Aanpakken & voorkomen van agressie dát maakt zorg beter De Inspectie SZW1 onderzocht van april 2010 tot en met december 2011 agressie in zorginstellingen. De Inspectie SZW keek voornamelijk hoe de werkgever de medewerkers beschermt tegen agressie. In de sector ‘zorg en welzijn’ worden medewerkers geregeld met agressie en geweld geconfronteerd, variërend van schelden en beledigen tot (soms grof ) fysiek geweld. Agressie en geweld kan ontstaan, omdat cliënten (snel) hun behandeling willen afdwingen, er drank of drugs in het spel zijn, uit frustratie en angst van de cliënt en zijn omgeving. Tevens kan agressie en geweld veroorzaakt worden door het ziektebeeld of de beperkingen van de cliënt. Het risico van agressie en geweld lijkt bij het werken in zorg en welzijn te horen. Het accepteren van agressie en geweld hoort daar echter niet bij! In de zorg- en welzijnsector kunnen werkgevers en werknemers veel doen om agressie en geweld zoveel mogelijk te voorkomen. Onderstaande feiten en cijfers geven een beeld van de manier waarop de instellingen in Nederland invulling geven aan hun beleid om medewerkers te beschermen tegen agressie. Inspectieresultaten algemeen De Inspectie SZW inspecteerde 639 locaties van 200 zorginstellingen. Deze instellingen maakten deel uit van de subsectoren jeugdzorg, thuis- en kraamzorg, geestelijke gezondheidszorg, huisartsenposten, opvanghuizen en asielzoekerscentra.2 Bij 102 instellingen zijn in totaal 265 overtredingen geconstateerd. Van deze zorginstellingen zijn er 22 goed op weg, de geconstateerde overtredingen zijn daar vooral van incidentele aard. De Inspectie SZW gaat ervan uit dat deze instellingen zelf ‘de puntjes op de i gaan zetten’. Bij 80 instellingen stelde de Inspectie SZW meer structurele tekortkomingen vast. Deze instellingen kregen een waarschuwing of eis en worden opnieuw gecontroleerd. In grafiek 1 wordt de verdeling van deze resultaten per subsector weergegeven. Hieruit blijkt dat vooral de jeugdzorg, maatschappelijke opvang en asielzoekerscentra de risico’s nog onvoldoende beheersen. Preventief beleid agressie en geweld: waar let de Inspectie SZW op? • Een actuele risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E): zijn de risico’s van de cliënten en de instelling in beeld? • Zijn er gedragsregels en protocollen en houdt men zich hieraan? • Is duidelijk wat de gevolgen zijn als men zich niet aan de regels houdt en wordt de cliënt aangesproken op ongewenst gedrag? • Is de personele bezetting afgestemd op de risicotaxatie? • Biedt de werkomgeving voldoende veiligheid? • Zijn er nog organisatorische maatregelen noodzakelijk? • Is er een goede alarmprocedure en werken de alarm- en communicatiesystemen naar behoren? • Wordt er regelmatig een incidentenanalyse gemaakt en worden incidenten besproken in het werkoverleg? • Wordt opvang en nazorg geboden aan medewerkers die te maken hebben gehad met agressie? • Wordt naar aanleiding van een incident actie ondernomen, bijvoorbeeld door toepassen van cliëntinterventie, starten zorgweigeringsprocedure en/of aangifte tegen de dader. • Voorlichting en instructie m.b.t. agressie en geweld: worden de medewerkers in de dagelijkse praktijksituaties getraind? • Evaluatie van het beleid en de maatregelen m.b.t. agressie en geweld: wordt het risico beheerst? Aard van de overtredingen Uit de inspecties komt naar voren dat op beleidsniveau voldoende aandacht is voor agressie en geweld, maar dat de vertaling naar de praktijk onvoldoende is geborgd. Grafiek 1 Handhaving per subsector Asielzoekerscentra (N=7) 4 Geestelijke gezondheidzorg (N=26) 15 Huisartsenposten (N=28) 17 Maatschappelijke opvang (N=40) Jeugdzorg (N=48) Thuiszorg/kraamzorg (N=51) Totaal (N=200) 1 2 Op 1 januari 2012 is de Inspectie SZW van start gegaan. De Inspectie SZW voegt de organisaties en de activiteiten van de Arbeidsinspectie, de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst en de Inspectie Werk en Inkomen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen. Voor iedere subsector is een aparte factsheet beschikbaar. 