1. De erfenis van de Franse revolutie ......................................................................... 2 1. Inleiding............................................................................................................... 2 2. maar wat is een revolutie? .................................................................................. 2 2. Nationalisme ........................................................................................................... 3 1. Omschrijving ....................................................................................................... 3 2. volksliederen ....................................................................................................... 4 3. In de kunst .......................................................................................................... 5 4. eenmaking .......................................................................................................... 9 A. Duitse eenmaking (1871) ................................................................................ 9 B. Italiaanse eenmaking .................................................................................... 11 C. Balkan ........................................................................................................... 14 3. De industriële revolutie ......................................................................................... 16 1. Stoom, staal en steenkool ................................................................................. 16 2. Waarom het westen rijk werd ............................................................................ 17 3. In cijfers en kaarten ........................................................................................... 18 4. enkele voorbeelden ........................................................................................... 19 5. industriële archeologie ...................................................................................... 20 4. Sociale wantoestanden......................................................................................... 20 Eline Burms 1 Geschiedenis 5de jaar 1. De erfenis van de Franse revolutie Liberté, égalité, fraternité ou la mort 1. Inleiding Even opfrissen: - 1789: de koning heeft geld nodig en roept burgerij (3e stand) bijeen 3e stand wil inspraak in politiek Koning weigert eed op de kaatsbaan: 3e stand zweert niet uiteen te gaan vooraleer Frankrijk een grondwet heeft. - Fase van oorlog, chaos en terreur (vb. Robespierre) - Mondt uit in staatsgreep van Napoleon: oorlog en nog eens oorlog; grote delen van Europa: veroverd. - Verspreiding van ideeën van de Franse Revolutie o Beperking macht vorst; opkomst democratie 2. maar wat is een revolutie? - Een plotse, vrij snelle verandering bijna onomkeerbaar, niet alleen op politiek vlak (laat altijd sporen na). Voorbeeld: politiek, religieus, technologie o Politiek: Franse Revolutie: inspraak democratie: wil van 3e stand om inspraak te krijgen. o Cultureel: verlichting FOCUS: democratie - T-shirt oefening: Naargelang de kiesmethode, kan je een andere uitslag krijgen. - Democratie = regelen van een inspraakmoment, recht om te zeggen wat je vindt, vrije meningsuiting, geen democratie zonder vrije media. - Modaliteiten: wijze waarop democratie uitwerken o Verkiezingen: kiesdrempel, verschillende ronden, … o Cijnskiesrecht of cijnskiesstelsel (1830) Toegang om te stemmen wordt door belastingen bepaald. Zo stellen ze de macht veilig. Ze bepalen wat met hun geld gebeurd (ancien régime). Logica: wij betalen wij bepalen. (= uitsluiting van de armen) REACTIE: armen willen ook inspraak (ze worden benadeelt) o Meervoudig kiessysteem (1893) (Daens) Iedereen mag stemmen, maar sommigen mogen 2 of 3 keer stemmen o Algemeen enkelvoudig (mannen) (na WO I: 1919) Als je voor het vaderland mag sterven, mag je ook stemmen (enkel mannen) o Algemeen enkelvoudig (mannen en vrouwen) (na WO II: 1948) Vrouwen nemen de bedrijven over, terwijl de mannen vechten. Ze bepalen de economie o 18 jaar (1981) - 19e eeuw: strijd voor stemrecht in vele landen van Europa. Franse Revolutie ontstaan Europese democratie Eline Burms 2 Geschiedenis 5de jaar PS: V.S. 1) kiesmannen ~ punten a. elke staat 2 b. hoe groter het aantal inwoners, hoe groter aantal kiesmannen bv. Alaska: 2 + 1 kleine staten wegen relatief zwaar door bv. New Hampshire: 2 + 2 slechts in een paar staten een evenredig systeem A: 50% 4 B: 20% 2 C: 30% 2 2. Nationalisme 1. Omschrijving - - - Opdracht Nationalisme = een samenhorigheidsgevoel dat ontstaat rond een gemeenschappelijk: taal, godsdienst, verleden, … Ontstaan na Franse Revolutie Types: o Staatsnationalisme: Natie: klemtoon op samenhorigheid van de burgers van het land Staat: “organisatie”, structuur, landsgrenzen, … staat promoten. Voor de Franse Revolutie bestond het concept ‘vader’-of ‘moederland’ niet. o Standenbewustzijn over de grenzen heen Voor Franse