Ter informatie Christopher MARLOWE (1564-1593) Christopher Marlowe wordt algemeen beschouwd als de wegbereider, de voorloper, de pionier van alles wat het Elizabethaanse theater belichaamt. Kortom, hij was de eerste dichter met genie die schreef voor het theater van zijn tijd. Zoals zovele andere theatermakers uit die periode heeft hij een zeer heftig maar vooral zeer kort leven gehad. Hij was de zoon van een simpele schoenmaker die toch zijn weg wist te maken aan de gereputeerde universiteit van Cambridge, alvorens hij op dertigjarige leeftijd, en met vijf stukken op zijn naam, gedood werd tijdens een gevecht in een kroeg. Hij was vermetel en rebels, een zuiplap en een vrijdenker, maar tegelijkertijd getalenteerd en ambitieus, zodat hij na zijn studies terugkeerde naar Londen om er zijn geluk te beproeven als toneelschrijver en acteur. Hij heeft de toneelliteratuur personages en dialogen nagelaten die even vurig, intens en passioneel zijn als hij zelf was. Men zegt dan ook dat zijn personages zijn eigen leven en dat van zijn tijdgenoten weerspiegelen: allemaal branden ze van verlangen om, ten allen prijze, te genieten van wat de wereld hen te bieden heeft: genot, liefde, kennis, macht en schoonheid. De weinige stukken die hij heeft geschreven zijn misschien niet allemaal van een zelfde hoogstaande kwaliteit, maar de sterkere stukken zijn dan ook dramatische en poëtische meesterwerken en zijn wegbereiders geweest voor William Shakespeare. Marlowe was bvb. de eerste die het zgn ‘blank verse’ gebruikte en perfectioneerde, rijmloze verzen, die later door Shakespeare tot ongekende hoogtes werden gebracht. Wardje Na het overlijden van de regerende vorst, is het weer feest in het land. Wardje (Edward), zoon van de pas overleden koning, wordt net gekroond. Maar plotseling verschijnt iemand die helemaal niet thuishoort op het feest: Gaffie, Wardjes boezemvriend. Net voor zijn overlijden heeft Wardjes vader, in samenspraak met de hele hofhouding, Gaffie immers de toegang tot het paleis verboden. De oude koning vond dat de aanwezigheid van Gaffie een slechte invloed had op de ontwikkeling van Edward. Wat de hele hofhouding evenwel niet wist, was dat beiden –stiekem- met mekaar contact hielden. Wardje is dolblij dat zijn boezemvriend Gaffie toch naar het kroningsfeest is gekomen. Maar, uiteraard, is niet iedereen daar gelukkig mee. Vooral Isabella, de kersverse bruid van Wardje, en Mortimer, hoofd van leger en hofhouding, hebben daar problemen mee. Het is de intensiteit waarmee beide vrienden tot mekaar worden aangetrokken, de onvoorwaardelijkheid van die vriendschap en vooral het feit dat dit er voor zorgt dat de rechtmatige koning alleen oog heeft voor zijn boezemvriend, dat de hele hofhouding zorgen baart. Vanaf dat moment begint de strijd tussen Wardje en Gaffie enerzijds en het Hof anderzijds. Gaffie moet verbannen worden, niet alleen omdat de Koning zijn verantwoordelijkheden niet opneemt en alleen maar wil spelen, maar ook omdat hij zijn Koningin, Isabella, verwaarloost. De intriges die volgen ontaarden in een spel dat maar één doel heeft: te bepalen wie nu eigenlijk de sterkste is! Onze bewerking “Wardje” gaat over vriendschap, onvoorwaardelijke vriendschap, tussen een koningszoon, die door het plotse overlijden van zijn vader even plots op de troon mag (en moet) plaatsnemen, en zijn vriendje, die jammer genoeg niet van adellijken bloede is en bovendien ook nog een losbol en een speelvogel. Beiden zijn het eigenlijk nog heel jonge snaken, die nog maar weinig van