone langs de Roode Beek en zal binnenkort in eigendom bij Natuurmonumenten komen.
Aandachtssoorten
Waterviolier
ZLN1.45B
Broeksittard
Beschrijving
Het oorspronkelijk vochtige bos bestaat nu voor 90% uit populieraanplant met een ondergroei van
brandnetels. Door het bos stroomt de Broeksittardervloedgraaf. De resterende deel bestaat uit soortenarm
oud loofbos.
Aandachtssoorten
Groene specht
ZLN1.46Cp
Schwienswei II
Beschrijving
In dit landbouwgebied tussen de twee ecologische verbindingszones langs de Geleenbeek en de Roode
Beek wordt het kleinschalig cultuurlandschap verder ontwikkeld. Het gebied is waardevol voor vogels die
gebonden zijn aan kleine landschapelementen.
ZLN1.46CpR
Schwienswei- Mouwweg-Altaarweide
Beschrijving
Het betreft meerdere percelen langs de Nederlands-Duitse grens in een ruime zone tussen de Vloedgraaf en
de Roode Beek. Na Landgoed Millen ligt het deelgebied tussen de Geleenbeek en de Roode Beek. In het
gebied zal de nadruk komen te liggen op graslandtypen en kleine boskernen die veelal beekbegeleidend
zullen zijn. Plaatselijk zijn de condities geschikt voor de ontwikkeling van moeras. Het gebied heeft een
verbindende functie die samenvalt met de verbindende functie van de beek. Door het extensieve gebruik
rond de beek zal de waterkwaliteit toenemen.
ZLN1.48AB
De Rollen I
Beschrijving
Bossen rond een diep liggende zandwinplas. Ten noorden van dit water ligt een loofbos met onder meer
Weidehavikskruid, Valse voszegge en Egelboterbloem. Het westelijk gedeelte heeft een duidelijk aanplant
karakter. Direct ten zuiden van de plas ligt een loofbos op voedselarme droge bodem dat doorplant is met
populieren. Op een schiereiland in de plas ligt jong, soortenrijk Eikenbos waar o.a. Klein wintergroen groeit.
De plas heeft steile oevers en nauwelijks oevervegetatie. Aan een oever staat een vrij grote populatie
Pilvaren. In het terrein staat verder Geelgroene zegge. De Rollen vormt een biotoop voor de Levendbarende
hagedis. Het noordelijk deel van plas wordt intensief gebruikt door recreanten.
Aandachtssoorten
Geelgroene zegge, Klein wintergroen
ZLN1.49Cp
De Rollen II
Beschrijving
Dit deelgebiedje bestaat uit twee percelen reservaatgebied (akker en weiland) aan de oostzijde van het
natuurgebied de Rollen.
Aandachtssoorten
Levendbarende hagedis
ZLN1.50B
Bosenclave 't Rooth
Beschrijving
Enclave oud loofbos op voedselarme, droge bodem. Gedeeltelijk is het doorplant met populieren.
12
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN1.51B
Limbrichterbosch I
Beschrijving
Dit gevarieerde Eiken-Haagbeukenbos ligt aan de noordrand van het Zuid-Limburgse lössgebied. Langs de
noordrand is het oorspronkelijke bos vervangen door populieren, weiden en aanplant van naald- en loofhout.
Vanaf 1989 werkt Natuurmonumenten aan de omvorming. Aan de oostkant van het Limbrichterbosch is de
bodem vochtiger, hier zijn populieren aangeplant in het oorspronkelijk vochtig voedselrijk loofbos. In de
soortenrijke struiklaag vallen Hazelaar en Rode kornoelje op. De kruidlaag bestaat onder anderen uit
Bosanemoon, Muskuskruid en Eénbes. Ook is er een vindplaats van Adderwortel en Zwarte bes. Het bos is
kerngebied voor vogels van loofbossen (Zwarte Specht en Wespendief). De herpetofauna wordt
vertegenwoordigd door de Vinpootsalamander en de Hazelworm. Er treedt de laatste decennia verdroging
op.
Aandachtssoorten
Zwartblauwe rapunzel, Hazelworm
ZLN1.52C
Limbrichterbosch II
Beschrijving
Het reservaatgebied maakt onderdeel uit van het natuurkerngebied Limbrichterbosch en bestaat grotendeels
uit grasland. Een groot aantal percelen is reeds verworven. Op ca 4 ha wordt door Natuurmonumenten een
akkerbeheer gevoerd. In de graslanden van Natuurmonumenten (sinds 1997) breiden Knolsteenbreek en
Gewone vleugeltjesbloem zich snel uit. In het gebied liggen diverse poelen.
Aandachtssoorten
Gewone vleugeltjesbloem
ZLN1.54Gb
Limbrichterbosch IV
Beschrijving
Langs de rand van het Limbrichterbosch zijn percelen aangegeven waarop een beheersovereenkomst kan
worden afgesloten.
ZLN1.55D
Limbrichterbeek
Beschrijving
Populierenaanplant tussen de Limbrichterbeek en de Allée, de eeuwenoude toegangsweg (eikenlaan) tot
Kasteel Limbricht. De aanplant is aangewezen als onderdeel van het landgoed volgens de
Natuurschoonwet.
Aandachtssoorten
Zwartblauwe rapunzel
ZLN1.57AB
Grasbroek I
Beschrijving
Het gebied bestaat uit loofbos met enkele bronnen in het noordelijk deel. De ondergrond van het Grasbroek
is een door de Maas afgezette laag moeraskalk. De mineraalrijke, licht basische bronbeekjes stromen naar
de Hons-Venkebeek en zorgen voor een grote plantenrijkdom in het bos. De bronnen zijn ontstaan door de
ligging van Grasbroek langs de Feldbissbreuk. Floristisch is het Grasbroek waardevol. In het bronbos staan
beide Goudveil-soorten, diverse zeggen en Kleine kaardebol. In de vochtige populieraanplant komt
Zwartblauwe rapunzel voor. Het gedeelte dat doorplant is met populieren wordt door de eigenaar geleidelijk
omgevormd tot het oorspronkelijke bos. In de hogere delen van het bos groeien Dalkruid, Lelietje van dalen
en Ruige veldbies. Er staan Eénbes en Slanke sleutelbloem. Het gebied is waardevol voor de herpetofauna
en voor vogels van loofbossen en beken. In de noordoosthoek ligt het Kasteel Grasbroek, een woonhuis met
een gracht er omheen. Archeologisch interessant zijn de twee overblijfselen van mottes (vluchtburchten uit
de tiende eeuw).
Aandachtssoorten
Zwartblauwe rapunzel
Noord Limburg Oost
13
ZLN1.58C
Grasbroek II
Beschrijving
Het reservaatgebied bestaat uit akkers en weilanden rondom het bosgebied Grasbroek (1.57 AB).
Natuurmonumenten is van plan om de bouwvoor van de percelen te verwijderen, om beekbegeleidend bos
te ontwikkelen. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan.
Aandachtssoorten
Gulden sleutelbloem
ZLN1.60F
Graetheide - A2
Beschrijving
Verbinding tussen het Grasbroek, het Kingbeekdal en de Heksenberg. Het bestaat uit restanten oud loofbos,
populierenaanplant in voormalig loofbos en loofhout met een duidelijk aanplantkarakter.
Aandachtssoorten
Nachtegaal
ZLN1.61AB
Swentibold
Beschrijving
Het betreft restanten oud loofbos en delen aangeplant loofbos. Ten zuidoosten van het tankstation ligt een
oud loofbos met Adelaarsvaren in de ondergroei. De rest van de bossen is jonger, heeft veelal een
aanplantkarakter en is verruigd met braam. In het bos ligt een camping.
Aandachtssoorten
Groene specht
ZLN1.62B
Heksenberg
Beschrijving
Het bos bestaat voor het grootste deel uit loofbos met een soortenarme ondergroei. Plaatselijk is het loofbos
doorplant met naaldhout en populier. Er zijn enkele restanten Eiken Haagbeukenbos. Aan de oostzijde ligt
een voormalige bruinkoolgroeve die nu gedeeltelijk gevuld is met water. Het is kerngebied voor vogels van
loofbossen (o.a. Groene Specht en Nachtegaal). Ook de aan de overzijde van de Urmonder Baan gelegen
bospercelen zijn voor de avifauna van betekenis.
Aandachtssoorten
Groene specht
ZLN1.64B
Bos langs de Hons-Venkebeek
Beschrijving
Bosgebied aan weerszijden van de Hons-Venkebeek. Het bestaat uit een populierenaanplant in voormalig
loofbos.
ZLN1.65A
Pasveersloot/Het Broek
Beschrijving
Het vochtig weidegebied Pasveersloot tussen de dijk van het Julianakanaal en de steilrand van Stein staat
onder invloed van kwel. Onderlangs de dijk ligt een slootje met een redelijk ontwikkelde oevervegetatie. De
Koninginnepage wordt regelmatig in het terrein waargenomen. Het Broek ten noorden van de Kapelaan
Berixstraat bevat een moerasje met diverse bronnen in een afwisselend landschap met struiken, bosschages
en beken. In beide gebieden leven Kleine watersalamander, Groene kikker en de Alpenwatersalamander.
Aandachtssoorten
Alpenwatersalamander, Gevlekte orchis
14
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN1.66D
Reebeek
Beschrijving
Het voormalige weidegebied tussen de dijk van het Julianakanaal en de steilrand van Stein staat onder
invloed van kwel. Een groot deel van het gebied bestaat uit populierenaanplant. De Ur heeft hier een goed
ontwikkelde water- en oevervegetatie met o.a. Valse voszegge, Oeverzegge en Aarvederkruid. In het gebied
komt de Koninginnepage voor. Daarnaast is het leefgebied voor Kleine watersalamander, Groene kikker en
de Alpenwatersalamander.
Aandachtssoorten
Alpenwatersalamander, Vleermuizen.
ZLN1.67AB
Kasteelruïne Stein
Beschrijving
De ruïne en de bijgebouwen van kasteel Stein vormen een zogenaamde ringburgwal. Er ligt een motte direct
ten zuiden van de ruïne. Rondom de gebouwen en motte ligt een gracht met daar omheen een parkachtig
bos. Het is een waardevol gebied voor vogels van loofbossen. Op oude muren staan Vijfdelig kaasjeskruid,
Kleine majer, Steenbreekvaren en Tongvaren. In de gracht groeien o.a. Gele Plomp en Witte waterlelie.
Onderlangs de westkant van het Kasteelpark stroomt de Reebeek. Deze heeft een redelijk ontwikkelde
watervegetatie.
Aandachtssoorten
Tongvaren, Vleermuizen
ZLN1.68A
De Ur
Beschrijving
Glooiend grasland tussen de Ur en de A76. Leefgebied van de Koninginnepage. De Ur heeft plaatselijk een
natuurlijk karakter behouden.
Aandachtssoorten
Koninginnepage
ZLN1.69AB
Altaarweideweg
Beschrijving
ZLN1.69AB betreft bestaande bos-en natuurstroken langs de Roode Beek en de Vloedgraaf.
ZLN1.69Co
Geleenbeek natuurcompensatie
Beschrijving
Dit deelgebied is nog niet beschreven
ZLN1.70AB
Coppelveld I
Beschrijving
De spoorlijn tussen Geleen Lutterade en Sittard is plaatselijk floristisch interessant. Nabij het station van
Geleen Lutterade staat Stijve wikke. Op het talud nabij km paal 21 staan Aardaker en Grote ratelaar.
Aandachtssoorten
Grote ratelaar, Stijve wikke
ZLN1.72F
Middengebied II
Beschrijving
Dit gebied vormt een belangrijke ecologische verbinding tussen het Geleenbeekdal en de Grensmaas. Er
wordt een halfopen parkachtig landschap gerealiseerd in het kader van Landschapspark De Graven. De
provincie staat achter de plannen, waarmee invulling wordt gegeven aan de ecologische verbindingszone uit
het POL.
Noord Limburg Oost
15
ZLN1.73Co
Landgoed en Parkbos Millen
Beschrijving
ZLN1.73Co betreft een particulier natuurproject in het kader van de realisatie van het NSW-landgoed Millen
Parkbos en vervangt (delen van) ZLN1.73L. De burcht Millen is een middeleeuws woonhuis tussen de
Roode Beek en de Geleenbeek. Het landgoed bestaat uit het kasteel, de motte met woontoren en
bijgebouwen, een parkbos, een grote vijver, de huiskavel met ringgracht en een hoogstamboomgaard. In de
Roode beek bevindt zich een complete watermolen. De natuurontwikkeling bestaat uit vochtige graslanden,
laanbeplantingen en wateren. Ten zuiden van het Landgoed is een bos aangelegd op voormalige
landbouwpercelen.
ZLN1.74Co
N297 natuurcompensatie
Beschrijving
ZLN1.74Co betreft een natuurcompensatieproject dat gerealiseerd wordt in het kader van de aanleg N297.
Hiermee wordt tevens een invulling gegeven aan de ecologische verbindingszone.
ZLN1.75CpR
Roode Beek Duitse Grens-Millen
Beschrijving
ZLN1.75CpR vervangt delen van ZLN1.43 F. Hiermee wordt de natuurzone rond de Roode Beek versterkt.
De begrenzing is een invulling van de al reeds eerder geplande verbindingszone en sluit aan bij de te
ontwikkelen natuurzone aan Duitse zijde.
ZLN1.76A
Roode Beek natuurontwikkeling
Beschrijving
ZLN1.76A betreft een deel van de Roode Beek waar hermeandering heeft plaatsgevonden. Omdat de
inrichting al heeft plaatsgevonden is er sprake van bestaande natuur.
ZLN1.77GbR
VERBINDINGSZONE LIMBRICHTERBOS-BEHEERSGEBIED
Beschrijving
ZLN1.77GbR maakt deel uit van de ecologische invulling van de ecologische verbindingszone langs de
N297.
16
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
2.
Het Geleenbeekdal van Sittard tot Hoensbroek
2.1.
Beschrijving regio
De regio ligt in het lössontginnings- en beekdallandschap. Het dal van de Geleenbeek, de zijdalen en de
aangrenzende hellingen naar de lössplateaus zijn de kenmerkende elementen van deze regio. Het beeld
van het lössontginningslandschap wordt bepaald door open akkergebieden, steile beboste hellingen, graften
en holle wegen. Het plateau is een belangrijke inzijggebied voor regenwater dat in het dal van de
Geleenbeek naar buiten treedt. De bodem van het plateau en van de zijdalen van de Geleenbeek bestaat uit
verschillende typen leemgronden. De steile hellingen bestaan uit lössleemhellingsgronden. Door erosie is
een deel van het lösspakket van de hellingen afgeërodeerd. Op veel plaatsen heeft sterke erosie
plaatsgevonden en is vaak het gehele lösspakket verdwenen. Daar liggen nu zandige en siltige leemgronden
aan de oppervlakte. Plaatselijk komt zand en grind aan het oppervlak voor. In het dal van de Geleenbeek is
klei afgezet. Het beekdallandschap van de Geleenbeek wordt gekenmerkt door natte graslanden en bossen,
hoogstamboomgaarden, hagen, dorpen en landgoederen. De bossen en graslanden liggen in de moeilijk te
bewerken natte delen. De Geleenbeek is gedeeltelijk gekanaliseerd en een aantal zijbeken zijn overkluisd.
Het landschap is echter nog goed als een beekdallandschap te herkennen vooral rond Schinnen en
Vaesrade. De aanwezigheid van kleine landschapselementen zoals graften, holle wegen, hagen, graften,
hoogstamboomgaarden en oude wegenstelsels met kruisbeelden en kapelletjes vergroten de
landschappelijke en cultuurhistorische waarde van de regio. De Geleenbeek vormt een belangrijk
verbindend element tussen de verspreid liggende natuurgebieden.
Veel van de oorspronkelijk schrale natte graslanden zijn verdwenen. De oorzaken liggen vooral in het
achterwege blijven van een hooibeheer en/of door negatieve externe invloeden (verdroging, eutrofiëring).
Gedeeltelijk zijn de graslanden doorplant met populieren. Ondanks deze invloeden zijn er nog actuele en
potentiële natuurwaarden aanwezig. De variatie in abiotische omstandigheden; kalkrijk en ijzerrijk kwel, nat,
vochtig en droog in samenhang met verschillende bodemtypen zand, grind, löss en veen leidt tot een grote
rijkdom aan zeldzame en bedreigde plantensoorten. Echter, de waardevolle terreinen in de regio zijn klein,
beperkt in aantal en zijn versnipperd. In het Geleenbeekdal komen zeldzame natte bostypen voor als
Bronbos, Vogelkers-Essenbos en Elzenbroekbos. Ze komen in de regio voornamelijk voor in het
Kathagerbroek. In de beekdalen liggen ook de natte graslanden zoals Dotterbloemgraslanden en
"Blauwgraslanden" (kleine zeggengrasland). Op de steilere hellingen zijn het voornamelijk de EikenHaagbeukenbossen die een hoge natuurwaarde bezitten. De minder steile hellingen worden overwegend
gebruikt als intensief bouw- of grasland. Op enkele plaatsen zijn nog extensief gebruikt graslanden
aanwezig. Dit zijn vaak soortenarme Kamgrasweiden en Glanshaverhooilanden.
Het gebied is bijzonder waardevol voor zoogdieren, vogels, amfibieën en reptielen. Er komen verschillende
zeldzame soorten voor. Het zijn soorten die gebonden zijn aan het kleinschalig cultuurlandschap zoals de
Das, de Kwartel en de Grauwe gors. Ook soorten die gebonden zijn aan beekdalen zoals de IJsvogel en de
Grote gele kwikstaart vinden er een geschikt leefgebied. Het hele beekdal staat op de nominatie om
aangewezen te worden als habitatrichtlijn gebied.
Er zijn ontwikkelingen die een negatieve invloed hebben op de actuele en potentiële natuurwaarden in de
regio. In het Geleenbeekdal en op het plateau is verdroging een groot probleem. De hoofdoorzaken van
deze verdroging zijn een versnelde afwatering door wijziging van het grondgebruik, het verwijderen van
kleine landschapselementen, een toename van het verharde oppervlak en grondwateronttrekking voor
drinkwater en industrieel gebruik. Intensief agrarisch gebruik op het plateau, de inzijgingsgebieden van de
bron- en kwelgebieden, veroorzaakt bovendien een vervuiling van het grondwater. Hierdoor worden de
zeldzame vegetaties van de bron- en kwelmilieus bedreigd. De waterkwaliteit van de beken is slecht. Dit
wordt veroorzaakt door riooloverstorten en afspoeling van meststoffen en bestrijdingsmiddelen via
oppervlakkige afstroming. De recreatieve druk vanuit het stedelijk gebied in de westelijke mijnstreek is hoog
en is voornamelijk geconcentreerd in het Geleenbeekdal en de bosgebieden.
Nieuwe natuur en natuurontwikkelingsprojecten liggen voornamelijk aansluitend op bestaande bos- en
natuurgebieden die in de beek- en droogdalen en op de steile hellingen liggen. Het Waterschap werkt samen
Noord Limburg Oost
17
met het Zuiveringschap aan een reconstructieplan voor het herstel van de natuurlijk loop van de
Geleenbeek.
2.2.
Ontwikkelingsrichting regio
Voor de regio is de volgende ontwikkeling gewenst:
• behoud en herstel van de ecologische relaties door grotere samenhangende beheereenheden te
vormen. Het instellen van een integrale begrazingseenheid van hellingen en dalen kan daarin een
belangrijke rol spelen;
• ontwikkelen van geleidelijke overgangen van bos naar grasland;
• natuurlijke loop en karakter van de beken herstellen;
• behoud en herstel van het kleinschalige cultuurlandschap door middel van aanleg, herstel en uitbreiden
van graften, heggen en hoogstamboomgaarden. Op deze wijze wordt tevens gewerkt aan het
verminderen van het erosieprobleem.
• verminderen piekafvoeren in de beken door hermeandering, aanleg van kleine landschapselementen,
afkoppeling van verharde oppervlakten en aanleg van bezink bassins om de overstorten te reduceren;
• behoud, herstel en uitbreiden natte schrale graslanden, natte bostypen (bronbossen), hellingbossen,
droge graslanden;
• omvormen van de met populieren doorplante bossen tot meer natuurlijke bostypen;
• verbeteren van de kwaliteit van grond- en oppervlakte water;
• verminderen, verplaatsen van grondwateronttrekking.
