‘PREEK VAN DE WEEK’ Bezoek onze webstek: www.preekvandeweek.be – E-mail: [email protected] 12de zondag door het jaar – A-jaar 2017 " Niet vreesachtig geloven" Jer. 20,10-13 - Rom. 5,12-15 - Mt. 10,26-33 Jer. 20,10-13 — "De Heer redt" Jeremia sprak: “Ik hoor velen fluisteren: Daar heb je ‘Ontzetting-overal’. Breng hem aan. Ja, we brengen hem aan. Al mijn vrienden willen niets liever dan mij ten val brengen. Ze zeggen: Misschien laat hij zich misleiden; dan overmeesteren we hem en kunnen we ons op hem wreken. De Heer is bij mij als een machtig strijder. Mijn achtervolgers vallen neer, ze zullen niet overwinnen. Ze worden diep beschaamd, nooit bereiken ze iets. Hun schande duurt eeuwig, ze wordt nooit vergeten!. "Heer van de hemelse machten, die alles rechtvaardig onderzoekt, die hart en nieren doorgrondt, laat mij zien hoe Gij U op hen wreekt. Ik heb immers mijn zaak in uw handen gelegd. Zingt een lied, een loflied voor de Heer, want Hij heeft het leven van de arme uit de macht van de boosdoeners gered.” Rom. 5,12-15 — "De genade van God laat zich niet afmeten" Broeders en zusters, Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood; en zo is de dood over alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben. Er was immers reeds zonde in de wereld, vóór de wet er was. Maar zonde wordt niet aangerekend, waar geen wet is. Toch heeft de dood als koning geheerst in de tijd van Adam tot Mozes, dus ook over hen, die zich niet op de wijze van Adam schuldig hadden gemaakt aan de overtreding van een gebod. Adam nu is het beeld van Hem, die komen moest. Maar de genade van God laat zich niet afmeten naar de misstap van Adam. De fout van één mens bracht allen de dood, maar God schonk allen rijke vergoeding door de grote gave van zijn genade: de ene mens, Jezus Christus. Mt. 10,26-33 — "Weest dus niet bevreesd" In die tijd zei Jezus tot zijn apostelen: “Weest niet bang voor de mensen. Niets is bedekt of het zal onthuld, niets verborgen of het zal bekend worden. Wat Ik u zeg in het duister, spreekt dat uit in het licht, en wat ge u in het oor hoort fluisteren, verkondigt dat van de daken. Weest niet bevreesd voor hen, die wel het lichaam kunnen doden maar niet de ziel; vreest veeleer Hem, die èn ziel èn lichaam in het verderf kan storten in de hel. Verkoopt men niet twee mussen voor een stuiver? En toch zal buiten de wil van uw Vader niet één mus op de grond vallen. Bij u echter is zelfs iedere haar van uw hoofd geteld. Weest dus niet bevreesd; gij zijt toch meer waard dan een zwerm mussen. Ieder die Mij bij de mensen belijdt, zal ook Ik als de mijne erkennen bij mijn Vader, die in de hemel is. Maar ieder die Mij zal verloochenen tegenover de mensen, zal ook Ik verloochenen tegenover mijn Vader die in de hemel is.” Predikbroeders in woord en daad Dominicanen in Vlaanderen De orde der dominicanen, ook gekend als predikbroeders of predikheren, bestaat in 2016 achthonderd jaar. Op vraag van de Vlaamse dominicanen heeft de faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven een boek samengesteld waarin de recente geschiedenis van de dominicanen in Vlaanderen centraal staat. Onderzoekers van de faculteit hebben origineel werk verricht in verband met figuren en activiteiten die het Vlaamse dominicaanse leven in de twintigste eeuw karakteriseren. De rode draad in het boek is dan ook de verkondiging of prediking 'in woord en daad', die tot het wezen van het dominicaanse leven behoort. Of het nu gaat om spirituele, theologische, culturele, sociale of politieke kwesties, de dominicanen hebben, tot vandaag, steeds blijk gegeven van wat in hun motto 'Veritas' besloten ligt: ze zijn rusteloze Godzoekers die doorheen de tijd hun leven in dienst stellen van de steeds weer te ontdekken waarheid. De