Revolutie: standen bewustzijn: makkelijker omgaan met iemand van een ander land, maar dezelfde stand dan met een landgenoot van een andere stand o Franse Revolutie: nieuwe ideologie om bevolking rond machthebbers te scharen Voor Franse Revolutie: koning middelpunt van de staat (als een god) Na Franse Revolutie: nieuw concept: NATIE nieuwe manier om burgers aan de overheid te binden Wordt bewust gepromoot vanuit de overheid Eline Burms 3 Geschiedenis 5de jaar - - Een volk heeft recht op een vaderland om zijn eigen bestemming waar te maken: volkssoevereiniteit o Volk: gemeenschap van mensen met gemeenschappelijk verleden, godsdienst, cultuur, taal o Staat/natie Steeds de basis van indeling van de wereld ofschoon er barsten in de muur komen. 2. volksliederen belang als document, bron: gekozen door de overheid als symbool opgesteld (heel bewust) (≈ visitekaartje van een land) Voor Franse Revolutie: ancien régime God en vorst Na Franse Revolutie: vaderland, God en vorst: minder aanwezig Ook vaak sterven voor het vaderland. - Volkslied België (1860): o vaderland (O heilig land der vaad’ren) - Volkslied Frankrijk (1792): o vaderland (enfants de la Patrie) Qu’un sang impur, Abreuve nos silons ! = opdat geen onzuiver bloed het land zou bezoedelen. Frans bloed in je aderen (Duitsland: WO II) biologisch aantoonbaar Hitler - Volkslied Engeland (1745): o God en koningin (God save the Queen) voor Franse Revolutie - Volkslied Duitsland: o (1797) God en keizer (Gott beschütze Unsern Kaiser) voor Franse Revolutie o (1841) vaderland (Für das deutsche Vaterland!) (2. uitgehaald wegens té nationalistisch) - Volkslied Italië: o Vaderland (Fratelli d’Italia) (Il canto degli Italiani = het lied van de Italianen) - Volkslied Amerika (1814): o The star spangled banner o Overgangsmoment: noch vaderland, noch god en vorst aanwezig Eline Burms 4 Geschiedenis 5de jaar 3. In de kunst Eugène Delacroix: La liberté (=de vrouw) guidant le peuple = de vrijheid leidt het volk - Vorm geven van nationalisme: o Franse vlag (1e keer als symbool van het vaderland) o Doden: mensen gestorven voor het vaderland o Rijk en arm: vechten samen voor het vaderland o Vrijheid wordt voorgesteld als een vrouw (verpersoonlijking) o Vrouw met blote borsten: kwetsbaarheid van het volk maar toch blijven ze gaan moed Romantiek en nationalisme gaan hand in hand driehoek: top van de driehoek is het hoofd van de vrouw - (dia 14) Frankrijk: de mythe rond Jeanne d’Arc: Verhaal: 100-jarige oorlog: Frankrijk >< Engeland (15e-16e eeuw) Ze gaat de troepen leiden ( moed inspreken). Ze hoort stemmen in haar hoofd van God. Er is geen koning in Frankrijk op dit moment Toen: not done Nu: wow, vocht voor het vaderland teruggrijpen naar de geschiedenis van het eigen land. Link nationalisme: o Ze deed veel voor haar vaderland Eline Burms 5 Geschiedenis 5de jaar Jacques-Louis David: De eed van de Horatiërs (1785) Verhaal: 2 van de Romeinse broers: dood 3 Albanees: zwaar gewond 3e Romeinse broer loopt weg, fitste van de Albanezen gaat hem achterna. De Romein vermoordt hem, later de 2 anderen van de fitste naar de zwakste. - Rome >< Alba Longa (oorlog) Drieling: Horatiërs >< drieling: Curatiërs Driehoek vanuit de zwaarden o Rouwende groep vrouwen (= typisch) sterven voor het vaderland Jacques-Louis David: De dood van Socrates Verhaal: Hij moet vluchten uit Athene, maar doet dit niet. Hij had de leiders van Athene ( bang voor oppositie) in vraag gesteld. Hij heeft de wet altijd verdedigd, dus legt zich erbij neer doodstraf. Eline Burms 6 Geschiedenis 5de jaar - Socrates: in het wit (opvallend) Gifbeker wordt door de beul aangereikt. hij kan het niet aanzien Hij maant zijn vrienden aan zich te vermannen: linkerhand Plato: iets donkerder wit: leerling, opvolger, overtreffer Groepje vrouwen gaat weg sterven voor de wet Jacques-Louis David: Lucius Junius Brutus Verhaal: Brutus zet de laatste koning af en wordt een belangrijke consul. Complot: koning terug aan de macht. iedereen in het complot moet terechtgesteld worden. Ook zijn zoons Titus en Tiberius in het complot. Ze worden terechtgesteld in dit complot. - jammerende vrouwen (moeder) hij geeft zijn zoon voor de republiek Egide Charles Gustave Wappers: episode uit septemberdagen 1830 Eline Burms 7 Geschiedenis 5de jaar Verhaal: De stomme van Portici: opera die de situatie deed ontploffen. opstand van het volk tegen het gezag van koning Karel I België onafhankelijk - driehoekscompositie: top = vlag - rijk en arm: strijden samen - nagemaakt van la liberté guidant la peuple - onafhankelijkheid van België op de Grote Markt in Brussel Charles-Auguste Fraikin (1864): de graven van Egmont en Hoorn graaf Louis Gallait (1848): Egmonts laatste uur Lamoraal I van Gavere wordt graaf van Egmont (= gebied) nu: in Noord-Holland Hoorn ook graafschap: Filips II van Montmorency nu: in Limburg Standbeeld: op de kleine Zavel in Brussel Egmont (1848: Gallait) Verhaal: edellieden: Egmont en Hoorn zijn samen terechtgesteld