In de regio zijn veel ontwikkelingen gaande op het gebied van de ruimtelijke ordening. In het integraal
ontwikkelingsplan Landschapspark De Graven en het concept Landschapspark Susteren zijn deze
ontwikkelingen uitgewerkt in relatie tot natuur, bos en landschap. Er zijn ideeën uitgewerkt om de
ecologische samenhang tussen bestaande en nieuwe bos- en natuurgebieden te behouden en te
versterken. Zo zijn er kleine landschapselementen en (helling)bossen gepland en zijn er voortstellen tot
herinrichting van beken en waterlopen. De ideeën uit de hiervoor genoemde plannen zijn voor zover mogelijk
opgenomen in de beschrijvingen van de deelgebieden. Het is echter, gezien het verschil in gedetailleerdheid
tussen de verschillende planvormen, niet mogelijk en in een enkel geval ook niet wenselijk om een exacte
vertaling te maken naar natuurdoeltypen. Vandaar dat hier ook een algemeen uitgangspunt is geformuleerd.
Namelijk dat bij de uitvoering van de voorgestelde ideeën natuurlijke processen zoals hermeandering en
spontane ontwikkeling van de vegetatie in de natte delen voorrang dienen te krijgen. Voor de (helling)bossen
wordt gekozen voor een natuurgerichte inrichting waarbij de potentieel natuurlijke vegetatie het uitgangspunt
is.
18
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
2.3.
Beschrijving deelgebieden
ZLN2.01F
Keutelbeek Sittard
Beschrijving
De Geleenbeek splitst zich net ten zuiden van Sittard in twee takken om in het recreatiegebied ten noorden
van de stad weer samen te vloeien. De Keutelbeek is de westelijke tak die in de oude kern van Sittard is
overkluisd. De watervegetatie is matig ontwikkeld. De beek wordt aan beide zijden ingeklemd door
stadstuinen en bebouwing. Slechts op een enkele plaats is er sprake van beekbegeleidende begroeiing.
Voor de Keutelbeek is het herinrichtingsplan "Geleenbeek in Sittard" opgesteld.
ZLN2.02F
Geleenbeek Geleen Sittard
Beschrijving
Deze ecologische verbindingszone ligt grotendeels ingeklemd tussen de stedelijke bebouwing van Sittard,
Munstergeleen en Geleen. Ze bestaat hoofdzakelijk uit graslanden, deels beplant met populieren en enkele
akkers aan weerszijden van de beek. Op enkele plaatsen zijn restanten van beekbegeleidende begroeiing
aanwezig en aan de oostzijde enkele hoogstamboomgaarden. De Geleenbeek heeft haar natuurlijke
karakter geheel verloren als gevolg van normalisatie. Ten westen van Munstergeleen liggen in een
populierenaanplant twee floristisch waardevolle poelen. De ornithologische waarde wordt bepaald door de
aanwezigheid van o.a. Grote gele kwikstaart en Groene specht.
Aandachtssoorten
Grote gele kwikstaart
ZLN2.04A
Voormalig voetbalveld Sweikhuizen
Beschrijving
Het voormalige voetbalveld Sweikhuizen wordt door de gemeente Schinnen verkocht aan
Natuurmonumenten ten bate van realisering van het plan "Beekdalen Schinnen". Het terrein zal worden
ingericht en beheerd als kleinschalig cultuurlandschap. Dergelijke landschappen zijn van belang voor Das,
Geelgors, Steenuil en diverse vleermuizen. Kleinschalig landschap met o.a. knotbomen, graslanden en
hoogstamboomgaarden. Status Landschapspark De Graven. Eigenaar Vereniging Natuurmonumenten.
Aandachtssoorten
Pijpbloem, Steenuil
ZLN2.06F
Sittard Oost
Beschrijving
De ecologische verbindingszone aan de oostzijde van Sittard is een onderdeel van de verbinding tussen het
dal van de Roode beek en het Geleenbeekdal.
Aandachtssoorten
Das
ZLN2.08B
Paulusstichting
Beschrijving
Het bos bestaat uit voornamelijk jong gemengd loofbos en loofhoutaanplant. De oudere delen hebben een
ondergroei dat typerend voor oude voedselrijke en enigszins vochtige loofbossen. Ten westen van het
bosgebied, omgeven door reservaats en natuurontwikkelingsgebied, ligt een restant oud BerkenZomereikenbos. Langs de Watersley staat het met uitsterven bedreigde Groot glaskruid. Een soort die
eveneens in een nabijgelegen grasland (2.11 AB) is aangetroffen. Het is leefgebied van de Hazelworm en
van de Groene Specht.
Aandachtssoorten
Hazelworm, Groot glaskruid
Noord Limburg Oost
19
ZLN2.09Cp
Tussen Kollenberg en Paulusstichting
Beschrijving
Op de helling bevinden zich graften, hagen en bosschages. Het is een kerngebied voor aan kleine
landschapselementen, bosranden en struwelen gebonden avifauna zoals de Geelgors. Tot '97 werden hier
Hamsterburchten waargenomen. De graslanden en de graften zijn over het algemeen voedselrijk en weinig
soortenrijk. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan.
ZLN2.10Cp
Watersley
Beschrijving
Het reservaatsgebied, op de helling tussen het bos en de weg Watersley, bestaat uit droog grasland met
enkele graften. Het is kerngebied voor aan kleine landschapselementen gebonden avifauna o.a. de
Geelgors. Het gebied bestaat uit goed ontwikkelde droge graslanden en bremstruwelen. Enkele bijzondere
plantensoorten zijn: Groot glaskruid, Hondsviooltje, Liggende vleugeltjesbloem en Voorjaarszegge. In één
van de graften is een Dassenburcht aanwezig.
Aandachtssoorten
Liggende vleugeltjesbloem
ZLN2.11AB
Kollenberg
Beschrijving
Het betreft een restant van een hellingbos aan de oostrand van Sittard. Het bos bestaat grotendeels uit een
soortenarm gemengd loofbos en wordt doorsneden door holle wegen. In het bos liggen twee bloemrijke
graslanden. Het bos maakt onderdeel uit van het leefgebied van o.a. de Groene Specht en Sperwer.
Aandachtssoorten
Hazelworm
ZLN2.13Cp
Windraak Wanenberg
Beschrijving
Op de helling van dit reservaatsgebied zijn graften en hagen aanwezig. Deze worden afgewisseld met kleine
restanten hellingbos. Het gebied is van betekenis voor aan deze kleine landschapselementen, bosranden en
struwelen gebonden avifauna (o.a. Geelgors en Steenuil). In 1994 werd hier voor het laatst een
Hamsterburcht aangetroffen. Het is leefgebied van de Das.
ZLN2.15Gb
Wanenberg I
Beschrijving
Dit beheersgebied bovenop de Wanenberg bestaat uit grasland. Het granst aan de bos- en
reservaatgebieden (2.14 en 2.18)
ZLN2.16B
Wanenberg II
Beschrijving
Het bos bestaat uit een gemengd loofbos met bijzondere voorjaarsvegetatie. De hellingbossen behoren tot
het leefgebied van de Das. Tevens is het bos een waardevol gebied voor aan loofbossen en bosranden
gebonden avifauna (Groene Specht).
Aandachtssoorten
Hondsviooltje
ZLN2.18Gb
Schweikhuizen Zuid
Beschrijving
De percelen grasland liggen ten zuiden van Schweikhuizen en grenzen direct aan het Stammenderbos. In
het gebied bevinden zich enkele graften.
Aandachtssoorten
20
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
Das
ZLN2.19F
Geleenbeekdal tussen hoeve St. Jansgeleen en Abshoven
Beschrijving
Het beekdal bestaat grotendeels uit graslanden aan weerszijden van de beek. Het oorspronkelijke landschap
van rond 1810 is grotendeels bewaard gebleven. Zo liggen er hoogstamboomgaarden en een watermolen.
Hoewel de Geleenbeek gekanaliseerd is zijn de oude meanders nog steeds in het landschap te herkennen.
Langs de oevers van de Geleenbeek staat Moesdistel. Rond de visvijver liggen enkele droge bloemrijke
graslanden. Aan de zuidrand van de visvijver ligt een restant Broekbos. Floristisch interessant is de spoorlijn
met o.a. Stijve wikke.
Aandachtssoorten
Moesdistel, Stijve wikke, Zeggekorfslak
ZLN2.20Cp
Biezenhof
Beschrijving
Een uit graslanden bestaande natuurontwikkelingsgebied aan de oostzijde van de Geleenbeek tussen de
visvijver en hoeve Sint Jansgeleen. Onderlangs de steilrand ter hoogte van Schweikhuizen bevindt zich een
kwelzone.
Aandachtssoorten
Brede orchis, Zeggekorfslak
ZLN2.21AB
Danikerberg
Beschrijving
Het natuurgebied bestaat uit: hellingbos, restanten vochtig loofbos langs de Geleenbeek en plaatselijk
soortenrijke graslanden. In de graslanden zijn Bremstruwelen en graften aanwezig. De bossen bestaan
grotendeels uit loof en naaldhoutaanplant en Beukenbos. Van de oorspronkelijke oude loofbossen
(Wintereiken Beukenbos, Broekbos en Bronbos) resteren nog slechts enkele kleine delen. De
schraalgraslanden zijn een goed biotoop voor de Levendbarende hagedis. In de percelen ten noorden van
het Danikerbos is nieuw bos aangeplant. In de bossen leeft de Vale vleermuis. Tevens komt hier een
zomerkolonie van de Gewone Baardvleermuis voor. Het bos is opvallend rijk aan paddestoelen. De
Danikerberg is waardevol gebied voor aan loofbossen gebonden avifauna. Onderlangs de steilrand ter
hoogte van Schweikhuizen bevindt zich een kwelzone. Hier treffen we een goed ontwikkelde
bronbosvegetatie aan. Gedeeltelijk is het bos verdroogd en doorplant met populieren. Een klein deel bestaat
uit Berken-Zomereikenbos.
Aandachtssoorten
Vale vleermuis, Gewone Baardvleermuis
ZLN2.22C
Danikerberg zuidzijde
Beschrijving
Het reservaatsgebied ligt grotendeels aan de zuidzijde van het natuurgebied de Danikerberg. Naast graften
zijn er kleine bossen en struwelen aanwezig. Langs de Geleenbeek ligt een vochtige oeverruigte,
gedeeltelijk met wilgenopslag en een vochtig grasland. Op de steilrand liggen bremstruwelen en
lössschraalgrasland. In 1995 werd een Hamsterburcht vastgesteld.
Aandachtssoorten
Liggende vleugeltjesbloem
ZLN2.23C
Daniken
Beschrijving
Dit natuurontwikkelingsgebied ligt aan de noordzijde van de Danikerberg en bestaat bijna volledig uit
grasland. Als gevolg van gedeeltelijke afgraving in het verleden zijn er steilranden ontstaan.
Noord Limburg Oost
21
ZLN2.24B
Stammenderbos
Beschrijving
Het bos bevat steile hellingen, holle wegen en diepe droogdalen. De ondergroei van de bossen is niet goed
ontwikkeld en deels verruigd met braam. Op enkele plaatsen staan Lelietje-der-dalen, Dalkruid en Eénbes.
Het zijn bossen van zowel vrij droge, voedselarme grond als van vochtige, voedselrijke grond. Een deel van
het bos bestaat uit naaldhout en uit gemengd loofbos. Het Stammenderbos is waardevol voor aan bossen
gebonden avifauna (Wespendief). In de oude bossen wordt de Vale Vleermuis waargenomen. Het park van
het voormalig kloostercomplex St. Ignatius bestaat uit droog gemengd loofbos.
Aandachtssoorten
Vale Vleermuis
ZLN2.25C
Sweikhuizen
Beschrijving
Dit reservaatsgebied bestaat uit graslanden met enkele graften. Het ligt op een steile helling direct grenzend
aan het Stammenderbos.
Aandachtssoorten
Liggende vleugeltjesbloem
ZLN2.26C
Molenweg
Beschrijving
Het natuurontwikkelingsgebied is leefgebied van de Das en wordt grotendeels gebruikt als bouwland. De
Vereniging Natuurmonumenten heeft een deel van de percelen in bezit. Op een deel van deze grond wordt
extensief akkerbeheer gevoerd. Daarnaast zijn er bosverbindingsstroken aangeplant. Onderaan de helling
ligt een amfibieënpoel. Twee, floristisch goed ontwikkelde, holle wegen doorsnijden het gebied.
Aandachtssoorten
Betonie
ZLN2.27B
Restanten hellingbos Puth Schinnen
Beschrijving
Op de dalwand tussen Puth en Schinnen is maar een klein deel van het hellingbos bewaard gebleven. De
bosrestanten bestaan voornamelijk uit verruigd Wintereiken Beukenbos. Het overige deel bestaat uit
soortenarme loofhoutaanplant. Het is een waardevol gebied voor de Das en voor aan loofbossen gebonden
avifauna o.a. de Groene Specht.
Aandachtssoorten
Das
ZLN2.28Cp
Op de Berg
Beschrijving
Het reservaatsgebied bestaat uit een aantal weilanden tussen hellingbossen. Op de helling boven
Heisterbrug liggen enkele bloemrijke weiden waarvan twee met een goed ontwikkelde vegetatie. Het gebied
is onderdeel van het leefgebied van de Das. In dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan.
Aandachtssoorten
Liggende vleugeltjesbloem
ZLN2.29Cp
Geleenbeekdal nabij Huis Schinnen en Oude Kerk
Beschrijving
Het reservaatsgebied omvat de agrarische gronden rond Oude Kerk en Huis Schinnen. Het bestaat bijna
geheel uit (vochtige) graslanden. Deze zijn belangrijk voor de herpetofauna en als foerageergebied voor in
de hellingbossen levende zoogdieren zoals de Das. Aan de rand van het Stammenderbos ligt in een
grasland een amfibieënpoel. De Geleenbeek, die in fasen wordt heringericht, stroomt door het
reservaatsgebied.
22
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
Aandachtssoorten
Brede orchis, Zeggekorfslak
ZLN2.31AB
Oude Kerk
Beschrijving
Het bos betreft een jonge aanplant met een verruigde ondergroei. Ten zuiden van de slotgracht rondom Huis
Schinnen is het moeras doorplant met populieren. Tussen de beek en de oude spoordijk liggen restanten
bronbos, natte ruigten en grote zeggenmoeras.
Aandachtssoorten
Zeggekorfslak
ZLN2.32A
Spoorwegemplacementen Schinnen en Spaubeek
Beschrijving
Op beide emplacementen is Spiesleeuwebek aangetroffen.
ZLN2.33AB
St. Ignatius
Beschrijving
Het gebied bestaat uit vochtige bossen, ruigten en graslanden aan weerszijden van de Geleenbeek. Het
gebied staat onder invloed van kwel. Ten noorden van de beek ligt een waardevol bronbos. Er komen
bijzondere planten voor o.a. Zwarte bes en Verspreidbladig goudveil. Aan de zuidzijde van de Geleenbeek
ligt tussen twee spoordijken een moeras met struweel en ruigte. Direct langs het spoor ligt een droog
graslandje met o.a. Kluwenklokje. De Geleenbeek is in 1987 heringericht.
Aandachtssoorten
Verspreidbladig goudveil, Zeggekorfslak
ZLN2.34AB
Opgebroek
Beschrijving
Het bos heeft vrijwel geheel het oorspronkelijk karakter behouden. Het bestaat uit Elzenbroekbos, Bronbos,
Grote zeggenmoeras en een klein nat grasland. In het goed ontwikkelde bronbos staan met ondermeer
Verspreidbladig goudveil, Bittere veldkers, Groot Moerasscherm, Slanke sleutelbloem, Reuzenpaardenstaart
en Groot springzaad. Het overige deel van het bos is verruigd. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de
aanwezigheid van populierenaanplant.
Aandachtssoorten
Verspreidbladig Goudveil
ZLN2.35F
Geleenbeek Schinnen Spaubeek
Beschrijving
De verbindingszone omvat de vegetaties op de oude mijnspoordijk en de beekbegeleidende begroeiing
voorzover die niet onder het natuurbos valt. De Geleenbeek zelf is over de gehele lengte gekanaliseerd en is
floristisch matig ontwikkeld. De taluds van de spoorlijn zijn grotendeels dichtgegroeid met loofhoutaanplant
met een soortenrijke ondergroei met o.a. IJzerhard en Slanke sleutelbloem. Ter hoogte van Heisterbrug ligt
een vochtige ruigte langs de Geleenbeek met een groeiplaats van het sterk bedreigde Bruin cypergras. Op
drie plaatsen langs de beek komen oude kazematten voor welke van betekenis zouden kunnen zijn als
overwinteringplaats van vleermuizen. Grote Gele Kwikstaart en Groene Specht zijn de meest bijzondere
vogelsoorten.
Aandachtssoorten
Bruin cypergras, Zeggekorfslak
Noord Limburg Oost
23
ZLN2.36AB
Geleenbeekdal Schinnen
Beschrijving
Ten zuiden van de Geleenbeek ligt een verruigd bronbos en aan de noordzijde een kwelzone. Het bos is
voor een groot deel doorplant met populieren en verruigd met brandnetel. Daarnaast ligt er een vochtige
ruigte, een wilgenstruweel en een Grote zeggenmoeras. Het gebied maakt onderdeel uit van het leefgebied
van de Groene Specht.
Aandachtssoorten
Grote Vos, Zeggekorfslak
ZLN2.39Rj
Schinnen - Oirsbeek
Beschrijving
Het beheersgebied bestaat uit akker- en grasland tussen holle wegen, enkele hoogstamboomgaarden en
restanten hellingbos. Das, Patrijs, Veldleeuwerik en Steenuil komen in het gebied voor. Er liggen goed
ontwikkelde vochtige graslanden met Dotterbloem, Bleke zegge en Brede orchis. De noordwand van het dal
is ingesneden door enkele kleine droogdalen waarin zich bosjes en holle wegen hebben gevormd. Er kan in
dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 60 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten.
Opmerkingen: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit deelgebied bos te
ontwikkelen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark De Graven. In het
gebied liggen enkele regenwaterbuffers van het Waterschap Roer en Overmaas. Met beide zaken rekening
houden bij het inzetten van de beheershectaren.
Aandachtssoorten
Steenuil, Brede orchis
ZLN2.40B
Restanten hellingbos bij Wolfhagen
Beschrijving
De restanten hellingbos bevinden zich grotendeels op de steilste delen van de noordwand van het
Kakkertdal, aan de randen van de droge zijdalen. Voor ongeveer de helft bestaat het uit oud en sterk
verruigd Berken-Zomereikenbos op voedselarme ondergrond. Het overige bestaat uit jong, soortenarm
gemengd loofbos. Gedeeltelijk is het oorspronkelijke bos gekapt. Hier heeft zich een Bremstruweel
ontwikkeld met vlier en braam. De bossen zijn leefgebied van de Groene Specht en de Das. Ten oosten van
dit deelgebied is 18 ha bos voorzien in het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk
Zuid Limburg).
Aandachtssoorten
Groene specht
ZLN2.41Cp
Wolfhagen I
Beschrijving
De reservaatsgronden liggen verspreid rondom enkele bospercelen. Grotendeels bestaat het uit grasland. In
dit deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan.
Aandachtssoorten
Liggende Vleugeltjesbloem
ZLN2.42AB
Wolfhagen II
Beschrijving
Het bos en natuurgebied ligt in het drassige gedeelte van het dal van de Kakkert en wordt gevoed door
ijzerrijke kwel, regenwater en rioolwater. De Kakkert is een verdiepte zijbeek van de Geleenbeek. Het bos
bestaat uit een restant Elzenbroekbos, Wilgenstruweel, Grote zeggenmoeras, Kleine zeggenmoeras en
vochtige ruigten. Een deel van het broekbos is doorplant met populieren, evenals een voormalig moeras. Het
bos en de vochtige ruigte zijn sterk verruigd waardoor de soortenrijkdom beperkt is. Op een enkele plaats
staat Bittere veldkers en Moerasmuur. Wolfhagen is van belang voor amfibieën en broedvogels. Kramsvogel
24
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
en Wielewaal zijn de meest bijzondere soorten. Het Grote zeggenmoeras vormt het leef en
voortplantingsgebied voor diverse amfibieën.
