f\r 2. - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

advertisement
,-
f\r 2.
ARCHEOBRIEF WINTER 1996
26
,
assistent-in-opleiding aan de Leidse faculteit
ideologische veranderingen die zich op veel
voor Pre- en Protohistorie, "zich onderscheidt
grotere schaal voltrokken en waarvan de
I
I,
I
doordat een complex gegevensbestand op
ontwikkelingen op het Kops Plateau slechts
vanzelfsprekende, dUidelijke en goed
~n
gestructureerde wijze wordt geTnterpreteerd
Nummer twee was Elly van der Vel de, die eel
vanuit een modern theoretisch kader".
eervolle vermelding kreeg vanwege de
Fontijn hield zich in zijn doctoraalonderzoek
originaliteit en het belang van haar
bezig met de vraag wat het hergebruik van
onderzoek. Zij toetste in haar doctoraalscrip·
prehistorische graven
~ns
kan leren over de
betekenissen die de prehistorische
SIB LED E BLAA U W
i!
!
BIJZONDER
HOOGLERAAR
k
gemeenschappen z~lf toekenden aan oude
protohistorie in de geschiedenismethoden
grafheuvels en aan hun echte of geclaimde
voor het basisonderwijs') vijf lesmethoden
voorouders. Verder ging hij in op de
voor het basisonderwijs op invalshoek en
betekenis van het lange-termijngebruik van
aandachtsgebied en vergeleek die met de
grafVelden voor de perceptie van het
stand van zaken binnen de archeologie. Van
landschap door de prehistorische mens. In
der Velde concludeert dat er geen aandacht
wordt besteed aan de kwaliteit van het beeld
Met ingang van 1 januari 1997 is dr, Sible de
beroemde, bronstijd-steencirkels in
van het verleden dat basisschoolleerlingen
Blaauw benoemd tot bijzonder hoogleraar
Nijmegen. Met name vanaf de midden-
krijgen voorgeschoteld en dat bij de
'vroeg-Christelijke kunst en architectuur' aan
bronstijd (1800-1100 v.Chr.) blijkt er een
totstandkoming van de lespakketten geen
de Faculteit der Letteren van de Katholieke
traditie te zijn ontstaan van het hergebruiken
archeologen zijn betrokken. Hierdoor blijven
achterhaalde inzichten te lang gehandhaafd.
r
'!
tie ('Vormgeving van het verleden: kwaliteit
van de beeldvorming van de pre- en
dit perspectief betrok hij ook de, inmiddels
I
Ii
voorbeeld zijn.
Universiteit van Nijmegen. Hij bezet de Van
van honderden jaren oude Neolithische
der Meer-Ieerstoel, vernoemd naar de
grafheuvels, Volgens Fontijn verandert die
De w.A. van Esprijs, groot! 4000, werd in
Nijmeegse hoogleraar kunstgeschiedenis
traditie in de latere bronstijd, toen urnenvel-
1987 ingesteld door de toenmalige minister
F.G.L. van der Meer (1904-1994).
den ontstonden en een vierkante cultusplaats
van WVC en vernoemd naar de voormalige
De leerstoel werd in 1996 ingesteld door de
op het terrein van de bronstijd-cirkels in
directeur van de Rijksdienst van het
Stichting Nijmeegs Universiteits Fonds
gebruik werd genomen. Deze verandering zet
Oudheidkundig Bodemonderzoek. Jaarlijks
(SNUF) om het onderwijs en onderzoek van
zich door in de vroege ijzertijd (800-500
wordt de prijs door de SNA uitgereikt aan ee
veelbelovende jonge onderzoeker die een
bouw- en beeldende kunst in de Late
v.Chr.), wanneer de urnenvelden niet meer
Oudheid en vroege Middeleeuwen te
gebruikt worden, en vindt zijn hoogtepunt
uitstekende doctoraalscriptie, dissertatie of
stimuleren.
vlak v66r de komst van de Romeinen. De
andere publicatie heeft uitgebracht.
De Blaauw promoveerde in 1987 aan de
resten van de urnenvelden worden dan
Rijksuniversiteit Leiden op de relatie tussen
opgeruimd en de 'voorouderlijke aanwezig-
vroeg-Christelijke liturgie en bouwkunst, en
heid' in het landschap wordt vrijwel
was daarna werkzaam voor de Nederlandse
onzichtbaar. Fontijn is van mening dat de
organisatie voor wetenschappelijk onderzoek
neergang van het 'prehistorisch dodenland-
(NWO) en bij de vakgroep Kunstgeschiedenis
schap' niet het gevolg is van een ecologische
aan de Rijksuniversiteit Leiden. Sinds 1994 is
crisis, maar van fundamentele sociale en
GOUDEN SCARABEE
VOOR
MIEKE ZILVERBERG
hij hoofd van de afdeling Late Oudheid van
I"
'I
; I;!
het Nederlands Instituut te Rome.
Zijn wetenschappelijk werk is meermalen met
prijzen beloond (1988 Carel van Manderprijs,
1996 Hanno und lise Hahn Preis).
W.A. VAN ESPRIJS 1996
Tijdens de jongste SNA Reuvensdagen
(14 en 15 november 1996) is de W.A. van Esprijs uitgereikt aan drs. David Fontijn voor
zijn doctoraalscriptie 'Nijmegen - Kops
Plateau: de lange-termijngeschiedenis van
een prehistorisch dodenlandschap', waarop
hij in 1995 afstudeerde. De jury yond dat het
werk van Fontijn, thans werkzaam als
Mi.ke Zilverberg neem! de Goude
Scarabee in ontvangst.
(fota: Co. Press Studio, F. Hemelrij
Download