Egmont en bisschop van Ieper wachten op terechtstelling Opstand van Egmont en Hoorn die vechten tegen centralisatie van macht. Ze proberen de koning te verdrijven en willen politieke inspraak terug. Ze worden onthoofd in Bloedraad van Alva. (zie dia 20) Eigenschappen worden toegekend aan volkeren 1. (links) wreedheid van de Duitsers: gewelddadig (hoewel de Britten in de 19 e eeuw gewelddadiger zijn) Kanon wordt geladen met een kind. 2. (rechts) kleine, dappere Brit >< gewelddadige Duitser ( worsten) Eline Burms 8 Geschiedenis 5de jaar (zie dia 21) Nicaise De Keyzer: de slag bij Woeringen (1288) Keizerlei is vernoemd naar deze schilder. Woeringen: in Duitsland Hertog Jan I van Brabant Graaf Otto II van Gelre Reinoud x vrouw die Limburg zal erven = zoon van Otto Kunnen geen kinderen krijgen, vrouw sterft. Jan wil Limburg opeisen en verovert het. Men doet alsof Otto II zich over geeft aan Brabant, dit is niet zo. Hij is gestorven in de strijd. (zie dia 22) - Rusland: Russische reus is op weg naar het westen - Duitsland: strekt zich uit over heel Europa, expansie over Europa - Frankrijk: zit klaar om zich te verdedigen tegen Duitsland - Italië: 1 grote man eenmaking van Italië - Engeland: oude tante - Ierland: schoothondje van Engeland 4. eenmaking Congres van Wenen: gaat de grenzen bepalen (1814-1815) Door Franse Revolutie: - staten die uit veel volkeren bestaan ontploffen: elk volk wil eigen land zijn o vb. Osmaanse rijk - etnische staten nog geen land, maar ze voelen zich wel zo o vb. Duitsland, Italië door nationalisme worden ze 1 staat. A. Duitse eenmaking (1871) 1648: vrede van Westfalen in Duitsland Na 30-jarige oorlog (katholieken >< protestanten) Duitsland bestaat uit zeer veel kleine stukjes samenkomen van deze stukjes worden Duitsland. (Pruisen en Oostenrijk: belangrijkste staten) - Karel V: Duitse rijk katholiek maken - Luther: o zal zorgen dat het rijk verdeeld wordt. (protestanten en katholieken) o maar zal ook het rijk 1 maken: hij laat de bijbel vertalen in het Duits Duitse taal wordt vastgelegd. - The zollverein (opgericht door Pruisen) = Duits tolverbond ( handel werd moeilijk in Duitse rijk door tol (industriële revolutie), bepaalde staten gingen een verbond aan en creëerden een gematigde vrijheid) economische eenmaking - Otto von Bismarck: Pruis, arrogant politicus o ‘Motor’ achter de Duitse eemaking o Pickelhaube = helm uit geperst leer met metalen versiering, verdediging bij sabelgevechten afgeschaft in WO II Eline Burms 9 Geschiedenis 5de jaar - De grote rivaal van Pruisen: Oostenrijk: o 1866: slag bij Sadowa (Königgrätz) o Legers waren even groot, maar niet goed georganiseerd. Tussen Sadowa en Königgrätz kan het Oostenrijkse leger zich ongeveer opstellen: Linker- en rechterflank: onbeschermd Terugtrekken was moeilijk omdat ze met hun rug naar de Elbe stonden. Pruisen vallen aan en winnen: (konden geweer langs achter laden scheelt veel tijd, Oostenrijkers hadden veel tijd nodig om hun geweer te laden + zijn fel blauw gekleed) (zie dia 28) Le grand ogre Allemand de grote Duitse Boeman - cartoon van Franse afkomst - voorwerp in zijn mond = Oostenrijk Frankrijk heeft ook schrik om opgegeten te worden - 1870: Pruisen >< Frankrijk (machtigste land in Europa (tot 1870): willen invloed houden) Wilhelm I >< Napoleon III (zie dia 29) 1871: eenmaking Duitse keizerrijk is feit 1e keizer = koning van Pruisen Otto von Bismarck = rijkskanselier (vlak onder de keizer) HB pg. 31 doc 5b: Koning van Pruisen wordt in Versailles (spiegelzaal) tot Duitse keizer gekroond. Ze doen dit in Frankrijk om nog eens te benadrukken. Doodskop: ligging van Elzas en Lotharingen: Frankrijk moet dit afgeven aan Pruisen Opm: Oostenrijk hoort niet bij het Duitse keizerrijk. (zie dia 30) le desastre de Sedan In Metz: Franse leger staat er slecht voor. Napoleon III gaat zijn leger helpen en wordt gevangen genomen bij Sedan. Hij moet zich overgeven aan Pruisen. (zie dia 31) Spotprent over le desastre de Sedan Eline Burms 10 Geschiedenis 5de jaar B. Italiaanse eenmaking 1. aanleiding - Napoleon Bonaparte Sinds 1805: koning van Italië voert doelmatiger bestuur moderne wetgeving - feodale structuur in Italië valt weg. - nationaal bewustzijn onder de Italianen (vreemde Franse koning) - contact tussen Frankrijk en Italië komen in contact met liberalisme BESLUIT: In Italië begint het nationalisme en liberalisme op te komen. - Congres van Wenen Beslissingen: Oostenrijk krijgt vazalstaten in Italië (bezit). 2. protagonisten - Carbonari: geheim genootschap tegen absolutisme lagere geestelijken, militairen, later ook Italiaanse burgerij Carbonari worden vervolgd la giovane Italia = het jonge Italië (leider: Garibaldi) La giovane Italia: willen Italiaanse democratische republiek bereiken zonder steun van het buitenland, met geweld. Garibaldi wordt lid van la giovane Italia. Jaar later verlaat leger om deel te nemen opstand in Genua. Opstand mislukt en hij wordt veroordeeld vlucht naar Zuid-Amerika. 