H Mortier Universiteitsbibliotheek/ Totem 18 maart06 Totem Welkom op het Ladeuzeplein, vooral bekend door de universiteitsbibliotheek maar sinds 2001 ook wegens de Totem van Jan Fabre, hier 23m hoog boven ons hoofd. De Totem is een schenking van de universiteit aan de stad naar aanleiding van het 575 jarige bestaan van de universiteit in 2001 en is de voorstelling van een scarabee die op een naald is gespiest. Dit kunstwerk kwam tot stand door de uitstekende samenwerking van Fabre met specialisten van de universiteit, met name door het gebruik van verschillende polyesters, een speciale verf die voor dit kunstwerk werd ontwikkeld en de vrij complexe berekeningen voor het maken ervan. Hierdoor kon hij de kever perfect uitvergroten waardoor elk detail erin zit. De scarabee, een exotisch insect, duikt overal op in het werk van kunstenaar. Dat zijn grootvader een belangrijk entomoloog was zal wellicht hieraan niet vreemd zijn. De scarabee ook wel juwelenkever of mestkever genoemd legt zijn eitjes in een zorgvuldig zelfgemaakte mestpil of mestbal. Deze vervoeren ze over vrij grote afstanden naar hun nest. De larven voeden zich met deze mest en ontwikkelen zo tot ’n volwassen kever. Daarom dachten de egyptenaren dat de kever zichzelf verwekte en beschouwden ze hem als een heilig dier. Zij geloofden dat hun overledenen na de dood verder reisden naar een nieuw en eeuwig leven. Om hun te beschermen op deze tocht kregen ze ’n amulet mee en de meest bekende is die van een scarabee,omdat ze dachten dat de zon door een reuzenscarabee werd voortbewogen. Dit insect zorgde voor het opkomen en ondergaan van de zon. De scarabee stond symbool voor het nieuwe leven, het opnieuw geboren worden van de doden. Het wereldberoemde boek van Fabre’s grootvader “La Vie des Insectes” uit 1923 bevind zich overigens hier in de universiteitsbibliotheek. Universiteitsbibliotheek Het verhaal van de bibliotheek is er een van verwoesting, haat zelfs en verdeeldheid maar symboliseert eveneens verbondenheid tot aan de andere kant van de wereld. Oorspronkelijk bezat de universiteit zelfs geen centrale bibliotheek. De weelderige bibliotheek in de Rega-vleugel van de Hallen werd pas in de 18e eeuw opgericht, en reeds in 1794, tijdens de tweede franse bezetting beroofd van een 5000-tal waardevolle boeken en kunstwerken die aldus naar Parijs verhuisden. Tijdens de eerste wereldoorlog brandde ze dan volledig uit met het onherstelbare verlies van handschriften en nog maar eens vele waardevolle boeken. Deze aanslag op de cultuur wekte wereldwijd maar toch vooral in de Verenigde Staten grote verontwaardiging. Onder impuls van Herbert Hoover, de latere VS president, werden in 25 landen steuncomités opgericht die meer dan een half miljoen dollar verzamelden voor de bouw van een nieuwe bibliotheek en voor de aankoop van boeken. Twee Amerikaanse architecten Warren en Wetmore werkten gratis de plannen uit. Na een studiereis door Europa laten ze zich vooral inspireren door Vlaamse en Hollandse renaissance- en barokstijlen. Waar eerst het justitiepaleis gepland was wordt in 1921 de eerste steen gelegd van een nieuwe universiteitsbibliotheek in aanwezigheid van de koninklijke familie op de dan nog deels bewoonde terreinen langs het Volksplein ( toenmalige naam van het Ladeuzeplein). Overigens was het Warren die absoluut deze plek moest hebben. Ongeveer een jaar later dan werd pas echt met de bouw begonnen en op 4 juli 1928 (4th of July) werd ze officieel ingewijd onder de superlatieven van de pers. De inrichting van het boekendepot