OORLOG EN CONFLICT IN HET MIDDELHEIMMUSEUM

advertisement
NL
OORLOG EN CONFLICT
IN HET MIDDELHEIMMUSEUM
Wandelparcours
INLEIDING
Van 1914 tot 1918 was Europa het strijdtoneel van één van de grootste
oorlogen uit de recente Westerse geschiedenis. Honderd jaar later zal
tussen 2014 en 2018 heel wat te doen zijn rond de herdenking van dit
hoofdstuk uit de 20ste eeuw. Het Middelheimmuseum biedt daarom
deze bezoekersgids aan om in de vaste collectie op zoek te gaan naar
kunstwerken gemaakt door kunstenaars die verbonden kunnen worden
met de Grote Oorlog. De collectie bevat een zee van werken waarvan
de scheppers soms een zeer zwaar en tot op heden relatief onbekend
oorlogsverleden hebben. Voor u is een parcours samengesteld bij deze
verhalen.
Aangezien conflict zich niet heeft beperkt tot de periode tussen 1914
en 1918 en een geliefd thema blijft voor kunstenaars van alle tijden,
zullen naast de persoonlijke oorlogsverhalen van kunstenaars ook
werken aan bod komen die niet specifiek met de Eerste Wereldoorlog
te maken hebben. Deze kunnen echter wel met het universeel thema
conflict, hetzij innerlijk of uiterlijk, worden geassocieerd.
Verschillende kunstenaars zullen in dit boekje met elkaar worden
verbonden door linken. Op die manier worden gelijkenissen tussen de
kunstenaars met een gelijkaardig lot of perspectief in de verf gezet.
Fijne en vredige wandeling gewenst!
3
3 71 RIK WOUTERS (Belgische kunstenaar, 18821916) begint in 1901 zijn studies aan de Academie
van Brussel en leert een jaar later zijn grote liefde en
muze Nel kennen. Hij wordt tijdens zijn studie opgeroepen voor zijn militaire dienst. In 1912 wordt ‘Het
zotte geweld’ (1912) voor het eerst tentoongesteld,
een jaar later ontstaat ‘Huiselijke Zorgen’ (1913),
met een intens luisterende Nel als model, en vertoont Wouters de eerste symptomen van zijn ziekte,
HET ZOTTE GEWELD
die hem van zijn werk weerhoudt. Bij het uitbreken
van de Grote Oorlog wordt hij gemobiliseerd om
België tegen de inval van de Duitsers te verdedigen.
Zijn eenheid lijdt vreselijke verliezen nabij Luik en
Rik vlucht naar Nederland na de val van Antwerpen
in oktober waar hij zal worden geïnterneerd. Zijn
gezondheid verslechtert, de kanker in het kaakbeen
breidt zich verder uit. In maart 1916 beseft hij dat hij
niet meer veel tijd heeft en signeert één voor één de
HUISELIJKE ZORGEN
tekeningen en aquarellen die hij nog heeft. In april
ondergaat hij opnieuw een operatie. Hij overlijdt aan zijn ziekte op 11 juli
1916 en krijgt een militaire begrafenis.
2 HENRY MOORE (Brits kunstenaar, 18981986) behaalt het diploma voor onderwijzer
aan het begin van de Eerste Wereldoorlog,
waarna hij les begint te geven. Hij treedt in
1917 in dienst bij het Britse leger, belandt bij
de Winchester Civil Service Rifles en gaat naar
het front in Frankrijk. Hij raakt gewond door
een gasaanval in Cambrai en wordt terug naar
KONING EN KONINGIN
Groot Brittannië gestuurd. Na twee maanden
is hij hersteld en behaalt hij de graad van korporaal. Hij geeft zich aan
de vooravond van Wapenstilstand als vrijwilliger op om terug naar het
front te keren. Als oud-militair lukt het hem om na de oorlog een beurs te
bemachtigen om zich aan de Leeds School of Art in te schrijven.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het atelier van Moore vernield ten
gevolge van een zwaar bombardement. Tijdens de periode van de Duitse
luchtaanvallen op Londen reist Moore er per trein heen om de nachtelijke verwoestingen te aanschouwen en te schetsen. Schuilende mensen
worden voorzichtig door hem gadegeslagen. Deze schetsen resulteren
in Shelter Drawings, die over heel de wereld goed worden onthaald en
Moore’s definitieve doorbraak als kunstenaar betekenen. Zijn ‘Koning en
koningin’ (1952-1953) stralen een grote rust en vrede uit die nog wordt
versterkt door hun locatie in het park.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Rik Wouters was goed bevriend met Oscar Jespers, die hem tijdens zijn
internering in Nederland opzocht en brieven schreef.
Raymond Duchamp-Villon onderging net als Rik Wouters het lot het einde
van de Grote Oorlog niet meer te mogen meemaken.
Net als Constant Permeke, die wordt opgeroepen om Antwerpen te verdedigen, wordt Rik Wouters opgeroepen om Luik te gaan verdedigen.