1848: Garibaldi keert terug + neemt deel aan guerrillaoorlog tegen Oostenrijk, met leger van bv. boeren (geen echt leger). Ze vallen aan met kleine aanvallen. Piémont (staat in Italië) = motor achter guerrillaoorlog, maar haken al snel af Garibaldi strijdt alleen verder (Garibaldi en zijn roodhemden: droegen rode slagershemden) redelijk succesvol. Opvolger: Victor Emmanuel II wordt 1e koning van Italië carbonari nemen genoegen met monarchie. - De Il Risorgimento Leider: Camillo Benso di Cavour wil ook eenmaking van Italië, een monarchie met parlement (grondwet). Monarchie moet uit huis van de Savoyes komen. Ze willen geweld gebruiken als dit nodig is, maar stellen dit niet als middel, wel met buitenlandse hulp. 3. eenmaking 1820: navolging van de Spaanse revolutie (opstand): grondwet 1812 terughebben Napels: Ferdinand I moet van rebellen grondwet te tekenen in Piémont. Victor Emmanuel I moet troonsafstand doen Oostenrijk moeit zich (grondgebied in Italië) willen niet dat Italië 1 wordt zouden ze grondgebied verliezen In Napels zorgen ze ervoor dat Ferdinand I de absolutistische koning wordt (geen grondwet) (door Oostenrijk) In Piémont: Karel Felix (jongere broer Victor) wordt koning, MAAR: grondwet blijft klokt wordt niet teruggedraaid. CONCLUSIE: Napels niets veranderd na revolutie, Piémont wel (= enige stad met grondwet) Eline Burms 11 Geschiedenis 5de jaar 1830: na juli-revolutie (Parijs) Aantal staten komen in opstand in Midden-Italië (Romagna, Parma en Modena) ( op kaart kunnen aanduiden) In Romagna is soeverein de paus, Oostenrijkers kunnen de klok terugdraaien. De afgezette koningen komen terug op troon CONCLUSIE: 1830: niets bereikt op eenmakinggebied 1848-1849: na de Franse februari-revolutie Sicilië komt in opstand (groot deel ook van hak van de laars) Een heel aantal staten gaan zich erbij aansluiten zoals staten van Midden Italië (bv. Venetië (= OOSTENRIJKS) Soevereinen worden afgezet Oostenrijk komt zich moeien Moment waar eenmaking echt begint: want de staten kunnen een coalitie vormen. Piémont en Sardinië zullen 1 rijk worden. Begin: Piémont-Sardinië Napels terug aan zijn kant proberen te krijgen gesteund door Carbonari Ontstaan strijd: Napels wint (willen geen eenmaking) tegenslag voor nationalisme Noord-Italië weer leiding. Belangrijke stap: Venetië, Toscane, Rome bondgenootschap pauselijke macht wordt ingeperkt, Frankrijk en Oostenrijk helpen hem, Rome = katholiek en moet zo blijven. Alles wordt teruggeschroefd enkel Piémont kan eenmaking verwezenlijken. overeenkomst van Plobières (1858) tussen Napoleon III (FR) en Cavour (IT + met steun buitenland) Plan: Piémont gaat Oostenrijkse aanval uitlokken om Piémont in te nemen Frankrijk en Piémont gaan dit beletten Frankrijk vindt dat Oostenrijk te machtig wordt. Piémont, Lombardijen, Venetië (=Oostenrijks) koninkrijk vormen (Noord-It) Bedoeling: als Oostenrijk verslagen is, om alle andere staatjes aan te moedigen om zich hierbij aan te sluiten. Wat gebeurt er nu? Parma, Toscane, Romagna willen zich aansluiten bij het koninkrijk van Noord-Italië, gaan volksraadpleging houden en er wordt massaal voor gestemd. (sluiten zich aan) Zuiden opstand (in Sicilië) waardoor volksraadpleging gehouden wordt, willen zich ook aansluiten bij het koninkrijk Noord-Italië Maart 1860: midden sluit zich aan Mei 1860: zuiden sluit zich aan Noord-Midden-Zuid-Italië willen eenmaking, Napels legt zich erbij neer. !! Enkel pauselijke staat heeft zich nog niet aangesloten !! Eline Burms 12 Geschiedenis 5de jaar Italiaanse koning: Victor Emmanuel II (= ook koning Sardinië) uit huis van de Savois = wat il risorgimento wil Valt kerkelijke staat binnen wordt geëxcommuniceerd door de paus We hebben koning Victor en Turijn (=hoofdstad), maar wat met Rome? Probleem van Rome: Rome hoort niet onder gezag van Italië, wel onder paus (dankzij Frankrijk: Napoleon VI) 1870: Franse troepen weg uit Rome om in Frankrijk oorlog te voeren. (Duitse eenmaking) pauselijke zouaven = pauselijk leger Paus doet oproep aan katholieke wereld (jonge, ongehuwde mannen) om Rome te verdedigen: vrijwillig uit geloof Nu: Rome = niet meer van de paus, enkel Vaticaanstad = van de paus Vanaf 1929: paus legt zich erbij neer dat enkel Vaticaanstad van hem is = kleinste onafhankelijke staat ter wereld. Synthese Italiaanse eenmaking: 1) eenmaking Noorden: voorbereid door Carbonari leiding: Piémont-Sardinië Groei noorden: via referenda: vragen aan burgerij of ze willen aansluiten burgerij neemt macht 2) Zuiden Geribaldi gaat het zuiden binnen, zonder slag of stoot Zuiden geeft zich over (sneeuwbaleffect, kaartenhuisje) 3) Pauselijke staat 1870: wordt ingenomen met manu militari Maken meteen van Rome de hoofdstad Italië = 1? - geografisch: ja - mentaliteit: nee (zie film landing in Marsala Geribaldi) Verwaarlozing monument m.a.w. zuiden heeft geen sympathie meer voor eenmaking. Noorden beschouwt zuiden als parasiet, willen elkaar afstoten. Bossi wil onafhankelijkheid maar