12 0 9 25 3 24 29 98 6 2 3 21 3 5 9 22 13 80 0%10% 20%30%40% 50%60% 70%80% 90% 100% In orde Incidentele tekortkoming, goed op weg Structurele tekortkoming Van de overtredingen had 31% betrekking op de RI&E en het Plan van Aanpak. Dit is een ernstige tekortkoming, op basis daarvan moeten immers de noodzakelijke maatregelen doorgevoerd worden. In 28% van de gevallen was de voorlichting en training van medewerkers niet in orde. Ook worden incidenten niet altijd gemeld en geanalyseerd en werken de alarmsystemen en procedures niet goed. Juist deze elementen zijn van belang om agressie op een afdeling zoveel mogelijk te voorkomen of de gevolgen snel te beperken. Er zijn grote verschillen te zien tussen afdelingen binnen een instelling. Grafiek 2 Aard van de overtredingen bij de zorginstellingen (N=200) 4% 6% 31% 9% 10% 12% 28% RI&E, Plan van Aanpak en evaluatie Voorlichting en training Nazorg en analyse van incidenten Gedragsregels en protocollen Alarmeringsysteem en procedure Technische en bouwkundige maatregelen Personele en organisatorische maatregelen RI&E en risicotaxatie De instellingen beschikken over een RI&E, maar deze wordt niet altijd aangepast zodra er veranderingen zijn. Als men start met de zorgverlening aan de cliënt ontbreekt nog vaak een goede inschatting van de arborisico’s. Instellingen moeten dit beter organiseren. Vaak is er al veel bekend over het gedrag van agressieve cliënten en hun ziektebeelden/gedrag of kan men aan de hand van signalen een goede inschatting maken. Gedragsregels, protocollen, toezicht en cliëntinterventie Bij de meeste instellingen waren er gedragsregels aanwezig, met uitzondering van een deel van de instellingen in de jeugdzorg en de asielzoekerscentra. Er is veel te winnen bij heldere gedragsregels als tenminste iedereen zich houdt aan deze regels en bij overtreding direct actie wordt ondernomen. Men laat hierbij duidelijk zien dat men zowel de veiligheid van de cliënt als van de medewerker belangrijk vindt. Cliëntinterventie is in het algemeen nog een lastig onderwerp. Instellingen hebben een zorgplicht en de opname van cliënten brengt vanuit hun ziektebeeld of gedrag soms agressie met zich mee. Toch zijn er verschillende goede voorbeelden waaruit blijkt dat vroegtijdige interventies en aanspreken op ongewenst gedrag veel agressie kan voorkomen. Bijvoorbeeld doordat men weet waardoor een cliënt geïrriteerd raakt of juist rustig kan worden. Bij bewust agressief gedrag van cliënten of hun bezoekers richting medewerkers kan er via de instelling aangifte worden gedaan. Technische en bouwkundige maatregelen Spreekkamers zijn over het algemeen niet veilig ingericht. Met betrekking tot de fysieke veiligheid van de medewerker zijn de volgende aandachtspunten belangrijk: • Alarmknop bij de hand • Geen losse zware voorwerpen • Werknemer heeft direct toegang tot vluchtroute • Veilige toegangsroute • Ligging met voldoende back-up van collega’s Een ander aandachtspunt is de toegangsbeveiliging. Over het algemeen kan de toegang tot de instelling goed afgesloten worden bij dreiging van agressie en is er nagedacht over de inrichting van de balies. Wanneer een cliënt echter eenmaal binnen is, komt het voor dat deze vanuit de wachtkamer vrij toegang heeft tot de werkplekken van medewerkers. Ook als een cliënt binnen is kunnen er nog ongewenste situaties ontstaan en moeten medewerkers achter de balie, in spreekkamers of op andere werkplekken voldoende worden beschermd. Personele en organisatorische maatregelen Het afstemmen van zorgvraag enerzijds en kwaliteit en kwantiteit van het personeel anderzijds is nog niet overal goed op orde. Uit de inspecties bleek dat men meer rekening moet houden met de opleiding, ervaring en vaardigheden van de medewerkers in relatie tot de cliëntpopulatie waar men voor zorgt. Er moet te allen tijde voldoende gekwalificeerd en ingewerkt personeel beschikbaar zijn. Ook als er op afdelingen extra zware cliënten worden geplaatst moet men beoordelen of er extra voorzieningen moeten worden getroffen om de veiligheid van medewerkers en cliënten te waarborgen.Belangrijk aandachtspunt is de veiligheid van ambulante medewerkers, deze moet ook in de huissituatie van de cliënt gegarandeerd zijn. Een ander aandachtspunt is het separeren van