Kathodische Bescherming

advertisement
Even voorstellen
Jan Kamphuis
MBO-college voor
metaal, elektrotechniek, installatietechniek en ICT
Afdeling Werktuigbouwkunde
2 dagen cursus

1e dag
 Theorie + demonstraties (proeven)
 Afwisseling:
 ik: behandeling theorie
 u : maken studievragen
 "Huiswerk"
 Bestuderen behandelde
 Doorlezen "rest“

2e dag
 Theorie "afmaken"
 Praktijk
 Meebrengen:
 Multimeter + draden
 Kopersulfaatcel
 Hier practicum
 Tankstation
 Theorie-examen
 Praktijkexamen
Downloaden diashow
 Pdf-bestand
Adobe Acrobat Reader
 www.jkamphuis.tk
Klikken op VTI
Downloaden diashow
opleveringsmeting
Cursus
Opleveringsmeting
Kathodische Bescherming
Bescherming tegen
Corrosie
Elektrochemische corrosie
Chemie
(Scheikunde)
Chemie

Wetenschap van elementen
 Voorbeeld IJzer
 Eigenschappen
 Reacties
 O.a. met zuurstof
 Corrosie of roesten
 Verbindingen
 Nieuwe eigenschappen
 Soms betere
 Soms slechtere (roest)
 Energie
Elementen

Elementen

 Zuivere stoffen
 Voorbeelden








Waterstof
Zuurstof
Stikstof
Chloor
Natrium
Magnesium
Koper
Zwavel
(H)
(O)
(N)
(Cl)
(Na)
(Mg)
(Cu)
(S)
Onderverdeling
 de metalen
 ongeveer 80 en
 de niet-metalen
 ongeveer 20
Metalen en niet-metalen
Metalen
 Aluminium
 Chroom
 Goud
 Koper
 Kwik
 Magnesium
 Natrium
 Nikkel
 Tin
 Titaan
 Wolfraam
 IJzer
 Zilver
 Zink
Al
Cr
Au
Cu
Hg
Mg
Na
Ni
Sn
Ti
W
Fe
Ag
Zn
Niet-metalen
 Argon
 Broom
 Chloor
 Fluor
 Fosfor
 Helium
 Jodium
 Koolstof
 Neon
 Silicium
 Stikstof
 Waterstof
 Zuurstof
 Zwavel
Ar
Br
Cl
F
P
He
J
C
Ne
Si
N
H
O
S
Elementen en verbindingen

Zuivere elementen
 Komen weinig voor in de natuur
 Alleen de zeer edele metalen (Goud, platina)

Meestal verbindingen
 IJzererts (roest) Fe2O3
 Zuurstof
 Niet als O, maar als O2
 Natrium + Chloor
 Keukenzout
 Maken van verbindingen
 Soms energie toevoeren
 Er kan ook energie vrijkomen
 vuurwerk
Indeling van metalen naar edelheid
Zeer onedele metalen: K, Ca, Na, Mg en Al
Onedele metalen
: Ti, Mn, Cr, Fe, Ni, Sn en Pb
 Halfedele metalen
: Cu en Hg
 Edele metalen
: Ag, Pt en Au
Verschil: Manier van reageren


halogenen
(P, Cl)
edele
halfedele
onedele
Zeer onedele
zuurstof
verdunde
zuren
water
Natrium en water
Elektrische lading en elektronen


Er zijn positieve en negatieve ladingen
Voorwerp of element ongeladen:
 evenveel positieve als negatieve lading
 neutraal

Voorwerp geladen:

Veel materialen (o.a. kunststoffen) zijn elektrisch geladen te
maken door wrijven
 Teveel aan positieve (+) of negatieve (-) lading
 Statische elektriciteit
 Mogelijk vonken
 Mogelijk ontploffing
 Aarding tankauto’s
 Potentiaalvereffening


Twee dezelfde ladingen stoten elkaar af
Twee verschillende ladingen trekken elkaar aan
 Nieuwe stoffen
 Mogelijk ongewenst
 Corrosie!
 Elektrochemisch proces
Element

Positief geladen kern +
 Protonen

Daaromheen “banen” met:
 Negatief geladen elektronen

1e baan (K-schil)
 2 elektronen

2e baan (L-schil)
 8 elektronen

3e baan (M-schil)
 8 of 18 elektronen


Buitenste baan niet altijd vol!
Indien toch vol:
 Edelgasconfiguratie
 “Streven” van andere elementen
Natrium-atoom
positieve kern (11+)
•daaromheen 3 (denkbeeldige)“banen”
met totaal 11 (negatief geladen)
elektronen
•1e baan 2 elektronen
•2e baan 8 elektronen
•3e baan 1 elektron
•Totaal dus +11 - 11 = 0 ofwel
•neutraal
e-
e-
ee-
e-
Na
11p
e-
e-
ee-
e-
Natrium-ion
positieve kern (11+)
•daaromheen 2 (denkbeeldige)“banen”
met totaal 10 (negatief geladen) elektronen
•1e baan 2 elektronen
•2e baan 8 elektronen
•Totaal dus +11 - 10 = +1 ofwel
•positief geladen
•Na+ - ion
e-
ee-
ee-
e-
Na
11p
e-
e-
ee-
e-
Keukenzout NaCl
Na
e-
ee-
Cl
e-
e-
e-
Na
11p
e-
e-
ee-
e-
e-
e-
e-
Cl
17p
ee-
e-
e-
e-
ee-
e-
e-
e-
e-
e-
e-
Na+ e-
e-
ee-
e-
e-
Na
11p
ee-
ee-
e-
Cl-
e-
e-
Beiden elektrisch geladen!
Zorgen (opgelost in water) dus voor elektrische geleiding!
ee-
Cl
17p
e-
ee-
Zouten zorgen voor betere elektrische
geleiding
 Alleen als ze oplosbaar zijn
 Kunstmest
 Ammoniumnitraat, kaliumnitraat en natriumnitraat
 Soda
 Natriumcarbonaat
 Kopersulfaat
 In kopersulfaatcel
•
Meten in-potentiaal
 Bijzonder gedrag!
•
•
Oplossen in gedestilleerd water
Te veel, dan isolerende laag
e-
ee-
e-
e-
Zouten

