Een Fiscale Revolutie

advertisement
Stichting WorldTaxSystem
Fiscale revolutie
Een belastingstelsel dat overconsumptie en onrechtvaardigheid
corrigeert
(en nog eenvoudiger is ook)
Stichting WorldTaxSystem.com
Nieuwstraat 120
4576 AN Koewacht
De auteursrechten van dit werk zijn eigendom van de Stichting WTS, worldtaxsystem.com en de makers van het
werk.
Bronverwijzing en vrijgave auteursrechten
Onder bronverwijzing is het toegestaan de voor publicatie vrijgegeven delen naar eigen inzicht te gebruiken,
bewerken, verspreiden etc.
Het volgende wordt op prijs gesteld:
Het doen van een bijdrage ten gunste van de werkzaamheid van de stichting. Het bankrekeningnummer is
1677.22.735 ten name van de Stichting WTS Worldtaxsystem.com
Internationaal
IBAN:
NL 55 RABO 0167 7227 35
BIC/SWIFT:
RABONL2U
Rabobank Amsterdam
Verder zijn wij nieuwsgierig naar uw zienswijze / “variant”. Gelieve die te sturen naar:
[email protected] of het hiervoor genoemde adres van de stichting.
2
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Eerste versie
november 2010
Tweede versie
mei 2011
Derde versie
september 2011
Document heette toen “De Oplossing” en was gepubliceerd op www.worldtaxsystem.com
Vierde versie
mei 2012 (gepubliceerd op www.worldtaxsystem.com)
Kleine aanvullingen eerste hoofdstuk. Tekstueel nagekeken door Arno Verheij.
Vijfde versie
verwacht in september 2012 (wordt gepubliceerd op www.worldtaxsystem.com)
Vrijgave tweede hoofdstuk (“Look deep into nature”)
3
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Inhoud
VOORWOORD ...................................................................................................................................................5
SAMENVATTING ............................................................................................................................................. 11
INLEIDING ....................................................................................................................................................... 16
Vermogensmutatieheffing .............................................................................................................................. 23
Tegendruk in de tijd ........................................................................................................................................ 27
Verbruiksbelastingen ...................................................................................................................................... 28
Omgaan met fiscale soevereiniteit .................................................................................................................. 33
Tien voordelen van het nieuwe systeem .......................................................................................................... 34
UITGANGSPUNTEN EN OPBOUW VAN HET ONDERZOEK .................................................................................. 46
“Look deep into nature” .................................................................................................................................. 48
De morgenster ................................................................................................................................................ 50
Het tweesnijdend zwaard................................................................................................................................ 59
De zon ............................................................................................................................................................ 60
4
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Voorwoord
Meer knikkers dan je nodig hebt
Een warme zomerdag in 1974. De bovenramen staan open en ik hoor buiten de buurmeisjes op straat spelen. Ik
roep ze toe. Naast me op de grond staat een emmer met knikkers, van mij en mijn broer. Ik gooi er een paar naar
beneden. En nog een paar, en nog meer... ik moet oppassen dat ik de buurmeisjes niet raak. We hebben
geweldige lol. Opeens zijn ze weg met alle geraapte knikkers. “Jammer dan”, denk ik.
Een paar dagen later ontdekte mijn broer wat ik had geflikt. Binnen de kortste keren zat iedereen geweldig op
mijn dak. Wat had ik nu gedaan? Het waren zulke mooie knikkers en zoveel! Die hadden we gekregen van tante X,
andere hadden we gewonnen van buurkinderen. Het was hevig, ik kan het me nog levendig herinneren. Het enige
wat ik kon zeggen was, dat we er toch te veel van hadden om mee te spelen en dat het er zoveel waren dat je ze
toch niet allemaal kon zien. Dat volstond gelukkig, alleen mijn broer mopperde nog wat. De overgebleven knikkers
- ongeveer de helft - werden zijn het bezit en dat vond ik prima. Als we nog eens gingen knikkeren, mocht ik er wel
een paar van hem hebben, want het spelletje alleen spelen was toch ook niets.
Meer knikkers willen dan je nodig hebt, dat zit in de aard van de mens. We worden er mee geboren, we worden er
mee opgevoed1. Als volwassene bezitten we twee auto’s, terwijl we maar in één kunnen rijden. Twee badkamers
terwijl we er maar één kunnen gebruiken. Noem maar op.
Ik ga hier niet klagen over de vervuiling, de ontbossing, de opwarming van de aarde. Of over de uitputting van
natuurlijke rijkdommen, de verspilling en overconsumptie van voedsel in de rijke landen en de honger, dood en
roof in Afrika. Daar is al genoeg aandacht voor, en daarbij: ik heb geen verstand van ecologie. Feit is dat de mens
hongert naar meer, en dat terwijl de wereldbevolking groeit: waarschijnlijk maak ik het bevolkingsaantal van 9
miljard nog wel mee. We gebruiken nu al de capaciteit van 1,5 aardbol2.
Een uitspraak van Einstein
“““The hardest thing in the world to understand is the income tax.”””3 Dit citaat van Albert Einstein kwam ik bij
toeval tegen. Het hield me lange tijd bezig.
Verder lezen leerde meer. Einstein betoogt in zijn latere jaren dat de economische ontwikkelingen en
moeilijkheden ons zonder twijfel op een punt zullen brengen, dat we wetten moeten maken die evenwicht
1
Albert Einstein: “An exaggerated competitive attitude is inculcated into the student, who is trained to worship acquisitive
success as a preparation for his future career.”
2
Wilt u weten hoe groot uw verbruik op het totaal is? Doe de test op bijvoorbeeld http://www.voetafdruk.nl .
3
De citaten zijn onder meer te raadplegen op http://www.spaceandmotion.com/Albert-Einstein-Quotes.htm.
5
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
brengen tussen vraag en aanbod en tussen productie en consumptie. Maar ook dit probleem zullen wij oplossen
als vrije mensen, aldus Einstein.
Verder verzucht hij dat de mensheid veel heeft bereikt op het gebied van natuurwetenschap en techniek, maar er
niet in slaagt passende oplossingen te vinden voor de economische spanningen die ons bedreigen (Einstein 1951;
119..121).
Sindsdien zijn vele grote op dit gebied studies verschenen. Er zijn intussen maatregelen genomen die de productie
en consumptie meer in evenwicht proberen te brengen; denk maar aan de handel in emissierechten. Maar of dat
genoeg is?
De staten hebben een heel sterk middel tot hun beschikking om dit evenwicht te bereiken: de belastingheffing. De
kracht van dit middel moeten we niet onderschatten. Er zijn zelfs belangrijke bepalingen in
mensenrechtenverdragen grotendeels buitenspel gezet om de uitvoering van de belastingheffing niet te
bemoeilijken. Bijvoorbeeld beperking van het recht van eigendom4 en van het recht op een eerlijk proces5.
Einstein was een natuurkundige en filosoof. Fiscale bepalingen zullen hem verder niet hebben geïnteresseerd. Zijn
naakte en negatieve uitlating over “the income tax” hebben mij wel geraakt. Einstein had socialistische
opvattingen (Einstein 1949), overigens zonder dat hij lid was van een bepaalde (socialistische) organisatie. Hij
zocht oplossingen in de meest elementaire dingen6. De industrie van die tijd verafschuwde hij7.
Belasting heffen om evenwicht te creëren
De meeste mensen denken dat inkomstenbelasting de meest verdienende het hardst treft8. Gelet op zijn
socialistische gedachtegoed zou je daarom niet direct zo’n negatieve uitspraak van Einstein over
inkomstenbelasting verwachten.
4
Art.1, protocol 1 behorend bij het Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) dat het ongestoord recht op
eigendom regelt. “…De voorgaande bepalingen tasten echter op geen enkele wijze het recht aan, dat een Staat heeft om die
wetten toe te passen, die hij noodzakelijk oordeelt om het gebruik van eigendom te reguleren in overeenstemming met het
algemeen belang of om de betaling van belastingen of andere heffingen of boeten te verzekeren.”
5
De belastingheffing is geen burgerrechtelijke verplichting en vereist geen strafvervolging in de zin van art. 6 lid 1 van het
Europees verdrag voor de rechten van de mens (EVRM) en art. 14 lid 1 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten
en politieke rechten (IVBPR).
6
Op een officiële viering van de verjaardag van een vriend zei Einstein: “…De voornaamste taak van de fysicus is dus het
opzoeken van die meest algemene elementaire wetten waaruit door eenvoudige deductie het wereldbeeld kan worden
verkregen. Naar deze elementaire wetten voert geen logische weg, maar slechts een op door ervaring gegroeid aanvoelen
steunende intuïtie…” (Hoffmann 1975; 234).
7
Albert Einstein: “Technological progress is like an axe in the hands of a pathological criminal.”
8
Door de werking van bijvoorbeeld de progressieve schijven.
6
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Toch heeft hij volgens mij gelijk.
De inkomstenbelasting als verdeler van welvaart brengt veel spanningen en onevenwichtigheden met zich mee.
Afschaffing van de inkomstenbelasting en aanpassing of afschaffing van de winstbelastingen is daarom een
noodzaak. De verbruiksbelastingen (btw en dergelijke) zouden daarentegen juist verhoogd en aangepast moeten
worden. Verder zou de invoering van een vermogensmutatieheffing voor belastingplichtigen volgens mij een
geweldig doordacht belastingsysteem opleveren.
Een systeem dat tegelijk sociaal, groen en liberaal is! Als het wereldwijd wordt toegepast, zal het evenwicht tussen
economie en ecologie brengen9. Bovendien kan het evenwicht tussen sociaal en liberaal georiënteerde groepen
mensen opleveren.
Hoewel belastingheffing nooit leuk is, heeft iedereen in het door mij geschetste systeem wel de keuze tussen veel
of weinig belasting betalen. Goed gedrag wordt beloond met een zeer matige heffing. Gedrag dat nadelig is voor
anderen wordt daarentegen zwaar belast. Je bestrijdt dan als het ware kwaad met kwaad, om er ‘goed’ uit te laten
komen (Derksen 1985; 14).
De natuurlijke grondslag van belastingheffing
Zowel de burger als de overheid hebben de eigenlijke betekenis van de belastingheffing uit het oog verloren, zoals
ik zal uileggen.
De eerste gemeenschappen waren zelfvoorzienend. De natuur voorzag hen van alles wat ze nodig hadden. De
leden van zo’n gemeenschap specialiseerden zich, maar gaven wat ze voortbrachten aan elkaar. Men deelde dus.
De sterksten, vaak de vaders die het meeste vingen in de natuur, kregen ook het meeste aanzien en de grootste
delen van de vangst. Bovendien mochten zij de grootste stukken grond gebruiken. Ze moesten wel een groot deel
van hun opbrengst delen met de anderen in de gemeenschap. Maar als ze stierven werd alles wat aan materiaal
en land overbleef, verdeeld onder de mensen in de gemeenschap.
Zo ging (en gaat) het eigenlijk ook met samenwerkende diersoorten. De leeuwen die het sterkste waren, kregen
het meeste van de vangst, hadden de grootste leefgebieden en genoten het meeste aanzien. Men liet de sterkste
leeuwen zich ontwikkelen. Als ze ouder werden moesten ze de fakkel overdragen aan de jongere generatie
leeuwen en kwamen ze ook tijdens de maaltijd wat later aan bod. Hun territorium werd overgenomen door de
jongere, sterkere, generatie.
De meeste menselijke gemeenschappen ontwikkelden zich. De individuele eigendom werd krachtig beschermd.
Men ging handel drijven, dingen ontwikkelen, en geld gebruiken als ruilmiddel. Allemaal hulpmiddelen die op
zichzelf beschouwd zeer nuttig en waardevol zijn. Sommige gemeenschappen zijn erg eenvoudig gebleven. Ze zijn
9
Overigens is het ook mogelijk dat een groot land of een aantal (kleinere) landen een dergelijk systeem invoeren. De landen
zijn immers soeverein in het opzetten van hun belastingstelsel. Aan de bijzondere aspecten die een dergelijke invoering
teweegbrengt schenken we ook aandacht.
7
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
nog steeds aan elkaar verbonden door gewoon goederen met elkaar te delen en menselijke diensten aan elkaar te
verstrekken.
De belastingheffing in de moderne maatschappij heeft als doel te zorgen dat collectieve voorzieningen voldoende
aan bod komen. Dit is de essentie van iedere belastingheffing en de basis voor samenwerking en samenleving10.
Delen is hét uitgangspunt in de oude gemeenschappen en in de natuur. Leeuwen delen, zodat het collectief er
beter van wordt. We moeten dus heel goed kijken naar wat er in de natuur gebeurde11. Men deelde wat die
natuur opbracht en gaf de sterksten het meeste ruimte en aanzien. Maar de sterksten moesten op het moment
dat hun tijd daar was ook hun aanzien en hun ‘vermogen’ overdragen aan de rest van de gemeenschap.
De huidige onbalans
Laten we eens kijken wat mensen nu doen met hun inkomen. Dat zijn twee dingen:

consumeren, verbruiken

vermogen opbouwen (sparen, beleggen of een duurzaam goed aankopen, zoals een huis)
De natuursystemen zijn helaas in onbalans geraakt. Men deelt te weinig bij de consumptie, zodat overconsumptie
ontstaat. Als we belasting gaan heffen zouden we juist die twee componenten moeten belasten, en niet de
overgangen van vermogen (inkomen) op zich. We laten de mensen dan delen zoals in de oude, eenvoudige
gemeenschappen het geval was. Als dat delen ons niet lukt, wordt samenwerking, een biologische noodzaak voor
alle sociale wezens, uiteindelijk onmogelijk.
De indirecte belastingen zijn dus te laag en men deelt te weinig bij de vermogens(-groei) en overdracht, zodat
ofwel armoede, ofwel een teveel aan macht12 bij anderen ontstaat. Bij belastingheffing gaat het om delen voor de
gemeenschap. Maar ook mensen een kans geven om zich te ontwikkelen. Niet alles hoeft tot het uiterste te
worden gedeeld. Zo gaat het er in de natuur ook niet aan toe. Het is geen socialisme wat zij nastreven, maar ook
geen kapitalisme. Een ander systeem van belastingheffing kan een hybride vorm opleveren waarbij beide groepen
voldoende tot hun recht kunnen komen en elkaar niet hoeven te schaden.
We zullen zien dat door alleen te heffen op vermogensvorming en het verbruiken van goederen, er een veel
evenwichtigere heffing ontstaat. En dat beslist niet alleen op fiscaal technisch vlak! Fiscaliteit is immers veel meer
dan alleen maar bijdragen aan de staatshuishouding. Van oorsprong is fiscaliteit een middel om het delen met
anderen te bevorderen. Binnen de moderne fiscale wetenschap heeft de fiscaliteit ook een belangrijke plaats
10
Later is er het verplichte karakter van de belastingheffing aan toegevoegd. Ten behoeve van de staat. Verder is er het
criterium ‘zonder individuele tegenprestatie’ bij gekomen. Een moderne definitie is onder meer opgenomen in Ydema 1997;
1.
11
Albert Einstein: “Look deep into nature, and then you will understand everything better.” Dit is ook de titel van het tweede
hoofdstuk.
12
In het tweede hoofdstuk zet ik uiteen waarin die macht zich uit.
8
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
ingenomen om economische processen, arbeidsaanbod, prijsvorming uitvoeringskosten en dergelijke te
beheersen. Ook daar wordt aandacht aan geschonken.
Naar een nieuw evenwicht
Mijns inziens is de essentie een systeem te ontwikkelen dat voor evenwicht kan zorgen tussen:

links en rechts / sociaal en liberaal

economie en ecologie.
Twee heffingen kunnen hier weer evenwicht tussen brengen.
Ze staan als heffing op zichzelf, maar houden van nature ook verband met elkaar. Die twee heffingen zijn:

