NL OORLOG EN CONFLICT IN HET MIDDELHEIMMUSEUM Wandelparcours INLEIDING Van 1914 tot 1918 was Europa het strijdtoneel van één van de grootste oorlogen uit de recente Westerse geschiedenis. Honderd jaar later zal tussen 2014 en 2018 heel wat te doen zijn rond de herdenking van dit hoofdstuk uit de 20ste eeuw. Het Middelheimmuseum biedt daarom deze bezoekersgids aan om in de vaste collectie op zoek te gaan naar kunstwerken gemaakt door kunstenaars die verbonden kunnen worden met de Grote Oorlog. De collectie bevat een zee van werken waarvan de scheppers soms een zeer zwaar en tot op heden relatief onbekend oorlogsverleden hebben. Voor u is een parcours samengesteld bij deze verhalen. Aangezien conflict zich niet heeft beperkt tot de periode tussen 1914 en 1918 en een geliefd thema blijft voor kunstenaars van alle tijden, zullen naast de persoonlijke oorlogsverhalen van kunstenaars ook werken aan bod komen die niet specifiek met de Eerste Wereldoorlog te maken hebben. Deze kunnen echter wel met het universeel thema conflict, hetzij innerlijk of uiterlijk, worden geassocieerd. Verschillende kunstenaars zullen in dit boekje met elkaar worden verbonden door linken. Op die manier worden gelijkenissen tussen de kunstenaars met een gelijkaardig lot of perspectief in de verf gezet. Fijne en vredige wandeling gewenst! 3 3 71 RIK WOUTERS (Belgische kunstenaar, 18821916) begint in 1901 zijn studies aan de Academie van Brussel en leert een jaar later zijn grote liefde en muze Nel kennen. Hij wordt tijdens zijn studie opgeroepen voor zijn militaire dienst. In 1912 wordt ‘Het zotte geweld’ (1912) voor het eerst tentoongesteld, een jaar later ontstaat ‘Huiselijke Zorgen’ (1913), met een intens luisterende Nel als model, en vertoont Wouters de eerste symptomen van zijn ziekte, HET ZOTTE GEWELD die hem van zijn werk weerhoudt. Bij het uitbreken van de Grote Oorlog wordt hij gemobiliseerd om België tegen de inval van de Duitsers te verdedigen. Zijn eenheid lijdt vreselijke verliezen nabij Luik en Rik vlucht naar Nederland na de val van Antwerpen in oktober waar hij zal worden geïnterneerd. Zijn gezondheid verslechtert, de kanker in het kaakbeen breidt zich verder uit. In maart 1916 beseft hij dat hij niet meer veel tijd heeft en signeert één voor één de HUISELIJKE ZORGEN tekeningen en aquarellen die hij nog heeft. In april ondergaat hij opnieuw een operatie. Hij overlijdt aan zijn ziekte op 11 juli 1916 en krijgt een militaire begrafenis. 2 HENRY MOORE (Brits kunstenaar, 18981986) behaalt het diploma voor onderwijzer aan het begin van de Eerste Wereldoorlog, waarna hij les begint te geven. Hij treedt in 1917 in dienst bij het Britse leger, belandt bij de Winchester Civil Service Rifles en gaat naar het front in Frankrijk. Hij raakt gewond door een gasaanval in Cambrai en wordt terug naar KONING EN KONINGIN Groot Brittannië gestuurd. Na twee maanden is hij hersteld en behaalt hij de graad van korporaal. Hij geeft zich aan de vooravond van Wapenstilstand als vrijwilliger op om terug naar het front te keren. Als oud-militair lukt het hem om na de oorlog een beurs te bemachtigen om zich aan de Leeds School of Art in te schrijven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt het atelier van Moore vernield ten gevolge van een zwaar bombardement. Tijdens de periode van de Duitse luchtaanvallen op Londen reist Moore er per trein heen om de nachtelijke verwoestingen te aanschouwen en te schetsen. Schuilende mensen worden voorzichtig door hem gadegeslagen. Deze schetsen resulteren in Shelter Drawings, die over heel de wereld goed worden onthaald en Moore’s definitieve doorbraak als kunstenaar betekenen. Zijn ‘Koning en koningin’ (1952-1953) stralen een grote rust en vrede uit die nog wordt versterkt door hun locatie in het park. LINKEN MET DE COLLECTIE: Rik Wouters was goed bevriend met Oscar Jespers, die hem tijdens zijn internering in Nederland opzocht en brieven schreef. Raymond Duchamp-Villon onderging net als Rik Wouters het lot het einde van de Grote Oorlog niet meer te mogen meemaken. Net als Constant Permeke, die wordt opgeroepen om Antwerpen te verdedigen, wordt Rik Wouters opgeroepen om Luik te gaan verdedigen. 