NEWS Sluiting 1 juni, 10.00 uur Vooruitblik DDD oktober DUTCH DIGESTIVE DISEASE NEWS Douglas Drossman: Tytgat lecture DDD 5 oktober a.s. JAARGANG 28 NUMMER 2 MEI 2017 DDD Call for abstracts Redactieadres/Inlichtingen advertenties: Van Gijtenbeek secretariaatszaken en congresbegeleiding Postbus 657, 2003 RR Haarlem Tel: 023 - 5513016 Fax: 023 - 5513087 E-mail: [email protected] Correspondentie kan worden gestuurd naar het redactieadres. Het bestuur behoudt zich het recht voor om te bewerken. Secretariaat/ Ledenadministratie: Postbus 657, 2003 RR Haarlem Tel: 023 - 5513016 Fax: 023 - 5513087 E-mail: [email protected] [email protected] Lidmaatschap: Aanmelden via www.nvge.nl Opzegging: Het lidmaatschap loopt per kalenderjaar, eventuele opzeggingen vóór 1 december via [email protected] snaren ASA COM NT NIE ST E 1 Sachet, 4g éénmaal daags! • Hoogste single dose • Bewezen effectief • Voor het patiëntgemak Productinformatie elders in dit tijdschrift SIN UW SE HOOG Pentasa Compact 4g in zit! Vormgeving: M.art grafische vormgeving PE waar muziek Overname van gegevens uit DDD news is toegestaan met bronvermelding. O GLE D ISSN 1879-985X Omslagfoto: Douglas Drossmann De hoofdsponsors van de NVGE in 2017 zijn: Dr. Falk Pharma BV Ferring BV Norgine Olympus Nederland BV Takeda N V G E DDD news van de Nederlandse Vereniging voor Gastroenterologie. Verschijnt vier maal per jaar. De Nederlandse Vereniging voor Gastro-enterologie is opgericht op 26 oktober 1913. CT 4G PA 4 COLOFON VOORWOORD Tijdens de DDD dagen in maart is mijn opvolger Janneke van der Woude benoemd tot nieuwe secretaris van de NVGE. Ik wil haar hierbij veel succes en plezier wensen met deze taak, die ik vijf jaar heb mogen verrichten. Ik wil u allen nogmaals danken voor de goede samenwerking. Het enthousiasme dat er binnen de vereniging heerst, geeft mij veel vertrouwen voor de toekomst van de NVGE! Tijdens de afgelopen DDD dagen overtrof het aantal deelnemers (1167) de eerdere vergaderingen, met name ook door de grote opkomst van verpleegkundigen. De deelname aan het verpleegkundig programma is in de afgelopen jaren gestaag gegroeid, en dit illustreert de vraag naar specifieke en goede nascholing onder endoscopie verpleegkundigen, gespecialiseerde verpleegkundige en verpleegkundig-endoscopisten. De zalen waren vol en de presentaties over het algemeen van zeer goede kwaliteit, hetgeen ook blijkt uit de evaluatie. Het bestuur van de NVGE streeft er in de toekomst naar om het verpleegkundig onderwijs maximaal te faciliteren en waar nodig ruimte te bieden voor verdere verbeteringen. Dat is alleen mogelijk als er binnen de vereniging breed draagvlak is voor dit onderwijs, en als sprekers (verpleegkundigen en artsen) zich hiervoor willen inzetten. Wij vertrouwen erop dat het met elkaar lukt om dit belangrijke onderdeel van ons multidisciplinaire congres verder uit te bouwen. Tijdens de afgelopen DDD dagen was er verder een inspirerend DEGH programma, met een translationele sessie over microbiota onderzoek die ook door clinici goed werd bezocht. In de toekomst willen we meer nadruk leggen op translationele sessies, waar basale onderzoekers en clinici elkaar treffen. Ook de Meet-the-Expert sessies trokken weer volle zalen. Wij willen de experts Geert Wanten, Ad van Bodegraven, Arjun Koch en Jacques Bergman nogmaals danken voor hun bijdrage. Een korte indruk van hun ervaringen vindt u op bladzijde 20-21. Ook tijdens de DDD dagen werden weer prijzen uitgereikt en subsidies toegekend: de NVGE Gastrointestinale Research Awards werden uitgereikt aan Jochem H.J. Bernink (1ste prijs) en Gwen M.C. Masclee (2e prijs) uit Rotterdam. De proefschriftsamenvattingen vindt u op onze website. Subsidies voor multidisciplinaire onderzoeksgroepen werden uitgereikt aan de NederLees verder op pagina 5. INHOUD Congresagenda 2017 Espen congress september a.s. Casuïstische conferentie Introductie nieuwe bestuursleden Het ‘mysterieuze’ proces van de abstractbeoordeling Coming - DDD najaar ‘Liefdesstofje’ maakt darmen verdraagzaam voor bacteriën Meet the expert sessies Recent toegekende subsidies en prijzen 4 5 7 9 11 13 19 20 23 3 12 mei Afscheidsymposium Dr. E.A.J. Rauws Aanpak van galweg en pancreasproblematiek: toen en nu. Inlichtingen: Tel.: 020 - 5664702 1 - 3 juni 1st International Conference on Fatty Liver (ICFL ) Locatie: Sevilla, Spanje Website: http://icfl.kenes. com/ 8 - 9 juni EUS congres als IBD Today & Tomorrow Locatie: Academic Medical Center, University of Amsterdam, Lecture Hall 5 Inlichtingen: www.epgs.nl. 15 - 17 juni 2017 Image World Endo Event Locatie: Milaan, Italië 16 en 17 juni Cholestase workshop Locatie: Sint Michielsgestel Inlichtingen: www.cholestase.nl 20 - 23 juni Dutch Liver Week Locatie: Hampshire Hotel Fitland, Leiden Inlichtingen: www.hepatolotie.nl 22 - 23 juni IBD Today & Tomorrow - The future is now in IBD Locatie: AMC te Amsterdam Informatie: www.ibd-amc.com 30 juni Afscheidsrede prof. dr. C.J.J. Mulder Aula van de Vrije Universiteit, Amsterdam Inlichtingen: [email protected] Tel.: 020 – 444 0613 Meer informatie: [email protected] Inschrijven: www.nvvoncologie.nl 28 september Radboudumc Endoscopy Symposium Locatie: Radboud universitair medisch centrum Inlichtingen via e-mail: Irma. [email protected] 28 - 29 september EUS ENDO 2017 International Live Course Locatie: Marseille-France Inlichtingen: http://eus-endo. org/en/ 3 en 4 november Cholestase workshop Locatie: Driebergen Inlichtingen: www.cholestase.nl 13 november Casuïstische conferentie Jaarbeurs Utrecht Inlichtingen: Secretariaat NVGE, Postbus 657 - 2003 RR Haarlem Tel.: 023 - 551 3016 Fax: 023 - 551 3087 E-mail: [email protected] 23 november 32e Erasmus Liver Day Locatie: Congrescentrum De Doelen 2e multidisciplinaire congres 4 oktober plaats van de Dutch Upper GI Cursorisch onderwijs in Maag- Kruisplein 30 te Rotterdam Informatie en aanmelden: Cancer Group (DUCG) Darm-Leverziekten www.erasmusmc.nl/liverday Thema: Clinical Dilemma’s in Locatie: Conference Center e-mail: Upper GI Cancer Treatment NH Koningshof te Veldhoven [email protected] Locatie: Utrecht Inlichtingen: Secretariaat Tel: 010 - 703 5942 Website: https://www.ducg.nl/ NVMDL, Postbus 657 - 2003 RR Haarlem 20 en 21 juli 4 - 7 december 2017 Tel.: 023 - 551 3016 MIBE MEETING European Colorectal Congress Fax: 023 - 551 3087 Locatie: HM Sanchinarro 2017 E-mail: [email protected] University Hospital - Madrid Onderwerp: Spotlight on the Informatie: rectum http://www.mibemeeting.com 5 - 6 oktober Locatie: St. Gallen, Zwitserland Digestive Disease Days NVGE Website: www.colorectalsurgery.eu Locatie: Conference Center 8 september NH Koningshof te Veldhoven 2e HPB Dag in Leiden Inlichtingen: Inlichtingen: 023-5513016 7 december Secretariaat NVGE, Inschrijven via: 6e Up-to-date in erfelijke Postbus 657 - 2003 RR www.mdlcentrumleiden.nl/ kanker: 25 jaar Lynch Haarlem hpbtoday syndroom Tel.: 023 - 551 3016 Auditorium, Radboudumc, Fax: 023 - 551 3087 Nijmegen 9 – 12 september E-mail: [email protected] Inlichtingenadres: volgt. ESPEN congres, clinical nutrition and metabolism Locatie: World Forum 9-12 oktober Vrijdag 8 december Den Haag 17th International Nutrition DELTA IBD dag Inlichtingen: www.espen.org / & Diagnostics Conference Locatie: Rotterdam [email protected] Locatie: Praag Samenwerking UZ Leuven, Voor meer informatie: Erasmus MC en LUMC www.indc.cz 12 september De Digestive Disease Days van NVvO-Oncologiedag de NVGE in de komende jaren ‘Urologische tumoren’ vindt u via www.nvge.nl Locatie: de Eenhoorn, Amersfoort 6 juli N V G E CONGRESAGENDA 2017 N V G E 4 Vervolg voorwoord. landse Donor Feces Bank, de Dutch Mesenteric Ischemia Study groep (DMIS) en het Quality in EndoSonography Team (QUEST). Vlak na de DDD dagen was er een casuïstische conferentie in Utrecht met wederom een zeer goede opkomst. De casuïstiek werd verzorgd door arts-assistenten uit de OORs Maastricht, Rotterdam en Leiden; de prijs voor de beste presentatie ging naar Ad van der Meer uit Rotterdam. Zie blad­zijde 7 Het bestuur van de NVGE wil u nogmaals wijzen op de mogelijkheid om een subsidie aan te vragen voor een visiting professor, de voorwaarden staan elders in dit DDD nieuwsbulletin. Ondertussen zijn de voorbereidingen voor het najaarscongres in volle gang. Het cursorisch onderwijs vindt traditioneel op woensdag plaats, het senioren programma zal weer op donderdag worden georganiseerd. Tijdens de DDD dagen in oktober veel aandacht voor motiliteit. Voor de Tytgat lecture is professor Drossman, University of North Carolina School of Medicine, initiator van de Rome criteria uitgeno- digd. Op donderdag ook een motiliteitssymposium met Magnus Simren en Sigrid Elsenbruch als gastsprekers. Op vrijdag een symposium met onder andere Michael Kamminski uit Polen over de organisatie van het BVO. U kunt uw abstracts indienen tot 1 juni a.s. We willen u wederom op het hart drukken om het opsplitsen van een onderzoek in meerdere abstracts achterwege te laten. Deze abstracts worden - indien geaccepteerd - in een later stadium namelijk alsnog samengevoegd. Dit kost niet alleen de inzender maar ook de organisatie veel tijd. U heeft inmiddels een inschrijvingslink ontvangen voor uw registratie voor de Digestive Disease Days in oktober, tijdige inschrijving wordt door ons secretariaat op prijs gesteld. Voor nu wens ik u allen een goede zomer toe! Josbert Keller, bestuurslid Kernbestuur NVGE vóór toetreding Janneke van der Woude (de 4 dassen benadrukken dat het tijd werd voor een vrouw in het kernbestuur). NIEUWS Aankondiging ESPEN congress 9 -12 september a.s. De algemene kennis van voeding en voeding gerelateerde problematiek bij artsen schiet in het algemeen tekort door een gebrek aan aandacht voor dit thema in het medisch curriculum. Zoals duidelijk wordt uit de aandacht voor dit onderwerp in Novum, het nieuwe opleidingsplan voor MDL-artsen, moeten wij ook binnen onze beroepsgroep de komende jaren een grote inhaalslag gaan maken op dit gebied. In dit kader willen wij als NESPEN (Netherlands Society for clinical nutrition and metabolism) graag de aandacht vestigen op het komende ESPEN congres, het toonaangevende congres op gebied van klinische voeding en metabolisme in de we- reld. Exact twintig jaar na de laatste editie in Amsterdam zal Nederland van 9 – 12 september 2017 opnieuw het gastland zijn voor dit congres, dat ditmaal in het World Forum in Den Haag wordt gehouden. Deelnemers uit meer dan 100 landen met multidisciplinaire achtergrond (artsen, apothekers, verpleegkundigen, diëtisten en voedingskundigen) hebben hier een platform voor het uitwisselen van informatie en onderzoek. Tijdens het congres zijn er wetenschappelijke en educatieve symposia gericht op uiteenlopende onderwerpen, variërend van fundamenteel onderzoek tot klinisch praktische 5 N V G E Entyvio is al 2 jaar beschikbaar voor UC en CD* hands-on sessies. Het thema van dit jaar is ‘Nutrition meets innovation’ en zal tijdens de opening worden ingeleid door een spectaculaire presentatie van onze eigen astronaut, dr. Andre Kuipers. Onderwerpen afkomstig uit de meest diverse aandachtsgebieden, variërend van kindergeneeskunde tot geriatrie, en van acute tot chronische aandoeningen, zullen besproken worden. ESPEN zal tijdens het congres