recht van de internationale handel

advertisement
V. DISTRIBUTIE

-
-
-
Vormen van distributie (algemeen):
concessie (distributorship): concessionaris koopt zelf en verkoopt door;
bepaalt in beginsel zelf prijs - leeft van prijsverschil
agentuur (commercial agency): agent koopt of verkoopt in naam van en
voor rekening van principaal (zie verder « echte » agentuur tgo. andere);
principaal bepaalt prijs - leeft van commissie op (ver)koop
variante: commissionair (in eigen naam voor rekening van principaal)
occasionele makelaar of vertegenwoordiger
handelsvertegenwoordiger = werknemer met een arbeidsovereenkomst
(krijgt loon plus ev. commissie)
V. DISTRIBUTIE
CONCESSIE
Algemene kenmerken: een (door)verkoopconcessie +
aankoopverplichtingen concessiehouder + verkoopverplichtingen
concessiegever + ev. verplichtingen i.v.m. de doorverkoop en de marketing
 IPR - conflictregel:
geen aparte categorie > toepassing verwijzingsregel contracten; in beginsel
verblijfplaats concessionaris
meermaals dwingende regels van de plaats van distributie, bv. Belgische
concessiewet van 1961 (geldt voor concessies op Belgisch grondgebied)
 Materieel recht:
geen uniform recht
nationaal recht: meestal algemeen contractenrecht + sommige bijzondere
regels

V. DISTRIBUTIE
CONCESSIE

-
-
Inhoud concessie-overeenkomst - drafting (onder voorbehoud van
strijdigheid met mededingingsrecht, zie verder)
Partijen. Wat bij personele veranderingen ?
Toegekend productengamma ? Nieuwe producten ?
Territorium. Exclusiviteit ? Mag concessiegever zelf rechtstreeks verkopen ?
Verkoop concurrerende producten tijdens concessie
Niet-concurrentie na beëindiging concessie
Confidentialiteitsverplichtingen
Plichten m.b.t. reclame en promotie
Bepalingen betreffende modaliteiten (door)verkoop; ev. bepaling
verkoopprijzen ?
V. DISTRIBUTIE
CONCESSIE
Inhoud concessie-overeenkomst - drafting (vervolg)
Regels m.b.t. aankoopprijzen
Afnamekwota ?
Plichten m.b.t. aanleg voorraad, naverkoopdienst, …
Duur concessie: bepaalde duur, onbepaalde duur & lengte
opzeggingstermijn; gronden voor onmiddellijke beëindiging
Gevolgen beëindiging
Rechtskeuze, forumkeuze
 Dwingende bepalingen betreffende beëindiging (nationaal recht), nl.
duur v/d opzeggingstermijn (Belgische wet: vage norm)
vergoedingen na beëindiging: clienteelverg.; verg. veroorzaakte kosten.

V. DISTRIBUTIE
FRANCHISING
Algemene kenmerken:
Concessie voor verkoop of levering van diensten onder het merk of naam
van de franchisegever; met exploitatie van intellectuele rechten (inb. knowhow) en/of commerciële & technische dienstverlening door franchisegever
(ook collectieve promotie, enz.);
Varianten: enkel verkoop van door franchisegever geleverde goederen c.q.
fabricage onder merklicentie (zie verder hfdst. Technologiecontracten)
Al dan niet territoriaal exclusief;
Franchisegever wordt vergoed met intredegeld en/of royalties of periodieke
vergoedingen.
 IPR - conflictregel: nauwste band (?); ev. nationale voorrangsregels
 Materieel recht:
In B. enkel wet 19-12-2005 op precontractiele informatieplicht
Internationaal: ICC modelcontract

V. DISTRIBUTIE
MEDEDINGINGSRECHT


(1)
(2)
(3)
-
-
-
Europees mededingingsrecht.
Basisregels: Art. 101 v. VWEU (voorheen 81 v. EG-verdrag)
verbod handelsbeperkende afspraken of afgestemde gedragingen
ook automatisch nietig
behalve onder bepaalde voorwaarden ev. uitgewerkt bij Verordening):
bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der
producten of tot verbetering van de technische of economische
vooruitgang,
mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de
gebruikers ten goede komt
enkel onmisbare beperkingen
mits niet de mededinging niet voor voor een wezenlijk deel van de
betrokken producten wordt uitgeschakeld
V. DISTRIBUTIE
MEDEDINGINGSRECHT



