Tytgat lecture DDD 5 oktober as

advertisement
NEWS
Sluiting 1 juni, 10.00 uur
Vooruitblik DDD oktober
DUTCH DIGESTIVE DISEASE NEWS
Douglas Drossman:
Tytgat lecture DDD 5 oktober a.s.
JAARGANG 28 NUMMER 2 MEI 2017
DDD
Call for abstracts
Redactieadres/Inlichtingen
advertenties:
Van Gijtenbeek
secretariaatszaken en
congresbegeleiding
Postbus 657,
2003 RR Haarlem
Tel: 023 - 5513016
Fax: 023 - 5513087
E-mail: [email protected]
Correspondentie kan worden
gestuurd naar het redactieadres.
Het bestuur behoudt zich
het recht voor om te bewerken.
Secretariaat/
Ledenadministratie:
Postbus 657, 2003 RR Haarlem
Tel: 023 - 5513016
Fax: 023 - 5513087
E-mail: [email protected]
[email protected]
Lidmaatschap:
Aanmelden via www.nvge.nl
Opzegging:
Het lidmaatschap loopt
per kalenderjaar, eventuele
opzeggingen vóór 1 december via
[email protected]
snaren
ASA COM
NT
NIE
ST
E
1 Sachet, 4g éénmaal daags!
• Hoogste single dose
• Bewezen effectief
• Voor het patiëntgemak
Productinformatie elders in dit tijdschrift
SIN
UW
SE
HOOG
Pentasa Compact 4g
in zit!
Vormgeving:
M.art grafische vormgeving
PE
waar muziek
Overname van gegevens uit
DDD news is toegestaan met
bronvermelding.
O
GLE D
ISSN 1879-985X
Omslagfoto:
Douglas Drossmann
De hoofdsponsors van de
NVGE in 2017 zijn:
Dr. Falk Pharma BV
Ferring BV
Norgine
Olympus Nederland BV
Takeda
N V G E
DDD news van de Nederlandse
Vereniging voor Gastroenterologie.
Verschijnt vier maal per jaar.
De Nederlandse Vereniging voor
Gastro-enterologie is opgericht
op 26 oktober 1913.
CT 4G
PA
4
COLOFON
VOORWOORD
Tijdens de DDD dagen in maart is mijn opvolger Janneke van der
Woude benoemd tot nieuwe secretaris van de NVGE. Ik wil haar
hierbij veel succes en plezier wensen met deze taak, die ik vijf
jaar heb mogen verrichten. Ik wil u allen nogmaals danken voor
de goede samenwerking. Het enthousiasme dat er binnen de
vereniging heerst, geeft mij veel vertrouwen voor de toekomst
van de NVGE!
Tijdens de afgelopen DDD dagen overtrof het aantal deelnemers
(1167) de eerdere vergaderingen, met name ook door de grote
opkomst van verpleegkundigen. De deelname aan het verpleegkundig programma is in de afgelopen jaren gestaag gegroeid, en dit illustreert de vraag naar specifieke en goede nascholing
onder endoscopie verpleegkundigen, gespecialiseerde verpleegkundige en verpleegkundig-endoscopisten. De zalen waren vol en de presentaties over het algemeen van zeer goede kwaliteit,
hetgeen ook blijkt uit de evaluatie. Het bestuur van de NVGE streeft er in de toekomst naar
om het verpleegkundig onderwijs maximaal te faciliteren en waar nodig ruimte te bieden voor
verdere verbeteringen. Dat is alleen mogelijk als er binnen de vereniging breed draagvlak is voor
dit onderwijs, en als sprekers (verpleegkundigen en artsen) zich hiervoor willen inzetten. Wij
vertrouwen erop dat het met elkaar lukt om dit belangrijke onderdeel van ons multidisciplinaire
congres verder uit te bouwen.
Tijdens de afgelopen DDD dagen was er verder een inspirerend DEGH programma, met een
translationele sessie over microbiota onderzoek die ook door clinici goed werd bezocht. In de
toekomst willen we meer nadruk leggen op translationele sessies, waar basale onderzoekers
en clinici elkaar treffen. Ook de Meet-the-Expert sessies trokken weer volle zalen. Wij willen de
experts Geert Wanten, Ad van Bodegraven, Arjun Koch en Jacques Bergman nogmaals danken
voor hun bijdrage. Een korte indruk van hun ervaringen vindt u op bladzijde 20-21.
Ook tijdens de DDD dagen werden weer prijzen uitgereikt en subsidies toegekend: de NVGE
Gastrointestinale Research Awards werden uitgereikt aan Jochem H.J. Bernink (1ste prijs) en
Gwen M.C. Masclee (2e prijs) uit Rotterdam. De proefschriftsamenvattingen vindt u op onze
website. Subsidies voor multidisciplinaire onderzoeksgroepen werden uitgereikt aan de NederLees verder op pagina 5.
INHOUD
Congresagenda 2017
Espen congress september a.s. Casuïstische conferentie Introductie nieuwe bestuursleden Het ‘mysterieuze’ proces van de abstractbeoordeling Coming - DDD najaar ‘Liefdesstofje’ maakt darmen verdraagzaam voor bacteriën Meet the expert sessies Recent toegekende subsidies en prijzen 4
5
7
9
11
13
19
20
23
3
12 mei
Afscheidsymposium
Dr. E.A.J. Rauws
Aanpak van galweg en
pancreasproblematiek:
toen en nu.
Inlichtingen:
Tel.: 020 - 5664702
1 - 3 juni
1st International Conference
on Fatty Liver (ICFL )
Locatie: Sevilla, Spanje
Website: http://icfl.kenes.
com/
8 - 9 juni
EUS congres als IBD Today &
Tomorrow
Locatie: Academic Medical
Center, University of
Amsterdam, Lecture Hall 5
Inlichtingen: www.epgs.nl.
15 - 17 juni 2017
Image World Endo Event
Locatie: Milaan, Italië
16 en 17 juni
Cholestase workshop
Locatie: Sint Michielsgestel
Inlichtingen:
www.cholestase.nl
20 - 23 juni
Dutch Liver Week
Locatie: Hampshire Hotel
Fitland, Leiden
Inlichtingen:
www.hepatolotie.nl
22 - 23 juni
IBD Today & Tomorrow - The
future is now in IBD
Locatie: AMC te Amsterdam
Informatie:
www.ibd-amc.com
30 juni
Afscheidsrede
prof. dr. C.J.J. Mulder
Aula van de Vrije Universiteit,
Amsterdam
Inlichtingen:
[email protected]
Tel.: 020 – 444 0613
Meer informatie:
[email protected]
Inschrijven:
www.nvvoncologie.nl
28 september
Radboudumc Endoscopy
Symposium
Locatie: Radboud universitair
medisch centrum
Inlichtingen via e-mail: Irma.
[email protected]
28 - 29 september
EUS ENDO 2017 International Live Course
Locatie: Marseille-France
Inlichtingen: http://eus-endo.
org/en/
3 en 4 november
Cholestase workshop
Locatie: Driebergen
Inlichtingen:
www.cholestase.nl
13 november
Casuïstische conferentie
Jaarbeurs Utrecht
Inlichtingen: Secretariaat
NVGE,
Postbus 657 - 2003 RR
Haarlem
Tel.: 023 - 551 3016
Fax: 023 - 551 3087
E-mail: [email protected]
23 november
32e Erasmus Liver Day
Locatie: Congrescentrum De
Doelen
2e multidisciplinaire congres
4 oktober
plaats van de Dutch Upper GI Cursorisch onderwijs in Maag- Kruisplein 30 te Rotterdam
Informatie en aanmelden:
Cancer Group (DUCG)
Darm-Leverziekten
www.erasmusmc.nl/liverday
Thema: Clinical Dilemma’s in
Locatie: Conference Center
e-mail:
Upper GI Cancer Treatment
NH Koningshof te Veldhoven
[email protected]
Locatie: Utrecht
Inlichtingen: Secretariaat
Tel: 010 - 703 5942
Website: https://www.ducg.nl/ NVMDL,
Postbus 657 - 2003 RR
Haarlem
20 en 21 juli
4 - 7 december 2017
Tel.: 023 - 551 3016
MIBE MEETING
European Colorectal Congress
Fax: 023 - 551 3087
Locatie: HM Sanchinarro
2017
E-mail: [email protected]
University Hospital - Madrid
Onderwerp: Spotlight on the
Informatie:
rectum
http://www.mibemeeting.com 5 - 6 oktober
Locatie: St. Gallen, Zwitserland
Digestive Disease Days NVGE Website:
www.colorectalsurgery.eu
Locatie: Conference Center
8 september
NH
Koningshof
te
Veldhoven
2e HPB Dag in Leiden
Inlichtingen:
Inlichtingen: 023-5513016
7 december
Secretariaat NVGE,
Inschrijven via:
6e Up-to-date in erfelijke
Postbus 657 - 2003 RR
www.mdlcentrumleiden.nl/
kanker: 25 jaar Lynch
Haarlem
hpbtoday
syndroom
Tel.: 023 - 551 3016
Auditorium, Radboudumc,
Fax: 023 - 551 3087
Nijmegen
9 – 12 september
E-mail: [email protected]
Inlichtingenadres: volgt.
ESPEN congres, clinical
nutrition and metabolism
Locatie: World Forum
9-12 oktober
Vrijdag 8 december
Den Haag
17th International Nutrition
DELTA IBD dag
Inlichtingen: www.espen.org / & Diagnostics Conference
Locatie: Rotterdam
[email protected]
Locatie: Praag
Samenwerking UZ Leuven,
Voor meer informatie:
Erasmus MC en LUMC
www.indc.cz
12 september
De Digestive Disease Days van
NVvO-Oncologiedag
de NVGE in de komende jaren
‘Urologische tumoren’
vindt u via www.nvge.nl
Locatie: de Eenhoorn,
Amersfoort
6 juli
N V G E
CONGRESAGENDA 2017
N V G E
4
Vervolg voorwoord.
landse Donor Feces Bank, de Dutch
Mesenteric Ischemia Study groep
(DMIS) en het Quality in EndoSonography Team (QUEST).
Vlak na de DDD dagen was er een casuïstische conferentie in Utrecht met
wederom een zeer goede opkomst.
De casuïstiek werd verzorgd door
arts-assistenten uit de OORs Maastricht, Rotterdam en Leiden; de prijs
voor de beste presentatie ging naar
Ad van der Meer uit Rotterdam.
Zie blad­zijde 7
Het bestuur van de NVGE wil u nogmaals wijzen op de mogelijkheid om
een subsidie aan te vragen voor een
visiting professor, de voorwaarden
staan elders in dit DDD nieuwsbulletin.
Ondertussen zijn de voorbereidingen
voor het najaarscongres in volle gang.
Het cursorisch onderwijs vindt traditioneel op woensdag plaats, het senioren programma zal weer op donderdag worden georganiseerd. Tijdens de
DDD dagen in oktober veel aandacht
voor motiliteit. Voor de Tytgat lecture
is professor Drossman, University of
North Carolina School of Medicine,
initiator van de Rome criteria uitgeno-
digd. Op donderdag ook een motiliteitssymposium met Magnus Simren
en Sigrid Elsenbruch als gastsprekers.
Op vrijdag een symposium met onder
andere Michael Kamminski uit Polen
over de organisatie van het BVO.
U kunt uw abstracts indienen tot 1
juni a.s. We willen u wederom op het
hart drukken om het opsplitsen van
een onderzoek in meerdere abstracts
achterwege te laten. Deze abstracts
worden - indien geaccepteerd - in
een later stadium namelijk alsnog
samengevoegd. Dit kost niet alleen
de inzender maar ook de organisatie
veel tijd.
U heeft inmiddels een inschrijvingslink
ontvangen voor uw registratie voor
de Digestive Disease Days in oktober,
tijdige inschrijving wordt door ons
secretariaat op prijs gesteld.
Voor nu wens ik u allen een goede
zomer toe!
Josbert Keller, bestuurslid
Kernbestuur NVGE vóór toetreding Janneke van der Woude (de 4 dassen benadrukken dat het tijd
werd voor een vrouw in het kernbestuur).
NIEUWS
Aankondiging ESPEN congress 9 -12 september a.s.
De algemene kennis van voeding en voeding gerelateerde
problematiek bij artsen schiet in het algemeen tekort door
een gebrek aan aandacht voor dit thema in het medisch curriculum. Zoals duidelijk wordt uit de aandacht voor dit onderwerp in Novum, het nieuwe opleidingsplan voor MDL-artsen,
moeten wij ook binnen onze beroepsgroep de komende
jaren een grote inhaalslag gaan maken op dit gebied. In dit
kader willen wij als NESPEN (Netherlands Society for clinical
nutrition and metabolism) graag de aandacht vestigen op
het komende ESPEN congres, het toonaangevende congres
op gebied van klinische voeding en metabolisme in de we-
reld. Exact twintig jaar na de laatste editie in Amsterdam zal
Nederland van 9 – 12 september 2017 opnieuw het gastland zijn voor dit congres, dat ditmaal in het World Forum in
Den Haag wordt gehouden.
