Transformatie- en innovatieplan SW-bedrijf Impact.Tomin.Concern voor werk. beweegt mee! Arbeidsmarktregio: Flevoland Deelnemende Bedrijven: Tomingroep Concern voor werk IMpact Almere, 23-06-2015 1 1 Aanleiding De Participatiewet doet een beroep op de veranderkracht en het innovatief vermogen van gemeenten en hun SW-bedrijven. Met het aannemen van de motie van de heer Kerstens cs [Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 34 000 XV, nr. 27] stelt het kabinet in 2015 een bedrag van € 30 mln. beschikbaar om de herstructurering van de SW sector te ondersteunen. Het kabinet kiest hierbij voor een regionale aanpak om aan te sluiten bij de ontwikkelingen in de arbeidsmarktregio’s. Het geld dient om de innovatie en transformatie van de sociale werkvoorziening een extra impuls te geven. De motie spreekt over ‘herstructurering’. De herstructurering middels innovatie en transformatie bevordert een doorontwikkeling van de SW-sector, die aangrijpt op 3 niveaus: - Op het niveau van de SW- medewerkers die worden gesteund in hun arbeidsontwikkeling en de doelgroep voor de garantiebanen die zoveel mogelijk naar regulier werk moeten (via trajecten en projecten); - Op het niveau van de stafmedewerkers en begeleiders uit de sector, die deze beweging mogelijk moeten maken (via professionalisering en instrumentontwikkeling); - Op het niveau van de gezamenlijke SW-organisaties / infrastructuur waarbinnen deze mensen werken (via nieuwe structuren en dienstverleningsconcepten). Het kabinet nodigt de arbeidsmarktregio’s uit om plannen in dienen die bijdragen aan vernieuwing op deze 3 niveaus. Dit kan tot 1 juli 2015. Indien de plannen voldoen aan het toetsingskader ontvangen (de SW-bedrijven in) de regio’s een (gemaximeerde) bijdrage in de kosten. De 3 SW bedrijven binnen de arbeidsmarkt regio Flevoland nemen de uitnodiging aan. De 3 bedrijven hebben gewerkt vanuit één centraal plan en, rekening houdend met de regionale verschillen, hebben de 3 SW bedrijven de plannen lokaal ingevuld. 2 2 Inhoud 1 Aanleiding ............................................................................................................................................. 2 3 Inleiding ................................................................................................................................................ 4 4 Het huidige speelveld ........................................................................................................................... 5 5 Beschikbare middelen .......................................................................................................................... 5 6 Inzet van middelen ............................................................................................................................... 6 7 Gezamenlijk plan 3 samenwerkende SW bedrijven ............................................................................. 7 8 Proces van afstemming ........................................................................................................................ 7 9 Transformatie- en innovatieplan Tomingroep ..................................................................................... 8 9.1 Over Tomingroep.......................................................................................................................... 8 9.2 Context en reikwijdte van dit plan ............................................................................................... 8 9.3 Twee arbeidsmarktregio’s – twee sectorplannen ........................................................................ 8 9.4 Doelstellingen ............................................................................................................................... 9 9.4.1 Ontwikkeling en plaatsing van SW-medewerkers en eventuele nieuwe werknemers vanuit de Participatiewet ................................................................................................................................ 9 9.4.2 Bevordering en ontwikkeling expertise medewerkers van de sociale werkbedrijven ....... 11 9.4.3 Bijdrage aan transformatie / innovatie regionale infrastructuur ....................................... 11 9.5 Financieel overzicht .................................................................................................................... 12 9.6 Uitvoeringsorganisatie ............................................................................................................... 13 9.7 Tot slot ........................................................................................................................................ 13 10 Transformatie- en Innovatieplan Concern voor Werk ................................................................... 14 10.1 Over Concern voor Werk ............................................................................................................ 14 10.2 Korte omgevingsanalyse............................................................................................................. 14 10.3 Doelen ........................................................................................................................................ 15 10.4 Financieel overzicht .................................................................................................................... 18 11 Transformatie- en Innovatieplan IMpact Dronten. ........................................................................ 19 11.1 Over IMpact ................................................................................................................................ 19 11.2 Korte omgevingsanalyse............................................................................................................. 19 11.3 Doelen ........................................................................................................................................ 