ook een drietal nieuwe internationale richtlijnen presenteren op het gebied van neurologie, multimorbiditeit en leverziekten. Voorafgaande aan het ESPEN congres wordt het eendaagse Healthy Food Congres gehouden op vrijdag 8 september. Een unieke samenwerking van wetenschappers, zorgverleners, innovatoren en producenten van gezonde en innovatieve voedingsproducten zal zich hier presenteren. Entyvio, ook voor uw bio-naïeve patiënt. Als lokale organisatie zien wij als NESPEN u allen graag terug in Den Haag in het World Forum Geert Wanten, voorzitter, [email protected] Cora Jonkers, secretaris Koen Joosten, penningmeester, vice voorzitter CASUÏSTISCHE CONFERENTIE NVGE Dinsdag 4 april was er casuïstische patiëntenbespreking in de Jaarbeurs in Utrecht. Negen ziektegeschiedenissen werden besproken door aios uit het Leids UMC, Erasmus MC en het Maastricht UMC. De jury werd voorgezeten door Bert den Hartog. Bert wordt binnenkort 65 jaar en stopt met zijn werk als MDL-arts in het Rijnstate ziekenhuis, maar zal niet geheel stoppen met werken. In ieder geval blijft hij één dag in de week werkzaam als regionaal coördinator (RCMDL) van screeningsorganisatie Oost voor het bevolkingsonderzoek darmkanker, ongetwij- Entyvio: werkt darmselectief 1 Bereik langdurige klinische remissie2, 3 Vertrouwen voor de langetermijnbehandeling4 ® * Entyvio is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met actieve, matig tot ernstige colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn die ontoereikende reageerden op, niet meer reageerden op of intolerantie vertoonden voor conventionele therapie of een TNFɑ-antagonist. Voor referenties en de verkorte productinformatie zie elders in deze uitgave. © Takeda Nederland bv, Hoofddorp. NL/EYV/17/0005 feld zullen we binnenkort meer horen over wat hij verder zal gaan doen. De jury beoordeelde de verschillende presentaties op de originaliteit van het onderwerp, de wetenschappelijke onderbouwing, de klinische relevantie, de kwaliteit van de dia’s (tekst, foto’s video’s) en de wijze van presenteren van de AIOS. Zeer uiteenlopende ziektegeschiedenissen werden gepresenteerd door Sander van der Marel, Wouter den Hollander en Renuka Rattan uit de regio Leiden, Evelyne Verweij, Ad van der Meer en Angela Tjon uit de regio Rotterdam en Maarten van Dijk, Marloes op de Weegh en Helena Pilate uit de regio Maastricht. De kwaliteit van de presentaties was hoog en de eindscores lagen dicht bij elkaar. De jury besloot uiteindelijk unaniem de prijs toe te kennen aan Ad van der Meer, aios uit het Erasmus MC met zijn presentatie getiteld “Foie Chaud”. Een casus over leverfalen na “heat stroke” na een sauna bezoek in Rotterdam. Leverfalen na heat stroke heeft een slechte prognose en levertransplantatie is soms de enige mogelijkheid om te overleven. Doordat de neurologische uitkomst van “heat stroke” slecht kan zijn kunnen dillema’s ontstaan rond de keuze wel of niet te transplanteren. De gepresenteerde patiënt herstelde na levertransplantatie volledig. Deze patiëntgeschiedenis is hopelijk binnenkort in Magma te lezen. De volgende casuïstische conferentie vindt plaats op 13 november 2017. 7 o l i t i s u l c e r o s a en toch gewoon midden N V G E 8 N V G E c INS & OUTS in het leven Introductie nieuwe bestuursleden NVGE bestuur Sectie IBD Naam: Janneke van der Woude Geboortedatum: 4-3-1966 Functie binnen bestuur: secretaris Naam: Andrea van der Meulen Geboortedatum: 22-12-1976 Functie binnen bestuur: voorzitter NVGE IBD Sectie Motivatie: De NVGE is uitgegroeid tot een belangrijke wetenschappelijke vereniging in Nederland voor iedereen met interesse in onderzoek op het gebied van Maag-, Darm en Lever. De vereniging heeft mij veel gebracht, ik heb er kennis gemaakt met de Nederlandse MDL wetenschap, 16 jaar geleden geleerd te presenteren en ook geleerd te discussiëren. En nog steeds is het een belangrijke plek voor onderzoekers die net het wetenschappelijk pad gaan bewandelen, maar is het inmiddels uitgegroeid tot een vereniging waar ook de meer gelouterde wetenschappers vol enthousiasme onderzoek nog steeds komen presenteren. Dus na al die jaren te hebben “geprofiteerd” van de vereniging vond ik dat het tijd was om er ook iets voor terug te doen. Ik vind het een uitdaging en ik hoop van harte dat ik mijn voorganger in ieder geval enigszins kan evenaren. Motivatie: Met een jaarlijks IBD symposium in Veldhoven, presentatie van vele IBD abstracts en met de ledenvergadering in Veldhoven, hopen we als sectie alle leden up – to- date te kunnen houden van diverse ontwikkelingen op IBD gebied. Door goed samen te werken en juist ook taken af te bakenen met de NVMDL-IBD commissie en de ICC, kunnen we als sectie slagvaardig verder om IBD zorg, onderwijs en wetenschap op hoog niveau te houden in Nederland. Ziekenhuis: LUMC Afdeling: MDL Functie: MDL-stafarts Aandachtsgebieden: IBD Opvolger van: Janneke van der Woude Ziekenhuis: Erasmus MC Afdeling: Maag-, Darm, en Leverziekten Functie: Hoogleraar Inflammatoire Darmziekten Opvolger van: Josbert Keller Nl/c-aProM/MeZ/16/0007 AANHOUDENDE REMISSIE1,3-5 LAAg AANtAL tAbLEttEN6 MMX®† tECHNOLOgIE1,2 ÉÉNMAAL DAAgS1 Raadpleeg de samenvatting van de productinformatie (smpc) van Mezavant® voordat u het product voorschrijft. De meest frequente gerapporteerde bijwerkingen bij behandeling met mezavant in klinische onderzoeken waren colitis (inclusief colitis ulcerosa), abdominale pijn, hoofdpijn, abnormale leverfunctie, diarre en misselijkheid. Vaak voorkomende bijwerkingen zijn hoofdpijn, hypertensie, abdominale distensie/abdominale pijn/colitis/diarree/dyspepsie/braken/flatulentie/misselijkheid abnormale leverfunctietest, pruritis/huiduitslag, artralgie/rugpijn, asthenie/vermoeidheid/koorts. Contra-indicaties: geschiedenis van overgevoeligheid voor salicylaten (inclusief mesalazine) of voor één van de hulpstoffen, ernstige nierinsufficiëntie en/of ernstige leverinsufficiëntie. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: nierfunctiestoornissen, chronisch verminderde longfunctie/astma, leverfunctiestoornissen, allergie voor sulfasalazine. reFereNties 1. SPC Mezavant® oktober 2014; 2. brunner M, et al. Aliment Pharmacol Ther. 2003;17:395-402 3. Kamm MA, et al. Gastroenterology. 2007;132:66-75. 4. Lichtenstein gR, et al. Clin Gastroenterol Hepatol. 2007;5:95-102. 5. Kamm MA, et al. Gut. 2008;7:893-902. 6. Iacucci M et al. Can J Gastroenterol. 2010;24:127-133. Zie ook de verkorte productinformatie elders in dit blad. Samenstelling bestuur Prof. dr. P.D. Siersema, voorzitter Prof. dr. L.P.S. Stassen, vice-voorzitter Dr. W.H. de Vos tot Nederveen Cappel, penningmeester Prof. dr. C.J. van der Woude, secretaris Prof. dr. M.A. Benninga, lid Dr. K. van der Linde, lid toegevoegde leden: Dr. J.M. Vrolijk, Nederlandse Vereniging voor Hepatologie Dr. A.E. van der Meulen, Sectie Inflammatoire Darmziekten Prof. dr. J.C. Escher, Sectie Kinder-MDL Dr. P. van Duijvendijk, Nederlandse Vereniging voor Gastro-intestinale Chirurgie Dr. J.J. Keller, toegevoegd bestuurslid T. Korpershoek, Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland MDL Dr. A.J. Bredenoord, Sectie Neurogastroenterologie en motiliteit Dr. K.M.A.J. Tytgat, Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen Dr. J.M. van Dieren, Sectie Gastrointestinale Oncologie Dr. M.E. Wildenberg,Sectie Experimentele Gastroenterologie Prof. dr. ir. H.W. Verspaget, namens bestuur NVGE Dr. G.J.A. Wanten, Netherlands Society for Parenteral and Enteral Nutrition (NESPEN) Prof. dr. B.L.A.M. Weusten, Sectie Gastrointestinale Endoscopie Dr. S. van der Marel, aios MDL, redactie DDD news 9 Salofalk 3g Granu-Stix ® N V G E ® COMING Call for abstracts DDD najaar 2017 Sluiting 1 juni a.s, 10.00 uur Voor de Digestive Disease Days op 5 en 6 oktober a.s. wordt op proef gebruik gemaakt van een nieuwe abstractmodule. U ontving hierover al informatie via e-mail. Feedback over uw ervaringen met inzenden is zeer welkom! Inzenders ontvangen begin juli bericht over eventuele acceptatie van het ingezonden abstract. Met betrekking tot het inzenden graag nog uw aandacht voor de volgende zaken: Ook nu verzoeken wij inzenders zeer dringend het opsplitsen van een onderzoek in meerdere abstracts achterwege te laten. Geaccepteerde abstracts worden in een later stadium namelijk alsnog samengevoegd, ook als ze worden ingediend voor verschillende secties. Op de website vindt u alle richtlijnen voor het inzenden van abstracts. In tegenstelling tot voorheen willen wij u vragen tussenkopjes te gebruiken in uw abstract, om de taak van de reviewers te vergemakkelijken. Let u ook vooral op dat u instuurt voor de juiste sectie/vereniging. Op de website vindt u ook alle informatie over inzenden van een abstract voor de Student award (let op: onderzoek moet daadwerkelijk zijn uitgevoerd in studententijd). Het programma zal inclusief de geaccepteerde abstracts vanaf begin augustus via de website te vinden zijn. Was alles maar1x daags www.drfalkpharma.nl Referenties en productinformatie zie elders in dit blad. ✔ Salofalk® 3 g Granu-Stix® eenmaal daags effectief in actieve distale colitis ulcerosa: 86% klinische remissie.2,3 ✔ Patiënten geven de voorkeur aan een eenmaal daagse dosering.4 Het ‘mysterieuze’ proces van abstract-beoordeling voor de DDD bijeen­komsten. DATUM GOEDKEURING NOVEMBER 2015 / 71-2015-NL ✔ Salofalk® Granu-Stix® voor de inductie van remissie én als onderhoudsbehandeling van colitis ulcerosa.1 ✔ Er is circa 80% van de toegediende orale dosis mesalazine beschikbaar in het colon, het sigmoïd en het rectum.1 len als president-select presentaties, prijsuitreikingen en ere-voordrachten. Voor de op abstract gebaseerde vrijevoordrachten wordt er in het congresschema zoveel ruimte gereserveerd dat in principe tussen de 60% en 70% van de ingestuurde abstracts ter mondelinge presentatie geaccepteerd kunnen worden. De abstracts, meestal tussen de 120 en 170 in aantal, worden hierbij na indiening eerst voor-gescreend op een tweetal aspecten. Zijn ze voor de juiste sectie ingediend, als gevraagd bij de indienmodule, en zijn er duidelijke aanwijzingen dat studies in partjes worden ingediend per sectie danwel bij verschillende secties om het bekende ‘salamislicing’ te voorkomen. Vervolgens worden de abstract ter beoordeling aangeboden bij de verschillende secties waar, door een sectie-specifieke beoordelingscommissie die bij voorkeur bestaat uit minimaal 6 leden, per lid een beoordeling wordt gegeven. Uiteindelijk komt zo per abstract een gemiddeld beoordelingscijfer in een overzichtslijst van alle abstracts. Vervolgens wordt op basis van het totaal aantal beschikbare presentatie-slots een acceptatie-grens vastgesteld die daarna voor alle secties uniform wordt gehanteerd. Deze aanpak wordt gedaan om te zorgen dat beoordelingsverschillen in de secties daarmee geëffend worden, onder de premisse dat het wetenschappelijk niveau per sectie nagenoeg identiek is. Vervolgens wordt in de abstractvergadering de definitieve plaatsing (acceptatie) van de abstracts bepaald waarbij, Vrije voordrachten op basis van ingestuurde abstract zijn een essentieel onderdeel van de ‘Digestive Disease Days’ van de wetenschappelijke bijeenkomsten van de Nederlandse Vereniging voor Gastro-enterologie, die in elk voor- en najaar worden georganiseerd. Af en toe worden er vragen gesteld hoe de beoordeling van die abstracts nu precies verloopt. In dit stukje hoop ik wat helderheid hierover te verschaffen. De organisatie van de bijeenkomsten worden al vroegtijdig in het bestuur van de vereniging besproken. Daarbij worden de twee congresdagen schematisch gevuld met sectie-gerelateerde symposia, richtlijn-bijeenkomsten, meet-the-expert meetingen en vrije-voordrachten, naast de vaste onderde- Locatie bestuursvergaderingen: Stadskasteel Oudaen, Utrecht. 