Deelnemers uit meer dan 100 landen met multidisciplinaire
achtergrond (artsen, apothekers, verpleegkundigen, diëtisten en voedingskundigen) hebben hier een platform voor het
uitwisselen van informatie en onderzoek.
Tijdens het congres zijn er wetenschappelijke en educatieve
symposia gericht op uiteenlopende onderwerpen, variërend van fundamenteel onderzoek tot klinisch praktische

5
N V G E
Entyvio
is al 2 jaar
beschikbaar
voor UC
en CD*
hands-on sessies. Het thema van dit jaar is ‘Nutrition meets
innovation’ en zal tijdens de opening worden ingeleid door
een spectaculaire presentatie van onze eigen astronaut, dr.
Andre Kuipers. Onderwerpen afkomstig uit de meest diverse
aandachtsgebieden, variërend van kindergeneeskunde tot
geriatrie, en van acute tot chronische aandoeningen, zullen
besproken worden. ESPEN zal tijdens het congres ook een
drietal nieuwe internationale richtlijnen presenteren op het
gebied van neurologie, multimorbiditeit en leverziekten.
Voorafgaande aan het ESPEN congres wordt het eendaagse
Healthy Food Congres gehouden op vrijdag 8 september.
Een unieke samenwerking van wetenschappers, zorgverleners, innovatoren en producenten van gezonde en innovatieve voedingsproducten zal zich hier presenteren.
Entyvio,
ook voor uw
bio-naïeve
patiënt.
Als lokale organisatie zien wij als NESPEN u allen graag
terug in Den Haag in het World Forum
Geert Wanten, voorzitter, [email protected]
Cora Jonkers, secretaris
Koen Joosten, penningmeester, vice voorzitter
CASUÏSTISCHE CONFERENTIE NVGE
Dinsdag 4 april was er casuïstische patiëntenbespreking in de Jaarbeurs in Utrecht. Negen
ziektegeschiedenissen werden besproken door aios uit het Leids UMC, Erasmus MC en het
Maastricht UMC.
De jury werd voorgezeten door Bert den Hartog. Bert wordt
binnenkort 65 jaar en stopt met zijn werk als MDL-arts in
het Rijnstate ziekenhuis, maar zal niet geheel stoppen met
werken. In ieder geval blijft hij één dag in de week werkzaam
als regionaal coördinator (RCMDL) van screeningsorganisatie
Oost voor het bevolkingsonderzoek darmkanker, ongetwij-
Entyvio: werkt darmselectief 1
Bereik langdurige klinische remissie2, 3
Vertrouwen voor de
langetermijnbehandeling4
®
* Entyvio is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met actieve, matig tot ernstige colitis ulcerosa of de ziekte
van Crohn die ontoereikende reageerden op, niet meer reageerden op of intolerantie vertoonden voor conventionele therapie of
een TNFɑ-antagonist.
Voor referenties en de verkorte productinformatie zie elders in deze uitgave.
© Takeda Nederland bv, Hoofddorp. NL/EYV/17/0005
feld zullen we binnenkort meer horen over wat hij verder zal
gaan doen.
De jury beoordeelde de verschillende presentaties op de
originaliteit van het onderwerp, de wetenschappelijke
onderbouwing, de klinische relevantie, de kwaliteit van de
dia’s (tekst, foto’s video’s) en de wijze van presenteren van
de AIOS. Zeer uiteenlopende ziektegeschiedenissen werden
gepresenteerd door Sander van der Marel, Wouter den
Hollander en Renuka Rattan uit de regio Leiden, Evelyne
Verweij, Ad van der Meer en Angela Tjon uit de regio Rotterdam en Maarten van Dijk, Marloes op de Weegh en Helena
Pilate uit de regio Maastricht. De kwaliteit van de presentaties was hoog en de eindscores lagen dicht bij elkaar. De jury
besloot uiteindelijk unaniem de prijs toe te kennen aan
Ad van der Meer, aios uit het Erasmus MC met zijn presentatie getiteld “Foie Chaud”. Een casus over leverfalen na
“heat stroke” na een sauna bezoek in Rotterdam. Leverfalen
na heat stroke heeft een slechte prognose en levertransplantatie is soms de enige mogelijkheid om te overleven.
Doordat de neurologische uitkomst van “heat stroke” slecht
kan zijn kunnen dillema’s ontstaan rond de keuze wel of niet
te transplanteren. De gepresenteerde patiënt herstelde na
levertransplantatie volledig. Deze patiëntgeschiedenis is
hopelijk binnenkort in Magma te lezen.
De volgende casuïstische conferentie vindt plaats op
13 november 2017.
7
o
l
i
t
i
s
u
l
c
e
r
o
s
a
en toch gewoon
midden
N V G E
8
N V G E
c
INS & OUTS
in het leven
Introductie nieuwe bestuursleden
NVGE bestuur
Sectie IBD
Naam: Janneke van der Woude
Geboortedatum: 4-3-1966
Functie binnen bestuur: secretaris
Naam: Andrea van der Meulen
Geboortedatum: 22-12-1976
Functie binnen bestuur:
voorzitter NVGE IBD Sectie
Motivatie: De NVGE is uitgegroeid
tot een belangrijke wetenschappelijke vereniging in Nederland
voor iedereen met interesse in onderzoek op het gebied van
Maag-, Darm en Lever. De vereniging heeft mij veel gebracht, ik heb er kennis gemaakt met de Nederlandse MDL
wetenschap, 16 jaar geleden geleerd te presenteren en ook
geleerd te discussiëren. En nog steeds is het een belangrijke
plek voor onderzoekers die net het wetenschappelijk pad
gaan bewandelen, maar is het inmiddels uitgegroeid tot een
vereniging waar ook de meer gelouterde wetenschappers
vol enthousiasme onderzoek nog steeds komen presenteren. Dus na al die jaren te hebben “geprofiteerd” van de
vereniging vond ik dat het tijd was om er ook iets voor terug
te doen. Ik vind het een uitdaging en ik hoop van harte dat ik
mijn voorganger in ieder geval enigszins kan evenaren.
Motivatie: Met een jaarlijks IBD
symposium in Veldhoven, presentatie van vele IBD abstracts en met de ledenvergadering in
Veldhoven, hopen we als sectie alle leden up – to- date te
kunnen houden van diverse ontwikkelingen op IBD gebied.
Door goed samen te werken en juist ook taken af te bakenen
met de NVMDL-IBD commissie en de ICC, kunnen we als
sectie slagvaardig verder om IBD zorg, onderwijs en wetenschap op hoog niveau te houden in Nederland.
Ziekenhuis: LUMC
Afdeling: MDL
Functie: MDL-stafarts
Aandachtsgebieden: IBD
Opvolger van: Janneke van der Woude
Ziekenhuis: Erasmus MC
Afdeling: Maag-, Darm, en Leverziekten
Functie: Hoogleraar Inflammatoire Darmziekten
Opvolger van: Josbert Keller
Nl/c-aProM/MeZ/16/0007
AANHOUDENDE REMISSIE1,3-5
LAAg AANtAL tAbLEttEN6
MMX®† tECHNOLOgIE1,2
ÉÉNMAAL DAAgS1
Raadpleeg de samenvatting van de productinformatie (smpc) van Mezavant® voordat u het product voorschrijft. De meest frequente gerapporteerde bijwerkingen bij behandeling met
mezavant in klinische onderzoeken waren colitis (inclusief colitis ulcerosa), abdominale pijn, hoofdpijn, abnormale leverfunctie, diarre en misselijkheid. Vaak voorkomende bijwerkingen zijn
hoofdpijn, hypertensie, abdominale distensie/abdominale pijn/colitis/diarree/dyspepsie/braken/flatulentie/misselijkheid abnormale leverfunctietest, pruritis/huiduitslag, artralgie/rugpijn,
asthenie/vermoeidheid/koorts. Contra-indicaties: geschiedenis van overgevoeligheid voor salicylaten (inclusief mesalazine) of voor één van de hulpstoffen, ernstige nierinsufficiëntie
en/of ernstige leverinsufficiëntie. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: nierfunctiestoornissen, chronisch verminderde longfunctie/astma, leverfunctiestoornissen, allergie voor sulfasalazine.
reFereNties
1. SPC Mezavant® oktober 2014; 2. brunner M, et al. Aliment Pharmacol Ther. 2003;17:395-402 3. Kamm MA,
et al. Gastroenterology. 2007;132:66-75. 4. Lichtenstein gR, et al. Clin Gastroenterol Hepatol. 2007;5:95-102.
5. Kamm MA, et al. Gut. 2008;7:893-902. 6. Iacucci M et al. Can J Gastroenterol. 2010;24:127-133.
Zie ook de verkorte productinformatie elders in dit blad.
Samenstelling bestuur
Prof. dr. P.D. Siersema, voorzitter
Prof. dr. L.P.S. Stassen, vice-voorzitter
Dr. W.H. de Vos tot Nederveen Cappel, penningmeester
Prof. dr. C.J. van der Woude, secretaris
Prof. dr. M.A. Benninga, lid
Dr. K. van der Linde, lid
toegevoegde leden:
Dr. J.M. Vrolijk, Nederlandse Vereniging voor Hepatologie
Dr. A.E. van der Meulen, Sectie Inflammatoire
Darmziekten
Prof. dr. J.C. Escher, Sectie Kinder-MDL
Dr. P. van Duijvendijk, Nederlandse Vereniging voor
Gastro-intestinale Chirurgie
Dr. J.J. Keller, toegevoegd bestuurslid
T. Korpershoek, Verpleegkundigen & Verzorgenden
Nederland MDL
Dr. A.J. Bredenoord, Sectie Neurogastroenterologie
en motiliteit
Dr. K.M.A.J. Tytgat, Nederlandse Vereniging van
Maag-Darm-Leverartsen
Dr. J.M. van Dieren, Sectie Gastrointestinale Oncologie
Dr. M.E. Wildenberg,Sectie Experimentele
Gastroenterologie
Prof. dr. ir. H.W. Verspaget, namens bestuur NVGE
Dr. G.J.A. Wanten, Netherlands Society for Parenteral and
Enteral Nutrition (NESPEN)
Prof. dr. B.L.A.M. Weusten, Sectie Gastrointestinale
Endoscopie
Dr. S. van der Marel, aios MDL, redactie DDD news
9
Salofalk 3g Granu-Stix
®
N V G E
®
COMING
Call for abstracts DDD najaar 2017
Sluiting 1 juni a.s, 10.00 uur
Voor de Digestive Disease Days op 5 en 6
oktober a.s. wordt op proef gebruik gemaakt
van een nieuwe abstractmodule. U ontving
hierover al informatie via e-mail.
Feedback over uw ervaringen met inzenden
is zeer welkom!
Inzenders ontvangen begin juli bericht over eventuele acceptatie van het ingezonden abstract.
Met betrekking tot het inzenden graag nog uw aandacht
voor de volgende zaken:
Ook nu verzoeken wij inzenders zeer dringend het opsplitsen
van een onderzoek in meerdere abstracts achterwege te
laten. Geaccepteerde abstracts worden in een later stadium
namelijk alsnog samengevoegd, ook als ze worden ingediend
voor verschillende secties.
Op de website vindt u alle richtlijnen voor het inzenden van
abstracts. In tegenstelling tot voorheen willen wij u vragen
tussenkopjes te gebruiken in uw abstract, om de taak van
de reviewers te vergemakkelijken. Let u ook vooral op dat u
instuurt voor de juiste sectie/vereniging.
Op de website vindt u ook alle informatie over inzenden van
een abstract voor de Student award (let op: onderzoek moet
daadwerkelijk zijn uitgevoerd in studententijd).
Het programma zal inclusief de geaccepteerde abstracts
vanaf begin augustus via de website te vinden zijn.
Was alles
maar1x daags
www.drfalkpharma.nl
Referenties en productinformatie zie elders in dit blad.
✔ Salofalk® 3 g Granu-Stix® eenmaal daags effectief in
actieve distale colitis ulcerosa: 86% klinische remissie.2,3
✔ Patiënten geven de voorkeur aan een eenmaal daagse
dosering.4
Het ‘mysterieuze’ proces van
abstract-beoordeling
voor de DDD bijeen­komsten.