19 11.4 Financieel overzicht .................................................................................................................... 20 11.5 Tot Slot ....................................................................................................................................... 20 12 Bijlage 1 – proces Werkstap ........................................................................................................... 21 3 3 Inleiding Het kabinet vraagt de SW-bedrijven om aanvragen in te dienen. Tegelijkertijd realiseert het kabinet zich dat de uitgangssituatie van de verschillende SW-organisaties sterk van elkaar verschilt, dat gemeenteraden soms ook al plannen hebben vastgesteld en dat daarmee de oplossingsrichtingen per regio en zelfs binnen een regio van elkaar kunnen verschillen. Het kabinet en de VNG zien daarom een belangrijke rol voor de SW-bedrijven bij het opstellen van de aanvragen. Zij zijn goed in staat om aan te geven welke activiteiten ingezet moeten worden in het kader van de transformatie. Omdat gemeenten opdrachtgever van sociale werkbedrijven zijn en in de meeste gevallen ook in het bestuur zitten, is er een duidelijke link tussen de aanvraag voor de extra middelen en het (bredere) gemeentelijke beleid. Indien mogelijk is afstemming binnen het regionaal Werkbedrijf gewenst. In arbeidsmarktregio Flevoland werken meerdere SW-bedrijven. Deze 3 SW-bedrijven maken een gezamenlijke aanvraag. Uitgangspunt is dat alle 3 de SW-bedrijven deelnemen aan minimaal één van de in te dienen plannen. Cedris heeft Concern voor werk aangewezen als regionaal contactpersoon voor de SW-sector. Concern voor werk zal het opstellen van de (gezamenlijke) aanvraag coördineren en zorgt voor de afstemming met de centrumgemeente die als financier fungeert. In het opstellen van het gezamenlijk plan is nadrukkelijk rekening gehouden met het marktbewerkingsplan regionaal Werkbedrijf Flevoland 2015-2017. Dit komt onder andere tot uiting als zijnde ‘partners in de tweede schil’. 4 4 Het huidige speelveld Binnen de arbeidsmarktregio Flevoland opereren 3 SW-bedrijven te weten: Tomingroep voor de gemeente Almere en de Gooi en Vechtstreek, aangezien de Gooi en Vechtstreek in een andere arbeidsmarktregio valt, wordt in dit plan alleen rekening gehouden met de gemeente Almere. Concern voor werk voor de gemeenten Lelystad, Emmeloord, Urk en Zeewolde. Aangezien Zeewolde in een andere arbeidsmarktregio valt, wordt in dit plan niet gerekend met Zeewolde. IMpact voor de gemeente Kampen en Dronten, aangezien Kampen in een andere arbeidsmarkt regio valt, wordt alleen gerekend met de gemeente Dronten. 5 Beschikbare middelen Voor de arbeidsmarktregio Flevoland is een bedrag beschikbaar van € 399.668,-. De verdeelsleutel is op basis van SE. Herverdeling van deze middelen is niet mogelijk: middelen voor niet-deelnemende gemeenten of SWbedrijven, vervallen en kunnen niet worden ingezet door gemeenten of SW-bedrijven die wel meedoen. Onderstaande tabel geeft aan hoe de verdeling plaatsvindt en laat zien dat er geen overschrijding is op het bestaande budget Bedrijf Tomingroep Concern voor werk IMpact Totaal Aantal SE 436 581 81 1.098 Beschikbare middelen (Kerstens) € 158.702,€ 211.482,€ 29.484,€ 399.668,- Co-financiering € 158.702,€ 211.482,€ 29.484,€ 399.668,- Voor de Tomingroep geldt dat de som van de projecten meer is dan het beschikbare budget. Dit geeft de Tomingroep de ruimte om te schuiven in de projecten alsmede te schuiven in tijd. Net als in de overige sectorplannen, geldt een cofinancieringeis van 50%. Hierdoor is in potentie een transformatiebudget van € 799.336,- beschikbaar voor de beschreven doelen. De bekostiging uit de middelen van het Rijk, die beschikbaar zijn op basis van deze regeling is gemaximeerd op 50%. De 3 deelnemende SW bedrijven hebben daarom – in overleg met hun bestuurders en/of stakeholders – gezorgd voor financiële dekking van minimaal de helft van de totale kosten. In de afzonderlijke deelplannen wordt inzichtelijk gemaakt hoe de middelen aangewend worden en hoe de co-financiering geregeld is. 5 6 Inzet van middelen De 3 samenwerkende SW-bedrijven dienen een gezamenlijk plan in waarbij de ontwikkeling en plaatsing van SW medewerkers en eventueel nieuwe werknemers vanuit de participatiewet centraal staat met een belangrijk accent op de arbeidsmarkt bewerking en het leggen van verbindingen. Bij de uitvoering wordt nadrukkelijk rekening gehouden met het marktbewerkingsplan van het RW Flevoland. De 3 samenwerkende SW-bedrijven in de arbeidsmarktregio’s voeren het plan van aanpak uit. De activiteiten dienen in het najaar van 2015 gestart te zijn en kunnen doorlopen tot medio 2016. Uiterlijk een jaar na goedkeuring van het plan (1 september 2016) dient het plan te zijn uitgevoerd. Het ministerie vraagt geen specifieke verantwoording over de beschikbaar gestelde middelen maar heeft Cedris gevraagd om een integrale uitvoeringsrapportage op te stellen die inzicht geeft in de activiteiten die zijn uitgevoerd en de resultaten daarvan. Deze rapportage zal in het najaar 2016, doch uiterlijk op 31 december 2016, worden aangeboden aan SZW. Cedris zal bij de start van de uitvoering van de plannen aan de Cedris-leden duidelijk maken welke informatie nodig is om deze rapportage te kunnen opstellen. 