de verbruiksbelastingen

de vermogensmutatiebelasting.
Als deze twee belastingen juist worden geïmplementeerd, is de beste belastingheffing vreemd genoeg ook een
belastingheffing die de staat minder oplevert. Het heilzame effect van dit systeem is, dat men weer leert te delen
en fatsoenlijk met elkaar om te gaan. We zullen dan voor een groot deel bevrijd zijn van belastingheffing.
Mijn doel is dus de best mogelijke belastingheffing te ontwikkelen, waarbij in ieder geval geen plaats is voor een
inkomstenbelasting. Het is een normatieve benadering, die streeft naar een mondiaal, maar wel werkbaar
systeem. Normatief, dus zoals ik vind dat het zou moeten. Maar het is uiteraard niet alleen aan mij om dat te
bepalen.
De Stichting World Tax System
Om deze onderneming tot een goed einde te brengen, heb ik samen met enige goede kennissen die dezelfde
ideeën willen uitdragen, de Stichting WTS opgericht. De statuten zijn te vinden op www.worldtaxsystem.com. De
financiële jaarverslagen en meerjarenbegrotingen zullen openbaar zijn.
Kenmerkend voor een stichting is dat ze een ideëel of sociaal doel nastreeft. Maar het is ook de bedoeling dat het
doel wordt gerealiseerd door samenwerking. Als u meent een inhoudelijke bijdrage aan dit monnikenwerk te
kunnen leveren, stuurt dan een mail naar [email protected] U wordt dan desgewenst opgenomen als
co-auteur van dit werk.
Verder nodig ik iedereen uit opbouwende kritiek te leveren13. Er zullen beslist zaken zijn die over het hoofd
worden gezien, die aanvulling of nuancering behoeven of misschien zelfs grondig moeten worden aangepast. Ik zal
13
“…De vrije mensch evenwel tracht de andere menschen door vriendschap aan zich te verbinden, hij wenscht geenszins
door even groote weldaden den menschen hun genegenheid te vergelden, maar zich en anderen door het vrije oordeel der
rede te laten leiden …” (Spinoza [1670] 1915; 278).
9
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
die wijzigingen of nuanceringen dan in een volgende versie meenemen. U kunt uw onderbouwde kritiek kenbaar
maken via [email protected] . Wij zijn er zeer blij mee. En bedenk: u helpt mee om iets te realiseren
voor latere generaties.
De auteursrechten zijn eigendom van de Stichting WTS en de co-auteurs. Eventuele opbrengsten komen ten goede
aan de werkzaamheid van de stichting. De co-auteurs hebben periodiek inzage in de administratie en kunnen
toetsen of de werkzaamheden van de bestuursleden overeenkomstig de ideële doelstellingen zijn.
U kunt hierna een openbare versie van de inleiding lezen, die ik bij deze aan de Stichting WTS om niet overdraag.
Persoonlijke verantwoording
Ik werk hier louter aan vanuit de behoefte om andere mensen te helpen. Zeg maar als ‘wereldverbeteraar’ in de
goede betekenis van dit woord, want het heeft een wat negatieve bijklank gekregen. Sinds mijn 24ste werk ik als
belastingconsulent. In mijn praktijk heb ik veel ellende voorbij zien komen. En dan heb ik het nog niet eens over de
uitwassen van de bureaucratie. Wel over de funeste invloed die belastingheffing op mensen heeft, de continue
strijd om belastingen te ontlopen en de scheve verdeling van rijkdom en vermogen. En over de onverschilligheid
die mensen daardoor hebben ontwikkeld voor hun medemensen.
Ik ben geen lid van een organisatie, dat heb ik bewust nooit willen doen14. Ik betitel mezelf niet als links of rechts,
noch als extremist. Om dit te schrijven heb ik veel tijd vrijgemaakt. Tijd die ik, economisch gezien, beter aan mijn
praktijk zou kunnen besteden. Of aan mijn persoonlijk leven, mijn gezin of een van mijn vele, vooral technische
hobby’s. Een wetenschappelijke carrière ambieer ik niet15. Om aandacht zit ik niet verlegen en aan een
verplichting tot publicatie, zoals in de wetenschappelijke wereld gebruikelijk is, wil ik niet onderhevig zijn.
Ik beschouw dit dan ook als een voortschrijdend idealistisch project. Ik schrijf dit ten bate van mijn medemensen,
omdat een andere manier van belastingheffing naar mijn steeds stelliger mening een oplossing voor vele
problemen is. En met die achterliggende wetenschap kunt u dit ook lezen.
14
Albert Einstein “Only a free individual can make a discovery. There can be a kind of organising by which scientists are
assured their freedom and proper conditions of work. Professors of science in American universities, for instance, should be
relieved of some of their teaching so as to have time for more research. Can you imagine an organisation of scientists making
the discoveries of Charles Darwin?”
15
Albert Einstein “Science is a wonderful thing if one does not have to earn one's living at it.”
10
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Samenvatting
Belasting moet uiteindelijk altijd door mensen worden opgebracht. Achter bedrijven zitten mensen
(aandeelhouders, participanten e.d.). Op de diensten en producten die geleverd worden, drukt vaak ook belasting.
Door die belastingen worden meestal de prijzen beïnvloed. De drukt dan op de afnemer én op de leverancier. Of
volledig op de leverancier, als de prijs niet meegaat. Het zijn dus steeds de mensen die de heffing dragen.
Stel je eens voor dat er een jaar lang geen belasting zou worden geheven (voor velen een erg aantrekkelijk idee).
Aan het einde van dat jaar zijn we uiteraard allemaal rijker16 en hebben we meer goederen verbruikt: we kunnen
immers meer betalen en dus ook meer dingen aanschaffen. Maar we hebben ook meer vermogen opgebouwd.
Bovendien hebben velen van ons een bedrijf gestart; fiscaliteit is immers geen probleem meer. En tenslotte zijn er
ook geen fiscale belemmeringen meer om anderen te helpen. Niet alle inzet wordt immers direct afgeroomd.
Waar zouden we nu belasting op gaan heffen als we helemaal opnieuw zouden moeten beginnen?
We moeten rekening houden met het gevaar dat de sterksten, de kapitaalkrachtigsten in de economie, in dat jaar
de meeste vooruitgang hebben gemaakt. Met kapitaal kan men immers meer kapitaal maken. Met kapitaal kan
men andere mensen ‘inzetten’, hun diensten inhuren, ze laten werken en goederen laten vervaardigen en die
goederen vervolgens verkopen. Met de winst kan men opnieuw investeringen doen, mensen inhuren om
goederen te maken en die weer verkopen etc. Op zich is dat niet erg; we hebben allemaal goederen en werk
nodig. Maar er mag geen uitbuiting van mensen ontstaan. En een tweede punt van zorg: we willen niet dat er
vervuiling en schaarste ontstaat. En die ontstaan door de productie en consumptie van goederen.
Een logisch conclusie is dat we twee componenten gaan belasten: het vermogen boven een bepaald minimum en
het verbruik van de goederen. En de goederen die het schadelijkst zijn, moeten het zwaarst worden belast.
Diensten niet belasten
De mens moet zo vrij mogelijk zijn in zijn doen en laten. Wij zijn sociale wezens: dingen samen doen vinden we
vaak geweldig. Een jonge moeder die een ouder iemand verzorgt. Een schilder die een huis opknapt, of een
tuinman die helpt de tuin te verfraaien. Allemaal specialisten die we in hun kunnen niet moeten beperken. Geluk
ontstaat vooral uit contact tussen mensen en zit maar gedeeltelijk in ons bezit. Als we met ons werk in ruime zin,
onze menselijke dienst dus, iets verdienen, dan moet dat geen (fiscaal) probleem zijn. Dus geen gedoe meer met
btw en inkomstenbelasting. Onze menselijke dienst ruilen we tegen inkomen. Dat moet onbelast zijn.
16
En de overheid uiteraard armer. Strikt genomen kan men dan als gemeenschap uiteraard niet armer worden. De overheid
maakt immers onderdeel uit van de gemeenschap en is er dienstbaar aan.
11
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
We leggen even vermogen aan: het verdiende geld ontvangen we op onze bankrekening. Met dat vermogen
kopen we goederen, die belast moeten worden met verbruiksbelasting (dat komt zo aan de orde).
Met ander vermogen kopen we een menselijke dienst. We schakelen bijvoorbeeld een huishoudelijk hulp in. Die
‘aankoop’ is onbelast en zelfs aftrekbaar als men al veel vermogen heeft. Het hoeft niet altijd aftrekbaar te zijn,
omdat het inschakelen van een menselijke dienst er ook voor zorgt dat men vermogen blijft behouden (denk aan
een schilder die het huis schildert). Het inschakelen van een andere persoon is ook niet erg, want de ontvanger
betaalt er eventueel belasting op als die al vermogen heeft boven zijn vrijstelling. En heeft hij die vrijstelling nog
niet benut, dan is dat ook geen probleem. Iedereen heeft immers recht op een plaats binnen de gemeenschap.
Dus: de betaling voor een menselijke dienst sec moet niet belast worden. Dus moet er geen inkomstenbelasting
geheven worden op de inzet van een menselijke dienst en ook geen btw op het verrichten van menselijke
diensten.
Wat we wel zouden moeten belasten is de tegenhanger van het inkomen: het verbruik van goederen (via
verbruiksbelasting) en het aangroeien van vermogen (via vermogensmutatieheffing).
Verbruiksbelasting: evenwicht tussen ecologie en economie
Zoals de naam al zegt, belast de verbruiksbelasting het verbruik van goederen. Producenten en de handelsketen
zijn onderworpen aan de verbruiksbelasting (zij kiezen ervoor). De heffing wordt voldaan bij levering aan ieder
ander (die er niet voor gekozen heeft). Dat zijn de particulieren, kleinhandelaren, overheidsinstellingen en
dienstverleners in de meest ruime zin: liefdadigheidsinstellingen maar ook banken ed.
De goederen in de handelsketen en bij de industrie zijn dus vrij van verbruiksbelasting. Alleen als een goed echt
wordt verbruikt, wordt het belast. De laatste schakel in de handelsketen voldoet de heffing na de levering aan de
particulier, dienstverleners etc. Alleen een levering aan het buitenland (export) is vrij van de verbruiksbelasting.
Dit om de concurrentiepositie van het land niet in gevaar te brengen.
Een beter systeem zou er ook als volgt uitzien: alle goederen krijgen een label met een kleur, die correspondeert
met het tarief. Er is een zwaar algemeen tarief dat voor alle goederen geldt. Bepaalde goederen worden standaard
in een lagere klasse ingedeeld, bijvoorbeeld eerste levensbehoeften die gezond zijn. Andere goederen moeten
indeling een lagere klasse ‘verdienen’, een indeling die tijdelijk wordt gegund, maar verlengbaar is. De
consumenten en producenten zullen dus en masse inzetten op de lagere klassen. Dat maakt de industrie
innovatief. Wat nu, als er op een gegeven moment zeer veel goederen in de lagere tarieven zitten en de overheid
een tekort aan middelen dreigt te krijgen? Dan kun je de goederen die nog steeds in het algemeen tarief zitten,
verschuiven naar een aanvullend, extra zwaar tarief, of op termijn verbieden. Goederen die eerder waren
begunstigd, worden herbeoordeeld, krijgen een verlenging, of gaan terug naar het algemene tarief. Zo houd je een
continue ‘strijd’ om verbetering aan de gang. En die innovaties leveren ook nog de nodige banen op.
Ook het fiscaal vrijgeven van de menselijke dienst zal ervoor zorgen dat ons vermogen zonder te veel milieuschade
in stand wordt gehouden. In plaats van een oud schip te slopen en een het helemaal opnieuw te bouwen, loont
het om het te repareren. In plaats van een tuin dicht te leggen met tegels en er een tuinhuis op te plaatsen, loont
het om die tuin te laten opknappen door wie het ook maar kan (zwartwerk bestaat fiscaal niet meer).
12
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Er is in het algemeen systeem van aanbod van goederen een continue selectie van de beste goederen. De
goederen die het minst schadelijk zijn, zullen winnen. De slechte goederen worden door het systeem
weggeselecteerd.
De goederen zullen duurder worden, terwijl de menselijke diensten vrij van heffing zijn.
De verbruiksbelasting zal dus hoog komen te liggen. Maar er blijft voor een individu wel ruimte om goederen te
kopen; de inkomstenbelasting en de btw op diensten bestaan immers niet meer. Het probleem van de dure
goederen is dus vooral een probleem van de meest vervuilende producenten. De dure heffing wordt voor een deel
op hen afgewenteld. Landen waar die vervuilende producenten gevestigd zijn worden op twee manieren
gedwongen te verbeteren. a) als ze willen exporteren, moeten ze bewijzen dat hun product een betere klasse
verdient b); innoverende industrie = schonere, snellere en betere technologie en zal het winnen van de
vervuilende17
Tenslotte: mensen zijn ook sociale wezens. Ze hechten er belang aan te weten of een product goed of slecht is. Bij
een gelijke prijs wordt het sociaalste product gekozen.
Kortom: er zijn vier krachten die zullen zorgen voor evenwicht tussen ecologie en economie.

De continue strijd om minder slechte goederen18 aan te bieden

De informatie die aan het product wordt toegevoegd

De hogere prijs ten opzichte van de menselijke dienst

Het vrijgeven van de menselijke dienst, zodat die meer wordt aangeboden en afgenomen dan een goed
De vele voordelen van de vermogensmutatieheffing
De tweede heffing is de vermogensmutatieheffing. Wat je niet uitgeeft aan menselijke diensten of goederen kun
je toevoegen aan het gewone vermogen. Denk aan het spaargeld dat je op de bank hebt staan. Als dat vermogen
de minimumgrondslag overschrijdt, wordt je belast via de vermogensmutatieheffing. De minimumgrondslag is het
vermogen dat je minimaal nodig hebt om maatschappelijk te kunnen functioneren. Om een gezin te starten heb
een huis nodig. En om een onderneming te beginnen heb je vermogen nodig. Maar ook op de lange termijn, om
17
Darwin zegt: “It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent that survives. It is the one that is
the most adaptable to change.” Dit geldt ook voor de industrie. Denk bijvoorbeeld aan de auto-industrie: past die zich niet
aan, dan gaat ze ten onder. Maar het geldt ook in het algemeen voor de mens zelf. Kunnen we ons niet aanpassen, dan zullen
we uiteindelijk te gronde gaan.
18
Minder slechte goederen zijn goederen die langer meegaan, een betere prijs-kwaliteitverhouding hebben, een hoge graad
van service bieden. Maar vooral: die sociaal (arbeid tegen een eerlijke beloning) en ecologisch verantwoord zijn
geproduceerd.
13
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
met pensioen te kunnen gaan bijvoorbeeld, heb je vermogen nodig. De omvang daarvan is in elk land anders, en
afhankelijk van het lokale prijspeil, de onroerendgoedmarkt, de arbeidsmarkt en dat soort zaken.
De vermogensmutatieheffing kun je voorkomen door menselijke diensten af te nemen, goederen te kopen19, te
schenken aan personen die de vrijstelling nog niet hebben benut, maatschappelijk vermogen te kopen
(bibliotheken, verzorgingstehuis, …), of door of ‘groen’ kapitaal te verwerven of kapitaal voor de productie van
minder schadelijke goederen aan te leggen. De rest wordt zwaarder belast. De mate van heffing is dus afhankelijk
van de omvang en het soort vermogen, en van de leeftijd.
Je fiscale lot heb je dus zelf in de hand: hoe socialer en beheerster je leeft, hoe minder je betaalt. Werken wordt
gestimuleerd, want wie niets heeft, verdient meteen iets. Men kan dus zonder enig probleem voor een ander
zorgen. Bovendien wordt de natuur ook hier gespaard, omdat de meest schadelijke goederen het zwaarst worden
belast, terwijl iedereen wel aan het werk is.
Verder kunnen de heffingen op de noden van een land worden afgestemd. Bij een erg ongelijke verdeling van de
rijkdom zal het accent op het successie- en schenkingselement in de vermogensmutatieheffing liggen. Bij een
grote mate van vervuiling en verspilling leg je het accent op de verbruiksbelasting. Er zijn diverse combinaties
mogelijk, het belangrijkste is dat je een balans vindt tussen ecologie en economie en tussen politiek links en
rechts.
Er zijn nog meer voordelen aan deze manier van heffen. Door pas te gaan belasten nadat een minimum aan
vermogen is opgebouwd, wordt de bevolking in hogere mate zelfredzaam. Men kan tegen een financieel stootje.
Maar ook is er vermogen bij de mensen, zodat de bevolking beter bestand is tegen vergrijzing.
Verder is er een meer slagvaardiger overheid. De overheid kan kleiner worden. Herverdeling, de allocatie van
arbeid en middelen en stabilisatie, zullen op een natuurlijke manier, automatisch als het ware, verlopen.
Het jonge deel van bevolking heeft nog geen vermogen opgebouwd. Zij zullen hun inkomen netto verdienen
totdat ze het minimumvermogen overschreden hebben. Dat moedigt arbeidsparticipatie aan. En het ontmoedigt
arbeidsparticipatie bij hen die al meer dan genoeg hebben. Of beter, het moedigt hen aan om vermogen over te
dragen aan het jongere deel van de bevolking, door hun diensten in te kopen en door aan de jongere generatie te
schenken. De economie zal dus niet stilvallen. Er zijn veel stimulansen om te gaan werken, maar wel op een
verantwoorde manier.
In de vermogensmutatieheffing wordt aangeknoopt bij het aangegeven vermogen. Verzwegen vermogen zal vroeg
of laat moeten worden aangegeven. Zet je vermogen om in goederen, dan wordt verbruiksbelasting voldaan. Geef
je het uit aan het inhuren van menselijke diensten, dan wordt de vermogenspositie van de dienstverlener
opvallend groter en wordt de heffing daar voldaan. Een dergelijk systeem zal ons dus verlossen van
witwaspraktijken, corruptie en andere criminele activiteiten. Hun handelingen vallen op en vroeg of laat moet
worden voldaan.
Ook de controle zal beter te regelen zijn, want we hoeven alleen het eindvermogen in beeld te brengen en te
waarderen. Veel vermogensbestanddelen zijn nu al bekend. Het enige wat nodig is, is een systeem dat het aan
19
Uiteraard drukt op die goederen wel verbruiksbelasting die veelal hoger is dan de vermogensmutatieheffing.
14
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
iedere belastingplichtige toerekent. De vermogensovergangen en inkomstenstromen hoeven niet meer in beeld te
worden gebracht en daar hoeft ook niet meer op te worden geheven. Alleen de eindvermogens moeten in beeld
worden gebracht, gewaardeerd en toegerekend. Vermogensmutatieheffing zorgt dus voor veel minder
controlehandelingen en bureaucratie.
Uit de controleleer die accountants toepassen weten we dat productiebedrijven en handelsbedrijven
gemakkelijker controleerbaar zijn dan dienstverlenende bedrijven. Er is een goederenstroom en er is een
geldstroom. Die twee staan met elkaar in verband en zijn dus controleerbaar. Minder dienstverlenende bedrijven
betekent ook minder belastingplichtigen, namelijk alleen zij die produceren en de handelaren die gekozen hebben
om onderworpen te worden aan de verbruiksbelasting. En daar is bovendien een tegengesteld belang. In iedere
keten met de inkoop bij de inkopende partij en de verkoop bij de verkopende partij zit een aanknopingspunt waar
logischerwijs aansluiting moet zijn. Is die er niet, dan is er bij een van beide partijen iets niet in orde en dat kun je
vervolgens controleren.
Ook de invordering zal gemakkelijker verlopen. De vermogensmutatieheffing wordt pas geheven bij een minimum
aan vermogen. De invordering moet dus gemakkelijk zijn. En de verbruiksbelasting wordt geheven bij de
leverancier in de laatste schakel. Die is verplicht de heffing in de prijs te verwerken, anders draait hij er zelf voor
op.
Tenslotte de milieuwinst. Zoals ik al aanstipte, zal een ecologisch verantwoord werkende industrie het winnen van
een verspillende industrie. De eerder genoemde vier krachten zorgen ervoor dat we beheerst omgegaan met
schaarse grondstoffen en daar ook minder afhankelijk van zijn. Gemeenschappen die dit systeem invoeren, zullen
uiteindelijk de overhand krijgen op verspillende gemeenschappen.De consumenten worden eindelijk baas over de
goederen die ze kopen. Wie heeft er tenslotte geen genoeg alle rommel waarmee we onze wereld vervuilen en
onze portemonnee leegmaken.
Opbouw van het onderzoek
Na de inleiding (hoofdstuk 1) gaat het onderzoek als volgt verder:
In het tweede hoofdstuk licht ik toe dat je het verbruik van goederen gedifferentieerd moet belasten: hoe
schadelijker, hoe zwaarder de heffing. Verder zet ik uiteen dat je het vermogen dat uitstijgt boven een bepaald
minimum moet belasten. Iedereen heeft immers recht op een plaats in de gemeenschap.
Ook speelt het soort vermogen een rol. Vermogen waar we allemaal iets aan hebben moet minder of niet worden
belast. Denk aan bejaardenhuizen, bossen en natuurgebieden. De grondslag hiervoor ontleen ik aan de
Darwinistische en Newtoniaanse filosofie. Bewezen zal worden dat we dode materie – de goederen – moet
belasten. En dat men levende materie niet moet belasten of onderdrukken. Het onderdrukken kan ontstaan door
teveel vermogen in handen van anderen te laten ontstaan. Het kan ook ontstaan door gewone mensen niet in
staat te stellen een minimaal vermogen op te bouwen.
In het derde hoofdstuk schets ik de samenhang tussen belastingheffing en de eerder gevonden Darwinistische en
Newtoniaanse principes. Ik ga na hoe een logische ontwerp ten behoeve van de belastingheffing eruit moet zien.
Dan gaat het over de mate van tegendruk die de belastingheffing geeft, de informatie, het tijdsaspect,
15
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
controlelussen en dergelijke. Een leer die dergelijke verbanden heel inzichtelijk maakt is de cybernetica. Dat is een
systeemtheorie die je ook heel goed kunt gebruiken in de context van de belastingheffing.
Na het logische – cybernetische - ontwerp volgt de concrete belastingheffing. Eerst bespreek ik de soevereiniteit
van de staten. Vervolgens de belastingplichtigen, het te belasten object, de vrijstellingen, de grondslagen, de
tarieven, de aanslagregeling en de invordering. Dit alles wordt zet ik uiteen in het vierde hoofdstuk. Het zal gaan
over verbruiksbelasting en vermogensmutatieheffing. Deze twee heffingen maken korte metten met egoïsme en
met vernietiging door het ongestoorde verbruik van schadelijke goederen.
In het vijfde hoofdstuk bekijk ik hoe een gemeenschap functioneert die deze twee heffingen heeft ingevoerd.
Welke rol spelen de prijzen van arbeid, kapitaal, goederen, de buitenlandverhoudingen, schuldposities, en de
sociale stelsels? Ik zal laten zien dat we socialer en minder verspillend worden. De menselijke dienst – een
wezenlijk iets voor de mens – wordt niet meer afgeremd. Elkaar hulp bieden is geen probleem meer, ook al
verdien je er iets mee. De jongere helpt de oudere en de oudere de jongere.
Inleiding
We formuleren om te beginnen de volgende twee uitgangspunten:
Uitgangspunt 1:
Iedere belasting drukt op een mens (Matthijs 2004; 218).
Neem bijvoorbeeld de btw. Die wordt deels verwerkt in de prijzen, met als gevolg dat goederen duurder worden.
Je moet meer betalen voor goederen, waardoor de btw op jou, de verbruiker, drukt. Ook kan het zijn dat de
ondernemer minder goederen tegen een lagere nettoprijs gaat verkopen, zodat ook een deel van de btw door
hem wordt gedragen. De vennootschapsbelasting? Ook die heffing zal drukken op de betrokken aandeelhouders.
De heffing van een VZW, een stichting? De stichting zal minder goed in staat zijn de publieke belangen te dienen,
zodat via die omweg de belasting op die doelgroep drukt.
Uitgangspunt 2:
Totaal inkomen (I) = Totale consumptie .
Met andere woorden: je geeft eenvoudig alles uit wat je verdient. Dit geldt voor de meerderheid van de mensen
die handelen binnen de economie.
Er wordt nu inkomstenbelasting20 geheven op onder meer de inkomsten (loon, winsten, rentevergoedingen, huur,
pacht etc., etc.). En, ten tweede, verbruiksbelastingen op het verbruik (accijnzen, btw, douanerechten e.d.).
Schematisch kun je dat als volgt weergegeven:
20
Met als voorportaal wellicht de vennootschapsbelasting als de natuurlijke persoon een rechtspersoon onder andersoortig
onderworpen lichaam tussen hem en de onderneming heeft geschoven.
16
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Je ziet dat een stuk van het inkomen (loon, winst etc.) eerst wordt afgeroomd via de inkomstenbelasting, waarna
het restant op de bankrekening terecht komt. Dit geldt voor de loontrekkers; de winstgenieters moeten zelf zorg
dragen voor de afdracht van de inkomstenbelasting. Waarna ook die zijn bankrekening minder gevuld zal zien.
Kortom: er is meteen minder te besteden.
Vervolgens kun je beslissen om verder vermogen op te bouwen. Je laat dan je geld in het hierboven weergegeven
bakje met vermogen zitten. Of je zet dat geld om in beleggingen.
Je kunt je vermogen ook ruilen tegen consumptiegoederen. Omdat die goederen snel (soms zeer snel) in waarde
dalen, verbruik je je vermogen. Denk aan de aankoop van een krop sla, een paar schoenen etc. Die ruil valt voor
jou, economisch gezien, dus nogal ongunstig uit. Maar je moet tenslotte leven, nietwaar?. Je kunt je vermogen
ook ruilen tegen goederen die veel langer meegaan: een huis. een badkamer… Dit soort goederen blijft dus langer
in het bakje met vermogen zitten, afhankelijk van hoe lang ze meegaan. De krop sla is binnen een dag weg, het
huis wellicht pas na vijftig jaar.
Je kunt je vermogen ook gebruiken voor menselijke diensten (de kapper, de tuinman, de garage, de dokter etc.).
Door dergelijke ruilen—het ontvangen van een dienst - daalt de waarde van je vermogen meestal direct. De tijd
heeft er voor gezochd dat het goed verloren gaat, wordt ‘verbruikt’, maar dat hoeft niet. In het tweede hoofdstuk
zal ik laten zien dat door het inzetten van menselijke diensten het vermogen soms ook niet of minder snel zal
dalen. Een sprekend voorbeeld is (weer) de schilder die uw huis opknapt. Uw vermogen daalt dan niet, omdat uw
huis er beter uitziet. Uw betaling aan de schilder zorgt voor een stijging van de waarde van uw huis. Uw vermogen
wordt bovendien minder snel door de tijd aangetast.
17
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
We zien dus je door de inkomstenbelasting afgeroomde inkomen in het vermogensbakje lopen. Je ruilt je arbeid
tegen geld. En je verbruikt het vervolgens door je vermogen te ruilen. Door een schilder in te schakelen, een krop
sla te kopen, of een auto, een brood etc. Hoe snel je bakje leegloopt, hangt af van je behoeften, je
gezinssamenstelling en de omvang en het soort goed. Maar ook als gevolg van het verstrijken van de tijd loopt je
bakje leeg. Je verbruikt dan je vermogen (linksonder in het model). Vervolgens zorgt je inkomen ervoor dat je
bakje weer volloopt (rechtsboven in het model).
Voor heel, heel veel mensen is dit een maandelijks proces. Men houdt het bakje scherp in de gaten. Kom ik tot het
einde van de maand rond? Is de bodem al in zicht? Houd ik wel genoeg over om aan het begin van de nieuwe
maand de huur te betalen? Het is een maandelijkse ‘struggle for survival’.
Voor een mens die wellicht wat geluk heeft, ijverig is en economisch spaarzaam en verstandig handelt, geldt:
Totaal inkomen (I) + Ontvangen Giften (G) + Erfenissen (E) – Verstrekte Giften (GG)
= Mutatie vermogen (dV) + Consumptie (waarbij C = verbruik van goederen en menselijke diensten)
Deze persoon is in de gelukkige omstandigheid meer vermogen21 op te bouwen.
Een voorbeeld:
Iemand wordt geboren en bezit dan (uiteraard) totaal niets. Op 80-jarige leeftijd overlijdt hij (of zij).
De rekensom is dan als volgt:

Tot dan heeft hij in totaal €5.000.000 inkomen (SHS-inkomen) verdiend

Zijn vermogen op zijn sterfdag beloopt €1.000.000

In het verleden heeft hij schenkingen ontvangen ten belope van €500.000
21
Vermogen is economisch gezien gestold inkomen (Eijck 2005; 44). Het vermogen als gestold inkomen omvat alle inkomsten,
rente, arbeidsinkomen, meerwaarden, winsten etc. Het is het hiervoor weergegeven bakje dat volloopt. Als men het
vermogen als uitgangspunt voor een heffing neemt, is dat dus de keerzijde van het ruimst denkbare inkomen. Dat ruime
inkomen is het inkomen dat over een periode kan worden besteed zonder dat het initiële vermogen wordt aangetast. Het is
het inkomensmodel dat door Schanz, Haig en Simons is ontwikkeld (Haig 1921). Het wordt ook wel het SHS-inkomensbegrip
genoemd. Het initiële vermogen kan in een mensenleven op nihil worden gesteld. Ieder mens begint immers met 0 aan
vermogen. Ontvangen schenkingen en erfenissen zijn geen inkomen. Dat is het vermogen (en dus veelal ook gestold inkomen)
van een ander geweest. Dit ruime inkomensbegrip is volgens veel economen het uitgangspunt voor het meten van
draagkracht (Dool 2009; 24). Overigens is de term “vermogensmutatieheffing” en een gedeeltelijke uitwerking ervan
gevonden in het lezenswaardige boek van Dool. Wij kleden het verder aan met een volledig subjectieve benadering waarbij
het vermogen ook op een natuurlijke wijze dient te muteren tussen generaties, en van neutraal/slecht naar positief vermogen
(groen en sociaal) en dat het verder in algemene vrijstellingen wordt voorzien en dat vermogen dient te muteren van rijk naar
arm. We gaan dat onder meer doen door de menselijke dienst vrij te maken en - zoals Dool ook aangeeft - de schenkingen ed.
er in betrekken.
De btw en een vermogensmutatieheffing zijn daar samen de tegenpool van. En dus ook, zoals ik aantoon, het equivalent
ervan.
18
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com

Hij heeft schenkingen gedaan ten belope van €750.000
Wat is nu zijn consumptie/verbruik? Dat bereken je als volgt:

Zijn economische SHS-inkomen: €5.000.000

Hij heeft bij overlijden €1.000.000, dus niet uitgegeven; dat gaat eraf.