cliënten. De wijze van separeren kan niet alleen gevolgen hebben voor de veiligheid van de medewerkers tijdens de separatie, maar ook als de cliënt weer terug is op de afdeling. Voorlichting en training Voorlichting en training zijn belangrijk om op een juiste manier om te kunnen gaan met agressie en dit te kunnen voorkomen. Toch blijkt uit de inspecties dat juist hier te weinig aandacht voor is. In de meeste instellingen worden grote trainingstrajecten gepland. Hierbij moet beter geborgd worden dat alle medewerkers ook daadwerkelijk de training hebben gevolgd. Het mag niet meer voorkomen dat medewerkers alleen verantwoordelijk zijn voor een afdeling, zonder dat ze de nodige trainingen hebben gevolgd. Specifieke en worden. Medewerkers moeten zien dat er iets met hun meldingen wordt gedaan. Werkgevers moeten hier alert op zijn. Daarnaast is het belangrijk om incidenten regelmatig te analyseren om herhaling van soortgelijke incidenten te voorkomen. De opvang na een ernstig incident en de nazorg hiervan is meestal goed geregeld. De rol van de leidinggevende is hierbij echter cruciaal, zowel richting medewerker als voor het treffen van maatregelen. Bij ernstige incidenten kan een speciaal opgeleid team worden ingeroepen. gezamenlijke trainingen op locatie zijn eveneens belangrijk, zodat medewerkers van elkaar weten wie wat moet doen in relatie tot de aanwezige cliënten. Alarmeringssysteem en –procedure De procedures voor alarmering kunnen en moeten in de helft van de instellingen beter, zowel in opzet als in uitvoering. Als deze er is moet hij ook regelmatig worden geëvalueerd of deze ook voldoende bescherming biedt. De procedure is vaak gebaseerd op de dagelijkse situatie waarbij er voldoende werknemers zijn die in actie komen als er alarm geslagen wordt. Maar ook ‘s nachts en op afgelegen plekken moet er voldoende personeel zijn om assistentie te kunnen bieden als dat nodig is. Instellingen konden dat niet aantonen. Verder bleek dat de werking van het alarmsysteem niet altijd kon worden gegarandeerd. Ambulante medewerkers gaan vaak alleen op pad en kunnen ook te maken krijgen met uiteenlopende vormen van agressie en geweld. Juist voor hen is het lastig om bij dreigend gevaar direct een collega te kunnen waarschuwen of de cliënt te kunnen verlaten. Veel medewerkers hebben hooguit een telefoon om in geval van nood te gebruiken. De noodzakelijke maatregelen worden voor deze medewerkers niet altijd ter beschikking gesteld. Totaaloordeel beleid agressie Naast het signaleren van overtredingen hebben de inspecteurs ook een oordeel gegeven over de mate van implementatie van de verschillende maatregelen die van belang zijn voor een goed beleid om agressie en geweld aan te pakken en te voorkomen. In grafiek 3 wordt het oordeel van de inspecteurs weergegeven. Het gaat om de ervaring van de inspecteurs op de werkvloer. Een instelling scoort ‘goed’ als de beheersmaatregel goed is ingevoerd in de organisatie. De bevraagde werknemers weten hoe de onderdelen vertaald zijn naar hun specifieke situatie en ze weten hoe ze moeten handelen. De instellingen scoren ‘redelijk’ als de onderdelen nog niet helemaal zijn ingevoerd op de werkvloer: ‘de puntjes moeten nog op de i’. Een ‘onvoldoende’ score krijgen instellingen als er voor de implementatie van het onderdeel structureel meer aandacht nodig is of dat er afdelingen in de instelling waren waar de maatregelen nog onvoldoende zijn doorgevoerd. Nazorg en analyse van incidenten Om incidenten te voorkomen moeten deze beter worden gemeld en geregistreerd. Het is belangrijk dat dit weinig tijd kost en er direct maatregelen getroffen kunnen Grafiek 3 Oordeel van de inspecteur over de implementatie van beheersmaatregelen Beleid agressie 4 136 RI&E en risicotaxatie 13 125 PvA, arbeidshygiënische strategie 16 117 19 33 28 39 138 31 25 Gedragsregels cliënten 9 136 25 30 Personele bezetting 8 133 35 24 12 124 Agressie protocol 6 41 29 Aanpassen werkomgeving Organisatorische maatregelen 7 132 Alarmprocedure 9 123 Alarmsysteem 8 110 Incidentenanalyse 10 119 Opvang en nazorg 9 158 Toezicht werknemersgedrag 18 Werkoverleg Voorlichting en onderricht 27 26 49 33 42 29 28 10% 