6 7 Gezamenlijk plan 3 samenwerkende SW bedrijven De SW-bedrijven worden in het marktbewerkingsplan van de regio Flevoland aangemerkt als partners in de tweede schil met als taak en rol het informeren van werkgevers en aanjagen van werkgevers om banen ter beschikking te stellen. Daarnaast kunnen zij zorg dragen voor de match tussen werkgever en de kandidaat. Het netwerk van de SW bedrijven wordt opengesteld en ingezet om zoveel mogelijk werkgevers in de regio te informeren. Het gezamenlijk plan van de 3 samenwerkende SW-bedrijven is gebaseerd op de inzet van de in de loop der jaren opgebouwde relaties met bedrijven met het detacheren en uitplaatsen van mensen met arbeidsbeperkingen, (inclusieve arbeidsmarkt) met het inschatten van arbeidsmogelijkheden en het bepalen van de condities waaronder plaatsing kansrijk is. Het tweede thema dat de 3 SW bedrijven oppakken is de ontwikkeling van nieuwe werkgeversdiensten voor bedrijven die willen werken met medewerkers uit de doelgroep van de participatiewet. De rode draad in de 3 plannen wordt weergegeven in onderstaand schema: Bestedingsdoel Ontwikkeling en plaatsing van SW en P-wet medewerkers. Bevordering en ontwikkeling expertise medewerkers van sociale werkbedrijven. Tomin o.a. Scholing en uitplaatsing Scholing en training leiding & begeleiding Concern voor werk o.a. Werkstap IMpact o.a. Werkstap Scholing en training leiding & begeleiding Scholing en training leiding & begeleiding Bijdrage aan transformatie/innovatie van de regionale infrastructuur. New Business voor de doelgroep New Business voor de doelgroep New Business voor de doelgroep 8 Proces van afstemming Om de voortgang op de processen en ingezette activiteiten goed te volgen en te borgen, vindt er tussen de 3 SW bedrijven afstemming plaats. De frequentie van de afstemming is in ieder geval één keer per 6 weken dat de bedrijven fysiek bij elkaar komen. Daarnaast is er onderling veel informele afstemming tussen de bedrijven. De 3 samenwerkende SW-bedrijven zullen in navolgende hoofdstukken aangeven hoe er invulling wordt gegeven aan bovenstaande. 7 9 Transformatie- en innovatieplan Tomingroep 9.1 Over Tomingroep Tomingroep is de organisatie die met en voor de gemeenten in de Gooi en Vechtstreek, Eemnes en Almere zorg draagt voor de arbeidsontwikkeling en re-integratie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en werkgelegenheid biedt. Tomingroep biedt zo gevarieerd mogelijk werk, passende scholing en de juiste begeleiding en bemiddeling. Het doel is het verkrijgen van een betaalde baan buiten of eventueel binnen Tomingroep. Onder Tomingroep vallen dertien bedrijven, actief op het gebied van Integraal Beheer Openbare Ruimte, Facilitaire zaken, Retail en Industriële en Personele diensten. Hier vinden mensen uit de (oude) SW-doelgroep en uit de Participatiewet-doelgroep een (leer-)werkplek waarbij groei en ontwikkeling centraal staan en die een kans biedt om met de juiste begeleiding een stap voorwaarts te maken op de arbeidsmarkt. Het motto van Tomingroep is: ‘Ieder mens heeft een talent’. De noodzaak om te komen tot herstructurering c.q. transformatie van Tomingroep is, gelet op de huidige teruglopende financiële budgetten en een dreigend meerjarig tekort, evident. De gemeenten in het Werkvoorzieningsschap en Tomingroep zijn gezamenlijk dan ook een proces gestart om de transformatie van Tomingroep richting arbeidsontwikkelbedrijf te realiseren. De transformatie moet leiden tot een organisatie die in staat is om, op basis van het uitgangspunt van een inclusieve samenleving en arbeidsmarkt, de loonwaarde van inwoners met arbeidsvermogen te realiseren. Om de ontwikkeling tot een toekomstbestendige organisatie te stimuleren zijn de gemeenten nadrukkelijk betrokken bij het uitzetten van de nieuwe koers. De maatregelen in dit plan zijn erop gericht zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen, de dienstverlening aan de gemeenten betaalbaar te houden en de bedrijfsvoering efficiënt en duurzaam te maken. Tomingroep positioneert zich hiermee in de regio als een betrouwbare samenwerkingspartner met een waardevolle infrastructuur die goed inzetbaar en aanpasbaar is voor de nieuwe doelgroepen die de Participatiewet met zich mee brengt. 9.2 Context en reikwijdte van dit plan Tomingroep werkt in twee arbeidsmarktregio’s (Gooi en Vechtstreek en Flevoland) en heeft dus te maken met twee Centrumgemeenten: Hilversum en Almere. De samenwerking tussen de gemeenten is georganiseerd in het Werkvoorzieningschap Tomingroep, waarvan het bestuur wordt gevormd door de wethouders van de elf deelnemende gemeenten. Het Algemeen Bestuur heeft de ontwikkelrichting van Tomingroep aangegeven en eind 2014 heeft Tomingroep daarop een Bedrijfsplan geschreven voor de jaren 2015 – 2018. Dit Transformatie- en innovatieplan sluit hierop aan. Tomingroep voerde tot 2015 de gehele WSW uit voor de elf gemeenten. De taakstelling voor Almere is nu 436 SE en voor de Gooi en Vechtstreek 618 SE; in totaal 1054 SE. 9.3 Twee arbeidsmarktregio’s – twee sectorplannen Omdat Tomingroep in twee arbeidsmarktregio’s werkzaam is, worden er ook twee sectorplannen opgesteld. 8 Dit plan is opgesteld voor de arbeidsmarktregio Flevoland, in samenspraak met de andere twee SWbedrijven die in deze arbeidsmarktregio actief zijn. We zijn daarbij uitgegaan van de taakstelling van 436 SE voor Almere. Het totaal beschikbare bedrag aan subsidie komt daarmee uit op € 158.702,-Een zelfde bedrag aan co-financiering wordt bijgelegd, waarmee het totale budget voor dit plan uitkomt op € 317.404,-. Met dit plan vragen wij een ruimer bedrag aan, waardoor we gedurende de looptijd enige manoeuvreerruimte hebben voor het geval er omstandigheden optreden die de uitvoering van onderdelen van het plan vertragen of minder gewenst maken. De meeste in dit plan beschreven projecten zijn zowel op de arbeidsmarktregio Flevoland als op de arbeidsmarktregio Gooi en Vechtstreek gericht. Deze projecten worden dan ook in beide sectorplannen beschreven. De verdeling van de kosten over de plannen is naar rato van het aantal SE per arbeidsmarktregio: 41,4% voor Flevoland en 58,6% voor Gooi en Vechtstreek. 9.4 Doelstellingen Hierna beschrijven wij onze doelstellingen op de drie deelgebieden zoals die zijn aangegeven in de richtlijnen voor de Sectorplannen van Cedris. Met deze doelstellingen sluiten wij aan bij het beleid zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Tomingroep. Alle voorstellen worden uitgevoerd gedurende de looptijd van het sectorplan: medio 2015 – medio 2016. Voor een aantal ontwikkelingen geldt dat de aanzet daartoe al begin 2015 is gegeven. 