4
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Zowel Henry Moore als Ossip Zadkine zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog
het slachtoffer geworden van een gifgasaanval.
Henry Moore was een boezemvriend van Marino Marini. Samen hebben
ze ook geëxposeerd.
5
HERACLES BOOGSCHUTTER
MONUMENTO GENERAL
CARLOS MARÍA DE ALVEAR
2 EMILE ANTOINE BOURDELLE (Frans beeldhouwer, 1861-1929) leert gaandeweg tekenen
en beeldhouwen. Op 24-jarige leeftijd wint hij
een beurs om te gaan studeren aan École des
Beaux-Arts in Parijs. Hij is één van de eerste
Franse kunstenaars die op monumentale schaal
produceert. Op het moment van het uitbreken
van de Eerste Wereldoorlog is hij naast Auguste
Rodin één van de grootste Franse beeldhouwers.
Hij wordt aangespoord om in 1916 Parijs te ontvluchten voor de aanvallen van de Duitse bezetter.
Bourdelle besluit echter om pas te vertrekken
nadat hij zijn beeld ‘La Victoire’ (1919-1920) heeft
afgewerkt. De schepping van ‘La Victoire’ ziet hij
als zijn persoonlijke manier om een steentje bij te
dragen aan de gevechten tijdens de oorlog en zal
later deel uitmaken van het ‘Monumento General
Carlos María de Alvear’ (1926) in Buenos Aires.
Na de oorlog wordt hij meermaals gevraagd om oorlogsmonumenten
voor diverse opdrachtgevers te produceren, waaronder ook dat voor zijn
geboortestad Montauban. Zijn werk ‘Heracles boogschutter’ (1909) is
veruit het meest bekende. De kracht die hieruit straalt lijkt iets groots te
zullen ontketenen.
66 GERMAINE RICHIER (Franse kunstenares,
1902-1959) is nog een kind wanneer de Grote Oorlog
uitbreekt. Ze vertoeft op dat moment in het relatief
rustige zuiden van Frankrijk, hoewel ze verschillende
familieleden zal verliezen aan het front. Richier gaat
op 18 jarige leeftijd studeren aan l’École des beaux-arts in Montpellier. Na haar studies reist ze naar
Parijs waar ze gaat werken in het atelier van Bourdelle, die naast haar mentor ook een goede vriend zal
DE MANTIS
worden. Wanneer Wereldoorlog II uitbreekt bevindt
Richier zich op vakantie in Zwitserland, waar ze de resterende duur van de
oorlog zal wonen en werken. Het is ook tijdens deze periode dat Richier
zich meer en meer zal toespitsen op het thema natuur en gestileerde
hybride vormen tussen mens en dier zal produceren, waarvan ‘De Mantis’
(1946) een voorbeeld is van na haar terugkeer naar Parijs. Rond deze
periode zal ook het lijden haar oeuvre binnentreden.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Germaine Richier en Hans Arp bewogen zich in dezelfde kringen in Zürich
tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Germaine Richier was Bourdelles enige privé leerling.
Na de Tweede Wereldoorlog exposeerde Germaine Richier samen met
Marino Marini die ze in Zwitserland had leren kennen.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Bourdelle bewoog zich in dezelfde kringen als Aristide Maillol.
Germaine Richier was Bourdelles enige privé leerling.
Zowel Emile Antoine Bourdelle als Ossip Zadkine gaven ooit les aan
L’Académie de la Grande Chaumière in Parijs.
DE MIDDELLANDSE ZEE
6
9a 9b ARISTIDE MAILLOL (Frans kunstenaar,
1861-1944) gaat naar Parijs wanneer hij 18 is.
In 1895 begint hij met beeldhouwen. In 1902
maakt hij zijn eerste grote werk, ‘De Middellandse Zee’. Een paar dagen voor het uitbreken
van Wereldoorlog I krijgt Maillol een telegram
van zijn mecenas Kessler die hem waarschuwt
voor de nakende oorlog en hem op het hart
drukt zijn sculpturen te begraven. Dit telegram
7
zorgt voor problemen en Maillol moet aan de
autoriteiten bewijzen dat hij geen spion is.
Maillol vindt het moeilijk, zo niet onmogelijk
om tijdens de oorlogsperiode te werken aan
zijn grotere sculpturen, maar produceert wel
kleiner werk. Na de oorlog krijgt hij opdracht
om verschillende oorlogsmonumenten te
maken.
modelafdeling. Het is ook in deze periode dat hij in zijn vrije tijd begint
aan kubistisch-expressieve werken met thema’s geïnspireerd op de oorlog.
Vanaf 1918 verandert zijn stijl drastisch. Hij wordt beïnvloed door onder
andere Alexander Archipenko die in 1918 exposeert. Belling’s ‘Drieklank’
(1919) zal hieruit ontstaan.