e-
e-
e-
e-
e-
e-
15
Zuren en basen

Oplossingen
 Zuur
 Citroensap, appelsap, azijn
 Zoutzuur, zwavelzuur, salpeterzuur
 Basisch
 Toiletzeep, soda en ammoniak
 Neutraal

Oplossingen van zuren en basen
 Zeer goede elektrische geleiding!
 Worden daarom elektrolyt genoemd
 Gevaarlijk m.b.t. corrosie
Zuren en basen

Zuren zijn oplossingen met H+ - ionen
 vb.zoutzuur is een oplossing van
waterstofchloride in water.
 In water is waterstofchloride gesplitst in ionen
 HCl

→
H+ + Cl-
Basen zijn oplossingen met OH- - ionen
 vb. natronloog is een oplossing van
natriumhydroxide in water.
 In water is natriumhydroxide gesplitst in ionen:
 NaOH
→
Na+ + OH-
Zuurgraad


De zuurgraad van een oplossing
wordt aangegeven met het pH-getal
 een neutrale oplossing
 pH = 7
 een zure
oplossing
 pH < 7
 een basische oplossing
 pH > 7
Bepaling zuurgraad
 pH-meter
 lakmoespapier
 blauw
 rood

zuur

base
 blauw lakmoespapier  rood
 rood lakmoespapier  blauw

neutrale oplossing

 geen verkleuring
pH
Galvanisch element
elektronen
stroom
(bescherm)stroom
Staal
Zink
water + zuur
Kathodische Bescherming
Meetkastje
grondwater
met zouten
Mg-anode
tank
•Zuren en basen
•Elektrische geleiding
•Kopersulfaat
Vragen blz. 7 maken
Antwoorden vragen blz. 7
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
Roesten
Mg
magnesium
S
zwavel
Cu
koper
Fe
ijzer
Een atoom dat elektronen heeft afgestaan of
opgenomen. Is dus elektrisch geladen
Antwoord a
Trekken elkaar aan
Antwoord a
2 elektronen afstaan
Antwoord c
Kleiner dan 7
Antwoord b
7
Antwoord c
Zuur
Antwoord b
Zorgen voor betere el. geleiding
Antwoord c
De elektrische weerstand wordt kleiner
Antwoord b
Bij een lage SEW
Corrosie
is de
ongewenste aantasting
van een materiaal
ten gevolge van
chemische
of
elektrochemische reacties
met
componenten uit de omgeving
Corrosiebestrijding
voorkomen van aantasting
 bestrijden van de gevolgen

gevolgen:
extra kosten onder te verdelen in
 directe kosten
 indirecte kosten
Directe kosten
Kosten van:
 aanbrengen van deklagen
(verf, kunststof)
 vervanging van onderdelen
 onderhoud en reparatie
 toevoegen “inhibitoren”
 productverlies/
bodemverontreiniging
 kathodische bescherming
Indirecte kosten
Productie verlies
 Verlaging rendement
door slechtere warmteoverdracht
 Verontreiniging van producten
 Overdesign:

 Gebruik van dikker en duurder materiaal
dan nodig
Verdere ernstige zaken
(niet/moeilijk in geld uit te drukken)
 Verlies
aan gezondheid
 Verlies van leven
door falen van apparaten (explosies)
of
voertuigen (vliegtuigen)
ten gevolge van
aantasting door corrosie
 verlies aan grondstoffen en energie
Materiaalkeuze
 Afhankelijk
van:
sterkte
bewerkbaarheid
beschikbaarheid
uiterlijk
kosten
corrosiebestendigheid
Corrosiebestendigheid
 Afhankelijk
van verschillende factoren,
zoals:
 mechanische
 elektrochemische
 thermodynamische
(of een reactie wil gaan “lopen”)
 kinetische
(hoe snel de reactie zal verlopen)
 gebruiksdoel
Conclusie:
Corrosiebestendigheid
is
geen
echte
materiaaleigenschap
zoals bijv. sterkte
Corrosie is onder te verdelen in:

Chemische corrosie

hierbij gaat een metaal
een verbinding aan met
zuurstof

bijvoorbeeld:
2 Fe + O22 FeO

Elektrochemische
corrosie

hierbij hebben we te
maken met stroom en
een chemisch proces
Bij beide vormen is de edelheid van het materiaal van belang!
Spanningsreeks
(edelheidsreeks der elementen)
Element
Na
Mg
Al
Zn
Cr
Fe
Ni
Pb
H2
Cu
Ag
Pt
Au
onedeler
edeler
Elektrochemie (begrippen)

element
 kleinste deeltje stof dat nog de eigenschappen van die stof
bezit



atoom
 kleinste deeltje van een element. Bestaat uit positieve kern
met daaromheen negatieve elektronen in banen
 1e schil: 2 elektronen
 2e schil: 8 elektronen
Moleculen
 Verbinding tussen elementen
 vb.: 1 molecuul water bestaat uit
een atoom zuurstof en 2 atomen waterstof
Edelgasconfiguratie
 Edelgassen zijn elektrisch neutraal.
 De buitenste elektronenschil is vol
Elementen, atomen en moleculen
H-atoom
+
Watermolecuul
_
+
_
_
O-atoom
_
_
_
_
+
_
_
_
+
_
_
_
_
_
Oxidatie en reductie

Oxidatie = afstaan van elektronen
Fe
Mg

_
_
_


Fe2+ + 2 eMg2+ + 2 e-
Reductie = opnemen van elektronen
Fe2+ + 2 e
Fe
3 O2 + 6 H2O + 12 e  12 OH-
_
+
Metaal Elektrolyt Potentiaal
Metaal + water
gaat over in ionen
metaal atoom
metaalion + elektronen
Fe
Fe2+
+ 2 ePotentiaal van metaal t.o.v. vloeistof daalt
Dit gaat door tot evenwicht is bereikt
Meer atomen in oplossing
→ groter potentiaalverschil
Fe
Zn
Fe2+ + 2 e Zn2+ + 2 e-
- 440 mV
- 760 mV
Spanningsreeks t.o.v. waterstofelektrode
Element
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Na
Mg
Al
Zn
Cr
Fe
Ni
Pb
H2
Cu
Ag
Pt
Au
pot.verschil in mV
-2700
-2400
-1700
- 760
- 740
- 440
- 230
- 120
0
+ 340
+ 800
+1180
+1500
onedeler
edeler
H2 elektrode is niet praktisch
 gebruik maken van
werkelektrodes
Veel gebruikte werkelektrodes

Verzadigde calomel - elektrode
(SCE-elektrode)
normaalpotentiaal = + 242 mV

Zilver/Zilverchloride - elektrode
(Ag/AgCl - elektrode)
normaalpotentiaal = + 250 mV

Koper/Kopersulfaat - elektrode
(Cu/CuSO4 of CSE-elektrode)
normaalpotentiaal = + 320 mV
Normaalpotentiaal t.o.v. H2-elektrode
Spanningsreeks van Zeerleder
Gebaseerd op potentiaal van een metaal in water met een
oplossing van 2 % keukenzout bij 20 oC t.o.v. de Cu-CuSO4electrode
Metaal
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Magnesium
Mg-anode
Zink
Aluminium
Staal
Lood
Tin
Messing (50 % Zn)
Nikkel
Messing (30% Zn)
Koper
Zilver
Goud
Platina
Potentiaal in mV
-1670
-1500
-1120
- 810
- 500 .. - 770
- 550
- 530
- 420
- 340
- 320
- 300
- 70
+ 150
+ 280
onedeler
edeler
Meten van potentiaalverschillen
van enkele metalen
t.o.v. de Cu-CuSO4 - elektrode
Magnesium
44
Zink
45
Aluminium
46
Staal
47
Koper
48
Galvanisch element
elektronen
stroom
(bescherm)stroom
Staal
Zink
water + zuur
reductie
+ 2 e- → Fe
oxidatie
Zn → Zn2+ + 2 eZink is onedeler dan staal
Fe2+
→ wordt de anode (gaat in oplossing)
→ gaat eraan
+
_
Batterij
Koolstaaf
(positieve pool)
Zinkcilinder
(negatieve pool)
bruinsteen in
linnen buidel
salmiakoplossing
(elektrolyt
Corrosie van ijzer
4 Fe + 12 OH- → Fe2O3 + 6 H2O + 12 e-
3 O2 + 6 H2O + 12 e- → 12 OH-
Kringloop van OH- - ionen en elektronen
Elektrische stroom !!
Sterkere stroom
Grotere corrosiesnelheid
Corrosie-element
Metalen bevatten vaak onzuiverheden
 Deze onzuiverheden kunnen
edelere (vb. Cu) of
onedelere (Al of Mg) metalen zijn
 Bij aanwezigheid van een elektrolyt
ontstaat een corrosie-element.
 Door het verschil in potentiaal van de metalen
zal een elektrische stroom gaan lopen
 Het onedelere metaal gaat in oplossing!
 Het proces gaat door totdat de anode
geheel verdwenen is en het potentiaalverschil
gelijk geworden is (evenwicht)

Pourbaix-diagram
+2000
+1600
+1200
beschermende
oxidelagen
+ 800
E
[mv]
+ 400
0
Corrosie
- 400
Corrosie
- 800
-1200
immuniteit
-1600
-2
0
2
4
6
8
10
12
14
pH
Soorten aantasting
oxidelaag
Algemene of gelijkmatige corrosie
materiaalstructuur
beschermlaag
oxide
Putvormige corrosie
oxide
Spleetcorrosie
Elektrochemische
of contactcorrosie
of galvanische
corrosie
Al-klinknagel
Cu-plaat
water
(elektrolyt
oxide
Voor elektrochemische corrosie is nodig:

Een anode en een kathode
 2 verschillende metalen
 dus er is een potentiaalverschil

Een elektrische verbinding
tussen anode en kathode

Een elektrolyt waarin zich
anode en kathode bevinden
Vragen 1 t/m 11
blz. 42, 43 maken
Vragen 1 t/m 11 blz 42/43 1
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Chemisch proces waarbij stroom loopt.
Oxidatie en reductie
Kleinste deeltje van een stof dat nog de
stofeigenschappen bezit
Kleinste deeltje van een element
positieve kern met daaromheen negatief geladen
elektronen
Verbinding van elementen
Gassen die elektrisch neutraal zijn
+ buitenste elektronenschil is vol
Oxidatie
afstaan van elektronen
Reductie
opnemen van elektronen
Afhankelijk van het (soort) element
Vragen 1 t/m 11 blz 42/43 2
8.
9.
Vergelijkingselektrode
Calomel-, zilver/zilverchloride- en kopersulfaat-elektrode
Zowel oxidatie als reductie

Minst edele element staat elektronen af



Edelste element neemt elektronen op




10.
11.
Wordt geoxideerd
Wordt de anode
Wordt gereduceerd
Wordt de kathode
Er loopt een elektronenstroom door de “draad” van de anode naar de
kathode
Er loopt een elektrische stroom door het elektrolyt (grondwater) van
de anode naar de kathode
Door onzuiverheden (andere metalen)
Drie voorwaarden!
1.
2.
3.
2 verschillende metalen
In het zelfde elektrolyt
Door een draad “buitenom” verbonden
Corrosiewering of corrosiebestrijding kan
geschieden door:

Een scheiding aanbrengen
tussen metaal en elektrolyt
(isolerende bekleding/coating)
 Dit is de primaire of passieve bescherming

vaak in combinatie met

Het “sturen” van de elektronenstroom door een juiste
combinatie van metalen.
 Het te beschermen onderdeel wordt elektrisch
verbonden met een onedeler metaal (anode)
en daardoor tot kathode gemaakt.
 Dit is kathodische bescherming,
 de secundaire of actieve bescherming

Het elektrisch isoleren van verschillende metalen bij
combinaties van bijv. stalen en koperen leiding
Coatingtypen (1)

Polyetheen
(NEN 6902)
 voor isolatie van leidingen
 wordt om de buis geëxtrudeerd
 met lijmlaag vastgezet

Butylrubber (NEN 6909)
 wikkelbanden (butylrubber op PE-drager)
 vnl. voor herstellen van fitverbindingen en
beschadigingen aan leidingwerk
 wordt met de hand of
wikkelmachine aangebracht
 eerst hechtlaag (vloeibaar butylrubber) aanbrengen
 vooraf ondergrond goed schuren, drogen
en ontvetten!!
verv.

Epoxyverf







Coatingtypen
vnl. voor coaten van tanks
combinatie van hars en harder (uitharden)
laagdiktes van 500 tot 1000 m
wordt vnl. fabrieksmatig aangebracht
ook gebruikt voor reparaties van kleine beschadigingen
(N.B. voorbehandeling!!)
Bitumen
 voor tankbekleding en pijpwikkelband
 bekleding wordt in de fabriek aangebracht
 bij pijpwikkelband is een wapening van glasweefsel aanwezig
 mag niet meer worden gebruikt
i.v.m. gevoeligheid voor wortel-ingroei
en relatief mindere kwaliteit!!
NEN 6910, 6907 en NPR 6911
Controle van coating
 Poriëndichtheid
 afvonken met een op de coatingdikte
afgestemde hoogspanning
 waar porie of beschadiging zit zal een vonk overslaan
 geeft geen indicatie over de hechting
 Isolatiewaarde
 maat voor de poriëndichtheid
 Polyetheen
100 M.m2 NEN6902
 Epoxy
100 M.m2 NEN6905
 Bitumen
1 M.m2 NEN6907 / NEN6910
 BRL: Epoxycoating: 1 M.m2
PUR-coating : 100 M.m2
Bekleding
Hechting en stroomdichtheid
 Hechting
 alleen te controleren door de coating eraf te trekken
 wordt alleen met steekproeven gecontroleerd
 Stroomdichtheid
 na ingraven van de tank
en aansluiten van het KB-systeem
de stroom meten
 stroom hoger
kwaliteit bekleding slechter
Wanneer kathodische bescherming?
NPR 6912

Als de specifieke elektrische weerstand (SEW) van de
bodem lager is dan 100 Ohm.meter
Als de pH van de bodem lager is dan 6
Bij anaërobe (niet beluchte) bodem
Als er zwerfstromen zijn geconstateerd