Hij heeft schenkingen ontvangen ten belope van €500.000 en die kan hij consumeren. Die komen erbij.

Hij heeft schenkingen gedaan ten belope van 750.000 en het is onmogelijk dat te consumeren; die gaan er
af.
Dus in de vergelijking:
€5.000.000 (I) + €500.000 (G) – €750.000 (GG) = €1.000.000 (dV) + ?  ? = €3.750.000
Als men een vermogensmutatiebelasting in de meest eenvoudige vorm invoert, dan beloopt de vermogenswinst:
€1.000.000 (dV) - €500.000 (G) + €750.000 (GG)= €1.250.000 (V).
V is principieel de component die in de vermogensmutatieheffing moet worden opgenomen. C is de principiële
component die in de verbruiksbelastingen moet worden belast. Deze twee componenten - V en C - omvatten dus
opnieuw het totale inkomen.
Aldus is kwantitatief bewezen: de inkomstenbelasting en winstbelastingen kunnen worden afgeschaft als men
louter het verbruik en de vermogensmutatie belast. Om het kwantitatieve inkomen te belasten, kan men volstaan
met een vermogensmutatiebelasting22 en een verbruiksbelasting waarbij het voor de maatschappij meest
belastende verbruik het zwaarst wordt getroffen.
Het model, zonder inkomstenbelasting, met een zwaardere verbruiksbelasting en een vermogensmutatiebelasting
ziet er als volgt uit:
22
Sommige vermogens worden anders belast. Schenkingen en erfenissen, maar ook vermogen belegd in maatschappelijke
zaken (infrastructuur, musea, scholen, ziekenhuizen, opwekking van schone energie, voortbrenging van verbeterde goederen
etc. etc.). De rijken krijgen dus de keuze : of belasting betalen, of het vermogen voor maatschappelijke zaken aanwenden. Of
in een vroeg stadium overdragen aan de kinderen.
19
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Dit model is gemaakt op basis van het SHS-inkomensbegrip23. Ik licht het in hoofdstuk 3 toe aan de hand van aan
elkaar verbonden bollen met uit- en ingangen. Want er is meer dan alleen inkomen en verbruik: er zijn
schenkingen, transfers, uitgaande betalingen voor menselijke diensten, omzettingen etc., etc. Dergelijke
overgangen vormen fiscaal geen probleem. Het vermogen wat is overgegaan wordt immers bij een ander subject
uiteindelijk weer belast.
Gewenst gedrag belonen, ongewenst gedrag belasten
Als je alles uitgeeft wat je verdient, zul je getroffen worden via de verbruiksbelastingen. Maar alleen als dit het
verbruik van goederen betreft. Als je spaarzaam leeft en niet veel consumeert, word je getroffen via de
verbruiksbelastingen én de vermogensmutatiebelasting.
23
Binnen het zuivere SHS-inkomensbegrip worden ook ontvangen schenkingen en nalatenschappen tot het inkomen
gerekend. Veel landen zullen dat een brug te ver vinden. Bovendien kunnen landen belastbare materie uit hun land zien
weglekken, bijvoorbeeld door schenkingen. Bij de vermogensmutatieheffing zal ik daar oplossingen voor aandragen.
20
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Stel je voor dat alles wat je bruto van je werkgever krijgt op je bankrekening terechtkomt.
Je vermogensbakje raakt snel gevuld. Wel zijn goederen veel duurder geworden. Menselijke diensten zijn juist iets
goedkoper geworden, want inkomstenbelasting bestaat niet meer en btw op diensten is ook niet meer nodig24.
Maar - en nu komt het - je kunt het gedrag van de mensen veel beter beïnvloeden. En je kunt de rijkdommen op
de wereld beter verdelen. Door vervuilende producten zwaarder te treffen, zal men eerder goede producten
aanschaffen. En men zal eerder geneigd zijn vermogen aan te leggen. Dat maakt mensen zelfredzaam.
Je kunt dus je kleren laten repareren door iemand die er bekwaam in is. Het is geen zwartwerk en het milieu wordt
gespaard. Je keuken? Die laat je opknappen in plaats van hem eruit te breken en een nieuwe te plaatsen: minder
verbruik van goederen en meer gebruik van diensten. Reviseren is bevorderlijk voor de werkgelegenheid. De
bejaarde buurvrouw heeft hulp nodig? De jonge moeder gaat haar helpen; ze verricht geen zwartwerk als ze het
doet! Zo hebben we allemaal voordeel.
De rijken zullen een stuk van hun vermogen maatschappelijk moeten inzetten als ze minder belasting willen
betalen. De overheid kan op die plaats kleiner worden. Dus: men moet privaat vermogen maatschappelijk gaan
inzetten, maar dan onder de fiscale normeringregels. Opnieuw worden zo logische normen gecombineerd. Degene
die het vermogen heeft opgebouwd, zal ervoor zorgen dat het niet verkwanseld wordt. En de wetgever – de
democratie - bepaalt hoe het vermogen moet worden ingezet.
De gewone man op zijn beurt zal een stuk van zijn sociale voorzieningen moeten prijsgeven. Maar dat geeft niet,
want hij kan een belastingvrij vermogen opbouwen. Alleen een basisstelsel voor de echte zwakken kan blijven
bestaan.
Het mooie van dit systeem is, dat het aansluit bij wat een mens werkelijk doet. De consumptie moet worden
belast omdat men onttrekt aan de gemeenschap25 en de ecologie. Het vermogen is niet verbruikt en blijft in het
bakje zitten.
Het vermogen wordt belast als het te hoog wordt en boven het heffingsvrije vermogen uitkomt. Het heffingsvrije
vermogen is het vermogen dat men minimaal nodig heeft om binnen de gemeenschap een plaatsje te krijgen.
Men kan bijvoorbeeld een woning kopen om een gezin te stichten, en vervolgens kinderen krijgen. Dat proces zal
in het voorgestelde systeem sneller gaan dan nu het geval is. Nu wordt het inkomen van jonge mensen meteen
‘afgetapt’ met inkomstenbelasting, terwijl ze nog hun plaatsje binnen de gemeenschap moeten zien te veroveren.
En hun ‘nest’ moet toch eerst in orde zijn, willen ze aan kinderen beginnen. In oude gemeenschappen en
24
De btw op diensten kan vervallen. De bespaarde btw bij de ondernemer zit immers in zijn vermogensbakje en in het
vermogensbakje van zijn klant omdat de prijzen omlaag gingen. Men kan dan net zo goed de vermogensmutatiebelasting van
iedereen iets hoger leggen. De ‘bespaarde’ btw op diensten wordt dan ook belast. De btw op diensten kan dus vervallen, wat
een administratieve verademing voor veel ondernemers zal zijn.
25
“Het is de gemeenschap die de mens voorziet van voedsel, kleren, een tehuis, gereedschappen, taal, wijze van denken, en
meestal de inhoud van zijn denken; zijn leven wordt mogelijk gemaakt door de arbeid en de kundigheden van vele miljoenen
uit het verleden en het heden, die allen verborgen liggen aan het woordje “gemeenschap”. “ (Einstein 1951; 102)
21
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
samenlevingen hielp iedereen de jongeren op de rails. Uit het onderzoek zal naar voren komen dat een dergelijke
biologische wetmatigheid ook de vergrijzing tegengaat en minder stress in de maatschappij geeft.
Het vermogen kan uitgroeien boven het vermogen dat men minimaal nodig heeft. Men wordt er dan met een vlak
tarief op belast, tenzij het vermogen is waarmee de gemeenschap iets opschiet. Dat vermogen kan lager worden
belast of worden vrijgesteld. Als men veel bezit, kan dat vermogen andere mensen in gevaar brengen. Als het erg
veel wordt, kan het zelfs leiden tot uitbuiting en verdrukking van anderen.
Die anderen – grote groepen mensen in de wereld - moeten beschermd worden.
De grote vermogens kunnen bij overgang (schenking, erven) zwaarder worden belast. Men kan dit voorkomen
door het vermogen maatschappelijk in te zetten of binnen het bedrijf de organisatie te veranderen, door
bijvoorbeeld producten aan te bieden die minder milieubelastend zijn. Zo niet, dan wordt het vermogen (veel)
zwaarder getroffen. Als men deze heffingen juist vorm weet te geven, zal ook het klassieke onderscheid tussen
links en rechts verdwijnen. De belastingheffing moet groot genoeg zijn om het gedrag te veranderen. Uiteindelijk
ontstaat dan maatschappelijke productie gebruikmakend van het huidige marktmechanisme, in combinatie met
een goede belastingheffing.
Andere groepen worden gestimuleerd fiscaal vrij vermogen aan te leggen. En door geen
inkomstenbelastingheffing en btw op diensten toe te passen, in combinatie met een vrijstelling in het vermogen,
kunnen de zware sociale stelsels26 vervallen.
26
Zelfbescherming tegen werkloosheid, kortdurende arbeidsongeschiktheid, ziektekosten tot een bepaald bedrag, zelfs
pensioenregelingen kunnen fiscaal worden afgedwongen door verplichte vermogensopbouw.
22
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Vermogensmutatieheffing
De vermogensmutatieheffing27 betreft het bakje met de noemer ‘vermogen’ in de afbeelding op p. 21.
Het bakje loopt snel vol met inkomen. Het inkomen loopt immers bruto, zonder inkomstenbelasting, in het
bakje28.
Een deel kan belastingvrij worden opgebouwd. Dat is het vermogen dat je nodig hebt om:

een plaats in de gemeenschap te verwerven (aankoop woning e.d.);

tegen een financieel stootje te kunnen;

in je pensioen te kunnen voorzien29 .
Pas als de minimumnorm overschreden wordt, ga je belasting betalen. Je voldoet dan belasting over het meerdere
boven het minimum dat je nodig hebt aan vermogen.
Een voorbeeld:

Beginvermogen in jaar x: €50.000
27
Binnen de vermogensmutatieheffing zijn twee varianten te onderscheiden: de vermogensaanwasbelasting en de
vermogenswinstbelasting. Het heffingsmoment bij een vermogenswinstbelasting is de realisatie van de tegenwaarde, veelal
de verkoopprijs. Bij een vermogensaanwasbelasting is het heffingsmoment de mutatie van de waarde van het - gewaardeerde
- vermogen.
De studies naar een vermogensaanwasbelasting of vermogenswinstbelasting zijn uiteraard niet nieuw. Sommige landen
kennen al een beperkte vorm van een vermogensaanwasbelasting of vermogenswinstbelasting. Een fraai voorbeeld van de
vermogenswinstbelasting is de heffing op aanmerkelijk-belangaandelen. Conceptueel werd en wordt de heffing naast of
binnen een inkomstenbelasting geplaatst.
Ook de verschuivingen van directe naar indirecte belastingen zijn niet nieuw. De studies die tot op heden plaatsvonden,
beperken zich verder tot een kleine verschuiving. Voor zover ik heb kunnen nagaan, bleef het daarbij, vermoedelijk omdat
men dacht dat het onmogelijk was een progressieve heffing in te voeren, of omdat het afstuitte op internationale
verhoudingen. Voor zover ik heb kunnen nagaan, is er echter nog nooit een grondige studie gedaan van louter een
verbruiksbelasting en een vermogensmutatiebelasting.
28
Nogmaals: later wordt het bakje een bolletje met verbindingen, om de verhoudingen tussen de vermogens beter in beeld te
brengen.
29
Uiteraard moet worden gestimuleerd dat men minder gemakkelijk aan het langetermijnvermogen voor het pensioen kan.
Dit kan door hogere heffing op onnodige bestedingen, maar ook door bijvoorbeeld gefaciliteerd pensioenvermogen te
blokkeren en pas na een bepaalde periode vrij te laten komen. Ook kun je denken aan het verplicht aflossen van de
hypotheek op de woning. In het onderzoek besteed ik daaraan uitgebreid aandacht besteed.
23
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com

Eindvermogen in jaar x: €60.000

Minimumnorm: €40.000

Tarief vermogensmutatieheffing = 35%
Er wordt dan een vermogensmutatieheffing van (€60.000 - €50.000) *35% = €3.500 geheven30.
Als de minimumnorm in dit voorbeeld €55.000 zou zijn, dan zou de heffing
(€60.000 - €55.000) *35% = €1.750 bedragen.
In het schema op p. 21. zie je dat rechts van het bakje de vermogensmutatiebelasting uit het vermogen loopt.
Links van het bakje treft u het verbruik aan. Hoe meer gezinsleden en hoe hoger het verbruik, des te sneller loopt
het bakje met vermogen weer leeg31. Een zwaardere belastingdruk op de consumptie in combinatie met een
vrijstelling en een teruggaaf32 bij vermogensverlies, zorgt er voor dat het bakje niet te snel leeg loopt. Op eerste
levensbehoeften blijft dezelfde belastingdruk rusten als nu. Tenzij die behoeften schadelijk zijn voor de
gemeenschap en leiden tot bijvoorbeeld overbevissing of ontbossing.
De vermogensmutatiebelasting in de praktijk
De vermogensmutatiebelasting zonder een inkomstenbelasting is conceptueel eenvoudig op te zetten.
Er zijn dan geen fatale-samenloopproblemen meer. Particulieren en de meeste ondernemers hoeven geen
vermogensadministratie bij te houden. Ze moeten alleen het eindvermogen tellen. Men vergelijkt het vermogen
op begin- en einddatum en ziet de vermogensaangroei of -afname. De afname komt door consumptie, door een
reëel verlies van vermogen, of door schenking. Een schenking (gedaan of ontvangen) wordt eventueel
geëlimineerd, maar dat is niet noodzakelijk. Een ontvangen erfenis wordt zeker geëlimineerd.
Maatschappelijk vermogen wordt vrijgesteld, naast de hiervoor aangegeven algemene vrijstelling.
Te denken valt aan (voor iedereen toegankelijke) bossen, parken, bibliotheken,
infrastructuur, investeringen in verbeterde goederen (zonne-energie, duurzame goederen). Kortom, alle zaken die
een gemeenschap nodig heeft, en die geen schadelijke (bij)effecten hebben.
30
Ik laat even buiten beschouwing dat de belasting eigenlijk een schuld is die van het vermogen af zou moeten. Men kan een
dergelijke aftrek als schuld (of vordering bij te hoge voorafbetalingen) beter niet toelaten, zodat men niet met percentages
boven en onder de 100 moet rekenen.
31
Tenzij men het vermogen ruilt tegen dingen die waardevast blijven of diensten die het vermogen meer waard maken, zoals
het schilderen van uw huis of het vernieuwen van de voegen.
32
Of een in de toekomst verrekenbaar credit. Maar een dergelijk credit geeft uiteraard geen direct financieel voordeel. Wel
zal het een prikkel zijn om na tegenslag weer vermogen aan te gaan leggen.
24
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Ook de meeste consumptiegoederen worden vrijgesteld van de vermogensmutatieheffing33. Het is aan de
wetgever om dergelijke vrijstellingen in te vullen.
Een ondernemer die winst maakt en nauwelijks een wedde opneemt, wordt voor de groei van de waarde van zijn
pakket aandelen getroffen via de vermogensmutatiebelasting. De middelen die hij verkrijgt uit zijn vennootschap,
zoals wedde, dividend en interest, vormen nog geen belastbaar feit. Van een dividend zal hij niet rijker worden,
van een wedde ook niet. Een kostenvergoeding in plaats van loon? Het maakt niet uit. De waarde van het
aandelenpakket daalt immers en die van zijn privébankrekening stijgt door de vergoeding. Al die onnodige
handelingen die nu voor de nodige fiscale hoofdbrekens zorgen, kunnen in de vuilnisbak.
De loontrekkende, pensioengenieter, beambte en uitkeringsgerechtigde ondergaat precies hetzelfde fiscale lot.
Heeft hij een kostenvergoeding , een optieregeling, een aandelenplan? Als de plannen afgewikkeld zijn, zijn de
middelen (liquiditeiten of aandelen) component van het vermogen en wordt hij dus belast via de
vermogensmutatieheffing. Als hij de middelen uitgeeft, wordt hij getroffen via de verbruiksbelasting.
Punt van discussie kan de waarderingssystematiek zijn.
Op zich is dat veelal een tijdelijk probleem. Bij verkoop van een vermogensbestanddeel wordt de waardesprong
gerealiseerd. De waardesprong vormt onderdeel van het eindvermogen. De eerder ‘onjuiste’ waardering wordt
dan toch nog belast met de vermogensmutatiebelasting34. De vermogensmutatie wordt getroffen met een vlak
tarief.
Het enige wat een belastingplichtige moet doen, is het eindvermogen bepalen. Die gegevens zijn nu al
voorhanden. Daar plaats ik meteen deze opmerking bij: voor de meeste belastingplichtigen geldt dat ze niet
onderworpen hoeven te worden aan de vermogensmutatiebelasting, eenvoudig omdat ze geen vermogen
hebben. Ze geven alles uit wat ze verdienen. Het betreft hier overigens echt niet alleen armlastigen. Ook veel
grootverdieners vertonen dit gedrag35. Wordt men al belast met vermogensmutatiebelasting, dan is de enige extra
inspanning het tellen van het vermogen op het einde van een bepaald jaar. Die gegevens worden al aangeleverd
door financiële instellingen. Veel belastingplichtigen willen trouwens al weten waar ze financieel staan, dus dat
‘tellen’ hoeft niet frustrerend te zijn. Bovendien bestaat er zoals gezegd een algemene vrijstelling. Pas als dat
vermogen wordt overschreden, moet men aangeven. Maar dat gedrag probeert ons systeem te veranderen36.
Vermogensvorming is nodig, en het door ons voorgestelde systeem maakt dat mogelijk.
33
Ter voorkoming van dubbele heffing. Op de consumptiegoederen drukt immers al verbruiksbelasting. En om te voorkomen
dat allerlei kleinigheden moeten worden opgeteld. Maar ook om te stimuleren dat goederen worden hergebruikt of langdurig
worden ingezet.
34
Een dergelijke versie van de vermogensaanwasbelasting heb ik conceptueel kunnen bedenken door de manier waarop men
in België de vennootschapsbelastingaangifte moet doen en in Nederland met het box 3-vermogen omgaat. Ik kom hier in
hoofdstuk 4 uitgebreid op terug.
35
Dit gedrag is echter ongezond, enig (weerstands)vermogen opbouwen wordt binnen dit systeem gestimuleerd.
36
Een zwaardere belastingdruk op de consumptie, in combinatie met een vrijstelling en een teruggaaf bij vermogensverlies,
zorgt ervoor dat het bakje niet te snel leegloopt.
25
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Voor de ondernemers van wie de aandelen niet beursgenoteerd zijn, kun je aansluiten bij het eigen vermogen van
de onderneming. De zichtbare intrinsieke waarde op basis van een nominalistisch stelsel volstaat. Eenvoudiger
gezegd: het eigen vermogen dat gewoon op de meeste ondernemingsbalansen staat. Latente meerwaarden
worden automatisch belast in het jaar dat men de activa met de stille reserves realiseert. Het eigen vermogen van
de onderneming is overeenkomstig gestegen. Het eindvermogen van de achterliggende aandeelhouder of
participant is overeenkomstig hoger geworden.
Maar in de vermogensmutatiebelasting kun je tegendruk op hoge vermogens leggen. Die druk wordt uitgeoefend
via de belastingheffing. En je zorgt er dan voor dat het vermogen overgeheveld wordt naar de mensen die nog
geen vermogen hebben. Men zet eerder menselijke diensten in. Of men doet schenkingen aan de jongere
generatie of investeert in maatschappelijk vermogen. Vermogen waar de gemeenschap iets aan heeft.
We zien dus tegendruk op te hoge, onnodige consumptie en tegendruk op te hoge vermogens.
De tegendruk wordt gerealiseerd door de belastingheffing.
26
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Tegendruk in de tijd
Fase 1: start
Als mensen jong zijn, moeten ze goed van start kunnen. Ze hebben vermogen nodig om een huis te kopen, een
bedrijf te beginnen, een gezin te stichten, … Het zit in onze genen om jonge mensen te helpen.
Ze genieten dan ook eerst een vrijstelling in de vermogensmutatieheffing. En ze kunnen met hun bruto-inkomen
snel een flink belastingvrij vermogen opbouwen. Dat vermogen gaat rollen: ze doen investeringen, ze bouwen een
huis, … De tegendruk door de belastingheffing is nihil, door de vrijstelling in de vermogensmutatiebelasting.
Uiteraard wordt wel het eventuele verbruik van goederen belast.
Fase 2: opbouw
Na enkele jaren hebben voornoemde jonge mensen hun leven ‘op de rails’. Het gezin wordt van middelbare
leeftijd. Het bakje ‘vermogen’ wordt voller en het belastingvrije minimum wordt overschreden. Ze gaan vermogen
opbouwen. Dit vermogen werkt in een onderneming, wordt in beleggingen gestopt, op een spaarrekening
geplaatst etc.
Nu is het gezin ‘in de kracht van zijn leven. ‘Het bouwt verder op na de vlotte start, als een plant die water, ruimte
en voedsel heeft gehad (opnieuw Einstein: “Look deep into nature and then you will understand everything much
better”). Nu wordt de tegendruk al iets groter. Er wordt al belasting geheven boven het minimumniveau.
Bovendien is er al de stimulans om maatschappelijke te beleggen (in zonne-energie, sociale woningen etc.). Die
beleggingen worden niet getroffen door de vermogensmutatieheffing. Vooral het passieve vermogen (wat niet
direct in een eigen onderneming wordt belegd) zal aantrekkelijk zijn om daarvoor te gebruiken.
De tegendruk bestaat nu uit de gewone vermogensmutatiebelasting, die kan worden verlaagd door beleggingen in
maatschappelijk vermogen, en de verbruiksbelasting, die vooral wordt geheven op de meest schadelijke goederen.
Fase 3: afbouw
Het gezin raakt in een ouder stadium. De kinderen zijn de deur uit. De ’drive’ om arbeidzame dingen te doen is
meestal verdwenen uit het gezin. Het vermogen is in de regel passief en wordt beheerd door anderen.
Er ontstaat overtollig vermogen. Het bedrijf is verkocht, men vertrekt naar een kleiner huis en er is minder
consumptie. Het heffingsvrije vermogen – het vermogen dat men nodig heeft om in de toekomst in de behoeften
te voorzien – slinkt. De fiscale druk op het vermogen wordt groter. Het gezin moet jaarlijks
vermogensmutatieheffing37 voldoen. Bij de ‘uitgevlogen’ kinderen is wellicht nog een onbenut vermogen. De
verhoogde heffing wegens overgang door schenking en overlijden ligt op de loer. Wie niet vroegtijdig het teveel
aan vermogen overdraagt of omzet in maatschappelijk vermogen, betaalt de tol in de vorm van een zware heffing.
37
Eventueel in combinatie met een vermogensrendementsheffing en het schenkings- en successie-element bij de ontvangers
van vermogen.
27
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
In het door ons voorgestelde systeem kunnen de kinderen niet worden belast op ontvangen schenkingen of
erfenissen, voor zover de vermogensvrijstelling niet is benut. Als de ouder dus overdraagt aan het kind, dan zijn de
voordelen:

