VRAGENLIJST over uw ervaringen met de vruchtbaarheidszorg Patient-Centredness Questionnaire-Infertility (PCQ-Infertility) Deze vragenlijst is bestemd voor mensen die onder behandeling zijn voor vruchtbaarheidsproblemen. De PCQ-Infertility is ontwikkeld door de afdeling Verloskunde & Gynaecologie van het UMC St Radboud en intellectueel eigendom van het UMC St Radboud. Zonder toestemming mag er niets worden gewijzigd aan de inhoud van de vragenlijst. Het logo van het UMC St Radboud dient altijd zichtbaar te zijn op het voorblad van de vragenlijst. Patient-Centredness Questionnaire-Infertility TOELICHTING VRAGENLIJST Deze vragenlijst bevat naast achtergrondvragen 47 vragen over uw ervaringen met de zorg. Deze vragen gaan over hoe u en uw partner de vruchtbaarheidszorg de afgelopen 12 maanden hebben ervaren. Het gaat hierbij om uw mening en ervaringen. Er bestaan dan ook geen ‘goede’ of ‘foute’ antwoorden. Sta niet te lang stil bij elke vraag. Uw eerste reactie is meestal de beste. Uitleg verschil in woordgebruik Met ‘de arts’ worden alléén de gynaecologen en/of fertiliteitsartsen die u behandel(d)en bedoeld. Met ‘de behandelaars’ worden zowel de artsen als verpleegkundigen en echoscopisten bedoeld. Met ‘het behandelteam’ bedoelen wij alle medewerkers met wie u op de afdeling te maken heeft gehad, dus zowel de artsen en verpleegkundigen, als ook de laboranten en baliemedewerkers. Met ‘het traject’ wordt de gehele periode van zowel de onderzoeken als behandeling(en) bedoeld. Met ‘het behandeltraject’ wordt alléén de periode van de behandeling(en) bedoeld. Uitleg antwoordmogelijkheden Bij de vragen met de onderstaande antwoordmogelijkheden wordt het volgende bedoeld: ‘nooit’ = de gevraagde situatie kwam nooit of 9 op de 10 keer niet voor ‘soms’ = de gevraagde situatie kwam ongeveer 1 op de 3 keer voor ‘meestal’ = de gevraagde situatie kwam ongeveer 3 op de 4 keer voor ‘altijd’ = de gevraagde situatie kwam altijd of 9 op de 10 keer wel voor Het kan zijn dat een bepaalde vraag niet op u van toepassing is of dat u een bepaald aspect van de zorg niet heeft meegemaakt. Beantwoord deze vraag dan met ‘n.v.t.’ (niet van toepassing). Hopelijk wilt u de vragen samen met uw partner invullen. Hoewel sommige vragen op elkaar lijken is het voor het verbeteren van de zorg belangrijk dat u de vragenlijst volledig invult en geen vragen overslaat. Wilt u de vragen beantwoorden door een kruisje te zetten in het vakje dat links van uw antwoord staat. Het invullen van de vragenlijst duurt 10 - 15 minuten. 2|Pagina Patient-Centredness Questionnaire-Infertility Achtergrondvragen De vragen hieronder gaan uzelf en over uw behandeling 1. Over welk ziekenhuis vult u deze vragenlijst in? .................................................................... 2. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? ❑ Geen opleiding ❑ Lagere school / basisonderwijs ❑ LBO, VBO, LTS, LHNO, VMBO ❑ MAVO, VMBO-t, MBO-kort ❑ MBO, MTS, MEAO ❑ HAVO, VWO, Gymnasium ❑ HBO, HEAO, PABO, HTS ❑ Universiteit ❑ anders, namelijk ................................. 3. Met welke behandeling bent u bezig of heeft u net afgerond? Slechts één antwoord mogelijk ❑ Ik ben nog niet begonnen met een behandeling ❑ Ovulatie-inductie (opwekken eisprong) ❑ IUI (inseminaties) met of zonder hormoonstimulatie ❑ IVF of ICSI (reageerbuisbevruchting) ❑ TESE / PESA / MESA ❑ Anders, namelijk ................................. (a.u.b. in blokletters) 4. Bent u op dit moment zwanger? ❑ Nee ❑ Ja Bereikbaarheid De vragen hieronder gaan over de (telefonische) bereikbaarheid van uw behandelteam. 1. Hoe vaak kreeg u direct iemand te spreken wanneer u naar de fertiliteitsafdeling belde? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 2. Was het een probleem om bij vragen het behandelteam te bereiken (per telefoon of mail)? ❑ Een groot probleem ❑ Een klein probleem ❑ Geen probleem ❑ N.v.t., ik heb niet geprobeerd het behandelteam te bereiken Voorlichting en uitleg De vragen hieronder gaan over de voorlichting en uitleg die u heeft gekregen tijdens het traject. 