11 N V G E COMING Barcelona, Spain October 28 – November 1 Venue: Fira Gran Via Professor Paul Fockens, UEG Vice-President, looks forward to the 25th UEG Week Barcelona 2017. UEG Week is now one of the world’s largest gastroenterology and hepatology meetings, attracting up to 13,000 participants from 116 countries. Leading scientists and clinicians come together to discuss the latest advances in the field, from new digestive health research to developments in clinical practice. Every year, a world-class, innovative and interactive programme is carefully created by the Scientific Committee and there are many highlights to look forward to in 2017. These include the highly regarded ‘Today’s Science, Tomorrow’s Medicine’ lecture series, which will have a particular focus on Host Microbiota Crosstalk in 2017. We are very much looking forward to intensive days of scientific advances and updates from the world’s leading digestive health experts. UEG Week is undoubtedly the best place for clinicians and scientists to present their research in gastroenterology and hepatology. As always, we look forward to rewarding the finest work in our field with a range of thoroughly-deserved awards. With the first UEG Week taking place in Athens in 1992, this year marks the 25th anniversary for the congress. I, along with my fellow committee members, therefore welcome all of my Dutch colleagues to attend this special 25th UEG Week in Barcelona. To find out more, visit www.ueg.eu/week in samenspraak met de sectie-vertegenwoordigers, de fine-tuning op basis van thema en beslissing bij eventuele ex-aequo beoordeling wordt gemaakt, zonder compromis met betrekking tot de vastgestelde acceptatie-grens. Hierbij wordt nogmaals naar het eventuele opsplitsen van studies gekeken waarbij abstracts mogelijk gecombineerd kunnen worden. Uitzondering van deze hele procesgang zijn de abstracts van de “basalisten” die ingediend worden voor de Dutch Experimental Gastroenterology and Hepatology Meeting tijdens de DDD bijeenkomsten. Deze sectie heeft hun eigen beoordelingsprocedure en congresformat bestaande uit mondelinge presentaties, posterpresentaties en/of korte presentatie-pitches die thematisch gegroepeerd worden. Hierbij worden in principe alle abstracts voor een van deze presentatie-vormen geaccepteerd. Uiteindelijk komt zo de definitieve lijst van geaccepteerde abstracts tot stand. Vervolgens heeft de voorzitter van de NVGE het privilege om de presidential-select te maken en wordt het beste studenten-abstract geïdentificeerd die op de donderdagavond de speciale vrije-voordrachten mogen verzorgen. Tytgat lecture tijdens de DDD in oktober Hein Verspaget, toegevoegd bestuurslid NVGE Lees verder op pagina 14. Professor Drossman, University of North Carolina School of Medicine, initiator van de Rome criteria is uitgenodigd om de Tytgat lecture te geven. Het bestuur van de NVGE is zeer verheugd dat deze belangrijke spreker, mede op voordracht van professor Tytgat zelf, naar Veldhoven komt om een lecture houden. Dr. Drossman is currently Professor Emeritus of Medicine and Psychiatry at the University Of North Carolina School Of Medicine where he was on staff from 1977 through 2011. He was founder and co-director of the UNC Center for Functional Gastrointestinal and Motility Disorders (1993-2011). He was founder, past chair (1989-1993) and newsletter editor of the Functional Brain-Gut Research Group of the AGA. He is founder and Chair (since 1989) of the Rome Committees, President of the Board (since 2004) of the Rome Foundation (www.theromefoundation.org), and Senior Editor of the Rome I, II, III, and IV textbooks. He Oproep video symposium “Zonderlinge video’s van eigen bodem” Gezien het succes van eerdere videosymposia organiseert de Sectie Gastrointestinale Endoscopie op 6 oktober opnieuw een sessie met endoscopische video’s. Late breaking abstract submission for UEG Week 2017 is open from August 28 - September 21, 2017 Registration for the 25th UEG Week Barcelona 2017 is now open, with reduced delegate rates until September 14, 2017 Wij roepen MDL-artsen (i.o.), internisten (i.o.), chirurgen (i.o.) of andere geïnteresseerden, die een mooie, opmerkelijke, zonderlinge, of prodiagnostische endoscopische video hebben gemaakt, op om deze video inclusief korte powerpoint presentatie in te sturen naar het secretariaat van de NVGE onder vermelding van “video casus DDD 6 oktober 2017”. Presentaties, inclusief goed functionerende video graag aanleveren via WeTransfer naar [email protected] met een max. videolengte van 3 minuten en een totale presentatieduur van 5 minuten (power pointpresentatie: max. 3 dia’s casus en 2 dia’s bespreking). De deadline voor het indienen van de video casus is 1 augustus 2017. Inlichtingen over dit programma kunt u verkrijgen via ondergetekende. Tessa Römkens, MDL-arts, bestuurslid Sectie Gastrointestinale Endoscopie ([email protected] of [email protected]). Uit de presentatie van Matthijs Kramer, Radboudumc, oktober 2016. 13 N V G E N V G E 14 COMING “New perspectives on IBS” De sectie Neurogastroenterologie en Motiliteit zal tijdens de NVGE najaarsvergadering een symposium organiseren over het prikkelbaar darmsyndroom. Binnen- en buitenlandse experts zullen ingaan op de huidige problemen bij het beleid bij PDS patiënten en vertellen over de nieuwste ontwikkelingen. Het symposium “New perspectives on IBS” zal plaatvinden op donderdag 5 oktober tussen 13.00 en 14.30. Vanwege de buitenlandse sprekers zal de voertaal van het symposium Engels zijn. Douglas Drossman: Tytgat lecture DDD 5 oktober a.s is past Chair of the American Digestive Health Foundation’s Digestive Health Initiative (1999-2001) and of the Motility and Nerve-Gut Section of the AGA Council (2003-2005). He is Past-President of the American Psychosomatic Society (1997), a Fellow of the American College of Physicians, a Master of the American College of Gastroenterology, and is on the Board of Directors and Chair of the Scientific Advisory Board of the International Foundation for Functional GI Disorders (IFFGD) (www.iffgd.org). He has served on three committees of the Institute of Medicine Committee on Gulf War and Health, serving as the gastrointestinal disorders representative. He has been an Ad Hoc member of NIH- NCCAM Advisory board, and has served on the NIH-National Commission on Digestive Diseases. Dr. Drossman has written over 500 articles and book chapters, has published four books, a GI Procedure Manual (now in 4th edition), the textbook of Functional GI disorders (Rome I, II, III, IV) with Rome IV released in May 2016, the Multi-Dimensional Clinical Profile for FGIDs (completing 2nd edition), the Rome IV Clinical algorithms (2nd edition) and the Rome IV Interactive Clinical Decision Toolkit, an intelligent software application.. He serves on six editorial and advisory boards in Gastroenterology, psychosomatic medicine, behavioral medicine, and patient health. He served 5-years as Associate Editor of the journal Het volledige cv van professor Drossman kunt u nalezen via www.nvge.nl (DDD-najaar) IBS and nutrition Prof. Magnus Simren, Gotenburg, Zweden IBS and IBD Dr. Daniel Hoekman, Amsterdam IBS and psychological treatment Dr. Yanda van Rood, Leiden IBS and placebo Dr. Sigrid Elsenbruch, Essen, Duitsland Jan Tack and Daniel Sifrim, focusing on the pathophysiology of functional dyspepsia and GERD. He was visiting research scientist at the Center for Functional GI and Motility Disorders, University of North Carolina (UNC), Chapel Hill, NC, United States 2015-2016, and currently holds a position as Adjunct professor at UNC (2017-). Doctor Simrén has published more than 200 original articles and also written book chapters on GI motility diseases and functional GI disorders, and is currently supervisor for eighteen PhD students and four post-docs. Doctor Simrén has been the President of the Scandinavian Association for Gastrointestinal Motility (SAGIM), and Scientific Secretary to the Swedish Society of Gastroenterology. He is the chair of the United European Gastroenterology (UEG) Scientific Committee and member of the UEG council 2013-2017. Professor Simrén has also been working as Deputy Editor and Associate Editor of Gut, and as the Clinical Editor of Neurogastroenterology and Motiliy. He is also on the Rome Foundation Board of Directors since 2011. IBS and nutrition Food and diet are central for patients with irritable bowel syndrome (IBS), and these patients frequently report an association between food ingestion and onset or worsening of GI symptoms. Existing evidence supports that both direct and indirect effects of food are of relevance for the perceived food intolerance in IBS. However, despite the fact that a large proportion of patients report intolerance to one or many food items, the nutrient intake in IBS patients as well as the body mass index is comparable to the general population. Guidelines for providing dietary advice to patients with IBS exists, and one of the most popular diets is a diet low in foods rich in Fermentable oligosaccharides, disaccharides, monosaccharides, and polyols (FODMAPs). These are carbohydrates that are poorly absorbed in the small intestine and can pass unabsorbed to the colon, where they increase luminal water through osmotic activity and induce gas production due to fermentation by colonic bacteria. This in turn can cause luminal distension and lead to GI symptoms in susceptible individuals. There are now several clinical trials supporting that reduction of FODMAPs is beneficial for IBS patients, but whether this diet is superior to traditional dietary advice for IBS patients, focusing more on how to eat than on what to eat, is less obvious. During this talk mechanisms behind perceived food intolerance in IBS, as well as dietary regimens for this patient group will be presented and discussed. Prof. Magnus Simrén Wij hopen u te begroeten op dit symposium. Namens de voorzitter van de sectie Neurogastroenterologie en Motiliteit, Arjan Bredenoord Magnus Simrén Professor of Gastroenterology, University of Gothenburg, and Consultant, Department of Internal Medicine, Sahlgrenska University Hospital, Gothenburg, Sweden Doctor Magnus Simrén graduated from medical school, University of Gothenburg in 1991, and afterwards completed his internship and fellowship in internal medicine at the County Hospital of Lidköping. From 1998 to 1999, Doctor Simrén completed his fellowship in gastroenterology at Sahlgrenska University Hospital. He defended his thesis entitled Irritable Bowel Syndrome. Pathophysiological and clinical aspects in 2001. He was a research fellow at the University of Leuven, Belgium, in 2002, working with Professors IBS and placebo Speaker: Sigrid Elsenbruch, Ph.D. (Zie biosketch op pagina 17). Translational knowledge arising from placebo and nocebo research makes a contribution to elucidating the role of treatment expectations and learning experiences in shaping the response to visceral pain. Chronic abdominal pain, such as in irritable bowel syndrome (IBS), is highly prevalent, with detrimental individual and socioeconomic impact and limited effective treatment options. IBS patients show high placebo response rates in clinical trials and benefit from placebo interventions. Placebo research therefore offers interesting clinical perspectives in the treatment of functional gastrointestinal symptoms. Furthermore, psychological factors including negative emotions (e.g., anxiety) and cognitions (e.g., pain-related fear) that are involved in placebo and nocebo responses have been implicated in the pathophysiology of IBS. Hence, research into the psychological and neurobiological underpinning of placebo and nocebo effects in visceral pain models constitutes a fruitful model to assess the contribution of psychological factors in visceral pain and IBS. In this talk, the conceptual basis of placebo research in clinical and scientific settings is introduced with a focus on knowledge in visceral pain models and IBS. Current experimental work on placebo and nocebo effects in IBS and in healthy volunteers is summarized. Finally, emerging research trends are highlighted along with an outlook regarding goals for future research and clinical perspectives. 