9.4.1 Ontwikkeling en plaatsing van SW-medewerkers en eventuele nieuwe werknemers vanuit de Participatiewet 9.4.1.1 Meting (en ontwikkeling) loonwaarde SW-medewerkers Het is onze doelstelling om onze SW-medewerkers zich optimaal te laten ontwikkelen en daarmee hun loonwaarde te vergroten. Om te kunnen vaststellen wat de loonwaarde van de SW-medewerkers op dit moment is, of deze loonwaarde ook ten volle verzilverd wordt en welk ontwikkelpotentieel er bij deze doelgroep eventueel nog aanwezig is, laten we van een deel van de populatie een loonwaardemeting uitvoeren. Dit betreft een steekproef van 200 SWmedewerkers, verdeeld over verschillende bedrijfsonderdelen in Almere en Hilversum. Uiteraard zijn verschillende uitkomsten van dit project denkbaar: indien de loonwaarde groter is dan in de praktijk wordt verzilverd dan zal verdere arbeidsontwikkeling, binnen of buiten het bedrijfsonderdeel worden opgepakt. Indien de gemeten loonwaarde overeenkomt met de verzilvering ervan zal er geen specifieke vervolgacties aan de orde zijn. Tot slot sluiten wij ook niet uit dat de gemeten loonwaarde in een aantal gevallen kan leiden tot de constatering dat de desbetreffende medewerker niet meer voldoet aan de ondergrens van de Wsw. In dergelijke gevallen zal met betrokkene (en begeleiders/verzorgers) bezien moeten worden welke passende alternatieven voorhanden zijn. Neveneffect van dit project is dat onze leidinggevenden en arbeidsontwikkel-consulenten meer en meer leren denken in en werken met het fenomeen loonwaarde, hetgeen ook in het kader van de doelgroep P-wet in toenemende mate een rol van betekenis gaat spelen. Tot slot speelt uiteraard ook het bedrijfseconomische resultaat een rol in de aanleiding van dit project. De SWbranche staat grote bezuinigingen te wachten. Hierdoor neemt het belang om het potentieel van medewerkers optimaal te benutten verder toe dan ooit. 9 9.4.1.2 Pilotproject uitplaatsing dertig SW-medewerkers We willen de mogelijkheden onderzoeken om een deel van de SW-populatie die daar normaal gesproken, vanwege hun aanzienlijke arbeidshandicap, niet voor in aanmerking zou komen, toch meer in de maatschappij te brengen. Zij zouden wellicht eenvoudige taken kunnen verrichten in instellingen voor zorg of onderwijs onder begeleiding van het personeel van die instellingen. De gedachte hierachter is dat de SW-medewerkers meer in contact komen met de samenleving en dat de kosten hiervoor mogelijkerwijs lager zijn dan wanneer ze werkzaam blijven op werkzaamheden waarvan de opbrengsten (soms ver) onder het niveau van de kostprijs liggen. Dit project is met name gericht op SW-medewerkers die werkzaam zijn bij verlieslatende bedrijfsonderdelen zoals Verpakken. We zoeken naar alternatieven en een van de mogelijkheden zou kunnen zijn om deze medewerkers, uiteraard met behoud van rechten, op andere plekken in de maatschappij onder te brengen. Dit sluit aan bij de filosofie achter de Participatiewet en de inclusieve maatschappij, dat iedereen een kans moet krijgen om in de samenleving een rol te vervullen. We zullen daarbij overigens goed luisteren naar de wensen van de betrokken medewerkers op dit terrein. Het beeld dat zij ‘weggestopt’ zitten in een sociale werkplaats klopt volgens ons niet; wij zijn ervan overtuigd dat de meesten van hen hun huidige werk als volwaardig en prettig ervaren. De pilot zal pas als succesvol kunnen worden bestempeld als er voldoende medewerkers zijn die eraan willen meewerken en als we hebben kunnen vaststellen dat het inderdaad mogelijk is om hen duurzaam op andere plekken aan het werk te houden zonder dat daar overmatig veel begeleiding bij nodig is. Wij verwachten dat dit project ongeveer een jaar op gang zal moeten zijn alvorens we conclusies kunnen trekken. Het lerend effect is erin gelegen dat we ontdekken wat ervoor nodig is om deze populatie duurzaam aan het werk te helpen en te houden op diverse plekken in de maatschappij. Welke deel-doelgroepen komen daar wel en niet voor in aanmerking? Wat vraagt het van de begeleiding in de instellingen en organisaties waar zij komen te werken? In hoeverre is er centrale begeleiding nodig? Is een terugvaloptie nodig en zo ja, hoe is die het beste te organiseren en, last but not least, wordt een dergelijke “detachering” naar reguliere bedrijven en instellingen ook door de medewerker zelf als een positieverbetering ervaren? 9.4.1.3 Scholing t.b.v. re-integratie SW-medewerkers en participatie-gerechtigden Wij zien mogelijkheden om de loonwaarde van SW-medewerkers meer te verhogen en participatiegerechtigden aan werk te helpen, zowel in de reguliere arbeidsmarkt als bij bedrijven van Tomingroep BV, door middel van een extra impuls aan het aanbod van vakopleidingen, onder meer gericht op de groenvoorziening, de schoonmaak en bijvoorbeeld voor verkeersregelaars. Ook bieden we trainingen aan in Nederlands en budgetteren. In totaal geven we ruim 250 personen een training of opleiding. 9.4.1.4 Pilot Almere Werkt De transformatie van Tomingroep wordt ondersteund doordat de gemeenten de komende tijd (nieuwe) doelgroepen, vallend onder de Participatiewet onderbrengen bij de Tomingroep. Innovatie en flexibele samenwerkingsvormen en het realiseren en binnenhalen van loonvormend en divers arbeidsaanbod vormen hierbij de essentie. Voor 30 moeilijk bemiddelbare participatiegerechtigden uit Almere wordt het nieuwe arbeidsontwikkeltraject Almere Werkt 2015! opgezet om een pilot te draaien. Doel is nieuwe doelgroepen te begeleiden, ontwikkelen in een werkomgeving waar ook de loonwaarde wordt verzilverd. Hiermee wordt hun deelname aan de maatschappij, hun zelfredzaamheid en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot. Dit gebeurt door middel van training, begeleiding en 10 learning on the job (in een reguliere dienstverband met ondersteuning van het instrumentarium uit de P-wet). Dit sluit overigens ook op het ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsvormen en joint ventures (3.3.1.). Door nieuwe samenwerkingen op te zoeken wordt het aanbod aan de participatiegerechtigden vergroot en kunnen talenten en mogelijkheden van deze groep optimaal worden benut. 