DATUM GOEDKEURING NOVEMBER 2015 / 71-2015-NL
✔ Salofalk® Granu-Stix® voor de inductie van remissie én als
onderhoudsbehandeling van colitis ulcerosa.1
✔ Er is circa 80% van de toegediende orale dosis mesalazine
beschikbaar in het colon, het sigmoïd en het rectum.1
len als president-select presentaties, prijsuitreikingen en
ere-voordrachten. Voor de op abstract gebaseerde vrijevoordrachten wordt er in het congresschema zoveel ruimte
gereserveerd dat in principe tussen de 60% en 70% van de
ingestuurde abstracts ter mondelinge presentatie geaccepteerd kunnen worden.
De abstracts, meestal tussen de 120 en 170 in aantal,
worden hierbij na indiening eerst voor-gescreend op een
tweetal aspecten. Zijn ze voor de juiste sectie ingediend, als
gevraagd bij de indienmodule, en zijn er duidelijke aanwijzingen dat studies in partjes worden ingediend per sectie
danwel bij verschillende secties om het bekende ‘salamislicing’ te voorkomen.
Vervolgens worden de abstract ter beoordeling aangeboden
bij de verschillende secties waar, door een sectie-specifieke
beoordelingscommissie die bij voorkeur bestaat uit minimaal
6 leden, per lid een beoordeling wordt gegeven. Uiteindelijk
komt zo per abstract een gemiddeld beoordelingscijfer in
een overzichtslijst van alle abstracts. Vervolgens wordt op
basis van het totaal aantal beschikbare presentatie-slots
een acceptatie-grens vastgesteld die daarna voor alle secties uniform wordt gehanteerd. Deze aanpak wordt gedaan
om te zorgen dat beoordelingsverschillen in de secties daarmee geëffend worden, onder de premisse dat het wetenschappelijk niveau per sectie nagenoeg identiek is.
Vervolgens wordt in de abstractvergadering de definitieve
plaatsing (acceptatie) van de abstracts bepaald waarbij,
Vrije voordrachten op basis van ingestuurde abstract zijn een
essentieel onderdeel van de ‘Digestive Disease Days’ van
de wetenschappelijke bijeenkomsten van de Nederlandse
Vereniging voor Gastro-enterologie, die in elk voor- en najaar
worden georganiseerd. Af en toe worden er vragen gesteld
hoe de beoordeling van die abstracts nu precies verloopt. In
dit stukje hoop ik wat helderheid hierover te verschaffen. De
organisatie van de bijeenkomsten worden al vroegtijdig in
het bestuur van de vereniging besproken. Daarbij worden de
twee congresdagen schematisch gevuld met sectie-gerelateerde symposia, richtlijn-bijeenkomsten, meet-the-expert
meetingen en vrije-voordrachten, naast de vaste onderde-
Locatie bestuursvergaderingen: Stadskasteel Oudaen, Utrecht.

11
N V G E
COMING
Barcelona, Spain
October 28 – November 1
Venue: Fira Gran Via
Professor Paul Fockens, UEG Vice-President,
looks forward to the 25th UEG Week
Barcelona 2017.
UEG Week is now one of the
world’s largest gastroenterology
and hepatology meetings,
attracting up to 13,000
participants from 116 countries.
Leading scientists and clinicians
come together to discuss the
latest advances in the field, from
new digestive health research
to developments in clinical
practice.
Every year, a world-class,
innovative and interactive
programme is carefully created
by the Scientific Committee
and there are many highlights
to look forward to in 2017.
These include the highly
regarded ‘Today’s Science,
Tomorrow’s Medicine’ lecture
series, which will have a
particular focus on Host
Microbiota Crosstalk in 2017.
We are very much looking
forward to intensive days of
scientific advances and updates
from the world’s leading
digestive health experts. UEG
Week is undoubtedly the
best place for clinicians and
scientists to present their
research in gastroenterology
and hepatology. As always, we
look forward to rewarding the
finest work in our field with a
range of thoroughly-deserved
awards.
With the first UEG Week taking
place in Athens in 1992, this
year marks the 25th anniversary
for the congress. I, along with
my fellow committee members,
therefore welcome all of my
Dutch colleagues to attend
this special 25th UEG
Week in Barcelona.
To find out more, visit www.ueg.eu/week
in samenspraak met de sectie-vertegenwoordigers, de
fine-tuning op basis van thema en beslissing bij eventuele
ex-aequo beoordeling wordt gemaakt, zonder compromis
met betrekking tot de vastgestelde acceptatie-grens. Hierbij
wordt nogmaals naar het eventuele opsplitsen van studies
gekeken waarbij abstracts mogelijk gecombineerd kunnen
worden.
Uitzondering van deze hele procesgang zijn de abstracts
van de “basalisten” die ingediend worden voor de Dutch
Experimental Gastroenterology and Hepatology Meeting
tijdens de DDD bijeenkomsten. Deze sectie heeft hun eigen
beoordelingsprocedure en congresformat bestaande uit
mondelinge presentaties, posterpresentaties en/of korte
presentatie-pitches die thematisch gegroepeerd worden.
Hierbij worden in principe alle abstracts voor een van deze
presentatie-vormen geaccepteerd.
Uiteindelijk komt zo de definitieve lijst van geaccepteerde
abstracts tot stand. Vervolgens heeft de voorzitter van de
NVGE het privilege om de presidential-select te maken en
wordt het beste studenten-abstract geïdentificeerd die op
de donderdagavond de speciale vrije-voordrachten mogen
verzorgen.
Tytgat lecture tijdens de DDD in
oktober
Hein Verspaget, toegevoegd bestuurslid NVGE
Lees verder op pagina 14.
Professor Drossman, University of North Carolina School of
Medicine, initiator van de Rome criteria is uitgenodigd om de
Tytgat lecture te geven.
Het bestuur van de NVGE is zeer verheugd dat deze belangrijke spreker, mede op voordracht van professor Tytgat zelf,
naar Veldhoven komt om een lecture houden.
Dr. Drossman is currently Professor Emeritus of Medicine
and Psychiatry at the University Of North Carolina School
Of Medicine where he was on staff from 1977 through
2011. He was founder and co-director of the UNC Center for Functional Gastrointestinal and Motility Disorders
(1993-2011). He was founder, past chair (1989-1993) and
newsletter editor of the Functional Brain-Gut Research
Group of the AGA. He is founder and Chair (since 1989) of
the Rome Committees, President of the Board (since 2004)
of the Rome Foundation (www.theromefoundation.org),
and Senior Editor of the Rome I, II, III, and IV textbooks. He
Oproep video symposium “Zonderlinge video’s van eigen bodem”
Gezien het succes van eerdere videosymposia organiseert de Sectie Gastrointestinale Endoscopie op 6 oktober opnieuw een sessie met endoscopische video’s.
Late breaking
abstract submission
for UEG Week 2017
is open from August
28 - September 21,
2017
Registration
for the 25th UEG Week
Barcelona 2017 is now
open, with reduced
delegate rates until
September 14, 2017
Wij roepen MDL-artsen (i.o.), internisten (i.o.), chirurgen
(i.o.) of andere geïnteresseerden, die een mooie, opmerkelijke, zonderlinge, of prodiagnostische endoscopische
video hebben gemaakt, op om deze video inclusief korte
powerpoint presentatie in te sturen naar het secretariaat van de NVGE onder vermelding van “video casus
DDD 6 oktober 2017”. Presentaties, inclusief goed functionerende video graag aanleveren via WeTransfer naar
[email protected] met een max. videolengte van 3
minuten en een totale presentatieduur van 5 minuten
(power pointpresentatie: max. 3 dia’s casus en 2 dia’s
bespreking).
De deadline voor het indienen van de video casus is
1 augustus 2017.
Inlichtingen over dit programma kunt u verkrijgen via
ondergetekende.
Tessa Römkens, MDL-arts,
bestuurslid Sectie Gastrointestinale Endoscopie
([email protected] of [email protected]).
Uit de presentatie van Matthijs Kramer, Radboudumc, oktober 2016.
13
N V G E
N V G E
14
COMING
“New perspectives on IBS”
De sectie Neurogastroenterologie en Motiliteit zal tijdens de NVGE najaarsvergadering
een symposium organiseren over het prikkelbaar darmsyndroom. Binnen- en buitenlandse experts zullen ingaan op de huidige
problemen bij het beleid bij PDS patiënten en
vertellen over de nieuwste ontwikkelingen.
Het symposium “New perspectives on IBS”
zal plaatvinden op donderdag 5 oktober tussen 13.00 en 14.30. Vanwege de buitenlandse sprekers zal de voertaal van het symposium Engels zijn.
Douglas Drossman: Tytgat lecture DDD 5 oktober a.s
is past Chair of the American Digestive Health Foundation’s
Digestive Health Initiative (1999-2001) and of the Motility
and Nerve-Gut Section of the AGA Council (2003-2005). He
is Past-President of the American Psychosomatic Society
(1997), a Fellow of the American College of Physicians, a
Master of the American College of Gastroenterology, and is
on the Board of Directors and Chair of the Scientific Advisory Board of the International Foundation for Functional GI
Disorders (IFFGD) (www.iffgd.org). He has served on three
committees of the Institute of Medicine Committee on Gulf
War and Health, serving as the gastrointestinal disorders
representative. He has been an Ad Hoc member of NIH- NCCAM Advisory board, and has served on the NIH-National
Commission on Digestive Diseases.
Dr. Drossman has written over 500 articles and book chapters, has published four books, a GI Procedure Manual (now
in 4th edition), the textbook of Functional GI disorders (Rome
I, II, III, IV) with Rome IV released in May 2016, the Multi-Dimensional Clinical Profile for FGIDs (completing 2nd edition),
the Rome IV Clinical algorithms (2nd edition) and the Rome
IV Interactive Clinical Decision Toolkit, an intelligent software
application.. He serves on six editorial and advisory boards
in Gastroenterology, psychosomatic medicine, behavioral
medicine, and patient health. He served 5-years as Associate Editor of the journal
Het volledige cv van professor Drossman kunt u nalezen via
www.nvge.nl (DDD-najaar)
IBS and nutrition
Prof. Magnus Simren, Gotenburg, Zweden
IBS and IBD
Dr. Daniel Hoekman, Amsterdam
IBS and psychological treatment Dr. Yanda van Rood, Leiden
IBS and placebo
Dr. Sigrid Elsenbruch, Essen, Duitsland
Jan Tack and Daniel Sifrim, focusing on the pathophysiology
of functional dyspepsia and GERD. He was visiting research
scientist at the Center for Functional GI and Motility Disorders, University of North Carolina (UNC), Chapel Hill, NC,
United States 2015-2016, and currently holds a position as
Adjunct professor at UNC (2017-).
Doctor Simrén has published more than 200 original articles
and also written book chapters on GI motility diseases
and functional GI disorders, and is currently supervisor for
eighteen PhD students and four post-docs. Doctor Simrén
has been the President of the Scandinavian Association for
Gastrointestinal Motility (SAGIM), and Scientific Secretary
to the Swedish Society of Gastroenterology. He is the chair
of the United European Gastroenterology (UEG) Scientific
Committee and member of the UEG council 2013-2017.
Professor Simrén has also been working as Deputy Editor
and Associate Editor of Gut, and as the Clinical Editor of
Neurogastroenterology and Motiliy. He is also on the Rome
Foundation Board of Directors since 2011.
IBS and nutrition
Food and diet are central for patients with irritable bowel
syndrome (IBS), and these patients frequently report an
association between food ingestion and onset or worsening of GI symptoms. Existing evidence supports that both
direct and indirect effects of food are of relevance for the
perceived food intolerance in IBS. However, despite the fact
that a large proportion of patients report intolerance to one
or many food items, the nutrient intake in IBS patients as
well as the body mass index is comparable to the general population. Guidelines for providing dietary advice to
patients with IBS exists, and one of the most popular diets
is a diet low in foods rich in Fermentable oligosaccharides,
disaccharides, monosaccharides, and polyols (FODMAPs).
These are carbohydrates that are poorly absorbed in the
small intestine and can pass unabsorbed to the colon, where
they increase luminal water through osmotic activity and
induce gas production due to fermentation by colonic bacteria. This in turn can cause luminal distension and lead to GI
symptoms in susceptible individuals. There are now several
clinical trials supporting that reduction of FODMAPs is
beneficial for IBS patients, but whether this diet is superior
to traditional dietary advice for IBS patients, focusing more
on how to eat than on what to eat, is less obvious. During
this talk mechanisms behind perceived food intolerance in
IBS, as well as dietary regimens for this patient group will be
presented and discussed.
Prof. Magnus Simrén
Wij hopen u te begroeten op dit symposium.