4 LINKEN MET DE COLLECTIE: Zowel Henry Moore als Ossip Zadkine zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog het slachtoffer geworden van een gifgasaanval. Henry Moore was een boezemvriend van Marino Marini. Samen hebben ze ook geëxposeerd. 5 HERACLES BOOGSCHUTTER MONUMENTO GENERAL CARLOS MARÍA DE ALVEAR 2 EMILE ANTOINE BOURDELLE (Frans beeldhouwer, 1861-1929) leert gaandeweg tekenen en beeldhouwen. Op 24-jarige leeftijd wint hij een beurs om te gaan studeren aan École des Beaux-Arts in Parijs. Hij is één van de eerste Franse kunstenaars die op monumentale schaal produceert. Op het moment van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is hij naast Auguste Rodin één van de grootste Franse beeldhouwers. Hij wordt aangespoord om in 1916 Parijs te ontvluchten voor de aanvallen van de Duitse bezetter. Bourdelle besluit echter om pas te vertrekken nadat hij zijn beeld ‘La Victoire’ (1919-1920) heeft afgewerkt. De schepping van ‘La Victoire’ ziet hij als zijn persoonlijke manier om een steentje bij te dragen aan de gevechten tijdens de oorlog en zal later deel uitmaken van het ‘Monumento General Carlos María de Alvear’ (1926) in Buenos Aires. Na de oorlog wordt hij meermaals gevraagd om oorlogsmonumenten voor diverse opdrachtgevers te produceren, waaronder ook dat voor zijn geboortestad Montauban. Zijn werk ‘Heracles boogschutter’ (1909) is veruit het meest bekende. De kracht die hieruit straalt lijkt iets groots te zullen ontketenen. 66 GERMAINE RICHIER (Franse kunstenares, 1902-1959) is nog een kind wanneer de Grote Oorlog uitbreekt. Ze vertoeft op dat moment in het relatief rustige zuiden van Frankrijk, hoewel ze verschillende familieleden zal verliezen aan het front. Richier gaat op 18 jarige leeftijd studeren aan l’École des beaux-arts in Montpellier. Na haar studies reist ze naar Parijs waar ze gaat werken in het atelier van Bourdelle, die naast haar mentor ook een goede vriend zal DE MANTIS worden. Wanneer Wereldoorlog II uitbreekt bevindt Richier zich op vakantie in Zwitserland, waar ze de resterende duur van de oorlog zal wonen en werken. Het is ook tijdens deze periode dat Richier zich meer en meer zal toespitsen op het thema natuur en gestileerde hybride vormen tussen mens en dier zal produceren, waarvan ‘De Mantis’ (1946) een voorbeeld is van na haar terugkeer naar Parijs. Rond deze periode zal ook het lijden haar oeuvre binnentreden. LINKEN MET DE COLLECTIE: Germaine Richier en Hans Arp bewogen zich in dezelfde kringen in Zürich tijdens de Tweede Wereldoorlog. Germaine Richier was Bourdelles enige privé leerling. Na de Tweede Wereldoorlog exposeerde Germaine Richier samen met Marino Marini die ze in Zwitserland had leren kennen. LINKEN MET DE COLLECTIE: Bourdelle bewoog zich in dezelfde kringen als Aristide Maillol. Germaine Richier was Bourdelles enige privé leerling. Zowel Emile Antoine Bourdelle als Ossip Zadkine gaven ooit les aan L’Académie de la Grande Chaumière in Parijs. DE MIDDELLANDSE ZEE 6 9a 9b ARISTIDE MAILLOL (Frans kunstenaar, 1861-1944) gaat naar Parijs wanneer hij 18 is. In 1895 begint hij met beeldhouwen. In 1902 maakt hij zijn eerste grote werk, ‘De Middellandse Zee’. Een paar dagen voor het uitbreken van Wereldoorlog I krijgt Maillol een telegram van zijn mecenas Kessler die hem waarschuwt voor de nakende oorlog en hem op het hart drukt zijn sculpturen te begraven. Dit telegram 7 zorgt voor problemen en Maillol moet aan de autoriteiten bewijzen dat hij geen spion is. Maillol vindt het moeilijk, zo niet onmogelijk om tijdens de oorlogsperiode te werken aan zijn grotere sculpturen, maar produceert wel kleiner werk. Na de oorlog krijgt hij opdracht om verschillende oorlogsmonumenten te maken. modelafdeling. Het is ook in deze periode dat hij in zijn vrije tijd begint aan kubistisch-expressieve werken met thema’s geïnspireerd op de oorlog. Vanaf 1918 verandert zijn stijl drastisch. Hij wordt beïnvloed door onder andere Alexander Archipenko die in 1918 exposeert. Belling’s ‘Drieklank’ (1919) zal hieruit ontstaan. Tijdens Wereldoorlog II helpt de tachtigjarige Maillol verzetsstrijders