9.4.2 Bevordering en ontwikkeling expertise medewerkers van de sociale werkbedrijven 9.4.2.1 Opleiding en training van medewerkers van Tomingroep Wij constateren dat de veranderingen in doelgroepen en doelstellingen andere vaardigheden vragen van onze medewerkers. Naarmate er meer mensen bij reguliere, externe werkgevers aan de slag gaan, zijn er meer jobcoaches nodig. Ook zien we een toenemende behoefte aan medewerkers die het vak van jobcreation verstaan en hierover op niveau met werkgevers in gesprek kunnen gaan. Ook in de directe omgang met de nieuwe doelgroepen zijn aanvullende vaardigheden nodig; denk aan mentale weerbaarheid van leidinggevenden en het omgaan met psychische handicaps. Ook organiseren we een training in het herkennen van schuldenproblematiek. Wij willen in de looptijd van dit plan 100 à 150 medewerkers (sommigen volgen meerdere trainingen) een training geven op een of meer van deze gebieden. 9.4.3 Bijdrage aan transformatie / innovatie regionale infrastructuur 9.4.3.1 Uitwerking onderzoek t.b.v. transformatie Tomingroep Om in de toekomst de werkgelegenheid voor de zittende SW-populatie zeker te stellen en betaalbaar te houden onderzoeken we of er werkzaamheden te vinden of te creëren zijn waarmee een hoger rendement behaald kan worden dan nu het geval is. Met name de activiteit ‘Verpakken’, waar veel SW-medewerkers werken met relatief weinig mogelijkheden, levert een laag rendement op waardoor dus slechts een lage (of zelfs nihile) verdienwaarde voor de doelgroep is te realiseren. We hebben laten onderzoeken of er voor deze doelgroep geschikte bedrijfsactiviteiten zijn die meer opbrengen of minder kosten. Ook is onderzocht welke andere mogelijkheden er zijn om Tomingroep toekomstbestendiger te maken. De resultaten van dit onderzoek worden nader uitgewerkt en geïmplementeerd. 9.4.3.2 Ontwikkelen van nieuwe samenwerkingsvormen, joint ventures In samenwerking met de Nederlandse Organisatie voor Sociale Economie en Maatschappij (NOSEM) onderzoeken we met welke werkgevers in de regio wij een samenwerkingsrelatie kunnen aangaan om meer werkgelegenheid te creëren voor onze doelgroepen. We streven naar private constructies onder de vlag van de externe samenwerkingspartner. Ook kijken we naar de mogelijkheid om samen met andere SW-bedrijven een online platform in te richten ten behoeven van het inkoop- en bestelproces voor metaalbedrijven die zaken willen doen met SWbedrijven. De reden om voor NOSEM te kiezen is dat deze organisatie over een zeer groot netwerk van werkgevers en vakorganisaties beschikt en veel ervaring heeft op het gebied van samenwerking tussen verschillende partners. 11 9.4.3.3 Zorgdragen voor voldoende passend werk Naast de zittende SW-populatie krijgt Tomingroep onder de nieuwe Participatiewet een groot aantal participatiegerechtigden in huis, die een arbeidsontwikkeltraject krijgen aangeboden en vervolgens zo veel mogelijk moeten worden bemiddeld naar een betaalde baan. Deze banen zoeken wij in de eerste plaats bij werkgevers in de regio, maar daarnaast is ook Tomingroep zelf een belangrijke werkgever als het gaat om lager geschoolde arbeid. De continuïteit en uitbreiding hiervan is van belang om de gewenst uitstroom uit de uitkeringen te kunnen bereiken. Wij stellen daarom voor een jaar een accountmanager aan die op zoek gaat naar geschikte nieuwe business voor onze doelgroepen. Daarnaast zetten we een aantal nieuwe, kansrijke bedrijfsonderdelen op het gebied van (verpakkings)activiteiten voor de medische sector en recycling/upcycling en geven we onze catering activiteiten een extra impuls. 9.4.3.4 Samenwerking schoonmaakbedrijven We willen een onderzoek instellen naar de voordelen van een samenwerkingsverband tussen de schoonmaakbedrijven van de SW-bedrijven Tomingroep. UW, Pauw, Bigagroep, Pantar en Concern voor Werk en schoonmaakbedrijf Clean Force. Mogelijke voordelen zijn: - een grotere regionale spreiding bundeling van operationele kennis centraliseren en bundelen van commerciële inspanningen mogelijkheid van samenvoegen van opleidingscentra en backoffice mogelijkheid om specialistische ploegen in te zetten (bijv. glasbewassing, graffitiverwijdering) 9.5 Financieel overzicht In onderstaand overzicht zijn de kosten per deelproject inzichtelijk gemaakt. De co-financiering is deels afkomstig uit de inzet van eigen medewerkers (uren maal tarief) en deels uit het eigen vermogen van Tomingroep. De gemeenten wordt niet om een extra bijdrage gevraagd. totale kosten door motie Kerstens co-financiering bron Meting en ontwikkeling loonwaarde *) € 44.417,00 € 22.208,50 € 22.208,50 Tomingroep Pilot uitplaatsing SW-medewerkers *) € 41.388,83 € 20.694,42 € 20.694,42 Tomingroep 12 Scholing SW-medewerkers en P-wetters *) € 106.662,00 € 53.331,00 € 53.331,00 Tomingroep Pilot Almere werkt € 93.000,00 € 46.500,00 € 46.500,00 Tomingroep Opleiding en training medewerkers BV Tomingroep *) € 72.041,00 € 36.020,50 € 36.020,50 Tomingroep Uitwerking onderzoek t.b.v transformatie Tomingroep*) € 5752,88 € 2876,44 € 2876,44 Tomingroep Ontwikkeling samenwerking en joint ventures *) € 4968,00 € 2484,00 € 2484,00 Tomingroep Zorgdragen voor voldoende passend werk *) € 60.013,80 € 30.006,90 € 30.006,90 Tomingroep Onderzoek samenwerking schoonmaakbedrijven *) € 4.138,88 € 2069,44 € 2069,44 Tomingroep Totaal € 432.382,39 € 216.191,20 € 216.191,20 *) Deze projecten worden uitgevoerd voor Tomingroep als geheel. De kosten zijn naar rato van het aantal SE’s verdeeld over de sectorplannen voor Flevoland en Gooi & Vechtstreek. Dit leidt ertoe dat hier 41,4% van de totale kosten van het project wordt opgevoerd. 