Tijdens Wereldoorlog II helpt de tachtigjarige Maillol verzetsstrijders
de Frans-Spaanse grens over te steken door ze een veilige plek over de
Pyreneeën te tonen. Zijn atelier vlakbij de grens zal dienst doen als tussenstop voor mensen gezocht door de Duitsers. Dit smokkelnetwerk zal de
geschiedenis ingaan als het ‘Maillol netwerk’. Tijdens deze oorlog werkt
hij ‘De rivier’ (1939-1943) af, een jaar voor zijn dood.
Vanaf 1933 bij de opkomst van het Nazisme worden zijn werken bestempeld als ‘entartet’ of ‘ontaarde kunst’ die niet past binnen het traditionele idee dat zij hebben over kunst. Veel van zijn sculpturen worden
gesmolten of stukgegooid. Zijn politieke visie botst met de machthebber
in Duitsland. In 1935 reist hij naar de Verenigde Staten en krijgt de kans er
te blijven. Hij keert echter terug richting Duitsland waar zijn negenjarige
zoon Thomas in moeilijkheden verkeert omdat zijn moeder Joodse is. Belling vlucht met zijn zoon voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog
naar Istanbul waar hij 30 jaar zal wonen en werken.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Germaine Richier was een groot bewonderaar van het werk van Aristide
Maillol.
Net als Hans Arp is Aristide Maillol beschuldigd geweest van spionage
tijdens de Grote Oorlog.
Zowel Aristide Maillol als Pablo Gargallo produceren tijdens de Grote
Oorlog werk op kleine schaal.
Net als Raymond Duchamp-Villon begon Rudolf Belling als autodidact,
beide kunstenaars waren minder gevormd door het academisch gegeven
en lieten zich inspireren door het kubisme.
Rudolf Belling werd tijdens de Tweede Wereldoorlog net zoals Constant
Permeke en Henri Laurens monddood gemaakt, vergelijkbaar met de
situatie van de Chinese kunstenaar Ai Wei Wei vandaag.
DE RIVIER
DRIEKLANK
8
62 RUDOLF BELLING (Duits kunstenaar, 18861972) begint als autodidact. In 1911 besluit
hij een opleiding te volgen aan de Berlijnse
kunstacademie. Hij houdt zich bezig met beeldhouwkunst in expressionistische stijl wanneer
de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Van 1915
tot 1917 is hij soldaat bij de Fliegertruppe,
de voorloper van de Luftwaffe, in Berlijn-Aldershof. Hij werkt er als cartograaf én in de
IN DE ZON
70 OSCAR JESPERS (Belgisch kunstenaar, 18871970) zit het beeldhouwen al van jongs af aan in het
bloed. Zijn vader, beeldhouwer Emile Jespers, leert
Oscar al spelenderwijs de beginselen van de beeldhouwkunst aan. Oscar begint op 13 jarige leeftijd
aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten
Antwerpen. Vlak voor het uitbarsten van de Eerste
Wereldoorlog ontmoet Oscar Paul van Ostaijen. Hij
vlucht in oktober 1914 kort naar Nederland alvorens
9
zich terug in Antwerpen te vestigen in het ouderlijk huis. Net voor het
einde van de oorlog sterft Emile Jespers. Deze gebeurtenis leidt tot
Oscar’s eerste volledig abstracte werk. Hierna zal hij experimenteren in de
abstracte en kubistische stijlen.
Na de oorlog werkt hij aan de typografie en illustraties voor Bezette Stad,
de enige bundel dadaïstische poëzie van het Nederlands taalgebied.
Tijdens het interbellum exposeert hij en kent hij successen. Hij zal een
grafmonument maken voor Paul van Ostaijen die in 1928 overlijdt. Tijdens
de Tweede Wereldoorlog is het moeilijk om steen te vinden en werkt hij
vooral in klei. Na deze oorlog is er een kentering in zijn werk. Zijn naakten
verliezen hun rankheid en krijgen een breder volume. Van 1946 tot 1948
werkt hij aan ‘In de zon’ (1947), waarvan de grootste studie de versie in
het Middelheimmuseum is.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Oscar Jespers was bevriend met Rik Wouters. Hij heeft zich echter ook
afgezet tegen diens impressionistische stijl om zelf meer abstract werk te
maken.
Philippe Van Snick’s werk ‘Poëzie’ is een mooie verbinding tussen heden
en verleden en kan in dit geval herinneren aan de vriendschap tussen
Oscar Jespers en Paul van Ostaijen.
> Zie Philippe Van Snick pg 16-17
THE PASSAGE OF THE HOURS
10
51 PEDRO CABRITA REIS (Portugees kunstenaar, 1956) is één van de
grootste Portugese postmodernistische
kunstenaars van zijn generatie met
verschillende tentoonstellingen op zijn
palmares. Cabrita Reis schept vooral
‘nieuwe plaatsen’ en werkt daarbij vaak
met gerecycleerd industrieel materiaal.