N.B. bij anaërobe bodem is de SEW altijd lager dan 100 Ohm.meter



Praktijk:
•als de SEW < 100 Ohm.meter
•bij aanwezigheid van zwerfstromen
SEW bodem
SEW
Agressiviteit
[in Ohm.meter]
< 10
 10 … 30
 30 … 50
 50 … 100
 100 … 250
 > 250

zeer sterk agressief
sterk agressief
agressief
matig agressief
licht agressief
nauwelijks agressief
Kathodische bescherming
Uitvoeringrichtlijn: NPR 6912
Nederlandse praktijkrichtlijn
Kathodische bescherming
meetkastje
maaiveld
beschermstroom
Tank (kathode)
voorzien van
geschikte bekleding
anode
Noodzakelijke voorzieningen

elektrische isolatie
 Het te beschermen object (tank) elektrisch
isoleren van andere objecten en aardingen.
 Anders stroomt de stroom van de KB naar alle
verbonden objecten!
 Alle geaarde delen elektrisch isoleren
door isolatieflenzen of isolatiestukken.
 De betrouwbaarheid van een isolatiestuk is hoger
dan die van de isolatieflens!
 Een isolatiestuk of isolatieflens moet een
isolatiewaarde hebben van
minimaal 1 MΩ
Isolatiestuk
Epoxy-hars
bekleding
Afdichtingsring
Staal
Isolatie
Staal
N.B. Niet andersom monteren!
Isolatiestuk fout gemonteerd
Isolatieflens
Stalen
ring
Isolatiehuls
Isolatiering
Isolatieflens
Stalen
ring
Isolatiering
Aansluiting KB-installatie
Bovengronds
verbindings- of meetpunt

Tankdraad

Anodedraad
 bevestigen d.m.v.
thermietlassen
 bevestiging isoleren!
•eisen m.b.t. draden:
•geïsoleerd
•sterk
•soepele kern
•draadoppervlak min. 2,5 mm2
•voorzien van merktekens !
Anodemateriaal

Meestal magnesium
 anodepotentiaal van -1500 mV

Ook zgn. HP-anodes
 anodepotentiaal van - 1700 mV
 Deze kunnen overbescherming tot gevolg hebben!

Soms wordt zink toegepast
Uitwendige bekleding
Het is mogelijk kaal staal kathodisch te
beschermen.
 Met een gewone anode is dit niet mogelijk.
 Er moet dan gebruik worden gemaakt van een
gelijkrichtinstallatie
 De beschermstroom moet dan hoog zijn
 Dit leidt tot hoge energiekosten
 Bovendien tot interferentie op andere metalen
objecten en daardoor tot ongewenste corrosie
 Op deze manier is de kathodische bescherming
niet meer de secundaire, maar de primaire
bescherming geworden!

Potentiaalverschuiving
(Criteria voor een goede kathodische bescherming)

Op alle delen van de installatie moet het potentiaal
verlaagd zijn tot
 minimaal -850 mV (CSE)

Bij anaërobe (zuurstofarme) bodem moet het
potentiaal verlaagd zijn tot
 minimaal -950 mV (CSE)
(zie Pourbaix-diagram)

Het potentiaalverschil tussen object (tank) en
elektrolyt (bodem) kan met een meetelektrode
worden vastgesteld.
Potentiaalverschuiving (1)
75
Potentiaalverschuiving (2)
76
Polarisatie
Fe
“Richten van watermoleculen”
H+
OH+
H+
H+
H+
O-
OH+
H+
H+
OH+
H+
Snelheid ontstaan is afhankelijk
van de bodemkwaliteit
Kan soms “dagen” duren
H+
O-
Geeft extra “buffer”
Bufferlaag blijft na loskoppelen
van anode nog “even” in stand
H+
H+
H+
OO-
Ontstaat na uitschakelen
bronbemaling t.g.v. potentiaalverschil.
H+
H+
Dit “even” is weer afhankelijk
van de kwaliteit van de bodem
Meting Uit-Potentiaal
alleen bij jaarlijkse KB-controle
Meting Uit-Potentiaal
niet bij opleveringsmeting!
Jaarlijkse KB-controle (AP 08)

Meting Uit-Potentiaal
 Na 2 sec
 Of met registrerende meter
78
Het meten van het
Beschermpotentiaal

Met meetelektrode (kopersulfaatcel)
 zo dicht mogelijk bij de tank.
 op het maaiveld, direct boven de tank

Indien niet, dan meetfouten doordat de
beschermstroom een spanningsval in de bodem
veroorzaakt (de zgn. IR-drop).
Magnesium-anode
verbindingskabel
bitumen
bentoniet met gips
magnesium
ijzeren staaf
linnen zak
Overige anodes

HP-anode
 Wordt alleen toegepast bij een hoge SEW van de bodem.
 Indien toegepast bij lage SEW, wordt meer stroom geleverd dan
nodig is (overbescherming).
 Hierdoor ontstaan H+-ionen
(extra verzuring)
 en H2 (gas) !!!!
Dit gas komt tussen de coating en het staal
en kan de coating losdrukken!

Zn-anode
 Alleen in uitzonderingsgevallen
 Als een te negatief potentiaal een probleem is
ten aanzien van de coating
 Vaak is de coating onderzocht op KB-geschiktheid
Gelijkrichter-installatie



Wordt voornamelijk gebruikt bij pijpleidingsystemen
Bescherming door opgedrukte stroom
Principe:
bodem
A
-
+
elektronen
beschermstroom
beklede stalen buis
1,5 - 2 m
N.B. + en - niet verwisselen
anders geforceerde corrosie!
ijzer-silicium
anode
Zwerfstromen

Oorzaken:
 elektrische trein of tram




Stroom moet "rondlopen" van onderstation via
bovenleiding, trein en rails terug naar onderstation
Bij contact van rails met grond of defecte
doorslagveiligheid kan een deel van de stroom (tot
1600 A) via de bodem retour gaan naar het
onderstation
Deze stroom kiest de weg van de minste weerstand
(door stalen objecten)
De uittredende stromen kunnen ernstige corrosie
veroorzaken
Vragen 12 t/m 27
blz. 44 - 46 maken
Vragen 12 t/m 27 blz. 44 – 46 1
12.
13.
14.
15.
16.
17.
Primaire
Coating
Secundaire
KB
Bitumen, epoxy(verf), butylrubber, polyetheen
Afvonken
SEW<100 Ohm.meter, pH<6, zwerfstromen
Zie tabel blz. 18
Zowel als installatie zonder of met KB is uitgevoerd!