9.6 Uitvoeringsorganisatie De in dit plan beschreven activiteiten worden deels uitgevoerd met eigen personeel van Tomingroep en deels met of onder leiding van deskundigen van buiten. Alle activiteiten worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid en regie van de directie van Tomingroep. 9.7 Tot slot Dit plan is afgestemd met de afzonderlijke SW-bedrijven binnen de arbeidsmarktregio Flevoland. Tevens is dit plan, alsook de cofinanciering, afgestemd met de gemeente Almere. 13 10 Transformatie- en Innovatieplan Concern voor Werk 10.1 Over Concern voor Werk Concern voor Werk is de organisatie die maatschappelijk invulling geeft aan het hele palet rond arbeidsontwikkeling en -begeleiding in de regio van de gemeenten Lelystad, Noordoostpolder Zeewolde en Urk. Het is de kracht van Concern voor Werk de verbinding te leggen tussen de arbeidsmarkt en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, hen de gewenste arbeidsvaardigheden hiervoor te leren, naar het werk toe te leiden en in het werk te begeleiden. De kennis van jobcarving, -coaching, administratieve ondersteuning, kennis van en met het regionale bedrijfsleven en de kennis van Sociale Zekerheid komt daarbij goed van pas. Concern voor Werk neemt de uitnodiging van het kabinet, om plannen in te dienen die bijdragen aan de transformatie en innovatie van het SW-bedrijf, graag aan. In bijgaand stuk treft u de speerpunten aan die Concern voor Werk inzet binnen haar regionale rol binnen de arbeidsmarktregio Almere. De transformatie die Concern voor Werk heeft ingezet heeft geleid tot het volgende organisatieschema. De missie van Concern voor Werk valt samen te vatten als het uitvoeren van de wet sociale werkvoorziening voor de deelnemende gemeenten en het beheren van de infrastructuur om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt arbeidsfit te maken. Deze laatste opdracht is vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst met enerzijds het Werkbedrijf Lelystad en anderzijds met de WerkCorporatie Noordoostpolder. 10.2 Korte omgevingsanalyse Concern voor werk geeft uitvoering aan de SW voor de gemeenten Zeewolde, Lelystad, Noordoostpolder en Urk. Daar de gemeente Zeewolde in een andere arbeidsmarktregio valt, richt dit plan zich op Urk, Noordoostpolder en Lelystad. 14 Het aantal arbeidsjaren [AJA] voor de voornoemde gemeenten bedraagt per 01-01-2014: Lelystad : 293,86 Noordoostpolder : 217,40 Urk : 69,01 Totaal : 580,27 Op basis van het aantal AJ is het beschikbaar budget vanuit de motie Kerstens € 211.482,-. Eenzelfde bedrag zal als cofinanciering aangetrokken worden, wat maakt dat het totale budget voor Concern voor Werk neerkomt op € 422.964,- Dit bedrag zal besteed worden tot medio 2016. 10.3 Doelen Concern voor Werk heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het voorbereiden van de organisatie op de vragen die op ons af gaan komen als gevolg van de Participatiewet. Hierbij gaat het zowel om de inrichting van de organisatie als de ontwikkeling van vaardigheden van de verschillende vakdisciplines, als het ontwikkelen van systemen en tools om arbeidspotentieel bij de verschillende doelgroepen binnen de Participatiewet. Het uiteindelijke doel is hier steeds om de afstand van de deelnemer vanuit de Participatiewet tot de reguliere arbeidsmarkt zoveel als mogelijk te verkleinen. In deze voorbereiding zijn stappen gezet, maar Concern voor werk is nog lang niet op de plaats van bestemming aangekomen. We zijn op weg en door de beschikbaarheid van extra middelen stelt Concern voor Werk zich tot doel om de organisatie nog verder te laten aansluiten bij de behoeften van onze aandeelhoudende gemeenten als gevolg van de Participatiewet. Het gaat hierbij om de volgende zaken: 1. Competentieontwikkeling cliënten vanuit de Participatiewet (Wsw met arbeidsovereenkomst, wachtlijst en WWB cliënten) thema 1 Deze ontwikkeling zetten we in middels Werkstap. Met cliënten wordt een traject ingezet waarbij op basis van een nulmeting en een arbeidsmarktkans, wordt vastgesteld welke competenties in relatie tot arbeid onvoldoende zijn ontwikkeld. Aan de hand van de aan te leren competenties wordt een route vastgesteld waarbij de cliënt middels werkplekopdrachten binnen Concern voor Werk en op locaties buiten Concern voor Werk, de ontbrekende competenties worden bijgebracht/aangeleerd. Vervolgens worden cliënten, of ingezet op meer hoogwaardige werksoorten, dan wel uitgeplaatst bij reguliere werkgevers. Het gaat totaal om ruim 1.000 cliënten (WWB en Wsw). (een uitgebreid overzicht treft u in bijlage 1). Doelstellingen De doelstellingen die met dit project gerealiseerd dienen te worden zijn tweeledig. Voor wat betreft de inzet van Werkstap bij de competentie ontwikkeling van WWB gerechtigden is dit project geslaagd wanneer 90% van de trajecten succesvol zijn afgerond. Dit betekent dat de klant (in dit geval de gemeente) tevreden is over de ontwikkelende competenties van de WWB deelnemer. Na implementatie wordt maandelijks gerapporteerd over de behaalde resultaten. Voor wat betreft de inzet van Werkstap bij de competentieontwikkeling van WSW medewerkers wordt onderzocht of Werkstap de IOP’s en werkladderscan kan vervangen. Hiertoe moet in ieder geval overleg worden gevoerd met het UWV, die bij beslissingen over her-indicaties inzage wil in de IOP’s. het project is geslaagd indien het UWV het competentie ontwikkelmodel van 15 Werkstap accepteert als invulling van de IOP. Daarnaast zal de competentieontwikkeling uiteindelijk moeten leiden tot een hogere toegevoegde waarde per uur per werknemer. Het is in deze fase echter nog te vroeg om dit uit te drukken in concrete cijfers. Een derde doelstelling is, dat er minder administratieve druk ontstaat bij de werkleiding bij de uitvoering van Werkstap in vergelijking tot het volgen van de huidige werkladderscan en IOP’s. Concrete invulling van deze doelstellingen volgt nog bij het inrichten van dit project. Kennis delen Concern voor Werk is natuurlijk bereid om juist ook in het kader van de aanvraag van dit sectorplan de kennis die wordt opgedaan bij de ontwikkeling en implementatie van dit project te delen met andere SW organisaties. 