predikbroeders hebben op hun eigen wijze het verhaal van Dominicus gestalte gegeven in de geschiedenis van kerk en maatschappij in Vlaanderen. Hiervan wil dit boek een weerslag bieden. Als abonnee bij 'Preek van de week' kan u dit boek, voor de prijs van 25,95euro, rechtstreek bestellen via de website van uitgeverij 'Halewijn' te Antwerpen. Bezoek onze website Met bijdragen van Dries Bosschaert, Marcel Braekers, Mark De Caluwe, Bernard de Cock, Georges De Schrijver, Ignace D'hert, Leo Kenis, Mathijs Lamberigts, Anton Milh, Toon Osaer, Stephan van Erp, Dries Vanysacker en Sander Vloebergs. Dominicus ontmoeten Dominicus de gedreven prediker De Spaanse priester Dominicus stichtte achthonderd jaar geleden de Orde der Predikers, beter bekend als de dominicanen. Na een moeizaam begin groeide de Orde uit tot een invloedrijke internationale beweging van religieuze mannen en vrouwen, tot op de dag van vandaag. In dit boek leren we Dominicus kennen als een gedreven prediker die voortdurend biddend en denkend contact hield met God. Tegelijk had hij oog voor de concrete noden en vragen die op zijn pad kwamen. Een heilige om na te leven. Als abonnee bij 'Preek van de week' kan u dit boek, voor de prijs van 16,50euro, rechtstreek bestellen via de website van uitgeverij 'Halewijn' te Antwerpen. Bezoek onze website De auteur van het boek, Paul Dominikus Hellmeier (°1977, Landshut, Duitsland) trad in 1999 in bij de orde van de dominicanen. Van 2010 tot 2015 was hij werkzaam als docent middeleeuwse wijsbegeerte. Thans is hij rector van de Theatinerkerk in München en prior van het daaraan verbonden Dominicanenklooster. Preek van de week "Niet vreesachtig geloven" Als we vandaag, hier, even rondkijken in ons kerkgebouw en even aan het tellen gaan, moeten we vaststellen dat we hier niet bepaald met een ‘massa’ mensen, een grote menigte, samenzijn. De voortschrijdende verschrompeling van het kerkbezoek, de kerk als dusdanig, krijgt stilaan zorgwekkende afmetingen. “Alle signalen staan in de kerk op rood”, las ik nog maar pas ergens. Er stonden ook signalen op rood in de christelijke gemeenschappen die de eerste lezers waren van het Matteüsevangelie. De evangelist had voorspeld wat hen te wachten stond. Vervolging en gevangenschap, zelfs de dood. In het evangelie dat we vandaag lezen steekt hij hun een hart onder de riem. Ze hadden redenen genoeg om niet bang te zijn. Kan die bemoediging ook ons bemoedigen? Want bemoediging hebben we best wel nodig. De vreeswekkende dingen die de eerste christenen moesten verduren konden hen ertoe verleiden zich in een getto op te sluiten en in het publiek over hun geloof in de verrezen Christus in alle talen te zwijgen. Maar dan had de nieuwe boodschap van het christelijk geloof verder geen enkele toekomst gehad. Dat mocht dus in geen geval gebeuren. Vandaar de opdracht: 'Wees niet bang. Laat je er door niets of niemand van weerhouden in het volle licht uit te spreken wat ik jullie in het duister zeg. Roep het van de daken.' De toekomst van de kerk in onze streken ziet er wat belabberd uit. We kunnen dit toeschrijven aan de schandalen die we ook in onze kerk hebben gekend, en allicht ook aan de tijdgeest die godsdienst en christelijk geloof niet gunstig gezind is. Dat mag allemaal wel waar zijn, maar we mogen er ons niet zondermeer bij neerleggen. We moeten geen van de erge dingen vrezen waarvoor de Matteüschristenen bang moesten zijn. Maar veel wijst erop dat ook wij te weinig bestand zijn tegen een kleinmoedige vrees voor bepaalde reacties van weldenkend genoemde mensen. We voelen een zekere schaamte als ze vragen: u gaat dus 'nog' naar de kerk? We hebben schrik dat ze ons wat meewarig en neerbuigend bekijken. We zijn er beducht voor dat we bij zogenaamd andersdenkenden