Noord-Italië enorme industriële grootheid. Risorgimento: naam beweging (Italiaanse eenmaking) < resurgere: wederopstanding van Italië tot oude Romeinse rijk Duitsland = 1? - federale staat - bestaat uit deelstaten met heel veel eigen bevoegdheid Beieren bepaalt heel veel zelf 1 MAAR: Zuiden: katholiek Noorden: protestant Eline Burms 13 Geschiedenis 5de jaar Vergelijking Duitse en Italiaanse eenmaking: Duitsland ±1850-1870: 1 geworden Pruisen Bismarck: streeft ernaar 1 te worden Italië ±1850-1870: 1 geworden Piémont Cavour + Geribaldi: willen 1 worden C. Balkan 3e eeuw: Oost- en West-Romeinse rijk scheiden grens: Drina (leeft bijna niemand) Oosten o.l.v. Byzantium orthodox Westen o.l.v. Rome katholiek 5e eeuw: verhuizing van volkeren in Europa. waarschijnlijk ten gevolge van klimaatsverandering (bij ons Franken) Drinavallei: rechterkant: Servië Linkerkant: Bosnië, Kroatië, Slovenië Bij ons zelfstandige staten door volksverhuizingen, hier hetzelfde. 1389: opkomst Turkse (Ottomaanse) rijk Langs Balkan (gebergte) naar Europa Servië gaat zich verdedigen Slag bij Merelveld (Kosovo): Servië gaat ten onder beschouwen zich als offer voor het christendom hoge symbolische waarde Ottomaanse rijk (moslims) voert geen gedwongen bekeringen door. Geen islam tweederangsburger RESULTAAT: deel gaat zich bekeren adel: zo behoudt ze haar macht Aantal Serviërs vluchten: sommigen halen de grens niet à en blijven in Bosnië hangen è verspreiding van de Serviërs: verklaart S aanwezigheid daar. Behouden eveneens hun cultuur Aantal Serviërs vluchten: sommigen halen de grens komen in Bosnië verspreiding van de Serviërs Anderen komen in Oostenrijk: krijgen land aan de grens van Oostenrijk (moeten geen belastingen betalen). Grens aan het islamitisch gebied: Krajina’s zich vrij vestigen, moeten grens bewaken (behouden cultuur). e 19 eeuw: nationalisme: elk volk een land; Ottomaanse rijk verzwakt (Multi-etnisch) Serviërs (orthodox geloof) willen terug onafhankelijk worden en dit lukt stilaan. Van ½ 19de eeuw (zie dia) Waar moet de grens van nieuw Servië komen? laatst bekende grens (1889) Of plaats waar Serviërs wonen: Oostenrijkse rijk, delen van Bosnië + Krojina’s Nieuwe spelers in het veld die ook van verzwakking Ottomaanse Rijk wil profiteren: Rusland: 1 hoofdhaven (Sint-Petersburg) wil doorbreken naar Middellandse zee Serviërs en Russen: beider orthodox bondgenootschap willen beide uitbreiding Oostenrijk ziet dit niet zitten zou omsingeld worden neemt Bosnië in Tot ergernis van Servië 1914: prins van Oostenrijk in hoofdstad van recent aangehechte Bosnië (Sarajevo) paraderen. Hij wordt doodgeschoten door Bosnische Serviër. Wapens komen uit Servië. Dit laatste krijgt steun van Rusland (zie boven). (vgl. Bill Clinton wordt doodgeschoten door Iranees) Eline Burms 14 Geschiedenis 5de jaar Na WO I: Servië in kamp overwinnaars (Rusland) nieuw land: Joegoslavië (= alle landen die we hebben in de 7e eeuw, dia42) Joegoslavië (< iungere: verbinden: trucje om te onthouden) vereniging van Zuid-Slavische landen Probleem: nieuwe land is cadeau aan Servië hoofdstad = Belgrado koning = Serviër leiding leger + ministers = Serviërs Vooral Kroaten hebben het hier moeilijk mee vorming oppositie. Extreem nationalistische Kroaten pikken dit niet + NAZIS (pronazi) = USTACHA (ustachisten) >< Servië: doden Servische koning spanning loopt op. WO II: Serviërs in kamp geallieerden. In Kroatië: meeheulen met de nazi’s omdat ze zo een middel zien om hun onafhankelijkheid te laten zien (nog steeds kwaad om 2e rangburgerschap) Servië = bezet door de Duitsers Collaborateurs staan aan de kant van de Duitsers Tchetnics: kleine groep Serviërs is bereid met de Duitsers mee te heulen Heuse burgeroorlog: symbool = Serviëndoder (Serviček) ± 100 000 doden bij Serviërs. In WO II: moeten ze hiervoor boeten veel Serviërs dood Serviërs worden herkend: orthodox (kruisteken = anders: eerst rechts dan links) Joegoslavië krijgt een communistische dictatuur: leider: Tito Brooz Uiteindelijk worden elke nationalistische bewegingen onderdrukt. Alle kwalen uit WO II worden behouden, geen verzoening. Val van communisme: dood Tito en poppen gaan aan het dansen (1989) burgeroorlog leidt tot menging van NAVO, muur is gevallen Noorden: rijker dan zuiden Deelgebieden van Joegoslavië willen onafhankelijk worden, nl. Slovenië, Kroatië en Bosnië verzet van Belgrado Reden van verzet: in deze gebieden wonen Serviërs. In Slovenië niet mislukt daarom Oorlog: Servië vs. 3 Slovenië, Kroatië en Bosnië Oorlog Slovenië: referendum spreekt onafhankelijkheid uit Belgrado valt aan (weigert dit), en krijgt klappen. Slovenië kan onafhankelijkheid behouden, blijft vrij van oorlog Oorlog Kroatië, Servische minderheid in Krajina’s (dia 44): Tudjman (aan de macht) nationalistische beweging Kroatië aan de Kroaten en Serviërs buiten Serviërs in Kroatië verdedigen zich hiertegen richten Servische milities op (gesteund door Servië): moeten vuile klussen doen, die het leger niet mag