Namens de voorzitter van de sectie Neurogastroenterologie
en Motiliteit, Arjan Bredenoord
Magnus Simrén
Professor of Gastroenterology, University of
Gothenburg, and Consultant, Department
of Internal Medicine, Sahlgrenska University
Hospital, Gothenburg, Sweden
Doctor Magnus Simrén graduated from medical school,
University of Gothenburg in 1991, and afterwards completed his internship and fellowship in internal medicine at the
County Hospital of Lidköping. From 1998 to 1999, Doctor
Simrén completed his fellowship in gastroenterology at
Sahlgrenska University Hospital. He defended his thesis
entitled Irritable Bowel Syndrome. Pathophysiological and
clinical aspects in 2001. He was a research fellow at the University of Leuven, Belgium, in 2002, working with Professors
IBS and placebo
Speaker: Sigrid Elsenbruch, Ph.D.
(Zie biosketch op pagina 17).
Translational knowledge arising from placebo and
nocebo research makes a contribution to elucidating the role of treatment expectations and learning
experiences in shaping the response to visceral pain.
Chronic abdominal pain, such as in irritable bowel
syndrome (IBS), is highly prevalent, with detrimental individual and socioeconomic impact and limited
effective treatment options. IBS patients show high
placebo response rates in clinical trials and benefit
from placebo interventions.
Placebo research therefore offers interesting clinical
perspectives in the treatment of functional gastrointestinal symptoms. Furthermore, psychological
factors including negative emotions (e.g., anxiety) and
cognitions (e.g., pain-related fear) that are involved in
placebo and nocebo responses have been implicated
in the pathophysiology of IBS. Hence, research into
the psychological and neurobiological underpinning
of placebo and nocebo effects in visceral pain models
constitutes a fruitful model to assess the contribution
of psychological factors in visceral pain and IBS. In this
talk, the conceptual basis of placebo research in clinical
and scientific settings is introduced with a focus on
knowledge in visceral pain models and IBS. Current
experimental work on placebo and nocebo effects in
IBS and in healthy volunteers is summarized. Finally,
emerging research trends are highlighted along with an
outlook regarding goals for future research and clinical
perspectives.
15
N V G E
COMING
Sigrid Elsenbruch
STELT U ZICH
EENS VOOR...
Professor of Experimental Psychobiology
Inst. of Medical Psychology & Behavioral
Immunobiology
Faculty of Medicine, University of DuisburgEssen
Sigrid Elsenbruch is a Professor of Experimental Psychobiology & Gender Research at the Institute of Medical
Psychology and Behavioral Immunobiology at the University
Hospital of Essen, University of Duisburg-Essen, Germany.
Her interdisciplinary research focusses on biological and
Dat uw duim de ADR kan
maximaliseren.
t
Verbe
er
ADR*
met
14%
14846
Invited lecture vrijdag 6 oktober a.s.:
Michael Kaminski over CRC-screening
in Polen
Ontdek hoe NBI en Dual Focus kunnen bijdragen
aan betere detectie.
In combinatie met een nauwkeurige onderzoekstechniek, kan EVIS EXERA III het detectiecijfer aanzienlijk verhogen.
Recente onderzoeken tonen aan dat technologieën van Olympus de Adenoma Detection Rate (ADR) met 14%1
kunnen verbeteren en het risico op het missen van een adenoom met 29%2 kunnen verlagen.
EVIS EXERA III helpt artsen betere zorg te leveren door hogere detectiecijfers te realiseren.
EVIS EXERA III – het bewijs is geleverd.
Bekijk het bewijs op: www.olympus.nl/bewezen
Most of his time he dedicates to the quality of endoscopy
and research on colorectal cancer screening.
In consequence he is also Co-Head of the Polish Colonoscopy Screening Programme, Head of the Quality Section
of Polish Society of Gastroenterology and Co-Head of the
Lower GI Working Group in the European Society of Gastroenterology Quality Improvement Committee.
He is also Co-PI for the NordICC study (the Nordic-European
Initiative on Colorectal Cancer) and member of the Scientific
Board of the EPoS study (European Polyp Surveillance trial)
and Co-PI of the Polish Colonoscopy Screening Platform
Study.
He is in the international editorial boards of Gastrointestinal
Endoscopy and Endoscopy journals.
*Adenoma Detection Rate
1
Postbus 49, 2350 AA Leiderdorp | www.olympus.nl
Michael F. Kaminski is a graduate of the Medical University
of Warsaw, Poland and now is Head of the Department
of Cancer Prevention and senior endoscopist in the Department of Gastroenterological Oncology, at the MariaSklodowska-Curie Memorial Cancer Center and Institute
of Oncology, Warsaw, Poland. He is also appointed at the
Medical Center for Postgraduate Education, Warsaw, Poland
and Institute of Health and Society, Oslo, Norway.
2
Leung et al. 2014; Am J Gastroenterol. 109(6):855-63
Horimatsu et al. 2015; Int J Colorectal Dis. 30(7):947-54
psychological aspects of the brain-gut axis in human visceral
pain, especially in irritable bowel syndrome. She has accomplished several research studies on placebo and nocebo
effects in visceral pain, including brain imaging studies to
elucidate the neural mechanisms mediating effects of expectations and conditioning in a clinically-relevant model of
experimental visceral pain.
This research is closely connected to her work on stress and
anxiety, providing evidence on the role of emotions and cognitions in the pathophysiology of IBS and other medicallyunexplained symptoms involving disturbed interoception.
17
VOLLEDI
G
VERGOED
*
exclu s ie f
e ig e n ri s
ico e n
va n li js t
2 vo o rwa o p b a s is
a rd e n
*
DIGESTIVE SCIENCES
‘Liefdesstofje’ maakt darmen verdraagzaam
voor bacteriën
Aandacht voor baanbrekend Nederlands onderzoek recent verschenen in de “lekenpers”.
Prof. dr. Maikel Peppelenbosch bespreekt dit
keer de bevindingen uit het artikel dat onder
de titel ‘Liefdesstofje’ maakt darmen verdraagzaam voor bacteriën, onder andere te
vinden was op nu.nl.
Slecht nieuws krijgen kan leiden tot buikkrampen en
zelfs diarree
Thuis zijn
betekent nog
niet veilig zijn
Langdurige secundaire
profylaxe bij HE 1,2
N V G E
N V G E
18
Voor de reductie van recidiverende episodes
van manifeste hepatische encefalopathie
De darm is de vieste plek van het lichaam, althans wat de
hoeveelheid bacteriën betreft. Dit stelt het immuunsysteem
voor een zware uitdaging, pathogene micro-organismen dienen vigilant aangevallen te worden, maar de grote hoeveelheid commensale bacteriën moet door het afweersysteem
worden getolereerd. In extreme gevallen leidt te weinig
tolerante tot IBD, maar iedereen heeft wel eens last buikpijn
door een overdreven reactie van het immuunsysteem op een
verder onschuldige bacteriële flora. Dit heeft ook te maken
door de zogenaamde Gut-Brain as: het centraal zenuwstelsel reageert op stressvolle prikkels met het verhoogd gevoelig maken van de darm voor irriterende stimuli. Iedereen
herkent dat de (mogelijkheid om) slecht nieuws (te) krijgen
(bijvoorbeeld een appje van je geliefde met de medeling “we
moeten praten”) kan leiden tot buikkrampen en zelfs diarree. Bij patiënten met prikkelbare darmsyndroom is dit bij
iedereen aanwezige systeem overactief en dit leidt dan ook
tot klachten.
De mechanismen die betrokken zijn bij tolerantie voor de
darminhoud vormen het onderwerp van een uitgebreide wereldwijde onderzoeksinspanning maar zijn nog steeds maar
ten dele begrepen. Recentelijk hebben we in Rotterdam een
bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van deze puzzel
en mochten wij als coauteur optreden bij een publicatie van
de groep Ursula Grohmann uit Perugia (Immunity. (2017 Feb
21;46(2):233-244) met de titel A Relay Pathway between
Arginine and Tryptophan Metabolism Confers Immunosuppressive Properties on Dendritic Cells).
Het was al bekend dat de afbraak van de aminozuren tryptofaan en arginine belangrijk is bij tolererende in darm en
dat de betrokken enzymen (IDO1 dat tryptofaan afbreekt tot
kynurenine en Arginase1 dat arginine afbreekt tot ornithine)
belangrijk zijn om overactiviteit van het immuunsysteem in
de darm te voorkomen. Er zijn verschillende gedachten over
hoe de afbraak van deze aminozuren het immuunsysteem
kan moduleren. Zo is tryptofaan een essentieel aminozuur
(een aminozuur dat het lichaam niet zelf kan synthetiseren) en een (lokaal) tryptofaan tekort zou de activiteit van
immuuncellen kunnen remmen. Arginine is weliswaar een
niet-essentieel aminozuur, maar desalniettemin werd aangenomen dat ook lokale tekorten aan arginine het functioneren van het immuunsysteem in de weg zou kunnen staan.
Er werd dus aangenomen dat door als het ware het immuunsysteem uit te hongeren, deze enzymen hun immuunmodulerende functie uitoefenden. Meer recent werd het
echter duidelijk (door het werk van Ursula Grohmann) dat de
afbraakproducten van arginine en tryptofaan, respectievelijk
ornithine en kynurenine, zelf ook aan receptoren kunnen
binden op antigen presenterende cellen (dendritische cellen)
en dat deze cellen dan vervolgens een immunosuppressief
karakter krijgen en tolerantie induceren.
Een immuunactiverende dendritische cel wordt zo
omgeturnd tot een tolerantie stimulerende cel
In het nu gepubliceerde artikel bevestigen we deze gedachte:
we laten zien dat de interactie tussen ornithine en de
antigen-presenterende dendritische cel leidt tot de activering van het kinase c-Src dat vervolgens IDO1 fosforyleert en
activeert, waarna kynurenine uit tryptofaan wordt geproduceerd. Dit kynurenine bindt dan aan de arylhydrocarbonreceptor en het gevolg is dat een immuunactiverende dendritische cel wordt omgeturnd tot een tolerantie stimulerende
cel. De specifieke bijdrage uit Rotterdam betrof het identificeren van c-Src als de brug tussen arginase1- en IDO1-activiteit. Met deze bevinding lijkt dus duidelijk te worden dat
uiteindelijk tryptofaanafbraakproducten verantwoordelijk
zijn voor tolerantie in de darm. Een verhoogde consumptie
van tryptofaan (wat name in gedroogde worstjes als salami
en chorizo, maar ook bijvoorbeeld in olijven, Parmezaanse
kaas en bonen zit) zou dus meer tolerantie mogelijk maken.
Dit is interessant omdat al gerapporteerd is dat patiënten met prikkelbare darm syndroom veel tryptofaan eten,
terwijl hun kynureninespiegels lager zijn (Nutr Res. 2010
Oct;30(10):678-88).
Het zou dus kunnen dat de ziekte wordt veroorzaakt door
een tekort aan IDO activiteit maar dat deze patiënten onbewust opmerken dat zij zich beter voelen na consumptie van
tryptofaanrijk voedsel. We onderzoeken nu de mogelijkheid
om deze hypothese direct te testen.
19
N V G E
N V G E
Meet the expert sessies
Is er voldoende tijd voor
kennisoverdracht en het
geven van nuttige tips voor de
praktijk?
Voor de komende meet the expert sessies kan worden ingeschreven voor de volgende
onderwerpen: inflammatoire darmziekten en behandeling van obstructie in de tractus
digestivus. U kunt zich nu al inschrijven via de link die recent is toegezonden.
Veel positieve reacties van de bezoekers van de meet the experts sessies in het voorjaar,
hoe kunnen deze sessies nog beter?
Ad van Bodegraven:
Kennisoverdracht is een ruim
begrip, zeker wanneer het onderwerp zo breed is als voeding. Door
de vragen en opmerkingen krijg
ik wel de indruk dat er interesse
in en nieuwsgierigheid naar meer
kunnen worden opgewekt en dat
maakt het leuk om te doen.
De meet the expert sessies
worden druk bezocht, wat is de
ervaring van de expert die de
sessie verzorgt?
FOTO ERIC BORGHS
20
Heeft u een tip hoe deze sessies eventueel nog beter zouden kunnen?
Jacques Bergman:
Het behoort naar mijn mening een interactieve sessie te zijn. Dat betekent learning objectives aan de hand van
casuïstiek en heel veel voorbeelden en een laser pointer die van de ene deelnemer aan de andere wordt doorgegeven.
Ik zou dit nog nadrukkelijker aan de teachers overdragen. Een voting system (“petje op petje af”) is iets om dit luchtiger te maken.
Geert Wanten:
Opkomst beide sesies en dus
interesse voor het onderwerp was
prima, de kennis van deelnemers
t.a.v. klinische voeding was echter
uiterst beperkt: daarom essentieel
dat we e.e.a. hebben opgehangen
aan een casus, anders zou er nauwelijks respons zijn geweest
We hopen e.e.a. te verbeteren en
meer discussie op niveau te krijgen
door implementatie van dit onderwerp in de opleiding tot MDL-arts.