Aandachtssoorten
Nachtegaal
ZLN2.43AB
Holle wegen bij Oirsbeek
Beschrijving
De holle wegen liggen ten noorden en ten westen van Oirsbeek. Het betreft grotendeels relatief droog en
voedselarm Berken-Zomereikenbos. Er zijn nog enkele restanten oud hellingbos (Eiken-Haagbeukenbos).
Op één plek staat Wilgenstruweel. De holle wegen zijn vanuit floristisch oogpunt plaatselijk van belang
vanwege het voorkomen van Muurhavikskruid, Stinkende ballote, Zuurbes en Brede eikvaren. De bosjes
worden gebruikt door de Groene specht en de Das.
Aandachtssoorten
Brede eikvaren
ZLN2.44B
Onderbanken
Beschrijving
Acht loofbosrestanten en bosschages omgeven door grootschalig bouwland. De meeste bossen hebben een
gemengd loofboskarakter met soortenarme ondergroei. Ten oosten van Doenrade hebben de bossen een
meer oorspronkelijk karakter (droog, voedselarm loofbos en matig voedselrijk loofbos). In deze beter
ontwikkelde bosrelicten komen onder meer Lelietje-der-dalen en Gewone vogelmelk voor. In de bossen
vinden o.a. de Groene Specht en de Sperwer hun leefgebied. Er liggen enkele Dassenburchten.
Aandachtssoorten
Groene Specht
ZLN2.45Rj
Viel
Beschrijving
Het agrarisch gebied maakt deel uit van het middenterras van de Maas met diverse zand- en
grindafzettingen. In het gebied zijn enkele graften, boomgaarden en restanten hellingbos (zie 2.44 B)
aanwezig. In het gebied komen Veldleeuwerik, Geelgors en Steenuil voor. In het recente verleden (1995)
werden enkele Hamsterburchten waargenomen aan de zuidrand van het gebied tussen Doenrade en
Douvergenhout. Het gebied behoort tot het leefgebied van de Das. Er kan in dit ruime jas beheersgebied
voor maximaal 70 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten.
Aandachtssoorten
Steenuil
ZLN2.46AB
Muldersplas c.a. (Alfa Thull)
Beschrijving
Het deelgebied bestaat uit een viertal verschillende terreinen. Drie daarvan liggen langs de noordoever van
de Geleenbeek en één aan de zuidoever. Rondom de Muldersplas liggen enkele vochtige hooilanden en
zeggenmoerassen. Deze worden gevoed door ijzerhoudende en plaatselijk kalkrijke lokale kwel. Sporadisch
wordt de Kamsalamander aangetroffen. De Vroedmeesterpad is sinds 1997 weer terug in het
Geleenbeekdal. De Brede orchis is de laatste jaren sterk toegenomen. Ten zuiden van de Muldersplas en
ten westen van de Alfabrouwerij ligt een nat gebied dat voornamelijk bestaat uit een Grote zeggenmoeras.
Ten noorden van de Muldersplas ligt een smalle bosstrook met Bronbos, Wilgenstruweel en een
populierenaanplant. Aan de westkant van de Geleenbeek ligt een omvangrijk Grote zeggenmoeras,
afgewisseld met Wilgenstruweel. Naar het zuiden toe wordt de ondergrond droger en bestaat de vegetatie
uit verruigd Berken-Zomereikenbos. Langs de voormalige spoordijk staat Rond wintergroen. Tevens staat
hier de Veldhondstong. Ornithologisch gezien is het natuurgebied waardevol. Zo komen er territoria voor van
de Nachtegaal en Waterral. Ook zijn hier Kuifeend, Wintertaling en Tafeleend waargenomen.
Aandachtssoorten
Noord Limburg Oost
25
Grote Vos, Brede orchis, Zeggekorfslak
ZLN2.47F
Schinnen - Nagelbeek
Beschrijving
Deze verbindingszone ligt tussen de A76 en het natuurgebied rondom Muldersplas. De zone is vooral van
belang voor de uitwisseling tussen de (deel)populaties Dassen aan beide zijden van de Geleenbeek. De
verbindingszone wordt in de dwarsrichting doorsneden door de A67 en een spoorlijn. De A67 en de spoorlijn
vormen een barrière voor de Das.
Aandachtssoorten
Das
ZLN2.48Fb
Reijmersbeek
Beschrijving
Het beheersgebied beslaat het graslandareaal rondom de gelijknamige kasteelhoeve (landgoed) dat in de
16e eeuw is gebouwd. Een groot deel van de vochtige graslandpercelen is in de 18e en 19e eeuw
ontgonnen. Het is leefgebied van diverse broedvogels waaronder de Grote Gele Kwikstaart.
Aandachtssoorten
Das
ZLN2.49B
Kapelbos en omgeving van Thull
Beschrijving
Dit deelgebied bestaat uit een aantal restanten hellingbos. Een groot deel van het oorspronkelijk karakter
van het bos is verdwenen. Alleen in het Kapelbos en in het hellingbos bij Thull is het oude, voedselarme
Berken-Zomereikenbos bewaard gebleven. Voor de rest bestaat het uit vrij jonge, soortenarme
Beukenbossen en naald en loofhoutaanplanten. Ten noorden van Vaesrade ligt een sterk verruigd en met
diverse boomsoorten doorplant Essen-Iepenbos. Dit gedeelte is in bezit van Natuurmonumenten. Een klein
gedeelte van dit zelfde bos is gekapt en veranderd in een ruigte met o.a. Fraai duizendguldenkruid,
Donderkruid en Heen. In het westelijke deelgebied, tegen de weg Schinnen - Thull aan, ligt een
Dotterbloemhooiland van Natuurmonumenten.
Aandachtssoorten
Grote Vos
ZLN2.50Cp
Krekelberg
Beschrijving
Graslanden op steile helling van de Krekelberg rondom restanten hellingbos. Het gebied heeft een grote
landschappelijke waarde ondermeer door de aanwezigheid van diverse graften. Opmerking: Hier wordt de
mogelijkheid open gehouden om in een deel van dit deelgebied bos te ontwikkelen en graften te herstellen of
aan te leggen zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark De Graven.
Aandachtssoorten
Liggende vleugeltjesbloem
ZLN2.52Gb
Vaesrade
Beschrijving
Dit gebied heeft evenals voorgaand deelgebied een grote landschappelijke waarde. Enkele delen zijn in
gebruik als akker. In het gebied liggen restanten hellingbos (2.48 B), holle wegen, hoogstamboomgaarden,
graften en hagen. Op de hellingen bij Vaesrade is de Grote Vos waargenomen, een ernstig bedreigde soort.
Aandachtssoorten
Steenuil
26
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN2.54AB
Oude Geleenbeek
Beschrijving
Het bos bestaat uit een populierenbos en populierenaanplant in voormalig vochtig Elzenbroekbos. In het
zuiden komt een verruigd Elzenbroekbos voor en aangrenzend een voedselrijk grasland. Aan weerszijden
van het spoor, langs de Kamperveldgraaf ligt het floristisch meest waardevolle stuk Elzenbroekbos. Hier
staan op grote schaal Reuzenpaardenstaart, Gewone dotterbloem, Bittere veldkers, Verspreidbladig
goudveil, Slanke sleutelbloem en Moerasstreepzaad. Er leven diverse aan loofbos gebonden vogels
waaronder de Nachtegaal en Wielewaal. Een groot deel van het bos maakt onderdeel uit van een NSWlandgoed. Dit landgoed strekt zich ook uit over de westelijk gelegen graslanden.
Aandachtssoorten
Grote Vos, Verspreidbladig goudveil, Zeggekorfslak
ZLN2.55Gb
Leeuw
Beschrijving
Het beheersgebied beslaat het graslandareaal ten zuiden van kasteelhoeve Reijmersbeek dat in de 16e
eeuw is gebouwd. Een groot deel van de vochtige graslandpercelen is in de 18e en 19e eeuw ontgonnen.
Het is leefgebied van diverse broedvogels waaronder de Grote Gele Kwikstaart.
Aandachtssoorten
Das
ZLN2.56AB
Kathagerbroek
Beschrijving
Het gebied wordt gevoed door deels kalkrijk en deels ijzerhoudend kwelwater. Het Kathagerbroek is wat
vegetatietypen betreft gevarieerd. Naast de vochtige hooilanden en schraalgraslanden komen er diverse
kleine open waterelementen voor en een deel bestaat uit kalkmoeras. Op enkele plaatsen is er sprake van
door kwel gevoed hellingveen en Elzenbronbos, Elzen- en Wilgenstruweel en populierenaanplant met een
bronboskarakter. Op minder vochtige plaatsen komen Wintereiken-Beukenbos, Eiken-Haagbeukenbos en
aanplanten voor. Het gebied kent een rijke voorjaarsvegetatie en er komen diverse orchideeënsoorten voor
zoals de Rietorchis en Gevlekte rietorchis. Andere bijzondere botanische vondsten zijn Parnassia,
Geelgroene zegge, Kleine valeriaan, Schubzegge, Gele zegge, Kamvaren en Donzige klit. In het westen ligt
een kazemat die eventueel van betekenis kan zijn voor vleermuizen. Naast de floristische zijn ook de
ornithologische waarden van het Kathagerbroek groot. Zo komen er met name aan vochtige
omstandigheden en water gebonden vogels voor zoals Dodaars, Grote Gele Kwikstaart, Nachtegaal en
Wintertaling. Bijzonder is dat tevens de Zeggekorfslak in het gebied voor komt; een op Europees vlak
zeldzame soort.
Aandachtssoorten
Levendbarende hagedis
ZLN2.57C
Kathagen
Beschrijving
Dit reservaatsgebied, aan de randen van Kathagerbroek, bestaat uit weilanden en enkele akkers. Daarnaast
zijn er enkele hoogstamboomgaarden en hagen aanwezig. De percelen ten noorden van het natuurgebied
zijn vochtiger en bestaan grotendeels uit graslanden. Een klein gedeelte is inmiddels verworven door
Natuurmonumenten. Hier is de populierenopstand geveld. Het IKL heeft op één van de terreinen een
vleermuizenkelder ingericht.
ZLN2.59B
Jeugrubbe
Beschrijving
Hellingbos bestaand uit, deels verruigd, gemengd oud loofbos rond een kern met beukenbos zonder
ondergroei. Het is leefgebied van de Groene specht en er zijn dassenburchten aanwezig.
Noord Limburg Oost
27
Aandachtssoorten
Grote Vos
ZLN2.60AB
Schurenberg I
Beschrijving
In het oostelijke hellingbos zijn meerdere bewoonde dassenburchten aanwezig. Het vlakke deel van het
gebied wordt deels door kalkrijk en deels ijzerhoudend kwelwater gevoed en bezit daarmee grote potenties
welke vergelijkbaar zijn met het Kathagerbroek. Ten oosten van de Geleenbeek, in een kwelzone, liggen
enkele restanten vochtig loofbos met gedeeltelijk een goed ontwikkelde ondergroei. Plaatselijk is het bos
doorplant met populieren. Verder is er een bloemrijk grasland en enkele loofhoutaanplanten van o.a.
populieren aanwezig. Tussen de Geleenbeek en de spoorlijn ligt een verruigd Elzenbroekbos dat gedeeltelijk
met populieren is doorplant. Tussen de Geleenbeek en de Platsbeek ligt een restant oude loofbos, een
grasland en een loofhoutaanplant. Tussen de spoorlijn Sittard - Heerlen en de A76 ligt aan weerszijden van
de Zijpender Vloedgraaf een verruigd Elzenbroekbos en twee door Grote zegge gedomineerde moerassen.
In het zuidelijk deel komen Geelgors en Kramsvogel voor.
Aandachtssoorten
Parnassia, Zeggekorfslak
ZLN2.61A
Spoorweg en emplacement Nuth
Beschrijving
Het spoorwegemplacement van Nuth is soortenrijk. Er groeien de volgende planten: Donderkruid,
Geelgroene vrouwenmantel, Bruin cypergras, Klein viltkruid, Weidehavikskruid, Oranje havikskruid en
Spiesleeuwebek.
Aandachtssoorten
Geelgroene vrouwenmantel, Weidehavikskruid
ZLN2.62Rj
Schurenberg II
Beschrijving
Het beheersgebied omvat akkers en graslanden. Het gebied wordt doorsneden door holle wegen en er
liggen graften. Dit inzijggebied voor het Kathagerbroek is een foerageergebied voor de Das. In een klein
restant broekbos langs de Randweg staat o.a. Gewone dotterbloem. Er kan in dit ruime jas beheersgebied
voor maximaal 25 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Opmerking: Hier wordt de
mogelijkheid open gehouden om op kleinschalige wijze in een deel van dit deelgebied bos te ontwikkelen
zoals dat geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark De Graven.
Aandachtssoorten
Patrijs, Zeggekorfslak
ZLN2.63Cp
Broekhuis
Beschrijving
Dit reservaatsgebied bestaat uit vochtige graslanden tussen de Geleenbeek en de spoorlijn. Het gebied
wordt doorsneden door het talud van de voormalige mijnspoorlijn.
Aandachtssoorten
Geelgroene vrouwenmantel, Zeggekorfslak
ZLN2.64Rj
Tussen Puth en Schweikhuizen II
Beschrijving
Het deelgebied Tussen Puth en Schweikhuizen (ook 2.17 G) kent ten noordwesten van Puth een hoge
dichtheid aan holle wegen en graften. De hoogst gelegen percelen op het plateau rond Puth bestaan
gedeeltelijk uit akkers en zijn van grote betekenis voor akkervogels zoals Patrijs en Veldleeuwerik. Het
kleinschalige landschap is leefgebied van o.a. de Das en de Geelgors. De berm van de Koolweg is één van
de weinige groeiplaatsen in Zuid Limburg van Pijpbloem en Groot glaskruid. Door het ruime jas
28
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
beheersgebied kunnen de natuurwaarden worden behouden en uitgebreid, waardoor invulling wordt
gegeven aan de ecologische ontwikkelingszone ter plaatse. Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor
maximaal 40 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten. Opmerking: In het deel waar geen
beheershectaren worden ingezet, wordt de mogelijkheid open gehouden om bos te ontwikkelen zoals dat
geprojecteerd staat in het ontwikkelingsplan van Landschapspark De Graven. Van belang is dat de
Ecologisch waardevolle bermen een ruig tot een meer bebost karakter krijgen ten behoeve van soorten als
Pijpbloem.
Aandachtssoorten
Pijpbloem, Steenuil
ZLN2.65C
Hammstergebied Puth
Beschrijving
Het gebied bestaat uit een vijftal akkers, gelegen in het noordoosten van het Hamsterkerngebied. Er bestaat
voldoende potentie om deze percelen in te richten voor de Hamster.
ZLN2.66Cp
Windraak particulier natuurbeheer
Beschrijving
Dit deelgebied is nog niet beschreven
Noord Limburg Oost
29
3. HEERLEN
3.1.
Beschrijving regio
In de sterk verstedelijkte omgeving van Heerlen vormen de Geleenbeek en de Caumerbeek belangrijke
elementen. Van het oorspronkelijke beekdallandschap resteren enkele waardevolle delen die in de directe
omgeving van de Geleenbeek en de Caumerbeek liggen. Op een enkele plek is het
lössontginningslandschap met akkers en steile beboste hellingen nog te herkennen. Naast de beken zijn ook
de groeven opvallende plekken waar nog enige natuurwaarden aanwezig zijn.
De beken hebben zich in de, met löss bedekte plateaus ingesneden. In de omgeving van Welten en
Terworm komen in de diepere ondergrond Oligocene zandgronden en kleilenzen voor. In de omgeving van
de Caumerbeek zijn het voornamelijk mineraal- en kalkarmere (Miocene) zandgronden. Deze afzettingen
komen eveneens op de dalhellingen voor. In de dalen liggen verspoelde löss- en beekleemafzettingen en
komt lokaal ook veen voor. Door de aanwezigheid van de slecht doorlatende lagen stroomt lokaal
grondwater af naar het dal waar het in de dalhellingen aan de oppervlakte komt in bronnen. Dit lokaal
grondwater wordt vervuild door uitspoeling van meststoffen. De bronnen worden gevoed vanuit het
onderliggende watervoerend pakket.
Zowel de Geleenbeek alsook de Caumerbeek zijn vrijwel geheel gekanaliseerd en dienen nu hoofdzakelijk
voor de afvoer van regenwater en als riooloverstort. De versnelde afvoer van water en de sterke toename
van het stedelijk gebied hebben bijgedragen aan de verdroging. Waarschijnlijk is ook de grondwaterwinning
en de grondwateronttrekking als gevolg van de zandwinning verantwoordelijk voor de verdroging. Om de
piekafvoeren van de beken te verminderen zijn enkele bufferbassin aangelegd.
De Geleenbeek ontspringt bij Benzenrade aan de voet van het Plateau van Ubachsberg. Hier stroomt kalken nitraatrijk water afkomstig van het plateau in de Geleenbeek. De Geleenbeek ligt tot aan Terworm vrijwel
geheel in een bebouwde omgeving. Het grondgebruik langs de beek is vrij extensief. Hierdoor hebben
vochtige Kamgrasweiden en Glanshaverhooilanden zich kunnen ontwikkelen. Bij de Eikerdermolen heeft
zich een soortenrijke moerasvegetatie ontwikkeld met o.a. Rietorchis. Tussen Douvenrade en Ten Esschen
liggen waardevolle natte en vochtige schraalgraslanden en loofbossen. Daarnaast zijn er waardevolle
bronbosvegetaties met onder meer Moesdistel en Verspreidbladig goudveil. Het is de enige plek in
Nederland waar het Kalk-Elzenbroekbos voorkomt. Gedeeltelijk zijn de vegetaties verruigd en verdroogd.
Ook voor amfibieën is het Geleenbeekdal waardevol door het voorkomen van Alpenwatersalamander en
Vroedmeesterpad. Het gebied Terworm is bijzonder soortenrijk aan vogels zo zijn er broedgevallen bekend
van o.a. Grote Gele Kwikstaart, Waterral en Groene specht.
De Caumerbeek stroomt van Heerlen tot aan kasteel Hoensbroek waar ze in de Geleenbeek uit mondt. De
oorsprong van de Caumerbeek ligt in het centrum van de wijk Heerlerbaan. Van het vroegere brongebied is
niets over. Het gebied ten noordoosten van Vrusschemig bestaat uit verschillende, verspreid in het bos
liggende bronnen. Dit gebied kan nu beschouwd worden als het huidige brongebied. Van oorsprong is de
Caumerbeek een langzaam stromende, grotendeels meanderende beek die door open bossen stroomde. De
oorspronkelijke begroeiing is echter verwijderd en de variatie in stroomsnelheden is verdwenen. Vanaf
Vrusschemig tot Schandelen heeft de beek een vrije loop. Daarna zijn grote delen van de beek overkluisd.
Nabij Palemig en Rennemig komen enkele zijbeken (de Palembergerbeek, de Oude Beek en de
Schroetebeek) uit in de Caumerbeek. Het water van de Caumerbeek stroomt door verschillende
mineraalarme (Miocene) zandlagen. De waterkwaliteit van de beek is bovenstrooms goed en
stroomafwaarts, bij RWZI Hoensbroek matig tot slecht. In het huidige brongebied ligt een goed ontwikkeld
bronbos met verspreid liggende open plekken. Hier komen zeldzame plantensoorten voor zoals
Verspreidbladig goudveil en Adderwortel. De beekbegeleidende vegetatie bestaat stroomafwaarts vooral uit
graslanden. Door het extensief grondgebruik en de vochtige tot droge omstandigheden zijn deze graslanden
aan te duiden als Glanshaverhooiland en Kamgrasweiden. Ondanks de ligging van de Caumerbeek in een
stedelijke omgeving heeft het ook belangrijke faunistische waarden. In de omgeving van de Caumerbeek zijn
o.a. de Kleine parelmoervlinder, het Bruin blauwtje, de Alpenwatersalamander en de Rugstreeppad
waargenomen. Daarnaast zijn er broedgevallen bekend van o.a. Blauwborst en Groene specht.