Het verleden ligt voor hem ver weg, maar dat neemt niet weg dat hij met
oude materialen nieuwe werken schept. Het werk ‘The Passage of the
Hours’ (2004) bestaat uit staal, baksteen, glas en TL-lampen en vormt een
spanningsveld tussen architectuur en kunst. Cabrita Reis is geboeid door
constructie en deconstructie, kunstvormen die hun oorsprong kennen
rond de periode van de Grote Oorlog. Dit werk refereert enerzijds naar
een ruïne uit een ver verleden en anderzijds naar een recent overblijfsel
uit een conflictsituatie, hetgeen het thema ‘oorlog en conflict’ dan weer
actueel maakt. Het werk is als het ware wat de kunstenaar een ‘serene
verstoring’ noemt.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Zowel Pedro Cabrita Reis als Hans Arp zijn met hun werken ‘The Passage
of the Hours’ en ‘Schalenboom’ op zoek naar evenwicht tussen rust en
verstoring.
8 HANS ARP (Duits beeldhouwer, 1886-1966) is
een zeer progressief beeldhouwer van wie het oeuvre
mee aan de basis ligt van de belangrijkste ontwikkelingen van de hedendaagse abstracte en minimalistische kunst.
De Eerste Wereldoorlog heeft een grote invloed op
Arp. Aangezien hij de Duitse nationaliteit heeft, is
hij dienstplichtig. Om van de oorlog en de militaire
SCHALENBOOM
dienst te vluchten, gaat hij naar Parijs. Daar wordt
hij aanzien als spion en opgesloten. Hij kan vluchten naar Zürich, waar
hij Sophie Taeuber, zijn toekomstige vrouw, ontmoet. Arp blijft zeer actief
tijdens de oorlogsjaren. Hij sluit zich aan bij de ‘dada’ groep en zet acties
op tegen de gevestigde orde. Na de oorlog kan Arp de Franse nationaliteit
aanvragen. De Elzas, waar Arp geboren is, maakt sinds het einde van de
Eerste Wereldoorlog deel uit van Frankrijk en elke Duitser met een moeder
11
uit de Elzas kan de Franse nationaliteit aanvragen. Vervolgens verhuist
Arp met Sophie naar Parijs. In 1936 besluit Hans zijn naam te veranderen
naar Jean. Bij de opkomst van het Nazisme wordt hun thuis een waar
toevluchtsoord voor gevluchte vrienden uit Duitsland. In ‘Schalenboom’
(1947-1954) wordt een harmonisch samengaan bereikt van het natuurlijke
en het gestructureerde. Het abstracte lijkt uit het figuratieve te ontstaan
en vormt een vegetatieve constructie.
In 1941 slaat hij voor de Tweede Wereldoorlog op de vlucht naar de
Verenigde Staten waar hij uiteindelijk een aantal jaren woont en werkt in
New York City. Vlak voor zijn terugkeer naar Europa maakt hij ‘Phoenix’
(1944) dat het symbool zal worden van de heropstanding van Frankrijk na
Wereldoorlog Twee.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
> Zie Emile Antoine Bourdelle pg 6 en Henry Moore pg 5
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Zowel Hans Arp als Raymond Duchamp-Villon werden beïnvloed door
de mechanisering van de samenleving. Het diende ter inspiratie voor
Raymond Duchamp Villon’s ‘Grote Paard’, en was een reden waarom Hans
Arp lid werd van de dada-beweging.
> Zie Aristide Maillol pg 7-8
68 69 OSSIP ZADKINE (Russisch kunstenaar, 18901967) meldt zich in 1914 aan als vrijwilliger in het
vreemdelingenlegioen. In 1915 wordt hij ziekendrager 2de klasse bij de ‘Ambulance Russe’ en fungeert
eveneens als tolk omdat hij zowel het Frans, Engels
als het Russisch machtig is. Zadkine herinnert zich
deze periode als één van de vreselijkste uit zijn bestaan. Na meer dan tweeënhalfjaar frontdienst waar
hij lijken en gewonden aan de oevers van de Marne
wegdraagt, raakt één van zijn longen beschadigd na
PHOENIX
een Duitse aanval met mosterdgas. Zijn herstel duurt
vele maanden. Eens genezen gaat hij opnieuw aan de slag aan het front,
maar hij wordt van zijn taken ontslaan wanneer zijn gezondheid opnieuw
verslechtert. In 1917 verneemt hij dat zijn ouders en andere familieleden
overleden of vermist zijn. Zadkine besluit naar een vriend in Neuilly te
gaan. In 1919 keert hij terug naar Parijs.
12
12 PABLO GARGALLO (Spaans kunstenaar, 18811934) verdeelt tussen 1903 en 1914 zijn tijd tussen
Barcelona en Parijs samen met zijn goede vriend Pablo Picasso. Gargallo beeldhouwt dan al in kubistische
stijl. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
is Gargallo op bezoek bij zijn familie in Spanje. Hij
keert halsoverkop terug naar Parijs. Daar worden zijn
vrienden één voor één door het leger opgeroepen.