21
N V G E
SIMPONI
bewezen effectief gedurende
2 jaar1 bij UC2
DDD SUBSIDIES EN PRIJZEN
Toegekende subsidies en prijzen op 23 maart jl.
tijdens de Digestive Disease Days:
Tijdens de plenaire sessie in Veldhoven werden verschillende subsidies en prijzen bekend
gemaakt door Gastrostart-bestuurslid Peter van Duijvendijk.
N. van Huijgevoort: “Added value of secretin-enhanced
MRCP in confirming the diagnosis of IPMN by demonstrating
communication with the pancreatic duct”;
R.C. Oey: “Microbioom onderzoek van de dunne darm met
een high-tech capsule pil in levercirrose patiënten”;
B. Oldenburg: “De pathogenese van immuungemedieerde
colitis tijdens checkpoint inhibitor behandeling”;
E.S. Wills: “The role of primary cilia in gastric endocrinology”
FOTO’S ERIC BORGHS
De Gastrostartsubsidies van € 7.500,- gingen naar
de projecten van:
De NVGE Gastrointestinale Researchprijzen gingen naar:
Jochem H.J. Bernink (1ste prijs) voor zijn proefschrift: The Biology of
Human Innate Lymphoid Cells en Gwen M.C. Masclee (2e prijs) voor haar
proefschrift getiteld: Effects of Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs
on the Gastrointestinal and Cardiovascular System.
De samenvattingen van de proefschriften zijn te vinden via www.nvge.nl
De prijzen werden uitgereikt door jurylid Luc van der Laan. Jochem
Bernink hield na de prijsuitreiking een korte voordracht over het onderzoek dat tot zijn proefschrift leidde.
De samenvattingen van beide proefschriften vindt u op de website.
Hartelijke felicitaties voor beiden!
Bewezen effectiviteit gedurende 2 jaar is gedefinieerd als behoud van klinisch voordeel t/m week 104 bij patiënten (n=195) die respondeerden op
Simponi inductie en die Simponi onderhoudsbehandeling ontvingen1. Meting van de UC-ziekte activiteit a.d.h.v. de Mayo totaalscore op week 30 en
54 alsmede een gedeeltelijke Mayo score iedere 4 weken (bij verlies van respons: bevestiging d.m.v. endoscopie).3 Vanaf week 56 Physician’s Global
Assessment (PGA) en daarna iedere 3 maanden tot week 1041.
M
Referenties:
1
Gibson PR, Feagan BG, Sandborn WJ et al. Maintenance of Efficacy and
Continuing Safety of Golimumab for Active Ulcerative Colitis: PURSUIT-SC
Maintenance Study Extension Through 1 Year. Clin Transl Gastroenterol 2016
Apr 28:7:e168. doi: 10.1038/ctg.2016.24.
2
SmPC SIMPONI december 2016
3
Sandborn WJ, Feagan BG, Marano C et al. Subcutaneous Golimumab Maintains
Clinical Response in Patients With Moderate-to-Severe Ulcerative Colitis.
Gastroenterol 2014; 146: 96 - 104
SIMPONI (golimumab) is een geregistreerd handelsmerk van Janssen Biologics B.V. Voor meer
productinformatie en de referenties zie verkorte SPC elders in dit blad. Raadpleeg de volledige
productinformatie (SPC) alvorens SIMPONI voor te schrijven.
© MSD Merck Sharp & Dohme AG 2014. Alle rechten voorbehouden.
MSD, Postbus 581, 2003 PC Haarlem. Tel. 0800-9999000 e-mail: [email protected] www.msd.nl
GAST-1201166-0003 Date of last revision: 11/2016
Uit acht ingediende subsidie aanvragen voor
mutidisciplinaire werkgroepen werden er door de
beoordelingscommissie drie geselecteerd voor
een subsidie van elk € 15.000,-:
Quality in EndoSonography Team (QUEST), ingediend door
Rutger Quispel
Nederlandse Donor Feces Bank (NDFB), ingediend door
Josbert Keller
Dutch Mesenteric Ischemia Study groep (DMIS), ingediend
door Marco Bruno

23
N V G E
DDD SUBSIDIES EN PRIJZEN
De volgende subsidieronde voor de multidisciplinaire en
instelling-overstijgende onderzoeksinitiatieven of werkgroepen is vastgesteld op 1 februari 2018. Alle informatie vindt
u via www.nvge.nl
Alle subsidies voor NVGE leden, zoals reisbeurzen,
Gastrostartaanvragen en proefschriftsponsoring, kunt u
uitgebreid nalezen via www.nvge.nl.
Voorwaarden subsidie visiting professor NVGE
De subsidie visiting professor NVGE is bedoeld voor
het faciliteren van een bezoek aan een Nederlandse
onderzoeks-/onderwijsinstelling door een Internationaal
gerespecteerd onderzoeker of clinicus. Het doel van het
bezoek is overdragen van kennis, implementeren van
nieuwe technieken t.b.v. patiëntenzorg of wetenschappelijk onderzoek (laboratorium).
De subsidie kan bijvoorbeeld worden aangevraagd om
een clinicus uit te nodigen om een nieuwe endoscopische of operatie techniek te implementeren, of voor het
geven van masterclasses/lezingen of onderwijs. Het
Verkorte SPC-tekst Salofalk® 500 mg Granu-Stix®, Salofalk® 1000 mg Granu-Stix®, Salofalk® 1,5 g Granu-Stix® en
Salofalk® 3 g Granu-Stix®. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Maagsapresistent granulaat met verlengde afgifte,
resp. 500 mg, 1000 mg, 1,5 g en 3 g mesalazine per sachet. Therapeutische indicaties: voor de behandeling van colitis ulcerosa,
zowel in de acute fase als ter voorkoming van recidieven hiervan. Dosering: ter behandeling van acute episodes van colitis ulcerosa:
eenmaal daags 1 sachet Salofalk® 3 g Granu-Stix®, 1 of 2 sachets Salofalk® 1,5 g Granu-Stix® of 3 sachets Salofalk® 500 mg GranuStix® of 3 sachets Salofalk® 1000 mg Granu-Stix® (1,5 – 3,0 g mesalazine per dag), bij voorkeur ’s ochtends, op geleide van de klinische
behoefte van de individuele patiënt. Het is ook mogelijk om de voorgeschreven dagelijkse hoeveelheid in te nemen in verdeelde doses
(1 sachet Salofalk® 500 mg Granu-stix® driemaal daags of 1 sachet Salofalk® 1000 mg Granu-Stix® driemaal daags), indien dit prettiger
is voor de patiënt. Als onderhoudsbehandeling ter voorkoming van recidieven van colitis ulcerosa: de standaard behandeling is 0,5 g
mesalazine driemaal daags overeenkomend met een totale dosis van 1,5 g mesalazine per dag. Voor patiënten met een verhoogd risico
op recidief, om medische redenen of omwille van problemen om zich te houden aan een driemaal daagse dosis, kan het doseerschema
aangepast worden naar 3,0 g mesalazine eenmaal daags bij voorkeur in de ochtend. Kinderen vanaf 6 jaar: Acute episodes: 30-50 mg
mesalazine/kg/dag in verdeelde doses, maximale dosering 75 mg mesalazine/kg/dag. De totale dosering dient niet de maximale
dosering voor volwassenen te overschrijden. Als onderhoudsbehandeling kan 15-30 mg mesalazine/kg/dag worden gegeven in
verdeelde doses. De totale dosering dient niet de aanbevolen dosering voor volwassenen te overschrijden. In het algemeen wordt
aanbevolen om de helft van een dosering voor volwassenen te geven aan kinderen met een lichaamsgewicht tot 40 kg; boven 40 kg
kan de normale dosering voor volwassenen gegeven worden. Wijze van toediening: oraal. De inhoud van Salofalk® Granu-Stix®
sachets mag niet worden gekauwd. De granules moeten op de tong worden geplaatst en zonder kauwen met veel vloeistof worden
doorgeslikt. Zowel bij de behandeling van acute ontstekingsverschijnselen als tijdens een langdurige behandeling dient Salofalk®
Granu-Stix® regelmatig en consequent te worden gebruikt om het gewenste therapeutische effect te bereiken. De duur van de
behandeling wordt bepaald door de arts. Contra-indicaties: bekende overgevoeligheid voor salicylaten of voor één van de
hulpstoffen, ernstige lever- en nierfunctiestoornis. Waarschuwingen: voorafgaand aan en tijdens de behandeling dient een controle
van het bloed (differentiaal bloedtelling; leverfunctieparameters zoals ALT of AST, serum creatinine) en de urine (dip sticks) te worden
verricht, indien de behandelend arts dit noodzakelijk acht. Wanneer er andere verschijnselen optreden, dient er onmiddellijk een
controle plaats te vinden. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een leverfunctiestoornis. Gebruik van Salofalk® Granu-Stix®
dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een nierfunctiestoornis. Er moet rekening worden gehouden met mesalazinegeïnduceerde niertoxiciteit wanneer de nierfunctie achteruit gaat tijdens de behandeling. Patiënten met een longziekte, met name
astma, dienen zeer zorgvuldig te worden gecontroleerd tijdens een behandelingskuur met Salofalk® Granu-Stix®. Patiënten met een
voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor preparaten die sulfasalazine bevatten dienen zorgvuldig te worden bewaakt bij het begin
van een behandelingskuur met Salofalk® Granu-Stix®. Bij het optreden van onverdraagzaamheidsreacties, zoals krampen, acute
buikpijn, koorts, hevige hoofdpijn en rash, dient de behandeling onmiddellijk te worden gestaakt. Bij patiënten met fenylketonurie dient
men er rekening mee te houden dat Salofalk® Granu-Stix® aspartaam als zoetstof bevatten, overeenkomend met 0,56 mg (Salofalk®
500 mg Granu-Stix®), 1,12 mg (Salofalk® 1000 mg Granu-Stix®), 1,68 mg (Salofalk® 1,5 g Granu-Stix®) en 3,36 mg (Salofalk® 3 g
Granu-Stix®) fenylalanine. Bijwerkingen: bloed- en lymfestelselaandoeningen: afwijkingen van het bloedbeeld (aplastische anemie,
agranulocytose, pancytopenie, neutropenie, leukopenie, trombocytopenie) (zeer zelden, <1/10.000). Zenuwstelselaandoeningen:
hoofdpijn, duizeligheid (zelden, ≥1/10.000; <1/10.000). Perifere neuropathie (zeer zelden, <1/10.000). Maagdarmstelselaandoeningen:
buikpijn, diarree, flatulentie, misselijkheid, braken (zelden, ≥1/10.000; <1/10.000). Acute pancreatitis (zeer zelden, <1/10.000).
Hartaandoeningen: myocarditis, pericarditis (zelden, ≥1/10.000; <1/10.000). Ademhalingsstelsel-, borstkas- en
mediastinumaandoeningen: allergische en fibrotische longreactie (inclusief dyspneu, hoest, bronchospasmen, alveolitis, pulmonaire
eosinofilie, long infiltratie, pneumonitis) (zeer zelden, <1/10.000). Nier- en urinewegaandoeningen: vermindering van de nierfunctie,
waaronder acute en chronische interstitiële nefritis en nierinsufficiëntie (zeer zelden, <1/10.000). Huid- en onderhuidaandoeningen:
alopecia (zeer zelden, <1/10.000). Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: myalgie, artralgie (zeer zelden, <1/10.000).
Immuunsysteemaandoeningen: overgevoeligheidsreacties zoals allergisch exantheem, farmacogene koorts, lupus erythematodes,
pancolitis (zeer zelden, <1/10.000). Lever- en galaandoeningen: afwijkingen van parameters van de leverfunctie (verhoogde
concentratie transaminasen en parameters van cholestasis), hepatitis en cholestatische hepatitis (zeer zelden, <1/10.000).
Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen: oligospermie (reversibel) (zeer zelden, <1/10.000). Verpakking: doos met 60 sachets
(Salofalk® 1,5 g Granu-Stix® en Salofalk® 3 g Granu-Stix®) of 100 sachets (Salofalk® 500 mg Granu-Stix® en Salofalk® 1000 mg GranuStix®). Afleverstatus en vergoeding: U.R. en volledig vergoed. RVG 28130, RVG 28131, RVG 100059 en RVG 107302.
Registratiehouder: Dr. Falk Pharma GmbH, Leinenweberstrasse 5, D-79108 Freiburg, Duitsland. Voor informatie:
Dr. Falk Pharma Benelux B.V., Breda, 076-5244200, of raadpleeg de volledige SPC. Versie verkorte SPC-tekst: 20140729.
