Overzicht vmbo3t - Clzvaklokalen.nl

advertisement
Bouw van zuivere stoffen
Overzicht hoofdstuk 4
nask2, vmbo3t
Opmerkingen bij dit overzicht
• Dit overzicht vervangt NIET de leerstof uit
het boek. Wel kan dit overzicht helpen bij
het leren voor je toets. Maak altijd alle
opgaves en lees de theorie in het boek
goed door.
• Leer naast de nieuwe leerstof de namen
voor de symbolen, zoals op p. 242 in je
boek.
Overzicht hoofdstuk 4
• §4.1 Periodiek systeem der elementen
• §4.2 Metaal, moleculaire stof of zout?
• §4.3 Niet-ontleedbare stoffen: één
atoomsoort
• §4.4 Ontleedbare moleculaire stoffen
• §4.5 Zouten I: metaal met niet-metaal
• §4.6 Zouten II: samengestelde ionen
§4.1 Periodiek systeem der elementen
• Een rij (horizontaal) heet een periode
• Een kolom (verticaal) heet een groep
• Van stoffen die in dezelfde groep staan zijn de
eigenschappen met elkaar te vergelijken
• Van een aantal groepnummers moet je de
namen kennen:
– Groep 17 halogenen; fluor, chloor, broom en jood
– Groep 18 edelgassen; helium, neon en argon
§4.2 Metaal, moleculaire stof of zout?
• Metalen
– Glanzend, buigzaam, voelen koud aan, geleiden de
elektrische stroom goed
• Moleculaire stoffen
– Dof in vaste toestand, bros, vrij laag smelt- en
kookpunt, geleiden de elektrische stroom niet
• Zouten
– Hard en bros, vrij hoog smelt- en kookpunt, geleiden
de elektrische stroom alleen in gesmolten of in
opgeloste toestand
• Kijk ook voor een overzicht op p.243 in je boek!
§4.3 Niet-ontleedbare stoffen: één atoomsoort
• Belangrijk:
– Zeven stoffen waarvan de moleculen zijn
opgebouwd uit twee atomen:
• Waterstof (H2), stikstof (N2), zuurstof (O2),
fluor (F2), chloor (Cl2), broom (Br2) en jood (I2)
– Ezelsbrug: Claudia Fietst In Haar Ochtendjas
Naar Breukelen
• Diamant is een vorm van koolstof
§4.4 Ontleedbare moleculaire stoffen
• Een ontleedbare stof is een stof die bestaat uit
verschillende atoomsoorten
– Een ontleedbare stof heet ook wel een verbinding
• Voorbeeld: H2O
• Bij naamgeving gebruik je telwoorden voor het
aantal atomen:
–
–
–
–
mono = 1
di = 2
tri = 3
tetra = 4
§4.4 Ontleedbare moleculaire stoffen
• Voorbeelden
• Geef de naam van CO2
– Een atoom koolstof
– Extra regel: Geen mono gebruiken bij het eerste atoom, dus niet
monokoolstofdioxide
– Twee atomen zuurstof
– Andere regel de naam van zuurstof, broom, chloor, fluor, jood en
zwavel verandert wanneer deze atomen als tweede in een
verbinding zitten. De naam eindigt op –ide. Zuurstof wordt oxide
• Koolstofdioxide
§4.4 Ontleedbare moleculaire stoffen
• Andere regel de naam van zuurstof, broom, chloor, fluor,
jood en zwavel verandert wanneer deze atomen als
tweede in een verbinding zitten. De naam eindigt op –ide
(zie blz. 94 in het boek).
–
–
–
–
–
–
Zuurstof wordt oxide
Broom wordt bromide
Chloor wordt chloride
Fluor wordt fluoride
Jood wordt jodide
Zwavel wordt sulfide
§4.4 Ontleedbare moleculaire stoffen
• Voorbeelden
• Geef de naam van P2O5
– Twee atomen fosfor, vijf atomen zuurstof
• Difosforpentaoxide
• Geef de naam van N2O4
• Geef de naam van SO3
• Geef de naam van H2S
§4.5 Zouten I: metaal met niet-metaal
• Zouten zijn ontleedbare stoffen
opgebouwd uit ionen
• Ionen zijn geladen atomen
– De lading van de ionen moet je uit je hoofd
leren (tabel op blz. 93 in je boek)
• De totale lading van de ionen in het zout
moet bij elkaar opgeteld neutraal (0) zijn
§4.5 Zouten I: metaal met niet-metaal
• Er bestaan ionen die alleen zijn: enkelvoudige
ionen
• Er bestaan ionen die bestaan uit verschillende
atoomsoorten: samengestelde ionen
• Voorbeeld:
• Cl- is een enkelvoudig ion en heet: chloride-ion
• Na+ is een enkelvoudig ion en heet: natriumion
§4.5 Zouten I: metaal met niet-metaal
• De totale lading van de ionen in het zout moet
bij elkaar opgeteld neutraal (0) zijn
• De formule van een zout ontstaat door het juiste
aantal positieve en negatie ionen te combineren.
• Voorbeeld
• Zinkion heeft een lading van 2+: Zn2+
• Bromide-ion heeft een lading van 1-: Br • Zinkbromide heeft de formule: ZnBr2
§4.5 Zouten I: metaal met niet-metaal
• Naamgeving zouten: gebruik bij zouten GEEN
telwoorden (mono, di, tri en tetra) zoals bij
moleculaire stoffen.
• Als een metaalion verschillende ladingen heeft
gebruik dan in de naam een Romeins cijfer voor
de lading
• Voorbeeld: IJzer(II)fluoride
• IJzerion heeft een 2+ lading, fluoride-ion heeft
een 1- lading dus het wordt FeF2
§4.6 Zouten II: samengestelde ionen
• Samengestelde ionen zijn niet moeilijker dan
enkelvoudige ionen!
• Samengestelde ionen bestaan uit meer dan een
atoomsoort.
• Voorbeeld:
• Sulfaation SO42• Dit ion bestaat uit een zwavelatoom en vier
zuurstofatomen en heeft als een geheel een 2lading. Dus heel SO4 heeft een lading van 2-
§4.6 Zouten II: samengestelde ionen
•
•
•
•
•
De formule van een het zout kan met
een samengesteld ion op dezelfde
manier worden gemaakt als met een
enkelvoudig ion.
Voorbeeld:
Bariumsulfaat
Bariumion is Ba2+, sulfaation is SO42Lading in het zout moet 0 zijn. 1x2+ en
1x2- maakt 0, dus BaSO4
§4.7 Afsluitende vragen
•
•
Vraag 40 t/m 47 meerkeuzevragen
Vraag 48 t/m 56 open vragen
•
Laatste tien minuten: sciencequiz
Download