De ouder wordt niet meer getroffen met vermogensmutatieheffing op het vermogen

Het kind betaalt geen belasting over het ontvangen vermogen en kan meteen van start met zijn huis,
bedrijf, gezin etc. Het geld gaat weer hard rollen.
Een economie die op dit biologisch principe – de levenscyclus van ieder levend wezen - gebaseerd is, moet wel
krachtig worden! Ik zet het systeem verder uiteen in het derde hoofdstuk. In het vijfde hoofdstuk zal ik de
economische gevolgen voor een bestaande maatschappij kwantitatief bewijzen.
De schenkings- en successierechten worden dus in de vermogensmutatiebelasting opgenomen.
Om manipulaties te voorkomen, schenkt het systeem hier apart aandacht aan. Maar ook om een spoedige
overdracht van overtollig vermogen aan de jongere te bespoedigen, is een aparte behandeling nodig. Tenslotte is
een speciale behandeling nodig om aan de fiscale soevereiniteit van een gemeenschap tegemoet te komen. De
opbrengst van dit deel moet ten goede komen aan het land (de soevereine gemeenschap) waar het vermogen in
het verleden is opgebouwd. Het vermogen was immers eerder aan de gemeenschap in dat land onttrokken en de
opbrengst van de heffing over dat deel moet ten goede komen aan dat land.
Verbruiksbelastingen
Hiervoor heb ik in een notendop de vermogensmutatiebelasting behandeld. Nu komt kort de tweede heffing, de
verbruiksbelasting, aan de orde.
De tariefklassen
De verbruiksbelasting heeft in onze voorstelling een progressieve aard. Er zijn diverse tarieven. En er zijn vaste
bedragen die men moet voldoen. Dergelijke vaste bedragen treffen met name hulpgoederen.
Verder zijn er percentages, te voldoen naar de waarde van het goed. Deze percentages komen overeen met de
indeling van de klassen. Als een goed niet schadelijk is, krijgt het klasse A en het laagste percentage
verbruiksbelasting. Als het goed erg schadelijk is, krijgt het het hoogste percentage verbruiksbelasting voor de
kiezen en ook de slechtste klasse, bijvoorbeeld klasse E.
De laagste tarieven gelden voor de meest noodzakelijke goederen. De meeste diensten worden overigens niet
meer belast met enige verbruikersbelasting38. Op deze manier drukt niet al te veel belasting op de laagste
inkomens. Grote gezinnen moeten relatief vaak een beroep doen op dit soort goederen. Ook die gezinnen hebben
automatisch voordeel van een dergelijk stelsel. Het lage tarief wordt dus gerechtvaardigd door de primaire
behoeften van de mens en de noodzaak om ongewenst gedrag te veranderen (overconsumptie en productie van
38
De bespaarde btw wordt belast bij de ondernemer en de afnemer van de dienst in de vermogensmutatiebelasting.
28
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
‘verkeerde’ goederen) bij een groeiende bevolking. De meeste voedingsartikelen zijn niet schadelijk. Als ze wel
schadelijk zijn, dan moeten ze in een hogere tariefklasse voor de verbruiksbelastingen.
Het hoogste tarief is het algemene tarief. Principieel worden daar alle goederen mee getroffen. Men onttrekt
immers aan de gemeenschap en de ecologie. Hier trekt men het meeste profijt van de wereld en de maatschappij.
Ook sommige diensten worden met dit tarief belast, bijvoorbeeld ‘grijze’ elektriciteit, waarvan de opwekking het
milieu zwaarder belast.
Als een producent aan bepaalde eenvoudige, objectief vastgestelde normen voldoet, kan hij voor sommige
verbeterde goederen een lager tarief verdienen. De klassering in een lager tarief kan plaatsvinden aan de hand
van ecologische criteria (Goleman 2009; 70-84). Daar kunnen normen voor worden opgesteld. Ook kun je gebruik
maken van de klasseringen van reeds bestaande goederen, de zogenaamde im- en explosies (zie verderop).
In het begin kunnen die normen soepel zijn. Goederen zonder bijvoorbeeld een overdreven, dubbele of luxe
verpakking kunnen al deelachtig worden aan het middentarief. Of goederen die minder co2 -uitstoot veroorzaken.
Of goederen met een lange levensduur. De voorbeelden zijn legio, je hoeft maar om je heen te kijken.
De indeling in tarieven
Het lijkt een complexe aangelegenheid die goederen precies in te delen. Toch hoeft dat niet zo te zijn.
De technologie is al zo ver dat je met je gsm alle relevante informatie van een goed kan uitlezen. Waarom dan ook
niet de schadelijkheid en de daaraan verbonden productklasse? Mensen zijn sociale wezens, die er belang aan
hechten te weten hoe belastend een goed is.
Ten eerste is het systeem simpel: het algemene hoge tarief is op alle goederen van toepassing. Een klassering lager
moet door de producent zelf ‘verdiend’ worden. Die weet precies wat zijn product kost, maar veelal ook waaruit
het is opgebouwd. Het is aan de producent om dat product zo aan te passen dat het ingedeeld kan worden in een
lagere tariefklasse.
Op de tweede plaats hoeft een product maar één keer ingedeeld te worden. Een klassering gaat vervolgens
geruime tijd voor een product(groep) mee. Er lijken oneindig veel producten te zijn, maar dat valt wel mee. We
hebben vooral te maken met een eindeloze reeks varianten van basisproducten. De commerciële economie
creëert illusies: ‘andere’ merken, modellen, vormen, kleuren en zelfs geuren; iedere doelgroep wordt met nieuwe
versies van hetzelfde basisproduct bespeeld. Het is veelal het verbeterde basisproduct dat een verbruiksbelastingindeling ondergaat.
Ten derde hebben we nu al te maken met een btw-wetgeving, btw-administratie, en verschillende tarieven. De
aanpassingen zijn beslist te overzien. Het bedrijfsleven zal dit toejuichen, want het zal veelal worden gevrijwaard
van de winstbelasting en de inhoudingen van belastingheffing aan de bron (loonbelasting op arbeid, voorheffingen
op dividend, interest, royalty’s). Maar ook wordt het bedrijfsleven verlost van alle internationale fiscale barrières
die de maatschappij zo verschrikkelijk veel geld kosten.
Op de vierde plaats hoeven de vooraf vastgestelde normen niet altijd strikt te worden toegepast. Als de toetsbare
normen niet worden gehaald, kan toch een positieve klassering plaatsvinden als het product goed scoort op
andere, nog niet vastgelegde punten. Er kan dus compensatie plaatsvinden.
Ten vijfde: de opbouw van een goed kent een zogenaamde im- of explosie. Het goed kan als het ware worden
uiteengenomen in componenten die zelf een klasse hebben. Een goed is zelf opgebouwd uit meerdere andere
goederen. Als voor de productie bijvoorbeeld voor €1.000 waarde A-klasse is toegevoegd en voor €1.000 waarde
29
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
C-klasse, dan krijgt het goed de B- klasse. Dat goed kan ook weer voor andere goederen worden gebruikt, en zo
kan een heel systeem ontstaan waarbij zowel productie als consumptie worden geregeld.
Tenslotte: wat willen we nu eigenlijk met zijn allen? Is het niet beter de dingen, de dode materie, fiscaal te treffen
in plaats van het leven?
De normen kunnen door commissies worden vastgesteld. In die commissies kunnen vertegenwoordigers van de
overheid, consumentenorganisaties, het bedrijfsleven en de milieubewegingen plaatsnemen. Door te zorgen voor
een zo breed mogelijke vertegenwoordiging, kan er een brede acceptatie plaatsvinden. Zo nodig kan de commissie
een opinie vragen van een industrieel ecoloog.
Bepaalde producten kunnen op de lijst met een lager tarief verbruiksbelasting worden gezet, zoals dat nu al voor
de btw het geval is. Die goederen worden dus van rechtswege, automatisch, deelachtig aan een verlaagd tarief.
Voor andere, verbeterde, goederen dient een aanvraag bij genoemde commissie te worden gedaan. Het
functioneren van de commissie kan worden gezien als het functioneren van een bestuursorgaan. De commissie is
verder onafhankelijk en onpartijdig. Voor de toetsing van een dossier kan een (deels) kostendekkend vastrecht
worden gevraagd.
De commissie kan ook oordelen dat een bepaald product op termijn wordt verboden. Door het stellen van een
termijn kan men investeringen nog terugverdienen. En het voorkomt dat zowel producenten als consumenten
nieuwe investeringen gaan doen. En dat men een kans krijgt te veranderen. De rechtsbescherming voor de
producent moet worden gegarandeerd. Als op een compleet dossier bijvoorbeeld geen uitsluitsel wordt gegeven,
wordt geacht een besluit te zijn genomen. Men moet zich bewust zijn dat binnen bijvoorbeeld Europa niet al te
veel consumptiegoederen worden geproduceerd. Het voorgaande is vooral een ‘probleem’39 van die niet-EUlanden. Ons systeem zou de gloeilamp verbieden, zoals is gebeurd in de EU. De gewone spaarlamp wordt aan het
normale tarief onderworpen en de ledlamp aan een lager tarief.
Anders consumeren
De consument wordt door het tarievensysteem continu gestimuleerd betere producten aan te schaffen. De
producenten zullen zich daarvoor inzetten. Ze zullen de productietechniek verbeteren. Andere producenten zullen
veelal moeten volgen; een voortschrijdend proces. Normen kunnen worden aangepast; vaak zullen ze moeten
worden verscherpt. Het verbruiksbelastingstelsel zorgt immers primair voor inkomsten van een land. Als alle
producten in het middentarief vallen, zal de begroting uit evenwicht raken.
39
Eigenlijk is dit geen probleem, het is een collectieve – mondiale - oplossing die ook de mensen in producerende landen
uiteindelijk voorspoed zal brengen. Het verbruiksbelastingsysteem dwingt de markt betere producten te maken, de
producenten worden gedwongen hun vervuiling in te perken. De binnenlandse afzet van dergelijke producten zal in die
landen ook een evenwicht tussen economie en ecologie teweegbrengen.
30
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
De voortschrijdende techniek zal ervoor zorgen dat de normen haalbaar blijven, zodat het systeem blijft werken40.
Op deze manier vindt er een automatisch selectieproces plaats, dat we uit de natuur kennen als natuurlijke
selectie. Wij denken dat op deze manier een noodzakelijke balans ontstaat, en blijft bestaan, tussen productie en
consumptie . En dat zonder schade voor de economie. Zo wordt de mens weer ’baas’ over de goederen die hem
door het marktsysteem worden aangeboden. De troep wordt wegbelast, of beter gezegd: weggeselecteerd.
Er zijn nog veel meer voordelen, die later in de inleiding worden aangestipt. Mijn betoog gaat over het anders
heffen van de belastingen. Het wordt geen kortzichtig, eenzijdig pleidooi voor belastingverlaging, of uitsluitend
voor het straffen van vervuiler, of voor ‘gewoon’ minder consumeren. Ik weet dat dit de economie zal schaden, en
dat een dergelijk pleidooi maar een dode letter zal zijn. Van de economie kun je niet winnen. We moeten alleen
andere goederen consumeren, en de belastingheffing moet daarbij helpen.
Ook moeten we meer menselijke diensten in plaats van goederen ‘consumeren’. De inzet daarvan moeten we
aanmoedigen in plaats van hem af te remmen, wat we met de btw op diensten en de inkomstenbelasting nu wel
doen. Daardoor zullen we onze goederen bijvoorbeeld weer gaan opknappen, in plaats van ze domweg weg te
gooien en nieuwe aan te schaffen. Verder zullen we elkaar zonder fiscale drempel kunnen helpen, bijvoorbeeld die
jonge moeder die tijd over heeft als haar kinderen op school zitten. Hoe vaak moet men in de fiscale praktijk die
mensen niet teleurstellen! Nu kan ze de beter bedeelden helpen, en in ruil daarvoor ontvangt ze inkomen dat
belastingvrij in haar ‘bakje’ komt totdat ze haar belastingvrije vermogen heeft bereikt.
We moeten de inkomstenbelasting stapsgewijs afschaffen en de btw aanpassen en verhogen. Samen met de
andere indirecte belastingen (accijns e.d.) vormen ze de in ons systeem voorgestelde verbruiksbelasting. En we
moeten een eenvoudige vermogensmutatiebelasting invoeren. Het tariefsverschil in de verbruiksbelasting maakt
het voor de bevolking echt interessant anders te gaan consumeren. Het wegnemen van de
inkomstenbelastingdruk zal de consumenten die keuzeruimte geven. Mensen kopen dan minder schadelijke
producten en ze zullen eerder een menselijke dienst inschakelen.
Het is bekend dat nieuw te ontwikkelen goederen veel werk opleveren. Ze moeten worden ontworpen,
ontwikkeld, op de markt worden gezet. Dat zijn allemaal diensten, en diensten hebben nauwelijks negatieve
externe effecten. De mensen blijven dus wel aan het werk en de economie wordt niet geschaad. De ecologie
wordt echter wel minder belast en dat is wat ons systeem zo mooi maakt.
40
Research & Development wordt in dit systeem immers door het marktsysteem enorm gestimuleerd.
31
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Een voorbeeld van een verbruiksbelasting met meerdere tarieven:
Tarief
Soort prestatie
Voorbeelden
Vrijstellingen
Verdienstegoederen /
merit moods: essentiële
goederen en extra
bevorderde goederen
uit andere tarieven
Elektrische auto’s
Bevorderde goederen
uit het ‘Hoog tarief’.
Auto’s met lage CO2-uitstoot
Merendeel v/d levensmiddelen
Isolatiematerialen
Laag tarief
Middeltarief
’Groene’ stroom
Vlees en niet-bedreigde vis.
Hoog tarief
Extra hoog tarief of
Verbodsbepalingen
Algemeen tarief,
sommige diensten en
alle overige goederen.
Hoge belasting vanwege
negatieve effecten
productie en/of
consumptie
Schadelijke goederen of
verboden goederen
Modulaire
elektronica.
Autogebruik
Gas & Electra (dienst) & Fossiele
brandstoffen.
Goederen
Gloeilampen, sommige exotische
met een korte garantietermijn
dieren, zeldzame dieren,
(wegwerpartikelen).
verdovende middelen/drugs
Uiteraard moeten de tarieven in de verbruiksbelasting fors omhoog. Overheidsfinanciering en de progressie loopt
in ons voorstel immers grotendeels via de consumptie en niet via het inkomen. Het lijkt alsof de ‘rijken en
veelverdieners’ worden ontzien, maar dat is niet het geval. Die groep wordt op de eerste plaats belast via de
consumptie. De meest noodzakelijke goederen bevinden zich in het lage tarief en maar voor een deel in het
algemene tarief. Van dit soort goederen raak je snel verzadigd. Je gaat bijvoorbeeld geen twee kroppen sla eten
omdat je veel verdient. Veelverdieners en rijken zullen juist goederen afnemen die worden belast in het hoogste
tarief: grote huizen, dure auto’s, luxegoederen etc.
Maar ook zij zullen voordeel hebben als ze een verstandiger consumptiekeuze maken. Doen ze dat niet, dan zullen
ze spaartegoed opbouwen. De groei van het vermogen wordt dan belast via de vermogensmutatiebelasting. Als
men nagenoeg niets uitgeeft, maar schenkt of na overlijden nalaat, kan het vermogen desgewenst nogmaals via
een aparte heffing in de vermogensmutatiebelasting worden belast. Dus, naar keuze van de wetgever: wel degelijk
progressie voor de krachtigste schouders.
32
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Omgaan met fiscale soevereiniteit
Hiervoor heb ik de hoofdlijnen van de twee ordenende heffingen uiteengezet: de vermogensmutatieheffing en de
verbruiksbelasting. Die heffingen kunnen alleen maar worden geëffectueerd als ze worden omgezet in concrete
wetgeving.
Ieder land is bang om zijn fiscale soevereiniteit te verliezen. Ieder land wil ongestoord zijn eigen fiscale ‘tuintje’
aan kunnen harken: een aftrekpostje hier en een heffinkje daar. In onze visie moet die soevereiniteit deels wijken,
ter bescherming van de burger41, en voor het creëren van een balans tussen economie en ecologie. Maar ook om
rust binnen de bevolking te brengen, een brug te slaan tussen politiek links en rechts. Die groepen moeten nader
tot elkaar komen. Bovendien zijn er veel meer voordelen, die allemaal rechtstreeks aan de burger ten goede
komen. We komen daar zo op terug.
Om aan de soevereiniteit tegemoet te komen, kan men fiscaal-technisch de winstbelastingen en voorheffingen op
ander inkomen (dividenden, arbeid) handhaven tot maximaal het tarief van de vermogensmutatiebelasting.
Ondernemingen die bijvoorbeeld louter participanten binnen de EU hebben, kunnen op aanvraag worden
vrijgesteld. De uitbetaling van lonen aan EU-burgers kan in dit voorbeeld zonder inhouding geschieden.
Als de ondernemingen ook participanten buiten de staat/EU hebben, of als het beursgenoteerde ondernemingen
betreft, blijven die onderworpen aan de winstbelasting en eventueel voorheffingen op dividend en interest. Maar
de winstbelasting en voorheffing op dividend is verrekenbaar en eventueel uitbetaalbaar42 in functie van het
belang dat een (EU-)burger binnen die onderneming heeft. Bij beursgenoteerde ondernemingen kan die heffing
gemakkelijk per aandeel worden bepaald43.
Als een bevriend land ook een vermogensmutatieheffing en een soortgelijke verbruiksbelasting invoert, kan een
verdelingsverdrag worden opgesteld. De inkomsten uit de goederenleveranties en de arbeids- en
vermogensopbrengsten worden dan verdeeld. Ook hoeven tussen die inwoners van die verdragspartijen geen
voorheffingen te worden toegepast. Het goederenverkeer, het kapitaalverkeer en het verkeer van menselijke
diensten is dan fiscaal nagenoeg volledig vrij.
De soevereiniteit blijft bestaan ten aanzien van:

de hoogte van het algemene heffingsvrije vermogen;

de vrijstellingen ten aanzien van onroerende zaken;
41
“The objective of avoiding total destruction must have priority over any other objective.” (Albert Einstein 1947)
42
Een uitbetaalbaar systeem treft men nu ook aan bij de woonstaatheffing op interesten.
43
Uiteraard moeten dan fiscaal – technische maatregelen worden genomen om niet tot een oneigenlijke verrekening te
komen. De verrekening kan men bijvoorbeeld beperken tot de bezitsduur van de aandelen. In het onderzoek worden ook die
maatregelen behandeld.
33
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com