Referenties:
1. SPC Salofalk® 3 g Granu-Stix® RVG 107302. 2. Leifeld L et al. Aliment Pharmacol Ther 2011; 34: 1115-22. 3. Kruis W et al. Gut 2009;
58: 233-40. 4. Kruis W et al. Aliment Pharmacol Ther 2011; 33: 313-22.
maximum bedrag voor deze subsidie is € 7.500,- De
sluitingsdatum voor de volgende subsidieronde is
1 januari 2018.
De voorwaarden voor de subsidie kunnen worden
nagelezen via www.nvge.nl. Hier kunt u ook het
aanvraagformulier downloaden. De aanvraag wordt
beoordeeld door het bestuur van de NVGE en een Nederlandse expert in het betreffende aandachtsgebied.
Over de beslissing om de subsidie toe te kennen kan
niet worden gecorrespondeerd. Bij het aanvragen
van de subsidie dient van te voren een gedetailleerde
begroting te worden overlegd.
Verkorte SPC XIFAXAN® 550 mg Filmomhulde Tabletten
datum goedkeuring november 2015 / 19-2015-nL
N V G E
24
Naam van het geneesmiddel Xifaxan® 550 mg filmomhulde tabletten. Naam en adres van
de vergunninghouder: Norgine BV, Hogehilweg 7, 1101 CA Amsterdam. Kwalitatieve
en kwantitatieve samenstelling Elke filmomhulde tablet bevat 550 mg rifaximine.
Farmacotherapeutische groep Intestinale, anti-infectiemiddelen-antibiotica. Farmaceutische
vorm Filmomhulde tablet. Indicaties vermindering van recidiverende episodes van manifeste
hepatische encefalopathie bij patiënten ≥ 18 jaar. Contra-indicaties Overgevoeligheid
voor rifaximine, rifamycine-derivaten of voor de hulpstoffen van Xifaxan®, gevallen van
darmobstructie. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Clostridium
difficile geassocieerde diarree (CDAD) is gemeld bij het gebruik van bijna alle antibacteriële
middelen, inclusief rifaximine. De kans dat een rifaximinebehandeling gepaard gaat met CDAD
en pseudomembraneuze colitis (PMC) kan niet worden uitgesloten. Vanwege het gebrek aan
gegevens en de kans op ernstige verstoring van de darmflora met onbekende gevolgen, wordt
gelijktijdige toediening van rifaximine met andere rifamycines niet aanbevolen. Patiënten dienen
te worden ingelicht dat, ondanks de verwaarloosbare absorptie van het geneesmiddel (minder
dan 1%), rifaximine net zoals alle rifamycine-derivaten een roodachtige verkleuring van de urine
kan veroorzaken. Verminderde leverfunctie: met voorzichtigheid gebruiken bij patiënten met
ernstige (Child-Pugh C) leverfunctiestoornis en bij patiënten met MELD (Model for End-Stage
Liver Disease) score > 25. Voorzichtigheid is geboden wanneer gelijktijdig gebruik van rifaximine
en een P-glycoproteïne remmer zoals ciclosporine nodig is. Zowel dalingen als stijgingen van
de INR – internationale genormaliseerde ratio – (in sommige gevallen met bloedingen) zijn
gemeld bij patiënten die een onderhoudsbehandeling met warfarine ontvingen en rifaximine
voorgeschreven kregen. Als gelijktijdige toediening noodzakelijk is, dient de INR zorgvuldig te
worden gecontroleerd in geval van initiatie of stopzetting van de behandeling met rifaximine.
Doseringsaanpassingen van orale anticoagulantia kunnen nodig zijn om het gewenste niveau
van antistolling te handhaven. Bijwerkingen Infecties en parasitaire aandoeningen: Soms:
Clostridia-infectie, urineweginfectie, candidiasis. Zelden: Pneumonie, cellulitis, bovenste
luchtweginfecties, rhinitis. Bloed- en lymfestelselaandoeningen: Soms: Anemie. Niet bekend:
Trombocytopenie. Immunsysteemaandoeningen: Niet bekend: Anafylactische reacties,
angio-oedeem, overgevoeligheid. Voedings- en stofwisselingsstoornissen: Soms: Anorexie,
hyperkaliëmie. Zelden: Dehydratie. Psychische stoornissen: Vaak: Depressie. Soms: Verwarde
toestand, angst, hypersomnie, insomnia. Zenuwstelselaandoeningen: Vaak: Duizeligheid,
hoofdpijn. Soms: Evenwichtsstoornissen, amnesie, convulsie, aandachtsstoornissen, hypoesthesie, geheugen vermindering. Bloedvataandoeningen: Soms: Opvliegers. Zelden:
Hypertensie, hypotensie. Niet bekend: Presyncope, syncope. Ademhalingsstelsel-, borstkasen mediastinumaandoeningen: Vaak: Dyspneu. Soms: Pleurale effusie. Zelden: Chronische
obstructieve longziekte. Maagdarmstelsel-aandoeningen: Vaak: Bovenbuik-pijn, abdominale
distensie, diarree, misselijkheid, braken, ascites. Soms: Abdominale pijn, oesofagusspataderenbloeding, droge mond, maagongemak. Zelden: Constipatie. Lever- en galaandoeningen: Niet
bekend: Abnormale leverfunctietests. Huid- en onderhuidaandoeningen: Vaak: Huiduitslag,
pruritus. Niet bekend: Dermatitis, eczeem. Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen:
Vaak: Spierspasmen, artralgie. Soms: Myalgie. Zelden: Rugpijn. Nier- en urinewegaandoeningen:
Soms: Dysurie, pollakisurie. Zelden: Proteïnurie. Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Vaak: Oedeem perifeer. Soms: Oedeem, pyrexie. Zelden: Asthenie. Onderzoeken:
Niet bekend: Abnormale INR-waarden (International Normalised Ratios). Letsels, intoxicaties
en verrichtingscomplicaties: Soms: Val. Zelden: Kneuzing, procedurepijn. Afleverstatus: UR.
Datum van herziening van de tekst 14 oktober 2016. Meer informatie inclusief volledige
productinformatie is beschikbaar bij Norgine BV.Referenties:
1. Vilstrup H, et al. J Hepatol 2014; 61(3): 642-659.
2. Mullen KD, et al. Clin Gastroenterol Hepatol 2014; 12(8): 1390-1397.
Product onder licentie van Alfa Wassermann S.p.A.
XIFAXAN is een geregistreerd handelsmerk van de Alfa Wassermann groep dat in licentie
gegeven is aan de Norgine groep.
NORGINE en het zeil logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Norgine groep.
NL/XIF5/0616/0042(1) • jan 2017 • XIF1078
25
N V G E
N V G E
26
Verkorte geneesmiddeleninformatie: ▼ Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan
snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht
alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Entyvio 300 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie.
Kwalitatieve en Kwantitatieve samenstelling: Elke injectieflacon bevat 300 mg vedolizumab. Na reconstitutie bevat
elke ml 60 mg vedolizumab. Therapeutische indicaties: Colitis ulcerosa: Entyvio is geïndiceerd voor de behandeling
van volwassen patiënten met matige tot ernstige actieve colitis ulcerosa die ontoereikend reageerden op, niet meer
reageerden op of intolerantie vertoonden voor conventionele therapie of een tumornecrosefactoralfaantagonist
(TNFαantagonist). Ziekte van Crohn: Entyvio is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met
matige tot ernstige actieve ziekte van Crohn die ontoereikend reageerden op, niet meer reageerden op of intolerantie
vertoonden voor conventionele therapie of een tumornecrosefactoralfaantagonist (TNFαantagonist). Dosering en wijze
van toediening: zie SmPC. Het aanbevolen dosisschema van Entyvio is 300 mg, toegediend via intraveneuze infusie,
op week nul, twee en zes, en daarna om de acht weken. Contraindicaties: Overgevoeligheid voor de werkzame stof
of voor één van hulpstoffen. Actieve ernstige infecties, zoals tuberculose, sepsis, cytomegalovirus, listeriosis en
opportunistische infecties, zoals progressieve multifocale leukoencefalopathie (PML). Bijzondere waarschuwingen en
voorzorgen bij gebruik: Vedolizumab moet toegediend worden in een zorgsetting die is uitgerust voor behandeling van
acute overgevoeligheidsreacties, zoals anafylaxie, voor het geval die zich voordoen. Geschikte monitoring en medische
ondersteuningsmaatregelen moeten beschikbaar zijn voor onmiddellijk gebruik wanneer vedolizumab wordt toegediend.
Alle patiënten moeten tijdens elke infusie voortdurend onder toezicht blijven. Infusiegerelateerde reacties: In klinisch
onderzoek zijn infusiegerelateerde reacties (IRR) en overgevoeligheidsreacties gemeld, waarbij de meerderheid licht tot
matig van aard was. Als een ernstige IRR, anafylactische reactie of andere ernstige reactie voorkomt, moet toediening van
Entyvio onmiddellijk worden stopgezet en een aangewezen behandeling worden ingesteld (bijvoorbeeld epinefrine en
antihistaminica).Als een lichte tot matige IRR voorkomt, kan de infusiesnelheid worden vertraagd of onderbroken en een
aangewezen behandeling worden ingesteld. Infecties: Vedolizumab is een darmselectieve integrineantagonist waarvan
geen systemische immunosuppressieve werking is vastgesteld). Artsen moeten zich bewust zijn van het mogelijke
verhoogde risico op opportunistische infecties of infecties waarvoor de darm een defensieve barrière is. Behandeling met
Entyvio mag niet worden ingesteld bij patiënten met actieve, ernstige infecties totdat de infecties onder controle zijn,
en artsen moeten overwegen om de behandeling niet toe te dienen bij patiënten die een ernstige infectie ontwikkelen
tijdens chronische behandeling met Entyvio. Voorzichtigheid is geboden wanneer het gebruik van vedolizumab wordt
overwogen bij patiënten met een chronische, ernstige infectie die onder controle is of met een voorgeschiedenis van
recidiverende, ernstige infecties. Patiënten moeten voor, tijdens en na behandeling nauwlettend worden opgevolgd
voor infecties. Entyvio is gecontraindiceerd bij patiënten met actieve tuberculose. Sommige integrineantagonisten en
sommige systemische immunosuppressiva zijn geassocieerd met progressieve multifocale leukoencefalopathie (PML);
dat is een zeldzame en vaak fatale opportunistische infectie die wordt veroorzaakt door het John Cunninghamvirus
(JCvirus). Door te binden aan het α4β7integrine dat tot expressie komt op gut-homing lymfocyten oefent vedolizumab
een immunosuppressief effect uit op de darm. Hoewel geen systemisch immunosuppressief effect werd waargenomen
bij gezonde personen, zijn de effecten op de functie van het systemische immuunsysteem bij patiënten met een
inflammatoire darmziekte niet bekend. In klinisch onderzoek met vedolizumab zijn geen gevallen van PML gemeld,
maar beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten met vedolizumab behandelde patiënten opvolgen voor
nieuwe of verergerende neurologische klachten en symptomen, zoals vermeld in het educatief materiaal voor artsen, en
moeten, als deze voorkomen, neurologische verwijzing overwegen. De patiënt moet een patiëntenwaarschuwingskaart
krijgen. Als PML wordt vermoed, mag behandeling met vedolizumab niet worden toegediend; eens bevestigd, moet
de behandeling definitief worden stopgezet. Maligniteiten: Het risico op maligniteit is groter bij patiënten met colitis
ulcerosa of de ziekte van Crohn. Immunomodulerende geneesmiddelen kunnen het risico op maligniteit vergroten.
Voorafgaand en gelijktijdig gebruik van biologicals: Er zijn geen gegevens beschikbaar van klinisch onderzoek met
vedolizumab voor patiënten die eerder zijn behandeld met natalizumab of rituximab. Voorzichtigheid is geboden.