15 N V G E COMING Sigrid Elsenbruch STELT U ZICH EENS VOOR... Professor of Experimental Psychobiology Inst. of Medical Psychology & Behavioral Immunobiology Faculty of Medicine, University of DuisburgEssen Sigrid Elsenbruch is a Professor of Experimental Psychobiology & Gender Research at the Institute of Medical Psychology and Behavioral Immunobiology at the University Hospital of Essen, University of Duisburg-Essen, Germany. Her interdisciplinary research focusses on biological and Dat uw duim de ADR kan maximaliseren. t Verbe er ADR* met 14% 14846 Invited lecture vrijdag 6 oktober a.s.: Michael Kaminski over CRC-screening in Polen Ontdek hoe NBI en Dual Focus kunnen bijdragen aan betere detectie. In combinatie met een nauwkeurige onderzoekstechniek, kan EVIS EXERA III het detectiecijfer aanzienlijk verhogen. Recente onderzoeken tonen aan dat technologieën van Olympus de Adenoma Detection Rate (ADR) met 14%1 kunnen verbeteren en het risico op het missen van een adenoom met 29%2 kunnen verlagen. EVIS EXERA III helpt artsen betere zorg te leveren door hogere detectiecijfers te realiseren. EVIS EXERA III – het bewijs is geleverd. Bekijk het bewijs op: www.olympus.nl/bewezen Most of his time he dedicates to the quality of endoscopy and research on colorectal cancer screening. In consequence he is also Co-Head of the Polish Colonoscopy Screening Programme, Head of the Quality Section of Polish Society of Gastroenterology and Co-Head of the Lower GI Working Group in the European Society of Gastroenterology Quality Improvement Committee. He is also Co-PI for the NordICC study (the Nordic-European Initiative on Colorectal Cancer) and member of the Scientific Board of the EPoS study (European Polyp Surveillance trial) and Co-PI of the Polish Colonoscopy Screening Platform Study. He is in the international editorial boards of Gastrointestinal Endoscopy and Endoscopy journals. *Adenoma Detection Rate 1 Postbus 49, 2350 AA Leiderdorp | www.olympus.nl Michael F. Kaminski is a graduate of the Medical University of Warsaw, Poland and now is Head of the Department of Cancer Prevention and senior endoscopist in the Department of Gastroenterological Oncology, at the MariaSklodowska-Curie Memorial Cancer Center and Institute of Oncology, Warsaw, Poland. He is also appointed at the Medical Center for Postgraduate Education, Warsaw, Poland and Institute of Health and Society, Oslo, Norway. 2 Leung et al. 2014; Am J Gastroenterol. 109(6):855-63 Horimatsu et al. 2015; Int J Colorectal Dis. 30(7):947-54 psychological aspects of the brain-gut axis in human visceral pain, especially in irritable bowel syndrome. She has accomplished several research studies on placebo and nocebo effects in visceral pain, including brain imaging studies to elucidate the neural mechanisms mediating effects of expectations and conditioning in a clinically-relevant model of experimental visceral pain. This research is closely connected to her work on stress and anxiety, providing evidence on the role of emotions and cognitions in the pathophysiology of IBS and other medicallyunexplained symptoms involving disturbed interoception. 17 VOLLEDI G VERGOED * exclu s ie f e ig e n ri s ico e n va n li js t 2 vo o rwa o p b a s is a rd e n * DIGESTIVE SCIENCES ‘Liefdesstofje’ maakt darmen verdraagzaam voor bacteriën Aandacht voor baanbrekend Nederlands onderzoek recent verschenen in de “lekenpers”. Prof. dr. Maikel Peppelenbosch bespreekt dit keer de bevindingen uit het artikel dat onder de titel ‘Liefdesstofje’ maakt darmen verdraagzaam voor bacteriën, onder andere te vinden was op nu.nl. Slecht nieuws krijgen kan leiden tot buikkrampen en zelfs diarree Thuis zijn betekent nog niet veilig zijn Langdurige secundaire profylaxe bij HE 1,2 N V G E N V G E 18 Voor de reductie van recidiverende episodes van manifeste hepatische encefalopathie De darm is de vieste plek van het lichaam, althans wat de hoeveelheid bacteriën betreft. Dit stelt het immuunsysteem voor een zware uitdaging, pathogene micro-organismen dienen vigilant aangevallen te worden, maar de grote hoeveelheid commensale bacteriën moet door het afweersysteem worden getolereerd. In extreme gevallen leidt te weinig tolerante tot IBD, maar iedereen heeft wel eens last buikpijn door een overdreven reactie van het immuunsysteem op een verder onschuldige bacteriële flora. Dit heeft ook te maken door de zogenaamde Gut-Brain as: het centraal zenuwstelsel reageert op stressvolle prikkels met het verhoogd gevoelig maken van de darm voor irriterende stimuli. Iedereen herkent dat de (mogelijkheid om) slecht nieuws (te) krijgen (bijvoorbeeld een appje van je geliefde met de medeling “we moeten praten”) kan leiden tot buikkrampen en zelfs diarree. Bij patiënten met prikkelbare darmsyndroom is dit bij iedereen aanwezige systeem overactief en dit leidt dan ook tot klachten. De mechanismen die betrokken zijn bij tolerantie voor de darminhoud vormen het onderwerp van een uitgebreide wereldwijde onderzoeksinspanning maar zijn nog steeds maar ten dele begrepen. Recentelijk hebben we in Rotterdam een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van deze puzzel en mochten wij als coauteur optreden bij een publicatie van de groep Ursula Grohmann uit Perugia (Immunity. (2017 Feb 21;46(2):233-244) met de titel A Relay Pathway between Arginine and Tryptophan Metabolism Confers Immunosuppressive Properties on Dendritic Cells). Het was al bekend dat de afbraak van de aminozuren tryptofaan en arginine belangrijk is bij tolererende in darm en dat de betrokken enzymen (IDO1 dat tryptofaan afbreekt tot kynurenine en Arginase1 dat arginine afbreekt tot ornithine) belangrijk zijn om overactiviteit van het immuunsysteem in de darm te voorkomen. Er zijn verschillende gedachten over hoe de afbraak van deze aminozuren het immuunsysteem kan moduleren. Zo is tryptofaan een essentieel aminozuur (een aminozuur dat het lichaam niet zelf kan synthetiseren) en een (lokaal) tryptofaan tekort zou de activiteit van immuuncellen kunnen remmen. Arginine is weliswaar een niet-essentieel aminozuur, maar desalniettemin werd aangenomen dat ook lokale tekorten aan arginine het functioneren van het immuunsysteem in de weg zou kunnen staan. Er werd dus aangenomen dat door als het ware het immuunsysteem uit te hongeren, deze enzymen hun immuunmodulerende functie uitoefenden. Meer recent werd het echter duidelijk (door het werk van Ursula Grohmann) dat de afbraakproducten van arginine en tryptofaan, respectievelijk ornithine en kynurenine, zelf ook aan receptoren kunnen binden op antigen presenterende cellen (dendritische cellen) en dat deze cellen dan vervolgens een immunosuppressief karakter krijgen en tolerantie induceren. Een immuunactiverende dendritische cel wordt zo omgeturnd tot een tolerantie stimulerende cel In het nu gepubliceerde artikel bevestigen we deze gedachte: we laten zien dat de interactie tussen ornithine en de antigen-presenterende dendritische cel leidt tot de activering van het kinase c-Src dat vervolgens IDO1 fosforyleert en activeert, waarna kynurenine uit tryptofaan wordt geproduceerd. Dit kynurenine bindt dan aan de arylhydrocarbonreceptor en het gevolg is dat een immuunactiverende dendritische cel wordt omgeturnd tot een tolerantie stimulerende cel. De specifieke bijdrage uit Rotterdam betrof het identificeren van c-Src als de brug tussen arginase1- en IDO1-activiteit. Met deze bevinding lijkt dus duidelijk te worden dat uiteindelijk tryptofaanafbraakproducten verantwoordelijk zijn voor tolerantie in de darm. Een verhoogde consumptie van tryptofaan (wat name in gedroogde worstjes als salami en chorizo, maar ook bijvoorbeeld in olijven, Parmezaanse kaas en bonen zit) zou dus meer tolerantie mogelijk maken. Dit is interessant omdat al gerapporteerd is dat patiënten met prikkelbare darm syndroom veel tryptofaan eten, terwijl hun kynureninespiegels lager zijn (Nutr Res. 2010 Oct;30(10):678-88). Het zou dus kunnen dat de ziekte wordt veroorzaakt door een tekort aan IDO activiteit maar dat deze patiënten onbewust opmerken dat zij zich beter voelen na consumptie van tryptofaanrijk voedsel. We onderzoeken nu de mogelijkheid om deze hypothese direct te testen. 