de tarifering van de goederen binnen een bepaalde bandbreedte;
de opbrengst van schenkingen en erfenissen.
Tien voordelen van het nieuwe systeem
Met gebruik van de nodige verbeeldingskracht44 kunnen we de volgende voordelen van dit hypothetische stelsel
bedenken:
Voordeel 1:
Balans tussen vraag en aanbod, productie en consumptie
Door de indeling van schaarse, vervuilende en bedreigde goederen in de hoogste klasse verbruiksbelasting worden
dergelijke goederen dubbel getroffen.
Schaarse goederen zullen al in prijs stijgen door de ‘onzichtbare hand van Adam Smith’, de marktwerking: een
vraag die hoger is dan het aanbod zal de prijs doen toenemen. Maar dat weerhoudt niet genoeg mensen ervan die
goederen aan te schaffen. Daarom zullen ze daarboven nog worden belast met het hoogste tarief
verbruiksbelasting. In sommige gevallen zal dat bijna een verdubbeling van de prijs betekenen. Verbeterde
goederen, die niet of minder schaars of schadelijk zijn, kunnen worden onderworpen aan een lager tarief
verbruiksbelasting.
Zoals ik hiervoor heb uiteengezet, worden de normen voor indeling in een lagere klasse langzaam maar zeker
aangescherpt. Goederen die nu verbeterd zijn, zullen gemeengoed worden en terug in het algemeen tarief
worden geplaatst. Andere verbeterde goederen zullen zich aandienen, en zo kan het jaar in jaar uit doorgaan.
Concreet levert dit systeem op: het tegengaan van vervuiling, overbevissing, honger, roof en dood in Afrika. Het
tegengaan van ontbossing en de opwarming van de aarde door broeikasgassen met alle gevolgen van dien. Het
gaat dan eigenlijk om het vinden van de balans tussen economie en ecologie45.
Voordeel 2:
Solidariteit, natuur & vrije keuze, groen rood en blauw
Zoals eerder gezegd, zullen de rijken en veelverdieners de meeste belasting betalen. Dit geeft een dubbele
solidariteit. Enerzijds betaalt deze draagkrachtige groep meer. Anderzijds zorgt men ervoor dat door schaarste
‘weg te heffen’ die goederen voor de mensheid blijven bestaan. De persoon met een hoog consumptiegedrag
vervuilt en creëert schaarste. Door dit gedrag het zwaarst te belasten, compenseert die groep de andere,
44
Albert Einstein: “Imagination is more important than knowledge. For knowledge is limited to all we now know and
understand, while imagination embraces the entire world, and all there ever will be to know and understand.”
45
De gevaren van broeikasgassen moeten beslist serieus worden genomen. Een te grote stijging van de temperatuur heeft
voor de mensheid onomkeerbare gevolgen. Zie ook de rapporten op:
http://www.ipcc.ch/publications_and_data/publications_and_data_technical_papers.shtml
34
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
onthoudende groep. Dit belastingsysteem kun je dus dubbel sociaal noemen.
De liberalen kunnen ook verheugd zijn. Zij streven vrije keuze na, en met dit fiscaal stelsel hebben ze de vrije keus
om al dan niet veel belasting te betalen.
Een klein voorbeeld kan dit verduidelijken:
Er is een nieuw soort plasmatelevisie uitgevonden die in het jaar 2018 op de markt komt. Er bestaan ook upgrades van oude televisies. De
liberaal kan de oude televisie wegdoen en een compleet nieuwe televisie kopen. Een nieuwe televisie wordt belast in het toptarief
verbruiksbelasting van bijvoorbeeld 100%. Dus: €10.000 (€5.000 plus €5.000 verbruiksbelasting, de druk in de consumentenprijs is dus
50%). De upgrade kost €2.000 exclusief verbruiksbelasting en het inbouwen kost €1.000. Het inbouwen zelf wordt niet belast 46. De upgrade
wordt belast tegen het algemeen tarief van 100%. Door voor de upgrade te kiezen is de liberaal €5.000 kwijt. Een verstandige liberaal kiest
voor de upgrade en spaart €5.000 uit.
Iedereen heeft een ruimere keuze meer of minder belasting te betalen. In ons systeem kan de liberaal ook kiezen
voor sparen in plaats van consumeren. Bij een inkomstenbelasting als ‘voorportaal’ is dat ondenkbaar. Verder
zullen door algemene vermogensdrempels meer ondernemers starten. Men wordt immers nog niet belast op het
vermogen, omdat de belastingvrije vermogensvoet nog niet bereikt is,
Tenslotte is er door dit stelsel een betere marktwerking. Goederen in de handel zijn vrij van verbruiksbelasting,
want de verbruiksbelasting vindt pas haar laatste rustplaats op het moment dat het goed aan de verbruiker
verkocht is. In een groot deel van de keten rust dus geen verbruiksbelasting op goederen, die daardoor de wereld
over kunnen zonder enige belastingheffing. Ook op dit vlak zal dit systeem de liberalen aanspreken. Eerder is
aangetoond dat de directe belastingen (winstbelasting, inkomstenbelasting) het meest verstorend zijn. De vrije
handel en de vrije keuze maakt het systeem ’dubbel liberaal’.
Voordeel 3:
Vergrijzing & zelfredzaamheid
Ons systeem moedigt sparen en arbeidsparticipatie aan. Zoals ik hiervoor weergegaf, is primair het vermogen dat
een mens tijdens het leven zelf heeft verdiend belastbaar met een vermogensmutatiebelasting. Deze
belastingdruk zal lager liggen dan de druk van de verbruiksbelasting. Bovendien zal het ontsparen wegens
consumptie in latere jaren gepaard kunnen gaan met een belastingcredit vanwege vermogensverlies47.
Iedereen heeft zo zijn eigen ideeën over en invulling van zijn financiële toekomst. Hoeveel verdien ik nu, hoeveel
geld kan ik op dit moment opzij zetten? En wat ga ik later besteden, hoeveel zal ik wellicht erven, uit hoeveel
personen bestaat later mijn gezin? De financiële levensloop is voor niemand hetzelfde. Socialezekerheidsstelsels
brokkelen gestaag maar zeker af. Ze zijn minder nodig, ze verstoren de internationale concurrentieverhoudingen
en zijn voor veel landen in combinatie met de staatsschulden en vergrijzing onbetaalbaar geworden. Het ruime
‘gepamper’ van de bevolking zal en moet wellicht stoppen; er zal wel iets voor in de plaats moeten komen, wil je
een zelfredzame bevolking behouden.
46
De diensten hoeven niet te worden belast. De vermogensovergangen die door het verrichten van diensten plaatsvinden,
worden belast in de vermogensmutatiebelasting.
47
Alternatieven zijn een beperkte credit en/of het later kunnen verrekenen van een credit als het vermogen weer toeneemt.
35
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Binnen ons stelsel wordt het sparen automatisch aangemoedigd. Je betaalt over de inkomende geldstroom
immers niet eerst inkomstenbelasting. Weliswaar zul je getroffen worden door een vermogensmutatieheffing,
maar op het moment van ontsparen door consumptie krijg je een credit die uitbetaalbaar kan zijn. De consumptie
wordt uiteraard wel belast met verbruiksbelasting etc., zodat een dergelijk systeem zorgt voor compensatie.
Een (mini-)stelsel, een systeem waarbij je door sparen op latere leeftijd minstens in de behoeften kunt voorzien,
kan in het geheel buiten de vermogensmutatieheffing blijven. Afhankelijk van de leeftijd en de
gezinssamenstelling kun je een actuarieel bepaald vermogen vrijstellen. Allerlei vermogensbestanddelen kunnen
de invulling van dit vrijgestelde vermogen vormen: de woning (minus de schuld), het vermogen van het bedrijf,
een spaarrekening en uiteraard het echte pensioenvermogen. Grote groepen mensen kunnen fiscaal gestimuleerd
worden—door die generieke vrijstelling - in het eigen pensioen en weerstandsvermogen te voorzien. Dit vrije
vermogen fiscaal stimuleren door een generieke vrijstelling is vele malen belangrijker en socialer dan een
generieke belastingvrije som in de inkomstenbelasting! En zal bovendien macro-economisch voordeliger zijn.
Mensen met een sociale achterstand kunnen die achterstand door belastingvrije vermogensopbouw sneller
inhalen. Ook in dit opzicht is dit systeem socialer.
Verder wordt het overhevelen van vermogen van een rijke generatie naar een jonge generatie gestimuleerd. De
jonge generatie benut het heffingsvrije vermogen en de oude generatie wordt niet op dat vermogen belast.
Andersom kan uiteraard ook, maar dat doet zich minder vaak voor. Het is de jonge generatie die aan de slag moet
en daar heeft die generatie een beetje vermogen voor nodig. Zoals een plant voeding, water, licht en ruimte nodig
heeft om te groeien. Of zoals in de oude verdwenen gemeenschappen waar de gezinnen een eigen plekje
aangewezen kregen om een gezin te stichten. De oudere generatie moet een deel van de verworven vruchten
afgeven aan de jongere generatie zodat die ook kan ’groeien’48. Fiscaal druk op de rijke bevolking/generatie leggen
om vermogen over te hevelen zal de economie stimuleren. De jongere generatie zal dit vermogen zeker inzetten
om verder te komen (onderneming starten, huis bouwen, op jongere leeftijd een gezin stichten, etc.).
Tenslotte heeft een generieke vrijstelling van het vermogen ook een doelmatigheidsreden: niet iedereen hoeft
aangifte te doen voor de vermogensmutatieheffing.
Voordeel 4:
Goed functionerende overheid(sinterventie)
We hebben recent gezien dat grote groepen consumenten in tijden van crisis ‘op hun geld gaan zitten’. Ze sparen,
ze zijn angstig voor magere tijden. De combinatie van vermogensmutatiebelasting en verbruiksbelasting zorgt
ervoor dat de overheidsinkomsten stabiel zijn. Als er niet geconsumeerd wordt, wordt er gespaard, en dat
verhoogt weer de belastinginkomsten vanwege de vermogensmutatiebelasting.
Er is dus sprake van communicerende vaten. Die ruimte zorgt ervoor dat er in tijden van crisis plaats is voor
stimulerende maatregelen. Die maatregelen moeten niet het stimuleren van bedrijven, maar het stimuleren van
48
Albert Einstein: “Look deep into nature, and then you will understand everything better.”
36
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
de vraag beogen. Wat moet een bedrijf immers met zijn investeringen als er geen vraag naar de producten is?
Daarom is de vraag stimuleren het adagium. Een verbruiksbelastingstelsel met opbouwende tarieven zal daarbij
zeker helpen. Je kunt tijdelijk bepaalde goederen in een lager tarief plaatsen waardoor de vraag naar deze
goederen stijgt. Dat geeft de bedrijfssector en vervolgens de arbeidsmarkt weer een impuls. Je kunt er daarnaast
voor kiezen tijdelijk het tarief van de vermogensmutatiebelasting te verhogen. Dat straft het overdreven
spaargedrag af.
De hopeloze monetaire - en rentepolitiek kan worden verlaten om de economie een impuls te geven.
Je kunt een stimulans beter uitvoeren via een tijdelijke verlaging van de verbruiksbelasting. De bedrijven kunnen
dan weer aan de slag, werknemers weer aan het werk. De tijdelijk lagere verbruiksbelasting verdwijnt in de zakken
van een brede laag van de bevolking, wat precies de bedoeling is.
Dit stabiliserend effect zal ook automatisch plaatsvinden als sprake is van een vermogensmutatiebelasting. Bij het
door ons voorgestelde systeem is dat het geval. Mensen willen niet graag extra belasting voldoen door onnodig op
hun vermogen te gaan zitten en eigenlijk noodzakelijke consumptie uit te stellen. Het gevaar voor hen is dubbele
heffing (een keer via de vermogensmutatiebelasting en een keer via de consumptiebelastingen).
Er kunnen ook eerder menselijke diensten worden ingezet waarvan de inzet sec niet belastbaar is (er is geen
inkomstenbelasting meer en ook geen btw op diensten). Ontsparen zorgt dus voor sparen bij de andere
arbeidzoekende groep. De arbeidzoekende groep kan ook eerder werkloos zijn geweest. Aldus zal het belasten van
sparen (vermogensmutatieheffing) en verbruiken (verbruiksbelasting) de economie op twee vlakken automatisch
stabiliseren. Binnen de macro-economie noemt men dit een automatische stabilisator (De Kam 2008; 112). Het
vormt voor de overheid, naast deze stabilisator, ook een vaste bron van inkomsten. Gevolg: een goed
functionerende overheid.
In de democratieën stellen de overheden het welzijn van de burgers centraal. De drie basisdoelstellingen van
dergelijke overheden op economisch vlak zijn: de allocatie van middelen, herverdelen van inkomens en de
stabilisatie van de economie (Musgrave 1989). De overheid kan met dit fiscale stelsel in de hand op een heel
effectieve en efficiënte wijze deze doelstellingen nastreven. Bovendien kan dat op een manier die logisch is en
voor de bevolking acceptabel is:
Herverdelen kan door de tarieven verbruiksbelasting en de vermogensmutatiebelasting. De
vermogensmutatiebelasting moet daarbij bezien worden in combinatie met de algemene vrijstelling voor het
kunnen verkrijgen van vermogen. Verder moet men de herverdeling zien in combinatie met de erf- en
schenkingscomponent. Het gaat dan om herverdelen van vermogen, het gestolde en niet-geconsumeerde
inkomen.
Allocatie van schaarse middelen gaat via de particuliere sector. Er is in mindere mate een publieke sector nodig die
direct in de markt intervenieert. Een lagere of juist hogere verbruiksbelasting zal die goederen immers direct
treffen. Het gebruik ervan wordt effectief gestimuleerd of juist afgeremd. Hoe hoger de tariefverschillen, hoe
effectiever de maatregelen zijn. Op dit moment doet een verschil van 10 of 15 % veel, maar niet genoeg. Wat gaat
37
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
er evenwel gebeuren als het verschil 50% 49 wordt? Een overheid kan een dergelijke maatregel op termijn en/of
stapsgewijs aankondigen, zodat de markt zich kan. Uiteraard is het niet de bedoeling alle consumptie ‘weg te
heffen’. Het gaat er om de consumptie te verschuiven naar goederen met de geringste negatieve externe effecten
door de productie en consumptie ervan (vervuiling, schaarste etc.).
Wat de stabilisatie van de economie betreft: zoals ik hiervoor al heb uiteengezet, zijn vermogensaanwas en
consumptie ten dele communicerende vaten. In tijden van crisis kunnen die vaten bovendien anders worden
belast:
- Crisis: lagere verbruiksbelasting en een zwaardere vermogensmutatiebelasting.
- Hoogconjunctuur: hogere verbruiksbelasting en eventueel een lagere vermogensaanwasbelasting.
Bij hoogconjunctuur worden de grondstoffen automatisch duurder en dit zal de prijzen doen stijgen. De extra
belastingheffing zal ervoor zorgen dat de economie niet oververhit raakt. Bij laagconjunctuur is het precies
andersom.
Door de automatische verdeling van vermogen en verbruik ontstaat (ook automatisch) minder behoefte aan
overheid. Er wordt tegendruk uitgeoefend op schadelijke goederen door de belastingheffing en er wordt
tegendruk op teveel vermogensbezit uitgeoefend, tenzij het vermogen betreft waar de gemeenschap iets aan
heeft (kapitaal voor verbeterde goederen, vermogen geïnvesteerd in musea, bossen, scholen, sociale woningen,
bibliotheken,…). Deze tegendruk zorgt ook automatisch voor een betere verdeling van rijkdom. Een zelf direct
ingrijpende overheid is dan minder nodig.
Bovendien wordt het vermogen beheerd door de mensen die het hebben opgebouwd. Die zullen beslist zorgen
voor een efficiënte en effectieve inzet ervan: het zijn mensen die verstand van zaken hebben. De van te voren
door de wetgever geschapen kaders voor maatschappelijk vermogen zullen gemakkelijk worden gerealiseerd. Er
hoeft dan minder bij de rest van het volk te worden weggehaald zodat die nog eerder zelfvoorzienend wordt. Als
de heffingen minder opleveren is er ook minder behoefte aan een overheid.
Voordeel 5:
Stimulering arbeidsparticipatie & kapitaalkrachtige bedrijven
De progressieve heffing in de huidige inkomstenbelasting zorgt ervoor dat de arbeidsparticipatie wordt
bemoeilijkt. Dit ziet men het sterkst bij de groep die een beroep doet op sociale-zekerheidsregelingen. Zodra
personen uit die gaan werken, krijgen ze groep binnen het huidige systeem te maken met een zwaardere
belastingheffing. Dat komt met name door de progressie in de inkomstenbelasting.
In combinatie met andere inkomensafhankelijke regelingen en sociale regelingen zorgt dit ervoor dat die groep
mensen nauwelijks gestimuleerd wordt om een betaalde baan te kiezen. Men noemt dat de armoedeval. De
armoedeval wordt veel kleiner als men helemaal geen inkomstenbelasting meer kent. Iedere euro bruto vormt
49
Bij een tariefsverschil van 50% moet men niet denken als bij de inkomstenbelasting. Een verhoging van 50% btw betekent
consumentenprijs inclusief 50% verhoging. Van 20% btw naar 70% btw betekent bij een eenvoudige kostprijs plus winstopslag
van 100, veelal een prijsmutatie van 120 naar 170. Ik ga er dan van uit dat de btw-druk volledig in de prijs kan worden
verdisconteerd. Dat is afhankelijk van vraag en aanbod elasticiteit. De belastingdruk op dit goed gaat van 17% (20/120*100%)
naar 41% (70/170*100%).
38
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
een euro extra. Bij het huidige systeem wordt men vervolgens getroffen met een progressieve heffing. In het door
ons voorgestelde systeem gaat die overloop veel bemoedigender. Extra werken levert ook echt meer op50.
Niet alleen grote gezinnen en lage-inkomensgroepen zullen voordeel van dit systeem ondervinden. Dat is al eerder
aangestipt. Succesvolle groepen maken de keuze tussen hard werken en veel belasting voldoen enerzijds, en
bijvoorbeeld vrije tijd anderzijds. Dergelijke groepen worden door de progressieve inkomensheffing nu afgeremd
in hun kunnen en streven. Dat moet juist omgekeerd zijn. IJverige en succesvolle mensen moeten gekoesterd
worden. Hun overmatige consumptie moet uiteraard wel belast worden, maar het is onnodig en onwenselijk hun
vermogensvooruitgang af te remmen, tenzij het vermogen extreem groot – en daardoor verdrukkend – wordt. Een
vermogensmutatieheffing met een matig vlak tarief zal ervoor zorgen dat mensen hard zullen werken in de tijd dat
ze het kunnen. Men zal bijvoorbeeld investeren in het bedrijf en meestal gematigd zijn met consumeren. Of geld
opzij zetten om later een bedrijf te starten of over te nemen. Of een woning te kopen en een gezin te stichten. Pas
op het moment dat het vermogen voor de belastingplichtige ’overbodig’ is geworden, kan extra worden geheven
door de verervings- en schenkingscomponent in de vermogensmutatieheffing.
Bij het huidige inkomstenbelastingsysteem ondergaat het inkomen veelal eerst een progressief tarief.
De vrijkomende middelen kunnen pas na die heffing worden geïnvesteerd. Dit gaat ten koste van de
zelfontplooiing van mensen, maar ook van het weerstandsvermogen en de groei van bedrijven.
Voordeel 6:
Vereenvoudiging & verhoging mobiliteit
Het doorvoeren van een stelsel met een zware verbruiksbelasting op goederen en een vermogensaanwasbelasting
betekent het (geleidelijk) afschaffen van de inkomstenbelasting, de winstbelasting en daarmee een groot deel van
het internationaal en Europees belastingrecht.
Voor fiscalisten betekent dit:

Het verschil in fiscale behandeling tussen kapitaal en vreemd vermogen verdwijnt.

Het verschil tussen inkomen en kosten verdwijnt.

Het verschil tussen inkomen en onbelaste meerwaarden verdwijnt.

Het bronnenstelsel wordt vervangen door een bronneutraal stelsel. Er wordt geheven bij de tegenhangers
van het economisch inkomen: de vermogensmutatie en de consumptie.

De problematische heffing op incidentele baten/winsten en de toepassing van bijzondere tarieven
verdwijnt.

Invoering van een volstrekt rechtsvormneutrale heffing.
50
In de arbeidzame fase is de druk lager dan de huidige inkomstenbelasting. Na de arbeidzame fase wordt bij een teveel aan
vermogen de druk potentieel hoger, tenzij men overdraagt of omzet in maatschappelijk vermogen.
39
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com

De fiscale eenheid om tot groepsverliesverrekening te komen wordt overbodig.

Opheffing van zeer veel internationale fiscale barrières.

Geen bronheffingen meer.

Fiscale gelijkheid tussen alle inkomstengenieters; geen gedoe meer met aftrekposten om tot gelijkheid te
komen.

Meer leefvormneutrale heffing.

Successierechten en schenkingsrechten worden in de vermogensmutatiebelasting opgenomen. Ook die
aparte heffingen kunnen vervallen.

Het onderscheid tussen diensten en goederen kan in de verbruiksbelasting vervallen. Alleen de goederen
worden getroffen.