30
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
De groeven liggen aan de oostzijde van de regio en grenzen aan de Brunsummer heide en aan de
Schrieversheide. Mede hierdoor bezitten de groeven belangrijke natuurwaarden. Voor enkele zeldzame en
bedreigde soorten vogels, amfibieën, reptielen en vlinders vormen de specifieke omstandigheden van deze
groeve belangrijke leefgebieden.
Binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg) is het de
bedoeling dat in het Parkstad-gebied in totaal 882 ha bos en natuurgebied wordt ontwikkeld om kwetsbare
natuurgebieden als de Brunssummerheide te ontlasten. Van deze 882 ha is 162 ha in deze regio gepland.
3.2.
Ontwikkelingsrichting regio
Voor de regio wordt de volgende ontwikkeling nagestreefd:
− ecologische verbinding langs de Caumerbeek en de Geleenbeek versterken zodat er uitwisseling tussen
de natuurgebieden langs de beken plaats kan vinden;
− bestaande en potentiële natuurwaarden gebonden aan gradiënten droog - nat en voedselarm voedselrijk behouden en versterken;
− behoud, herstel en uitbreiding van het Kalkmoeras, het Kalk-Elzenbroek en de extensief beheerde natte
graslanden;
− behoud en uitbreiding van de natuurwaarden van de groeven door een natuurgerichte afwerking;
− verbinding tussen de groeven onderling en met de Brunsummer heide en de Schrieversheide
optimaliseren;
− overkluizing van de Caumerbeek opheffen;
− waar mogelijk hermeandering van de beken;
− opheffen belemmeringen voor migratie van vissen in de beken;
− barrièrewerking van wegen en duikers opheffen;
− waterkwaliteit van de beken verbeteren door o.a. afkoppeling van afvoerwater vanaf bebouwd en
verhard oppervlak;
− riooloverstorten en rioollozingen opheffen.
Noord Limburg Oost
31
3.3.
Beschrijving deelgebieden
ZLN3.01F
Buitengebied Hoensbroek en oud mijnspoor
Beschrijving
Op enkele plekken langs de Geleenbeek en de Caumerbeek liggen bloemrijke droge tot vochtige
graslandstroken. Rondom de Droomvijver ligt een smalle strook met brandnetel verruigd Elzenbroekbos en
Bronbos. Zowel de beken als de vijver en de kasteelgracht zijn tamelijk soortenrijk en floristisch redelijk goed
ontwikkeld. In de groenzones rond de vijver en de kasteelgracht komen Groene Specht en Grote Gele
Kwikstaart voor. In het parkbos ten oosten van het kasteel is een kolonie Roeken aanwezig. De
verbindingszone langs het voormalige mijnspoor richting de Brunsummerheide is vooral van belang voor
vogels, vlinders en kleine zoogdieren.
Aandachtssoorten
Grote Gele Kwikstaart, Zandblauwtje
ZLN3.02B
Overbroek
Beschrijving
Ten westen van Lotbroek aan beide zijden van de Caumerbeek liggen twee restanten sterk verruigd en
verdroogd Elzenbroekbos. Het broekbos is grotendeels doorplant met populieren.
Aandachtssoorten
Slanke sleutelbloem
ZLN3.03F
Caumerbeek (Hoensbroek)
Beschrijving
De Caumerbeek is over dit traject geheel overkluisd. In het dal van de beek liggen vrij schrale, enigszins
vochtige graslanden. Meer naar het westen toe worden deze graslanden afgewisseld met voedselrijke en
vochtige ruigten.
Aandachtssoorten
Gevlekte orchis
ZLN3.04AB
Lotbroek
Beschrijving
Het bos nabij Lotbroek is een goed ontwikkeld vochtig loofbos. Het noordelijk deel is een afwisseling van
Elzenbroekbos, vennen en rietmoeras. In een voormalig moeras zijn populieren aangeplant. Het overige
deel van het bos bestaat uit met brandnetel verruigde populierenaanplant. In de populierenaanplant komt
plaatselijk Breedbladige wespenorchis voor. In het gebied zijn kolonies Roeken aanwezig.
Aandachtssoorten
Nachtegaal
ZLN3.06F
Caumerbeek (Rennemig)
Beschrijving
De Caumerbeek is hier grotendeels overkluisd. Het dal ligt ingeklemd tussen twee steile taluds met een
grazige, schrale vegetatie. De bloemrijke graslanden worden begraasd door schapen. Plaatselijk komen
struwelen, wilgen en populieren voor.
Aandachtssoorten
Bruin Blauwtje
32
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN3.07A
Carisborg
Beschrijving
Het gebied Carisborg bestaat uit een zwak glooiend terrein met drassige laagten (het Carisven). Het gebied
wordt gevoed door ondiep kwelwater. In de moerassige laagten ligt plaatselijk veen. De huidige vegetatie
bestaat uit extensief beheerde vochtige graslanden, moerasvegetaties, vochtige ruigten afgewisseld met
wilgenstruwelen en Elzenbroekbos. De hoger gelegen gedeelten bestaan deels uit zandgronden met droge
graslanden. Door de gradiënten in abiotische omstandigheden is het gebied soortenrijk. Er staan diverse
zeggensoorten waaronder de Snavelzegge. Daarnaast is het een groeiplaats voor Gewone dotterbloem,
Bittere veldkers en Bosbies. In een Wilgenstruweel staat Grote boterbloem. Tot in de jaren ‘80 kwam hier de
Brede orchis voor. Wat betreft avifauna zijn waarnemingen bekend van Wintertaling, Blauwborst en Groene
Specht. Het grootste probleem vormt echter de waterkwaliteit in het gebied. De moerasvegetaties liggen
namelijk in een bufferbassin dat overstortwater uit het riool van Heerlen moet opvangen. De moerasvegetatie
is daarom voedselrijk en sterk verruigd.
Aandachtssoorten
Brede orchis
ZLN3.08AB
Langeberg
Beschrijving
Het natuurgebied bestaat grotendeels uit een voormalige zandgroeve. Op de oevers van de plas is
Rietmoeras en een Berkenbroekbos tot ontwikkeling gekomen. Tevens komen hier enkele vochtige
graslanden voor. Rondom de plas ligt een loofbos op voedselarme leemhoudende bodem. Bijzonder is het
voorkomen van de Verfbrem. Het centrale gedeelte van het natuurgebied is droger. Het glooiende, soms
steile terrein bestaat uit Berken-Zomereikenbos afgewisseld met droge bloemrijke graslanden en enkele
braakliggende akkers. In het zuidwesten ligt een droge voedselrijke ruigte afgewisseld met Doornstruweel.
De Groene Specht, de Patrijs en de Steenuil zijn in het gebied waargenomen.
Aandachtssoorten
Verfbrem
ZLN3.09AB
Heidserpark
Beschrijving
Op de hogere delen bestaat de vegetatie uit Berken-Zomereikenbos met daartussen bloemrijke, droge
graslanden. De lagere delen zijn vochtiger, plaatselijk staat hier Berkenbos. Het centrale gedeelte wordt
ingenomen door de voormalige groeve en is nu ingericht als visvijver. Het gebied is leefgebied van de
Rugstreeppad. De Oude Brunssumerweg vormt mogelijk een barrière voor amfibieën tussen het Heidserpark
en het aansluitende natuurgebied 3.08 AB.
Aandachtssoorten
Rugstreeppad
ZLN3.11F
De Vrank/Husken
Beschrijving
Het gebied tussen de Caumerbeek en de Schroetebeek heeft bijzondere landschappelijke waarden door de
aanwezigheid van bloemrijke graslanden, hoogstamfruitbomen, meidoornhagen en enkele vakwerkhuizen.
Het centrale gedeelte bestaat uit akkers. Langs de Caumerbeek nabij Vrank liggen enkele vochtige
beekdalgraslanden, een Rietmoeras en een Grote zeggenmoeras. De bossen bestaan overwegend uit
populieren- en loofhoutaanplanten. In de bossen zijn Boswederik en Gewone dotterbloem te vinden. Er is
een grote Roekenkolonie aanwezig nabij Vrank. In een grasland langs de Schroetebeek staat de Gevlekte
orchis. Vooral de poelen in Husken zijn belangrijk voor amfbieën. Husken moet de ecologische verbinding
vormen tussen Natuurpark Terworm en de Caumerbeek. Langs de Caumerbeek komt de Groene Specht
voor. In de jaren ‘80 werden Alpenwatersalamander en Kamsalamander aangetroffen langs de Caumerbeek.
Noord Limburg Oost
33
Direct ten zuidwesten van het deelgebied is 10 ha bos gepland binnen het plan "Uitbreiding van natuur en
recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg).
Aandachtssoorten
Gevlekte orchis, Alpenwatersalamander
ZLN3.15D
Palemig
Beschrijving
Dit bosgebied tussen de Oude Beek en Caumerbeek bestaat deels uit verruigde populierenaanplant. De rest
bestaat uit restanten oud Berken-Zomereikenbos en loofhoutaanplanten. Het bos is leefgebied van o.a. de
Groene Specht.
Aandachtssoorten
Bruine eikepage
ZLN3.16F
Oude Beek
Beschrijving
De Oude Beek is een zijbeek van de Caumerbeek. Het gebied bestaat uit een verdroogd Elzenbroekbos,
natte ruigten, een grote zeggenmoeras, een populierenaanplant op rabatten en twee voedselrijke
graslanden. Met name langs de rand van het broekbos, dat door lokale kwel gevoed wordt, staan Witte
waterkers en plaatselijk massaal Kale jonker. Voorts komen hier Bittere veldkers, Boswederik en Pijlkruid
voor.
Aandachtssoorten
Boswederik
ZLN3.17F
Caumerbeek (Beersdal - Palemig)
Beschrijving
De Caumerbeek is over dit traject overkluisd. Er liggen enkele vochtige tot natte graslanden en een
rietmoeras. Langs de (overkluisde) beek bestaat de vegetatie uit brandnetelruigten en populieren.
Aandachtssoorten
Adderwortel
ZLN3.18F
Palembergerbeek
Beschrijving
De Palembergerbeek is over dit traject sterk verruigd. De beekbegeleidende vegetaties bestaan uit
brandnetelruigten en populieren. Langs de beek liggen enkele deels verruigde graslanden. Over een lengte
van 725 meter is er een beekherstelproject in uitvoering waarbij de maatregelen gericht zijn op herstel van
het natuurlijk karakter van de beek.
Aandachtssoorten
Gewone dotterbloem
ZLN3.20B
Haasdal
Beschrijving
De akker ligt ingeklemd tussen enkele kleine bosrestanten tussen de Leenhof en Schaesberg en is in bezit
van Natuurmonumenten. Er wordt bos aangelegd om de beide aangrenzende bosgebieden te versterken.
Aandachtssoorten
Boswitje
ZLN3.21B
Leenderkapel
Beschrijving
De twee bosrestanten bestaan bijna volledig uit oud loofbos van voor 1800. De huidige natuurwaarden van
het bos zijn beperkt. In de ondergroei staan o.a. Salomonszegel en Hulst. Plaatselijk is het bos sterk
34
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
verruigd. In het gebied is het Boswitje, de Groene Specht en de Zwarte Specht waargenomen. Een klein
deel bestaat uit naaldbos.
Aandachtssoorten
Boswitje
ZLN3.22D
De Molt - Kakert
Beschrijving
Het betreft hier een reliëfrijk bosgebied dat in verbinding staat met de bossen van de Brunssummerheide.
Het zuidelijk gelegen deel bestaat uit een vrij goed ontwikkeld Wintereiken-Beukenbos. Dat deel van het bos
dat aansluit op de Brussummerheide bestaat voornamelijk uit Berken-Zomereikenbos. Deels bestaat het uit
gemengd loof- en naaldhoutaanplanten.
Aandachtssoorten
Boswitje
ZLN3.23D
Aan de Slagboom
Beschrijving
Dit hellingbos bestaat grotendeels uit een met braam verruigd Wintereiken-Beukenbos. Aan de randen
liggen loofhoutaanplanten, doornstruwelen, bremstruwelen en enkele extensief gebruikte graslanden.
Slechts een klein van het Wintereiken-Beukenbos is goed ontwikkeld. Faunistisch gezien is het gebied
waardevol door het voorkomen van het Boswitje, de Keizersmantel, de Europese Kanarie en de Groene
Specht.
Aandachtssoorten
Boswitje
ZLN3.24F
Kisselgracht
Beschrijving
Reliëfrijk droogdal gelegen tussen de Heerlense wijk Molenberg en het bosgebied Aan de Slagboom. Het
parkachtige landschap wordt doorsneden door een talud van een voormalige mijnspoorlijn. Plaatselijk is
deze begroeid met struweel en loofhoutaanplant. Het centrale deel wordt gevormd door een akker en enkele
graslandpercelen. Het gebied is van betekenis als groenzone tussen Schaesbergerveld en Strijthagen.
Aandachtssoorten
Boswitje
ZLN3.25F
Caumerbeek Schandelen - Meezenbroek
Beschrijving
De Caumerbeek is over dit traject gekanaliseerd. Over de gehele lengte stroomt de beek door een stadspark
en voedt diverse (vis)vijvers. De beek vormt een verbindende schakel tussen de bos- en natuurgebieden
langs de beek. In de jaren ’80 werd Blauwe zegge langs de beek gevonden. Sporadisch wordt de Kleine
Parelmoervlinder waargenomen.
Aandachtssoorten
Blauwe zegge, Kleine Parelmoervlinder
ZLN3.26F
Caumerbeek langs het Aambos
Beschrijving
Ook hier is de Caumerbeek grotendeels gekanaliseerd. Enkel ten zuiden van de Oliemolen bezit de
Caumerbeek nog een nagenoeg natuurlijk karakter. Floristisch interessant is de beekoever net ten noorden
van de Oliemolen. Hier staat naast Ruige leeuwentand en Oranje havikskruid de Geelgroene
vrouwenmantel. De Geelgors wordt regelmatig waargenomen in het gebied. In de Caumerbeek liggen drie
nog intacte watermolens.
Aandachtssoorten
Geelgroene vrouwenmantel, Kleine Parelmoervlinder
Noord Limburg Oost
35
ZLN3.27AB
Aambos
Beschrijving
Het Aambos is een hellingbosrestant op de oosthelling van het Caumerbeekdal. Het bestaat grotendeels uit
Berken-Zomereikenbos en een met Klimop verruigd Wintereiken-Beukenbos. Verder liggen er enkele
graslanden. De Bruine Eikepage en de Groene Specht komen voor in dit deelgebied.
Aandachtssoorten
Bruine Eikepage
ZLN3.28AB
Caumerberg - Schiffelerhof
Beschrijving
In dit gebied liggen waardevolle bronbossen. Door de afwezigheid van intensief gebruikte agrarisch gronden
in de directe omgeving en de rijkdom aan bron- en kwelsituaties zijn de bronbossen floristisch gezien goed
ontwikkeld. Nabij de Schiffelerhof komen natte vegetaties voor zoals beekdalgraslanden, een grote
zeggenmoeras, waardevolle natte loofbossen en tevens enkele reliëfrijke, extensief gebruikte graslanden.
Hoger op de helling ligt een Berken-Zomereikenbos en een loofhoutaanplant. Op beschaduwde
bronplaatsen en langs de bronbeekjes komt een bijzondere vegetatie voor. Zo staan hier o.a. Paarbladig
goudveil en Verspreidbladig goudveil, Bittere veldkers, Gewone dotterbloem en Holpijp. In een van de
graslanden staat Adderwortel. In het noorden ligt een klein vochtig hellingbos met een gevarieerde
ondergroei van o.a. Muskuskruid, Groot heksenkruid en Grootbloemmuur. De Rugstreeppad en de Groene
Specht vinden in dit deelgebied een geschikt leefgebied.
Aandachtssoorten
Verspreidbladig goudveil, Adderwortel
ZLN3.29D
Sint Elisabethskliniek e.o.
Beschrijving
Het bosgebied sluit aan op het floristisch en faunistisch waardevolle Imstenraderbos en vormt de verbinding
richting de Caumerbeek. Het bos bestaat uit voornamelijk Wintereiken-Beukenbos en loofhoutaanplant. In de
struiklaag komt Brem voor. Er zijn enkele groeiplaatsen van Muurhavikskruid bekend. De bermen in het
gebied zijn vrij bloemrijk. De Groene Specht is een van de bijzondere bosvogels in het gebied en in enkele
poelen komt de Alpenwatersalamander voor. De stadstangent van Heerlen (Keulseweg) vormt een
belangrijke ecologische barrière in de verbinding tussen dit bosgebied en het ten westen van deze weg
gelegen Imstenraderbos. Het is de bedoeling dat binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie"
(Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg) 70 ha bos en natuurterrein rondom dit gebied wordt ontwikkeld.
Aandachtssoorten
Bruine Eikepage, Alpenwatersalamander
ZLN3.30AB
Terworm
Beschrijving
Het gebied bestaat overwegend uit broekbossen, Bronbossen, Wintereiken-Beukenbossen en gemengde
loofhoutaanplanten. Verspreid in het bosgebied liggen kleine oppervlakten struweel, beekdalgrasland en
moeras. Bijzonder is het voorkomen van het zeldzame Kalk-Elzenbroekbos en Kalkmoeras. Floristisch
gezien zijn de graslanden plaatselijk goed ontwikkeld. De Rietorchis en de Bijenorchis zijn enkele van de
bijzondere soorten. De drassige plaatsen worden ingenomen door rietvegetaties met o.a. Grote boterbloem.
De Geleenbeek is floristisch slecht ontwikkeld en de oevers zijn verruigd. Op enkele plaatsen staat
Weidehavikskruid. De kleine bronbeekjes die door de populierenbossen stromen zijn goed ontwikkeld. Het
bos nabij hoeve Dreeschor bezit plaatselijk een bijzondere flora met soorten als Moesdistel, Slanke
sleutelbloem en Verspreidbladig goudveil. Het gehele gebied is soortenrijk als het om vogels gaat. Enkele
voorkomende soorten zijn Boomkruiper, Bosrietzanger, Koekoek, Waterral (allen Rode lijst). Plaatselijk wordt
de Alpenwatersalamander aangetroffen.
Aandachtssoorten
36
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
Verspreidbladig goudveil, Moesdistel, Zeggekorfslak
ZLN3.31Cp
Terworm - Prickenis
Beschrijving
Het gebied bezit hoge potenties door de aanwezigheid van bronnen en kwelwater en door de verschillende
grondsoorten op korte afstand van elkaar. In een zijdal van de Geleenbeek ten oosten van Prickenis ligt een
bron en plaatselijk een één tot twee meter dik zeggeveenpakket. Soorten die er voorkomen zijn
Moeraszegge, Gewone dotterbloem, Moerasmuur en Slanke sleutelbloem. Een ander waardevol perceel met
één van de weinige groeiplaatsen van de Gevlekte orchis ligt langs de Geleenbeek nabij Ten Esschen.
Langs de beekoever staat Weidehavikskruid. In dit gebied zijn waarnemingen bekend van de Europese
Kanarie en Grote Gele Kwikstaart. Voor dit gebied wordt gestreefd naar een halfnatuurlijk (deels open, deels
gesloten) landschap, met geleidelijke overgangen tussen bos, struweel en grasland. In dit deelgebied ligt
een grote regenwaterbuffer van Waterschap Roer en Overmaas (waterbuffer Ten Esschen), deze is
aangegeven als een ongenummerde Groenzone (L-gebied) en behoort niet tot de Nieuwe natuur.
Aandachtssoorten
Betonie
ZLN3.32Gb
Koekoeksweg - Prickenis
Beschrijving
Dit is een open akkergebied met enkele hagen dat zich ten zuiden van bosgebied Terworm - Prickenis
bevindt. In dit gebied kan voor 20 ha aan beheersovereenkomsten voor akkers worden afgesloten.