de Frans-Spaanse grens over te steken door ze een veilige plek over de Pyreneeën te tonen. Zijn atelier vlakbij de grens zal dienst doen als tussenstop voor mensen gezocht door de Duitsers. Dit smokkelnetwerk zal de geschiedenis ingaan als het ‘Maillol netwerk’. Tijdens deze oorlog werkt hij ‘De rivier’ (1939-1943) af, een jaar voor zijn dood. Vanaf 1933 bij de opkomst van het Nazisme worden zijn werken bestempeld als ‘entartet’ of ‘ontaarde kunst’ die niet past binnen het traditionele idee dat zij hebben over kunst. Veel van zijn sculpturen worden gesmolten of stukgegooid. Zijn politieke visie botst met de machthebber in Duitsland. In 1935 reist hij naar de Verenigde Staten en krijgt de kans er te blijven. Hij keert echter terug richting Duitsland waar zijn negenjarige zoon Thomas in moeilijkheden verkeert omdat zijn moeder Joodse is. Belling vlucht met zijn zoon voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog naar Istanbul waar hij 30 jaar zal wonen en werken. LINKEN MET DE COLLECTIE: LINKEN MET DE COLLECTIE: Germaine Richier was een groot bewonderaar van het werk van Aristide Maillol. Net als Hans Arp is Aristide Maillol beschuldigd geweest van spionage tijdens de Grote Oorlog. Zowel Aristide Maillol als Pablo Gargallo produceren tijdens de Grote Oorlog werk op kleine schaal. Net als Raymond Duchamp-Villon begon Rudolf Belling als autodidact, beide kunstenaars waren minder gevormd door het academisch gegeven en lieten zich inspireren door het kubisme. Rudolf Belling werd tijdens de Tweede Wereldoorlog net zoals Constant Permeke en Henri Laurens monddood gemaakt, vergelijkbaar met de situatie van de Chinese kunstenaar Ai Wei Wei vandaag. DE RIVIER DRIEKLANK 8 62 RUDOLF BELLING (Duits kunstenaar, 18861972) begint als autodidact. In 1911 besluit hij een opleiding te volgen aan de Berlijnse kunstacademie. Hij houdt zich bezig met beeldhouwkunst in expressionistische stijl wanneer de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Van 1915 tot 1917 is hij soldaat bij de Fliegertruppe, de voorloper van de Luftwaffe, in Berlijn-Aldershof. Hij werkt er als cartograaf én in de IN DE ZON 70 OSCAR JESPERS (Belgisch kunstenaar, 18871970) zit het beeldhouwen al van jongs af aan in het bloed. Zijn vader, beeldhouwer Emile Jespers, leert Oscar al spelenderwijs de beginselen van de beeldhouwkunst aan. Oscar begint op 13 jarige leeftijd aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen. Vlak voor het uitbarsten van de Eerste Wereldoorlog ontmoet Oscar Paul van Ostaijen. Hij vlucht in oktober 1914 kort naar Nederland alvorens 9 zich terug in Antwerpen te vestigen in het ouderlijk huis. Net voor het einde van de oorlog sterft Emile Jespers. Deze gebeurtenis leidt tot Oscar’s eerste volledig abstracte werk. Hierna zal hij experimenteren in de abstracte en kubistische stijlen. Na de oorlog werkt hij aan de typografie en illustraties voor Bezette Stad, de enige bundel dadaïstische poëzie van het Nederlands taalgebied. Tijdens het interbellum exposeert hij en kent hij successen. Hij zal een grafmonument maken voor Paul van Ostaijen die in 1928 overlijdt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is het moeilijk om steen te vinden en werkt hij vooral in klei. Na deze oorlog is er een kentering in zijn werk. Zijn naakten verliezen hun rankheid en krijgen een breder volume. Van 1946 tot 1948 werkt hij aan ‘In de zon’ (1947), waarvan de grootste studie de versie in het Middelheimmuseum is. LINKEN MET DE COLLECTIE: Oscar Jespers was bevriend met Rik Wouters. Hij heeft zich echter ook afgezet tegen diens impressionistische stijl om zelf meer abstract werk te maken. Philippe Van Snick’s werk ‘Poëzie’ is een mooie verbinding tussen heden en verleden en kan in dit geval herinneren aan de vriendschap tussen Oscar Jespers en Paul van Ostaijen. > Zie Philippe Van Snick pg 16-17 THE PASSAGE OF THE HOURS 10 51 PEDRO CABRITA REIS (Portugees kunstenaar, 1956) is één van de grootste Portugese postmodernistische kunstenaars van zijn generatie met verschillende tentoonstellingen op zijn palmares. Cabrita Reis schept vooral ‘nieuwe plaatsen’ en werkt daarbij