60 47 geen oordeel 30% goed redelijk 40% 11 24 98 20% 16 30 102 14 5 39 116 4 0% 34 42 151 37 Evaluatie beleid agressie 32 127 8 Cliëntinterventie en aangifte 32 50% onvoldoende 60% 70% 23 34 4180 80% 90% 100% Wanneer we de scores van alle maatregelen per sector optellen (zie grafiek 4), zien we dat de bezochte instellingen van de geestelijke gezondheidszorg en de kraam- en thuiszorg het beter doen dan de overige sectoren. De genoemde maatregelen worden in vrijwel alle instellingen van deze sectoren ingezet. Er zijn nog wel verschillen per locatie aangetroffen in de mate waarin maatregelen op de werkvloer zijn doorgevoerd. De asielzoekerscentra, de jeugdzorg en de maatschappelijke opvang zijn de sectoren waar de maatregelen nog het minst zijn doorgevoerd. In deze sectoren zien we instellingen die het goed voor elkaar hebben, maar we zien ook instellingen waar nog actie moet worden ondernomen. Dat geldt dan bijvoorbeeld voor voorlichting of het opstellen van gedragsregels. Grafiek 4 Totaal oordeel van de inspecteur per subsector Totaal 192 GGZ K&T 0 2145 MO 17 15 JZ 48 HAP 54 26 415 318 20% geen oordeel 51 81 35 30% 40% 50% goed 55 156 180 48 10% 35 129 597 AZC 447 114 338 86 0% 616 137 429 36 60% redelijk 70% 80% 90% 100% onvoldoende Conclusie en vervolgacties Een kleine meerderheid van de instellingen heeft het beleid agressie en geweld op orde. De jeugdzorg, maatschappelijke opvang en de asielzoekerscentra lopen nog achter bij de andere sectoren. Bij de andere sectoren oordeelt de Inspectie SZW dat de instellingen het redelijk tot goed in orde hebben. Toch komen er nog steeds incidenten voor en lijkt het risico, ondanks de maatregelen, nog niet overal voldoende beheerst. • Maak een risicotaxatie nog voordat de cliënt in zorg wordt genomen: Als de cliëntpopulatie verandert moet de afdeling nagaan of de huidige personeelsbezetting, afspraken en inrichting voldoende zijn of dat er aanpassingen noodzakelijk zijn. Tref direct de maatregelen die nodig zijn om de medewerkers veilig te kunnen laten werken. • Maak duidelijke afspraken over de naleving van de gedragsregels: Bespreek de gedragsregels met een cliënt. Weet waardoor een cliënt onrustig kan worden en waardoor deze juist rustig wordt. Evalueer samen met de cliënt gewenst en ongewenst gedrag en maak afspraken over het voorkomen ervan. • Zorg ervoor dat medewerkers direct voorgelicht worden: Draag uit dat agressie niet bij het werk hoort en niet wordt getolereerd. Spreek collega’s aan als ze dat niet doen. • Stel een trainingsprogramma op voor nieuwe werknemers: Begin zo snel mogelijk met de training en stem deze af op de praktijksituaties. Oefen een aantal scenario’s op locatie en herhaal de training regelmatig. • Evalueer incidenten: Zorg voor een snelle evaluatie op locatie als er een incident of reeks van kleine incidenten plaats heeft gevonden. Achterhaal de oorzaak en tref direct beschermende maatregelen. Evalueer of deze maatregen de veiligheid van medewerkers voldoende waarborgen. Besteed aandacht aan de instellingsbrede analyse van incidenten en leer van elkaars valkuilen. Aanpakken & voorkomen van agressie dát maakt zorg beter De Inspectie SZW zal instellingen, welke achterblijven en instellingen waar signalen zijn dat medewerkers betrokken zijn bij agressie-incidenten opnemen in de selectie voor het project psychosociale arbeidsbelasting 2012-2013. Hierin wordt agressie opnieuw als onderwerp meegenomen. De instellingen moeten dus snel aan de slag om de belangrijkste verbeterpunten op orde te brengen. Deze factsheet is een uitgave van: Onlangs presenteerden de bewindslieden van VWS, de minister van Veiligheid en Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het actieplan ‘Veilig werken in de zorg’, dat in samenspraak met sociale partners is opgesteld. Door het ministerie van VWS wordt in de periode 2012-2015 € 6,4 miljoen uitgetrokken om agressiviteit in de zorg tegen te gaan. Projectleiders A. Hertogh en B. Nouwens Inspectie SZW De Inspectie SZW maakt deel uit van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Projectnummer A952 Projectsecretaris Y. Stoker vijfkeerblauw | sss-610645 © Rijksoverheid | Juni 2012