ouderwets en conservatief, betweterig en soms een beetje fanatiek overkomen. Wie toegeeft aan die vrees, houdt zijn christelijk geloof binnenskamers. Hij volgt de tijdgeest die het zo dicteert: 'godsdienst is privézaak'. We brengen onze godsdienst wel publiek ter sprake, maar dan alleen binnen de vertrouwde ruimte van het kerkgebouw waar we met gelijkgezinden samenkomen, alleen een uurtje 's zondags en op kerkelijke hoogdagen. Zondagskatholieken dus. Maar wat in het doordeweekse leven? Er zijn veel andersgelovigen die dankbaar gebruik maken van het recht op vrije meningsuiting en niet aarzelen om openlijk voor hun geloof uit te komen. De meeste christenen zijn daar zeker niet op gebrand. Ik denk niet dat er één te vinden is die letterlijk gehoor geeft aan wat het evangelie vraagt en van de daken roept wat hij gelooft. Minder kras gezegd: niemand van ons voelt er iets voor om met zijn christelijk geloof te koop te lopen. Echt gevaarlijk mogen we het niet noemen, maar we vrezen dat het toch niet zonder enig gevaar is. Al is het maar de mogelijke minachting die op ons af zou komen. Jezus zei tegen zijn apostelen dat ze geen schrik moesten hebben van de mensen die het misschien op hun lichamelijk leven gemunt hadden. Wat ze wel moesten vrezen, was dat met hun lichaam ook hun ziel zou omkomen. De ziel van een mens, dat is zijn diepste wezen, de geest die hem bezielt, zijn antenne voor God. Wie zich die gerichtheid op God laat afpakken of ze verloren laat gaan, is zichzelf kwijtgeraakt. Ons staat zeker niemand naar het leven omdat we christen zijn. Het is onze ziel die gevaar loopt. Wordt ze niet gefnuikt als we ons tegenover de buitenwereld schamen voor wie en wat we zijn? Je wendt die bedreiging van je ziel af door je schaamte te overwinnen. Als we de waarde van het christelijk geloof hoog schatten, zwijgen we er niet over, tegenover niemand en nergens waar het te pas komt. Als men ons vraagt: 'waarom doe je niet zoals iedereen?', zeggen we zonder te aarzelen: 'omdat ik christen ben.' Of: 'waarom maak je het jezelf lastig?'- 'omdat ik christen ben'. 'Waarom ga je hier dwarsliggen?' -'Omdat ik christen ben'. In alle bescheidenheid tonen we ons fier op ons christelijk verschil. We tonen de kostbaarheid, de levensvervulling, de levensvreugde die in het christelijk geloof te vinden is en bieden die aan anderen aan. Nu zeker mogen we er niet over zwijgen, want het komt wel degelijk te pas. Je kan niet ontkennen dat zeker in deze materialistische en individualistische tijd een grote publieke behoefte bestaat aan spiritualiteit, ethische reflectie en geestelijke verdieping. Er ligt hier - een beetje platvloers gezegd misschien - voor ons een gat in de markt. Wat plechtiger gezegd: een kans en een uitdaging. Het moet onze ambitie zijn - om niet te zeggen onze opdracht - om, ieder op zijn manier, de signalen die in onze kerk op rood staan te helpen doven. Om het licht voor de toekomst op groen te doen springen. Het mag herhaald worden: we hoeven niet bang te zijn. Bang dat we ons belachelijk maken, bang om in de hoek te worden geduwd, om op tegenkanting te stuiten, of nog erger. Het evangelie zegt het met een bemoedigend beeld. Als het God niet onverschillig laat wanneer één enkele mus op de grond valt, hoe zouden mensen dan niet op hem mogen vertrouwen, want één mens is meer waard dan een hele zwerm mussen. "Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld." Een zondag als deze is een gelegenheid bij uitstek om uit volle borst en met volle overtuiging het mooie lied van Oosterhuis te zingen: 'God die ons heeft voorzien en kent bij onze naam'. Geen mens die hem weerhoudt om onze God te zijn. 'Als God zo voor ons is, wie zal dan tegen zijn? Al wat ons overkomt, zal hoop en zegen zijn.' @preekvdw