Patiënten die eerder zijn blootgesteld aan natalizumab moeten normaal minstens 12 weken wachten voordat behandeling
met Entyvio wordt ingesteld. Er zijn geen klinische onderzoeksgegevens beschikbaar over het gelijktijdige gebruik van
vedolizumab met biologische immunosuppressiva. Daarom wordt het bij deze patiënten niet aanbevolen. Levende en
orale vaccins: Het wordt aanbevolen dat alle patiënten alle nodige immunisaties krijgen in overeenstemming met de
huidige immunisatierichtlijnen voordat behandeling met Entyvio wordt ingesteld. Bijwerkingen: De volgende lijst van
bijwerkingen is gebaseerd op ervaring tijdens klinisch onderzoek; zeer vaak: nasofaryngitis, hoofdpijn, artralgie. Vaak:
Bronchitis, gastroenteritis, bovenste luchtweg-infectie, griep, sinusitis, faryngitis, paresthesie, hypertensie, orofaryngeale
pijn, neusverstopping, hoesten, anaal abces, anusfissuur, nausea, dyspepsie, constipatie, abdominale distensie, flatulentie,
hemorroïden, rash, pruritus, eczeem, erytheem, nachtzweet, acne, spierspasmen, rugpijn, spierzwakte, vermoeidheid,
pijn in de ledematen, pyrexie. Soms; Luchtweginfectie, vulvovaginale candidiasis, orale candidiasis, folliculitis, reactie op
infuusplaats (waaronder: pijn op infuusplaats en irritatie op infuusplaats), infusie gerelateerde reactie, koude rillingen,
het koud hebben. Voor meer informatie over specifieke bijwerkingen zie SmPC. Afleverstatus: UR. EU/1/14/923/001
Registratiehouder: Takeda Pharma A/S, Denemarken. Farmacotherapeutische categorie: Farmacotherapeutische
categorie: immunosuppressiva, selectieve immunosuppressiva, ATCcode: L04AA33. Volledige productinformatie is
verkrijgbaar via de lokale vertegenwoordiger in Nederland: Takeda Nederland bv, Jupiterstraat 250, 2132 HK Hoofddorp.
Educatief materiaal voor artsen en de patiëntwaarschuwingskaart worden ter beschikking gesteld. (Augustus 2015)
Referenties: 1. Entyvio Samenvatting van de Productkenmerken. Takeda Pharma A/S. Augustus 2015. 2. Loftus EV,
Colombel J-F, Feagan BG et al. Long-term efficacy of vedolizumab for ulcerative colitis. J Crohns Colitis 2016; published
online 3. Vermeire S, Loftus EV, Colombel J-F et al. Long-term efficacy of vedolizumab for Crohn’s disease. J Crohns
Colitis 2016; published online 4. Colombel J-F, Sands BE, Rutgeerts P, et al. Gut Published Online First [18-02-2016]
doi:10.1136/gutjnl-2015-311079
®
© Takeda Nederland bv, Hoofddorp. Aug 2015
Verkorte Productinformatie van Mezavant 1200 mg maagsapresistente, tabletten met verlengde afgifte. (Raadpleeg de volledige Samenvatting van
de Productinformatie alvorens het product voor te schrijven).KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: Elke tablet bevat 1200 mg mesalazine. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. van de volledige SPC. FARMACEUTISCHE VORM: Maagsapresistente tabletten met verlengde
afgifte. Roodbruine, ovale tablet met een coating en op één zijde bedrukt met S476. KLINISCHE GEGEVENS: THERAPEUTISCHE INDICATIES:
VoorSPC
de
SIM
inductie van klinische en endoscopische remissie bij patiënten met milde tot matige actieve colitis ulcerosa. Voor het behouden van de remissie.DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING: Mezavant is bedoeld voor oraal gebruik, eenmaal daags. De tabletten mogen niet worden verkruimeld en er
mag niet op worden gekauwd. De tabletten moeten worden ingenomen tijdens de maaltijd. Volwassenen, inclusief ouderen (>65 jaar): Voor de inductie van
een remissie: 2,4 tot 4,8 g (twee tot vier tabletten) moet eenmaal daags worden ingenomen. De hoogste dosis van 4,8 g/dag wordt aanbevolen voor patiënten die niet reageren op de lagere dosis van mesalazine. Bij gebruik van de hoogste dosis (4,8 g/dag) moet de werkzaamheid van de behandeling na 8
weken worden beoordeeld. Voor het behoud van een remissie: 2,4 g (twee tabletten) eenmaal daags. Kinderen en adolescenten: Mezavant wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar wegens onvoldoende gegevens over de veiligheid en de werkzaamheid. Er zijn geen
specifieke onderzoeken uitgevoerd naar Mezavant bij patiënten met lever- of nierinsufficiëntie (zie rubrieken 4.3 en 4.4). CONTRA-INDICATIES: Voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor salicylaten (waaronder mesalazine) of één van de hulpstoffen van Mezavant. Ernstige nierinsufficiëntie (GFR <30 ml/
min/1,73 m2) en/of ernstige leverinsufficiëntie. BIJZONDERE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK: Er zijn meldingen
geweest van nierinsufficiëntie, waaronder minimale verandering in nefropathie, acute / chronische interstitiële nefritis en nierfalen zijn in verband gebracht
met mesalazine-preparaten en prodrugs met mesalazine. Mezavant moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met een bevestigde milde tot
matige nierinsufficiëntie. Het wordt aanbevolen dat bij alle patiënten de nierfunctie wordt geëvalueerd voordat met de behandeling wordt begonnen en ten
minste tweemaal per jaar tijdens de behandeling. Bij patiënten met chronische longproblemen, met name astma, kunnen overgevoeligheidsreacties optreden
en deze patiënten moeten nauwlettend worden bewaakt. Na de behandeling met mesalazine zijn er in zeldzame gevallen ernstige bloedafwijkingen gemeld.
Wanneer bij de patiënt een onverklaarbare bloeding, blauwe plekken, purpura, anemie, koorts of een pijnlijke keel optreden, moet er een bloedonderzoek
worden uitgevoerd. Indien een bloedafwijking wordt vermoed, moet de behandeling worden stopgezet. (Zie rubrieken 4.5 en 4.8.) Mesalazine-geïnduceerde
cardiale overgevoeligheidsreacties (myo- en pericarditis) zijn zelden gerapporteerd bij Mezavant en bij andere mesalazine bevattende preparaten. Voorzichtigheid is geboden bij het voorschrijven van deze medicatie aan patiënten met aandoeningen die kunnen leiden tot een myo- of pericarditis. Bij verdenking
op een dergelijke overgevoeligheidsreactie mogen producten met mesalazine niet opnieuw worden geïntroduceerd. Mesalazine is in verband gebracht met
een acuut intolerantiesyndroom dat moeilijk te onderscheiden is van een opwakkering van een inflammatoire darmziekte. Hoewel de exacte incidentiefrequentie niet is bepaald, is het syndroom opgetreden bij 3% van de patiënten die deelnamen aan de gecontroleerde klinische onderzoeken naar mesalazine
of sulfasalazine. De symptomen bestaan uit kramp, acute buikpijn en bloederige diarree, soms koorts, hoofdpijn en huiduitslag. Bij verdenking op een acuut
intolerantiesyndroom is directe stopzetting vereist en producten met mesalazine mogen niet opnieuw worden geïntroduceerd. Er zijn meldingen geweest van
een verhoogd leverenzymgehalte bij patiënten die mesalazine-preparaten gebruikten. Voorzichtigheid is geboden bij gebruik van Mezavant bij patiënten met
leverinsufficiëntie. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van patiënten die allergisch zijn voor sulfasalazine door het mogelijke risico op kruisallergie
tussen sulfasalazine en mesalazine. Een organische of functionele obstructie in het bovenste gedeelte van het maagdarmkanaal kan de werking van het
product vertragen. Verstoring van laboratoriumtesten: Het gebruik van mesalazine kan tot vals verhoogde onderzoeksresultaten leiden wanneer het normetanefrinegehalte in de urine wordt bepaald door middel van vloeistofchromatografie met elektrochemische detectie. Dit komt doordat de chromatogrammen
van de belangrijkste metaboliet van normetanefrine en mesalazine, namelijk N-acetyl-aminosalicylzuur (N-Ac-5-ASA), gelijkaardig zijn. Een andere selectieve test voor normetanefrinebepaling dient te worden overwogen. BIJWERKINGEN: De meest frequent gerapporteerde bijwerkingen (ADR’s) binnen de gepoolde veiligheidsanalyse van de klinische studies met Mezavant, waaraan 3.611 patiënten hebben deelgenomen, waren colitis (inclusief colitis ulcerosa)
(5,8%), abdominale pijn (4,9%), hoofdpijn (4,5%), abnormale leverfunctietest (2,1%), diarree (2,0%) en misselijkheid (1,9%). De bijwerkingen worden weergegeven volgens systeem/orgaanklasse (zie tabel hieronder). Binnen iedere systeem/orgaanklasse worden bijwerkingen gegroepeerd per frequentie op
basis van de volgende categorieën: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden
(<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Bijwerkingen (ADR’s) in verband gebracht met Mezavant: Bloed- en
lymfestelselaandoeningen: Soms: Trombocytopenie*, Zelden: Agranulocytose*, Niet bekend: Aplastische anemie*, leukopenie*, neutropenie*, pancytopenie*; Immuunsysteem-aandoeningen: Zelden: Gezichtsoedeem; Niet bekend: Overgevoeligheid*, anafylactische shock, angio-oedeem, syndroom
van Stevens-Johnson, geneesmiddeluitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS); Zenuwstelselaandoeningen: Vaak: Hoofdpijn*; Soms:
Duizeligheid, somnolentie, tremor; Niet bekend: Neuropathie; Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen: Soms: Oorpijn; Hartaandoeningen: Soms: Tachycardie; Niet bekend: Myocarditis*, pericarditis*; Bloedvataandoeningen: Vaak: Hypertensie; Soms: Hypotensie; Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: Soms: Faryngolaryngeale pijn*; Niet bekend: Overgevoeligheids-pneumonitis (inclusief interstitiële pneumonitis, allergische alveolitis, eosinofiele pneumonitis) Bronchospasme; Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak: Abdominale distensie, abdominale pijn*, colitis, diarree*, dyspepsie, braken,
flatulentie, misselijkheid; Soms: Pancreatitis, rectale poliep; Lever- en galaandoeningen: Vaak: Leverfunctietest abnormaal* (bijv. ALT; AST, bilirubine); Niet
bekend: Hepatitis, cholelithiase; Huid- en onderhuidaandoeningen: Vaak:Pruritus, rash*; Soms: Acne, alopecia, urticaria; Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: Vaak: Artralgie, rugpijn; Soms: Myalgie; Niet bekend: Systemische lupus erythematosus-achtig syndroom; Nier- en urinewegaandoeningen:
Zelden: Nierfalen*; Niet bekend: Interstitiële nefritis*, nefrotisch syndroom*; Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Vaak: Asthenie, ermoeidheid, pyrexie*; *Zie rubriek 4.4. van de volledige SPC. Melding van vermoedelijke bijwerkingen: Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel
vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd.
Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb
Website: www.lareb.nl. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: Shire Pharmaceutical Contracts Ltd, Hampshire International Business Park, Chineham, Basingstoke, Hampshire RG24 8EP - Verenigd Koninkrijk NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE
HANDEL BRENGEN: RVG 33600, geneesmiddel op geneeskundig voorschrift. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING: Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 juli 2007; Datum van hernieuwing van de vergunning: 13 december 2011;
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: Laatste gedeeltelijke wijziging betreft de rubrieken 4.4, 4.5, 4.8, 5.1, 5.2:, 20 december 2013 Bijwerkingen dienen te worden gerapporteerd (Lareb.nl). Bijwerkingen dienen ook te worden gerapporteerd aan Shire BeNeLux via e-mail
[email protected] of via telefoon +32-(0)2-711.02.30.
Tramedico BV • Postbus 192 • 1380 AD • Weesp
Telefoon: + 31 (0)294 46 11 22 • Fax: +31 (0)294 46 11 70 • www.tramedico.com
VERKORTE PRODUCTINFORMATIE SIMPONI®. Voor de volledige en meest recente productinformatie verwijzen wij naar de
goedgekeurde SPC op www.ema.europa.eu Samenstelling: Per voorgevulde pen 50 mg golimumab (humaan IgG1κ monoklonaal
antilichaam) in 0,5 ml. Therapeutische indicaties: Reumatoïde artritis (RA): in combinatie met methotrexaat (MTX): matige tot ernstige
actieve RA bij volwassenen die onvoldoende reageerden op DMARD’s, incl. MTX; ernstige, actieve en progressieve RA bij niet eerder
met MTX behandelde volwassenen. Simponi i.c.m. MTX vertraagt progressie van radiologisch gemeten gewrichtsschade en verbetert
het lichamelijk functioneren. Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (pJIA): in combinatie met MTX: pJIA bij kinderen met een
lichaamsgewicht van ten minste 40 kg, die onvoldoende reageerden op eerdere behandeling met MTX. Artritis psoriatica (AP): alleen
of gecombineerd met MTX: actieve en progressieve AP bij volwassenen die onvoldoende reageerden op DMARD’s. Simponi vermindert
de progressiesnelheid van perifere gewrichtsschade en verbetert lichamelijk functioneren. Spondylitis ankylosans: ernstige actieve
spondylitis ankylosans bij volwassenen die onvoldoende reageerden op conventionele behandeling. Niet-radiografische axiale
spondyloartritis (nr-Axiale SpA): ernstige actieve nr-Axiale SpA bij volwassenen met objectieve tekenen van ontsteking aangetoond
door verhoogd CRP en/of MRI bewijs, die onvoldoende reageerden op NSAID’s of deze niet verdroegen. Colitis ulcerosa (CU): matig
tot ernstig actieve CU bij volwassenen die niet voldoende reageerden op conventionele therapie incl. corticosteroïden en 6-MP of
AZA, of dergelijke therapieën niet verdragen of bij wie een contra-indicatie bestaat. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor één
van de ingrediënten. Actieve TBC of andere ernstige infecties als sepsis en opportunistische infecties. Matig of ernstig hartfalen
(NYHA III/IV). Belangrijke waarschuwingen (voor volledige uitleg zie SPC): Infecties: gebruikers van TNF-blokkers zijn vatbaarder
voor ernstige infecties en moeten voorafgaand aan, tijdens en na behandeling zorgvuldig worden gecontroleerd op infecties, incl. (in)
actieve TBC. Als patiënten een ernstige systemische ziekte ontwikkelen moet aan een invasieve schimmelinfectie worden gedacht.
