Inleiding - handelsagentuur

advertisement
HANDELSCONTRACTEN

1. Handelsdistributie
 Juridische
omkadering van distributie in
handelsverkeer ? (technieken, actoren, ...)
 Handelstussenpersonen
(agent, commissionair, makelaar)
 Distributietechnieken (concessie, alleenverkoop,
franchising)

2. Financieringscontracten
 Lening
op interest - Krediet
 Bijzondere financieringstechnieken: leasing,
factoring, ...
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
1
Deel I. - HANDELSDISTRIBUTIE

Probleemstelling: hoe geproduceerde
goederen/diensten bij gebruiker brengen ?
 Klassiek:
uitbouw distributienetwerk (geografisch)
 Fundamentele keuze: eigen / ander netwerk
 Eigen
netwerk:
• Interne organisatie: handelsvertegenwoordigers
• Externe organisatie: handelstussenpersonen
 Ander netwerk:
• Wederverkoop
• Verkoopconcessie
• Franchising
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
2
Handelsdistributie - inleiding …

Juridische omkadering handelsdistributie
 Privaatrechtelijke
rechtsverhoudingen
 Handelen
voor rekening/vertegenwoordiging
(bijv. Lastgeving)
 Interne verhouding opdrachtgever-tussenpersoon
• O..m. bescherming zwakkere partij (tussenpersoon)
 Regulering van statuut van tussenpersoon
• Bijv. Verzekeringstussenpersonen
 Economische
regulering -> bescherming
mededinging
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
3
Hoofdstuk I. Handelsagentuur

Juridisch kader handelsagentuur
 B.W.:
regelen inzake lastgeving
 Wet
13 april 1995 betreffende de
handelsagentuurovereenkomst
 Uitvoering
van Europese richtlijn 86/653
 Beperkende werking op regelen inzake lastgeving (bijv.
Ad nutum herroepbaarheid lastgeving)
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
4
Hoofdstuk I. Handelsagentuur

1. Notie:
 Overeenkomst
waarbij de agent door de principaal
belast wordt met het bemiddelen en eventueel
afsluiten van zaken in naam en voor rekening van
de principaal, zonder dat de agent onder het gezag
staat van de principaal
(art. 1 W. 13 apr. 1995)
 Handelsagentuur
(art. 2 W. Kh.)
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
= objectieve daad van koophandel
5
Handelsagentuur - notie …

2. Constitutieve elementen:
 Optreden
in naam en voor rekening van principaal
 Agent staat niet onder gezag van de principaal
 Bemiddelen en eventueel afsluiten van zaken
 Permanentie
 Tegen vergoeding
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
6
Handelsagentuur - notie …

2. Constitutieve elementen:
 Optreden
in naam en voor rekening van principaal
 Principe:
regelen lastgeving (mandaat) toepasselijk
 Gevolg: agent is niet persoonlijk verbonden, maar
verbindt principaal (als binnen mandaat)
• Bijv. Insolvabiliteit van klant: principaal draagt risico
 Uitz.: delcrederebeding: agent verklaart in te staan voor
de ‘gegoedheid’ van de klant-tegenpartij
• Wet 1995 (art. 25): aansprakelijkheid in beginsel
beperkt tot overeengekomen commissie
 Onderscheid met commissionair; makelaar,
concessiehouder
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
7
Handelsagentuur - notie …
 Agent
staat niet onder gezag van de principaal
 Onderscheid
met handelsvertegenwoordiger: bediende,
onder gezag van werkgever
• Gevolg: principaal kan agent geen bevelen geven
over organisatie van diens werk
• Vermoeden van ondergeschiktheid: art. 4 WAO
– Weerlegging: bewijslast bij principaal
– Feitelijke beoordeling door rechter
• Criteria van onderscheid ?
– Keuze van methode van uitoefening activiteit
– Vrije beschikbaarheid over tijd
=> handelsagent = sociaalrechtelijk zelfstandige
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
8
Handelsagentuur - notie …
 Bemiddelen
en eventueel afsluiten van zaken
 “zaken”
= goederen en diensten
 Aard van transactie is irrelevant: verkoop, aankoop,
verhuur, aanneming, …
 Bemiddelen = voldoende (-> huur van diensten)
• Veronderstelt onderhandeling/doorgeven van orders
– Niet: loutere prospectie van klanten
• Ook: aanbrengen cliënteel voor welbepaalde
opdrachtgever (mits permanentie)
 Afsluiten van zaken:
• Agent sluit overeenkomst: eigenlijke lastgeving
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
9
Handelsagentuur - notie …
 Permanentie
 Cf.
art. 3, 1° Wet 1995: geen toepassing als ‘niet met
regelmaat’
 = bestendige contractuele samenwerking
• Als hoofd- of bijberoep
• Gevolg: makelarij valt meestal buiten Wet 1995
• Indicatoren ? Bijv. regelmatige facturatie van
commissies
Þ =>Agent maakt deel uit van distributiestructuur van
principaal