vaak met gerecycleerd industrieel materiaal. Het verleden ligt voor hem ver weg, maar dat neemt niet weg dat hij met oude materialen nieuwe werken schept. Het werk ‘The Passage of the Hours’ (2004) bestaat uit staal, baksteen, glas en TL-lampen en vormt een spanningsveld tussen architectuur en kunst. Cabrita Reis is geboeid door constructie en deconstructie, kunstvormen die hun oorsprong kennen rond de periode van de Grote Oorlog. Dit werk refereert enerzijds naar een ruïne uit een ver verleden en anderzijds naar een recent overblijfsel uit een conflictsituatie, hetgeen het thema ‘oorlog en conflict’ dan weer actueel maakt. Het werk is als het ware wat de kunstenaar een ‘serene verstoring’ noemt. LINKEN MET DE COLLECTIE: Zowel Pedro Cabrita Reis als Hans Arp zijn met hun werken ‘The Passage of the Hours’ en ‘Schalenboom’ op zoek naar evenwicht tussen rust en verstoring. 8 HANS ARP (Duits beeldhouwer, 1886-1966) is een zeer progressief beeldhouwer van wie het oeuvre mee aan de basis ligt van de belangrijkste ontwikkelingen van de hedendaagse abstracte en minimalistische kunst. De Eerste Wereldoorlog heeft een grote invloed op Arp. Aangezien hij de Duitse nationaliteit heeft, is hij dienstplichtig. Om van de oorlog en de militaire SCHALENBOOM dienst te vluchten, gaat hij naar Parijs. Daar wordt hij aanzien als spion en opgesloten. Hij kan vluchten naar Zürich, waar hij Sophie Taeuber, zijn toekomstige vrouw, ontmoet. Arp blijft zeer actief tijdens de oorlogsjaren. Hij sluit zich aan bij de ‘dada’ groep en zet acties op tegen de gevestigde orde. Na de oorlog kan Arp de Franse nationaliteit aanvragen. De Elzas, waar Arp geboren is, maakt sinds het einde van de Eerste Wereldoorlog deel uit van Frankrijk en elke Duitser met een moeder 11 uit de Elzas kan de Franse nationaliteit aanvragen. Vervolgens verhuist Arp met Sophie naar Parijs. In 1936 besluit Hans zijn naam te veranderen naar Jean. Bij de opkomst van het Nazisme wordt hun thuis een waar toevluchtsoord voor gevluchte vrienden uit Duitsland. In ‘Schalenboom’ (1947-1954) wordt een harmonisch samengaan bereikt van het natuurlijke en het gestructureerde. Het abstracte lijkt uit het figuratieve te ontstaan en vormt een vegetatieve constructie. In 1941 slaat hij voor de Tweede Wereldoorlog op de vlucht naar de Verenigde Staten waar hij uiteindelijk een aantal jaren woont en werkt in New York City. Vlak voor zijn terugkeer naar Europa maakt hij ‘Phoenix’ (1944) dat het symbool zal worden van de heropstanding van Frankrijk na Wereldoorlog Twee. LINKEN MET DE COLLECTIE: > Zie Emile Antoine Bourdelle pg 6 en Henry Moore pg 5 LINKEN MET DE COLLECTIE: Zowel Hans Arp als Raymond Duchamp-Villon werden beïnvloed door de mechanisering van de samenleving. Het diende ter inspiratie voor Raymond Duchamp Villon’s ‘Grote Paard’, en was een reden waarom Hans Arp lid werd van de dada-beweging. > Zie Aristide Maillol pg 7-8 68 69 OSSIP ZADKINE (Russisch kunstenaar, 18901967) meldt zich in 1914 aan als vrijwilliger in het vreemdelingenlegioen. In 1915 wordt hij ziekendrager 2de klasse bij de ‘Ambulance Russe’ en fungeert eveneens als tolk omdat hij zowel het Frans, Engels als het Russisch machtig is. Zadkine herinnert zich deze periode als één van de vreselijkste uit zijn bestaan. Na meer dan tweeënhalfjaar frontdienst waar hij lijken en gewonden aan de oevers van de Marne wegdraagt, raakt één van zijn longen beschadigd na PHOENIX een Duitse aanval met mosterdgas. Zijn herstel duurt vele maanden. Eens genezen gaat hij opnieuw aan de slag aan het front, maar hij wordt van zijn taken ontslaan wanneer zijn gezondheid opnieuw verslechtert. In 1917 verneemt hij dat zijn ouders en andere familieleden overleden of vermist zijn. Zadkine besluit naar een vriend in Neuilly te gaan. In 1919 keert hij terug naar Parijs. 12 12 PABLO GARGALLO (Spaans kunstenaar, 18811934) verdeelt tussen 1903 en 1914 zijn tijd tussen Barcelona en Parijs samen met zijn goede vriend Pablo Picasso. Gargallo beeldhouwt dan al in kubistische stijl. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog is Gargallo op bezoek bij zijn familie in Spanje. Hij keert halsoverkop terug naar Parijs. Daar worden zijn vrienden één voor één door het leger opgeroepen. Zelf wil Gargallo ook naar het front, maar omwille DE PROFEET van zijn slechte gezondheid wordt hij afgekeurd en keert hij terug naar Spanje. In 1915 huwt hij met Magali Tartanson. Ondanks haar goede zorgen blijft hij problemen hebben met zijn gezondheid, hetgeen hem er tijdens de oorlogsjaren van weerhoudt grote werken te produceren. Hij maakt vooral juwelen en maskers en boekt daarmee grote successen. Tijdens de jaren ‘20 keert hij terug naar Parijs, waar hij verschillende keren van atelier verhuist en blijft verder werken binnen de kubistische, maar ook de klassieke traditie. Zijn werk ‘De profeet’ (1933) is net afgewerkt wanneer hij sterft in 1934. 13 LINKEN MET DE COLLECTIE: politiek regime ten tijde van de Tweede Wereldoorlog dat de kunst van Henri Laurens wordt gecensureerd. Net zoals Henri Laurens ziet Pablo Gargallo zijn vrienden naar het front trekken, maar omwille van zijn zwakke gezondheid wordt hij niet ingezet. Zowel Pablo Gargallo als Aristide Maillol produceren tijdens de Grote Oorlog werk op kleine schaal. 13 HENRI LAURENS (Frans kunstenaar, 18851954) vertoont in 1902 de eerste symptomen van tuberculose van de botten en gewrichten. Hij wordt net als talloze andere kunstenaars beïnvloed door het werk van Auguste Rodin. Na ontmoetingen met Picasso, Braque, Gris en Léger begint hij in 1911 te experimenteren met het kubisme. Bij het uitbreken van de Grote Oorlog OCÉANIDE wordt hij vrijgesteld van dienstplicht aangezien er bij hem in 1909 een been is geamputeerd ten gevolge van zijn ziekte. Zijn goede vriend Georges Braque trekt wel ten strijde. Tot 1921 blijft hij werken binnen het kubisme, en geeft daarbinnen steeds een plaats aan de menselijke figuur. Vanaf 1921 gaat hij zich meer toespitsen op organisch-ritmische vormgeving. Geïnspireerd door de zee ontstaat ‘Océanide’ (1933). Het werk herinnert nog aan de kubistische periode waarmee de kunstenaar experimenteerde tijdens de Grote Oorlog. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog vlucht hij heel kort uit Parijs weg om vervolgens een teruggetrokken bestaan te leiden waarin hij desalniettemin beeldhouwt. Dit als gevolg van de negatieve commentaren op zijn werk door het Naziregime. LINKEN MET DE COLLECTIE: > Zie Pablo Gargallo pg 13-14 HET GROTE PAARD 14 RAYMOND DUCHAMP-VILLON (Frans beeldhouwer, 1876-1918) is de tweede in een rij van zes kinderen in het gezin waartoe ook Jacques Villon en Marcel Duchamp behoren. In 1894 gaat hij geneeskunde studeren, studies die hij niet afmaakt omwille van gezondheidsredenen. Hij besluit zich vervolgens als autodidact toe te spitsen op de beeldhouwkunst en vindt uiteindelijk zijn weg in het kubisme. Twee weken na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog meldt hij zich aan als medisch onderofficier bij het leger. Telkens hij verlof krijgt werkt hij aan zijn meest bekende werk: ‘Het grote paard’ (1914). Het hierin vervatte thema interesseert hem al enige tijd en kan gelinkt worden aan zijn fascinatie voor beweging, snelheid en het machinale. De kubistische opbouw van ‘Het grote paard’ in eenvoudige, logisch gestructureerde volumes is typisch voor de kubistische beeldhouwers uit deze periode. In 1915 wordt Duchamp-Villon naar het front overgeplaatst waar hij eind 1916 een bloedvergiftiging oploopt. In 1917 verslechtert zijn toestand. Hij verliest de strijd met zijn ziekte, net voor Wapenstilstand, op 7 oktober 1918 in het militair hospitaal van Cannes. LINKEN MET DE COLLECTIE: Raymond Duchamp-Villon was net zoals Henri Laurens en Pablo Gargallo een groot voorstander van het kubisme. Raymond Duchamp-Villon kwam zoals Oscar Jespers uit een gezin waar de meesten gebeten waren door kunst. Net zoals Rudolf Belling, Constant Permeke en Ai Wei Wei bepaalt het 14 15 65 MARI ANDRIESSEN (Nederlands kunstenaar, 1897-1979) maakt de Grote Oorlog mee als student aan de Rijksacademie in Amsterdam in het neutrale Nederland. Het is vooral de Tweede Wereldoorlog die hem zal beïnvloeden in zijn leven en werk. Het betekent voor hem een keerpunt, gekweld als hij wordt