Zelf wil Gargallo ook naar het front, maar omwille
DE PROFEET
van zijn slechte gezondheid wordt hij afgekeurd en
keert hij terug naar Spanje. In 1915 huwt hij met Magali Tartanson. Ondanks haar goede zorgen blijft hij problemen hebben met zijn gezondheid,
hetgeen hem er tijdens de oorlogsjaren van weerhoudt grote werken
te produceren. Hij maakt vooral juwelen en maskers en boekt daarmee
grote successen. Tijdens de jaren ‘20 keert hij terug naar Parijs, waar hij
verschillende keren van atelier verhuist en blijft verder werken binnen de
kubistische, maar ook de klassieke traditie. Zijn werk ‘De profeet’ (1933) is
net afgewerkt wanneer hij sterft in 1934.
13
LINKEN MET DE COLLECTIE:
politiek regime ten tijde van de Tweede Wereldoorlog dat de kunst van
Henri Laurens wordt gecensureerd.
Net zoals Henri Laurens ziet Pablo Gargallo zijn vrienden naar het front
trekken, maar omwille van zijn zwakke gezondheid wordt hij niet ingezet.
Zowel Pablo Gargallo als Aristide Maillol produceren tijdens de Grote
Oorlog werk op kleine schaal.
13 HENRI LAURENS (Frans kunstenaar, 18851954) vertoont in 1902 de eerste symptomen
van tuberculose van de botten en gewrichten.
Hij wordt net als talloze andere kunstenaars
beïnvloed door het werk van Auguste Rodin. Na
ontmoetingen met Picasso, Braque, Gris en Léger
begint hij in 1911 te experimenteren met het
kubisme. Bij het uitbreken van de Grote Oorlog
OCÉANIDE
wordt hij vrijgesteld van dienstplicht aangezien
er bij hem in 1909 een been is geamputeerd ten gevolge van zijn ziekte.
Zijn goede vriend Georges Braque trekt wel ten strijde. Tot 1921 blijft hij
werken binnen het kubisme, en geeft daarbinnen steeds een plaats aan
de menselijke figuur. Vanaf 1921 gaat hij zich meer toespitsen op organisch-ritmische vormgeving. Geïnspireerd door de zee ontstaat ‘Océanide’
(1933). Het werk herinnert nog aan de kubistische periode waarmee de
kunstenaar experimenteerde tijdens de Grote Oorlog. Aan het begin van
de Tweede Wereldoorlog vlucht hij heel kort uit Parijs weg om vervolgens
een teruggetrokken bestaan te leiden waarin hij desalniettemin beeldhouwt. Dit als gevolg van de negatieve commentaren op zijn werk door
het Naziregime.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
> Zie Pablo Gargallo pg 13-14
HET GROTE PAARD
14 RAYMOND DUCHAMP-VILLON (Frans beeldhouwer, 1876-1918) is de tweede in een rij van
zes kinderen in het gezin waartoe ook Jacques
Villon en Marcel Duchamp behoren. In 1894 gaat
hij geneeskunde studeren, studies die hij niet
afmaakt omwille van gezondheidsredenen. Hij
besluit zich vervolgens als autodidact toe te spitsen op de beeldhouwkunst en vindt uiteindelijk
zijn weg in het kubisme.
Twee weken na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog meldt hij zich
aan als medisch onderofficier bij het leger. Telkens hij verlof krijgt werkt
hij aan zijn meest bekende werk: ‘Het grote paard’ (1914). Het hierin
vervatte thema interesseert hem al enige tijd en kan gelinkt worden aan
zijn fascinatie voor beweging, snelheid en het machinale. De kubistische
opbouw van ‘Het grote paard’ in eenvoudige, logisch gestructureerde
volumes is typisch voor de kubistische beeldhouwers uit deze periode. In
1915 wordt Duchamp-Villon naar het front overgeplaatst waar hij eind
1916 een bloedvergiftiging oploopt. In 1917 verslechtert zijn toestand. Hij
verliest de strijd met zijn ziekte, net voor Wapenstilstand, op 7 oktober
1918 in het militair hospitaal van Cannes.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Raymond Duchamp-Villon was net zoals Henri Laurens en Pablo Gargallo
een groot voorstander van het kubisme.
Raymond Duchamp-Villon kwam zoals Oscar Jespers uit een gezin waar de
meesten gebeten waren door kunst.
Net zoals Rudolf Belling, Constant Permeke en Ai Wei Wei bepaalt het
14
15
65 MARI ANDRIESSEN (Nederlands kunstenaar,
1897-1979) maakt de Grote Oorlog mee als student
aan de Rijksacademie in Amsterdam in het neutrale
Nederland. Het is vooral de Tweede Wereldoorlog
die hem zal beïnvloeden in zijn leven en werk. Het
betekent voor hem een keerpunt, gekweld als hij
wordt door de machteloosheid tegen de bezetter.