ZLN3.33F
Geleenbeek tussen Welten en Benzenrade
Beschrijving
De Geleenbeek stroomt hier over een lengte van bijna drie kilometer door een stedelijk gebied tussen
Heerlen en Welten. Langs de beek liggen kleine restanten Elzenbroekbos, nat hooiland en
moerasvegetaties. Langs de Valkenburgerweg ligt een hoogwaterbuffer bestaande uit enkele poelen met
eilandjes. Het aangevoerde water is over het algemeen van slechte kwaliteit. Op kwelplekken en in
moerasvegetaties staan diverse bijzondere soorten zoals Zwanebloem, Hangende zegge, Grote boterbloem
en Blauwe waterereprijs. Ook staat er de Rietorchis, een soort die vroeger op grote schaal voorkwam langs
de Geleenbeek. De Groene Specht, de Steenuil en de Keizersmantel worden waargenomen. Langs de
Geleenbeek ligt de Weltermolen, een nog intacte watermolen en enkele hoogstamboomgaarden. In het
gebied is 22 ha nieuwe natuur en bos gepland binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie"
(Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). Herinrichting van dit gebied vindt eind 2001 plaats.
Aandachtssoorten
Rietorchis
ZLN3.34A
Spoor bij Terlinden
Beschrijving
De spoorwegingraving is hier over een lengte van 500 meter (km 13,8 - 14,3) van bijzondere floristische
betekenis. Zo komen hier Driedistel, Wondklaver, Gewone vleugeltjesbloem en Spiesleeuwebek voor.
Aandachtssoorten
Gewone vleugeltjesbloem
ZLN3.35K
Spooremplacement Heerlen
Beschrijving
Floristisch gezien is het emplacement bijzonder door het voorkomen van Lancetbladige basterdwederik,
Witte amarant, Kleine zandkool, Druifkruid en Spiesleeuwebek. Daarnaast komen Kattedoorn, Wegdistel,
Paardebloemstreepzaad en IJzerhard voor.
Aandachtssoorten
Lancetbladige basterdwederik
Noord Limburg Oost
37
ZLN3.36Rj
kasteel Hoensbroek
Beschrijving
Het gebied bestaat voornamelijk uit grasland en enkele kleine bosschages. Het gebied is van belang voor
o.a. Grote gele kwikstaart als broedgebied en als verbindingszone voor een aantal vlindersoorten, kleine
zoogdieren en vogels. In het gebied kan voor 9,5 ha aan beheersovereenkomst worden afgesloten.
Aandachtssoorten
Grote gele kwikstaart, Zandblauwtje
38
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
4. de Brunssummerheide en De Schinveldse bossen
4.1.
Beschrijving regio
De Brunssummerheide en de Schinveldse bossen zijn de twee belangrijkste natuurgebieden in de regio. De
zuid- en westzijde van het vrijwel aaneengesloten natuurgebied wordt begrensd door de stedelijke
agglomeraties van Brunssum, Heerlen en Landgraaf. Aan de oostzijde ligt de Teverener heide (Duitsland).
De aanwezigheid van wegen en bebouwing zorgen ervoor dat een vrije uitwisseling van flora en fauna
tussen de gebieden onderling wordt gehinderd. In het noorden van de regio vormt de Roode Beek de grens
met Duitsland. Daar worden vooral beekleem- en kleibodems aangetroffen. Het dal van de Roode Beek gaat
ten westen van Schinveld over in het lössplateau dat doorsneden wordt door enkele droogdalen. Het
grondgebruik bestaat hier hoofdzakelijk uit grasland en akkers. Aan de oostzijde van Schinveld en Brunssum
is het plateau grotendeels bedekt met dekzand. Op deze voedselarme zandgronden zijn heidevelden en
bossen beeldbepalend. Door deze gebieden stromen de Roode Beek en de Ruscherbeek in noordelijke
richting. Plaatselijk is löss aanwezig en komen er venige laagten voor. De plateaus zijn opgebouwd uit
grofzandige en grindhoudende afzettingen. In het Vosbroek en in de directe omgeving liggen kleilagen dicht
aan de oppervlakte. Deze klei en de zilverzanden worden op diverse plekken afgegraven.
De regio bestaat overwegend uit infiltratiegebied. Het water infiltreert deels naar diep liggende
watervoerende pakketten of stroomt ondiep af over de dicht onder het maaiveld liggende kleilagen naar de
dalen van de Roode Beek en de Worm. Op een aantal plaatsen treedt dit grondwater naar buiten en zijn er
drassige terreinen ontstaan. Door de aanwezigheid van breukzones zijn er op een aantal plaatsen bronnen.
In de zestiger jaren heeft een ruilverkaveling plaatsgevonden waarbij de Roode beek is verdiept en
gekanaliseerd. Hiernaast is verdroging opgetreden door intensieve drainage en grondwaterwinning.
Door de gevarieerde bodemopbouw en hydrologie zijn er vele gradiënten aanwezig en kent de regio een
grote verscheidenheid aan natuurwaarden. In het dal van de Roode Beek liggen waardevolle bronbossen
met o.a. Verspreidbladig goudveil. Aan de noordzijde van de Schinveldse bossen liggen laag gelegen
extensief beheerde graslanden, het Leiffenderveen en het Gangelter Bruch. Moerashertshooi, Geelgroene
zegge en Eivormige waterbies zijn enkele van de bijzondere soorten in dit gebied. Het dal vormt het
leefgebied van een groot aantal bijzondere diersoorten waaronder Das, Alpenwatersalamander,
Vinpootsalamander, Kleine ijsvogelvlinder, Roodborsttapuit en Grote gele kwikstaart.
De Schinveldse bossen bestaan uit vrij droge naald- en loofbossen in het noordelijk deel (Heringbosch) en
vochtige tot natte bossen in het zuidelijk deel (Vosbroek). Hier liggen broekbossen en op een enkele plek
kleine (bron)veentjes. Op de hogere delen liggen de Wintereiken-Beukenbossen. In de bossen liggen enkele
kleine plassen, graslandjes en heideterreinen. Deze open terreindelen bezitten goed ontwikkelde heide-,
oever- en watervegetaties. Ook hier is de fauna is goed vertegenwoordigd met o.a. Gladde slang, Heikikker,
Wespendief en Eikepage. De gedeeltelijk gekanaliseerde Ruscherbeek ontspringt aan de voet van de
mijnsteenberg bij Bouwberg. Deze mijnsteenberg vormt de bron van verontreiniging van o.a. de
Ruscherbeek met sulfaten en zware metalen.
De Brunssummerheide bestaat uit voedselarme tot matig voedselrijke bron- en beekbegeleidende vegetaties
en de hoger gelegen droge, schrale vegetaties. Vooral de voedselarme vegetaties van het Berkenbroek, de
venen en de natte heide zijn goed ontwikkeld. Op enkele plaatsen is ook goed ontwikkelde droge heide
aanwezig met karakteristieke soorten. Waar permanent water beschikbaar is, treedt plaatselijk veenvorming
op; hier zijn veenmossoorten en o.a. Lavendelheide, Kleine veenbes, Beenbreek en Moeraswolfklauw te
vinden. Vroeger is een groter deel van de Brunssummerheide bedekt geweest met veen. Het is echter als
gevolg van bruinkoolwinning begin 1900 verdwenen. Op de lössbodems van het hoogterras liggen hier en
daar restanten van het Wintereiken-Beukenbos. Op plekken waar periodiek grondwater stagneert is het
Eiken-Haagbeukenbos te vinden. Dit is onder meer het geval bij het hangveen bij de Nieuwenhagerweg. Op
de arme zand- en grindbodems komt het Berken-Zomereikenbos voor. Vooral in het begin van deze eeuw
zijn deze bossen gekapt. Onder invloed van het heidepotstalsysteem verdween het bos en ontstond de
heide als vervangingsgemeenschap. Ook zijn dennenbossen aangelegd of bestaande bossen omgevormd
tot dennenbos. Deze bossen hebben veelal een beperkt ontwikkelde flora. Op enkele plekken ontwikkeld het
Noord Limburg Oost
39
dennenbos zich in de richting van Berken-Zomereikenbos. Schrale droge graslanden (borstelgraslanden) zijn
voornamelijk te vinden op de Schrieversheide.
Ook de faunistische waarden van de Brunssumerheide zijn groot. Er broeden typische heide-, moeras- en
bosvogelsoorten zoals de Boomleeuwerik, de Wintertaling en de Nachtzwaluw. De hoge recreatieve druk op
het gebied en de te intensieve beheer met schapen tot 1997, zijn waarschijnlijk mede de oorzaak van de
afname in het aantal karakteristieke vogelsoorten. De Brunssummerheide is tevens rijk aan amfibieën en
reptielen. Van de 14 in Nederland voorkomende soorten amfibieën zijn er 9 op de Brunssummerheide te
vinden. Van de 7 Nederlandse reptielensoorten komen er 5 in het gebied voor. Naast het voorkomen van de
Heivlinder en het Heideblauwtje, is de soortenrijkdom beperkt. Voor Libellen is het gebied waardevol en
behoort tot de meest waardevolle gebieden in Nederland. Er komt bijna eenderde van het aantal soorten in
Nederland voor, waaronder enkele zeldzame en bedreigde soorten.
Binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg) is het de
bedoeling dat in het Parkstad-gebied in totaal 882 ha bos en natuurgebied wordt ontwikkeld om kwetsbare
natuurgebieden als de Brunssummerheide te ontlasten. Van deze 882 ha is 532,5 ha in deze regio gepland.
4.2.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
40
Ontwikkelingsrichting regio
behoud, herstel en uitbreiding van de natte en droge (schraal)graslanden;
behoud, herstel en uitbreiding van de kwel- en bronvegetaties;
behoud en herstel hellingveentjes;
zoveel mogelijk herstel van het waterhuishoudingsysteem;
herstellen van het natuurlijk karakter van de Ruscherbeek, Merkelbekerbeek en Roode Beek
(ontwikkelen van moeraszones en broekbos);
onderzoeken of het mogelijk is de onnatuurlijke bovenloop van de Ruscherbeek tot aan het Vosbroek op
te heffen;
geleidelijke omvorming van de naaldbossen naar meer natuurlijke bossen;
instellen van een grote (grensoverschrijdende) begrazingseenheid;
ontwikkelen van geleidelijke overgangen van bos naar open gebieden via mantel- en zoomvegetaties;
versterken van de ecologische verbinding tussen het Roode beekdal, de Schinveldse Bossen, de
Brunssummerheide en de Teverenerheide (Duitsland);
natuurgerichte inrichting van de groeven na beëindiging van de winning;
verminderen van de verdrogings- en vermestingsinvloeden;
extensivering van de landbouw direct grenzend aan het Brunssummerheide;
bosuitbreiding Parkstad;
zonering van de recreatie;
ontwikkelen van een grensoverschijdend natuurproject met Duitsland (Schinveldse Bossen, Gangelter
Bruch en Leiffenderveen).
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
4.3.
Beschrijving deelgebieden
ZLN4.01Rj
Jabeek
Beschrijving
Het gebied strekt zich uit van Merkelbeek tot het beekdallandschap langs de Roode Beek en bestaat
grotendeels uit bouwland. Langs de Quabeekgrub en rond de kernen Jabeek en Bingelrade liggen enkele
graslanden, hoogstam- en laagstamboomgaarden. Op de zuidoostelijke hellingen liggen graften,
perceelsranden met begroeiing, hagen en enkele holle wegen. In het noorden bevinden zich enkele
knotbomen. Dit deelgebied kent een goed ontwikkelde akkervogelgemeenschap met soorten als Geelgors,
Patrijs en Veldleeuwerik. In 2000 is een Hamsterburcht gevonden. Tussen het deelgebied en Schinveld is
225 ha bos gepland binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid
Limburg). In het gebied liggen twee regenwaterbuffers van het Waterschap Roer en Overmaas, bij het
plaatsen van de beheershectaren dient hier rekening mee gehouden te worden. Er kan in dit ruime jas
beheersgebied voor maximaal 80 hectaren een beheersovereenkomst worden afgesloten.
Aandachtssoorten
Hamster
ZLN4.02B
Jabeekse bossen
Beschrijving
De bossen vormen het zuidelijke deel van het boscomplex de Gangelter Heide (Duitsland) dat grotendeels
bestaat uit Grove den. De Jabeekse bossen bestaan uit Grove dennenaanplant, Elzenbroekbos,
Wilgenstruweel, populierenaanplanten in voormalig broekbos en Vogelkers-Essenbos. Ook zijn in het gebied
enkele bron- en kwelplekken waar Elzenbronbos voorkomt. Op enkele plaatsen heeft de soortenrijke
ondergroei zich staande weten te houden. Enkele bijzondere plantensoorten van het gebied zijn Eénbes en
Verspreidbladig goudveil. Het is leefgebied van o.a. de Das, de Groene Specht en de
Alpenwatersalamander. Eutrofiëring als gevolg van uitspoeling van meststoffen vanuit aangrenzende
agrarische gebieden en verdroging heeft ertoe geleid dat de vegetatie is verruigd.
Aandachtssoorten
Kleine ijsvogelvlinder
ZLN4.03C
Roermolen
Beschrijving
Het reservaatsgebied bestaat uit overwegend vochtige tot natte graslanden in het dal van de Roode Beek.
De Roode Beek is in de jaren zestig geheel gekanaliseerd en ligt ingebed in een diepgelegen betonnen geul.
Op de graslanden in het centrale deel vindt een beheerscombinatie plaats van schapenbegrazing en
hooilandbeheer. In deze beekbegeleidende graslanden kwamen vroeger Vleeskleurige orchis,
Veenmosorchis en Moeraswespenorchis voor. Gewone dotterbloem en Slanke sleutelbloem zijn nog steeds
te vinden. Met name langs de slootjes komen enkele bijzondere planten voor zoals Blauwe waterereprijs en
Slanke waterkers. De graslanden ten oosten van de Roermolen zijn recentelijk deels ingeplant en deels
ontwikkeld tot een bloemrijke vochtige ruigte. Het gebied is leefgebied van de Alpenwatersalamander en de
Grote Gele Kwikstaart.
Aandachtssoorten
Adderwortel
ZLN4.04CR
Etzenrade I
Beschrijving
ZLN4.04CR vervangt delen van ZLN4.04Gb. Het gebied wordt gekoppeld aan het bestaande deelgebied
4.04C. Door de inzet van het instrument Nieuwe natuur wordt het mogelijk om de natte zone langs de Roode
Beek optimaal in te richten en een robuuste grensoverschrijdende structuur te realiseren. Op dit moment
Noord Limburg Oost
41
wordt gewerkt aan een plan voor de gehele zone tussen Sittard en Schinveld op Duits-Nederlands gebied.
Er zal een gradiënt ontstaan van natte naar drogere natuurtypen.
ZLN4.05D
Merkelbekerbeekdal en Amstenraderveld
Beschrijving
Het Merkelbekerbeekdal bestaat uit graslanden en akkers aan weerszijden van de beek. De floristische
waarden zijn vrijwel beperkt tot de natte natuurgebieden Bovenste Hof (4.06 AB) en Onderste Hof (4.08 AB).
Faunistisch gezien is het gebied vooral van belang voor vogels. Zo komen er Geelgors, Grote gele
kwikstaart, Patrijs, Veldleeuwerik en de Groene Specht voor. Enkele jaren geleden is in het gebied ten
oosten van Bovenste Hof 15 ha bos aangeplant op de hoogst gelegen delen, in het kader van
natuurcompensatie t.b.v. verdwenen bos door de aanleg van Maasplassen. Binnen het plan "Uitbreiding van
natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg) is voorts nog 175 ha bos voorzien ten zuidwesten
van het Bovenste Hof.
Aandachtssoorten
Das
ZLN4.06AB
Bovenste Hof I
Beschrijving
Het brongebied van de Merkelbekerbeek bestaat uit Vogelkers-Essenbos, Elzenbronbos, een in rietmoeras
verlandde visvijver en een klein voedselrijk vochtig grasland. De bodem in het gebied bestaat uit een 1 à 2
meter dik veenpakket met lemige- en zandige lagen. In het bosgebied ontspringen vele bronbeekjes die nog
in het bos samenvloeien. Het bronbos is floristisch goed ontwikkeld. Enkele van de bijzondere soorten zijn
Verspreidbladig goudveil, Moerasstreepzaad en Zwarte bes. Het moeras doet sinds 1983 dienst als
bufferbassin en is beduidend minder soortenrijk. Omdat het naast kwelwater ook wordt gevoed door
rioolwater, is het water sterk geëutrofieerd. In het moeras staan planten als Holpijp en Hangende zegge.
Ornithologisch gezien is het een gebied bijzonder door het voorkomen van Sperwer, Groene Specht,
Porseleinhoen en Waterral.
Aandachtssoorten
Hangende zegge
ZLN4.07Gb
Bovenste Hof II
Beschrijving
Het betreft de graslandpercelen aan de zuid- en westzijde van het gelijknamige bronbos. Om verdere
eutrofiëring en verruiging van het natuurgebied te voorkomen zijn deze percelen aangewezen als RBONgebied. Ze dienen als buffer tussen het natuurgebied en het hoger op de helling gelegen agrarisch gebied.
Aandachtssoorten
Das
ZLN4.08AB
Onderste Hof
Beschrijving
Het gebied bestaat uit een soortenarme populierenaanplant in voormalig voedselrijk vochtig loofbos en een
hoger gelegen Wintereiken-Beukenbos. Periodiek staat het laagste deel van het bos onder water. Daarnaast
is er een bufferbassin aangelegd met daarin een vochtig grasland en een voedselrijke natte ruigte. Rondom
het bassin ligt een dijk met een bloemrijke droge vegetatie. In het gebied komt de Kleine ijsvogelvlinder voor.
Het bos biedt nestgelegenheid aan de Buizerd en de Groene Specht.
Aandachtssoorten
Klein ijsvogelvlinder
42
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN4.10C
Breukberg I
Beschrijving
Het reservaatsgebied bestaat uit twee graslanden aan de voet van een hellingveen. In het verleden werden
hier heischrale en blauwgraslandvegetaties aangetroffen met soorten als Teer guichelheil, Klein glidkruid en
Harlekijn. De percelen zijn nu verwaarloosd en dichtgegroeid met Biezenknoppen en Pijpenstrootje. De
enige bijzondere soorten die nu nog resten zijn Tandjesgras, Borstelgras, Bleke zegge en Stekelbrem. In dit
deelgebied ligt een grote regenwaterbuffer van Waterschap Roer en Overmaas (waterbuffer Breukberg),
deze is aangegeven als een ongenummerde Groenzone (L-gebied) en behoort niet tot de Nieuwe natuur.
Aandachtssoorten
Klein glidkruid
ZLN4.11AB
Nieuwe Heide en Breukberg
Beschrijving
Dit gebied vormt een groot aaneengesloten bos- en natuurgebied. Een groot deel van de bossen bestaat uit
Wintereiken-Beukenbos. In de ondergroei staan Dalkruid, Lelietje van dalen, Boshavikskruid, Pilzegge,
Blauwe bosbes, Hengel en Grote keverorchis. Opvallend zijn de vele Gewone eikvarens. Hoger op de helling
overheerst de aanplant van Grove den. De kleine restanten vochtig bos langs de gekanaliseerde Roode
Beek zijn sterk verdroogd en verbraamd. De oevers van de Roode Beek zijn over het algemeen begroeid
met een voedselrijke ruigtevegetatie. In het zuiden ligt een grote visvijver de Kattenkoelen. Ten oosten
daarvan liggen enkele restanten verruigd Elzenbroekbos, Wilgenstruweel en Rietmoeras. Met name het
Wilgenstruweel is van bijzondere betekenis door het voorkomen van Koningsvaren en Wilde gagel. Het is
een van de zuidelijkste plekken van Limburg waar Wilde Gagel voorkomt. In het Elzenbroekbosrestant
komen Moerasviooltje en Holpijp voor. Verspreid in het Wintereiken-Beukenbos komen enkele restanten
vergraste heide voor. Langs de beek komt de Groene kikker voor en in de droge bossen plaatselijk de
Hazelworm. Boomleeuwerik, Groene Specht en Nachtegaal zijn de meest bijzondere vogelsoorten van het
gebied.