door de machteloosheid tegen de bezetter. Andriessen weigert de Ariërverklaring in te dienen en BOMSLACHTOFFER wil geen lid worden van de nationaalsocialistische Kultuurkamer, zo ziet hij veel opdrachten aan zich voorbij gaan. Het wordt hem eveneens verboden te exposeren. Andriessen reageert door zijn atelier open te stellen als wapendepot voor het verzet en hij houdt Joodse onderduikers en verzetsstrijders verborgen in zijn huis. Andriessen vertelt achteraf hoeveel angst hij heeft gekend in deze periode. Na de Tweede Wereldoorlog krijgt Andriessen verschillende opdrachten om monumenten te realiseren. ‘Bomslachtoffer’ (1948) is door Andriessen gemaakt om de verschrikkingen ten gevolge van bomaanslagen in Enschede te herdenken. LINKEN MET DE COLLECTIE: Bomslachtoffer van Mari Andriessen kan als piëta worden geïnterpreteerd en vergeleken worden met de ‘Piëta’ (1932) van Ivan Mestrovic. Het is letterlijk ook een werk dat gelinkt kan worden aan de gruwelen van het oorlogsgebeuren. POËZIE 16 57 PHILIPPE VAN SNICK (Belgisch kunstenaar, 1946) studeert aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Gent en zal na zijn opleiding vooral met verschillende media binnen de abstracte en minimalistische kunst werken. Hij werkt met een beperkt aantal steeds wederkerende motieven, waarvan er een aantal terug te vinden zijn in zijn werk Poëzie, zoals de ellips en het decimaal systeem. Ook de vier natuurelementen zijn vertegenwoordigd: water, lucht en aarde zijn vanzelfsprekend. Het vuur zit ook in de steen, die vulkanisch is. Deze motieven kunnen geïnterpreteerd worden als een manier van ordening. Zo is de ellips de vorm van de baan van de aarde rond de zon. De titel van het werk past bij de cadans van de belletjes. De orde, vredigheid en rust waarmee deze cadans steeds opnieuw wordt herhaald staat lijnrecht tegenover de chaos en de ruwheid van oorlog en conflict. LINKEN MET DE COLLECTIE: > Zie Oscar Jespers pg 9-10 63 Braempaviljoen. Vanaf september 2014 vlakbij ‘De Zuil’ van Johan Creten IVAN MESTROVIC (Kroatisch kunstenaar en architect, 1883-1962) studeert in Wenen aan de Academie voor Schone Kunsten. Nadat hij is afgestudeerd in 1904 vertrekt hij op reis naar Italië en gaat hij daarna naar Parijs. Wanneer hij terugkeert naar Wenen stelt hij ongeveer 60 werken tentoon die geïnspireerd zijn op Joegoslavische en Kosovaarse thema’s. Het ministerie wil een werk aankopen PIËTA voor de Galerij voor Moderne Kunst in Wenen, maar op het laatste moment komt Aartshertog Franz Ferdinand tussen. Hij wil niet toestaan dat Servische werken zijn Belvedère binnenkomen. Vlak na de aanslag op Franz Ferdinand raadt een Oostenrijkse officier hem aan Dalmatië te verlaten aangezien de Oostenrijkers van plan zijn een groot aantal Servische en Kroatische nationalisten aan te houden. Mestrovic vlucht meteen naar Italië. Daarna reist hij door naar Londen. 17 Van 1916 tot 1918 woont hij zowel in Geneve als in Cannes. Tijdens de oorlogsjaren produceert hij werken met als inspiratie de verschrikkingen van de oorlog. Tijdens het interbellum grijpt hij af en toe terug naar religie als thema. Zijn ‘Piëta’ (1932) is daarvan een voorbeeld. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zal hij kort gevangen genomen worden door de Ustasa beweging. Na Wereldoorlog II wordt hij Amerikaans staatsburger. LINKEN MET DE COLLECTIE: > Zie Mari Andriessen pg 16 64 SELÇUK MUTLU (Belgisch kunstenaar, 1975) behaalt een licentiaatsdiploma in de visuele en plastische kunsten aan l’Académie des Beaux-arts de Liège in 2003. Deze ‘Coin punitif (childhood memory)’ (2010) herinnert aan het mogelijke gevolg van conflicten uit een lang vervlogen kindertijd. Het in de hoek COIN PUNITIF (CHILDHOOD MEMORY) staan was voor Mutlu echter niet zozeer een straf, maar eerder een plek om tot rust te komen. Een plek ook om te dromen en naar de toekomst te kijken. Zijn betonnen muren sluiten dan ook niet mooi aan, zodat er steeds een kier naar de onbegrensdheid van mens en geest blijft bestaan. Deze uitweg is er één weg van het uiterlijk, maar evengoed het innerlijk conflict. 