-
Europees mededingingsrecht en nationaal mededingingsrecht:
Hervorming sedert 1 mei 2004 (Verordening 1/2003).
Verhouding nationaal/europees Materieel recht (zie art. 3 Vo. 1/2003)
nationaal mededingingsrecht aangepast aan EU-mededingingsrecht
nationaal mededingingsrecht speelt alleen nog rol voor inbreuken zonder
merkbare invloed op de handel
Bevoegdheden instellingen: in beginsel parallel (art. 4 & 5 Vo. 1/2003)
Nationale mededingingsautoriteiten hebben volle bevoegdheid op te
treden (ook om art. 101 (3) VWEU toe te passen)
Europese Commissie kan zaak aan zich trekken en zelf optreden
“Europees Competitienetwerk” (ECN) van samenwerking EU/nationale
V. DISTRIBUTIE
MEDEDINGINGSRECHT

-


Afschaffing kennisgeving aan Eu.Commissie (zie art. 1 Vo 1/2003):
Eu.Commissie geeft géén negative clearance meer (wel kan ze
ambtshalve een verklaring van niet-toepasselijkheid van art. 101
afleggen, art. 10 Vo. 1/2003)
Nationale mededingingsautoriteiten kunnen geen bindende clearance
geven.
Europees mededingingsrecht: uitzonderingen op het verbod van 101(1)
“De minimis”-regel. Afspraken worden vermoed niet in strijd te zijn met
art. 101 wanneer ze:
1° ondernemingen betreffen van < 250 werkn. en 40 milj. € omzet;
2° of verticale overeenkomsten waarbij aandeel op relevante markt <
15 % en die niet onder het verbod vallen van art. 4 van de
groepsvrijstelling (zie verder).
3° e.a.
V. DISTRIBUTIE
MEDEDINGINGSRECHT


-
Europees mededingingsrecht: Uitzonderingen op het verbod van 101(1)
Vrijstelling van 101 (3) VWEU:
Individuele vrijstellingen afgeschaft sedert 1 mei 2004 (onderneming
moet zelf risico afwegen of voorwaarden van 101 (3) voldaan zijn)
Groepsvrijstellingen bij Verordening of nationaal
Op gebied van “verticale overeenkomsten” sedert 2000 één algemene
Verordening (Vo. 2790/1999) en nog een bijzondere voor autodistributie.
Voorwaarden groepsvrijstelling:
1° aandeel op relevante markt < 30 % (relevant: gedefinieerd in art. 9)
2° overeenkomsten die volledig buiten vrijstelling vallen: art. 4
(hardcore verboden)
3° clausules die niet vrijgesteld zijn: art. 5
Individuele intrekking vrijstelling mogelijk (art. 6 en 7)
V. DISTRIBUTIE
AGENTUUR
Algemene kenmerken handelsagentuur:
Zelfstandige
Bemiddelen en ev. sluiten contracten in naam van principaal
(bij commissie-overeenkomst : in eigen naam voor rekening van principaal)
 IPR - conflictregel: drie verhoudingen apart bekijken:
Interne verhouding (agentuurovereenkomst): ovk. op zich bekijken (RomeI-Vo)
Vraag of handeling agent (door hel gesloten ovk.) inderdaad wordt
toegerekend aan principaal
Vraag of agent zelf verplichtingen heeft jegens derde
 Materieel recht:
EU Richtlijn 653/1986 harmonisatie handelsagentuur
Unidroit Conventie niet in werking

V. DISTRIBUTIE
AGENTUUR

-
-
EU Richtlijn 1986 harmonisatie handelsagentuur:
art. 1 toepassingsgebied: agentuur voor goederen (aankoop of verkoop)
Art. 3 verplichtingen agent
Art. 4 verplichtingen principaal
Art. 5 dwingend karakter
Art. 7 en 8 Voor welke transacties provisie verschuldigd is (art. 9 Overloopbepaling)
Art. 10-11 Nadere voorwaarde voor recht op provisie (een van beide voert
uit of niet-uitvoering derde is schuld principaal)
Art. 12 rekening en verantwoording
Art. 13 Recht op schriftelijke overeenkomst
V. DISTRIBUTIE
AGENTUUR
EU Richtlijn 1986 harmonisatie handelsagentuur:
Art. 14 Beëindiging bij bepaalde duur
Art. 15 Onbepaalde duur: opzeggingstermijnen (zoniet vervangende
vergoeding)
Art. 16 Beëindiging wegens wanprestatie of uitzonderlijke gronden
Art. 17 Bijkomende vergoedingen: (2) kliëntelevergoeding; (3) vergoeding
voor kosten + uitzonderingen in Art. 18 (Art 17 en 18 dwingend)
Art. 20 Inperking niet-concurrentiebedingen
 Toepasselijkheid art. 101 VWEU ?
Bij « echte » agentuur (agent draagt niet het risico) vallen de beperkingen
van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de agent niet onder art. 101
De beperkingen die aan de activiteiten van de agent in het algemeen
worden opgelegd moeten wel getoetstw roden aan art. 101 VWEU.

Download