Aandachtssoorten
Kleine ijsvogelvlinder
ZLN4.12AB
Breukberg II
Beschrijving
De Breukberg bestaat uit een mozaïek van vochtige heide, hellingveen, Vogelkers-Essenbos,
Elzenbroekbos, moerasvegetaties en struweel. Op beperkte schaal zijn goed ontwikkelde heischrale en natte
graslanden aanwezig. In het Elzenbroekbos staan Dubbelloof en Zwarte zegge. De rietmoerassen zijn over
het algemeen floristisch weinig ontwikkeld. In de heischrale graslanden staan o.a. Sterzegge en Borstelgras.
In de vochtige hooilanden staan diverse bijzondere soorten zoals Geelgroene zegge, Hangende zegge,
Brede orchis en Tandjesgras. Als gevolg van verdroging zijn de hellingvenen plaatselijk dichtgegroeid met
Ruwe berk en Wilde lijsterbes. Het beheer van het hellingveen bestaat uit het jaarlijks gedurende een korte
periode begrazen door een schaapskudde. De vochtige heide die parallel langs de bovenrand van het veen
loopt bezit bijzondere soorten als Gewone veenbies, Heidekartelblad, Liggende vleugeltjesbloem,
Lavendelhei, Beenbreek, Geelgroene zegge, Witte- en Bruine snavelbies en Sterzegge, Blauwe zegge,
Koningsvaren en Ronde- en Kleine zonnedauw. Opvallend is het voorkomen van het zeldzame Rood
veenmos in het veenmostapijt van het hellingveen. Voor de herpetofauna is de Breukberg van grote
betekenis (Levendbarende hagedis, Alpenwatersalamander, Groene kikker en Heikikker). Incidenteel wordt
de Vinpootsalamander aangetroffen. In dit deelgebied ligt een grote regenwaterbuffer van Waterschap Roer
en Overmaas (waterbuffer Breukberg), deze is aangegeven als een ongenummerde Groenzone (L-gebied)
en behoort niet tot het bos.
Aandachtssoorten
Beenbreek
Noord Limburg Oost
43
ZLN4.13Cp
De Ruscherbeek I
Beschrijving
Het reservaatsgebied bestaat uit grasland, akkers en kwekerijen. Floristisch gezien zijn de percelen van
weinig betekenis. In de poel in het noordoosten van het gebied staat Kikkerbeet. Ook is deze poel van
belang voor de Alpenwatersalamander en Groene kikker. In de hoeve de Rüscher zit een Kerkuil.
Aandachtssoorten
Heivlinder
ZLN4.14C
Leiffenderweg
Beschrijving
Dit natuurontwikkelingsgebied ligt als een brede strook aan de westzijde van de Schinveldse bossen.In dit
deelgebied is realisatie van boscompensatie toegestaan.
Aandachtssoorten
Heivlinder
ZLN4.15C
Einderbroek
Beschrijving
Het voormalige Einderbroek ligt ten noorden van de waterzuiveringsinstallatie. De bodem bestaat uit klei en
leemarm zand. De smalle, ongeveer 200 meter brede, strook bestaat volledig uit akkers met plaatselijk langs
de bosrand enkele poelen. Het tweede perceel ligt ten oosten van de waterzuivering. In dit deelgebied is
realisatie van boscompensatie toegestaan.
Aandachtssoorten
Bruine eikepage
ZLN4.17AB
De Ruscherbeek II
Beschrijving
Door het zuidelijke deel van het gebied stroomt de Ruscherbeek. Hier bestaat de vegetatie uit vochtig
schraalgrasland, ruigte en een klein verruigd Elzenbroekbos. De water- en oevervegetaties van de beek is
goed ontwikkeld met o.a. Geelgroene zegge. Het noordelijk gedeelte, dat nog niet verworven is, bestaat uit
met water gevulde grindgaten en twee amfibieënpoelen met daaromheen vochtige en droge
ruigtevegetaties. Aan de oostrand ligt een smalle strook goed ontwikkeld vochtig loofbos, een Elzenbroekbos
en een poel. De zuid- en westrand bestaan overwegend uit Berken-Zomereikenbos naar het noorden toe
overgaand in Elzenbroekbos. Voor wat betreft de herpetofauna zijn de diverse grindgaten en de poel van
grote betekenis. De Alpenwatersalamander, Rugstreeppad, Vinpootsalamander, Levendbarende hagedis en
Hazelworm zijn bekend van dit gebied. Wat betreft vogels komen Dodaars, Waterral en
Sprinkhaanrietzanger er voor.
Aandachtssoorten
Hazelworm
ZLN4.18B
Schinveldse Bossen - Vosbroek
Beschrijving
Geologisch gezien zijn de Schinveldse Bossen interessant. Het is een van de weinige plaatsen waar
Pliocene sedimentlagen aanwezig zijn. De onderste daarvan bestaat uit kiezelrijke klei met bruinkoollagen
(Klei van Brunssum). Tussen deze laag en de lössdeklaag liggen zandige kleilagen, de Schinveld-zanden.
Het gebied wordt gezien als een typelocatie van deze geologische formaties. Het boscomplex is het grootste
op lössbodem in Zuid-Limburg. De bossen liggen aan weerszijden van de Ruscherbeek en bestaan voor een
belangrijk deel uit floristisch waardevolle loofbossen. De natte bossen worden gevoed door ijzerrijk
kwelwater. Het centrale gedeelte, het Vosbroek, is aangewezen als A-locatie bos. Het bestaat uit oud (150
tot 200 jaar) Wintereiken-Beukenbos en Elzenbroekbos. Een deel van de bossen bestaat uit
dennenaanplant. Deze bossen worden onregelmatig gedund waardoor er ook hier inheems loofbos tot
ontwikkeling komt. Op de lagere delen langs de Ruscherbeek domineren vochtige Berken-
44
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
Zomereikenbossen, Elzen- en Berkenbroekbos. Aan de noordrand van het Vosbroek ligt een soortenrijk
moeras, afgewisseld met Wilgenstruweel. In het bos liggen op diverse plaatsen venvegetaties. In het
noorden vinden we Berken-Zomereikenbossen. Bijzondere plantensoorten in dit bos zijn Fraai hertshooi en
Dubbelloof. Het Vosbroek is floristisch goed ontwikkeld met o.a. Sterzegge en Klein glidkruid. Langs de
Ruscherbeek ligt een smalle strook, goed ontwikkeld nat zeggenrijk grasland. Bijzondere dagvlinders zijn
Bont dikkopje, Kleine ijsvogelvlinder en Eikepage. Voor de herpetofauna is het bosgebied van belang voor
Alpenwatersalamander, Vinpootsalamander, Rugstreeppad, Hazelworm en Levendbarende hagedis. Bij de
Heringshof komt de Gladde slang voor, een soort die in Zuid-Limburg zeldzaam is. In het bos vinden diverse
roofvogels (o.m. Havik en Wespendief) en de Groene Specht een geschikt leefgebied
Aandachtssoorten
Kleine ijsvogelvlinder
ZLN4.19D
Heringsbosch
Beschrijving
Dit gebied bestaat grotendeels uit naaldbos met een verarmde of verruigde ondergroei. Op enkele plaatsen
zijn restanten van de oorspronkelijke vegetaties behouden gebleven zoals het Wintereiken-Beukenbos en
droge heide. De Ruscherbeek stroomt door het bos. De plassen en poelen ten zuiden van de Heringsweg
worden beheerd door Natuurmonumenten. De plassen hebben een goed ontwikkelde water- en
oevervegetatie (Pilvaren). De taluds bestaan gedeeltelijk uit een heischraal grasland en deels zijn ze
begroeid met jonge aanplant van Berk en Brem. Dit is een van de weinige groeiplaatsen van Bosdroogbloem
in Zuid-Limburg. Op de beter ontwikkelde vochtige plaatsen in het bos staan o.a. Fraai hertshooi en
Dubbelloof. Het gebied is waardevol voor Alpenwatersalamander, Vinpootsalamander, Heikikker, Hazelworm
en diverse roofvogels en uilen. Nabij de heide komt de Boomleeuwerik voor. Een deel van dit bos is
grondwaterbeschermingsgebied.
Aandachtssoorten
Fraai hertshooi, Bosdroogbloem
ZLN4.20C
Enclave Heringsbosch
Beschrijving
Het betreft hier een aantal percelen in en aan de rand van het Heringbosch. Ongeveer de helft bestaat uit
akkers. De andere helft uit bloemrijke, plaatselijk vochtige graslanden. Door dit leefgebied van de Hazelworm
stroomt de Ruscherbeek.
Aandachtssoorten
Hazelworm
ZLN4.21C
Heringshof
Beschrijving
Dit natuurontwikkelingsgebied in een grondwaterbeschermingsgebied bestaat uit twee deelgebieden. Een
graslandstrook tussen de Heringshof en Op den Hering en een enclave ten zuiden van de Heringsweg. Het
gehele gebied is verworven door Natuurmonumenten. Het noordelijke gelegen perceel maakt deel uit van
een voormalig natte heide- en veengebied dat eind 19e eeuw is ontgonnen. Zowel hier als in het westelijker
gelegen Leiffenderveen is de natuurontwikkeling erop gericht de oorspronkelijke vegetaties te herstellen.
Aandachtssoorten
Blauwe zegge
ZLN4.22C
Leiffenderveen
Beschrijving
Het gebied bestaat grotendeels uit vochtig hooiland, schraalgrasland en Kleine zeggengrasland. De
terugkeer van diverse vlinder- en libellensoorten is waarschijnlijk het gevolg van de reconstructie van de
Ruscherbeek waardoor de afwisselende vegetatie op venige zandbodem met kwelplekken is hersteld. Het
gebied bestaat uit twee grote deelgebieden. Het oostelijk deel daarvan bestaat inmiddels uit een vochtig tot
Noord Limburg Oost
45
nat schraalgrasland. In deze vochtige graslanden komen o.a. Sterzegge en Geelgroene zegge. Het overig
gebied, tussen de N 274 en de Leiffenderhof, bestaat eveneens uit vochtige maar voedselrijke graslanden
en is floristisch nog weinig ontwikkeld. Een ontwateringsloot herbergt een soortenrijke oever- en
watervegetatie, met onder meer Gesteeld glaskroos. De meest bijzondere vlindersoort is de Kleine
ijsvogelvlinder. Opmerkelijk is de vondst van de zeldzame Zuidelijke oeverlibel langs de Ruscherbeek. In
1995 werd deze libel voor het eerst sinds 93 jaar in Nederland weer waargenomen. Ook is er een populatie
Beekoeverlibellen aanwezig. Het is leefgebied van onder meer de Alpenwatersalamander en
Vinpootsalamander. De Levendbarende hagedis vindt hier één van haar belangrijkste arealen in ZuidLimburg. Ook ornithologisch gezien is het gebied van betekenis. Het extensieve beheer, de aanwezigheid
van plas-dras situaties en de nabijheid van het bosgebied zorgen voor een gevarieerde vogelgemeenschap
met onder andere Grote gele kwikstaart, de Roodborsttapuit en de Steenuil.
Aandachtssoorten
Sterzegge, Zuidelijke oeverlibel
ZLN4.23A
Zweefvliegterrein
Beschrijving
Sinds begin jaren '70 wordt het gebied minder intensief gebruikt. Floristisch het meest interessant is de
ontwateringsloot met o.a. Gesteeld sterrenkroos, Stijve moerasweegbree en Eivormige waterbies en
Geelgroene zegge. Naast de soortenrijke schraalgraslanden bestaat het gebied uit vochtige bloemrijke
graslandvegetaties, soortenrijk rietland en voedselrijke vochtige ruigten. Het deelgebied behoort tot het
leefgebied van de Kleine ijsvogelvlinder. De herpetofauna is vertegenwoordigd door: Alpenwatersalamander,
Vinpootsalamander en Levendbarende hagedis. De afwisseling aan vochtige vegetaties en de nabijheid van
een uitgestrekt bosgebied zorgt voor een gevarieerde avifauna met onder meer Waterral en Roodborsttapuit.
Aandachtssoorten
Stijve moerasweegbree
ZLN4.25AB
Schutterspark
Beschrijving
Het betreft een bos- en natuurgebied aan weerszijden van de Roode Beek. Ten oosten van de beek is de
helling duidelijk steiler dan aan de westzijde van de beek. Hogerop komen grindrijke zandbodems voor,
terwijl lager op de helling meer lemige, fijne zandgronden liggen. De aanwezigheid van een moeilijk
doordringbare kleilaag zorgt ervoor dat halverwege de helling het grondwater naar buiten treedt. Hier ligt een
klein hellingveen en vochtige heide. In het hellingveen staan o.a. Beenbreek, Tandjesgras en
Klokjesgentiaan. Door verdroging is het hellingveen plaatselijk dichtgegroeid. Floristisch gezien zijn de
Roode Beek en haar oevers, althans in het noordelijk deel, weinig ontwikkeld en verruigd. Meer naar het
zuiden toe wordt het water voedselarmer en de vegetatie bloemrijker. De belangrijkste soort is hier de
Stippelvaren. In het aan de beek grenzende bos zijn delen van de oude loop nog te herkennen. Een smalle
bosstrook langs de Roode Beek bestaat uit Vogelkers-Essenbos. Hierin zijn plaatselijk populieren en Zwarte
elzen aangeplant. In het centrale gedeelte, het zogenaamde Engelsbroek, komen in een brede strook langs
de beek Elzenbroekbos en Berkenbroekbos voor. Hier staan enkele bijzondere zeggensoorten waaronder
Sterzegge en Geelgroene zegge. Het grootste deel van het bos bestaat uit Wintereiken-Beukenbos.
Daarnaast bestaat een groot deel uit monocultures. In de Wintereiken-Beukenbossen staat plaatselijk
Bosdroogbloem en Fraai hertshooi. Op enkele plaatsen in de bossen liggen overschaduwde bronplekken
waar voedselarm water uittreedt. Hier komen verruigd Elzenbroekbos en weinig ontwikkelde
hoogveenrestanten voor. Naast de plas nabij Bouwberg ligt een schraal grasland waarin Bosdroogbloem en
Weidehavikskruid staan. Voorts komen hier Doornstruweel en Bremstruweel voor. Nabij het fabrieksterrein
Bouwberg ligt een deels met Berken dichtgegroeid restant droge heide. De gehele oostrand wordt
ingenomen door een smalle strook droge graslanden. Naast de vele kenmerkende soorten voor droge
schraalgraslanden staat hier Driedistel. Plaatselijk wordt de Alpenwatersalamander en de Levendbarende
hagedis aangetroffen.
Aandachtssoorten
46
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
Beenbreek, Verfbrem
ZLN4.26AB
Voormalige groeve Bouwberg
Beschrijving
In het gebied liggen twee waardevolle, met water gevulde zandgroeven en een amfibieënpoel. Rondom en
tussen deze waterbiotopen hebben zich vochtige ruigten ontwikkeld. Het overig gedeelte bestaat uit een
verruigd Wintereiken-Beukenbos. In de voormalige groeve komen Rugstreeppad, Groene kikker en Dodaars
voor.
ZLN4.27D
De Ruscherbeek - Swelsen
Beschrijving
Het bosgebied vormt een ecologische schakel tussen de Schinveldse Bossen en het Schutterspark. Langs
de, floristisch matig ontwikkelde Ruscherbeek komt Berken-Zomereikenbos voor. Ten oosten van de beek,
rond de voormalige grind- en zandgroeve Swelsen, heeft zich een voedselrijke ruigte ontwikkeld. Ten zuiden
daarvan is een klein droge heiderelict bewaard gebleven. Het overgrote deel van het bos bestaat uit verruigd
Wintereiken-Beukenbos. In dit bos staat onder meer Zwarte bes en Dalkruid. Het is leefgebied van de
Levendbarende hagedis. Bijzondere vogels zijn: Boomleeuwerik, Nachtegaal en diverse roofvogels.
ZLN4.28A
Swelsen
Beschrijving
Tussen de groeve Swelsen en het bosgebied liggen enkele percelen extensief gebruikt grasland. De
percelen zijn van belang als onderdeel van de ecologische verbinding tussen de Schinveldse Bossen, het
Schutterspark en de Brunssummerheide.
Aandachtssoorten
Heivlinder
ZLN4.29AB
Voormalige Staatsmijn Hendrik (Halverberg)
Beschrijving
Het grootste gedeelte bestaat uit een relatief jonge aanplant van Berken, Eiken, Acacia's en populieren,
plaatselijk met Lariks en Grove den. Het resterende gedeelte in het noordoosten bestaat uit relatief droge en
voedselrijke ruigtevegetaties. Langs de Rimburgerweg wordt de zuidgrens van het gebied gedeeltelijk
gevormd door de Roode Beek waarlangs zich een smalle strook moerasvegetatie bevindt (<1%). Er komen
drie vogelsoorten van de landelijke Rode lijst voor: Boomleeuwerik, Geelgors en Groene Specht. In een
moerasvegetatie langs de Roode Beek kwamen tot 1980 enkele exemplaren van de Moeraswespenorchis
voor. Als gevolg van de ontwikkeling van een dichte rietmat zijn de orchideeën verdwenen. In de
aangrenzende loofhoutaanplant staan Donderkruid en de Veldhondstong. Op diverse plaatsen in de jonge
aanplanten komen kleine populaties Glad parelzaad voor. Bijzonder is de uitbreiding van de populatie
Dennenorchis in een naaldbos nabij de sportterreinen van de AFCENT. Er is in de ontwikkeling van 19,5 ha
bos voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). In
de plassen op het nabijgelegen golfterrein komt de Rugstreeppad en Kamsalamander voor. Af en toe wordt
hier ook de Ringslang aangetroffen. Daarnaast is het leefgebied van de Hazelworm. Ornithologisch
waarden: Boomleeuwerik, Nachtegaal, Houtsnip.
Aandachtssoorten
Moeraswespenorchis, Glad parelzaad, Dennenorchis
ZLN4.31AB
Brunssummerheide - Schrieversheide
Beschrijving
Op de Brunssummerheide ligt het floristisch waardevolle brongebied van de Roode Beek (zie 4.33 AB). Op
de Brunssummerheide en Schrieversheide zijn naaldbossen, hoogveenvegetaties, struikheivegetaties,
Wintereiken-Beukenbos en op diverse plaatsen droge graslanden en heischraal grasland te vinden. Op
diverse plaatsen langs de Nieuwenhagerweg komt Berken-Zomereikenbos voor. Het gebied wordt begraasd
Noord Limburg Oost
47
door schapen. In het oosten nabij Nieuwenhagen zijn enkele amfibieënpoelen aanwezig. De
Brunssummerheide is rijk aan vlindersoorten. Enkele bijzonder soorten zijn Eikepage, Bruin blauwtje en de
Heivlinder. Ook voor de herpetofauna is de Brunssummerheide een waardevolle gebied. De Rugstreeppad
komt langs de Roode Beek en bij de Koffiepoel (4.32 AB) voor. De Hazelworm, de Gladde slang, de
Levendbarende hagedis en de Zandhagedis komen voor op de droge heideterreinen en op de open plekken
in het bos. In enkele vennen op de Schrieversheide komt de Ringslang voor. Boomleeuwerik, Groene
specht, Havik, Sperwer en diverse uilen zijn enkele van de voorkomende vogels in het gebied. Een deel van
de in het verleden voorkomende broedvogelsoorten zijn verdwenen door overbegrazing met schapen. Op
diverse plaatsen op de heide groeien Rond wintergroen, Kleine zonnedauw, Dwergbloem, Klein wintergroen,
Dichte bermzegge, Lancetbladige basterdwederik, Kruipbrem en Gewone vleugeltjesbloem. Op meerdere
plaatsen is er sprake van barrièrewerking door de infrastructuur. Dit geldt met name voor de Heerenweg en
de Nieuwenhagerweg. Het gebied heeft tevens een belangrijke recreatieve functie. Ten noordwesten van het
gebied is in de ontwikkeling van 10 ha bos en natuur voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en
recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg).