2. Verbeteren systemen en methoden thema 1 a. Om de competentieontwikkeling goed in te richten is gekozen voor Werkstap van PTC. Op dit moment draait er een pilot waarbij Werkstap is geïmplementeerd om de ontwikkeling van WWB-ers te begeleiden vanuit de gemeente Noordoostpolder. Na deze pilot volgen de WWB-ers vanuit de gemeente Urk en Lelystad. Parallel volgen de Wsw werknemers. Hierbij is een uitbreiding van het Werkstap software pakket noodzakelijke en zal er in ICT termen afstemming gevonden moeten worden met andere ICT systemen. b. Bij de implementatie van Werkstap zal Concern voor Werk de methoden om werkplekopdrachten te geven aan cliënten gaan verbeteren. De nieuwe methode moet gericht zijn op een kortdurend verblijf van cliënten binnen Concern voor Werk. Daarnaast moet de methode goed aansluiten bij Werkstap. 3. Competentieontwikkeling staf en management thema 2 Om de competentieontwikkeling van cliënten goed vorm te kunnen geven is scholing en training nodig van staf en management. Scholing en training zal zich richten op: a. gebruik van Werkstap b. applicatiebeheer Werkstap c. competentiegericht leren d. coachend leidinggeven e. motiverende gespreksvoering 4. Verbeteren werkaanbod voor nieuwe doelgroep thema 3 De deelnemende gemeenten vragen aan Concern voor Werk hun infrastructuur zodanig aan te passen dat de brede doelgroep onder de Participatiewet (tijdelijk) emplooi geboden kan worden. De gemeente Lelystad/Werkbedrijf Lelystad vraagt specifiek binnen het plan De Onderneming aan Concern voor Werk een arbeidsaanbod te genereren waarbij de resterende loonwaarde van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt maximaal wordt geëxploiteerd. Het gaat hierbij om het organiseren van new business al dan niet in samenwerking met het lokale bedrijfsleven. 16 Het aanbod van cliënten vanuit de Participatiewet en dan met name de groep WWB-ers zal gaan bestaan uit mensen met een arbeidsvermogen tussen de 1% en 100%. Naast de spreiding in het arbeidsvermogen zal deze groep mensen in en groot aantal sectoren ervaring moeten opdoen of de reeds bestaande vaardigheden moeten behouden. In bijgevoegde notitie “de nieuwe onderneming, naar een inclusieve arbeidsmarkt voor Lelystad” wordt uitvoerig ingegaan op de beleidsuitgangspunten en doelstellingen. Op 2 september a.s. is er een startbijeenkomst tussen het managementteam van Concern voor Werk en de directie werk en inkomen van de gemeente. In deze bijeenkomst zal het startschot gegeven worden om vanuit Concern voor Werk, tot een projectplan en implementatieplan te komen om de beleidsuitgangspunten zoals verwoord in bijgevoegde notitie ook daadwerkelijk te kunnen realiseren Dit vraagt van Concern voor Werk in ieder geval een vergroting in het portfolio van het werkaanbod. Dit zal op twee manieren gerealiseerd worden: a. Ontwikkelen en implementeren nieuwe organisatievorm bijvoorbeeld “de onderneming”; b. Door acquisitie van diverse werksoorten die binnen de infrastructuur van Concern voor Werk kunnen worden uitgevoerd en het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden met het regionale bedrijfsleven. Na het vaststellen van het projectplan/implementatieplan zullen wij u vanzelfsprekend op de hoogte stellen van de inhoud daarvan. In dit projectplan wordt in ieder geval opgenomen: a. SMART geformuleerde doelstelling met betrekking tot de uitvoering van dit project (dus op proces niveau) 17 b. SMART geformuleerde doelstellingen met betrekking de (deel-)doelstellingen welke gaan gelden voor de nieuwe onderneming. c. Specifieke raming van behoefte aan tijd, geld en middelen met betrekking tot dit project d. Wijze van voortgangsbewaking en evaluatie. e. Ook over de verdere voortgang zullen wij u op de hoogte houden in een met u nader vast te stellen format. 10.4 Financieel overzicht In bijgaand overzicht treft u de financiële onderbouwing van de kosten en de daarbij behorende cofinanciering: pilot werkstap, aanschaf uren inzet training werkstap pilot clienten participatiewet volgen via werkstap licentiekosten ICT werkstap ontwikkelen methoden werkplekopdrachten kort verblijf competentie ontwikkeling staf commercieel plan ontwikkelen implementatie commercieel plan "de onderneming" out of pocket kosten commercieel plan "de onderneming" uitvoering commercieel plan "de onderneming" totaal totale kosten € 15.000,00 € 7.260,00 € 54.000,00 € 30.000,00 € 5.400,00 € 10.800,00 € 16.200,00 € 22.680,00 € 20.000,00 € 243.000,00 € 424.340,00 door motie kerstens € 7.500,00 € 3.630,00 € 27.000,00 € 15.000,00 € 2.700,00 € 5.400,00 € 8.100,00 € 11.340,00 € 10.000,00 € 121.500,00 € 212.170,00 co financiering € 7.500,00 € 3.630,00 € 27.000,00 € 15.000,00 € 2.700,00 € 5.400,00 € 8.100,00 € 11.340,00 € 10.000,00 € 121.500,00 € 212.170,00 verrekening maximaal budget Kerstens € € € 424.340,00 211.482,00 bron CvW CvW CvW CvW CvW CvW CvW CvW gemeente CvW 212.858,00 18 11 Transformatie- en Innovatieplan IMpact Dronten. 11.1 Over IMpact IMpact is de organisatie die maatschappelijk invulling geeft aan het hele palet rond arbeidsontwikkeling en -begeleiding in de regio Kampen en Dronten. Het is de kracht van IMpact de verbinding te leggen tussen de arbeidsmarkt en mensen met een afstand tot die arbeidsmarkt, hen de gewenste arbeidsvaardigheden hiervoor te leren, naar het werk toe te leiden én in het werk te begeleiden. De kennis van job carving, -coaching, administratieve ondersteuning en de kennis van Sociale Zekerheid komt daarbij goed van pas. IMpact neemt de uitnodiging van het kabinet, om plannen in te dienen die bijdragen aan de transformatie en innovatie van het SW-bedrijf, graag aan. In bijgaand stuk treft u de speerpunten aan die IMpact inzet binnen haar regionale rol binnen de arbeidsmarktregio Almere. 