Permanentie ≠ exclusiviteit
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
10
Handelsagentuur - notie …
 Tegen
vergoeding
 Cf.
Handelsagentuur = daad van koophandel
• Dus: winstoogmerk = essentieel
 Art. 9, lid 1 Wet 1995: ofwel:
• Vast bedrag (zelden)-> geen loon
• Commissies -> variabel in functie van aantal of
waarde van de zaken
• Combinatie van beiden
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
11
Handelsagentuur - notie …

3. Overige kenmerken
 Overeenkomst
intuitu personae
 In
hoofde van principaal: keuze agent = essentieel
 In hoofde van agent ?
 Gevolgen:
• Einde bij overlijden/faillissement van agent
• Beroep op subagenten ?
– Art. 7 Wet 1995: toegelaten (cf. zelfstandigheid
van agent)
 Overeenkomst
sui generis
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
12
Handelsagentuur - notie …
 Exclusiviteit
van de opdracht is niet essentieel
 Agent
kan voor verschillende principalen optreden
 Mogelijke vormen van exclusiviteit:
• Territoriaal
• Product-exclusiviteit
• Cliënteel
-> Vragen van mededingingsrecht !
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
13
Handelsagentuur/ De overeenkomst …

3. De overeenkomst
 Principe:
solo consensu + vrije bewijsvoering
(handelsdaad)
 Voor bepaalde of onbepaalde duur (art. 4)
 Onbepaalde
duur als niet op schrift gesteld (art. 4, lid 2)
=> Bij bepaalde duur: geschrift vereist
 Voortzettig overeenk. na bepaalde duur -> onbepaalde
duur (maar: weerlegbaar)
 Concurrentiebeding/delcrederebeding:
 Geschrift
geschrift
= geldigheidsvereiste van beding
 Partij
kan ondertekend geschrift van tegenpartij
eisen (art. 5) -> eenzijdig bewijsmiddel
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
14
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …

4. Verbintenissen van de agent
 Belangen
principaal behartigen/loyaal en te goeder
trouw handelen (art. 6)
 Middelenverbinstenis
(tenzij anders bedongen)
 Herneming van algemene plicht goede trouw (1134 BW)
• Bijv. Principaal geen concurrentie aandoen/ontvangen
gelden doorstorten …
 Verdere verfijning (art. 6, lid 2)
• Naar behoren onderhandelen/afsluiten zaken
• Nodige inlichtingen aan principaal geven
• Redelijke richtlijnen van principaal opvolgen
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
15
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …
 Bijzonder
geval: delcrederebeding (art. 25)
 Notie:
agent neemt aansprakelijkheid op voor
verplichtingen van klant uit bemiddelde zaken
(<-> gemeen recht)
 Art. 25: slechts toegelaten onder strikte voorwaarden
• Schriftelijk
• Enkel m.b.t. effectief bemiddelde zaken
• Betreft in principe enkel insolvabiliteit van klant
• Beperking aansprakelijkheid tot bedrag van
commissie,
– uitz.: bepaalde zaken/ afsluiten voor rekening van
principaal
– > Maar: rechter heeft matigingsrecht
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
16
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …
 Andere
verbintenissen ?
 Bijv.
• Aanhouden van voorraden,
• dienst na verkoop,
• inning schuldvorderingen,
• voeren publiciteit, …
-> doorgaans in naam en voor rekening van principaal
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
17
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …

5. Verbintenissen van de principaal
 loyaal
en te goeder trouw handelen (art. 8)
 Verfijning
(art. 8, lid 2)
• Nodige documentatie ter beschikking stellen
• Nodige inlichtingen verschaffen over zaken (bijv.
inkrimping voorraden, …)
• Informatie over gevolg van aangebracht order
 Vergoeding
van de agent: (infra)
 Bijkomende verbintenissen ?
 Bijv.
Exclusiviteit agent eerbiedigen
 Vergoeding kosten ?
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
18
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …

6. Vergoeding van de agent (art. 9-17)
 Modaliteiten
(art. 9)
 Vast,commissie
of combinatie
 Andere elementen: winstdeling, in natura, …: toegestaan
 A.
Vaste vergoeding
 Geen
loon => geen loonbescherming toepasselijk
 Art. 17: maandelijkse betaling, tenzij anders
overeengekomen
 Praktijk: zelden (nieuwe markt, grote projecten, …)
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
19
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …
 B.
Variabele vergoeding: commissie
• In functie van aantal of waarde van de zaken
 1.
Grondslag van de vergoeding (art. 15):
– Vrij bepaald in overeenkomst;
Criteria: o.m. categorie van klanten, aard
van de zaak, rol vand e agent bij bemiddeling, …
– Zoniet: gebruik in economische sector
– Zoniet: billijke vergoeding
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
20
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …
 2.
Ontstaan recht op vergoeding
• Art. 10: bij afsluiten van de zaak
• Onderscheid afsluiten/bemiddelen door agent
– Agent sluit zaak af: ontstaan recht op vergoeding
– Agent is enkel bemiddelaar => slechts commissie
na aanvaarding bestelling door principaal
• Onderscheid zaken afgesloten gedurende en na
overeenkomst met agent
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
21
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …
 a.
Zaken afgesloten gedurende overeenkomst met agent
• Rechtstreekse commissie (art. 10, 1°): t.g.v.
tussenkomst van agent
• Onrechtstreekse commissie (art. 10, 2°): klant werd
vroeger aangebracht door agent
– > veronderstelt geslaagde bemiddeling
– > m.b.t. ‘gelijkaardige’ zaak
• Onrechtstreekse commissie bij exclusiviteit agent
(art. 10, 3°)
– > ook vergoeding voor niet aangebrahte klanten
– > ook indien principaal zich recht voorbehoudt
om zelf zaken binnen exclusief gebied te sluiten
• Regelen zijn van dwingend recht
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
22
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …
 b.
Zaken afgesloten na einde overeenkomst met agent
(art. 11)
• Bestelling ontvangen voor einde overeenkomst
– > recht op (on)rechtstreekse commissie
• Zaak hoofdzakelijk te danken aan activiteit agent
tijdens overeenkomst
– > geen zaak zonder actieve bemiddeling agent
– > zaak gesloten binnen 6 maanden na einde
overeenkomst
• Gevolg: ‘nieuwe’ agent heeft geen recht op
commissie, tenzij verdeling billijk is (art. 12)
– > moet blijken uit omstandigheden
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
23
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …
 3.
Opeisbaarheid van de commissie (art. 13) (<-> ontstaan)
• Principaal heeft overeenkomst uitgevoerd
• Principaal moest overeenkomst uitvoeren
• Tegenpartij is overeenkomst(gedeeltelijk) nagekomen
-> Verbintenis onder tijdsbepaling
• Afwijkingen toegestaan inzake opeisbaarheid ?
– In voordeel van agent: ja
– Commissie bij ‘goede afloop’: betwist
• Tijdstip betaling ? Uiterlijk 1 maand na einde kwartaal
van opeisbaarheid (art. 13, lid 3)
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
24
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …
 4.
Verval van recht op commissie (art. 14)
• Enkel indien overeengekomen
• 3 limitatieve gevallen:
– Derde voert verbintenissen niet uit, tenzij oorzaak
te wijten aan principaal
(bijv. tegenpartij insolvabel, fout agent, …)
– Uitvoerig onmogelijk, tenzij oorzaak bij
principaal (-> overmacht)
– Gewichtige redenen voor niet-uitvoering door
principaal (-> imprevisieleer)
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
25
Handelsagentuur/ De uitvoering van de overeenkomst …
 5.
Controlerecht van handelsagent (art. 16)
• Principaal verstrekt opgave van verschuldigde
commissies
• Agent mag nodige gegevens opvragen i.v.m.
commissies (bijv. uittreksel boekhouding, bestelbons,
…)
-> Dwingende regelen t.v.v. handelsagent
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
26
Handelsagentuur: beëindiging overeenkomst

Gemeenrechtelijke gronden
Onderlinge toestemming
 Verstrijken van de (bepaalde) duur
 Ontbindend beding (stilzwijgend of uitdrukkelijk)
 Overlijden/faillissement handelsagent
 Overmacht


Specifieke gronden in Handelsagentuurwet
Beëindiging door opzegging
 Beëindiging zonder opzegging
• Uitzonderlijke omstandigheden
• Ernstige tekortkoming

© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
27
Handelsagentuur: beëindiging overeenkomst …
 1.
Opzegging (art. 18)
 bepaale
duur (mits bedongen) of onbepaalde duur
 Recht voor beide partijen
 Opzeggingstermijn (dwingend minimum), in functie van
anciënniteit agent
 Bij onmiddellijke beëindiging of te korte
opzeggingstermijn: vergoeding verschuldigd
• = ‘gebruikelijke vergoeding’
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
28
Handelsagentuur: beëindiging overeenkomst …
 2.
Beëindiging wegens uitzonderlijke
omstandigheden
 V.W.:
verdere professionele samenwerking is onmogelijk
 Geen
‘fout’ vereist
 Bijv.
Wijziging marktomstandigheden, duurzame en
ernstige onenigheid tussen partijen
 Indien
ten onrechte ingeroepen: opzeggingsvergoeding
verschuldigd
© M. Tison - Handelsrecht - Ac. 2001-2002
29
Download