Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005–2006 30 300 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën A MOTIE VAN HET LID NOTEN C.S. Voorgesteld 22 november 2005 De Kamer, gehoord de beraadslagingen, constaterende dat de werkloosheid onder migranten en hun kinderen relatief hoog is en dat dit niet alleen verklaard kan worden door de afwezigheid van een adequaat opleidings- en kwalificatieniveau; overwegende dat discriminatie op de arbeidsmarkt leidt tot een ongewenste sociale ongelijkheid; overwegende dat discriminatie op de arbeidsmarkt een verspilling betekent van talenten; overwegende dat voor een effectief beleid dat gericht is op het tegen gaan van discriminatie op de arbeidsmarkt de inzet van werkgevers, werknemers en hun organisaties noodzakelijk is; verzoekt de regering om voorstellen voor een dergelijk beleid te ontwikkelen en die te bespreken tijdens het extra overleg met werkgeversen werknemersorganisaties zoals dat voorzien is voor het eind van dit jaar, en gaat over tot de orde van de dag. Noten Ten Hoeve Kox De Wolff Schuyer Sylvester Tan KST91823 ISSN 0921 - 7363 Sdu Uitgevers ’s-Gravenhage 2005 Eerste Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300, A