Aandachtssoorten
Gladde slang, Dwergbloem
ZLN4.32AB
Koffiepoel
Beschrijving
Dit deelgebied bestaat uit drie delen. De drie afzonderlijke delen bestaan uit Elzenbroekbos,
Berkenbroekbos en open water. Rond de Koffiepoel staat Rietmoeras en jong loofbos. Het zuidelijke deel
bestaat uit natte heide en hellingveen rondom twee verzuurde vennen. In de Koffiepoel komen
Alpenwatersalamader, Vinpootsalamander, Groene kikker en Rugstreeppad voor. De directe omgeving van
de Koffiepoel behoort tot het leefgebied van de Levendbarende hagedis. Het natte heidegebied is goed
ontwikkeld met Geelgroene zegge, Sterzegge, Kruipbrem, Liggende vleugeltjesbloem, Moerasviooltje,
Blauwe zegge en Zwarte zegge.
Aandachtssoorten
Rugstreeppad
ZLN4.33AB
Roode Beek
Beschrijving
De hydrologische condities in het natuurgebied zijn verstoord door ontwatering, waterwinning, voormalige
mijnbouwactiviteiten en klei-, zand- en grindwinning in de directe omgeving. Hierdoor is de toestroom van
grondwater naar de Roode Beek de laatste decennia afgenomen en de verdroging versterkt. Het brongebied
van de Roode Beek vormt het centrale en meest waardevolle deel van de Brunssummerheide. Het noordelijk
gedeelte bestaat uit Berkenbroekbos, vochtige heide, een goed ontwikkelde hoogveenvegetatie en een
verruigd Elzenbroekbos. Het zuidelijk gedeelte bestaat bijna volledig uit goed ontwikkeld hoogveenvegetatie
rondom de bronnen van de Roode Beek. Nabij De Heikop liggen twee restanten hellingveen, deels verruigd
met jonge berken. Het Heideblauwtje is in Zuid-Limburg alleen van dit gebied en het aangrenzende gebied
de Brandenberg (4.32 AB) bekend. Verder komen hier de Kleine parelmoervlinder en de Hoogveenglanslibel
voor. Ook Alpenwatersalamander, Vinpootsalamander, Kamsalamander, Levendbarende hagedis en
Ringslang leven hier. Ornithologische waarden worden vertegenwoordigd door de Waterral, de Wintertaling,
de Boomleeuwerik en de Porseleinhoen. Enkele bijzondere plantensoorten zijn Blauwe zegge, Sterzegge,
Witte snavelbies, Beenbreek, Heidekartelblad en Stofzaad. In de kleine veenpoelen in het gebied stagneert
het zure grondwater waardoor zich veenmoskussens hebben ontwikkeld. Hierin zijn het zeldzame
Hoogveenmos en Rood veenmos aan te treffen. De Roode Beek zelf bezit een waardevolle water- en
oevervegetatie. Ten zuiden van de Koffiepoel ligt een verdroogd nat schraalgrasland met vijf
orchideeënsoorten en Addertong, Klein wintergroen en Rond wintergroen. De terreinen worden beheerd
door middel van schapenbegrazing en periodiek maaien (en afvoeren). In de Elzenbroekbossen vinden we
enkele zeldzame planten zoals Moeraswederik. In de natte en vochtige heide- en schraalgraslandrelicten
komen o.a. Blauwe knoop en Klein blaasjeskruid voor. Langs de Roode Beek het enige doorstromingsveen
48
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
in Nederland ontstaan. De waterkwaliteit wordt bepaald door het zwak zure beekwater en de toestroom van
grondwater uit de directe omgeving. In het zuiden van dit moeras overheersen de wilgen, meer naar het
noorden toe wordt het karakter meer open en bijna volledig bepaald door een vlakdekkend veenmostapijt.
Daarnaast komt hier het Mijtertje voor, een bedreigde paddestoel.
Aandachtssoorten
Moeraswespenorchis
ZLN4.34AB
Brandenberg
Beschrijving
De Brandenberg ligt ingeklemd tussen de Rimburgerweg en Nieuwenhagerweg en bestaat grotendeels uit
goed ontwikkeld Wintereiken-Beukenbos en struikheidevegetatie die plaatselijk vergrast is. Langs de randen
van het grote heideterrein komen de meest waardevolle vegetaties voor zoals natte heide, hellingveen en
soortenrijk loofbos. In de natte heideterreinen staan Klokjesgentiaan en Veenbies. Lager op de helling wordt
de vegetatie gedomineerd door veenmossen. Bijzondere soorten hier zijn Gewone veenbies, Beenbreek,
Gewone vleugeltjesbloem, Moeraswolfsklauw, en Lavendelhei. In het voedselarme loofbos staat op één
plaats Echte guldenroede. Het is leefgebied van het Heideblauwtje, de Alpenwatersalamander, de Groene
kikker en de Levendbarende hagedis. De Boomleeuwerik, de Geelgors en de Groene specht zijn de enige
bijzondere vogelsoorten in dit gebied.
Aandachtssoorten
Beenbreek
ZLN4.35Rj
Schrieversheide en Heihoven
Beschrijving
Dit agrarische gebied ligt ingeklemd tussen de bos- en heidegebieden van de Schrieversheide en de
Kakert/Heihof. De glooiende, plaatselijk reliëfrijke percelen zijn grotendeels in gebruik als akkers. De
kleinschaligheid wordt bepaald door de afwisseling van bos, bouwland, hoogstamboomgaarden en de
aanwezigheid van eikenlanen. Aan de rand van het bos liggen enkele bloemrijke schrale graslanden. Ten
noorden van Nieuwenhagen liggen een klein droog bloemrijk grasland en een poel. Er zijn akkerkruiden
aangetroffen zoals Gele ganzebloem en Korenbloem. Nabij Heihof groeien Knikkende distel, IJzerhard,
Harige ratelaar en Dubbelkelk in een Glanshaverhooiland. Cultuurhistorisch bijzonder zijn de oude
landweren die middeleeuwse eigendomsscheidingen vormen. Bijzonder is de Veldhondstong in een berm
van de Oude Landgraaf. Het gebied ligt tegen een bos aan dat behoort tot de Brunsummerheide (4.31 AB).
Er kan een mantel/zoomvegetatie ontwikkeld worden om een geleidelijke overgang van bos naar open
gebied te creëren. Hiervan kunnen Gladde slang en Boomleeuwerik profiteren. In het gebied is in de
ontwikkeling van 27,5 ha bos voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest
Oostelijk Zuid Limburg). Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 60 hectaren een
beheersovereenkomst worden afgesloten.
Aandachtssoorten
Dubbelkelk, Harige ratelaar
ZLN4.37A
Kruidenakkers Kakert
Beschrijving
Het betreft hier een drietal kleine akkers aan de bosranden ten noorden van Kakert. Natuurmonumenten
voert hier een extensief akkerbeheer.
Aandachtssoorten
Korenbloem
Noord Limburg Oost
49
ZLN4.38B
Kakert
Beschrijving
De bos- en heiderelicten liggen aan de zuidgrens van de Brunssummerheide en vertonen wat
vegetatiestructuur en geologische ondergrond betreft grote overeenkomsten met dit natuurgebied. Hier
komen Hazelworm, Groene Specht en wellicht de Boommarter voor.
Aandachtssoorten
Hazelworm
ZLN4.39D
Heihof I
Beschrijving
Het bosgebied bestaat grotendeels uit relatief soortenarme loof- en naaldhoutaanplant. Plaatselijk is het
oorspronkelijke Berken-Zomereikenbos en het Wintereiken-Beukenbos bewaard gebleven. In de oude
loofbosrestanten staan soorten als Grote keverorchis, Mannetjesereprijs en Gewone eikvaren. Het bos is
leefgebied van de Eikepage, de Groene Specht en diverse roofvogels.
Aandachtssoorten
Eikepage
ZLN4.40B
Heihof II
Beschrijving
Het oostelijk gelegen deel bestaat uit Wintereiken-Beukenbos en een loofhoutaanplant. Het westelijk deel
bestaat grotendeels uit goed ontwikkelde Berken-Zomereikenbos en Wintereiken-Beukenbos. Voorts is hier
wat jonge loof- en naaldhoutaanplant en een matig ontwikkeld droge heiderestant. In de oude loofbossen
staan plaatselijk Grote keverorchis, Dalkruid en Veelbloemige veldbies.
Aandachtssoorten
Eikepage
ZLN4.41AB
Abdissenbosch
Beschrijving
Het bos- en heidegebied ten noorden van Abdissenbosch sluit aan op het Duitse Naturschutzgebiet (NSG)
Teverenerheide. Het bestaat uit Berken-Zomereikenbos, gemengd loofbos, naaldhoutaanplant en droge
heide. De heide is floristisch goed ontwikkeld, maar gedeeltelijk vergrast en met Ruwe berk en Vuilboom
dichtgegroeid. Langs de Duitse grens bij de Heihof ligt een oude grind/zandgroeve met een
pionierruigtevegetatie en een schraal talud. Ten westen van het bosgebied ligt een oud zandgat gevuld met
water. Hier komen Rugstreeppad, Kleine watersalamander en de Vinpootsalamander voor. Ook de
Levendbarende hagedis komt hier voor evenals de Groene Specht en de Geelgors. In de pioniervegetatie
staat Dwergviltkruid. Langs de oever van de plas staat Noorse ganzerik. Ten oosten en ten westen van het
deelgebied is in de ontwikkeling van 75 ha bos en natuur voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en
recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg).
Aandachtssoorten
Vinpootsalamander
ZLN4.42A
Etzenrade II
Beschrijving
Dit deelgebied bestaat uit graslanden en vormt leefgebied voor Geelgors en Grote Gele Kwikstaart. Dit
deelgebied zal termijn worden ondergebracht in het grensoverschrijdende natuurpark Roode Beek.
Aandachtssoorten
Das
50
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN4.43A
Het Broek
Beschrijving
De bodem van het Broek bestaat uit klei en leemarm zand. Deze gronden zijn met subsidiegelden van de
provincie Limburg verworven door Natuurmonumenten. Dit gebied zal onderdeel gaan uitmaken van het
integraal begraasde natuurpark Roode Beek.
Aandachtssoorten
Bruine eikepage
ZLN4.44B
Bos Leiffenderveen
Beschrijving
ZLN1.44B betreft een klein bosje dat ingeklemd is tussen de Eindstraat, de grens en begrensde nieuwe
natuur.
Noord Limburg Oost
51
5.
Kerkrade
5.1.
Beschrijving regio
Opvallend in het landschap van deze sterk verstedelijkte regio zijn de afgewerkte mijnsteenbergen
Strijthagen en Beerenbosch. Van het oorspronkelijke waardevolle beekdallandschap is weinig meer terug te
vinden. Van de beekdalen die het landschap doorsnijden zijn nog slechts enkele te herkennen aan het
voorkomen van hoogstamfruitbomen en graslanden. Vaak zijn de beken gekanaliseerd of gedeeltelijk
overkluisd. Op de plateaus liggen dunne lösslagen waaronder zich grindhoudende zanden bevinden
(Maasafzettingen). Plaatselijk, op steile hellingen dagzomen deze lagen.
In een groot deel van de regio komen slecht doorlatende kleilagen in de ondergrond voor. Op hellingen waar
deze lagen aan de oppervlakte komen zijn bronnen ontstaan. De bronnen worden gevoed door over de
kleilagen toestromend grondwater. De kwaliteit van het grondwater kan op korte afstand sterk van elkaar
verschillen. Van basenrijk tot neutraal en plaatselijk sterk aangerijkt (vervuild) water.
De Cranenwijer ligt in het dal van de Anselerbeek. Het gebied is binnen de Mijnstreek een van de
soortenrijkste beekdalgebieden. De bronbossen en drassige graslanden bezitten vaak een bijzondere
vegetatie. Bijenorchis en Rietorchis zijn enkele van de bijzondere planten die in dit gebied kunnen worden
aangetroffen. In de omgeving van Dentgenbach en Strijthagen komen enkele graslanden voor met
bijzondere soorten als Gevlekte orchis. In het dal van de Strijthagerbeek liggen diverse brongebiedjes.
Het Wormdal, ter hoogte van Haanrade is een van de weinige beekdalen in Zuid Limburg waar nog sprake is
van een dynamisch beeksysteem. Door de sterke meandering van de Worm zijn brede beddingen met
grindbanken en sterk afkalvende steile oevers gevormd. De beekbegeleidende biotopen zijn voor amfibieën
belangrijke leefgebieden. De Worm is in deze regio dan ook het belangrijkste leefgebied voor
Alpenwatersalamander, Kamsalamander, Rugstreeppad en Vroedmeesterpad. Sinds kort wordt ook de
Bever hier waargenomen. Vanaf Eygelshoven is de Worm grotendeels rechtgetrokken.
De sterke verstedelijking in de regio zorgt voor afname van de infiltratie. Aangezien de intrekgebieden van
de bronnen nogal klein zijn zal dit tot gevolg hebben dat het debiet van de bronnen verder af zal nemen. Ook
het dempen en ophogen van natte biotopen vormt in deze regio een bedreiging voor het ontwikkelen van
natuurwaarden gebonden aan vochtige tot natte omstandigheden.
Binnen het plan "Uitbreiding van natuur en recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg) is het de
bedoeling dat in het Parkstad-gebied in totaal 882 ha bos en natuurgebied wordt ontwikkeld om kwetsbare
natuurgebieden als de Brunssummerheide te ontlasten. Van deze 882 ha is 161,5 ha in deze regio gepland.
Van belang is voorts de Inrichtingsvisie Strijthagerbeek (Heidemij Advies in opdracht van Waterschap Roer
en Overmaas en Zuiveringschap Limburg). In de bovenloop van de Strijthagerbeek worden enkele vijvers bij
Overste Hof opgeschoond en de verbinding tussen beek en bronnen wordt hersteld. In de middenloop zullen
de vijvers flauwe oevers krijgen, de dammen tussen de vijvers worden vervangen door regelbare
kunstwerken, oeverbescherming opgeruimd en inrichting van oeverzones van de beek gericht op herstel van
kwelafhankelijke vegetaties. In de benedenloop worden geen inrichtingswerken voorzien. Naast deze
maatregelen zal verspreid in het beekdal enkele faunapassages worden aangelegd. Het beheer zal worden
gericht op verschraling zodat de botanische waarden worden behouden of verhoogd.
5.2.
Ontwikkelingsrichting regio
De volgende ontwikkeling wordt nagestreefd:
• Omvormen van loofhoutaanplanten tot meer natuurlijke bossen indien nodig.
• Aanleg van mensgerichte natuur en bos.
• Beter benutten van het kwelwater door retentie zodat de ontwikkeling van kwel afhankelijke vegetaties
wordt gestimuleerd.
• Beken een meer natuurlijk karakter geven door herinrichting.
• Behoud, herstel en aanleg van kleine landschapselementen zodat het beekdallandschap weer duidelijk
herkenbaar aanwezig is.
52
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
5.3.
Beschrijving deelgebieden
ZLN5.01B
Rimburgerbos
Beschrijving
Het betreft een oud loofbos op de oosthelling van het Wormdal. Het structuurrijke bos bestaat voor een groot
deel uit verruigd Wintereiken-Beukenbos. Daarnaast komen er goed ontwikkeld Eiken-Haagbeukenbos en
een populierenaanplant voor met onder meer Fraai hertshooi. In het bos liggen enkele holle wegen. Het bos
is van bijzondere betekenis voor vleermuizen en gemeentelijk vleermuizenreservaat. Er komen vier soorten
voor: Watervleermuis, Rosse vleermuis, Gewone grootoorvleermuis en Bosvleermuis. Daarnaast leven in het
gebied Eikepage en Groentje. Het Rimburgerbos is van betekenis voor aan bossen en bosranden gebonden
avifauna. Zo komen er diverse roofvogels, Groene specht, Geelgors en Europese kanarie voor. Het is
leefgebied van de Hazelworm. Opmerkelijke zoogdieren zijn Boom- en Steenmarter.
Aandachtssoorten
Fraai hersthooi
ZLN5.02Rj
Rimburg
Beschrijving
Dit kleinschalig cultuurlandschap bestaat uit de graslanden rondom het Rimburgerbos. De percelen ten
oosten van het bos zijn plaatselijk steil. Op diverse plaatsen zijn holle wegen, heggen en
hoogstamboomgaarden aanwezig. Nabij grenspaal 243 en het recreatieterrein langs de Maastrichterweg
liggen enkele bloemrijke graslanden met op de hellingen Muizenoor en Grasklokje. Het recreatieterrein
bestaat deels uit droog tot plaatselijk vochtig grasland met ondermeer Muskuskaasjeskruid en Rechte
ganzerik. In één van de graslanden ligt een door het IVN onderhouden poel. In dit deelgebied en deelgebied
5.03 is in de ontwikkeling van 105 ha natuur en bos voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en
recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg). (Een deel is recent aangekocht door Natuurmonumenten).
Er kan in dit ruime jas beheersgebied voor maximaal 30 hectaren een beheersovereenkomst worden
afgesloten. Opmerking: Hier wordt de mogelijkheid open gehouden voor de gemeenten Kerkrade en
Landgraaf om in dit deelgebied bos te ontwikkelen. De aanwijzing als ruime jas beheersgebied conflicteert
niet met de ontwikkeling van nieuw bos. Binnen het doeltype Droog kruidenrijk grasland bevinden zich
tevens de overige doeltypen, vandaar dat het percentage de 100% overstijgt.
ZLN5.04F
Wormdal
Beschrijving
(zie ook deelgebied 5.07 C) Het Wormdal vormt een natte ecologische verbindingszone met bijzondere
floristische en faunistische waarden. Het geldt als één van de weinige overgebleven voorbeelden in ZuidLimburg van een dynamisch beeksysteem. Langs de Worm zijn plaatselijk grindige vochtige ruigten,
restanten Elzenbroekbos, elzen- en populierenaanplanten aan te treffen. Ten zuiden van Kasteel Rimburg
ligt een visvijver. In de berm van het pad ten zuiden van deze vijver staat Knolsteenbreek. Ter hoogte van
Haanrade is de flora langs de rivier soortenrijk. De rivierbegeleidende begroeiing bestaat hier uit bloemrijke
ruigten, soortenrijk moeras, nat grasland en wilgenstruweel. In deze gevarieerde vegetatie staan ondermeer
Kleine watereppe en Adderwortel. De Kleine ijsvogelvlinder is waargenomen in het Wormdal. Het Wormdal is
kerngebied voor amfibieën, alhoewel hun aantallen sinds midden jaren '80 sterk zijn teruggelopen. In het
gebied zijn Kamsalamander, Vroedmeesterpad, Alpenwatersalamander en Rugstreeppad aanwezig. De
Hazelworm en de Ringslang zijn eveneens bekend van het Wormdal. Ook voor de avifauna is het Wormdal
van betekenis. IJsvogel, Nachtegaal, Grote gele kwikstaart en Wintertaling komen in het gebied voor. De
waterkwaliteit van de Worm is de laatste jaren verbeterd. In de beek zijn Barbeel en Kopvoorn weer
waargenomen. Bijzonder is verder het voorkomen van de Bever.
Aandachtssoorten
Bever
Noord Limburg Oost
53
ZLN5.05K
Spoor ter hoogte van Haanrade
Beschrijving
Zowel het spoorwegemplacement Haanrade als het traject tussen de kilometerpalen 25 en 26 zijn floristisch
interessant. Op het emplacement zijn Driedistel, Boslathyrus, Stijf vergeet-mij-nietje de belangrijkste soorten.
Langs de spoorbaan staan Steenbreekvaren, Bont kroonkruid, Boslathyrus en Echte guldenroede.
Aandachtssoorten
Bont kroonkruid, Stijf vergeet-mij-nietje
ZLN5.06Gb
In Wormdal
Beschrijving
Een akker en grasland in het Wormdal ten zuidoosten van Haanrade.
ZLN5.07C
Project "Grensworm"
Beschrijving
(zie ook 5.04 F) Het gebied bestaat uit enkele vochtige graslanden met plaatselijk elzenopslag aan
weerszijden van de spoorlijn Heerlen - Aken. Door de vrije meandering van de Worm is er sprake van een
grote morfologische verscheidenheid en dynamiek. Sinds kort wordt de Bever in het Wormdal waargenomen.
Door het Waterschap Roer en Overmaas, de Stadt Herzogenrath en de Kreis Aachen is het gebied opnieuw
ingericht en een begrazingsproject opgestart.
