Chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie bij

advertisement
Radiotherapie | Medische Oncologie
Chemoradiotherapie
gevolgd door chirurgie
bij slokdarmkanker
Uitwendige bestraling van slokdarmkanker in
combinatie met chemotherapie, voorafgaand
aan een operatie van de slokdarm
Radiotherapie | Medische Oncologie
Inleiding
Na verschillende onderzoeken is bij u slokdarmkanker vastgesteld.
De arts die u behandelt, heeft met u besproken dat uitwendige
bestraling van uw slokdarmkanker in combinatie met chemo­
therapie, gevolgd door een operatie, de beste behandeling voor u
is. Deze behandeling is in opzet genezend (curatief) van aard.
De combinatie van chemotherapie en radiotherapie
(kortweg: chemoradiatie) is erop gericht om het gezwel (de
tumor) voorafgaand aan de operatie kleiner te maken en de kans
op genezing zo te vergroten.
U bent voor de chemoradiatie doorverwezen naar de afdeling
Radiotherapie (bestralingsafdeling) en naar de polikliniek Medische
Oncologie. Om u zo goed mogelijk te informeren over de gang van
zaken rond de chemoradiatie, ontvangt u deze brochure. Hierin
kunt u nalezen wat u door de radiotherapeut-oncoloog is uitgelegd
over de bestraling. Daarna leest u wat de internist oncoloog
(= medisch oncoloog) u heeft verteld. Het is belangrijk dat u zich
bij het lezen realiseert dat de precieze invulling van de
chemoradiatie altijd van persoon tot persoon kan verschillen.
Over de operatie van een tumor in de slokdarm is een
aparte brochure geschreven. U ontvangt ‘Operatie van een tumor
in uw slokdarm’ van de chirurg.
Wat is bestraling (radiotherapie)?
Bestraling is de behandeling van kanker door middel van straling.
Het doel van de bestraling is het doden van de aanwezige kanker­
cellen en daarbij de gezonde cellen zo veel mogelijk te sparen.
Tijdens de bestraling wordt gebruik gemaakt van straling met een
hoge energie. Deze straling beschadigt het erfelijke materiaal van
een cel, waardoor deze zich niet meer kan delen en uiteindelijk
1
Chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie bij slokdarmkanker
dood gaat. Kankercellen zijn gevoeliger voor straling dan cellen van
de gezonde omliggende weefsels. Gezonde weefsels kunnen zich
beter herstellen van de stralingschade dan kankercellen.
Gesprek met de radiotherapeut-oncoloog
Voordat u bestraald gaat worden, heeft u een gesprek met de
radiotherapeut-oncoloog. Tijdens dit intakegesprek vertelt de
radiotherapeut-oncoloog u over het doel van de bestraling, welk
gebied bestraald moet worden en hoe dat in zijn werk gaat. Ook
legt de radiotherapeut-oncoloog u uit wat de werkwijze op de
afdeling Radiotherapie is en hoe vaak u bestraald gaat worden.
Daarnaast bespreekt de radiotherapeut-oncoloog met u de
bijwerkingen die kunnen optreden als gevolg van de bestraling van
uw slokdarmkanker.
Voorbereiding op de bestraling
Om het kwaadaardige weefsel goed te behandelen en het
omliggende gezonde weefsel zo min mogelijk te belasten, wordt
voor u een individueel bestralingsplan opgesteld. Daarvoor wordt
eerst een zogenaamde plannings-CT-scan van u gemaakt, waarmee
het bestralingsgebied wordt bepaald. De radiotherapeutisch
laborant plaatst vervolgens kleine tatoeagepuntjes in uw huid.
Deze tatoeagepuntjes zijn blijvend.
De behandeling
Uw behandeling bestaat uit 23 bestralingen. De radiotherapeutisch
laboranten voeren de bestralingen uit. Gedurende uw behandeling
wordt u één keer per week gezien door uw behandelend
radiotherapeut-oncoloog of arts-assistent in opleiding tot
2
Radiotherapie | Medische Oncologie
radiotherapeut-oncoloog. Bij eventuele tussentijdse problemen
kunt u contact opnemen met een medewerker Patiëntenservice.