en de leeszaal was zeer modern maar vooral de prachtige synthese van renaissance en barok in de gevelpartijen oogstte veel lof. Er was wel een incident geweest, en doordat de pers massaal aanwezig was, werd het ook internationaal nieuws toen het gebouw ingehuldigd werd met een balustrade zonder opschrift. Er was een balustrade ontworpen met een hevige anti-Duitse leuze. Deze leuze luidde : “Furore Teutonico diruta, dono Americano restituta” (door Teutoons geweld vernield, door Amerikaanse vrijgevigheid heropgebouwd). Rector Ladeuze wenste die scherpe aanklacht niet ten eeuwigen dagen in reuzenletters op de façade omdat de herstelbetalingen vlot verliepen. De architect en de beeldhouwer zijn kwaad maar verliezen in een rechtsgeding. De lege balustrade wordt vernield, hersteld en terug vernield door o.a. een meestergast bouwvakker die in de oorlog gewond was geraakt en in sommige kringen aldus een held werd. Enkele jaren geleden werd de beruchte balustrade teruggevonden in het stadhuis en naar hier overgebracht. Het gebouw is een synthese van verwijzingen naar bekende gebouwen zoals o.a. de lakenhal van Ieper en de Giraldatoren van Sevilla en is doorspekt van symboliek. Het werd een gebouw met Amerikaanse allures in Boomse baksteen en zandsteen uit Euville in Vlaamse renaissancestijl, dus niet neogotisch maar wel het summum van de wederopbouw. De toren die herinnert aan de Vlaamse belforten is 85m hoog en bevat de ondertussen tweede grootste beiaard van Europa. Origineel met 48 klokken, naar de toenmalige 48 staten van de Verenigde Staten maar sinds 1979 op initiatief van een Amerikaanse beiaardier zijn er nu 63 klokken, goed voor 31 ton brons. De klokken waren bedoeld als aandenken aan de gesneuvelde Amerikanen, en de grootste heet overigens Liberty Bell. De muurankers vormen de gekroonde initialen van het vorstenpaar (Albert en Elisabeth) en UCL (Universitas Catholica Lovaniensis). Op een bas relief van de zijfaçade rechts troont de Sedes Sapientiae, de beschermvrouwe van de Alma Mater, en prijkt eveneens het borstbeeld van kardinaal Mercier. Op de treden van de geveltoppen waken de heraldische dieren die de zegevierende geallieerden uit de eerste wereldoorlog symboliseren. Er is de Amerikaanse arend, de Engelse eenhoorn, de Franse haan, de Servische arend, de Belgische leeuw, de Russische beer en nog enkele andere. De namen van 136 onderwijsinstellingen, die de nodige fondsen hebben bijeengebracht, staan in meer dan 100 diverse schriften te lezen op de muren en de zuilen aan binnen -en buitenkant. Borstbeelden van de vorsten Albert en Elisabeth en van kroonprins Leopold sieren de balkons. Bovenaan in het midden is een fronton dat verwijst naar de brand van de Hal in de Naamsestraat. Voor de nis eronder ontwierp de Franse beeldhouwer Dampt een enorm Mariabeeld maar ’t is eerder de godin Minerva, zo met die militaire uitrusting en de voet op de vertrapte Germaanse adelaar. Tijdens de eerste dagen van de tweede wereldoorlog was het alweer prijs, ditmaal gingen er niet minder dan 900 000 boeken verloren in de brand. De wederopbouw begon al snel na het beëindigen van de oorlog maar de grote solidariteit van toen was er niet meer. De laatste zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de universiteitsbibliotheek dateert van 1968, toen de universiteit werd gesplitst. Door de onverzettelijkheid van beide kanten werden boeken met een even nummer verhuisd naar Louvain-la-Neuve en bleven de oneven nummers in Leuven. Vanaf dan gaan de faculteitsbibliotheken aan belang winnen.