Aandachtssoorten
Adderwortel
ZLN5.08D
Eikenbosch
Beschrijving
Het Eikenbosch is een hellingbos op de noordelijke dalwand van de Strijthagerbeek. Grotendeels bestaat het
uit soortenarm, met braam verruigd Wintereiken-Beukenbos en oude loofhoutaanplant. Op beperkte schaal
zijn droge heide en heischraal grasland bewaard gebleven. Floristisch waardevol is enkel de onderste
bosstrook langs het spoor. Naast de ook elders in het bos voorkomende soorten als Dalkruid, Lelietje-derdalen en Veelbloemige veldbies zijn hier enkele groeiplekken van Echte guldenroede aanwezig.
Aandachtssoorten
Echte guldenroede
ZLN5.09Gb
Landgraaf
Beschrijving
Het beheersgebied bestaat uit de graslanden en akkers op de noordelijke dalwand van de Strijthagerbeek
tussen het Eikenbosch en het Hulsbosch. De kleinschaligheid wordt bepaald door de nabijheid van de
genoemde bossen en enkele holle wegen en graften. Het gebied heeft vooral een landschappelijke waarde.
(Een deel van het gebied is aangekocht door Natuurmonumenten).
ZLN5.10B
Hulsbosch
Beschrijving
Het betreft een hellingbos tussen Eygelshoven en Nieuwenhagen. Het bos dateert grotendeels van voor
1800. Evenals het Eikenbosch bestaat het grotendeels uit met braam en adelaarsvaren verruigd
Wintereiken-Beukenbos en oude loofhoutaanplanten. Enkel de kern van het bos en het onderste
bosgedeelte langs het spoor bestaan uit relatief goed ontwikkeld droog, voedselarm Berken-Zomereikenbos.
Interessant is de vondst van Heelkruid.
Aandachtssoorten
Heelkruid
54
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN5.11AB
Schouffertsbosch
Beschrijving
Het Schouffertsbosch ligt in het verlengde van het Hulsbosch. In het bos liggen twee bronnen. Naast
loofhoutaanplanten komen Wintereiken-Beukenbos, Eiken-Haagbeukenbos en Vogelkers-Essenbos voor.
De Groene specht vindt in het bos een geschikt leefgebied. Incidenteel wordt de Levendbarende hagedis
waargenomen.
ZLN5.12C
De Schoffel
Beschrijving
Tussen de spoorlijnen Landgraaf - Herzogenrath en Landgraaf - Nieuwenhagen ligt de mijnsteenberg Laura.
Deze mijnsteenberg zal te zijner tijd worden afgegraven en het mijnsteen wordt afgevoerd. Het
onderliggende zand afkomstig uit het Mioceen zal worden ontgraven, waardoor twee plassen zullen
ontstaan. Rondom deze plassen zal beplanting komen en het terrein zal toegankelijk worden gemaakt voor
extensieve recreatie. Aan de zuidzijde van beide plassen komen natuurvriendelijke oevers in combinatie met
natte laagten. Op de PES-kaart wordt dit aangegeven als nieuwe natuur. In het terrein komt de
Vroedmeesterpad voor.
Aandachtssoorten
Vroedmeesterpad
ZLN5.13D
Voormalige groeve Eygelshoven
Beschrijving
De voormalige groeve zal worden volgestort met grond en vervolgens worden beplant met bos.
ZLN5.14D
Bos nabij de spoorlijn Landgraaf - Eygelshoven
Beschrijving
Het betreft hier grotendeels een loofhoutaanplant. Verder is er een verruigd restant Eiken-Haagbeukenbos,
een Wintereiken-Beukenbos en struweel aanwezig. De Nachtegaal en de Boomleeuwerik zijn hier
waargenomen. Het bufferbassin in het gebied wordt buiten de begrenzing gelaten. Op een warme, open plek
langs de noordrand van het bassin staat het in Limburg vrij zeldzame Dwergviltkruid.
ZLN5.16AB
Strijthagerbeekdal
Beschrijving
Rond Strijthagen en bij Hopel bestaat de beekbegeleidende vegetatie uit Parelgras-Beukenbos, EikenHaagbeukenbos en hooiland. Floristisch het meest waardevol is het Bronbos nabij de Winselerhof. Het
grootste deel van de bossen bestaat uit relatief jonge loofhoutaanplant en soortenarm Beukenbos. Op de
oost- en westhelling liggen droge en vochtige kruidenrijke graslanden. De bovenloop van de Strijthagerbeek
en de bronbosvegetaties zijn bijzonder soortenrijk. Zo komen hier Paarbladig goudveil, Verspreidbladig
goudveil en Moesdistel voor. De graslanden in het westen ontwikkelen zich tot Kamgrasweiden met Ruige
lathyrus en Grote ratelaar. De vochtige graslanden langs de beek groeien plaatselijk dicht met Elzen en
Wilgen. Het gebied is rijk aan dagvlinders. De meest bijzondere soorten zijn Sleedoornpage en Boswitje. Het
beekdal is leefgebied van de Rugstreeppad en de Levendbarende hagedis. Naast diverse roofvogels komen
er IJsvogel, Grote gele kwikstaart, Groene specht, Kramsvogel en Wintertaling voor. In het gebied liggen
enkele historische gebouwen zoals twee monumentale boerenhoeven en het kasteel Strijthagen. Bij het
kasteel ligt een ijskelder. Het is de bedoeling dat tussen het Pinkpopterrein en Kasteel Strijthagen een
internationale kasteeltuinencomplex wordt aangelegd in opdracht van Kasteeltuinen Arcen. Een gedeelte
van de landbouwenclaves wordt door Natuurmonumenten bebost. Volgens het Inrichtingsplan Gravenrode
moet het gebied meer bebost worden. Het voormalige beheersgebied Rouwenhof is aan de noordwestelijke
hoek van dit deelgebeid toegevoegd.
Aandachtssoorten
Sleedoornpage, Wilde akelei
Noord Limburg Oost
55
ZLN5.17Gb
De Schoffel - Hopel II
Beschrijving
In het deelgebied De Schoffel - Hopel zijn Ruw vergeet-mij-nietje, Bijenorchis, Donderkruid en Vijfdelig
kaasjeskruid aangetroffen op bloemrijke graslanden. Op de taluds van de door het gebied lopende weg heeft
zich een droge grazige vegetatie ontwikkeld. De Rugstreeppad leeft in dit beheersgebied van zes hectaren.
Aandachtssoorten
Bijenorchis, Donderkruid
ZLN5.19B
Burgemeester Boyensbos
Beschrijving
Het reliëfrijke oude loofbos is een voortzetting van het Kaffebergerbos. Het bestaat grotendeels uit
Wintereiken-Beukenbos. Op de lagere hellingdelen langs de Anselderbeek komen verruigd EikenHaagbeukenbos en een met brandnetel verruigd Vogelkers-Essenbos voor. Floristisch gezien is de
Anselderbeek slecht ontwikkeld evenals het aangrenzende loofbos. De oude loofbosgedeelten zijn beter
ontwikkeld; hier komen o.a. Dalkruid en Lelietje-der-dalen voor. Grote delen echter hebben een
soortenarme, met braam verruigde ondergroei.
Aandachtssoorten
Echte guldenroede
ZLN5.21AB
Kaffebergerbos
Beschrijving
Het bos ligt rondom het stuwmeer Cranenweyer. Het hellingbos is opvallend rijk aan bron- en
kwelvegetaties. Het vochtige karakter van het gebied wordt veroorzaakt door de slecht waterdoorlatende
kleilagen in de ondergrond. De bovenlaag bestaat grotendeels uit grindig zand. Op de meeste plaatsen
liggen de bronmilieus slechts enkele meters boven het niveau van het stuwmeer. Het water is over het
algemeen licht zuur, maar bij de bronnen basisch. Net als het Strijthagerbeekdal is het dal asymmetrisch. De
bossen op de lagere delen van de helling bestaan voor een belangrijk deel uit goed ontwikkeld Bronbos en
Parelgras-Beukenbos. De steile en hoger gelegen hellingdelen zijn bedekt met Wintereiken-Beukenbos en
gemengd droog loofbos. Op enkele plaatsen langs het stuwmeer bestaat de oevervegetatie uit
Wilgenstruweel, Elzenbroekbos, natte ruigtevegetatie en een klein bronmoeras. Een klein deel van het
oorspronkelijke loofbos is vervangen door loofhoutaanplant van voornamelijk populieren, elzen en essen. De
graslanden bestaan uit soortenrijk vochtig grasland en Dotterbloemgrasland. In het gebied komen IJsvogel,
Europese kanarie, Groene specht en Nachtegaal voor. In het bos leven diverse roofvogels. In de Anstelvallei
is één van de grootste populaties van de Gevlekte orchis in Zuid Limburg aanwezig. Het betreft hier een
bronweitje ten oosten van het zuidelijke stuwmeer. Plaatselijk langs het meer komen kleine relicten
bronmoeras en nat grasland voor. In de loofbossen ten zuiden van Oud Ehrenstein staat Tongvaren. In de
loofhoutaanplanten in het noorden staat Gevlekt longkruid. In het Wintereiken-Beukenbos staat Dubbelloof.
Het gebied kent een hoge recreatiedruk.
Aandachtssoorten
Paarbladig goudveil, Gevlekte orchis, Dubbelloof
ZLN5.23Gb
Ehrenstein
Beschrijving
Het beheersgebied bestaat uit enkele vochtige graslanden en plaatselijk droge, bloemrijke graslanden. Nabij
kasteel Nieuw Ehrenstein ligt een amfibieënpoel. Tevens liggen in dit gebied vier bronnen. In de graslanden
rondom de poel staat o.a. Brede Orchis. Het Bruin dikkopje en het Dambordje zijn waargenomen in deze
graslanden. Binnen het Inrichtingsplan Gravenrode is aanleg van bos, boomgaarden en hagen voorzien.
Aandachtssoorten
Bruin dikkopje
56
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN5.25AB
Dentgenbach - Kaalheide
Beschrijving
Dit diep ingesneden beekdal vormt een van de brongebieden van de Anselderbeek. Het bestaat uit
Elzenbronbos, Vogelkers-Essenbos, en op de drogere delen verruigd Wintereiken-Beukenbos en
loofhoutaanplanten. Langs de noordoever van de bronbeek komen diverse goed ontwikkelde moerassige
hooilanden, bloemrijk vochtig grasland en vochtige ruigtevegetaties voor. In het westelijk deel ligt een
visvijver. Het drassige karakter van het dal wordt veroorzaakt door de ondiep liggende en plaatselijk
dagzomende slecht doorlatende kleilagen. Plaatselijk sijpelt het bronwater langs de helling. Het bronwater is
ijzerhoudend. In de hooilanden en op de drassige dalbodems komen o.a. Moeraszegge, Gewone
dotterbloem en Holpijp voor. Bijzondere plantensoorten in de Elzenbronbossen en Vogelkers-Essenbossen
zijn Boswederik en Verspreidbladig goudveil, Moerasstreepzaad en Reuzenpaardenstaart. In het bos leeft
de Groene specht. De beek ontspringt in stedelijk gebied en fungeert als riooloverstort voor regenwater
waardoor periodiek voedselrijk water door de beek stroomt.
Aandachtssoorten
Verspreidbladig goudveil
ZLN5.26F
Anselderbeek en Vloedgraaf
Beschrijving
De ecologische verbindingszone ligt ten zuiden van Oud Ehrenstein onder aan de steile dalwand van het
Hambos. Het bestaat grotendeels uit vochtige graslandpercelen rondom de Hamhoeve met enkele hoogstam
fruitbomen. Verscholen in een inham in het Hambos ligt een door kwel gevoed hooiland. Langs de
Vloedgraaf liggend bloemrijke vochtige en droge graslanden omzoomde zijbeek. De graften langs de
zuidrand van de Vloedgraaf zijn over het algemeen met struweel en bomen begroeid. Langs de Vloedgraaf
is ongeveer vijf hectaren natuurontwikkeling gepland. Bijzonder is het drassige, kalkarme hooilandje dat
gezien haar soortenrijkdom potenties heeft om zich tot blauwgrasland te ontwikkelen. Onder de vele soorten
komen een aantal bijzondere soorten voor zoals Bleke zegge en Blauwe zegge. Geelgors en Patrijs komen
er voor als broedvogel. Binnen Inrichtingsplan Gravenrode wordt onder meer de Hammolenweg omgevormd
tot een 2,5 km lange bomenlaan.
Aandachtssoorten
Gevlekte orchis
ZLN5.27B
Hambos
Beschrijving
Het Hambos vormt de voortzetting van het helling- en beekdalbos rond Cranenweyer - Ehrenstein. Over het
algemeen liggen de bossen hier op een steile en voedselarme helling en bestaan dan uit soortenarm
Wintereiken-Beukenbos en gemengd loofbos. Slechts op enkele plaatsen langs de Anselderbeek liggen
restanten Vogelkers-Essenbos, verruigd Eiken-Haagbeukenbos en verruigd Gierstgras-Beukenbos. Het
Vogelkers-Essenbos wordt deels getypeerd als bronbos. Er is één groeiplaats van Gevlekt longkruid.
Aandachtssoorten
Paarbladig goudveil
ZLN5.28D
Vink (Haanrade)
Beschrijving
Vink is een voormalige bruinkoolgroeve. Nu bestaat het gebied uit loofhoutaanplant, een klein restant oud
Wintereiken-Beukenbos en in het noordoosten, op een kwelplaats verruigd Vogelkers-Essenbos. Tussen de
verschillende bospercelen liggen enkele bloemrijke graslanden, vochtige ruigten en Wilgenstruweel. De
bossen zijn over het algemeen sterk verbraamd. Voor wat betreft avifauna is het een waardevol gebied voor
Europese kanarie, Groene specht en in de vochtiger bosgedeelten de Nachtegaal.
Noord Limburg Oost
57
ZLN5.29D
Beerenbosch
Beschrijving
Het Beerenbosch bestaat uit een afwisseling van gemengde loof- en naaldhoutaanplanten, WintereikenBeukenbos en Eiken-Haagbeukenbos. Op enkele plaatsen zijn kleine hooilanden en droge ruigtes aan te
treffen. Er is een kalkminnende flora aanwezig. In open plekken in de vrij jonge aanplanten staan planten als
Grote tijm, Donderkruid en Driedistel. Het bos is leefgebied van de Groene specht. Ten zuiden van dit
deelgebied is in de ontwikkeling van 18 ha bos en natuur voorzien binnen het plan "Uitbreiding van natuur en
recreatie" (Streekgewest Oostelijk Zuid Limburg).
Aandachtssoorten
Grote tijm
ZLN5.30B
Bosquet Rolduc
Beschrijving
De vochtige loofbossen maken deel uit van het landgoed Rolduc waartoe ook de abdij en terrasvormige
vijvers horen. Plaatselijk is in het bos een bronbosvegetatie aanwezig. Voor het overgrote deel bestaan het
bos uit Gierstgras-Beukenbos, Wintereiken-Beukenbos en gemengde loofhoutaanplanten. Daarnaast zijn er
lanen, eeuwenoude beuken en Rododendronstruwelen. Floristisch gezien zijn de Essenbronbossen het best
ontwikkeld, maar ook deze zijn voor een groot deel met brandnetel verruigd. Bosanemoon en Gevlekt
longkruid zijn de belangrijkste soorten. Het is leefgebied van de Hazelworm en van de Groene specht.
Aandachtssoorten
Hazelworm
ZLN5.32F
Miljoenenlijn Kerkrade Centrum - Spekholzerheide
Beschrijving
De vegetatie tussen Kerkrade-Centrum en het spooremplacement Spekholzerheide bestaat grotendeels uit
bloemrijke bermen en met berken en struweel begroeid talud. Kleinere delen bestaan uit wilgenstruweel,
droge ruigten en droog voedselarm grasland. Tussen de Wimlehoeve en Kerkrade ligt ten zuiden van het
spoor een soortenarm loofbosaanplant en bloemrijke schrale graslanden. Bijzondere planten zijn hier
Wondklaver en Muskuskaasjeskruid. De droge graslanden ten zuiden van het spoor ontwikkelen zich
langzaam tot Glanshaverhooiland. De bijzondere soorten hier aangetroffen zijn Vijfdelig kaasjeskruid en
Rond wintergroen. In de struwelen rondom deze graslanden leven Geelgors, Groene specht en Europese
kanarie. Op het voormalig mijnterrein Willem-Sofie staat Druifkruid.
Aandachtssoorten
Rond wintergroen, Druifkruid
ZLN5.33F
Miljoenenlijn Emplacement Spekholzerheide
Beschrijving
Tussen de sporen bestaat de vegetatie uit droge stenige ruigten met struik- en boomopslag en
schraalgraslandvegetaties, Glanshaverhooiland en droog schraalgrasland. Met name aan de randen is het
emplacement dichtgegroeid met jonge aanplant van Berken. Het emplacement is floristisch gezien van groot
belang. Zo staat er Smalle raai, Klein wintergroen, Wondklaver, Stijve ogentroost en Noorse ganzerik. In een
vochtig graslandje en in het aangrenzende Berkenbosjes staat de Rietorchis. Tevens is hier een kleine
populatie Bosorchis aanwezig. Het emplacement is leefgebied van de Rugstreeppad.
Aandachtssoorten
Smalle raai, Rietorchis
58
Stimuleringsplannen Natuur, Bos & Landschap
ZLN5.35Gb
Wimlehoeve
Beschrijving
Het gebied bestaat uit reliëfrijke weilanden met diverse graften en steilranden. Nabij de hoeve Mittelfrohnrath
ligt een bron- en kwelplaats in een drassig hooiland. Floristisch het meest interessant is een hooiland waarin
Gewone dotterbloem, Bittere veldkers en Tweerijige zegge de meest bijzondere soorten zijn.
Aandachtssoorten
Gewone dotterbloem
ZLN5.36AB
Peschbeemden
Beschrijving
Het reliëfrijke, steile gebied ligt op de oosthelling van de Bleijerheiderbeek. De helling is ongeveer 30 meter
hoog en rijk aan bron- en kwelplaatsen. De graslandvegetaties bestaan uit Glanshaverhooilanden langs de
beek, droog bloemrijk grasland op de helling, twee kleine natte schraalgraslanden en een bloemrijk vochtig
grasland nabij de kwelplaatsen. Bijzonder is het kleine relict vochtige heide en een hellingveentje. In Limburg
komen verder nog slechts twee hellingveentjes voor in het Kathagerbroek en de Brandenberg; een reden om
er zuinig op te zijn. De bossen bestaan uit Wintereiken-Beukenbos, loofbosaanplanten en enkele
populierenaanplanten. Langs de helling stroomt een goed ontwikkeld bronbeekje waarlangs onder meer
Moerasstreepzaad staat. Op de helling gelegen graslanden staan Knolsteenbreek en Voorjaarszegge. In het
bos, op een nat deel van de helling staan o.a. Dwergzegge en Geelgroene zegge. In het hellingveentje
kwamen in 1983 Bleke zegge, Zeegroene zegge, Blauwe zegge, Tandjesgras, Duizendguldenkruid, Late
ogentroost en Voorjaarszegge voor, maar het is niet bekend of deze soorten tegenwoordig nog steeds
voorkomen. Op een muur van het nabijgelegen kerkhof is Gebogen driehoeksvaren aangetroffen.
Aandachtssoorten
Dwergzegge, Gebogen driehoeksvaren
ZLN5.38F
Miljoenenlijn Spekholzerheide - A76
Beschrijving
Dit baanvak is ongeveer anderhalve kilometer lang en ligt op een hoog talud. De vegetaties bestaan
grotendeels uit soortenarme jonge aanplant van Berken en Acacia's op de noordhelling en vochtige, ruige
graslandvegetaties op de zuidhelling. De bermen van de spoorlijn zijn steniger en daardoor warmer en
droger dan de taluds. Over het algemeen zijn deze bloemrijk met de volgende bijzondere soorten Rode
ogentroost, Kleine ratelaar, Brede groene bermzegge en Noorse ganzerik.
Aandachtssoorten
Brede groene bermzegge, Noorse ganzerik
Noord Limburg Oost
59
Download