Andriessen weigert de Ariërverklaring in te dienen en
BOMSLACHTOFFER
wil geen lid worden van de nationaalsocialistische
Kultuurkamer, zo ziet hij veel opdrachten aan zich voorbij gaan. Het wordt
hem eveneens verboden te exposeren. Andriessen reageert door zijn
atelier open te stellen als wapendepot voor het verzet en hij houdt Joodse
onderduikers en verzetsstrijders verborgen in zijn huis. Andriessen vertelt
achteraf hoeveel angst hij heeft gekend in deze periode. Na de Tweede
Wereldoorlog krijgt Andriessen verschillende opdrachten om monumenten te realiseren. ‘Bomslachtoffer’ (1948) is door Andriessen gemaakt
om de verschrikkingen ten gevolge van bomaanslagen in Enschede te
herdenken.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Bomslachtoffer van Mari Andriessen kan als piëta worden geïnterpreteerd
en vergeleken worden met de ‘Piëta’ (1932) van Ivan Mestrovic. Het is
letterlijk ook een werk dat gelinkt kan worden aan de gruwelen van het
oorlogsgebeuren.
POËZIE
16
57 PHILIPPE VAN SNICK (Belgisch kunstenaar, 1946) studeert aan de Koninklijke
Academie voor Schone Kunsten Gent en zal
na zijn opleiding vooral met verschillende
media binnen de abstracte en minimalistische kunst werken. Hij werkt met
een beperkt aantal steeds wederkerende
motieven, waarvan er een aantal terug te vinden zijn in zijn werk Poëzie,
zoals de ellips en het decimaal systeem. Ook de vier natuurelementen zijn
vertegenwoordigd: water, lucht en aarde zijn vanzelfsprekend. Het vuur
zit ook in de steen, die vulkanisch is. Deze motieven kunnen geïnterpreteerd worden als een manier van ordening. Zo is de ellips de vorm van de
baan van de aarde rond de zon.
De titel van het werk past bij de cadans van de belletjes. De orde, vredigheid en rust waarmee deze cadans steeds opnieuw wordt herhaald staat
lijnrecht tegenover de chaos en de ruwheid van oorlog en conflict.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
> Zie Oscar Jespers pg 9-10
63
Braempaviljoen. Vanaf september 2014 vlakbij ‘De Zuil’ van Johan Creten
IVAN MESTROVIC (Kroatisch kunstenaar en architect, 1883-1962) studeert in Wenen aan de Academie voor Schone Kunsten. Nadat hij is afgestudeerd
in 1904 vertrekt hij op reis naar Italië en gaat hij
daarna naar Parijs. Wanneer hij terugkeert naar
Wenen stelt hij ongeveer 60 werken tentoon die
geïnspireerd zijn op Joegoslavische en Kosovaarse
thema’s. Het ministerie wil een werk aankopen
PIËTA
voor de Galerij voor Moderne Kunst in Wenen,
maar op het laatste moment komt Aartshertog Franz Ferdinand tussen.
Hij wil niet toestaan dat Servische werken zijn Belvedère binnenkomen.
Vlak na de aanslag op Franz Ferdinand raadt een Oostenrijkse officier
hem aan Dalmatië te verlaten aangezien de Oostenrijkers van plan zijn
een groot aantal Servische en Kroatische nationalisten aan te houden.
Mestrovic vlucht meteen naar Italië. Daarna reist hij door naar Londen.
17
Van 1916 tot 1918 woont hij zowel in Geneve als in Cannes.
Tijdens de oorlogsjaren produceert hij werken met als inspiratie de
verschrikkingen van de oorlog. Tijdens het interbellum grijpt hij af en toe
terug naar religie als thema. Zijn ‘Piëta’ (1932) is daarvan een voorbeeld.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zal hij kort gevangen genomen worden
door de Ustasa beweging. Na Wereldoorlog II wordt hij Amerikaans
staatsburger.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
> Zie Mari Andriessen pg 16
64 SELÇUK MUTLU (Belgisch kunstenaar, 1975) behaalt een licentiaatsdiploma in de visuele en plastische kunsten
aan l’Académie des Beaux-arts de Liège
in 2003. Deze ‘Coin punitif (childhood
memory)’ (2010) herinnert aan het
mogelijke gevolg van conflicten uit een
lang vervlogen kindertijd. Het in de hoek
COIN PUNITIF (CHILDHOOD MEMORY)
staan was voor Mutlu echter niet zozeer
een straf, maar eerder een plek om tot rust te komen. Een plek ook om te
dromen en naar de toekomst te kijken. Zijn betonnen muren sluiten dan
ook niet mooi aan, zodat er steeds een kier naar de onbegrensdheid van
mens en geest blijft bestaan. Deze uitweg is er één weg van het uiterlijk,
maar evengoed het innerlijk conflict.