Zonder KB



Corrosiegevaar door aanwezigheid van andere elementen
Staal is meestal het minst edele element!
Met KB


Installatie isoleren van “de rest” (onder- en bovengronds)
Anders loopt de beschermstroom ook naar niet te beschermen
delen
Vragen 12 t/m 27 blz. 44 – 46 2
18.
Controleren
1.
2.
3.
4.
5.
19.
20.
Aansluitingen juist, bereikbaar en losneembaar
Geen contact met aarde
Labels aan draden
In-Potentiaal overal < - 850 mV
Beschermstroom niet te hoog
Met multimeter (Volt-meter) en referentiecel
Reductiereacties en bij te hoge stroom:
1. Ontstaan van H+-ionen
1. Verzuring!
2. Vorming van waterstofgas
1. Drukt bekleding los!
Vragen 12 t/m 27 blz. 44 – 46 3
21.
Polarisatie


22.
23.
24.
25.
26.
Zo dicht mogelijk erbij
Mg-, Zn- en HP-anodes
Levensduur ~ 15 jaar
“Losblazen” van de bekleding door waterstof(gas)ontwikkeling
Gelijkrichterinstallaties bij:


27.
Het “richten” van de watermoleculen naar het oppervlak van
de kathode (tank)
Veroorzaakt extra elektrische weerstand!
Pijpleidingsystemen (gasuni)
Zeer grote installaties
Zwerfstromen door:


Elektrische trein/tram
hoogspanningsleidingen
Meetapparatuur
 Cu
- CuSO4 meetelektrode
(referentiecel) ofwel
Vergelijkingscel
 Waterstof niet bruikbaar!
 Sterk en gemakkelijk te onderhouden
 Voor het meten van het metaal-elektrolyt-potentiaal
 Anode-potentiaal
 Tank-potentiaal
 In-potentiaal
 potentiaal moet constant en bekend zijn
 (normaal)potentiaal van +320 mV t.o.v. H2- elektrode
Cu/CuSO4-elektrode
Klem
Schroefdop
Kunststofpijp
diam. 25 mm
Koperstaaf
Kopersulfaat
Hout of
Keramiek
Cu/CuSO4-meetcel

Weerstand < 2000 Ohm
Bij een nieuwe elektrode wordt vaak een te hoge weerstand
gemeten.

Elektrode eerst vullen met een CuSO4-oplossing

Elektrode niet laten uitdrogen

 Dit komt omdat deze nog te droog is.
 deze moet eerst "intrekken"
 Verticaal en in afgesloten koker bewaren!

Inwendige weerstand:
 met houten prop
~ 500 Ohm
 met keramische prop ~ 1200 Ohm

Voor gebruik eerst controleren:
 Meten van MEP van Mg-lint
 Indien weerstand te hoog
 Koperen staaf opschuren
 CuSO4-oplossing vervangen
 2 cellen tegen elkaar houden en spanningsverschil meten.
 Als > 20 mV dan is een cel defect.

Laten kalibreren in gebruikstoestand
verv. Meetapparatuur

Potentiaalmeter
 voltmeter met meetbereik van ca. 3 Volt
 inwendige weerstand minimaal 10 MOhm
 nauwkeurigheid ca. 0,5 %

Stroommeter
 Meetprincipe:
 Met behulp van een extra weerstand (shunt)
wordt stroom omgezet naar spanning.
 Deze spanning wordt "vertaald" naar stroom

N.B.
De meetshunt neemt energie op.
Bij KB-systemen is de hoeveelheid energie beperkt!
Een te hoge shuntweerstand geeft een grote meetfout!
NPR 6912:
Spanningsval over stroommetingen < 10 mV
 Standaardmeters zijn dan ook vaak niet geschikt!




Meten van het In-Potentiaal (MEP)

Benodigdheden:
 Kopersulfaatcel
 Voltmeter

Aansluiting:
 Tankdraad en anodedraad verbonden in meetpaal
 - van de meter aan de tank/anodedraad
 + van de meter aan de kopersulfaatcel


Resultaat:
 In-Potentiaal van de tank
N.B.
Het In-Potentiaal is afhankelijk van de plaats
van de kopersulfaatcel in de bodem!
Dit wordt veroorzaakt door de beschermstroom.
Deze veroorzaakt een spanningsval in de bodem!
Meten van
tankpotentiaal
bij ingeschakelde
KB
(In-Potentiaal)
KB-paal
maaiveld
Anode-draad
Tankdraad
anode
Meetfout bij het bepalen van het MEP

Bij een potentiaal van 1 Volt en een meter met een inwendige weerstand
van 1 MOhm vloeit er door de meter een stroom van:


U
1V
Imeter = ---- = ----= 10-6 A = 1 A
6
Rinw 10 Ohm
Deze stroom loopt ook door de CSE-cel.
 Als de CSE-cel een inwendige weerstand heeft van 1 kOhm dan is
het spanningsverlies gelijk aan:
 1 A x 1 kOhm = 1 mV



Als de inwendige weerstand van de CSE-cel
50 kOhm is, dan is het spanningsverlies gelijk aan:
 1 A x 50 kOhm = 50 mV
Bij een gemeten waarde van 1 Volt (1000 mV)
is dit een meetfout van 5 % !!
In de praktijk komt hierbij ook nog de weerstand van de grond rond de
CSE-cel bij en zal de meetfout nog groter zijn !!
“Omrekenen”





M = Mega = 1.000.000 = 106
k = kilo = 1.000 = 10+3 = 103
1
m = milli = 0,001 = 10-3
µ = micro = 0,000001 = 10-6

Van milli [m] naar micro [µ] ?
 x 1000
 Komma 3 plaatsen naar rechts
 0,25 mA is dus . . . µA?

Van micro [µ] naar milli [m] ?
 : 1000
 Komma 3 plaatsen naar links
 35 µA is dus . . . mA?
 250 µA
 0,035 mA
Beschermstroomdichtheid

Maximale beschermstroomdichtheid
 Tank met epoxy bekleding: 1 µA/m2.
 Tank met bitumen bekleding: 2 µA/m2.

Beschermstroom wordt gemeten in mA
 Omrekenen naar µA en vervolgens
 Delen door aantal m2 in bescherming

Voorbeeld berekening:
 Meetresultaat stroommeting “epoxytank”: 0,043 mA
 Totaal opp tank + leidingen: 45 m2.
 Van mA naar µA betekent: x 1000, dus
 0,043 mA = 43 µA (komma 3 plaatsen naar rechts!)
 Beschermstroomdichtheid is dan:
43 µA
45 m2
Ofwel:
= 0,96
/
µA/ 2.
m
< 1 µA m2 ,
tank goedgekeurd!
96
Meten van de beschermstroom

Benodigd:
 Ampère-meter

Aansluiting:
 In het meetpunt
 tussen anodedraad en tankdraad

Meetbereik Ampèremeter:
 zodanig dat een afleesbare waarde wordt
aangegeven
 Bij AVO meter 30 mA bereik
 “meer cijfers” betekent niet dat nauwkeuriger
wordt gemeten!
Meten van stroombehoefte
Meetpunt KB
tank-draad
anode-draad
Fouten bij meten beschermstroom



Bij een spanningsval van 100 mV over de meetshunt bij een
MEP van -1500 mV en een beschermstroom van 3 mA is de
meetfout:
in het 30 mA meetbereik
 3 mA is 1/10 van 30 mA
 de spanningsval veroorzaakt door de meetshunt is dan
 1/10 van 100 mV = 10 mV
 Het MEP daalt van -1500 naar -1490 mV
 Deze fout is te verwaarlozen
in het 3 mA meetbereik
 de spanningsval veroorzaakt door de meetshunt is nu de
volledige 100 mV
 Het MEP daalt nu van -1500 naar -1400 mV
 De beschermstroom daalt hierdoor van
3 mA ca. 2,4 mA.
Een meetfout dus van 20 %
Kalibratie
van de meetinstrumenten

Alle meetinstrumenten (Ampère/Voltmeter en CSE-cel)
jaarlijks door externe instantie (laten) kalibreren!

Hierbij wordt de apparatuur getoetst aan de gestelde normen
en kan worden beoordeeld of de metingen
wel goed zijn geweest.

De instrumenten moeten zijn voorzien van
een sticker of pasje
met de datum van de volgende controle!

De kalibratiewaarden registreren!
Controle meetinstrumenten
vóór gebruik

CSE-cel:
 voldoende gevuld
 verschilpotentiaal t.o.v. een 2e elektrode
 potentiaal van Mg-lint

Voltmeter:
 batterij vol
 ingeschakeld op gelijkspanning
 potentiaal van Mg-lint

Ampère-meter
 batterij vol
 zekering in orde
 juiste meetbereik
Controle van de bekleding
Controle op
poriëndichtheid
 Afvonken:
 vonklengte
volgens NENnormen en BRL
 bij porie of
beschadiging zal
vonk overslaan
Stroomsterkte KB-systeem
 direct na ingraven tank en aanvullen van de
tankput de anode met de tank verbinden en de
stroom meten
(1e referentiepunt)
 er voor zorgen dat er geen onbeklede delen
(mangat/hijsogen) in aanraking zijn met de
bodem
 tijdens aanvullen de stroom bewaken
 een toename van de stroom kan betekenen dat
de bekleding niet in orde is
 uit de gemeten stroom kan de weerstand als
volgt worden berekend:
 Anodepotentiaal: -1500 mV
Potentiaal staal: - 500 mV
Spanning is dan: 1000 mV
Bij een beschermstroom van 1 A/m2 is de
weerstand:
U
1V
1
R= -- = ----= ----- = 1 Mm
A/m2 10-6
Stroomopdrukproef

Ter controle van de bekleding
 Isolatiewaarde (weerstand)

Uitvoering (door bijv. KIWA)
 Met gelijkspanningsbron een in-potentiaal van
-1500 mV tov CuCuSO4-elektrode inregelen
 Tank aansluiten op de – van de regelbare voeding
 Tegenpen van rvs aansluiten op + van de voeding
 Minimaal 10 m van installatie af
 CuCuSO4-elektrode zo dicht mogelijk bij/boven de tank
 Meten van stroombehoefte
 Berekening isolatiewaarde met:
Opleveringsmeting


Checklist gebruiken (hierna)
Meten van het anodepotentiaal
 (minimaal -1450 mV t.o.v. de CSE-cel)

Meten van MEP (in-potentiaal)
 op peilleiding
 op vulleiding
 in meetpunt
afwijking meetwaarden: max. 100 mV !

