worden

advertisement
EUROPEES PARLEMENT
2004
 






 
2009
Zittingsdocument
16.2.2005
B6-0119/2005
ONTWERPRESOLUTIE
naar aanleiding van een verklaring van de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement
door Nicola Zingaretti en Guido Sacconi, namens de PSE-Fractie
Lapo Pistelli, Antonio Di Pietro en Luciana Sbarbati, namens de ALDE-Fractie
Monica Frassoni en Sepp Kusstatscher, namens de Verts/ALE-Fractie
Roberto Musacchio en Umberto Guidoni, namens de GUE/NGL-Fractie
over de crisis in de staalsector (Thyssen Krupp Terni)
RE\556784NL.doc
NL
PE 354.242v01-00
NL
B6-0119/2005
Resolutie van het Europees Parlement over de crisis in de staalsector (Thyssen Krupp
Terni)
Het Europees Parlement,
– gelet op het Handvest voor de fundamentele rechten van de Europese Unie, in het
bijzonder de bepalingen over de sociale rechten, alsook artikel 136 van het EG-Verdrag,
op grond waarvan de lidstaten als doel hebben: bevordering van de werkgelegenheid,
verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden, adequate sociale bescherming, de
sociale dialoog, ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen om een hoog duurzaam
werkgelegenheidsniveau mogelijk te maken en bestrijding van de marginalisering,
– gezien richtlijn 2002/24/EG van 11 maart 2002 over voorlichting en raadpleging van de
werknemers, alsook de richtlijnen 98/59/EG van 20 juli 1998 en 94/45/EG van
22 september 1994 over het dichter bij elkaar brengen van de wetgevingen van de
lidstaten op het punt van collectieve ontslagen en het vormen van een Europees
bedrijfscomité (beide richtlijnen zijn bedoeld om de wetgevingen van de lidstaten ten
aanzien van de dialooginstrumenten tussen de sociale partners dichter bij elkaar te
brengen),
– onder verwijzing naar zijn eerdere resoluties over de staalsector, herstructurering en
industriële fusies, in het bijzonder de resolutie over de zaak AST/Thyssen Krupp in Terni
van 12 februari 2004, die met algemene stemmen is aangenomen,
– gelet op de voortdurende teloorgang van arbeidsplaatsen in de gehele Europese
staalsector,
– gelet op artikel 103, lid 2 van zijn Reglement,
A. verontrust over het opheffen van hoog technologische producties die de afgelopen jaren
genoemd zijn als model door hun technologische know-how en daardoor beschermd
moesten worden wegens de werkgelegenheid en om het marktaandeel te behouden,
B. overwegende dat de strategie van Lissabon als doel heeft om van de EU de meest
concurrerende en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken die een duurzame
economische groei kan dragen wat gepaard gaat met arbeidsplaatsen, kwalitatief
hoogstaande werkgelegenheid en een grotere sociale cohesie,
C. overwegende dat de onderneming Thyssen Krupp begin 2004 al had laten weten dat de
magnetische afdeling van AST in Terni dicht zou gaan, waardoor in deze provincie
900 mensen op straat zouden komen te staan,
D. overwegende dat dankzij het mobiliseren van werknemers, vakbonden en autoriteiten,
alsook de door de Europese instellingen ondernomen acties, het besluit van Thyssen
Krupp was ingetrokken en dat op 17 juni 2004 een akkoord is ondertekend om in Terni de
productie van magnetisch staal voort te zetten,
PE 354.242v01-00
NL
2/4
RE\556784NL.doc
E. overwegende dat nog geen half jaar na dit akkoord het bedrijf, zonder zich iets aan te
trekken van de bijeenkomsten tussen de sociale partners en de Italiaanse regering die voor
23 november jl. op het programma stonden, op de meest recente bestuursraad heeft
bevestigd dat het van plan is de fabriek voor magnetisch staal te sluiten: dit besluit is op
7 februari 2005 van kracht geworden, waardoor de 360 werknemers zonder waarschuwing
vooraf naar huis zijn gestuurd,
F. overwegende dat er geen enkele bedrijfsoverweging is die rechtvaardigt dat men zich niet
houdt aan de akkoorden van juni 2004, terwijl de winst van de onderneming met maar
liefst 55% is gestegen tot een bedrag van meer dan 844 miljoen euro,
G. overwegende dat Thyssen Krupp zich in haar eigen investeringsplan had vastgelegd om
van Terni de Europese pool voor magnetisch staal bij uitstek te maken, mede gezien de
infrastructurele en energiekostentechnische voordelen die de Italiaanse regering in juni
2004 heeft gegarandeerd,