TBC is gemeld bij Simponi. Let op: er is kans op een fout-negatieve uitslag van de tuberculinehuidtest, m.n. bij ernstig zieke patiënten of
bij immunosuppressie. Hepatitis B reactivering (soms fataal) is opgetreden bij chronische HBV-dragers die TNF-blokkers, incl. Simponi,
kregen. Maligniteiten en lymfoproliferatieve aandoeningen: Patiënten die TNF-blokkers krijgen hebben mogelijk verhoogd risico op
ontwikkeling van lymfomen, leukemie of andere maligniteiten. Maligniteit bij kinderen: Maligniteiten, soms fataal, zijn gemeld voor
TNF-blokkers bij kinderen en jonge volwassenen (tot 22 jaar). Lymfoom en leukemie: In klinisch onderzoek bij gebruikers ievan TNFblokkers werden vaker lymfoom gezien dan bij de controlegroep. Leukemie is gemeld bij gebruik van Simponi, en zeldzame gevallen van
hepatosplenisch T-cellymfoom bij andere TNF-blokkers, m.n. bij adolescente en jongvolwassen mannen die AZA of 6-MP gebruikten
voor inflammatoire darmziekten. Het potentiële risico van AZA of 6-MP samen met Simponi dient zorgvuldig te worden afgewogen.
Maligniteiten anders dan lymfoom: In klinisch onderzoek was de incidentie van maligniteiten anders dan lymfoom (m.u.v. niet-melanome
huidkanker) bij de Simponi- en controlegroep vergelijkbaar. Bij COPD en patiënten die veel hebben gerookt is er een verhoogde kans op
ontwikkeling van maligniteiten. Colondysplasie/coloncarcinoom: Het is niet bekend of golimumab invloed heeft op het risico op dysplasieof coloncarcinoomontwikkeling. Bij nieuw gediagnosticeerde dysplasie moet staken van Simponi worden overwogen. Huidkanker: Bij
gebruik van TNF-blokkers, incl. Simponi, zijn melanomen en Merkelcelcarcinomen gemeld. Periodiek huidonderzoek wordt aanbevolen,
in het bijzonder bij risicofactoren voor huidkanker. Congestief hartfalen (CHF): Gevallen van verergering van CHF en nieuw CHF zijn
gemeld, enkele met fatale afloop, bij een andere TNF-blokker met toegenomen mortaliteit als gevolg. Er is geen onderzoek gedaan
met Simponi bij CHF patiënten. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met mild hartfalen (NYHA I/II). Neurologische effecten: TNFblokkers, incl. Simponi, zijn in verband gebracht met nieuw optreden/exacerbatie van symptomen en/of op röntgenfoto’s aantoonbare
tekenen van CZS-aandoeningen met demyelinisatie, incl. MS en perifere demyeliniserende aandoeningen. Immunosuppressie: TNFblokkers, incl. Simponi, kunnen mogelijk het afweersysteem tegen infecties en maligniteiten aantasten. Auto-immuunprocessen:
Relatieve TNFa-deficiëntie als gevolg van anti-TNF-behandeling kan een auto-immuunproces in gang zetten. Hematologische reacties:
Postmarketing zijn pancytopenie, leukopenie, neutropenie, aplastische anemie en trombocytopenie gemeld met TNF-blokkers.
Cytopenieën, incl. pancytopenie, zijn zelden gemeld tijdens klinisch onderzoek met Simponi. Gelijktijdige toediening met andere
biologische geneesmiddelen: Er is onvoldoende informatie over het gelijktijdig gebruik met andere biologische geneesmiddelen
voor dezelfde aandoeningen. Gelijktijdig gebruik wordt niet aanbevolen vanwege een mogelijk verhoogd risico op infectie en andere
potentiële farmacologische interacties. Wisselen tussen biologische DMARD’s: Voorzichtigheid en toezicht zijn geboden bij overstappen
tussen biologische geneesmiddelen, omdat overlappende biologische activiteit de kans op bijwerkingen, incl. infecties, kan vergroten.
Vaccinaties/therapeutische infectieuze agentia: Tijdens behandeling mag gevaccineerd worden, maar niet met levende vaccins.
Therapeutische infectieuze agentia niet gelijktijdig met Simponi toedienen.Gebruik van levende vaccins of therapeutische infectieuze
agentia kan resulteren in klinische infecties, incl. gedissemineerde infecties. Allergische reacties: Postmarketing zijn acute aan de
injectie gerelateerde reacties en vertraagde ernstige systemische overgevoeligheidsreacties gemeld (incl. anafylaxie) na toediening
van Simponi. In dit geval toediening direct beëindigen en passende behandeling starten. Latexovergevoeligheid: De naaldbescherming
van de pen bevat latex. Hulpstoffen: o.a. sorbitol. Bijwerkingen (voor volledig overzicht zie SPC): De meest frequente bijwerking is
bovensteluchtweginfectie (nasofaryngitis, faryngitis, laryngitis en rinitis). De ernstigste voor golimumab gemelde bijwerkingen
zijn ernstige infecties (waaronder sepsis, pneumonie, TBC, invasieve fungale en opportunistische infecties), demyeliniserende
aandoeningen, lymfoom, HBV-reactivatie, CHF, auto-immuunprocessen (lupus-achtig syndroom), hematologische reacties, ernstige
systemische overgevoeligheid (waaronder anafylactische reactie), vasculitis, lymfoom en leukemie. Extra
veiligheidswaarschuwingen: Voordat Simponi wordt voorgeschreven dient de arts het aangeleverde
informatiepakket aandachtig te lezen, patiënten te instrueren en de patiëntenkaart te overhandigen.
Farmacotherapeutische groep: TNFa-remmers Afleveringswijze: UR Registratiehouder: Janssen Biologics
B.V., Einsteinweg 101, 2333 CB Leiden, Nederland. Registratienummers: EU/1/09/546/001-004 Lokale
vertegenwoordiger: MSD B.V., tel. 0800-9999000, [email protected] Datum: Februari 2017.
Naam van het geneesmiddel: Pentasa®. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Pentasa
tablet met verlengde afgifte bevat 500 mg of 1 g mesalazine, granulaat met verlengde afgifte bevat
1, 2 of 4 g mesalazine, suspensie voor rectaal gebruik bevat 1 g mesalazine per 100 ml, zetpil bevat
85x123 feb 2017.indd 1
08-02-17 11:59
1 g mesalazine. Therapeutische indicaties: Oraal: ter behandeling van lichte tot matige vormen
van colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn, zowel in de acute fase als ter voorkoming van recidieven
hiervan. Suspensie voor rectaal gebruik: proctitis, proctosigmoiditis en linkszijdige colitis. Zetpil: proctitis.
Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor mesalazine of overige bestanddelen van het product, of
voor salicylzuurderivaten. Ernstige lever- en/of nierfunctiestoornissen. Bijzondere waarschuwingen
en voorzorgen bij gebruik: Voorzichtig bij patiënten met bekende overgevoeligheid voor
sulfasalazine en met een verminderde leverfunctie. Bij verminderde nierfunctie niet aanbevolen.
De nierfunctie regelmatig controleren met name in het begin van de behandeling. Bij cardiale
overgevoeligheidsreacties en ernstige bloedbeeldafwijkingen de behandeling staken. Bijwerkingen:
Na rectale toediening kunnen lokale reacties, zoals pruritus, rectaal ongemak en aandrang
optreden. Verder komt vaak voor: hoofdpijn, diarree, buikpijn, misselijkheid, braken, huiduitslag
inclusief urticaria. Zelden tot zeer zelden: myo- en pericarditis, pancreatitis, bloedbeeldafwijkingen
allergische longreacties, hepatotoxiciteit, lupus erythematosus-achtige reacties, abnormale nierfunctie.
Registratiehouder: Ferring B.V., Postbus 184, 2130 AD , Hoofddorp. Registratienummers: Tabletten
onder RVG 14797 (500 mg) en RVG 105712 (1 g); Granulaat onder RVG 18706 (1 g), RVG 31379 (2 g)
en RVG 114015 (4 g), Suspensie voor rectaal gebruik onder RVG 11782, zetpil onder RVG 15064.
Afleverstatus: UR. Datum tekst: mei 2014.
Proefschriftsponsoring
S. van Olphen - 24 mei 2017
Advances in Barrett’s esophagus surveillance and improved
prediction of prognosis and therapy response in patients with
esophageal adenocarcinoma
Zoals bekend kan de NVGE een bijdrage leveren aan de drukkosten van proefschriften van NVGE-leden. Het bedrag van
de proefschriftsponsoring door de NVGE bedraagt voor 2017
€ 500,-. Een samenvatting van het proefschrift wordt na
toekenning op de website van de NVGE worden geplaatst.
Het aanvraagformulier voor proefschriftsponsoring kunt u
downloaden via www.nvge.nl
U kunt daar ook de voorwaarden nalezen.
A. Swager - 2 juni 2017
Volumetric laser endomicroscopy for the detection of early Barrett’s neoplasia
Onderstaande leden ontvingen in de afgelopen periode
proefschriftsponsoring. De samenvattingen van deze èn eerdere proefschriften kunt u vinden via www.nvge.nl
E.J. de Groof - 2 juni 2017
Surgery and medical therapy in Crohn’s disease, improving
treatment strategies
T.D.G. Belderbos - 9 maart 2017
Endoscopic detection and treatment of colorectal polyps
S. Sahami - 2 juni 2017
New concept in ulcerative colitis: a thin line between medicine
and surgery
S.J.E. Rombouts - 8 juni 2017
Advances in locally advanced pancreatic cancer treatment
B. Salden - 17 maart 2017
Nutrional interventions focusing on gastrointestinal and metabolic health
P. Nijeboer - 20 juni 2017
The spectrum of gluten related diseases - diagnosis, epidemiology and treatment
I.M. Mulder - 29 maart 2017
New approaches to the surgical treatment of intra-abdominal
infection R.F. van Golen - 28 juni 2017
A treatment rationale for surgery-induced liver injury
Y. Issa - 31 maart 2017
Chronic pancreatitis: novel concepts in diagnostics and treatment
F.A.C. Berden - 30 juni 2017
Hepatitis C: Generalization of Trials to Clinical Practice
J.W.A.M. Bosmans - 31 maart 2017
Colorectal Anastomotic Leakage: a call for a different approach
B.E. Schaafsma - 19 april 2017
Near-infrared image guidance in cancer surgery
M.P.M. Adriaanse – 21 april 2017
Progress toward less invasive diagnosis and better recognition
of disease activity and complications of celiac disease
Y. Basta – 28 april 2017
A blueprint for multidisciplinary fast track gastrointestinal
oncology area
Q.R.J.G. Tummers - mei 2017
Fluorescence-guided cancer surgery
27
Verbetering van visualisatie, bediening,
snelheid en efficiency tijdens coloscopie1-5
NORGINE en het zeil logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Norgine groep.
ENDOCUFF VISION is een geregistreerd handelsmerk van Arc Medical Design Limited.
1. Biecker et al. J Clin Gastroenterol 2015;49:413-8 2. Tsiamoulos et al. UEGJ October 2014 vol. 2 no. 1 suppl A495
3. Tsiamoulos et al. GUT 2014;63:A152-A153 4. Konda et al. Gastrointest Endosc 2015;81:1123-29
5. Tsiamoulos et al. Gastrointest Endosc 2015;81(55)AB209
NL/ECV/0716/0004 • jan 2016 • CUF 1011
“ Use of ENDOCUFF VISION® improved overall
performance by making colonoscopy a
quicker (CIT) and more efficient (MAP/ADR)
procedure”5
Download