3. Heeft u informatie gekregen over hoe u het behandelteam buiten kantooruren kunt bereiken (bij dringende vragen of problemen)? ❑ Nee ❑ Ja 4. Heeft u naast mondelinge ook schriftelijke informatie ontvangen? ❑ Nee ❑ Ja, maar onvoldoende ❑ Ja, absoluut 5. Was de uitleg over de onderzoeken die u zou krijgen duidelijk? ❑ Nee, helemaal niet ❑ Een beetje ❑ Grotendeels ❑ Ja, absoluut 3|Pagina Patient-Centredness Questionnaire-Infertility 6. Bent u voorgelicht over de verschillende behandelmogelijkheden? ❑ Nee ❑ Ja, maar onvoldoende ❑ Ja, absoluut 7. Was de uitleg over de behandeling die u zou krijgen duidelijk? ❑ Nee, helemaal niet ❑ Een beetje ❑ Grotendeels ❑ Ja, absoluut 8. Heeft u een overzicht gekregen met daarop de tijdsplanning van uw traject? ❑ Nee ❑ Ja 12. Heeft u uitleg van een verpleegkundige gemist? Zo ja, op welke momenten? Meerdere antwoorden mogelijk ❑ Bij het eerste gesprek (de intake) ❑ Bij nieuwe medicijnen ❑ Nadat u uw behandelplan kreeg ❑ Rondom de punctie ❑ Rondom de terugplaatsing ❑ Rondom de zwangerschapstest ❑ Ik heb geen uitleg gemist 13. Waren er evaluatiegesprekken om terug te blikken op uw behandeltraject? ❑ Nee ❑ Ja, maar onvoldoende ❑ Ja, absoluut ❑ N.v.t. Ik ben pas net of nog niet gestart met een behandeling Gespreksvaardigheden van het team 9. Zijn de mogelijke bijwerkingen van de medicijnen die u voorgeschreven kreeg aan u uitgelegd? ❑ Nee ❑ Ja, maar onvoldoende ❑ Ja, absoluut ❑ N.v.t., ik heb geen medicijnen voorgeschreven gekregen. 10. Waren de instructies over hoe u de medicijnen moest spuiten duidelijk? ❑ Nee, helemaal niet ❑ Een beetje ❑ Grotendeels ❑ Ja, absoluut ❑ N.v.t., ik heb geen spuitinstructies gehad 11. Heeft het behandelteam u verteld over de mogelijkheden om ondersteuning te krijgen van een maatschappelijk werker of psycholoog? ❑ Nee ❑ Ja, maar onvoldoende ❑ Ja, absoluut De vragen hieronder gaan over hoe het behandelteam met u communiceerde. 14. Waren uw behandelaars eerlijk en duidelijk over wat u kon verwachten van de zorg? Bijvoorbeeld over uw kansen en mogelijkheden. ❑ Nee, helemaal niet ❑ Een beetje ❑ Grotendeels ❑ Ja, absoluut 15. Zijn de uitslagen van uw onderzoeken met u besproken? ❑ Nee ❑ Ja, maar onvoldoende ❑ Ja, absoluut 16. Hoe vaak luisterde de arts aandachtig naar u? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 3|Pagina Patient-Centredness Questionnaire-Infertility 17. Hoe vaak nam de arts u serieus? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 18. Hoe vaak nam de arts de tijd voor u? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 19. Hoe vaak had u het idee dat er ‘over’ u werd gepraat in plaats van met u? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 20. Was het behandelteam bereid met u te praten over fouten of zaken die niet goed zijn gegaan? ❑ Nee ❑ Ja ❑ N.t.v., er is niets mis gegaan Betrokkenheid bij uw eigen zorg De vragen hieronder gaan over de mate waarin u betrokken werd bij het zorgproces. 23. Was er – indien u dit wilde – ruimte om mee te beslissen over uw behandeling? ❑ Nee, helemaal niet ❑ Een beetje ❑ Grotendeels ❑ Ja, absoluut Aandacht voor uw wensen en behoeftes De vragen hieronder gaan over hoe u tijdens het traject begeleid werd en of het team belangstelling toonde. 24. Had u tijdens het traject toegang tot uw eigen medische dossier? ❑ Nee, helemaal niet ❑ Ja, maar onvoldoende ❑ Ja, absoluut ❑ Weet ik niet 25. Hoe vaak toonde de arts belangstelling voor uw persoonlijke situatie? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 26. Hoe vaak had de arts begrip voor uw emoties en huidige situatie? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 21. Hoe vaak stond de arts open voor uw mening en ideeën? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 27. Leefden verpleegkundigen zich in uw situatie in? ❑ Nee, helemaal niet ❑ Een beetje ❑ Grotendeels ❑ Ja, absoluut 22. Hoe vaak kreeg u de ruimte om vragen te stellen aan de arts? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 28. Besteedde het behandelteam ook aandacht aan uw partner? ❑ Nee, helemaal niet ❑ Een beetje ❑ Grotendeels ❑ Ja, absoluut ❑ N.v.t., mijn partner is er nooit bij 4|Pagina Patient-Centredness Questionnaire-Infertility 29. Hoe vaak was er tijdens de behandeling(en) persoonlijke begeleiding van verpleegkundigen? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 30. Had het behandelteam aandacht voor de mogelijke emotionele gevolgen van vruchtbaarheidsproblemen? ❑ Nee, helemaal niet ❑ Een beetje ❑ Grotendeels ❑ Ja, absoluut ❑ N.v.t. / weet ik niet Overeenstemming & samenwerking binnen uw zorg Onderstaande vragen gaan over eenheid binnen uw zorg en over samenwerking tussen uw behandelaars onderling. 31. Is u één aanspreekpunt binnen het team aangewezen, met wie u -bij vragen of problemen- altijd contact op kunt nemen (bijv. een verpleegkundige)? ❑ Nee ❑ Ja 32. Hoeveel verschillende artsen zijn er in uw huidige ziekenhuis betrokken (geweest) bij uw behandeling? ❑ 1 of 2 ❑ 3 of 4 ❑ 5 of meer 33. Had u één eigen arts (hoofdbehandelaar) met wie u de belangrijkste gesprekken voerde en beslissingen nam? ❑ Nee, ik heb geen hoofdbehandelaar aangewezen gekregen ❑ Ja, maar deze zag ik onvoldoende ❑ Ja, absoluut 34. Hoe vaak had u uw afspraken bij dezelfde arts? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 35. Hoe vaak moest u opnieuw hetzelfde verhaal vertellen bij verschillende artsen? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 36. Hoe vaak kreeg u tegenstrijdige informatie of adviezen? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 37. Spraken behandelaars elkaar tegen in beleid (de één zegt dit, de ander zegt dat)? ❑ Nee, helemaal niet ❑ Een beetje ❑ Grotendeels ❑ Ja, absoluut Professionaliteit team De vragen hieronder gaan over hoe vakkundig het team en de geleverde zorg op u overkwam. 38. Hoe vaak gebruikte het behandelteam vaktermen zonder dat deze werden uitgelegd? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 5|Pagina Patient-Centredness Questionnaire-Infertility 39. Hoe vaak was uw arts goed voorbereid als u bij hem/haar kwam voor een afspraak? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 40. Maakte(n) de arts(en) een deskundige indruk op u? ❑ Nee, helemaal niet ❑ Een beetje ❑ Grotendeels ❑ Ja, absoluut 41. Hoe vaak werkte het behandelteam slordig (onzorgvuldig)? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 42. Hoe vaak verliep de organisatie op de polikliniek soepel (goed georganiseerd)? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 43. Hoe lang moest u meestal wachten in de wachtkamer? ❑ Meer dan 1 uur ❑ 30 tot 60 minuten ❑ 15 tot 30 minuten ❑ Minder dan 15 minuten Organisatie van zorg 45. Hoeveel tijd zat er tussen het 1e bezoek aan uw ziekenhuis en het moment dat u een behandelplan kreeg? ❑ Meer dan 6 maanden ❑ 4 tot 6 maanden ❑ 2 tot 4 maanden ❑ Minder dan 2 maanden 46. Hoe lang moest u gemiddeld ‘onnodig’ wachten voor u aan een volgende behandeling kon beginnen? Bijvoorbeeld door een wachtlijst of zomerstop. ❑ Meer dan 2 maanden ❑ 2 maanden ❑ 1 maanden ❑ Ik kon altijd direct starten met een volgende behandeling ❑ Niet van toepassing Tot slot 47. Welk cijfer geeft u de totale vruchtbaarheidszorg in uw ziekenhuis? Een 0 betekent heel erg slecht. Een 10 betekent uitstekend. ❑ 0 Heel erg slechte zorg ❑ 1 ❑ 2 ❑ 3 ❑ 4 ❑ 5 ❑ 6 ❑ 7 ❑ 8 ❑ 9 ❑ 10 Uitstekende zorg De vragen hieronder gaan over de snelheid waarmee u het traject kon doorlopen 44. Hoe vaak had u te maken met een wachttijd langer dan 3 weken wanneer u een afspraak wilde maken met de arts? ❑ Nooit ❑ Soms ❑ Meestal ❑ Altijd 6|Pagina Patient-Centredness Questionnaire-Infertility RUIMTE VOOR EXTRA OPMERKINGEN U bent hiermee aan het einde van de vragenlijst gekomen. Als u nog op- of aanmerkingen heeft op deze vragenlijst, dan kunt u die hieronder noteren. Deze gegevens zullen anoniem worden verwerkt. EINDE VAN DEZE VRAGENLIJST ______ _______ ________ ________ ___________ ___________ _____________ ________ ____ HARTELIJK DANK VOOR HET INVULLEN VAN DE VRAGENLIJST