11.2 Korte omgevingsanalyse IMpact geeft uitvoering aan de SW voor de gemeenten Kampen en Dronten. Daar de gemeente Kampen in de arbeidsmarktregio Zwolle valt, richt dit plan zich op Dronten. Het aantal arbeidsjaren [AJ] voor de gemeente Dronten bedraagt per 01-01-2014, 81,22. Bij een gemiddeld bedrag per AJ zou het beschikbaar budget vanuit de motie Kerstens neerkomen op € 29.484,-. Eenzelfde bedrag zal als cofinanciering aangetrokken worden, wat maakt dat het totale budget voor IMpact Dronten neerkomt op € 58.968,-. Dit bedrag zal besteed worden tot medio 2016. 11.3 Doelen IMpact heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het uitplaatsen van haar SW medewerkers. Sinds 2013 stagneert dit percentage om en nabij de 45%, afhankelijk van het seizoen. Door de beschikbaarheid van extra middelen stelt IMpact zich tot doel om het percentage gedetacheerde medewerkers te verhogen naar 55%. Dit wil ze op de volgende manier bereiken: 1. A) Het beter inzichtelijk krijgen van de competenties en vakvaardigheden van de SWmedewerkers. Niet alleen van de niet-gedetacheerde maar ook van de gedetacheerde medewerkers. Indien de competenties en de vakvaardigheden in beeld zijn, de SWmedewerkers verder opleiden (werkplek-opleiden) zodat zij óf kunnen doorstromen naar een andere (hoogwaardiger) detacheringsplaats (waarmee ze dus weer plaatsmaken voor een nieuwe kandidaat), of de beweging van binnen naar buiten kunnen maken. Deze ontwikkeling zetten we in middels werkstap om de ingezette koers vast te houden. Met name het deel dat gericht is op de ‘doordetachering’ van de huidige populatie gedetacheerden. Het grote voordeel van het werken met werkstap is, dat de matchingsmodule meteen de match maakt tussen de kandidaat en de vacature, en voor de kandidaten die nog (net) niet geschikt zijn, de route (WPO) aangeeft hoe de kandidaat wel geschikt te maken (een uitgebreid overzicht treft u in bijlage 1). b) Marktontwikkeling en resultaatgericht handelen is een training waarin de aangeleerde technische vaardigheden van Werkstap vertaald worden naar intrinsiek gedrag. Het feit dat je als werkleider of job coach weet om te gaan met het systeem, maakt nog niet dat je geleerd hebt wat en hoe je bij je mensen moet ontwikkelen. Dit wordt ingetraind bij ons begeleidend en ondersteunend personeel. 2. IMpact zit al sinds 2012 op een ziekteverzuim van ca. 11%. Dit betekent dat er dagelijks ca. 35 mensen niet aan het werk zijn. Wil IMpact het detacheringspercentage behalen van 55%, dan zal het ziekteverzuim moeten dalen. De traditionele middelen betreffende het terugdringen van 19 ziekteverzuim zijn al ingezet. We zitten ‘kort op de bal’ maar het verzuim daalt niet (of niet snel genoeg). IMpact zet de komende periode in op preventie en bewustwording om zo het verzuim naar beneden te krijgen. IMpact zal gebruik gaan maken van een aanbieder die binnen de providerboog van Cedris zit. Het doel is om eind 2015 op 9% uit te komen en in 2016 op 8%. Dit scheelt 10 zieke medewerkers per dag, die dus weer gedetacheerd kunnen worden. 3. Om uiteindelijk de beweging naar buiten te maken zet IMpact een extra accountmanager in. Naast de formatie van 1,8 FTE voegen we 0,8 FTE toe (na rato beschikbaar voor de locatie Dronten). IMpact ziet de toegevoegde waarde van een functionaris die (sub)regionaal onze mensen onder de aandacht brengt bij werkgevers. Het actief job hunten en het aanbieden van onze mensen bij werkgevers in combinatie met het werkplek-opleiden en het terugdringen van het ziekteverzuim moet leiden tot een plaatsingspercentage van 55%. 11.4 Financieel overzicht In bijgaand overzicht treft u de financiële onderbouwing van de kosten en de daarbij behorende cofinanciering: Werkstap implementatie Uren inzet training Werkstap ‘Fit’ Programma Inzet Accountmanager Marktontwikkeling en resultaatgericht handelen (training als vervolg op werkstap) Totaal Totale Kosten € 11.950 Vergoeding Motie Kerstens € 5.975 Cofinanciering Bron Cofinanciering € 9.300 € 4.650 € 4.650 IMpact verloning € 10.920 € 16.730 € 6.900 € 5.460 € 8.365 € 3.450 € 5.460 Gemeente Dronten € 8.365 Gemeente Dronten € 3.350 eigen middelen IMpact € 58.900 € 29.450 € 5.975 Gemeente Dronten € 29.450 Uitvoeringsmatrix Werkstap implementatie Uren inzet training Werkstap ‘Fit’ Programma Inzet Accountmanager Marktontwikkeling en resultaatgericht handelen (training als vervolg op werkstap) 100 deelnemers SW/WWB/Wajong/wachtlijst UWV. 5 gebruikers Trainen van de 5 gebruikers op meerdere niveaus (Administrator, gebruikers) Ca 81 SW kandidaten 0.2 FTE gedurende 1 jaar 5 gebruikers bestaande uit jobcoaches en unitleiders 11.5 Tot Slot Dit plan is afgestemd met de afzonderlijke SW-bedrijven binnen de arbeidsmarktregio Almere. Tevens is dit plan, als ook de cofinanciering, afgestemd met de gemeente Dronten. 20 12 Bijlage 1 – proces Werkstap Quick scan Intake Diagnose Ontwikkeling Matchen Matchen op harde en zachte criteria Direct doorstroom indicatie Belemmeringen indicatie (zelf)diagnose thuis individueel/ begeleiding in groepssessies Motiverende gespreksvoering, aanvulling en akkoord CV Zorg indicatie Compententie meting tijdens het werk op basis van gedrag Matching op werkplekprofielen Werkplan, top 10 belemmeringen Ervaren op werkvloer Top 10 + WO’s Ontwikkelingen indicatie Matching op werkplekprofielen Werkplan (POP) Bibliotheek (WO) Coach op werkvloer Vacature/ werkplek invoeren. Met 1 druk op de knop de beste match Plaatsen Eventueel met IOP ontwikkelen; met 1 druk op de knop beste werkplek met passende WO’s Gespecialiseerde begeleiding, naar sociale dienst Werkstaprapportage en activeringsprogramma 21