Het aantal aan de verbruiksbelasting onderworpen ondernemers kan omlaag. Alleen de klassieke
‘productieketen’ en ‘handelsketen’ kan op verzoek vrijstelling krijgen van verbruikersbelasting. Op de
aanschaf van goederen door de overigen (banken, verzekeringsmaatschappijen, dienstverleners,
kleinhandelaren zonder verzoek) zal de progressieve verbruikersbelasting drukken51.
Er komt weinig voor in de plaats. Men moet alleen het vermogen op 31 december waarderen en tellen. Uiteraard
kunnen op dat punt de nodige discussies ontstaan, maar het belang is gering. Een ‘fout’ in de waardering of het
tellen wordt immers in de toekomst in de heffing betrokken.
Op het gebied van het internationaal belastingrecht moeten andere methoden worden toegepast.
Het internationaal belastingrecht is gestoeld op gedachtegoed uit de Eerste Wereldoorlog, toen paard en wagen
nog het voornaamste vervoermiddel was. Toch is het OESO-modelverdrag nog steeds op dat gedachtegoed
gebaseerd. Men bouwt op deze fundamenten hele huizen, en zelfs torenflats …
Op microniveau wordt de heffing tussen landen verdeeld. Men stoelt dat op soevereiniteit. Een beetje
winstbelasting voor het ene land, een beetje dividendbelastingopbrengst voor het andere land. De
inkomstenbelasting verdelen we bijvoorbeeld naar rato van het aantal dagen dat iemand al dan niet gewerkt heeft
in een land. Er zijn boekenkasten vol over geschreven en de complexiteit neemt alleen maar toe. Einstein zou
verzuchten: “Any intelligent fool can make things bigger and more complex.” en “We cannot solve our problems
with the same thinking we used when we created them.”
51
Binnen de vermogensmutatiebelasting zal ik in een beperkte ‘werktuigvrijstelling’ voorzien, zodat deze groep niet te zwaar
(dubbel) met vermogensmutatiebelasting wordt getroffen. Verder geldt binnen de vermogensmutatiebelasting een
willekeurige waardering voor aangekochte verbeterde goederen die minder schadelijk zijn.
40
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
In de fiscale praktijk moet men uren spenderen om dergelijke mensen en bedrijven te helpen. Gewone mensen
die proberen hun boterham te verdienen wordt het vaak onmogelijk en onnodig complex gemaakt. Zouden we
heden ten dage een dergelijk modelverdrag als uitgangspunt nemen? Beslist niet. Het OESO-modelverdrag
verdeelt de belastingen op microniveau. Binnen continenten als Europa met veel relatief kleine landen brengt dit
geweldige problemen met zich mee. Bij de invoering van een progressieve verbruiksbelasting en een
vermogenswinstbelasting komt de heffing nagenoeg volledig aan het woonland toe. Mogelijk voelen sommige
landen zich dan aangetast in hun soevereiniteitsrechten.
De soevereiniteitsrechten zijn echter op eenvoudige manier financieel te gelde te maken. De bedrijven en de
burgers moeten daarmee niet meer worden lastiggevallen. In ons concept gebeurt dat ook niet meer. Alles komt
in eerste instantie toe aan het woonland. Bij de opheffing van de onzichtbare belastingbarrières zal een juistere
allocatie van vermogen en arbeid plaatsvinden. Werken en participeren over de grens wordt ook gemakkelijker.
Als op macroniveau echter de opbrengsten worden verdeeld, dan hebben de landen hun zin. In hoofdstuk 5 zullen
daartoe concepten worden uitgewerkt. Die concepten kunnen de landen gebruiken als verdeelsleutels om hun
oude soevereiniteitsrechten te gelde te maken.
Het is te hopen dat ze die gebruiken. De landen hebben elkaar nodig om de inkomstenbelasting af te breken. De
belemmeringen tussen de landen moeten worden opgeheven52. Darwin bewees: “In the long history of human
kind (and animal kind, too) those who learned to collaborate and improvise most effectively have prevailed.”
Voordeel 7:
Bestrijding zwart geld, corruptie, witwassen en criminele activiteiten
De vermogensmutatiebelasting kun je vormgeven door een heffing die louter aanknoopt bij het eindvermogen.
Het beginvermogen is het aangegeven eindvermogen van het vorige kalenderjaar. Als dat eindvermogen gevolgd
wordt door de inspecteur, staan het eindvermogen en het beginvermogen vast. Het is niet meer te wijzigen. Ik
noem dit het formele vermogen.
Als later niet aangegeven vermogen ontdekt wordt, kan dat worden opgenomen in het eindvermogen van het jaar
dat het verzwegen vermogen ontdekt is. Op die manier is de heffing zeer moeilijk te ontlopen. Het hangt
levenslang als een zwaard van Damocles boven het hoofd. Uiteraard kunnen ook nog de nodige boetes opgelegd
worden en kan men revisierente toepassen.
Verzwijgen en gebruik maken van de vervaltermijnen, zoals bij het verzwijgen van inkomen gebruikelijk is, loont
niet meer. Alleen door te consumeren of door het geld aan het vermogen toe te voegen zal de crimineel iets met
het geld kunnen doen. In beide gevallen wordt belasting voldaan. Alleen emigreren zal een crimineel wellicht
helpen, maar dat is ook bij de huidige inkomstenbelasting een ‘oplossing’53.
52
A. Einstein, Peace Congress of Intellectials in Wroclav, August 29, 1948
53
De ‘oplossing’ geeft een dubbel effect. Een land wordt verlost van onrecht en criminaliteit. Bovendien straft de crimineel
zichzelf omdat hij uit geldhonger en angst verplicht is de banden met zijn leefmilieu door te snijden. Men kan stellen dat hij
zichzelf zonder proces, maar wel na vermoedelijk jarenlange overdenking, de middeleeuwse straf ‘verbanning’ oplegt.
41
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Een dergelijk stelsel is op dit punt rechtvaardiger jegens eerlijke belastingplichtigen en zal verschonend werken
ten opzichte van zwart geld, corruptie, witwasserij en andere criminele activiteiten.
Voordeel 8:
Betere controle & invordering
De verbruiksbelasting knoopt aan bij prestaties onder bezwarende titel54, het ruilverkeer. Dit geeft een
tegengesteld belang, er zijn nagenoeg steeds twee tegenpartijen. Soms wordt een tegenprestatie gefingeerd55 ; dit
is evenwel eerder uitzondering dan regel.
Binnen elk bedrijf vindt een waardekringloop plaats56. Voor handelsbedrijven van inkoop, naar opslag en dan weer
verkoop; de geldbeweging verloopt in tegengestelde richting. Dit zijn de sterkste verbanden omdat goederen (en
de daaruit voortkomende geldbeweging) te volgen zijn. Binnen de controleleer kunnen dan sterke verbanden
tussen dergelijke kringlopen plaatsvinden (Starreveld 1994). De opkomst van giraal geld zal deze kringloop beter in
beeld brengen. De verbanden zullen nog harder worden57.
Bovendien zijn er binnen de controleleer standaarden ontwikkeld voor geautomatiseerde afdoening van de
controlerichting. In Nederland heeft veel software de mogelijkheid financiële data te exporteren naar een
standaard, die zowel voor de externe accountant als ook voor de inspecteur kan worden opgevraagd. Deze
ontwikkelingen zullen doorzetten, men zal er niet aan ontkomen. Het is ook een gezonde ontwikkeling voor iedere
eerlijke ondernemer.
Binnen het door ons voorgestelde systeem kan bovendien een groot deel van het controleapparaat van de directe
belastingen verschuiven naar de indirecte belastingen. Dit zijn veelal de ondernemers. Dat zijn veel minder
belastingplichtigen. Bovendien gaat het dan alleen om productiebedrijven en de niet vrijgestelde handelaren in de
handelsketen. Ook dienstverleners ed worden niet opgenomen in de verbruiksbelasting. Op de goederen die deze
ondernemers kopen rust verbruiksbelasting. Er zijn dus ook veel minder subjecten te controleren.
De beter toetsbare waardekringloop, de voortschrijdende (geautomatiseerde) controlemogelijkheden en de
verschoven aandacht naar verbruiksbelasting-belastingplichtigen zal de opbrengst en efficiency van het
controleapparaat verhogen.
54
Zoals in art. 2 BTW Richtlijn 2006. Richtlijn van de Raad van 28 november 2006, PbEU L347.
55
In de btw worden soms prestaties gefingeerd. Bijvoorbeeld een onttrekking aan een goed voor privédoeleinden. Art. 16
BTW Richtlijn 2006. Ik pas bepaalde concepten van de btw-richtlijn toe in ons onderzoek.
56
Starreveld, R.W. ea, Bestuurlijke informatieverzorging, deel 2, typologie van de toepassingen, derde druk, Samsom
Bedrijfsinformatie, Alphen aan den Rijn/Deurne, 1992, P 231 .. 233.
57
Het aantal betalingen met “PIN” steeg in Nederland van 371 miljoen in 1996 tot 2.379,3 miljoen in 2010. De afgelopen jaren
was de groei van de transacties gemiddeld 10% per jaar.
Verder ontwikkelt men thans binnen SEPA een standaard waarmee real time en online elektronische betaalopdrachten
binnen de Europa kunnen plaatsvinden. Bron www.currence.nl
42
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Ik voorzie verder in de toekomst een geautomatiseerd betalingssysteem, waarbij bij iedere betaling de
verbruiksbelasting automatisch bij de ontvanger terechtkomt. Van een verbruiksbelastingadministratie is de
ondernemer dan ook verlost. De ontvanger is verlost van invorderingsmaatregelen. En wat de invordering betreft
van de vermogensmutatiebelasting met een heffingsvrij vermogen: de invorderingsproblemen zullen sterk dalen.
Immers: iemand die meer vermogen heeft dan het heffingsvrije vermogen, zal ook de belasting boven het
heffingsvrije vermogen kunnen betalen.
Voordeel 9:
Concurrentiepositie ten opzichte van verspillende landen
De inkomstenbelasting en winstbelasting werken economisch verstorend. De heffingen zijn complex58 en brengen
verspillingen, verstoringen en internationale spanningen teweeg. Ze zorgen bovendien dat een onjuiste allocatie
van vermogen en inkomen plaatsvindt, daar waar de belastingdruk het laagst is. De Westerse economieën staan
door dergelijke systemen al een paar punten achter op de Oosterse economieën. De laatste hebben in mindere
mate last van winstbelastingen en inkomstenbelasting.
De landen die met een progressief systeem van verbruiksbelasting gaan werken, zullen nuttiger en spaarzamer
met natuurlijke rijkdommen omspringen. Langzaam maar zeker zal de technologie daarop zijn toegerust. Op lange
termijn zal dat deze landen beslist voorsprong geven op het gebied van welzijn en economie. De landen die nu
met oogkleppen op de consumptiecyclus instappen, zullen hun eigen graf graven. De prijs die vraag en aanbod op
grondstoffen teweeg zal brengen, dwingt die landen ook een zuinig systeem aan te leggen. De groei van de CRBindex, een index waar de belangrijkste grondstoffen in zitten, toont die noodzaak aan.
58
“Bureaucracy is the death of any achievement.” (Albert Einstein, 1934)
43
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Met dank aan Edwin Vandamme
Op dit punt zal een economie met een technologie die minder verspillend is, op termijn winnen van de op korte
termijn verspillende economie. De prijzen zullen vermoedelijk – gelet op de groei van de wereldbevolking en de
ontwikkelingen in het Oosten - verder stijgen.
Om vier redenen moet toch principieel een zware heffing op schaarse goederen plaatsvinden:

behoud van de goederen voor de toekomst;

voorkomen van vervuiling;

inkomsten genereren voor de overheid;

innovatie stimuleren
De eerste drie punten liggen voor de hand. Het laatste behoeft toelichting.
De meest tot de verbeelding sprekende voorbeelden van schaarse goederen die toch zwaar worden belast, zijn
brandstoffen en autogebruik. Auto’s zijn voor veel mensen gewone gebruikersgoederen geworden, ook in de
landen die nu tot de opkomende economieën behoren.
44
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
De aardolie is door de vraag enorm duur geworden. Ook een auto kost het nodige. De vraag dient zich aan wat er
zou gebeuren als op die goederen geen verbruiksbelasting zou worden geheven. Precies, de schaarste en
destructie zouden niet te overzien zijn.
Door die goederen extra te belasten wordt de industrie bovendien innovatief. Men anticipeert als het ware op een
nog grotere schaarste in de toekomst. De belastingheffing legt als het ware een fictieve schaarste op die
goederen.
De innovatie zal ons vooruit brengen zonder de economie op termijn te schaden. Innovatie kost enorm veel geld,
maar het gaat om diensten: die vervuilen niet. hetze leveren werk op en de ecologie wordt gespaard. Op lange
termijn zal zich dit economisch terugbetalen in een besparing op grondstoffen. Bovendien zullen, zoals eerder
gesteld, de negatieve externe effecten verminderen. Degene die toch slechte producten koopt, compenseert
fiscaal de onthouder.
Innovatie wordt in ons systeem op drie vlakken gestimuleerd:
1. Door de mogelijkheid de goede producten in een veel lagere klasse verbruiksbelasting te brengen, de
eindprijs te verlagen en die producten aldus de markt te laten winnen. Door de producten die een te grote
behoefte hebben aan schaarse grondstoffen in het zware algemene tarief te belasten, wordt innovatie
juist extra gestimuleerd.
2. Door in de vermogensmutatieheffing groei van innovatiekapitaal vrij te stellen.
3. Door buitenlandse deskundigen/specialisten die hier tijdelijk verblijven, hun inkomen netto, eventueel
zonder mutatieheffing, te laten verdienen.
Toonde Darwin immers niet aan: “It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent that
survives. It is the one that is the most adaptable to change.”
Voordeel 10:
Meer informatie voor de consument
Door de differentiatie in de verbruiksbelasting weet de consument welke goederen ‘goed’ zijn en welke niet. Het is
dan ook verstandig om het tarief verbruiksbelasting op de aangeboden goederen weer te geven59 (bijvoorbeeld
klasse A t/m E). De mensen willen dat weten, ze zijn hun eigen verspillingen zat. Mensen zijn naast economische
wezens immers ook sociale wezens.
Steeds vaker proberen producten zich te onderscheiden door ecologische claims als duurzaam, groen, scharrel
etc. In ons systeem wordt een dergelijke claim pas echt beloond door een lager tarief verbruiksbelasting, als hij
ook objectief bewezen is. Een producent moet eerst aantonen dat zijn product werkelijk beter is op het gebied van
de socio-, geo- of biosfeer. Zo niet, dan is het commerciële praat en blijft het hoge tarief verbruiksbelasting van
toepassing. De consument kan zo beter zijn conclusies trekken en gemakkelijker keuzes maken.
59
Dit is een onderdeel van de “Radicale transparantie” bedoeld door DANIEL GOLEMAN, “Het belang van ecologie voor een
eerlijke markt”, vertaald door Mirjam Westbroek, Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Contact, 2009, P 14
45
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Tenslotte maakt dit systeem de mens ‘baas’ over de spullen die de wereld over gaan. Producten gemaakt door
fabrikanten die mensen uitbuiten en het milieu verzieken worden door de toegevoegde informatie door de markt
weggeselecteerd.
Uitgangspunten en opbouw van het onderzoek
Met dit onderzoek proberen wij niet alleen tot het beste belastingsysteem te komen. We willen ook een
internationaal toepasbaar systeem, dat aan de noden van ieder land kan worden aangepast. Is er sprake van een
zeer grote kloof tussen rijk en arm? Dan kan het betreffende land een verzwaring van de verervings- en
schenkingscomponent in de vermogensmutatiebelasting invoeren. Bijvoorbeeld zwaardere tarieven en minder
vrijstellingen bij overgang van vermogen wegens schenking en successie. Met daarnaast een hogere vrijstelling in
de algemene vermogensmutatieheffing. Een land met een hoge productiviteit die gepaard gaat met grote
verspilling, kan besluiten de tarieven van de verbruikersbelastingen in te voeren. De zwaarte en verdeling van de
heffingen kan per land verschillenen, terwijl de systematiek hetzelfde kan blijven.
De basisvoorwaarde is dat er steeds een balans kan ontstaan tussen economie en ecologie, maar ook tussen een
sociaal en een liberaal politiek stelsel.
Niet uitgaan van bestaand recht
We vertrekken uitdrukkelijk niet vanuit bestaand positief recht. Daarvoor hebben we een aantal goede redenen:
Op de eerste plaats is bestaand positief recht altijd het recht van een bepaald land, want elk land heeft zijn eigen
‘tuintje’, zijn belastingstelsel. Als je vanuit een dergelijk nationaal stelsel begint te werken zul je nooit een meer
universeel toepasbaar systeem vinden. Het zal dan een systeem worden dat maar in één land kan worden
toegepast, en dat willen we niet.
Ten tweede zijn de bestaande systemen historisch gegroeid, zonder dat men eigenlijk beseft hoe het eindresultaat
nu precies tot stand is gekomen. Laat staan dat er überhaupt sprake kan zijn van een harmonieus geheel60.
Ten derde zijn politieke belangen niet per se gelijk aan de belangen van de meerderheid van de bevolking. Bij
politieke beslissingen worden politieke belangen ‘geruild’ om een meerderheid voor een bepaald wetsvoorstel te
krijgen. Er was dan eigenlijk twee maal sprake van een minderheid. Georganiseerde pressiegroepen laten zich
vooral via de media horen. Grote bevolkingsgroepen zijn echter minder georganiseerd, minder ‘zichtbaar’ als
groep. Ze krijgen dan ook minder vaak hun zin. Verder zijn er de lobbyisten die op sluikse wijze zeer diverse
belangen dienen. En dan hebben we nog de informatie- en machtsspelen die ambtenaren, als uitvoerende macht,
60
“For too long, tax reforms have been approached ad hoc, without regard to their effects on the evolution of the tax
structure as a whole. As a result many parts of the system seem to lack a rational base. Conflicting objectives are pursued at
random; and even particular objectives are pursued at random; and even particular objectives are pursued in contradictory
ways. Unfortunately, this critique still holds true today.” (Mirrlees J et all, Dimensions of tax design, Oxford University Press,
2010, Preface)
46
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
met de wetgevende macht uitvechten. Heel dit gebeuren noemt men de politieke economie61. De sporen daarvan
zijn steeds terug te vinden in de inkomstenbelastingen van de landen. Met de specifieke uitkomsten van de
politieke economie van een land kan men dus weinig aanvangen. Die zullen nooit universeel acceptabel zijn.
Ten vierde hebben veel westerse landen een grote plaats ingeruimd voor de inkomstenbelasting en
winstbelastingen, terwijl dat eigenlijk een van de grote struikelblokken is bij het verkrijgen van evenwichtige
systemen.
Ten vijfde moeten we een systeem nasteven waarbij er, gelet op de toenemende internationalisering, minder
fiscale barrières zijn. Met inkomstenbelastingen is dat niet te realiseren. Een inkomstenbelasting belast een
stroomgrootheid. Het inkomen wordt verdiend tijdens een bepaalde periode. Maar het begrip inkomen wordt per
land anders gedefinieerd. Er zijn net zoveel definities als er landen zijn die de inkomsten belasten62.
In ieder land hebben we te maken met vermogen en verbruik. Om goed te heffen is het voldoende om dat
vermogen en verbruik te definiëren, of beter gezegd: in beeld te brengen. En precies daar zit de mogelijkheid tot
harmonisatie. Overal ter wereld weet men immers heel goed wat vermogen is. En dat vermogen kan men overal
volgens dezelfde grote principes waarderen en belasten.
Hetzelfde geldt voor het verbruik. Het verbruik betreft een bepaald goed. Ook dat goed kun je volgens steeds
dezelfde principes belasten. Een inkomstenbelasting harmoniseren is onbegonnen werk, maar vermogen en
verbruik zijn van nature geharmoniseerde begrippen. Een krop sla eten in Nederland is hetzelfde als een krop sla
eten in Australië63. Een kilo goud uit Australië kan men gerust ruilen met een kilo goud uit Nederland. Vermogen
en verbruik zijn begrippen die overal hetzelfde zijn. We moeten alleen aan vermogen dezelfde soort waarde
plakken, volgens hetzelfde waarderingsprincipe dus. Daarom wordt het door ons voorgestelde systeem een
universeel systeem voor de toekomst, zonder internationale fiscale barrières.
Ten zesde zullen veel van de in landen bestaande noden en noodwendigheden verdwijnen door een andere
manier van heffen. Veel van die noodwendigheden hebben te maken met antimisbruik- bepalingen, maatregelen
om de controle en invordering te vergemakkelijken, en diverse faciliteiten om verschillende vormen van
rechtvaardigheid te bevorderen. Nagenoeg al deze noodwendigheden kunnen verdwijnen.
Misschien lijken dit nogal grote woorden. Het vergt dan ook een flinke gedachtesprong om niet meer te denken in
termen van inkomstenbelasting, maar alleen aan vermogen en het verbruik van goederen. Vermogen bestaat
bijvoorbeeld uit een woning. Dat is de voor ons de reële, bestaande wereld64. U zult vanzelf merken dat er geen
61
Een samenvatting is te vinden in:De Kam C.A., Overheidsfinanciën, Twaalfde Druk, Wolters - Noordhoff, Groningen, 2008,
Hoofdstuk 3
62
En dan nog worden in de landen talrijke procedures gevoerd omdat discussie bestaat of iets al dan niet tot een bepaalde
(categorie) inkomen behoort.
63
Hetgeen overigens niet hoeft te zeggen dat de zwaarte van de heffing uiteindelijk hetzelfde is. Wat als de krop sla via het
vliegtuig naar Australië heeft gereisd. In dat geval zal de verbruiksbelasting hoger dienen te liggen omdat er meer is ontrokken
aan de ecologie (verbruik kerosine e.d.).
64
Al blijkt dat niet waar te zijn. Albert Einstein: “Reality is merely an illusion, albeit a very persistent one.”
47
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
behoefte meer bestaat aan al die faciliteiten die wereldwijd zijn ingevoerd. Het heeft immers geen nut meer de
kosten te definiëren, want we heffen op de mutatie van het totale vermogen van een persoon. Dat vermogen is al
verlaagd door de kosten. Hetzelfde geldt voor geldstromen zoals alimentatie, schadeloosstellingen, kleine giften,
ziektekosten, rentebetalingen, studiekosten, kosten voor kinderopvang. Het heeft geen zin meer die
stroomgrootheden in beeld te brengen. Ze zijn uit het vermogen van de een in het vermogen van de ander
gekomen. En omdat vermogen een saldobegrip bij een bepaalde persoon is, is de belastbare grondslag snel klaar.
Kan er dan niets ontsnappen aan de fiscus? Nee. Het ontdane vermogen van de een komt er bij de ander bij, die er
vervolgens op wordt belast. Schenkingen kunnen naar believen worden gecorrigeerd. Al is dat niet perse nodig,
omdat een ontvangen schenking bij de ander, de ontvanger, eveneens principieel wordt belast, tenzij het bij de
ontvanger ook wordt gecorrigeerd.
Conclusie: we gaan bij het onderzoek niet uit van dogma’s. Maar ook niet van veel moderne literatuur die uitgaat
van de bestaande wetgeving65. Dus: een compleet nieuw ontwerp, ‘design’ van de belastingen.
“Look deep into nature”
Waar dan wel te vertrekken? Hoe te beginnen? Dat was het moeilijkste. Opnieuw heeft Einstein geholpen. Hij
stelde: “Look deep into nature, and then you will understand everything better.” Met andere woorden: we moeten
de natuurwetten en -principes ontdekken. Daarover gaat het tweede hoofdstuk, dat we naar zijn uitspraak
vernoemen. Daarin komen de biologische en natuurkundige principes aan bod.
We maken dan onderscheid tussen een Newtoniaanse en een Darwinistische beschouwing. In de Newtoniaanse
wereldbeschouwing is het volgende onderscheid te maken:

energie (menselijke dienst) = E

soorten materie = M
Dat is belangrijk, omdat het verrichten van de menselijke dienst sec onbelast moet zijn. De mens zijn geoorloofde
dienst moet en zal vrij van heffing zijn. Zwartwerk is niet meer verboden.
65
Einstein oordeelt hier hard over “Somebody who only reads newspapers and at best books of contemporary authors looks
to me like an extremely near-sighted person who scorns eyeglasses. He is completely dependent on the prejudices and
fashions of his times, since he never gets to see or hear anything else. And what a person thinks on his own without being
stimulated by the thoughts and experiences of other people is even in the best case rather paltry and monotonous. There are
only a few enlightened people with a lucid mind and style and with good taste within a century. What has been preserved of
their work belongs among the most precious possessions of mankind. We owe it to a few writers of antiquity (Plato, Aristotle,
etc.) that the people in the Middle Ages could slowly extricate themselves from the superstitions and ignorance that had
darkened life for more than half a millennium. Nothing is more needed to overcome the modernist's snobbishness.”
48
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Daarna geven we een definitie van Newtoniaans economisch vermogen. Dat is het vermogen wat als een
menselijke dienst of als materie (natuur en door de mens gemaakte goederen) kan worden geruild. Het is
fundamenteel dát vermogen, dat beheerst moet worden door belastingheffing.
We tonen aan dat een teveel aan vermogen onrechtvaardigheid kan veroorzaken. Daarom moet het worden
belast, tenzij het wordt omgezet in maatschappelijk vermogen, vermogen dus waar de gemeenschap iets aan
heeft.
Ook definiëren we het verbruik. Verbruik is tegen materie geruild vermogen dat verloren gaat in de loop der tijd.
Een krop sla is in een dag weg en een huis over bijvoorbeeld zeventig jaar.
De Newtoniaanse benadering deelt als het ware de fundamenten van de werkelijke economie in componenten op.
Vervolgens constateren we dat:

het verbruik van dode materie – de goederen - moet worden belast,

de groei en de verandering van het vermogen al dan niet moet worden belast,

het verrichten van menselijke diensten sec – ons leven - niet moet worden belast het delen van materie
(verhuur e.d.) niet moet worden belast
Vervolgens onderzoeken we de biologische aspecten.
U heeft, zonder het wellicht te weten, drie grote al heel kort gezien:

de levenscyclus van ieder levend wezen (vermogensopbouw en -afbouw)66

de natuurlijke selectie (producten)67
66
Vermogensopbouw en -afbouw tijdens het leven. Vermogensopbouw is nodig om ons een plek te geven in de samenleving.
Zoals een boom grond, licht en dus ruimte nodig heeft in het bos. En we moeten het afbouwen, zoals de sterke leeuw die oud
is geworden en een stuk van zijn territorium moet overdragen aan de anderen, de jongeren. Ook die oude sterke leeuw zal
dat niet zomaar doen, maar de natuur – de ouderdom – zal hem uiteindelijk dwingen. Zonder een beetje ‘vermogen’ zal men
sterven. We zien dat bij de mensen in Afrika. Die geven we een beetje vermogen (voedselhulp), maar het is vaak te laat en te
weinig. Zoals we een plant hebben die we niet nodig vinden, die we pas (of niet) een beetje water geven als hij bijna verdord
is.
67
Ten aanzien van de ontwikkeling van goederen en de selectie daarvan op de economische markten. Maar met een
informatief element eraan toegevoegd, zodat de mens weet wat hij koopt. Het informatief element is de indicatie van het
tarief van de verbruiksbelasting op de verpakking. Eventueel ondersteund door een kleur.
Nadere toelichting: zoals een aap weet dat een banaan bedorven is. Zoals een leeuw weet dat hij het zwakste dier moet
pakken en de sterkste moet laten lopen. Dan hebben ze later, als die potentiële prooi ook zwak is geworden, ook nog wat.
Nauw verwant hiermee is het baltsgedrag dat mensen vertonen. Het baltsgedrag is anderen imponeren met de goederen,
terwijl het eigenlijk de gemeenschap schaadt. De werking van het baltsgedrag is in de fiscaliteit uitgelegd door Truyts (Truyts
2008).
49
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com

de samenwerking van groepen68
Deze Darwinistische en Newtoniaanse wetten zijn universeel, zijn tijd- en plaatsloos en kunnen ook in de fiscaliteit
en de economie worden toegepast.
In het hoofdstuk “Look deep into nature” zullen we ook het onttrekkingsbeginsel onderbouwen.
Einstein stelde de gemeenschap centraal69. Hoe meer men voor eigen nut onttrekt aan de gemeenschap, hoe
zwaarder men moet worden belast. Dat is waar het beginsel op neerkomt. Onttrekking kan gebeuren door
onbeheerst verbruik van met name schadelijke goederen. Maar ook door het bezit van niet voor de gemeenschap
dienstige grote vermogens moet worden belast. Want anders is onrechtvaardigheid het resultaat.
De morgenster
In het derde hoofdstuk ‘vangen’ de natuurwetten in een systeem. Voordat ik dat kort uitleg, wil ik u twee stukjes
uit de dialoog die Socrates70 voerde met Alcibiades niet onthouden. Alcibiades zou stadsbestuurder van Athene
worden en zijn vriend Socrates wilde hem helpen om de deugd te verwerven die nodig is voor het bestuur van de
stad Athene.
De eerste passage (let s.v.p. even op de vetgedrukte term):
Socrates: “Want wat zal er, mijn goede Alcibiades, naar alle waarschijnlijkheid met de enkeling of met de staat
gebeuren, als men vrij is, naar willekeur te handelen, maar het inzicht mist? Wat zal er bijvoorbeeld gebeuren met
een zieke, die kan doen en laten wat hij wil, maar alle inzicht in de geneeskunde mist en alle kritiek als een
dwingeland onderdrukt? Zal zijn lichaam niet, naar alle waarschijnlijkheid, ten gronde gaan?”
Alcibiades: “Zo is het.”
68
Op verschillende manieren:

Het delen (de verbruiksbelasting) op het moment van aankoop van een goed. Zoals men vroeger de vruchten van de
bomen en de akker met elkaar deelde. Zoals leeuwen hun prooi kunnen delen.

De samenwerking die nodig is om andere belastingverdragen op te stellen. Zodat internationale fiscale barrières
worden voorkomen.

Het verrichten van menselijke diensten wordt niet meer belemmerd, ze kunnen in de maatschappij “uitzwermen” en
met iedereen samenwerken. De jonge moeder kan de oudere tijdens schooltijd helpen, etc.
De beoordeling van de goederen door samenwerkende groepen uit de maatschappij.
69
`Het is de gemeenschap die de mens voorziet van voedsel, kleren, een tehuis, gereedschappen, taal, wijze van denken en
meestal de inhoud van zijn denken; zijn leven wordt mogelijk gemaakt door de arbeid en de kundigheden van vele miljoenen
uit het verleden en het heden, die allen verborgen liggen aan het woordje “gemeenschap”. (Einstein 1951; 102)
70
Socrates is een van de oude Griekse filosofen. Zijn zienswijzen – die hij nimmer zelf heeft vastgelegd – zijn opgenomen door
Plato. Plato en andere filosofen, zoals Aristoteles, zijn beïnvloed door hem.
50
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Socrates. “En verbeeld je, dat iemand aan boord van een schip maar mocht doen wat hij wilde, terwijl hij het
inzicht en de vaardigheden van een stuurman [kybernetes] miste; zie je niet reeds, wat er met hem en zijn
medeopvarenden zou gebeuren?”
Alcibiades: “Natuurlijk: ze zouden immers allemaal verongelukken!”
Socrates: “Is het nu niet evenzo in de staat en bij de uitoefening van ieder ambt en van iedere bevoegdheid, dat
mislukking het gevolg is van het gemis aan ware deugd?”
Alcibiades: “Het kan niet anders.”
Socrates: “Geen onbeperkte macht, mijn dappere Alcibiades, moet je dus voor jezelf en voor de staat nastreven,
maar enkel ware deugd!”
Alcibiades: “Zo is het.”
Socrates: “Zolang men die echter nog mist, is het, of men nu knaap is of man, beter, de leiding van een betere te
volgen, dan zelf de leiding te hebben.”
Alcibiades: “Blijkbaar wel.”
Socrates: “En wat beter is, is dat ook niet mooier?”
Alcibiades: “Jazeker.”
Socrates: “En wat mooier is, passender?”
Alcibiades: “Natuurlijk.”
Socrates: “Het past dus een slecht mens, maar slaafs te volgen; want dat is beter voor hem.”
Alcibiades: “Zeerzeker.”
Socrates: “Ondeugd past dus helemaal bij slaven?”
Alcibiades: “Blijkbaar wel.”
Socrates: “Maar deugd bij vrije mannen?”
Alcibiades: “Zo is het.”
Socrates: “Moet men slaafsheid nu niet schuwen, vriendlief?”
Alcibiades: “Het meest van alles, Socrates!”
Socrates: “Merk je nu, waar je aan toe bent? Aan de ware vrijheid….. of nog niet?”
Alcibiades: “Ik geloof, dat ik het maar al te goed begrijp!”
”De term waarvan ik wilde dat u hem in ieder geval even onthoudt, is dus kybernetes. Hoewel ik niet thuis ben in
Grieks, is deze passage het eerste wat door Plato opgeschreven is inzake de cybernetica. Het is de leer van het
beheersen, het sturen, zoals men bijvoorbeeld een schip bestuurt.
51
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
De wat onbegrijpelijke passage inzake de domme en slechte slaven zal ik pas in het laatste hoofdstuk uitleggen.
Nu de tweede passage:
“ …Socrates: “Als de burgers in de stad rechtvaardig handelen moet er toch onderlinge genegenheid ontstaan?”
Alcibiades: “Volgens mij weer een onontkoombare conclusie Socrates.”
…
Socrates: “Kun je iets meegeven wat je zelf niet hebt?”
Alcibiades: “Natuurlijk niet.”
Socrates: “Dus jij en ieder ander die wil heersen en regeren – niet alleen in het persoonlijke leven over jezelf en
wat je toebehoort, maar ook over de stad en wat de stad toebehoort – zal eerst deugd moeten verwerven.”
Alcibiades: “Daar heb je gelijk in.”
Socrates: “Wat je voor jezelf en de stad nodig hebt, is dus rechtvaardigheid en zelfbeheersing, in plaats van een
vrijbrief en de macht om naar eigen goeddunken te handelen.” …”71
In essentie gaat het in dit onderzoek om twee dingen: rechtvaardigheid (ten aanzien van de verdeling van
vermogen) en beheersing (ten aanzien van de productie en consumptie). En hoe dat te bereiken uiteraard.
In het tweede hoofdstuk gaat het dus over natuurprincipes. Principes die al miljoenen jaren bestaan, overal gelden
en zullen blijven gelden. Dat zijn de Newtoniaanse en Darwinistische principes.
71
(Plato [ongeveer 4e eeuw voor Chr.]; 1997). Alcibiades had niet geluisterd naar Socrates. Hij werd publiekslieveling terwijl
hij geen beheersing en rechtvaardigheid nastreefde. De inwoners van de stad Athene werden uiteindelijk ongehoorzaam en
het volk werd ongeorganiseerd. Men verloor even later de strijd tegen Sparta. Een schrikbewind volgde.
Het is bijzonder te constateren dat opnieuw Athene de gemoederen flink bezighoudt. De Grieken hebben zich weer niet
kunnen beheersen. De overheidsschuld is door te hoge overheidsuitgaven onhoudbaar geworden. Drastische maatregelen
moeten volgen en andere landen worden meegetrokken in de problemen van de Grieken. Verder heeft men onrechtvaardig
gehandeld door onder meer bij de toetreding tot de Europese Unie te frauderen en de gevolgen van hun problemen ook bij
anderen te leggen. En: het zijn nu vooral de Chinezen die er een slagje uit slaan. Anderzijds mogen we niet vergeten dat de
Grieken ons lang geleden ook goede dingen hebben gebracht, zoals democratie, cultuur en een aantal wijzen die mij nu ook
helpen.
Beheersing is een algemene norm. U dient veel dingen te beheersen, uw eet- en drinkgewoonten, uw rijgedrag met de auto,
uw emoties/gevoelens, uw dagelijkse uitgaven, wellicht het taalgebruik. Noem maar op. Rechtvaardig handelen betreft naar
mijn mening de mensen vrijheid geven maar dat ze met hun verworven vrijheid geen andere mensen schaden. Niet op het
moment zelf maar ook niet in de toekomst. Rechtvaardig handelen betreft verder elkaar en plaats gunnen in de
gemeenschap. En delen ten behoeve van de gemeenschap indien men er aan ontrokken heeft. Op de
rechtvaardigheidsvragen wordt in het tweede hoofdstuk kort ingegaan.
Volgens Plato zijn er overigens vier soorten perfecte deugd: ten eerste het praktische verstand, ten tweede de
rechtvaardigheid, ten derde de dapperheid en ten vierde de beheersing. (Diogenis, opstel inzake Plato, [3 e eeuw v. Chr], 2000;
148). Alcibiades had het praktische verstand en de dapperheid. Maar niet de beheersing en rechtvaardigheid.
52
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
In het derde hoofdstuk gaat het over de vraag hoe we die natuurprincipes kunnen verwerken in een cybernetisch
systeem. Met dat systeem kan men – volgens de overal en altijd geldende natuurprincipes – “rechtvaardigheid en
beheersing” realiseren.
Hoe kun je dat doen? Door het ‘stuurproces’ in te voeren in de economie. Door middel van de cybernetica kun je
dit stuurproces nabootsen. Deze leer is halverwege de 20e eeuw voor het eerst verder uitgewerkt. U bent vast niet
bekend met een dergelijk proces. Als voorbeeld geven wij een heel simpel cybernetisch proces. Stelt u zich eens
een morgenster voor. Een morgenster is een eenvoudig wapen dat vooral in de 13e en 14e eeuw werd gebruikt om
elkaar de koppen mee in te slaan. Men noemt het ook wel een ‘goedendag’. Hieronder ziet u een afbeelding van
het wapen:
Bron: http://www.goeievraag.nl/vraag/goedendag-naam.38174
Als de bol beweegt, zijn er drie krachten in het spel. Allereerst de kracht om de bol initieel naar links te laten
bewegen. Dat heeft u met uw arm gedaan. Als u verder niets doet, gaat de bol door de tweede kracht (de
zwaartekracht) weer terug en slingert naar rechts. Als u uw hand stil houdt, zal de bol uiteindelijk weer in
ruststand komen door de derde kracht, de wrijving. Dit zijn natuurkundige wetjes. Nu zijn de wrijving van de lucht
en de schakels van de ketting de tegenkrachten. Zonder deze tegenkrachten zou de bol voor eeuwig blijven
slingeren.
En om de bol effectief te laten zijn moet u beschikken over informatie: waar is de tegenstander, waar is de bol? En
u heeft kracht nodig. U moet bovendien op het juiste moment (tijd) kunnen toeslaan. U ziet meteen dat er heel
wat bij komt kijken. De cybernetica rafelt die oneindig complexe processen uiteen en brengt ze als systeem in
beeld.
53
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Ja, zo’n - in dit geval nare - bol is de basis geweest van de wereldberoemde formule van Einstein: E=MC2
72
.
De fiscaliteit is in mijn onderzoek het middel om rechtvaardigheid en beheersing na te streven en af te dwingen.
Zoals we eerder zagen moet je kwaad met kwaad bestrijden om iets goeds te krijgen. Heel in het kort komt het er
dan op neer dat we de biologische en natuurkundige principes die we in het tweede hoofdstuk vonden, in een
voor iedereen begrijpelijk en toepasselijk overzichtelijk systeem onderbrengen.
Met dat begrijpelijke systeem kun je volgens natuurwetten en feiten en de cybernetica rechtvaardigheid en
beheersing in de economie uitoefenen. En pas dan zijn de voorwaarden geschapen waarin de mensen weer
harmonieus, zoals in de oude gemeenschappen, kunnen leven.
Om dat in beeld te brengen hebben we dus twee stappen moeten maken:

de natuurwetten en feiten in beeld brengen (hoofdstuk 2)

de natuurwetten inpassen in een cybernetisch systeem, zodat ze werken (hoofdstuk 3).
Terug naar de morgenster. Aan uw kracht alleen (biologische en natuurkundige processen) hebben we niets. Aan
uw gezichtsvermogen (ook weer biologische en natuurkundige processen) ook niets. Aan de morgenster zelf
(gewoon een stuk materie) ook niets. Het gaat om het samenspel en de cybernetica brengt dat in beeld.
In de cybernetica staat het beginsel van (tegen)druk73 centraal. De bal in de lucht kan forse klappen uitdelen. Maar
probeert u eens iemand in een zwembad met het ding te slaan. De tegendruk (wrijving) van het water is veel
groter dan die van lucht, bijgevolg u zult de ander minder schade toebrengen.
Welnu, het beginsel van tegendruk is in ons systeem de belastingheffing. En er wordt druk uitgeoefend op
onbeheerst, verstorend verbruik van goederen en op niet-maatschappelijk vermogen. Maar juist niet op het
inzetten van menselijke diensten.
Door een juiste tegendruk – in tijd en mate van dosering - op het juiste soort vermogen, zorgt men ervoor dat er
geen socialistische en kapitalistische organisaties hoeven te bestaan. Want het socialisme is het antwoord geweest
op het kapitalisme (Banning 1960; 98). En die strijd zorgt voor veel afgunst en ellende74.
72
De krachten kan men overigens verder uiteenrafelen (snelheid, massa, arbeidsenergie). De formule drukt uit dat materie
kan worden omgezet in energie en licht. Ook wel de wet van de equivalentie van massa en energie. De formule is opgebouwd
uit twee beginselen, de equivalentie van arbeid en warmte en het beginsel van behoud van massa (Einstein 1951; 40).
Maar nu: hoe monsterlijk eenvoudig is het moordwapen wel niet? En hoeveel wijsheid hebben we Einstein toebedeeld om uit
de slingerbeweging zijn wereldberoemde formule te ontleden? En, als u nu om u heen kijkt, de natuur ziet. En als daar te
weinig van is overgebleven u uzelf gewoon eens bekijkt. Het is zo complex dat God wel moet bestaan. Einstein: “God does not
care about our mathematical difficulties. He integrates empirically.”
Mijn eerste “ontmoeting” met de wetenschappelijke cybernetica was in Amsterdam op de rommelmarkt in mei 2011. Ik kocht
het boekje (Bok 1961) voor een euro van het zoontje van een predikant die daar samen met zijn opa stond. Voor het
onderzoek is het letterlijk en figuurlijk een geschenk uit de hemel geweest.
73
Ook wel negatieve feedback genoemd. De basisonderdelen van de cybernetica leg ik in hoofdstuk 3 uit.
54
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Er mag gerust vermogen ontstaan bij een persoon, ook al wordt het omvangrijk. In de levensloop zitten eveneens
verschillende maten van tegendruk. Als de mens jong is, dan is de tegendruk nihil om hem de plaats in de
gemeenschap te geven en van start te laten gaan met een huis, om weerstandsvermogen op te bouwen, etc. Het
systeem “zuigt” zelfs vermogen aan omdat de oudere generatie meestal vermogen over heeft en op wordt belast.
Door het te ontdoen (schenken, inzetten menselijke diensten) ten gunste van de jongere generatie wordt de oude
generatie juist niet belast. Dat komt door het heffingsvrije vermogen van de jongere. Weer later anticipeert de
jonge generatie al op een latente tegendruk. Bij verdere opbouw moet er betaald worden. Het is dan mogelijk dat
het gezin zich anders gaat organiseren75.
Grote vermogens worden, zeker op latere leeftijd, latent steeds zwaarder belast. Die zwaardere belasting vormt
de zwaardere heffing in de vermogensmutatieheffing door overlijden of schenking. En die heffing kan op drie
manieren worden gematigd:

Door tijdig gewoon vermogen om te zetten in maatschappelijk vermogen.

Door verbruik van vooral menselijke diensten (verzorging, huishouding etc.). Ook daardoor wordt
vermogen van oud naar jong overgedragen. Want jonge mensen zijn van nature beter in staat arbeid te
verrichten.