Deze neemt zonodig contact op met uw behandelend radio­
therapeut-oncoloog. Het telefoonnummer van Patiëntenservice
vindt u achter in deze brochure. Daarnaast heeft u één keer per
week een afspraak met de diëtiste.
Bijwerkingen van de bestraling
Onderstaande bijwerkingen als gevolg van de behandeling kunnen
op korte termijn optreden. De radiotherapeut-oncoloog bespreekt
deze bijwerkingen met u op de polikliniek Radiotherapie. Ook
hoort u van de radiotherapeut-oncoloog welke bijwerkingen u
mogelijk op de lange termijn kunt verwachten. Realiseert u zich dat
sommige mensen veel hinder van bijwerkingen krijgen, terwijl
anderen er weinig van merken.
•
Slikklachten/misselijkheid/ slijmvorming
Hoewel de diagnose slokdarmkanker vaak wordt gesteld naar
aanleiding van slikklachten, kunnen door de bestraling van uw
slokdarm uw slikklachten zelfs toenemen. Het slikken van voedsel
kan niet alleen moeizaam gaan, maar ook pijnlijk zijn. Soms kan
ook misselijkheid optreden. Tevens is extra slijmvorming mogelijk.
Als u last van slikklachten of misselijkheid heeft, geeft de diëtiste u
voedingsadviezen. De radiotherapeut-oncoloog schrijft u zo nodig
pijnstillers of medicijnen tegen de misselijkheid voor.
•
Hoesten / kortademigheid
Bij de bestraling ligt een deel van de longen in het bestralings­
gebied. Hierdoor gaat u mogelijk wat meer hoesten. Ook kunt u
last krijgen van kortademigheid. Vaak is het niet nodig u hiervoor
te behandelen.
3
Chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie bij slokdarmkanker
•
Vermoeidheid
Vermoeidheid kan optreden tijdens de behandeling. Naast
voldoende rust is het ook van belang dat u voldoende ontspanning
heeft. Houdt u ook tijdens de bestraling uw conditie zo goed
mogelijk op peil.
Bestraling in combinatie met chemotherapie
Door uw bestralingsbehandeling te combineren met chemo­
therapie wordt het resultaat van de behandeling verbeterd. Hoe
uw behandeling met chemotherapie er uit gaat zien, leest u
onderstaand.
Wat is chemotherapie?
Chemotherapie is de behandeling van kanker door middel van
celdodende medicijnen (cytostatica) die de patiënt via een infuus
of tabletten krijgt. Deze medicijnen komen vervolgens in het bloed
terecht en proberen de celdeling te stoppen.
Uw eerste bezoek aan de polikliniek Medische Oncologie
Bij dit bezoek beoordeelt de internist oncoloog (= medisch
oncoloog), of u in staat bent de behandeling met chemotherapie te
ondergaan. Om dit te kunnen beoordelen is het belangrijk dat de
internist oncoloog uw ziektegeschiedenis kent. Om hier inzicht in
te krijgen, stelt de internist oncoloog u een aantal vragen.
Daarnaast zal de internist oncoloog u lichamelijk onderzoeken en
bloed bij u laten prikken. Aan de hand van deze onderzoeken
bepaalt de internist oncoloog of u de behandeling met chemo­
therapie kunt ondergaan. Vervolgens vertelt de internist oncoloog
u hoe uw behandeling er uit gaat zien. Daarna maakt u kennis met
4
Radiotherapie | Medische Oncologie
de oncologie verpleegkundige van de polikliniek Medische
Oncologie. Deze verpleegkundige bespreekt met u na wat de
internist oncoloog u heeft verteld. U kunt haar ook uw eventuele
vragen stellen. Verder krijgt u van deze verpleegkundige
informatie­materiaal dat past bij uw specifieke situatie.