de wereld hebben gezien, nog maar weinig hebben meegemaakt, en nu plots, zeker in het geval van Wardje, geconfronteerd worden met een volwassen wereld, waarin hij niet alleen gedwongen wordt te leren functioneren, maar ook in allerijl moet leren verantwoordelijkheden te nemen. Gaffie heeft die verantwoordelijkheid niet. Hij is alleen verantwoordelijk voor zichzelf, voor zijn eigen daden en gedrag en hoeft geen verantwoording af te leggen tegenover een hofhouding, een koningin, een land. Hij kan ongestraft (denkt hij) de losbol uithangen. Dit maakt hem absoluut ongewenst aan het Hof. Voorheen omdat Prins Edward zich moest concentreren op zijn opleiding voor en voorbereiding op het koningschap. Nu, omdat hij Koning is geworden en vanaf nu een land moet leiden en regeren. En een leider is geen losbol, is geen speelvogel. Als sneeuw voor de zon ziet Wardje zijn onbezonnen kinder- en jeugdjaren wegsmelten. Hij heeft nu enorme verantwoordelijkheden, hij moet beslissingen nemen, knopen doorhakken, keuzes maken, en die moeten allemaal doordacht en gefundeerd zijn. En dat is nu juist het grote probleem, zeker als Gaffie toch blijkt terug te zijn. Wardje wil die onbezonnen periode niet afsluiten: hij wil verder kunnen spelen en zich amuseren en een hele dag niks ernstigs doen, behalve tikkertje spelen en flauwe grappen uithalen. Maar, heeft hij daar het recht toe? Volgens zijn omgeving absoluut niet: “Een Koning hangt het kind niet uit!” Maar volgens Wardje juist wel! Waarom hebben ze hem die kroon anders gegeven? Wat is het nut van die kroon? Toch wel dat hij nu de macht heeft om te doen en laten wat hij wil, zeker! Maar dat is buiten de macht van de Hofhouding gerekend. Koning is een titel, een belangrijke titel, misschien wel de belangrijkste die er bestaat, en die draag je met waardigheid. En juist die waardigheid verloochent Edward door zich in te laten met een “lanterfanter”, een “flierefluiter”, een “leeghoofd”. Het Hof, aangevoerd door een sluwe intrigant als Mortimer, doet er alles aan om de orde te herstellen. Die orde moet Wardje normaal vinden bij zijn Koningin, Isabella. Een Koning trouwt, krijgt kindjes, staat zijn echtgenote met raad en daad ter zijde. Maar Isabella is een meisje, en meisjes denken en handelen niet zoals jongens. Ze spelen ook andere spelletjes. Hoe hard Isabella ook probeert om erbij te horen, Wardje en Gaffie laten haar niet toetreden tot hun clubje. Ze sluiten haar buiten, laten haar eenzaam en verweesd achter. Wreed ja, maar ook te begrijpen als je tegenover twee jonge snaken staat die hun hart volgen. Uiteindelijk zal Wardje toch moeten kiezen, kiezen voor wat hoort, voor wat voor iedereen aanvaardbaar is. Wil hij dat niet, dan zal daar een prijs voor moeten betaald worden en de hoogte van die prijs bepaald Wardje niet zelf. Daar zal Mortimer wel voor zorgen. Het enige wat Kent, de oom van Edward, hier kan doen, is observeren, evalueren en zoveel mogelijk proberen te schipperen tussen de twee kampen. Hij heeft niet de macht om wat dan ook te beslissen of te veranderen, hij is enkel toeschouwer. En als toeschouwer kies je voor één van beide kampen, of kies je om niet te kiezen. Gezien zijn band met de Koning zal Kent gedwongen worden te kiezen. maar of zijn uiteindelijke keuze zo evident zal zijn, zullen de omstandigheden mede bepalen. Vraag: wie zegeviert hier nu in heel dit verhaal? Is de orde hersteld? Zo ja, welke orde heerst er nu? Een betere? Applaudisseren we voor Wardje, een zwakke koning eigenlijk, niet in staat om een land