18
23 CONSTANT PERMEKE (Belgisch kunstenaar,
1886-1952) wordt geboren in Antwerpen en verhuist
als kind naar Oostende. In 1903 volgt hij les aan de
Academie van Brugge en in 1906 schrijft hij zich in
aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in
Gent. Bij het uitbreken van het Grote Oorlog wordt
Permeke gemobiliseerd en ingezet bij de verdediging
van de Antwerpse forten. Hij raakt zwaargewond
in Duffel en wordt naar Folkestone in het Verenigd
Koninkrijk gebracht. In 1916 vestigt hij zich in
MARIE-LOU
Devonshire. Hoewel hij nog steeds op krukken loopt
krijgt zijn schildersziel hem weer te pakken. In 1917 overleeft hij ternauwernood de Spaanse griep en twee jaar later keert hij met zijn vrouw en
drie kinderen terug naar Oostende. Eind jaren ’30 raakt Permeke meer en
meer geïnteresseerd in beeldhouwkunst. ‘Marie-Lou’ (1935) is hiervan
een uiting.
De oorlogsperiode 1940-1945 wordt voor Permeke, zowel menselijk als artistiek, een tragedie. Zijn zoon Paul die de Britse nationaliteit heeft wordt
door de Duitsers weggevoerd en hemzelf wordt het schilderen verboden.
Zijn kunst, zoals het hele expressionisme wordt door de Duitsers als
“entartet” beschouwd. In 1945 wordt zijn zoon uit het gevangenenkamp
vrijgelaten en vindt Permeke zijn werkkracht terug in vernieuwde levensvreugde waarna hij nog grote successen zal boeken.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Net als Rik Wouters werd Constant Permeke ingezet om zijn land te
verdedigen.
Tijdens Wereldoorlog II werd het werk van Permeke als ‘entartet’
beschouwd net zoals onder andere dat van Henri Laurens, Rudolf Belling,
maar ook dat van Ai Wei Wei wiens ‘The Bridge Without a Name’ vlakbij
‘Marie-Lou’ staat.
19
55 AI WEI WEI (Chinees kunstenaar,
1957) is de zoon van Ai Qing, een
beroemd schrijver, schilder en dichter. In
1967 wordt Qing door de overheid gezien
als vijand van het volk en gedwongen om
toiletten schoon te houden en met zijn
gezin in een hol onder de grond te wonen. In 1978 schrijft Wei Wei zich in aan
THE BRIDGE WITHOUT A NAME
de filmacademie van Peking en in 1981
trekt hij voor 12 jaar naar New York. Hij keert terug naar China wanneer
zijn vader ziek wordt, na 12 jaar geen contact te hebben gehad met zijn
familie. Vanaf het jaar 2000 komt Wei Wei meer en meer in de belangstelling. Hij geeft advies voor het ontwerp van het Nationaal Stadion voor
de Olympische Spelen in Peking. In 2008 houdt Wei Wei zich bezig met
het blootleggen van het bouwschandaal bij de scholen die zijn ingestort
tijdens de Sichuan aardbeving. Sindsdien wordt hij tegengewerkt door de
Chinese autoriteiten die hem regelmatig huisarrest opleggen en officieel
beschuldigen van belastingontduiking. Wei Wei protesteert tegen de
Chinese regering met zijn kunstwerken. Hij is een liefhebber van Marcel
Duchamp en diens Ready Made Art, zo heeft hij ook de functionele brug
reeds aanwezig in het Middelheimmuseum onderhanden genomen in
2012 en er een eigenzinnig werk van gemaakt. Het loopoppervlak van
‘The Bridge Without a Name’ (2012) symboliseert niet enkel de moeilijke
relaties tussen Oost en West, maar ook de moeilijke relatie tussen Wei
Wei en de Chinese overheid.
21 MARINO MARINI (Italiaans kunstenaar, 19011990) gaat aan het einde van de Grote Oorlog
studeren aan de Accademia di Belle Arti in Firenze.
In 1919 reist hij voor het eerst naar Parijs, waar hij
in contact komt met moderne kunst. Gedurende de
jaren ’20 woont en werkt hij voornamelijk in Italië,
waar hij ook regelmatig exposeert. In 1930 gaat
hij opnieuw naar Parijs waar hij Picasso, Maillol,
Braque, Laurens en Lipchitz ontmoet. In 1934 reist
MIRACOLO
hij naar Bamberg waar hij de kathedraal bezoekt
en onder de indruk is van de ‘Bamberger Reiter’ uit
de 13de eeuw. Zelf zal hij vanaf 1936 regelmatig
ruiterbeelden maken, waarvan ‘Miracolo’ (1951) een
voorbeeld is. Aanvankelijk sluit zijn stijl nog aan bij
het sentimenteel realisme, maar langzaamaan zullen
zijn vormen dramatischer worden en de tragedie van
het menselijk bestaan uitbeelden. Mogelijk zit de
Tweede Wereldoorlog daar voor iets tussen. In 1942
worden zijn appartement en zijn atelier vernield door
BAMBERGER REITER
bombardementen en vlucht Marini naar Zwitserland,
waar hij onder andere Germaine Richier en Fritz Wotruba ontmoet met
wie hij later zou exposeren. In 1948 keert hij terug naar Milaan, datzelfde
jaar sluit hij een hechte vriendschap met Henry Moore met wie hij in de
toekomst ook zal exposeren, verkoopt hij een werk aan Peggy Guggenheim en wordt hij vertegenwoordigd in de Verenigde Staten. De successen
volgen elkaar op tot aan zijn dood.