18 23 CONSTANT PERMEKE (Belgisch kunstenaar, 1886-1952) wordt geboren in Antwerpen en verhuist als kind naar Oostende. In 1903 volgt hij les aan de Academie van Brugge en in 1906 schrijft hij zich in aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent. Bij het uitbreken van het Grote Oorlog wordt Permeke gemobiliseerd en ingezet bij de verdediging van de Antwerpse forten. Hij raakt zwaargewond in Duffel en wordt naar Folkestone in het Verenigd Koninkrijk gebracht. In 1916 vestigt hij zich in MARIE-LOU Devonshire. Hoewel hij nog steeds op krukken loopt krijgt zijn schildersziel hem weer te pakken. In 1917 overleeft hij ternauwernood de Spaanse griep en twee jaar later keert hij met zijn vrouw en drie kinderen terug naar Oostende. Eind jaren ’30 raakt Permeke meer en meer geïnteresseerd in beeldhouwkunst. ‘Marie-Lou’ (1935) is hiervan een uiting. De oorlogsperiode 1940-1945 wordt voor Permeke, zowel menselijk als artistiek, een tragedie. Zijn zoon Paul die de Britse nationaliteit heeft wordt door de Duitsers weggevoerd en hemzelf wordt het schilderen verboden. Zijn kunst, zoals het hele expressionisme wordt door de Duitsers als “entartet” beschouwd. In 1945 wordt zijn zoon uit het gevangenenkamp vrijgelaten en vindt Permeke zijn werkkracht terug in vernieuwde levensvreugde waarna hij nog grote successen zal boeken. LINKEN MET DE COLLECTIE: Net als Rik Wouters werd Constant Permeke ingezet om zijn land te verdedigen. Tijdens Wereldoorlog II werd het werk van Permeke als ‘entartet’ beschouwd net zoals onder andere dat van Henri Laurens, Rudolf Belling, maar ook dat van Ai Wei Wei wiens ‘The Bridge Without a Name’ vlakbij ‘Marie-Lou’ staat. 19 55 AI WEI WEI (Chinees kunstenaar, 1957) is de zoon van Ai Qing, een beroemd schrijver, schilder en dichter. In 1967 wordt Qing door de overheid gezien als vijand van het volk en gedwongen om toiletten schoon te houden en met zijn gezin in een hol onder de grond te wonen. In 1978 schrijft Wei Wei zich in aan THE BRIDGE WITHOUT A NAME de filmacademie van Peking en in 1981 trekt hij voor 12 jaar naar New York. Hij keert terug naar China wanneer zijn vader ziek wordt, na 12 jaar geen contact te hebben gehad met zijn familie. Vanaf het jaar 2000 komt Wei Wei meer en meer in de belangstelling. Hij geeft advies voor het ontwerp van het Nationaal Stadion voor de Olympische Spelen in Peking. In 2008 houdt Wei Wei zich bezig met het blootleggen van het bouwschandaal bij de scholen die zijn ingestort tijdens de Sichuan aardbeving. Sindsdien wordt hij tegengewerkt door de Chinese autoriteiten die hem regelmatig huisarrest opleggen en officieel beschuldigen van belastingontduiking. Wei Wei protesteert tegen de Chinese regering met zijn kunstwerken. Hij is een liefhebber van Marcel Duchamp en diens Ready Made Art, zo heeft hij ook de functionele brug reeds aanwezig in het Middelheimmuseum onderhanden genomen in 2012 en er een eigenzinnig werk van gemaakt. Het loopoppervlak van ‘The Bridge Without a Name’ (2012) symboliseert niet enkel de moeilijke relaties tussen Oost en West, maar ook de moeilijke relatie tussen Wei Wei en de Chinese overheid. 21 MARINO MARINI (Italiaans kunstenaar, 19011990) gaat aan het einde van de Grote Oorlog studeren aan de Accademia di Belle Arti in Firenze. In 1919 reist hij voor het eerst naar Parijs, waar hij in contact komt met moderne kunst. Gedurende de jaren ’20 woont en werkt hij voornamelijk in Italië, waar hij ook regelmatig exposeert. In 1930 gaat hij opnieuw naar Parijs waar hij Picasso, Maillol, Braque, Laurens en Lipchitz ontmoet. In 1934 reist MIRACOLO hij naar Bamberg waar hij de kathedraal bezoekt en onder de indruk is van de ‘Bamberger Reiter’ uit de 13de eeuw. Zelf zal hij vanaf 1936 regelmatig ruiterbeelden maken, waarvan ‘Miracolo’ (1951) een voorbeeld is. Aanvankelijk sluit zijn stijl nog aan bij het sentimenteel realisme, maar langzaamaan zullen zijn vormen dramatischer worden en de tragedie van het menselijk bestaan uitbeelden. Mogelijk zit de Tweede Wereldoorlog daar voor iets tussen. In 1942 worden zijn appartement en zijn atelier vernield door BAMBERGER REITER bombardementen en vlucht Marini naar Zwitserland, waar hij onder andere Germaine Richier en Fritz Wotruba ontmoet met wie hij later zou exposeren. In 1948 keert hij terug naar Milaan, datzelfde jaar sluit hij een hechte vriendschap met Henry Moore met wie hij in de toekomst ook zal exposeren, verkoopt hij een werk aan Peggy Guggenheim en wordt hij vertegenwoordigd in de Verenigde Staten. De successen volgen elkaar op tot aan zijn dood. LINKEN MET DE COLLECTIE: In China wordt Ai Wei Wei monddood gemaakt door de communistische regering, net zoals de kunst van onder andere Constant Permeke, Rudolf Belling en Henri Laurens tijdens de Nazistische overheersing in Europa. 