te leiden, maar wel een toffe gast, een speelvogel, een grapjas, eentje die de ouderen durft tegen te spreken, een ‘coole’? Of applaudisseren we voor Mortimer, de ‘droogstoppel’, de ernstige figuur, de vaderfiguur? Redt Mortimer het land niet van de ondergang? Hoe zou het land geëvolueerd zijn onder Wardjes bewind? Is Mortimer zo onmenselijk? Slotconclusie: wat is een Koning meer dan een mens met een kroontje en een geschiedenis! Edward II – het originele 16de-eeuwse stuk Is het verhaal van de ‘beruchte’ homosexuele koning die zijn Franse gemalin verloochende voor zijn ‘speelkameraadje’ Gaveston. Uitgedaagd door zijn hofhouding, die zijn gedrag in naam van de zedelijkheid, de welvoeglijkheid, of noem het zoals U wilt, afkeuren, maakt hij gebruik (of is het misbruik) van zijn macht als vorst en afgezant van God, om zijn zin te krijgen. Daarbij gaan beide partijen zo ver dat moord en doodslag niet meer te vermijden zijn. Edward laat vernederen en onteigenen en onthoofden wie hem in de weg staat, tot het moegetergde Hof Gaveston vermoord, de koning zelf gevangen zet en ten slotte ook hem op een gruwelijke manier laat afmaken. Dit is het laatste stuk dat Marlowe heeft geschreven. Het is ontegensprekelijk ook zijn meest rijpe werk wat dramatische techniek betreft. Dialoog is veel meer een vehikel voor actie geworden en een illustratie voor personages zowel als situatie. Daardoor krijgt het veel meer psychologische kracht. Veel minder gaat hij zich laten verleiden tot ellenlange monologen of pompeuze retoriek. De handeling is veel complexer geworden in die zin dat de tragedie niet alleen meer voortspruit uit pure schurkerij en ook meer inhoudt dan dood en vervloeking. Marlowe heeft ook geleerd zijn aandacht en zijn focus op zijn dramatisch onderwerp te houden. Hij geeft ons een sober en objectief verslag van een reeks politieke intriges waarin we het groeiend individualisme van de Renaissance weerspiegeld zien. Door zijn schriftuur krijgen we sympathie voor Edward, een zwakke en genotzuchtige koning die enerzijds de oorzaak is van zijn eigen ondergang, maar anderzijds met waardigheid onttroond wordt en blijft strijden voor die waardigheid zelfs wanneer hij vernederd, gefolterd en uiteindelijk vermoord wordt. Het is de eerste keer dat Marlowe voor een personage medelijden opwekt. Onze aanpak is compleet anders, alleen zullen de sympathie en het medelijden waarschijnlijk wel naar dezelfde figuur gaan. Vragen? Ideeën? Een paar zaken om over na te denken! “Wat is een koning meer dan een mens met een kroontje en een geschiedenis” Klopt dat? Leg eens uit. Wat moet een koning zijn volgens jou? Men zegt dat Edward zijn verantwoordelijkheden niet opneemt. Welke zijn dat dan? Heb jij ook verantwoordelijkheden? Welke? Wat is macht? Autoriteit? Wie heeft er macht en/of autoriteit in jouw directe omgeving? Een kroon is bvb. een teken van macht. Ken je er nog? Begrijp je Wardje? Of begrijp je Mortimer meer? Waarom? M.a.w. wie geef je gelijk?? Of een beetje gelijk? Wat denk je van Isabella? Waarom mag een koning eigenlijk niet spelen? Zou jij willen koning(in) zijn? ………… WARDJE door TEATERENSEMBLE LE MAL DU SIECLE een bewerking voor 5de en 6de leerjaar – 1ste middelbaar (ook familievoorstelling) naar “EDWARD II” van Christopher MARLOWE Regie : JORIS VAN DAEL Tekst : Walter DE GROOTE & cast Met Inke TEKKER : Koningin Isabella Braam VERRETH : Wardje Walter DE GROOTE : Mortimer Christophe STIENLET : Gaffie Joris VAN DAEL : Kent Chef Techniek : Jos KLOEK Research : Walter DE GROOTE