NAMEN, FORMULES en REGELS bij NAAMGEVING CHEMISCHE STOFFEN De elementen De meeste elementaire stoffen hebben als formule de afkorting van het element: fosfor P natrium Na kalium K helium He Er zijn echter 7 elementaire stoffen waarbij de moleculen van die stof uit twee atomen bestaan: waterstof H2 broom Br2 zuurstof O2 jood I2 stikstof N2 chloor Cl2 fluor F2 (H2O2N2F2Br2I2Cl2) Formules van stoffen die je gewoon moet kennen water H2O zwaveldioxide ammoniak NH3 glucose zwavelzuur H2SO4 azijnzuur salpeterzuur HNO3 ethanol waterstofchloride HCl SO2 C6H12O6 CH3COOH C2H5OH Organische stoffen die je ook gewoon moet kennen methaan CH4 propaan ethaan C 2 H6 butaan (zie ook tabel 103C van Binas) C3H8 C4H10 Namen van moleculaire stoffen Met behulp van de Griekse telwoorden geef je aan hoevaak een atoomsoort voorkomt in het molecuul. Het telwoord mono wordt regelmatig weggelaten (zeker aan het begin van de naam). 1 = mono 4 = tetra 2 = di 5 = penta 3 = tri 6 = hexa (zie ook tabel 103B van Binas) Namen van zouten Zouten zijn opgebouwd uit ionen en de naam van het zout is de samenvoeging van de naam van het positieve ion en het negatieve ion. Zie voor de naamgeving van de ionen zie tabel blz. 55 van chemie sk1 deel 1. Namen van oplossingen die je gewoon moet kennen natronloog (oplossing van natriumhydroxide) Na+ + OHkaliloog (oplossing van kaliumhydroxide) K+ + OHkalkwater (oplossing van calciumhydroxide) Ca2+ + 2 OHBarietwater (oplossing van bariumhydroxide) Ba2+ + 2 OH-