Meten van de beschermstroom en
het berekenen van de stroomdichtheid
 epoxytank:
Imax= 1 A/m2
 bitumentank: Imax= 2 A/m2

Installatie zonder KB (geen anode ingegraven)
 controle van de staat van de bekleding
 tijdelijke anode (Mg-lint) in sloot plaatsen of
in een gat plaatsen en met water aanvullen
 vervolgens stroom meten
Checklist oplevering
Te controleren
resultaat
Opmerking
TIJDENS AANLEG
 controle V- en A- meter
 installatie voorzien van KB
 anode-potentiaal
 potentiaal tank (anode aangesloten)
 oppervlak tank
 beschermstroom (tanklichaam aangevuld)
 beschermstroom (leidingwerk aangevuld)
 beschermstroom (bovenzijde tank aangevuld)
 beschermstroom (mangat ingewaterd)
OPLEVERINGSMETING
 Meetpunt ingericht en labels op de draden
 In-potentiaal in meetpunt
 In-potentiaal op peilleiding
 In-potentiaal op vulleiding
 gemeten stroom
 berekende stroom/m2 < 1 A
INDIEN STROOM TE HOOG
 isolatiekoppelingen in orde
 peilkranzen vrij van de bodem
 vulpuntenbak vrij van leiding
 "vreemde" elektr. aansluitingen ok
verv.
Opleveringsmeting
Opsporen van fouten bij te hoge stroom

Anodepotentiaal is meer dan ~500 mV gedaald
 installatie maakt waarschijnlijk contact met aarding
 Eerst isolatiestukken controleren!
 alle aardingen stuk voor stuk losnemen
en beschermstromen controleren
 als stroom terugloopt  "bingo"
 indien geen resultaat, dan ook ontluchting en andere
voorzieningen (niveaumeting) losnemen tot stroom terugloopt

Anodepotentiaal is minder dan 500 mV gedaald
 waarschijnlijk bekledingsfout
 potentiaalmetingen uitvoeren
om de bekledingsfout te lokaliseren
verv. Opleveringsmeting
Meten van potentialen

controle van mangaten en hijsogen
max. 30 cm zand boven tank
zandpakket bevochtigen
KB in werking stellen
Voltmeter aansluiten op peilleiding en de CSE-elektrode
Eerst CSE elektrode buiten de tankput plaatsen.

Dan CSE-elektrode boven tank plaatsen





 potentiaal meten en noteren
 iedere 10 cm (in lengterichting van de tank)
het potentiaal meten en noteren
 ook potentialen meten boven mangatdeksel(s)

Plaatsen met de minst negatieve potentiaal zijn verdacht !
 daar eerst de beschermstroom meten
 dan de locatie vrijgraven
 controleren of dan de stroom goed is
Vragen 28 t/m 37
blz. 46, 47 maken
Vragen 28 t/m 37 blz. 46/47
28.
1
Vergelijkingscel
1. Meestal kopersulfaatcel
29.
Ampère-meter tussen tankdraad en anodedraad
1. Juiste meetbereik!
1. 30 mA
30.
Benodigdheden
1. Multimeter
2. Kopersulfaatcel
31.
32.
33.
Ampère-meter tussen tankdraad en anodedraad
Controle en evt. afregelen van meetinstrumenten
Beschermstroom delen door aantal m2 oppervlak
van alles wat in bescherming wordt meegenomen
Vragen 28 t/m 37 blz. 46/47
34.
Stuk magnesium van ca. 30 cm lang
1. te gebruiken bij controle van bekleding bij
installaties zonder KB
35.
Fouten
1. Verkeerde aansluiting meter
1. Verkeerde meetbereik
2. Bij meerdere tanks
1. Alle apart meten
36.
Bij controle hijsogen en mangaten
1. Inwateren
37.
Zie blaadje
2
Bepaling inwendige weerstand
van de Cu/CuSO4-meetcel
Principe van de meting
Ri
V
A
Spanningsbron,
gevormd door
Mg-strip en
Cu/CuSO4-meetcel
in bak met water
Ri = inwendige weerstand
(in hoofdzaak bepaald
door) de meetcel
Extra weerstand
om kortsluiting
te voorkomen
Bepaling inwendige weerstand Cu/CuSO4-cel
R=U/I=
= 211mV / 0,2mA=
= 1055 
Extra weerstand 1k
Mg-strip
Bak met water
112
Meten van
tankpotentiaal
bij ingeschakelde
KB
(In-Potentiaal)
KB-paal
maaiveld
Anode-draad
Tankdraad
anode
Meten van stroombehoefte
Meetpunt KB
tank-draad
anode-draad
Download