19 N V G E N V G E Meet the expert sessies Is er voldoende tijd voor kennisoverdracht en het geven van nuttige tips voor de praktijk? Voor de komende meet the expert sessies kan worden ingeschreven voor de volgende onderwerpen: inflammatoire darmziekten en behandeling van obstructie in de tractus digestivus. U kunt zich nu al inschrijven via de link die recent is toegezonden. Veel positieve reacties van de bezoekers van de meet the experts sessies in het voorjaar, hoe kunnen deze sessies nog beter? Ad van Bodegraven: Kennisoverdracht is een ruim begrip, zeker wanneer het onderwerp zo breed is als voeding. Door de vragen en opmerkingen krijg ik wel de indruk dat er interesse in en nieuwsgierigheid naar meer kunnen worden opgewekt en dat maakt het leuk om te doen. De meet the expert sessies worden druk bezocht, wat is de ervaring van de expert die de sessie verzorgt? FOTO ERIC BORGHS 20 Heeft u een tip hoe deze sessies eventueel nog beter zouden kunnen? Jacques Bergman: Het behoort naar mijn mening een interactieve sessie te zijn. Dat betekent learning objectives aan de hand van casuïstiek en heel veel voorbeelden en een laser pointer die van de ene deelnemer aan de andere wordt doorgegeven. Ik zou dit nog nadrukkelijker aan de teachers overdragen. Een voting system (“petje op petje af”) is iets om dit luchtiger te maken. Geert Wanten: Opkomst beide sesies en dus interesse voor het onderwerp was prima, de kennis van deelnemers t.a.v. klinische voeding was echter uiterst beperkt: daarom essentieel dat we e.e.a. hebben opgehangen aan een casus, anders zou er nauwelijks respons zijn geweest We hopen e.e.a. te verbeteren en meer discussie op niveau te krijgen door implementatie van dit onderwerp in de opleiding tot MDL-arts. 21 N V G E SIMPONI bewezen effectief gedurende 2 jaar1 bij UC2 DDD SUBSIDIES EN PRIJZEN Toegekende subsidies en prijzen op 23 maart jl. tijdens de Digestive Disease Days: Tijdens de plenaire sessie in Veldhoven werden verschillende subsidies en prijzen bekend gemaakt door Gastrostart-bestuurslid Peter van Duijvendijk. N. van Huijgevoort: “Added value of secretin-enhanced MRCP in confirming the diagnosis of IPMN by demonstrating communication with the pancreatic duct”; R.C. Oey: “Microbioom onderzoek van de dunne darm met een high-tech capsule pil in levercirrose patiënten”; B. Oldenburg: “De pathogenese van immuungemedieerde colitis tijdens checkpoint inhibitor behandeling”; E.S. Wills: “The role of primary cilia in gastric endocrinology” FOTO’S ERIC BORGHS De Gastrostartsubsidies van € 7.500,- gingen naar de projecten van: De NVGE Gastrointestinale Researchprijzen gingen naar: Jochem H.J. Bernink (1ste prijs) voor zijn proefschrift: The Biology of Human Innate Lymphoid Cells en Gwen M.C. Masclee (2e prijs) voor haar proefschrift getiteld: Effects of Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs on the Gastrointestinal and Cardiovascular System. De samenvattingen van de proefschriften zijn te vinden via www.nvge.nl De prijzen werden uitgereikt door jurylid Luc van der Laan. Jochem Bernink hield na de prijsuitreiking een korte voordracht over het onderzoek dat tot zijn proefschrift leidde. De samenvattingen van beide proefschriften vindt u op de website. Hartelijke felicitaties voor beiden! Bewezen effectiviteit gedurende 2 jaar is gedefinieerd als behoud van klinisch voordeel t/m week 104 bij patiënten (n=195) die respondeerden op Simponi inductie en die Simponi onderhoudsbehandeling ontvingen1. Meting van de UC-ziekte activiteit a.d.h.v. de Mayo totaalscore op week 30 en 54 alsmede een gedeeltelijke Mayo score iedere 4 weken (bij verlies van respons: bevestiging d.m.v. endoscopie).3 Vanaf week 56 Physician’s Global Assessment (PGA) en daarna iedere 3 maanden tot week 1041. M Referenties: 1 Gibson PR, Feagan BG, Sandborn WJ et al. Maintenance of Efficacy and Continuing Safety of Golimumab for Active Ulcerative Colitis: PURSUIT-SC Maintenance Study Extension Through 1 Year. Clin Transl Gastroenterol 2016 Apr 28:7:e168. doi: 10.1038/ctg.2016.24. 2 SmPC SIMPONI december 2016 3 Sandborn WJ, Feagan BG, Marano C et al. Subcutaneous Golimumab Maintains Clinical Response in Patients With Moderate-to-Severe Ulcerative Colitis. Gastroenterol 2014; 146: 96 - 104 SIMPONI (golimumab) is een geregistreerd handelsmerk van Janssen Biologics B.V. Voor meer productinformatie en de referenties zie verkorte SPC elders in dit blad. Raadpleeg de volledige productinformatie (SPC) alvorens SIMPONI voor te schrijven. © MSD Merck Sharp & Dohme AG 2014. Alle rechten voorbehouden. MSD, Postbus 581, 2003 PC Haarlem. Tel. 0800-9999000 e-mail: [email protected] www.msd.nl GAST-1201166-0003 Date of last revision: 11/2016 Uit acht ingediende subsidie aanvragen voor mutidisciplinaire werkgroepen werden er door de beoordelingscommissie drie geselecteerd voor een subsidie van elk € 15.000,-: Quality in EndoSonography Team (QUEST), ingediend door Rutger Quispel Nederlandse Donor Feces Bank (NDFB), ingediend door Josbert Keller Dutch Mesenteric Ischemia Study groep (DMIS), ingediend door Marco Bruno 23 N V G E DDD SUBSIDIES EN PRIJZEN De volgende subsidieronde voor de multidisciplinaire en instelling-overstijgende onderzoeksinitiatieven of werkgroepen is vastgesteld op 1 februari 2018. Alle informatie vindt u via www.nvge.nl Alle subsidies voor NVGE leden, zoals reisbeurzen, Gastrostartaanvragen en proefschriftsponsoring, kunt u uitgebreid nalezen via www.nvge.nl. Voorwaarden subsidie visiting professor NVGE De subsidie visiting professor NVGE is bedoeld voor het faciliteren van een bezoek aan een Nederlandse onderzoeks-/onderwijsinstelling door een Internationaal gerespecteerd onderzoeker of clinicus. Het doel van het bezoek is overdragen van kennis, implementeren van nieuwe technieken t.b.v. patiëntenzorg of wetenschappelijk onderzoek (laboratorium). De subsidie kan bijvoorbeeld worden aangevraagd om een clinicus uit te nodigen om een nieuwe endoscopische of operatie techniek te implementeren, of voor het geven van masterclasses/lezingen of onderwijs. Het Verkorte SPC-tekst Salofalk® 500 mg Granu-Stix®, Salofalk® 1000 mg Granu-Stix®, Salofalk® 1,5 g Granu-Stix® en Salofalk® 3 g Granu-Stix®. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Maagsapresistent granulaat met verlengde afgifte, resp. 500 mg, 1000 mg, 1,5 g en 3 g mesalazine per sachet. Therapeutische indicaties: voor de behandeling van colitis ulcerosa, zowel in de acute fase als ter voorkoming van recidieven hiervan. Dosering: ter behandeling van acute episodes van colitis ulcerosa: eenmaal daags 1 sachet Salofalk® 3 g Granu-Stix®, 1 of 2 sachets Salofalk® 1,5 g Granu-Stix® of 3 sachets Salofalk® 500 mg GranuStix® of 3 sachets Salofalk® 1000 mg Granu-Stix® (1,5 – 3,0 g mesalazine per dag), bij voorkeur ’s ochtends, op geleide van de klinische behoefte van de individuele patiënt. Het is ook mogelijk om de voorgeschreven dagelijkse hoeveelheid in te nemen in verdeelde doses (1 sachet Salofalk® 500 mg Granu-stix® driemaal daags of 1 sachet Salofalk® 1000 mg Granu-Stix® driemaal daags), indien dit prettiger is voor de patiënt. Als onderhoudsbehandeling ter voorkoming van recidieven van colitis ulcerosa: de standaard behandeling is 0,5 g mesalazine driemaal daags overeenkomend met een totale dosis van 1,5 g mesalazine per dag. Voor patiënten met een verhoogd risico op recidief, om medische redenen of omwille van problemen om zich te houden aan een driemaal daagse dosis, kan het doseerschema aangepast worden naar 3,0 g mesalazine eenmaal daags bij voorkeur in de ochtend. Kinderen vanaf 6 jaar: Acute episodes: 30-50 mg mesalazine/kg/dag in verdeelde doses, maximale dosering 75 mg mesalazine/kg/dag. De totale dosering dient niet de maximale dosering voor volwassenen te overschrijden. Als onderhoudsbehandeling kan 15-30 mg mesalazine/kg/dag worden gegeven in verdeelde doses. De totale dosering dient niet de aanbevolen dosering voor volwassenen te overschrijden. In het algemeen wordt aanbevolen om de helft van een dosering voor volwassenen te geven aan kinderen met een lichaamsgewicht tot 40 kg; boven 40 kg kan de normale dosering voor volwassenen gegeven worden. Wijze van toediening: oraal. De inhoud van Salofalk® Granu-Stix® sachets mag niet worden gekauwd. De granules moeten op de tong worden geplaatst en zonder kauwen met veel vloeistof worden doorgeslikt. Zowel bij de behandeling van acute ontstekingsverschijnselen als tijdens een langdurige behandeling dient Salofalk® Granu-Stix® regelmatig en consequent te worden gebruikt om het gewenste therapeutische effect te bereiken. De duur van de behandeling wordt bepaald door de arts. Contra-indicaties: bekende overgevoeligheid voor salicylaten of voor één van de hulpstoffen, ernstige lever- en nierfunctiestoornis. Waarschuwingen: voorafgaand aan en tijdens de behandeling dient een controle van het bloed (differentiaal bloedtelling; leverfunctieparameters zoals ALT of AST, serum creatinine) en de urine (dip sticks) te worden verricht, indien de behandelend arts dit noodzakelijk acht. Wanneer er andere verschijnselen optreden, dient er onmiddellijk een controle plaats te vinden. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een leverfunctiestoornis. Gebruik van Salofalk® Granu-Stix® dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een nierfunctiestoornis. Er moet rekening worden gehouden met mesalazinegeïnduceerde niertoxiciteit wanneer de nierfunctie achteruit gaat tijdens de behandeling. Patiënten met een longziekte, met name astma, dienen zeer zorgvuldig te worden gecontroleerd tijdens een behandelingskuur met Salofalk® Granu-Stix®. Patiënten met een voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor preparaten die sulfasalazine bevatten dienen zorgvuldig te worden bewaakt bij het begin van een behandelingskuur met Salofalk® Granu-Stix®. Bij het optreden van onverdraagzaamheidsreacties, zoals krampen, acute buikpijn, koorts, hevige hoofdpijn en rash, dient de behandeling onmiddellijk te worden gestaakt. Bij patiënten met fenylketonurie dient men er rekening mee te houden dat Salofalk® Granu-Stix® aspartaam als zoetstof bevatten, overeenkomend met 0,56 mg (Salofalk® 500 mg Granu-Stix®), 1,12 mg (Salofalk® 1000 mg Granu-Stix®), 1,68 mg (Salofalk® 1,5 g Granu-Stix®) en 3,36 mg (Salofalk® 3 g Granu-Stix®) fenylalanine. Bijwerkingen: bloed- en lymfestelselaandoeningen: afwijkingen van het bloedbeeld (aplastische anemie, agranulocytose, pancytopenie, neutropenie, leukopenie, trombocytopenie) (zeer zelden, <1/10.000). Zenuwstelselaandoeningen: hoofdpijn, duizeligheid (zelden, ≥1/10.000; <1/10.000). Perifere neuropathie (zeer zelden, <1/10.000). Maagdarmstelselaandoeningen: buikpijn, diarree, flatulentie, misselijkheid, braken (zelden, ≥1/10.000; <1/10.000). Acute pancreatitis (zeer zelden, <1/10.000). Hartaandoeningen: myocarditis, pericarditis (zelden, ≥1/10.000; <1/10.000). Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: allergische en fibrotische longreactie (inclusief dyspneu, hoest, bronchospasmen, alveolitis, pulmonaire eosinofilie, long infiltratie, pneumonitis) (zeer zelden, <1/10.000). Nier- en urinewegaandoeningen: vermindering van de nierfunctie, waaronder acute en chronische interstitiële nefritis en nierinsufficiëntie (zeer zelden, <1/10.000). Huid- en onderhuidaandoeningen: alopecia (zeer zelden, <1/10.000). Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: myalgie, artralgie (zeer zelden, <1/10.000). Immuunsysteemaandoeningen: overgevoeligheidsreacties zoals allergisch exantheem, farmacogene koorts, lupus erythematodes, pancolitis (zeer zelden, <1/10.000). Lever- en galaandoeningen: afwijkingen van parameters van de leverfunctie (verhoogde concentratie transaminasen en parameters van cholestasis), hepatitis en cholestatische hepatitis (zeer zelden, <1/10.000). Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen: oligospermie (reversibel) (zeer zelden, <1/10.000). Verpakking: doos met 60 sachets (Salofalk® 1,5 g Granu-Stix® en Salofalk® 3 g Granu-Stix®) of 100 sachets (Salofalk® 500 mg Granu-Stix® en Salofalk® 1000 mg GranuStix®). Afleverstatus en vergoeding: U.R. en volledig vergoed. RVG 28130, RVG 28131, RVG 100059 en RVG 107302. Registratiehouder: Dr. Falk Pharma GmbH, Leinenweberstrasse 5, D-79108 Freiburg, Duitsland. Voor informatie: Dr. Falk Pharma Benelux B.V., Breda, 076-5244200, of raadpleeg de volledige SPC. Versie verkorte SPC-tekst: 20140729. Referenties: 1. SPC Salofalk® 3 g Granu-Stix® RVG 107302. 2. Leifeld L et al. Aliment Pharmacol Ther 2011; 34: 1115-22. 3. Kruis W et al. Gut 2009; 58: 233-40. 