H. gelet op het opnieuw mobiliseren van de betrokken werknemers, hun vakbonden, de
bevolking en vertegenwoordigers van de plaatselijke autoriteiten,
I. gelet op de enorme overheidsinvesteringen, o.a. die van de structuurfondsen in verband
met doelstelling 2 en van het ESF om het plaatselijk systeem, de infrastructuur en de
beroepsopleiding te ontwikkelen waar AST/Thyssen Krupp zowel direct als indirect van
heeft kunnen profiteren,
J. overwegende dat solidariteit eist dat de lidstaten concrete maatregelen nemen, zowel voor
de huidige generaties als voor de toekomstige, door de noodzakelijke economische en
maatschappelijke cohesie te bevorderen om achterstandsgebieden op peil te houden en de
ongelijkheid tussen de bevolkingen van de Unie te verminderen,
1. verzoekt de Italiaanse regering en de Commissie onmiddellijk initiatieven te nemen om
Thyssen Krupp ertoe te bewegen de bedrijfssluiting van de magnetische afdeling bij AST
in Terni te herroepen en om de 360 werknemers die nu thuis zitten, weer aan het werk te
zetten;
2. verzoekt Thyssen Krupp om met steun van de Italiaanse regering en de Commissie de
werkgelegenheid op peil te houden, zich te houden aan het in juni jl. ingediende
investeringsplan en de andere productielijnen (smelterijen en titanium) te versterken die
niet direct verband houden met de "core business" roestvrij staal;
3. verklaart zich solidair met de getroffen werknemers en hun gezinnen, ook diegenen die
werkzaam zijn bij toeleveringsbedrijven en in de andere afdelingen van AST, wier banen
eveneens op de tocht staan;
4. verzoekt de Commissie en de lidstaten om een krachtiger strategie te kiezen tegenover
industriële herstructurering en de sociale gevolgen hiervan, om te waarschuwen voor
negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid, de arbeidsomstandigheden en de ruimtelijke
ordening, overeenkomstig het werkprogramma van de Commissie voor het beheer van
productieveranderingen en de maatschappelijke gevolgen hiervan, zoals in november
2002 samen met de sociale partners goedgekeurd;
RE\556784NL.doc
3/4
PE 354.242v01-00
NL
5. herinnert de Commissie eraan dat het tot haar bevoegdheden behoort, na het verdwijnen
van de EGKS, om zich bezig te houden met de economische en maatschappelijke
gevolgen van de ontwikkelingen in de Europese staalindustrie en om met voorstellen te
komen voor bescherming van de industrie, in het bijzonder de staalindustrie, in het kader
van het nieuwe cohesiebeleid dat op 1 januari 2007 van start moet gaan;
6. is van mening dat Europa gunstige randvoorwaarden moet creëren voor het ontwikkelen
van geavanceerde industriële sectoren met een hoge technologie door te investeren in
onderzoek en vernieuwing, met gebruikmaking van de EU-fondsen via het zevende
kaderprogramma O&O, ook bij het uitwerken van nieuwe materialen, design en processen
die garanties bieden voor innovatie en duurzame ontwikkeling voor traditionele
bedrijfstakken;
7. is van mening dat alle in het kader van de overheidsfondsen, met inbegrip van de
structuurfondsen, verleende subsidies ondergeschikt moeten worden gemaakt aan
afspraken over instandhouding van de werkgelegenheid, plaatselijke ontwikkeling en
investeringen ter modernisering van de productie;
8. is van mening dat de Commissie met een wetsvoorstel moet komen waarbij de bepalingen
worden versterkt over een verbod op het verplaatsen van bedrijven die communautaire
steun genieten, hetzij door de periode te verlengen tijdens welke het bedrijf garant moet
staan voor de productie in het betreffende gebied, hetzij door de onderneming, wanneer
deze zich niet houdt aan de afspraken, te verplichten tot alternatieve oplossingen waar het
gaat om productinnovatie en werkgelegenheid die moeten zorgen voor instandhouding
van de werkgelegenheid;
9. verzoekt de lidstaten om de sociale dialoog te bevorderen en te intensifiëren met
eerbiediging van de nationale en Europese wetgeving over voorlichting en raadpleging
van de werknemers, alsmede om efficiënte maatregelen te nemen die gericht zijn op
bescherming van de vakbondsvertegenwoordigers;
10. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Commissie, de Raad, de
regeringen en de parlementen van de lidstaten alsook aan de sociale partners.
PE 354.242v01-00
NL
4/4
RE\556784NL.doc
Download