doen Belgrado valt aan Strategie: 1 aaneengesloten louter Servisch gebied vormen Iedere niet-Serviër dood of eruit (etnische zuivering: brutale, agressieve moordpartij. Kroaten moeten weg om Krajina’s aan te sluiten bij Servië) Publieke, wereldopinie keert zich tegen Servië Onderhandelingen: ± erkenning Kroatië: met Navo hulp Servië er grotendeels uit geknald. Velen verhuisd. Kroatië en Servië: vrede Servië haalt deel van Kroatië binnen. Moreel moeilijk aanvaardbaar: dood of weg Waarom Voïvodina niet veroveren? Eline Burms 15 Geschiedenis 5de jaar Hongarije = groot + sterk leger helpen Voïvodina, Servië kan er niet tegenop Oorlog Bosnië en Servië: Serviërs vallen Bosniërs aan en gooien iedereen buiten die niet-Servisch is. Opnieuw verandert de wereldopinie zich tegen de Serrviërs Wegens pnieuw massamoorden. o.l.v. Amerikanen gaat de NAVO aanvallen Nieuw: grafietbommen op kerncentrale van Belgrado heel Belgrado zonder elektriciteit duidelijk maken dat het zo niet gaat. 1995: samenkomen in Amerika, Dayton. Servische veroveringen in Bosnië worden erkend en worden Servisch gebied nieuwe grens Servië stopt er op dat moment mee, en willen bij Europa komen enkel als ze oorlogsmisdadigers uitleveren. Melosevič: Dé Servische leider die de oorlogen heeft geleid, gestorven in gevangenis. Meadič (pas vorig jaar uitgeleverd): verantwoordelijk voor een aantal moordslacht- en verkrachtingsgebeurtenissen. Nu nog 1 probleem voor toetreden: Kosovo is provincie, heel oud Servisch gebied, plaats waar ze gevochten hebben tegen de islam = zeer belangrijk gebied. De bevolking is helemaal veranderd door de geschiedenis van de bezitting: 90% Albanese moslims. Kosovo wil ook onafhankelijk worden, de aanval wordt ingezet en opnieuw de dreiging van de internationale gemeenschappelijke grens wordt bewaakt door VN met de blauwhelmen. Servië mag tot Europa behoren als dit probleem opgelost is. 3. De industriële revolutie 1. Stoom, staal en steenkool De uitvinding van de stoommachtine - de oude Grieken hadden reeds stoommachines uitgevonden - Heroon van Alexandrië heeft in de 4e eeuw v.C. talloze voorbeeldjes uitgewerkt. (site zie ppt dia 2) je zult er versteld van staan - Voorbeelden zie dia 3-4 - Deze wetenschap gaat echter verloren maar vanaf de 17e eeuw is er opnieuw onderzoek naar. - In 1778: James Watt (Schot) bouwde de stoommachine met een voldoende rendement om als universele drijfkracht te worden ingezet. - vroegere versie van een mijnpomp (zie ppt dia 5: site -6) - ontstaan van “Stoom-staal-steenkool” cirkel door de stoommachine kan men diepere mijnen ontginnen. Dankzij betere en diepere mijnkoollagen. betere en meer machines meer mijnkool ontginnen … - Stephenson (1814): meer en sneller goederen transporteren (nieuw transport): spoorlijn aanleggen bij de haven om hier ook goederen te vervoeren - Dankzij de stoommachine gaat de industriële wereld open - Nog nooit had de mensheid over zoveel vermogen beschikt - Nog nooit konden zoveel goederen worden vervaardigd - Nog nooit was er zoveel welvaart mogelijk… Eline Burms 16 Geschiedenis 5de jaar - o Definitie welvaart: de beschikbaarheid van materiële goederen. (in westen stellen we dit gelijk aan geluk) welvaart gaat niet naar de arbeider, maar naar de burgerij. Maar nog nooit was deze zo slecht verdeeld Textielsector: 1e en voorname afnemer van de nieuwe o technologie Waarom? Iedereen heeft kleren nodig = basisbehoefte beste van de mechanica is hiervoor nodig (moet snel en fijn werken) computer van vandaag in 19e eeuw omgezet. industrie in Engeland onder druk. Kolonie India met stoffen. De hele burgerij wil Indische stoffen (katoen), dus eigen industrie ligt eronder; moet verbeteren om te kunnen concurreren. Industriële uitdaging: economische concurrent (India: Indische katoen kapot ellende en hongersnood) o Spitstechnologie Moet snel en nauwkeurig kunnen werken (dia 11) 2. Waarom het westen rijk werd - - aanzet: Indisch katoen stedelijk fenomeen o vb. Antwerpen: moderne 19e eeuwse stad fabriek met daar rond arbeidshuisjes industriewijken Het centraal station is de tempel van de industriële revolutie. In de stad (Meir) woont de burgerij: niet pendelen: geen goede wegen, time = money + reizen is te duur (dichtbij handelsbeurzen ed.) (Nu: omgekeerd burgerij aan de rand) Het westen met andere voorwaarden: bank met beurssysteem Geld van de koloniale hand (= startkapitaal om te investeren) We gaan dus zien dat technologie de maatschappij grondig en onherroepelijk zal veranderen. Eline Burms 17 Geschiedenis 5de jaar 3. In cijfers en kaarten Vb. Engeland: nieuwe steden: nieuwe grondstoffen havensteden worden belangrijk (vervoer) worden gebonden met elkaar met spoorweglijnen Op het vasteland rond de steenkoolbekkens: Landen die grondstoffen (ijzererts) of energie (en haven en spoorlijn) hebben doen mee met de industriële revolutie Vb. België: (Zoll Verein komt erbij) Nu is dit anders: hoeft niet meer. (dia 16: grafiek) 1840: Groot-Brittannië neemt