20 LINKEN MET DE COLLECTIE: Marino Marini exposeerde met Germaine Richier die hij ontmoette in Zwitserland. Marino Marini was een goede vriend van Henry Moore. 21 27 JUAN MUÑOZ (Spaans kunstenaar, 1953-2001) krijgt in 1976 een beurs aan de Central School of Art and Design in Londen nadat hij gedurende een vijftal jaar door Europa reist. In Londen richt hij zich vooral op drukkunst. Begin jaren ’80 van de 20ste eeuw concentreert hij TWEE FIGUREN VOOR MIDDELHEIM zich meer en meer op beeldhouwkunst. Dit vult hij aan met andere media, zoals geluid of film om verhalen te vertellen. Het verhaal achter ‘Twee figuren voor Middelheim’ (1993) gaat over machteloosheid. Die machteloosheid slaat voornamelijk toe bij de bezoeker die niets kan ondernemen om het tragische lot van de twee individuen in de bomen teniet te doen. Het gebrek aan energie in de beelden draagt bij tot hun ontmenselijking dat reeds door hun voorkomen van gevangenschap in een zak wordt geïntroduceerd. De disharmonie bevindt zich hier in het feit dat de toeschouwer wordt meegetrokken in een innerlijk en onbehaaglijk conflict dat reeds lijkt uitgeblust tussen beide figuren en hun omgeving. COLOFON Auteur: Anne-Sophie Van Vyve, archeoloog en museumgids Middelheimmuseum. Vormgeving: Daneel Bogaerts Brochure tot stand gekomen met steun van Vredescentrum Antwerpen. MET DANK AAN Greet Stappaerts, Lotte Dodion, Margot De Deken Manfred Werner (Tsui) voor ‘Mensch, verdamme den Krieg’ de.wikivoyage.org/wiki/Bamberg#mediaviewer/Datei:Bamberg_Dom_Bamberger_Reiter. JPG voor de ‘Bamberger Reiter’ en.wikipedia.org/wiki/Antoine_Bourdelle#mediaviewer/File:Monumento_General_Carlos_Mar%C3%ADa_de_Alvear.jpg voor het Alvear Monument. RONDLEIDINGEN Groepen kunnen een museumgids boeken voor een rondleiding van twee uur rond thema Conflict en geweld als artistieke inspiratie/vernauwing € 75 voor twee uur, 15 pers. Per gids, max. 4 gidsen tegelijk. Familiespel herdenking Wereldoorlog I: Ballade ’14-‘18 Sanne de Wolf /Anne-Sophie Van Vyve Naar aanleiding van de 100ste verjaardag van het begin van de eerste wereldoorlog werd dit spel ontwikkeld. De beelden in het park staan centraal en worden verbonden aan verhalen en getuigenissen van 100 jaar geleden. Aan de hand van informatieve en uitvoerbare opdrachten worden gezinnen ondergedompeld in een wereld van conflict en vrede. Voor 10-18 jarigen samen met familie, vrienden. Met gids: 2u 85€ per gids per 15 deelnemers Zonder gids: gratis, te ontlenen aan de balie van het museum BESLUIT Het Middelheimmuseum bewaart een schat aan kunst en informatie die steeds vanuit een nieuw standpunt bekeken kan worden. Voor meer informatie en een uitbreiding op het thema is de rondleiding ‘Conflict en geweld als artistieke inspiratie/vernauwing’ een aanrader. 22 RESERVERINGEN Aanbod rondleidingen voor groepen (volwassenen, jongeren, kinderen): Antwerpen Toerisme en Congres: T 03 232 01 03 | E [email protected] Reserveer (verplicht, tenzij anders vermeld) voor alle activiteiten ten laatste drie weken voor aanvang. Bij elke reservering wordt een eenmalige administratiekost van € 5 aangerekend. Onze begeleiders wachten je steeds op aan het onthaal in het kasteel op Middelheim-Hoog. Wij vragen aan de klant/bezoeker om ten laatste drie weken op voorhand te reserveren en 10 dagen vóór het bezoek te betalen. Annulaties zijn kosteloos tot 10 dagen vóór de bezoekdatum. Als je later annuleert, wordt het volledige bedrag van de reservatie aangerekend. De administratiekosten zijn altijd voor rekening van de klant. 23