De behandeling met chemotherapie
U wordt in de periode dat u bestraald wordt, vijf keer één dag
opgenomen op D2VA voor de behandeling met chemotherapie.
Over het algemeen vindt dat plaats op dag 1, dag 8, dag 15, dag 22
en dag 29 vanaf het starten met de bestraling. Op de dag van uw
opname meldt u zich rond 10.00 uur bij de opnamebalie in de
ontvangsthal. Een gastvrouw begeleidt u daarna naar D2VA.
Tijdens uw opname krijgt u via een infuus chemotherapie.
Heeft u binnen één week voorafgaand aan uw eerste
bestraling nog geen oproep voor opname ontvangen, neemt u dan
telefonisch contact op met de oncologie verpleegkundige van de
afdeling Medische Oncologie. Het telefoonnummer vindt u achter
in deze brochure.
Bijwerkingen
Bij chemotherapie denken veel mensen aan kaal worden. Het is
misschien goed te weten dat kaal worden bij deze vorm van
chemotherapie zelden voorkomt.
Tijdens de behandeling met chemotherapie krijgt u
standaard medicijnen tegen de misselijkheid.
Als u behandeld gaat worden, ontvangt u een folder met
uitgebreide informatie over de mogelijke bijwerkingen die bij deze
vorm van chemotherapie kunnen voorkomen. In de folder vindt u
ook telefoonnummers waar u tijdens uw behandeling met vragen
terecht kunt.
5
Chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie bij slokdarmkanker
Na de combinatiebehandeling
Na afloop van de combinatiebehandeling nemen de eventuele
klachten veroorzaakt door de bijwerkingen meestal af. Dit gebeurt
in de loop van ongeveer vier weken.
Controle in de weken na de chemoradiatie vindt plaats
door de internist oncoloog. Deze arts is gedurende de behandeling
met chemotherapie en bestraling uw hoofdbehandelaar en
aanspreekpunt.
Herhaling CT-scan
Ongeveer vier weken na het afronden van de chemoradiatie vindt
een CT-scan plaats. Dit onderzoek wordt uitgevoerd om vast te
stellen of er eventuele uitzaaiingen zijn.
De resultaten van het onderzoek worden besproken in
een multidisciplinair overleg, de zogenaamde ‘Slokdarm­
bespreking’. Hierbij is het gehele behandelteam betrokken. In deze
bespreking wordt vastgesteld of de voorgenomen operatie van uw
tumor doorgang kan vinden.
Polikliniek Chirurgie
De chirurg informeert u over de uitkomst van de ‘Slokdarm­
bespreking’. U ontvangt hiervoor een afspraak op de polikliniek
Chirurgie. Als de operatie uitgevoerd kan worden, informeert de
chirurg u ook over de ingreep. In dit geval wordt de chirurg uw
hoofdbehandelaar en aanspreekpunt. Als een operatie niet
mogelijk blijkt, worden alternatieven met u besproken.
6
Radiotherapie | Medische Oncologie
Nazorg
Na de slokdarmoperatie verricht de chirurg de poliklinische
controles. Daarnaast wordt u nog een paar keer door de radio­
therapeut-oncoloog op de polikliniek Radiotherapie gezien.
Vragen
Als u na het lezen van deze brochure vragen heeft, kunt u deze
eventueel bewaren tot een volgend polikliniekbezoek. U kunt ook
op werkdagen tussen 8.30 – 16.30 uur contact opnemen met:
•
Medewerkers Patiëntenservice afdeling Radiotherapie,
via telefoonnummer (050) 361 93 63.
•
Oncologie verpleegkundige van de afdeling Medische
Oncologie, via telefoonnummer (050) 361 61 61 en vragen
naar piepernummer 77136.
7
Chemoradiotherapie gevolgd door chirurgie bij slokdarmkanker
Aantekeningen
8
Patiënteninformatie vlk 100/1008
Download