de leiding 1860: Frankrijk en Duitsland gelijk 1880: Duitsland steekt Frankrijk voorbij: Frankrijk = 3x kleiner dan Duitsland Duitse economische groei: Zoll Verein Frankrijk: landbouw: wijn, kaas landelijke traditie (gastronomie) rurale samenleving Industrie brengt veel op rijker Duitse industrie brengt meer op rijker Frankrijk verliest leiding op vaste land Duitsland neemt over spanningen Duitsland wint oorlog 1914 (WO I): Frankrijk wil wraak Einde 19e eeuw: Engeland wordt zelfs bedreigd door Duitse industrie Engeland en Frankrijk: bondgenoten (in WO I) (dia 18) gemiddelde opbrengstfactoren van tarwe, rogge en gerst (1500-1820) Meer voedsel grotere bevolking België (toen) ≈ Taiwan (nu) (dia 19) graanproductie en bevolkingsgroei Begin 19e eeuw: graanproductie neemt toe hongersnood bevolking neemt harder toe (dia 20) geboorten- en sterftecijfers in Engeland (1721-1871) Meer voeding minder sterften Opm: geboortecijfer daalt 1821-1831: oorlog met Napoleon (dia 21) evolutie van de bevolking 19e eeuw 1750: Frankrijk: groot veel manschappen 1850: Duitsland neemt toe (Zoll Verein) Groot-Brittannië voorbijgestoken door Duitsland (dia 22) percentage van de bevolking in de landbouw tewerkgesteld Groot-Brittannië ziet als 1e landbouw achteruit gaan als 1e industrialiseren Duitsland ook meer geïndustrialiseerd. (dia 23) de industriële wereldproductie (1900 = index 100) Exponentieel 1980: petroleumcrisis: energie wordt duurder Na WO II: onze industrie toegenomen Uitvallen van petroleum kerncentrales Eline Burms 18 Geschiedenis 5de jaar (dia 24) BBP 1840-1910 (BBP 1913 = 100) Bruto Binnenlands Product (BBP) = Gross National Product (GNP) = alle goederen en diensten in een land geproduceerd in de tijdspanne van 1 jaar en in geld uitgedrukt. (dia 25) BBP 1914-1945 (BBP 1913 = 100) 1918-1920: klein oorlogje 1923-1925: oorlog (dia 26) productiviteit in Groot-Brittannië in de katoenindustrie Katoenindustrie spitstechnologie (toen) = referentiepunt 4. enkele voorbeelden - 1e industriële revolutie: 1750-1850 2e industriële revolutie: 1850-1914 Metaal: schaars en duur (Ancien Régime) in Industriële revolutie: basisproduct waaruit alles vervaardigd wordt. Nieuwe machines hogere rendementen haalbaar In alle sectoren van de industrie en landbouw onderzoek verricht naar nieuwe producten of toepassingen Mechanica, scheikunde, geneeskunde, transport, dagelijks leven, ontspanning… alle sectoren van de maatschappij ondergaan revolutie Alle aspecten van de samenleving ondergaan grondige wijzigingen door deze nieuwe ontdekkingen en uitvindingen Geef een voorbeeld van de industriële revolutie en leg uit hoe ze de maatschappij beïnvloed heeft. - 1778: ironbridge: 1e brug in ijzer gemaakt - Katoenfabrieken (Vlaanderen en Engeland: sterk) aparte energiekamer (met stoommachines): indien ontploffen niet alle dure machines kapot (productie) - Tractor - Trein met stoommachine (= heel belangrijk) - Broadly mill: beeld van de vooruitgang - 1e auto: evolueert tot een koets die men verbouwt luchtbanden: betrouwbare rubberen banden (±1890) - Telefooncentrale: handbediend, draad van ene gaatje naar het andere verbinden - 1e stemopname: Edison stemgolf wordt in was gekrast worden later platen (platter) consumentenmaatschappijen rond ontspanning - Reclame consumptiemaatschappij - Dynamiet: nitroglycerine = zeer ontplofbaar WO I was mogelijk door industrialisatie - Gloeilampen: Edison Vroeger elk huis maar 1/3 lampen - 19e eeuw: begin elektriciteit: versterking Ontwikkeling van radiosignalen. Mussolini: massa politiek vergadering versterking nodig - Vliegtuig (eind 19e eeuw) - 1e foto: Zuiden van Frankrijk (1824) Eline Burms 19 Geschiedenis 5de jaar - Fotografie: bestralen pek met zonlicht = 1e methode 1889: film Vaccinatie + stetoscoop: 1e bevallingen onder narcose: chloroform 5. industriële archeologie In ons land nu pas opgesteld: steenbakkerij Boom In Engeland is belangstelling blijven bestaan - Robert Owen Richard Archwright Mill (= watermolen) Water, droogte - - - stoom Father of the factory system Mill = fabriek o belang textiel o vb. soort vilt maken met hamers mechanisme aangedreven ondergang van Europese textielindustrie: India en China ( zelfde techniek, goedkopere werkkrachten) Vervuiling: Lawaai in de fabriek high pressure cilinder Rowing Mill 1905 Eerst houtskool = charcoal hele bossen afgebrand (milieuramp) steenkool gaan zoeken (industriële revolutie op volle toeren) Cast = gieten Klinknagel warme nagel wordt tegengehouden (1), op de andere kant wordt geslagen. Trevertick: ‘1e’ machine op rail (rail cfr. Supra) 4. Sociale wantoestanden Tekst 1: Samuel Courtauld Kinderarbeid bestaat: kinderarbeidwet Prijzen van lonen van meisjes worden hier uitgezet vrouwen en meisjes: goedkoopst (worden vernoemd) aanleiding tot maken van die wet als je deze wet stemt, moet er een reden voor zijn Tekst 2: kinderarbeid in de fabriek van Richard Arkwright R. Arkwright 1 van de grootste beulen uit deze tijd Vooral vrouwen