Door de kinderen sneller te bevoordelen, zodat men niet te maken krijgt met de zwaardere tarieven in
verband met schenkings- en successiecomponent.
Erg is dat laatste niet: de kinderen kunnen het vaak goed gebruiken en bij de ouders is het overtollig. Men moet
als het ware druk opvoeren om het vermogen sneller over te dragen. Hoe vaak is het wel niet voorgekomen dat
het vermogen pas wordt overgedragen als de kinderen zelf al aan het eind van de middelbare leeftijd zijn?
Ook hier: diverse maten van tegendruk die in de tijd verschillen. Tegendruk is dus een kernbegrip in de
cybernetica. Wij gaan nu de allergrootste principes van het systeem weergeven in een cybernetisch model.
Stelt76 u zich een ronde bal voor, die kan vollopen met inkomen. Als het inkomen in de bal zit, is het vermogen
geworden. Aan de bal zitten meestal zes77 grote poorten. Het kunnen er ook meer of minder zijn.
74
Let goed op: zet ons vooral niet weg als een Marxist, socialist of andere ‘strijder’. De mensen moeten zich ontwikkelen en
de mensen die we nu ‘links’ en ‘rechts’ noemen, zijn mensen met een verschillende drive. Het is vaak gewoon biologie (in het
bijzonder psychologie). Het systeem dat wij u voorleggen, zal die drive niet afremmen, maar alleen naar de goede kant
ombuigen. Daar komt bij dat de vergoeding voor het verrichten van de menselijke dienst sec geen belastbaar feit meer is. Het
zal de mensen niet meer tegenhouden iets te gaan doen en elkaar diensten te verstrekken.
75
Meestal is het bijvoorbeeld in de fase tot pensionering de man die toch doorgaat met werken. Al is daar in een land als
Nederland wel een kentering in te bespeuren. De vrouwen maken een inhaalslag in de arbeidsdeelname.
http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/arbeid-sociale-zekerheid/publicaties/artikelen/archief/2010/2010-3148-wm.htm
76
Wij kunnen er niets anders van maken dan een ronde bal. Einstein had de slingerende bal nodig om zijn wet van de
equivalentie van massa en energie uit te leggen. Verder had hij onder meer een klok, flatgebouwen en een ruimtelijk net
nodig om zijn algemene en speciale relativiteitstheorie uit te leggen. De bal is trouwens helemaal zo gek niet. In de bionica (de
55
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
De wand van de bal is niet gemaakt van plastic maar van buigbaar staal, gepantserd door individueel eigendom.
Het zijn stalen ballen met punten. Vandaar dat dit derde hoofdstuk de morgenster wordt genoemd omdat deze
stalen ballen met punten denkbeeldig lijken op een morgenster.
De ballen stellen het vermogen van de mensen voor. Ieder modern mens heeft zo’n bal als hij geboren wordt. Al
snel zit er wat in: een geschenkje van opa om mee te spelen, een spaarrekening met een eerste storting.
Na verloop van jaren zit er van alles in de bal. Een huis, een spaarrekening, meubels, een verzameling. Of een
eenmanszaak, een aandelenpakket, gewonnen prijzengeld etc. En bij de corrupte ambtenaar zitten de ontvangen
steekpenningen er in. Bij de beursspeculant de waarden die verdiend zijn via ettelijke financiële constructies /
derivaten.
wetenschap die de natuur onderzoekt met als doel de opgedane kennis toe te passen in de maatschappij) neemt de bol (of
bal) een zeer voorname plek in. “Een bol is een driedimensionaal rond met de grootste inhoud voor elke diameter. Die vorm
kom je daarom overal in de natuur tegen. Radiaire symmetrie is kennelijk geen slecht concept binnen de beperkingen die
eraan vast zitten want dit hoort tot de oudste concepten die we kennen en is nog steeds uitbundig aanwezig in onze wateren.
Natuurlijke selectieprocessen hebben het ronde bouwplan niet uitgeroeid, integendeel. In de architectuur wordt rond ook
gewaardeerd om zijn speciale eigenschappen: uitzicht naar alle kanten en te verdelen in gelijke punten…” (Videler 2010, 48)
Omdat een bol driedimensionaal is, kunnen de verhoudingen voor energie [E; de menselijke dienst] de natuur & goederen [M]
en de tijd [C] er in worden uitgedrukt. Deze drie componenten vormen samen het vermogen op de wereld. Het is de wereld
zoals we die kunnen waarnemen. Heel eenvoudig: door te werken, verdienen we in de loop der tijd (bijvoorbeeld een
uurloon). De goederen gaan een tijd mee (meestal: hoe langer iets meegaat hoe beter). Het werk vult de bol en de materie
vult de bol. En in de tijd krimpt de bol weer (er wordt verbruikt). De ruilbare vermogens (geld, aandelen e.d.) maken het
overzicht troebeler, uiteindelijk komt het – na consolidatie & eliminatie - allemaal op deze drie componenten neer.
77
De eerste is dus het inkomen (winst, baten, etc.). Meestal loopt de bal daarmee vol.
56
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
De ballen draaien en verplaatsen zich denkbeeldig in de ruimte. Alle ballen zijn op elkaar aangesloten. U kunt voor
u zelf nagaan hoe uw bal is opgebouwd, wat de verbindingen zijn en hoe de bal er in het verleden eruitzag en hoe
die er later wellicht uit zal zien.
De ballen kunnen op elkaar aansluiten. Als iemand naar de winkel gaat draait de bal op verbruik en de bal van de
winkelier op zijn inkomen (winst). Die twee ballen zijn dan even via andere poorten op elkaar aangesloten78.
En nu heeft de klant zijn geld, een deel van zijn vermogen, geruild tegen boodschappen. Hij is dan niet armer of
rijker geworden. De boodschappen zitten in de bal79. Voor de verkleining van het vermogen zorgt de tijd. Zodra de
boodschappen ’op’ zijn, is het balletje een klein beetje geslonken80.
De ballen zetten dus uit en krimpen weer in de tijd81. Alleen bij de stroming door de poort waarmee goederen
worden aangeschaft, kan belasting worden geheven. Dus als u naar de winkel gaat en u koopt daar een goed, dan
is dat een belastbaar feit. Maar er wordt ook bij de poort die de vermogensmutatieheffing regelt, rechtstreeks van
de bol afgetapt. Dit is afhankelijk van de stijging van de omvang van de bol en de aard van het vermogen. In het
onderstaande voorbeeld zou de fabrikant – die dus een fabriek in zijn bol heeft – worden afgetapt aan een van de
punten.
78
Er zijn aldus extreem veel verbindingen te maken; dat is nu nog niet interessant. Wel voor de inkomstenbelasting en de btw
op diensten. Het belasten van stroomgrootheden maakt het voor iedereen ontzettend moeilijk, maar erger, ontmoedigend
om activiteiten te doen. In ons systeem doen we daar niet meer aan, het maakt alle mensen (het huidige links en rechts)
beslist vrijer.
79
Wij gaan dan gemakshalve even uit van een zogenaamde subjectieve waardering. Wat het degene die boodschappen deed
waard was.
80
Bij een huis duurt dat krimpen veel langer en door met name het inzetten van menselijke diensten zorgt men dat het huis
onderhouden blijft en zijn waarde voor een langere tijd blijft behouden.
81
Je zou ook denken dat er steeds sprake is van een stroming in ëën richting. Dat geldt inderdaad voor veel mensen, maar
hoeft niet altijd zo te zijn. Bij een ondernemer zal er via de inkomenskant ook wel eens wat uit gaan, als hij verlies heeft
geleden.
57
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
De poort voor de menselijke dienst kent geen aftappunt. Ook zit er nauwelijks tegendruk op, alleen de mensen die
de dienst uitvoeren kunnen zeggen dat hun bal al meer dan vol is82. Dat is een kwestie van afwegen en behoeften.
Net zoals mensen nu ook afwegen te gaan werken ; ze bedanken u dan voor het aanbod en dan moet u een ander
mens zoeken waarvan de ballon nog niet vol zit. Er volgt dus automatisch een eerlijker verdeling van vermogen.
Het leeglopen bij de een zorgt voor het vollopen bij de ander. Alle ballen zitten als het ware aan elkaar vast83. Het
zijn grote lusbewegingen in de tijd, de bollen vullen zich na de geboorte en lopen uiteindelijk weer leeg nij het
overlijden. Dan vullen andere bollen zich weer.
Als u dus belasting wilt besparen kunt u de bal van een ander mens gemakkelijk laten vollopen door de ander een
menselijke dienst voor u te laten verrichten.
82
Uiteraard is het ook mogelijk dat een grootverdiener ziet dat hij belast gaat worden. Die wil zijn bol dus weer vlot laten
leeglopen. Het is dan de kunst dat om geen goederen te kopen, maar juist menselijke diensten.. Bijvoorbeeld de tuinman
inschakelen in plaats van een tuinhuis aanschaffen. Of de huishoudelijke hulp in plaats van een nieuwe kast etc., etc. Andere
bollen kunnen dan ook vollopen, mede door toedoen van de grootverdiener. De mensen kunnen zo beter voor elkaar zorgen.
Alleen mensen die maatschappelijk nuttige diensten verrichten die ook nog eens uiterst schaars zijn, kunnen - naar keus van
de wetgever - hun ballon groter laten worden (de ‘Willie Wortels’). De vrijstelling is omvangrijker. Het ventiel gaat minder snel
open. Als ze later – vanwege hun leeftijd – geen maatschappelijk nuttige diensten meer verrichten, moet de ballon langzaam
leeglopen, maar onder zo min mogelijk verbruik van slechte goederen.
83
Er zijn nu, mede door de inkomstenbelasting en de te lage verbruiksbelasting op goederen, hele volle en hele slappe
ballonnen. En nu ziet u dat de inkomstenbelasting voor slavernij zorgt. U moet harder werken om uw ballon in de lucht te
houden.
58
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
U ziet goed dat het allemaal samenhangt. Al die ballen aan elkaar lijken op een enorm grote bewegende polymeer.
Het gaat erom voldoende tegendruk (belastingdruk) op de onrechtvaardig grote bollen uit te oefenen. Dan lopen
ze sneller leeg84 door belastingheffing, tenzij ze hun vermogen omzetten in nuttiger vermogen (productie van
betere goederen, of op latere leeftijd omzetting in maatschappelijk vermogen). Of de bollen laten leeglopen door
het inzetten van menselijke diensten. En dat laatste is juist geen probleem, omdat andere bollen dan vollopen.
De tegendruk die hiervoor zorgt geeft de vermogensmutatieheffing. De tweede druk betreft de verbruiksbelasting.
Eigenlijk wordt er dan een vermogensovergang ‘afgetapt’ als een goed door de verbruiker gekocht wordt. Dat dis
wat de verbruiksbelasting doet. Hoe negatiever het verbruik voor de gemeenschap, hoe meer er wordt afgetapt.
Veder wordt er in verweven hoe men volgens Darwinistische wetten het verbruik kan veranderen. Op een
dynamische manier steeds de verbeterende goederen begunstigen, de industrie nieuwe, minder verstorende
producten laten ontwikkelen en die weer begunstigen. En daarna de oude producten, door toevoeging van
informatie en belastingheffing, door de markt weg laten selecteren. Zo kan dat jaar in jaar uit gaan, totdat een
balans ontstaat tussen ecologie en economie .
Hoe dit selectieproces werkt, hoe het aftappen en de tegendruk werken, wordt in het derde hoofdstuk in een
cybernetisch model uiteengezet. Het wordt een regelsysteem voor het vermogen en het verbruik. En dat
cybernetisch systeem wordt dus “opgebouwd” uit Newtoniaanse en Darwinistische wetten en feiten die in het
tweede hoofdstuk aan bod zijn gekomen. Want het gaat om de samenhang van natuurwetten en - feiten, zoals wij
hebben uitgelegd bij de werking van een echte morgenster.
Het tweesnijdend zwaard
De aan elkaar gekoppelde ballen zorgen nu voor een destructief (onbeheerst verbruik bij een stijgende
wereldbevolking) en asociaal (onrechtvaardige verdeling van rijkdom) systeem.
In de huidige situatie tapt men vermogen af bij de overgang van een grote naar een kleine bol. Terwijl de grote bol
het meeste heeft ontrokken (onttrekkingbeginsel) aan de gemeenschap. En er wordt te weinig en
ongedifferentieerd afgetapt (btw e.d.) bij de overgang van materie. De materie die is onttrokken aan de
gemeenschap en ecologie zorgt voor schaarste, vervuiling etc.
In het derde hoofdstuk proberen we helder uit te leggen dat het anders kan, terwijl tegelijk iedereen op een
betere manier aan het werk kan blijven. Initiatief wordt niet wegbelast, het wordt juist voor de hele bevolking
aangemoedigd.
Op de eerste plaats moet de tegenprestatie voor het verrichten van de menselijke dienst niet meer belastbaar zijn.
Dus zeker geen inkomstenbelasting meer en geen btw op diensten.
Waar moet dan het meest worden weggehaald door middel van belastingheffing? Dat zijn de bollen die het
meeste hebben onttrokken en die geen menselijke diensten hebben ingezet. Die laten hun vermogen niet ten
84
Of minder hard groeien. Het is een kwestie van de druk regelen.
59
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
goed komen aan anderen. Als ze niet veranderen worden die bollen getroffen door de ene kant van het
tweesnijdend zwaard, de vermogensmutatieheffing.
De andere kant van het zwaard maakt een lek in de overgang van materie (zie het plaatje hiervoor). Voor de meest
verstorende goederen is dat een flink lek. Men laat dan óf de goederen liggen, óf men compenseert de
onthoudende bevolking ruim door een zware verbruiksbelasting.
Hoe die heffingen werken is deels al duidelijk geworden. Ze zijn met elkaar verweven, het zijn twee kanten van
dezelfde medaille. In dit geval treffender: twee snijvlakken van een tweesnijdend zwaard. De ene heffing kan niet
zonder de andere. Als we een vermogensmutatieheffing invoeren zonder inkomstenbelasting, zal de destructie
niet te overzien zijn. Het jonge deel bevolking krijgt dan veel meer te besteden en het oude deel wordt zwaar
belast. De jonge bevolking zal het geld wel laten rollen, want dat is (opnieuw) biologie. Zij hebben van nature de
energie en ‘drive’ om dingen te doen. Als de goederen te laag en te ongedifferentieerd worden aangeboden, zoals
nu gebeurt, dan zal het systeem averechts werken. Er vindt dan wel rechtvaardigheid, maar geen beheersing
plaats.
Vandaar: één zwaard met twee snedes. Beide heffingen moeten worden ingevoerd.
De zon
Opnieuw beginnen we met een uitspraak van Einstein:
“A human being is part of the whole called by us universe, a part limited in time and space. We experience
ourselves, our thoughts and feelings as something separate from the rest. A kind of optical delusion of
consciousness. This delusion is a kind of prison for us, restricting us to our personal desires and to affection for a
few persons nearest to us. Our task must be to free ourselves from the prison by widening our circle of
compassion to embrace all living creatures and the whole of nature in its beauty. The true value of a human being
is determined by the measure and the sense in which they have obtained liberation from the self. We shall require
a substantially new manner of thinking if humanity is to survive.”
Dit klinkt wat romantisch en dromerig. En zo zijn we van nature niet. We maken onderdeel uit van een groot
geheel, een totaalsysteem dat we niet kunnen overzien85. En het handelen van de ene groep heeft gevolgen voor
een andere groep. Einstein noemt dat een “part of a whole”. Daarin heeft hij volgens mij zeker gelijk. Denk maar
aan de aan elkaar verbonden bollen in de derde hoofdstuk.
We weten het eigenlijk allemaal wel, en toch hebben we er als individu moeite mee onze eigen belangen op te
geven. We worden eigenlijk steeds individualistischer. We zitten inderdaad in een soort gevangenis, de stalen bol.
Die beheerst een groot deel van ons leven. Einstein staat met die visie niet alleen. Spinoza noemde het “het
knechtschap” dat de mensen over zichzelf afroepen (Spinoza [1670] 1915).
85
Alleen Einstein heeft een deel van de verhoudingen tussen tijd, ruimte, zwaartekracht, materie, energie en licht weten aan
te tonen.
60
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Socrates is nog wat harder en liet Alcibiades zelf de conclusie trekken dat hij eigenlijk maar een domme en slechte
slaaf is86. Alcibiades streefde vooral slechte begeerten na, zoals macht, en werd een domme en slechte slaaf van
zijn begeerten.
In het kader van dit onderzoek moet men zich voorstellen dat het vermogen weer op een nuttige manier wordt
ingezet. En dat het verbruik van goederen vermindert en de mensen die kunnen werken aan het werk zijn.
Dat de mensen – zoals Socrates voorschrijft – rechtvaardig zijn en geholpen worden zich te beheersen.
86
Socrates: “Geen onbeperkte macht, mijn dappere Alcibiades, moet je dus voor jezelf en voor de staat nastreven, maar
enkel ware deugd!”
Alcibiades: “Zo is het.”
Socrates: “Zolang men die echter nog mist, is het, of men nu knaap is of man, beter, de leiding van een betere te volgen, dan
zelf de leiding te hebben.”
Alcibiades: “Blijkbaar wel.”
Socrates: “En wat beter is, is dat ook niet mooier?”
Alcibiades: “Jazeker.”
Socrates: “En wat mooier is, passender?”
Alcibiades: “Natuurlijk.”
Socrates: “Het past dus een slecht mens, maar slaafs te volgen; want dat is beter voor hem.”
Alcibiades: “Zeerzeker.”
Socrates: “Ondeugd past dus helemaal bij slaven?”
Alcibiades: “Blijkbaar wel.”
Socrates: “Maar deugd bij vrije mannen?”
Alcibiades: “Zo is het.”
Socrates: “Moet men slaafsheid nu niet schuwen, vriendlief?”
Alcibiades: “Het meest van alles, Socrates!”
Socrates: “Merk je nu, waar je aan toe bent? Aan de ware vrijheid….. of nog niet?”
Alcibiades: “Ik geloof, dat ik het maar al te goed begrijp!”
…”
61
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Als het geschetste belastingsysteem jaar in jaar uit zijn positieve dynamiek afdwingt, dan zal de gemeenschap er
totaal anders uitzien. De sterksten in de gemeenschap zullen hun vermogen in positieve zin inzetten, vooral
vermogen inzetten voor dingen waar de gemeenschap iets aan heeft (productie van verbeterde goederen, sociale
woningbouw etc.). Het overtollige vermogen komt vooral terecht bij de bollen die leeg zijn. De sterksten zullen
eerder een menselijke dienst inzetten (tuinman, schilder etc.) dan destructieve dingen aanschaffen (een nieuw
tuinhuis, oude kozijnen eruit slopen en nieuwe erin etc.).
Dus geen grote zwarte bollen meer. Wel mensen die hebben geleerd te delen en die hebben geleerd zich te
beheersen. Vandaar dat dit hoofdstuk De Zon wordt genoemd.
Dus geen gegraai meer, want dat individueel vermogen zal uiteindelijk op latere leeftijd door de
vermogensmutatieheffing worden afgeroomd, tenzij het vermogen is waar de gemeenschap als geheel iets aan
heeft (maatschappelijk vermogen). Geen verspilling meer, door de zware tarieven op schadelijke goederen in de
verbruikersbelastingen. Ook zwartwerk bestaat niet meer: inkomstenbelasting en belasting op de menselijke
dienst bestaan immers niet meer. Wel de belasting op de tegenhanger: teveel vermogen en verbruik. Men kan een
ander gerust helpen en er iets mee verdienen. Er is geen drempel meer, tenzij men al genoeg heeft. En die
drempel is voor de mensen in de kracht van hun leven laag.
Er bestaat alleen een matig tarief voor de aangroei van vermogen boven de vrijstelling. De bezitters van nog
grotere vermogens worden gedwongen en gestimuleerd het anders in te zetten.
Ook zullen de mensen zelf meer verantwoordelijkheid krijgen. Wie leeft van het sociale stelsel staat fiscaal als het
ware op water en brood. Gaan werken levert meteen profijt op. Bovendien kan men ook een deel van het
vermogen zonder heffing aanleggen (huis kopen e.d.) en zo minder afhankelijk worden. U ziet het, ook de linksrechtstegenstelling kan verdwijnen.
Men kan dan de economie en het menselijk gedrag beheersen en aansturen. De fiscaliteit staat centraal in dat
stuurproces. Men zou kunnen zeggen dat de fiscaliteit het roer van het stuurproces is.
Hoe die gemeenschap er dan uitziet wordt in dit laatste hoofdstuk behandeld. Dat laatste hoofdstuk geeft dus de
macro-economische benadering. Daarbij besteden we aandacht aan maatschappelijke aangelegenheden zoals
verdelingsaspecten, in tijd en tussen groepen. Denk aan pensioenopbouw, solidariteitsvraagstukken en de
bekostiging van de overheid. Ook de economische aspecten zoals prijzen, sparen, investeren, arbeidsdeelname en
buitenlandverhoudingen zullen daar uiteraard aan de orde komen. Tenslotte behandelen we ook de controle en
uitvoerbaarheid . En de kosten daarvan.
Nu al kunnen we zeggen dat er een kleinere overheid kan ontstaan. De verdelings-, stabilisatie- en allocatiefunctie
zullen binnen dit stelsel grotendeels automatisch worden toegepast. Door dit stelsel wordt het weer mogelijk als
eenheid fatsoenlijk met elkaar te leven. Het is aan de democratische organen van een staat het systeem al dan
niet te implementeren87.
87
…
62
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
De stichting wil het systeem , dat voor en door de mensen is ontwikkeld, ook in begrijpelijke taal uitleggen.
Daarvoor maken we gebruik van moderne multimediatechnieken.
De vreemdeling: “En welke rechter zou dan het beste zijn: hij die al de slechten om het leven zou brengen en aan de beteren
zou voorschrijven over zichzelf het bevel te voeren, of hij die het bevel zou toevertrouwen aan de goeden, maar de
mindergoeden zou laten leven en ertoe zou brengen zich vrijwillig aan het gezag te onderwerpen?
Maar we zouden, als ik me niet vergis, nog van een derde rechter kunnen gewagen, verdienstelijker dan de vorige, als we er
zo een konden vinden: zulks zou het geval zijn indien een rechter, die zich met de innerlijke verdeelde familiegroep moet
bemoeien, erin kon slagen, zonder iemand om het leven te brengen, de leden integendeel met elkaar te verzoenen, en indien
hij, door de wetten voor hen op te stellen, in staat was erover te waken, dat ze in de toekomst in vrede leven. “
Clinias: “Zo’n rechter en wetgever zou veruit de beste zijn.”
…
(Plato, citaat uit dialoog betreffende De Wetten, [ongeveer 4e eeuw voor Chr.], 1980).
63
Door: drs. H.J. Willemsen (©) Stichting WTS, worldtaxsystem.com
Download