LINKEN MET DE COLLECTIE:
In China wordt Ai Wei Wei monddood gemaakt door de communistische
regering, net zoals de kunst van onder andere Constant Permeke, Rudolf
Belling en Henri Laurens tijdens de Nazistische overheersing in Europa.
20
LINKEN MET DE COLLECTIE:
Marino Marini exposeerde met Germaine Richier die hij ontmoette in
Zwitserland.
Marino Marini was een goede vriend van Henry Moore.
21
27 JUAN MUÑOZ (Spaans kunstenaar,
1953-2001) krijgt in 1976 een beurs aan
de Central School of Art and Design in
Londen nadat hij gedurende een vijftal
jaar door Europa reist. In Londen richt
hij zich vooral op drukkunst. Begin jaren
’80 van de 20ste eeuw concentreert hij
TWEE FIGUREN VOOR MIDDELHEIM
zich meer en meer op beeldhouwkunst.
Dit vult hij aan met andere media, zoals geluid of film om verhalen te
vertellen. Het verhaal achter ‘Twee figuren voor Middelheim’ (1993) gaat
over machteloosheid. Die machteloosheid slaat voornamelijk toe bij de
bezoeker die niets kan ondernemen om het tragische lot van de twee
individuen in de bomen teniet te doen. Het gebrek aan energie in de
beelden draagt bij tot hun ontmenselijking dat reeds door hun voorkomen
van gevangenschap in een zak wordt geïntroduceerd. De disharmonie
bevindt zich hier in het feit dat de toeschouwer wordt meegetrokken in
een innerlijk en onbehaaglijk conflict dat reeds lijkt uitgeblust tussen
beide figuren en hun omgeving.
COLOFON
Auteur: Anne-Sophie Van Vyve, archeoloog en museumgids Middelheimmuseum.
Vormgeving: Daneel Bogaerts
Brochure tot stand gekomen met steun van Vredescentrum Antwerpen.
MET DANK AAN
Greet Stappaerts, Lotte Dodion, Margot De Deken
Manfred Werner (Tsui) voor ‘Mensch, verdamme den Krieg’
de.wikivoyage.org/wiki/Bamberg#mediaviewer/Datei:Bamberg_Dom_Bamberger_Reiter.
JPG voor de ‘Bamberger Reiter’
en.wikipedia.org/wiki/Antoine_Bourdelle#mediaviewer/File:Monumento_General_Carlos_Mar%C3%ADa_de_Alvear.jpg voor het Alvear Monument.
RONDLEIDINGEN
Groepen kunnen een museumgids boeken voor een rondleiding van twee uur rond thema
Conflict en geweld als artistieke inspiratie/vernauwing
€ 75 voor twee uur, 15 pers. Per gids, max. 4 gidsen tegelijk.
Familiespel herdenking Wereldoorlog I: Ballade ’14-‘18
Sanne de Wolf /Anne-Sophie Van Vyve
Naar aanleiding van de 100ste verjaardag van het begin van de eerste wereldoorlog werd
dit spel ontwikkeld. De beelden in het park staan centraal en worden verbonden aan verhalen en getuigenissen van 100 jaar geleden. Aan de hand van informatieve en uitvoerbare
opdrachten worden gezinnen ondergedompeld in een wereld van conflict en vrede.
Voor 10-18 jarigen samen met familie, vrienden.
Met gids: 2u 85€ per gids per 15 deelnemers
Zonder gids: gratis, te ontlenen aan de balie van het museum
BESLUIT
Het Middelheimmuseum bewaart een schat aan kunst en informatie
die steeds vanuit een nieuw standpunt bekeken kan worden. Voor meer
informatie en een uitbreiding op het thema is de rondleiding ‘Conflict en
geweld als artistieke inspiratie/vernauwing’ een aanrader.
22
RESERVERINGEN
Aanbod rondleidingen voor groepen (volwassenen, jongeren, kinderen):
Antwerpen Toerisme en Congres: T 03 232 01 03 | E [email protected]
Reserveer (verplicht, tenzij anders vermeld) voor alle activiteiten ten laatste drie weken
voor aanvang. Bij elke reservering wordt een eenmalige administratiekost van € 5 aangerekend.
Onze begeleiders wachten je steeds op aan het onthaal in het kasteel op Middelheim-Hoog.
Wij vragen aan de klant/bezoeker om ten laatste drie weken op voorhand te reserveren en
10 dagen vóór het bezoek te betalen. Annulaties zijn kosteloos tot 10 dagen vóór de bezoekdatum. Als je later annuleert, wordt het volledige bedrag van de reservatie aangerekend.
De administratiekosten zijn altijd voor rekening van de klant.
23
Download