4. Kruis W et al. Aliment Pharmacol Ther 2011; 33: 313-22. maximum bedrag voor deze subsidie is € 7.500,- De sluitingsdatum voor de volgende subsidieronde is 1 januari 2018. De voorwaarden voor de subsidie kunnen worden nagelezen via www.nvge.nl. Hier kunt u ook het aanvraagformulier downloaden. De aanvraag wordt beoordeeld door het bestuur van de NVGE en een Nederlandse expert in het betreffende aandachtsgebied. Over de beslissing om de subsidie toe te kennen kan niet worden gecorrespondeerd. Bij het aanvragen van de subsidie dient van te voren een gedetailleerde begroting te worden overlegd. Verkorte SPC XIFAXAN® 550 mg Filmomhulde Tabletten datum goedkeuring november 2015 / 19-2015-nL N V G E 24 Naam van het geneesmiddel Xifaxan® 550 mg filmomhulde tabletten. Naam en adres van de vergunninghouder: Norgine BV, Hogehilweg 7, 1101 CA Amsterdam. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling Elke filmomhulde tablet bevat 550 mg rifaximine. Farmacotherapeutische groep Intestinale, anti-infectiemiddelen-antibiotica. Farmaceutische vorm Filmomhulde tablet. Indicaties vermindering van recidiverende episodes van manifeste hepatische encefalopathie bij patiënten ≥ 18 jaar. Contra-indicaties Overgevoeligheid voor rifaximine, rifamycine-derivaten of voor de hulpstoffen van Xifaxan®, gevallen van darmobstructie. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Clostridium difficile geassocieerde diarree (CDAD) is gemeld bij het gebruik van bijna alle antibacteriële middelen, inclusief rifaximine. De kans dat een rifaximinebehandeling gepaard gaat met CDAD en pseudomembraneuze colitis (PMC) kan niet worden uitgesloten. Vanwege het gebrek aan gegevens en de kans op ernstige verstoring van de darmflora met onbekende gevolgen, wordt gelijktijdige toediening van rifaximine met andere rifamycines niet aanbevolen. Patiënten dienen te worden ingelicht dat, ondanks de verwaarloosbare absorptie van het geneesmiddel (minder dan 1%), rifaximine net zoals alle rifamycine-derivaten een roodachtige verkleuring van de urine kan veroorzaken. Verminderde leverfunctie: met voorzichtigheid gebruiken bij patiënten met ernstige (Child-Pugh C) leverfunctiestoornis en bij patiënten met MELD (Model for End-Stage Liver Disease) score > 25. Voorzichtigheid is geboden wanneer gelijktijdig gebruik van rifaximine en een P-glycoproteïne remmer zoals ciclosporine nodig is. Zowel dalingen als stijgingen van de INR – internationale genormaliseerde ratio – (in sommige gevallen met bloedingen) zijn gemeld bij patiënten die een onderhoudsbehandeling met warfarine ontvingen en rifaximine voorgeschreven kregen. Als gelijktijdige toediening noodzakelijk is, dient de INR zorgvuldig te worden gecontroleerd in geval van initiatie of stopzetting van de behandeling met rifaximine. Doseringsaanpassingen van orale anticoagulantia kunnen nodig zijn om het gewenste niveau van antistolling te handhaven. Bijwerkingen Infecties en parasitaire aandoeningen: Soms: Clostridia-infectie, urineweginfectie, candidiasis. Zelden: Pneumonie, cellulitis, bovenste luchtweginfecties, rhinitis. Bloed- en lymfestelselaandoeningen: Soms: Anemie. Niet bekend: Trombocytopenie. Immunsysteemaandoeningen: Niet bekend: Anafylactische reacties, angio-oedeem, overgevoeligheid. Voedings- en stofwisselingsstoornissen: Soms: Anorexie, hyperkaliëmie. Zelden: Dehydratie. Psychische stoornissen: Vaak: Depressie. Soms: Verwarde toestand, angst, hypersomnie, insomnia. Zenuwstelselaandoeningen: Vaak: Duizeligheid, hoofdpijn. Soms: Evenwichtsstoornissen, amnesie, convulsie, aandachtsstoornissen, hypoesthesie, geheugen vermindering. Bloedvataandoeningen: Soms: Opvliegers. Zelden: Hypertensie, hypotensie. Niet bekend: Presyncope, syncope. Ademhalingsstelsel-, borstkasen mediastinumaandoeningen: Vaak: Dyspneu. Soms: Pleurale effusie. Zelden: Chronische obstructieve longziekte. Maagdarmstelsel-aandoeningen: Vaak: Bovenbuik-pijn, abdominale distensie, diarree, misselijkheid, braken, ascites. Soms: Abdominale pijn, oesofagusspataderenbloeding, droge mond, maagongemak. Zelden: Constipatie. Lever- en galaandoeningen: Niet bekend: Abnormale leverfunctietests. Huid- en onderhuidaandoeningen: Vaak: Huiduitslag, pruritus. Niet bekend: Dermatitis, eczeem. Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: Vaak: Spierspasmen, artralgie. Soms: Myalgie. Zelden: Rugpijn. Nier- en urinewegaandoeningen: Soms: Dysurie, pollakisurie. Zelden: Proteïnurie. Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Vaak: Oedeem perifeer. Soms: Oedeem, pyrexie. Zelden: Asthenie. Onderzoeken: Niet bekend: Abnormale INR-waarden (International Normalised Ratios). Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties: Soms: Val. Zelden: Kneuzing, procedurepijn. Afleverstatus: UR. Datum van herziening van de tekst 14 oktober 2016. Meer informatie inclusief volledige productinformatie is beschikbaar bij Norgine BV.Referenties: 1. Vilstrup H, et al. J Hepatol 2014; 61(3): 642-659. 2. Mullen KD, et al. Clin Gastroenterol Hepatol 2014; 12(8): 1390-1397. Product onder licentie van Alfa Wassermann S.p.A. XIFAXAN is een geregistreerd handelsmerk van de Alfa Wassermann groep dat in licentie gegeven is aan de Norgine groep. NORGINE en het zeil logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Norgine groep. NL/XIF5/0616/0042(1) • jan 2017 • XIF1078 25 N V G E N V G E 26 Verkorte geneesmiddeleninformatie: ▼ Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Entyvio 300 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie. Kwalitatieve en Kwantitatieve samenstelling: Elke injectieflacon bevat 300 mg vedolizumab. Na reconstitutie bevat elke ml 60 mg vedolizumab. Therapeutische indicaties: Colitis ulcerosa: Entyvio is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met matige tot ernstige actieve colitis ulcerosa die ontoereikend reageerden op, niet meer reageerden op of intolerantie vertoonden voor conventionele therapie of een tumornecrosefactoralfaantagonist (TNFαantagonist). Ziekte van Crohn: Entyvio is geïndiceerd voor de behandeling van volwassen patiënten met matige tot ernstige actieve ziekte van Crohn die ontoereikend reageerden op, niet meer reageerden op of intolerantie vertoonden voor conventionele therapie of een tumornecrosefactoralfaantagonist (TNFαantagonist). Dosering en wijze van toediening: zie SmPC. Het aanbevolen dosisschema van Entyvio is 300 mg, toegediend via intraveneuze infusie, op week nul, twee en zes, en daarna om de acht weken. Contraindicaties: Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van hulpstoffen. Actieve ernstige infecties, zoals tuberculose, sepsis, cytomegalovirus, listeriosis en opportunistische infecties, zoals progressieve multifocale leukoencefalopathie (PML). Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: Vedolizumab moet toegediend worden in een zorgsetting die is uitgerust voor behandeling van acute overgevoeligheidsreacties, zoals anafylaxie, voor het geval die zich voordoen. Geschikte monitoring en medische ondersteuningsmaatregelen moeten beschikbaar zijn voor onmiddellijk gebruik wanneer vedolizumab wordt toegediend. Alle patiënten moeten tijdens elke infusie voortdurend onder toezicht blijven. Infusiegerelateerde reacties: In klinisch onderzoek zijn infusiegerelateerde reacties (IRR) en overgevoeligheidsreacties gemeld, waarbij de meerderheid licht tot matig van aard was. Als een ernstige IRR, anafylactische reactie of andere ernstige reactie voorkomt, moet toediening van Entyvio onmiddellijk worden stopgezet en een aangewezen behandeling worden ingesteld (bijvoorbeeld epinefrine en antihistaminica).Als een lichte tot matige IRR voorkomt, kan de infusiesnelheid worden vertraagd of onderbroken en een aangewezen behandeling worden ingesteld. Infecties: Vedolizumab is een darmselectieve integrineantagonist waarvan geen systemische immunosuppressieve werking is vastgesteld). Artsen moeten zich bewust zijn van het mogelijke verhoogde risico op opportunistische infecties of infecties waarvoor de darm een defensieve barrière is. Behandeling met Entyvio mag niet worden ingesteld bij patiënten met actieve, ernstige infecties totdat de infecties onder controle zijn, en artsen moeten overwegen om de behandeling niet toe te dienen bij patiënten die een ernstige infectie ontwikkelen tijdens chronische behandeling met Entyvio. Voorzichtigheid is geboden wanneer het gebruik van vedolizumab wordt overwogen bij patiënten met een chronische, ernstige infectie die onder controle is of met een voorgeschiedenis van recidiverende, ernstige infecties. Patiënten moeten voor, tijdens en na behandeling nauwlettend worden opgevolgd voor infecties. Entyvio is gecontraindiceerd bij patiënten met actieve tuberculose. Sommige integrineantagonisten en sommige systemische immunosuppressiva zijn geassocieerd met progressieve multifocale leukoencefalopathie (PML); dat is een zeldzame en vaak fatale opportunistische infectie die wordt veroorzaakt door het John Cunninghamvirus (JCvirus). Door te binden aan het α4β7integrine dat tot expressie komt op gut-homing lymfocyten oefent vedolizumab een immunosuppressief effect uit op de darm. Hoewel geen systemisch immunosuppressief effect werd waargenomen bij gezonde personen, zijn de effecten op de functie van het systemische immuunsysteem bij patiënten met een inflammatoire darmziekte niet bekend. In klinisch onderzoek met vedolizumab zijn geen gevallen van PML gemeld, maar beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg moeten met vedolizumab behandelde patiënten opvolgen voor nieuwe of verergerende neurologische klachten en symptomen, zoals vermeld in het educatief materiaal voor artsen, en moeten, als deze voorkomen, neurologische verwijzing overwegen. De patiënt moet een patiëntenwaarschuwingskaart krijgen. Als PML wordt vermoed, mag behandeling met vedolizumab niet worden toegediend; eens bevestigd, moet de behandeling definitief worden stopgezet. Maligniteiten: Het risico op maligniteit is groter bij patiënten met colitis ulcerosa of de ziekte van Crohn. Immunomodulerende geneesmiddelen kunnen het risico op maligniteit vergroten. Voorafgaand en gelijktijdig gebruik van biologicals: Er zijn geen gegevens beschikbaar van klinisch onderzoek met vedolizumab voor patiënten die eerder zijn behandeld met natalizumab of rituximab. Voorzichtigheid is geboden. Patiënten die eerder zijn blootgesteld aan natalizumab moeten normaal minstens 12 weken wachten voordat behandeling met Entyvio wordt ingesteld. Er zijn geen klinische onderzoeksgegevens beschikbaar over het gelijktijdige gebruik van vedolizumab met biologische immunosuppressiva. Daarom wordt het bij deze patiënten niet aanbevolen. Levende en orale vaccins: Het wordt aanbevolen dat alle patiënten alle nodige immunisaties krijgen in overeenstemming met de huidige immunisatierichtlijnen voordat behandeling met Entyvio wordt ingesteld. Bijwerkingen: De volgende lijst van bijwerkingen is gebaseerd op ervaring tijdens klinisch onderzoek; zeer vaak: nasofaryngitis, hoofdpijn, artralgie. Vaak: Bronchitis, gastroenteritis, bovenste luchtweg-infectie, griep, sinusitis, faryngitis, paresthesie, hypertensie, orofaryngeale pijn, neusverstopping, hoesten, anaal abces, anusfissuur, nausea, dyspepsie, constipatie, abdominale distensie, flatulentie, hemorroïden, rash, pruritus, eczeem, erytheem, nachtzweet, acne, spierspasmen, rugpijn, spierzwakte, vermoeidheid, pijn in de ledematen, pyrexie. Soms; Luchtweginfectie, vulvovaginale candidiasis, orale candidiasis, folliculitis, reactie op infuusplaats (waaronder: pijn op infuusplaats en irritatie op infuusplaats), infusie gerelateerde reactie, koude rillingen, het koud hebben. Voor meer informatie over specifieke bijwerkingen zie SmPC. Afleverstatus: UR. EU/1/14/923/001 Registratiehouder: Takeda Pharma A/S, Denemarken. Farmacotherapeutische categorie: Farmacotherapeutische categorie: immunosuppressiva, selectieve immunosuppressiva, ATCcode: L04AA33. Volledige productinformatie is verkrijgbaar via de lokale vertegenwoordiger in Nederland: Takeda Nederland bv, Jupiterstraat 250, 2132 HK Hoofddorp. Educatief materiaal voor artsen en de patiëntwaarschuwingskaart worden ter beschikking gesteld. (Augustus 2015) Referenties: 1. Entyvio Samenvatting van de Productkenmerken. Takeda Pharma A/S. Augustus 2015. 