en kinderen: goedkoop Schandalig rijk geworden door deze mensen Overvloed aan producten prijs daalt Eline Burms 20 Geschiedenis 5de jaar Tekst 3: Dokter Thomas Turner - Zie ook doc. 4: gesprek vindt plaats op formele plaats Vraag - antwoord (bijna letterlijk) verslagen zijn bewaard kan je weinig bedrog mee plegen. Relatief slecht interpreteerbaar voor emotie. Hogerhuis: ‘the house of Lords’ adel Verwachting: eerder sympathie voor hun standgenoten hebben onwaarschijnlijke sympathie voor de arbeiders Onderzoekscommissie: er heeft zich dus iets voorgedaan, een groot probleem Het staat vast dat er kinderen werken in de fabriek. Om zich te verdedigen zou hij een tegenargument geven (kinderen van 8 jaar werken 14 uur). Dus: de Lord heeft zijn huiswerk gemaakt. De dokter kan geen gegevens geven (ook al zegt hij dat hij de fabriek wel geïnspecteerd heeft). Het vrijkomen van stof wordt ook niet ontkend. er blijkt dus dat de kinderen in zeer slechte omstandigheden moeten werken. Tekst 4: Dokter Michael Ward Deze tekst eerder geloven dan (3): hij geeft namen, getallen, plaatsen, feiten Zeker dat hij daar geweest is (duidelijk bewijs): hoge temperatuur heel warm want katoen is vrij breekbaar met olie insmeren zodat systeem goed loopt, maar moet er warm genoeg voor zijn. Tekst 5: Samuel Greg Kinderen worden uit verschillende parochies en steden uitgehuurd. Hier schuilt grote ellende achter. Eline Burms 21 Geschiedenis 5de jaar Tekst 6: Andrew Ure Hij is voor kinderarbeid, gewoon irreëel. Filosofie: ophemelen van de fabrieken ( the philosophy of manufactures) systeem van kinderarbeid verdedigen Tekst 7: Robert Owen (had oog voor zijn werklui) PS: ± 1e mill Waarde doc: (zie hierboven) zie betrouwbaarheid van parlementaire commissie. Hier in Lagerhuis. Bevestigt de wantoestanden (kinderarbeid) Amper kunnen lezen, schrijven m.a.w. wantoestanden die wij kennen hij was zo verontwaardigd dat hij zodra hij de macht/kans kreeg, maatregelen heeft getroffen. Tekst 8: James Farington Lange dagen Tekst 9: John Reed Egodocument (getuigenis): kan liegen, maar geeft cijfers en hij is blut. Er is geen opvang (voor kreupel geworden arbeiders). Hij is kreupel geworden. Tekst 10: opzichters en bazen Ashton Chronicle: soort krant geschreven door dominee die er vrij veel last mee heeft gehad (zoals Daens) klaagt wantoestanden aan kan bijna niet liegen: getuigenissen naar de context kijken. 1 leugen = ongeloofwaardig Vrij bondig, citeert namen Figuur in Daens = geloofwaardig Tekst 11: Robert Blincoe getuigenis klopt: - lange uren - hitte - zolang staan vermoeiend Tekst 12: Mary Richards gruwelijke gebeurtenissen Eline Burms 22 Geschiedenis 5de jaar Tekst 13: John Fielden De vloek van the factory system John Fielden: politicus met eigen fabriek maakte het eerst zelf mee als kind, groeide eruit politicus redevoering: kind legt 32 km af. Tekst 14: Hannah Brown klaagt mishandelingen en werkomstandigheden aan Tekst 15: Boetes Tekst 16: Fabriekswet in Groot-Brittannië We zien kinderarbeid We weten dat, iedereen moet dat geweten hebben Heel de wereld zag die armoede Hoe kan dat dan verantwoord worden? Verklaring: 1) de oudheid was de voorbeeldbeschaving en daar bestond slavernij. 2) Klasse egoïsme: burgerij heeft adel als leidinggevende stand opzij gezet (politiek uitgeschakeld, ook economisch). Niemand heeft de burgerij geholpen om de macht over te nemen, hebben dit zelf gedaan, komen voor zichzelf op en niet voor de adel. 3) Lijden = eigen fout, geen enkele empathie/sympathie voor de armen, afkeer, afgrijzen Misprijzen van het volk, voor een massa die onder ontwikkeld is. Het verschijnsel van armoede wordt afgeschaft. 4) Uit de godsdienst Door god gewilde ordening van de maatschappij Eer zijn nu ongelijke verdiepingen van capaciteit. Er is nu eenmaal armoede. De kerk zei dat dit in het hiernamaals wel goed zou komen = MISBRUIK van de godsdienst. gewoon om ze te sussen Bij protestanten: Predestinatieleer God = alwetend, weet ons lot al, onze rekening is al bepaald, voor we geleefd hebben, een voorbestemming om een bepaald levenspad te volgen Het feit dat je het goed doet = het feit dat je het moreel goed doet. Niet-religieus: L’ordre naturel: de natuurlijke ordening. Er zijn nu eenmaal roof- en prooidieren. Er is een natuurlijke orde, natuurlijke ongelijkheid Natuurlijke orde van het leven van de maatschappij men heeft geen enkele reden om hen te helpen. Eline Burms 23 Geschiedenis 5de jaar Nu wordt er geholpen maar het gebeurt met mondjesmaat. Technisch gezien willen we onze welvaart niet delen. We doen bijna hetzelfde, dus bestempel ze niet als onmensen (kijk met een bril). Leerstof: Franse Revolutie: burgerij komt op + beschermd macht Hoofdstukken: lopen samen Nationalisme: oudheid = voorbeeldbeschaving Industriële Revolutie: wat ging vooraf aan de IR? geld koloniale handel Newton: Stoommachine banken en beurssysteem Bronnen: betrouwbaar? wat kan je er uit afleiden? Eline Burms 24 Geschiedenis 5de jaar