2. Loftus EV, Colombel J-F, Feagan BG et al. Long-term efficacy of vedolizumab for ulcerative colitis. J Crohns Colitis 2016; published online 3. Vermeire S, Loftus EV, Colombel J-F et al. Long-term efficacy of vedolizumab for Crohn’s disease. J Crohns Colitis 2016; published online 4. Colombel J-F, Sands BE, Rutgeerts P, et al. Gut Published Online First [18-02-2016] doi:10.1136/gutjnl-2015-311079 ® © Takeda Nederland bv, Hoofddorp. Aug 2015 Verkorte Productinformatie van Mezavant 1200 mg maagsapresistente, tabletten met verlengde afgifte. (Raadpleeg de volledige Samenvatting van de Productinformatie alvorens het product voor te schrijven).KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: Elke tablet bevat 1200 mg mesalazine. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. van de volledige SPC. FARMACEUTISCHE VORM: Maagsapresistente tabletten met verlengde afgifte. Roodbruine, ovale tablet met een coating en op één zijde bedrukt met S476. KLINISCHE GEGEVENS: THERAPEUTISCHE INDICATIES: VoorSPC de SIM inductie van klinische en endoscopische remissie bij patiënten met milde tot matige actieve colitis ulcerosa. Voor het behouden van de remissie.DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING: Mezavant is bedoeld voor oraal gebruik, eenmaal daags. De tabletten mogen niet worden verkruimeld en er mag niet op worden gekauwd. De tabletten moeten worden ingenomen tijdens de maaltijd. Volwassenen, inclusief ouderen (>65 jaar): Voor de inductie van een remissie: 2,4 tot 4,8 g (twee tot vier tabletten) moet eenmaal daags worden ingenomen. De hoogste dosis van 4,8 g/dag wordt aanbevolen voor patiënten die niet reageren op de lagere dosis van mesalazine. Bij gebruik van de hoogste dosis (4,8 g/dag) moet de werkzaamheid van de behandeling na 8 weken worden beoordeeld. Voor het behoud van een remissie: 2,4 g (twee tabletten) eenmaal daags. Kinderen en adolescenten: Mezavant wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar wegens onvoldoende gegevens over de veiligheid en de werkzaamheid. Er zijn geen specifieke onderzoeken uitgevoerd naar Mezavant bij patiënten met lever- of nierinsufficiëntie (zie rubrieken 4.3 en 4.4). CONTRA-INDICATIES: Voorgeschiedenis van overgevoeligheid voor salicylaten (waaronder mesalazine) of één van de hulpstoffen van Mezavant. Ernstige nierinsufficiëntie (GFR <30 ml/ min/1,73 m2) en/of ernstige leverinsufficiëntie. BIJZONDERE WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGEN BIJ GEBRUIK: Er zijn meldingen geweest van nierinsufficiëntie, waaronder minimale verandering in nefropathie, acute / chronische interstitiële nefritis en nierfalen zijn in verband gebracht met mesalazine-preparaten en prodrugs met mesalazine. Mezavant moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met een bevestigde milde tot matige nierinsufficiëntie. Het wordt aanbevolen dat bij alle patiënten de nierfunctie wordt geëvalueerd voordat met de behandeling wordt begonnen en ten minste tweemaal per jaar tijdens de behandeling. Bij patiënten met chronische longproblemen, met name astma, kunnen overgevoeligheidsreacties optreden en deze patiënten moeten nauwlettend worden bewaakt. Na de behandeling met mesalazine zijn er in zeldzame gevallen ernstige bloedafwijkingen gemeld. Wanneer bij de patiënt een onverklaarbare bloeding, blauwe plekken, purpura, anemie, koorts of een pijnlijke keel optreden, moet er een bloedonderzoek worden uitgevoerd. Indien een bloedafwijking wordt vermoed, moet de behandeling worden stopgezet. (Zie rubrieken 4.5 en 4.8.) Mesalazine-geïnduceerde cardiale overgevoeligheidsreacties (myo- en pericarditis) zijn zelden gerapporteerd bij Mezavant en bij andere mesalazine bevattende preparaten. Voorzichtigheid is geboden bij het voorschrijven van deze medicatie aan patiënten met aandoeningen die kunnen leiden tot een myo- of pericarditis. Bij verdenking op een dergelijke overgevoeligheidsreactie mogen producten met mesalazine niet opnieuw worden geïntroduceerd. Mesalazine is in verband gebracht met een acuut intolerantiesyndroom dat moeilijk te onderscheiden is van een opwakkering van een inflammatoire darmziekte. Hoewel de exacte incidentiefrequentie niet is bepaald, is het syndroom opgetreden bij 3% van de patiënten die deelnamen aan de gecontroleerde klinische onderzoeken naar mesalazine of sulfasalazine. De symptomen bestaan uit kramp, acute buikpijn en bloederige diarree, soms koorts, hoofdpijn en huiduitslag. Bij verdenking op een acuut intolerantiesyndroom is directe stopzetting vereist en producten met mesalazine mogen niet opnieuw worden geïntroduceerd. Er zijn meldingen geweest van een verhoogd leverenzymgehalte bij patiënten die mesalazine-preparaten gebruikten. Voorzichtigheid is geboden bij gebruik van Mezavant bij patiënten met leverinsufficiëntie. Voorzichtigheid is geboden bij de behandeling van patiënten die allergisch zijn voor sulfasalazine door het mogelijke risico op kruisallergie tussen sulfasalazine en mesalazine. Een organische of functionele obstructie in het bovenste gedeelte van het maagdarmkanaal kan de werking van het product vertragen. Verstoring van laboratoriumtesten: Het gebruik van mesalazine kan tot vals verhoogde onderzoeksresultaten leiden wanneer het normetanefrinegehalte in de urine wordt bepaald door middel van vloeistofchromatografie met elektrochemische detectie. Dit komt doordat de chromatogrammen van de belangrijkste metaboliet van normetanefrine en mesalazine, namelijk N-acetyl-aminosalicylzuur (N-Ac-5-ASA), gelijkaardig zijn. Een andere selectieve test voor normetanefrinebepaling dient te worden overwogen. BIJWERKINGEN: De meest frequent gerapporteerde bijwerkingen (ADR’s) binnen de gepoolde veiligheidsanalyse van de klinische studies met Mezavant, waaraan 3.611 patiënten hebben deelgenomen, waren colitis (inclusief colitis ulcerosa) (5,8%), abdominale pijn (4,9%), hoofdpijn (4,5%), abnormale leverfunctietest (2,1%), diarree (2,0%) en misselijkheid (1,9%). De bijwerkingen worden weergegeven volgens systeem/orgaanklasse (zie tabel hieronder). Binnen iedere systeem/orgaanklasse worden bijwerkingen gegroepeerd per frequentie op basis van de volgende categorieën: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden (≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Bijwerkingen (ADR’s) in verband gebracht met Mezavant: Bloed- en lymfestelselaandoeningen: Soms: Trombocytopenie*, Zelden: Agranulocytose*, Niet bekend: Aplastische anemie*, leukopenie*, neutropenie*, pancytopenie*; Immuunsysteem-aandoeningen: Zelden: Gezichtsoedeem; Niet bekend: Overgevoeligheid*, anafylactische shock, angio-oedeem, syndroom van Stevens-Johnson, geneesmiddeluitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS); Zenuwstelselaandoeningen: Vaak: Hoofdpijn*; Soms: Duizeligheid, somnolentie, tremor; Niet bekend: Neuropathie; Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen: Soms: Oorpijn; Hartaandoeningen: Soms: Tachycardie; Niet bekend: Myocarditis*, pericarditis*; Bloedvataandoeningen: Vaak: Hypertensie; Soms: Hypotensie; Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: Soms: Faryngolaryngeale pijn*; Niet bekend: Overgevoeligheids-pneumonitis (inclusief interstitiële pneumonitis, allergische alveolitis, eosinofiele pneumonitis) Bronchospasme; Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak: Abdominale distensie, abdominale pijn*, colitis, diarree*, dyspepsie, braken, flatulentie, misselijkheid; Soms: Pancreatitis, rectale poliep; Lever- en galaandoeningen: Vaak: Leverfunctietest abnormaal* (bijv. ALT; AST, bilirubine); Niet bekend: Hepatitis, cholelithiase; Huid- en onderhuidaandoeningen: Vaak:Pruritus, rash*; Soms: Acne, alopecia, urticaria; Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: Vaak: Artralgie, rugpijn; Soms: Myalgie; Niet bekend: Systemische lupus erythematosus-achtig syndroom; Nier- en urinewegaandoeningen: Zelden: Nierfalen*; Niet bekend: Interstitiële nefritis*, nefrotisch syndroom*; Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Vaak: Asthenie, ermoeidheid, pyrexie*; *Zie rubriek 4.4. van de volledige SPC. Melding van vermoedelijke bijwerkingen: Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb Website: www.lareb.nl. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: Shire Pharmaceutical Contracts Ltd, Hampshire International Business Park, Chineham, Basingstoke, Hampshire RG24 8EP - Verenigd Koninkrijk NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: RVG 33600, geneesmiddel op geneeskundig voorschrift. DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING: Datum van eerste verlening van de vergunning: 24 juli 2007; Datum van hernieuwing van de vergunning: 13 december 2011; DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: Laatste gedeeltelijke wijziging betreft de rubrieken 4.4, 4.5, 4.8, 5.1, 5.2:, 20 december 2013 Bijwerkingen dienen te worden gerapporteerd (Lareb.nl). Bijwerkingen dienen ook te worden gerapporteerd aan Shire BeNeLux via e-mail [email protected] of via telefoon +32-(0)2-711.02.30. Tramedico BV • Postbus 192 • 1380 AD • Weesp Telefoon: + 31 (0)294 46 11 22 • Fax: +31 (0)294 46 11 70 • www.tramedico.com VERKORTE PRODUCTINFORMATIE SIMPONI®. Voor de volledige en meest recente productinformatie verwijzen wij naar de goedgekeurde SPC op www.ema.europa.eu Samenstelling: Per voorgevulde pen 50 mg golimumab (humaan IgG1κ monoklonaal antilichaam) in 0,5 ml. Therapeutische indicaties: Reumatoïde artritis (RA): in combinatie met methotrexaat (MTX): matige tot ernstige actieve RA bij volwassenen die onvoldoende reageerden op DMARD’s, incl. MTX; ernstige, actieve en progressieve RA bij niet eerder met MTX behandelde volwassenen. Simponi i.c.m. MTX vertraagt progressie van radiologisch gemeten gewrichtsschade en verbetert het lichamelijk functioneren. Polyarticulaire juveniele idiopathische artritis (pJIA): in combinatie met MTX: pJIA bij kinderen met een lichaamsgewicht van ten minste 40 kg, die onvoldoende reageerden op eerdere behandeling met MTX. Artritis psoriatica (AP): alleen of gecombineerd met MTX: actieve en progressieve AP bij volwassenen die onvoldoende reageerden op DMARD’s. Simponi vermindert de progressiesnelheid van perifere gewrichtsschade en verbetert lichamelijk functioneren. Spondylitis ankylosans: ernstige actieve spondylitis ankylosans bij volwassenen die onvoldoende reageerden op conventionele behandeling. Niet-radiografische axiale spondyloartritis (nr-Axiale SpA): ernstige actieve nr-Axiale SpA bij volwassenen met objectieve tekenen van ontsteking aangetoond door verhoogd CRP en/of MRI bewijs, die onvoldoende reageerden op NSAID’s of deze niet verdroegen. Colitis ulcerosa (CU): matig tot ernstig actieve CU bij volwassenen die niet voldoende reageerden op conventionele therapie incl. corticosteroïden en 6-MP of AZA, of dergelijke therapieën niet verdragen of bij wie een contra-indicatie bestaat. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor één van de ingrediënten. Actieve TBC of andere ernstige infecties als sepsis en opportunistische infecties. Matig of ernstig hartfalen (NYHA III/IV). Belangrijke waarschuwingen (voor volledige uitleg zie SPC): Infecties: gebruikers van TNF-blokkers zijn vatbaarder voor ernstige infecties en moeten voorafgaand aan, tijdens en na behandeling zorgvuldig worden gecontroleerd op infecties, incl. (in) actieve TBC. Als patiënten een ernstige systemische ziekte ontwikkelen moet aan een invasieve schimmelinfectie worden gedacht. TBC is gemeld bij Simponi. Let op: er is kans op een fout-negatieve uitslag van de tuberculinehuidtest, m.n. bij ernstig zieke patiënten of bij immunosuppressie. Hepatitis B reactivering (soms fataal) is opgetreden bij chronische HBV-dragers die TNF-blokkers, incl. Simponi, kregen. Maligniteiten en lymfoproliferatieve aandoeningen: Patiënten die TNF-blokkers krijgen hebben mogelijk verhoogd risico op ontwikkeling van lymfomen, leukemie of andere maligniteiten. Maligniteit bij kinderen: Maligniteiten, soms fataal, zijn gemeld voor TNF-blokkers bij kinderen en jonge volwassenen (tot 22 jaar). Lymfoom en leukemie: In klinisch onderzoek bij gebruikers ievan TNFblokkers werden vaker lymfoom gezien dan bij de controlegroep. Leukemie is gemeld bij gebruik van Simponi, en zeldzame gevallen van hepatosplenisch T-cellymfoom bij andere TNF-blokkers, m.n. bij adolescente en jongvolwassen mannen die AZA of 6-MP gebruikten voor inflammatoire darmziekten. Het potentiële risico van AZA of 6-MP samen met Simponi dient zorgvuldig te worden afgewogen. Maligniteiten anders dan lymfoom: In klinisch onderzoek was de incidentie van maligniteiten anders dan lymfoom (m.u.v. niet-melanome huidkanker) bij de Simponi- en controlegroep vergelijkbaar. Bij COPD en patiënten die veel hebben gerookt is er een verhoogde kans op ontwikkeling van maligniteiten. Colondysplasie/coloncarcinoom: Het is niet bekend of golimumab invloed heeft op het risico op dysplasieof coloncarcinoomontwikkeling. Bij nieuw gediagnosticeerde dysplasie moet staken van Simponi worden overwogen. Huidkanker: Bij gebruik van TNF-blokkers, incl. Simponi, zijn melanomen en Merkelcelcarcinomen gemeld. Periodiek huidonderzoek wordt aanbevolen, in het bijzonder bij risicofactoren voor huidkanker. Congestief hartfalen (CHF): Gevallen van verergering van CHF en nieuw CHF zijn gemeld, enkele met fatale afloop, bij een andere TNF-blokker met toegenomen mortaliteit als gevolg. Er is geen onderzoek gedaan met Simponi bij CHF patiënten. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met mild hartfalen (NYHA I/II). Neurologische effecten: TNFblokkers, incl. Simponi, zijn in verband gebracht met nieuw optreden/exacerbatie van symptomen en/of op röntgenfoto’s aantoonbare tekenen van CZS-aandoeningen met demyelinisatie, incl. MS en perifere demyeliniserende aandoeningen. Immunosuppressie: TNFblokkers, incl. Simponi, kunnen mogelijk het afweersysteem tegen infecties en maligniteiten aantasten. Auto-immuunprocessen: Relatieve TNFa-deficiëntie als gevolg van anti-TNF-behandeling kan een auto-immuunproces in gang zetten. Hematologische reacties: Postmarketing zijn pancytopenie, leukopenie, neutropenie, aplastische anemie en trombocytopenie gemeld met TNF-blokkers. Cytopenieën, incl. pancytopenie, zijn zelden gemeld tijdens klinisch onderzoek met Simponi. Gelijktijdige toediening met andere biologische geneesmiddelen: Er is onvoldoende informatie over het gelijktijdig gebruik met andere biologische geneesmiddelen voor dezelfde aandoeningen. Gelijktijdig gebruik wordt niet aanbevolen vanwege een mogelijk verhoogd risico op infectie en andere potentiële farmacologische interacties. Wisselen tussen biologische DMARD’s: Voorzichtigheid en toezicht zijn geboden bij overstappen tussen biologische geneesmiddelen, omdat overlappende biologische activiteit de kans op bijwerkingen, incl. infecties, kan vergroten. Vaccinaties/therapeutische infectieuze agentia: Tijdens behandeling mag gevaccineerd worden, maar niet met levende vaccins. Therapeutische infectieuze agentia niet gelijktijdig met Simponi toedienen.Gebruik van levende vaccins of therapeutische infectieuze agentia kan resulteren in klinische infecties, incl. gedissemineerde infecties. Allergische reacties: Postmarketing zijn acute aan de injectie gerelateerde reacties en vertraagde ernstige systemische overgevoeligheidsreacties gemeld (incl. anafylaxie) na toediening van Simponi. In dit geval toediening direct beëindigen en passende behandeling starten. Latexovergevoeligheid: De naaldbescherming van de pen bevat latex. Hulpstoffen: o.a. sorbitol. Bijwerkingen (voor volledig overzicht zie SPC): De meest frequente bijwerking is bovensteluchtweginfectie (nasofaryngitis, faryngitis, laryngitis en rinitis). De ernstigste voor golimumab gemelde bijwerkingen zijn ernstige infecties (waaronder sepsis, pneumonie, TBC, invasieve fungale en opportunistische infecties), demyeliniserende aandoeningen, lymfoom, HBV-reactivatie, CHF, auto-immuunprocessen (lupus-achtig syndroom), hematologische reacties, ernstige systemische overgevoeligheid (waaronder anafylactische reactie), vasculitis, lymfoom en leukemie. Extra veiligheidswaarschuwingen: Voordat Simponi wordt voorgeschreven dient de arts het aangeleverde informatiepakket aandachtig te lezen, patiënten te instrueren en de patiëntenkaart te overhandigen. Farmacotherapeutische groep: TNFa-remmers Afleveringswijze: UR Registratiehouder: Janssen Biologics B.V., Einsteinweg 101, 2333 CB Leiden, Nederland. Registratienummers: EU/1/09/546/001-004 Lokale vertegenwoordiger: MSD B.V., tel. 0800-9999000, [email protected] Datum: Februari 2017. Naam van het geneesmiddel: Pentasa®. Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling: Pentasa tablet met verlengde afgifte bevat 500 mg of 1 g mesalazine, granulaat met verlengde afgifte bevat 1, 2 of 4 g mesalazine, suspensie voor rectaal gebruik bevat 1 g mesalazine per 100 ml, zetpil bevat 85x123 feb 2017.indd 1 08-02-17 11:59 1 g mesalazine. Therapeutische indicaties: Oraal: ter behandeling van lichte tot matige vormen van colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn, zowel in de acute fase als ter voorkoming van recidieven hiervan. Suspensie voor rectaal gebruik: proctitis, proctosigmoiditis en linkszijdige colitis. Zetpil: proctitis. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor mesalazine of overige bestanddelen van het product, of voor salicylzuurderivaten. Ernstige lever- en/of nierfunctiestoornissen. Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik: Voorzichtig bij patiënten met bekende overgevoeligheid voor sulfasalazine en met een verminderde leverfunctie. Bij verminderde nierfunctie niet aanbevolen. De nierfunctie regelmatig controleren met name in het begin van de behandeling. Bij cardiale overgevoeligheidsreacties en ernstige bloedbeeldafwijkingen de behandeling staken. Bijwerkingen: Na rectale toediening kunnen lokale reacties, zoals pruritus, rectaal ongemak en aandrang optreden. Verder komt vaak voor: hoofdpijn, diarree, buikpijn, misselijkheid, braken, huiduitslag inclusief urticaria. Zelden tot zeer zelden: myo- en pericarditis, pancreatitis, bloedbeeldafwijkingen allergische longreacties, hepatotoxiciteit, lupus erythematosus-achtige reacties, abnormale nierfunctie. Registratiehouder: Ferring B.V., Postbus 184, 2130 AD , Hoofddorp. Registratienummers: Tabletten onder RVG 14797 (500 mg) en RVG 105712 (1 g); Granulaat onder RVG 18706 (1 g), RVG 31379 (2 g) en RVG 114015 (4 g), Suspensie voor rectaal gebruik onder RVG 11782, zetpil onder RVG 15064. Afleverstatus: UR. Datum tekst: mei 2014. Proefschriftsponsoring S. van Olphen - 24 mei 2017 Advances in Barrett’s esophagus surveillance and improved prediction of prognosis and therapy response in patients with esophageal adenocarcinoma Zoals bekend kan de NVGE een bijdrage leveren aan de drukkosten van proefschriften van NVGE-leden. Het bedrag van de proefschriftsponsoring door de NVGE bedraagt voor 2017 € 500,-. Een samenvatting van het proefschrift wordt na toekenning op de website van de NVGE worden geplaatst. Het aanvraagformulier voor proefschriftsponsoring kunt u downloaden via www.nvge.nl U kunt daar ook de voorwaarden nalezen. A. Swager - 2 juni 2017 Volumetric laser endomicroscopy for the detection of early Barrett’s neoplasia Onderstaande leden ontvingen in de afgelopen periode proefschriftsponsoring. De samenvattingen van deze èn eerdere proefschriften kunt u vinden via www.nvge.nl E.J. de Groof - 2 juni 2017 Surgery and medical therapy in Crohn’s disease, improving treatment strategies T.D.G. Belderbos - 9 maart 2017 Endoscopic detection and treatment of colorectal polyps S. Sahami - 2 juni 2017 New concept in ulcerative colitis: a thin line between medicine and surgery S.J.E. Rombouts - 8 juni 2017 Advances in locally advanced pancreatic cancer treatment B. Salden - 17 maart 2017 Nutrional interventions focusing on gastrointestinal and metabolic health P. Nijeboer - 20 juni 2017 The spectrum of gluten related diseases - diagnosis, epidemiology and treatment I.M. Mulder - 29 maart 2017 New approaches to the surgical treatment of intra-abdominal infection R.F. van Golen - 28 juni 2017 A treatment rationale for surgery-induced liver injury Y. Issa - 31 maart 2017 Chronic pancreatitis: novel concepts in diagnostics and treatment F.A.C. Berden - 30 juni 2017 Hepatitis C: Generalization of Trials to Clinical Practice J.W.A.M. Bosmans - 31 maart 2017 Colorectal Anastomotic Leakage: a call for a different approach B.E. Schaafsma - 19 april 2017 Near-infrared image guidance in cancer surgery M.P.M. Adriaanse – 21 april 2017 Progress toward less invasive diagnosis and better recognition of disease activity and complications of celiac disease Y. Basta – 28 april 2017 A blueprint for multidisciplinary fast track gastrointestinal oncology area Q.R.J.G. Tummers - mei 2017 Fluorescence-guided cancer surgery 27 Verbetering van visualisatie, bediening, snelheid en efficiency tijdens coloscopie1-5 NORGINE en het zeil logo zijn geregistreerde handelsmerken van de Norgine groep. ENDOCUFF VISION is een geregistreerd handelsmerk van Arc Medical Design Limited. 1. Biecker et al. J Clin Gastroenterol 2015;49:413-8 2. Tsiamoulos et al. UEGJ October 2014 vol. 2 no. 1 suppl A495 3. Tsiamoulos et al. GUT 2014;63:A152-A153 4. Konda et al. Gastrointest Endosc 2015;81:1123-29 5. Tsiamoulos et al. Gastrointest Endosc 2015;81(55)AB209 NL/ECV/0716/0004 • jan 2016 • CUF 1011 “ Use of ENDOCUFF VISION® improved overall performance by making colonoscopy a quicker (CIT) and more efficient (MAP/ADR) procedure”5