worden

advertisement
EUROPEES PARLEMENT
 






 
1999
2004
Zittingsdocument
6 februari 2003
B5-0122/2003
ONTWERPRESOLUTIE
naar aanleiding van de verklaringen van de Raad en de Commissie
ingediend overeenkomstig artikel 37, lid 2 van het Reglement
door Carles-Alfred Gasòliba i Böhm en Elspeth Attwooll,
namens de ELDR-Fractie
over de voorbereiding van de Voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad van
2003
RE\488844NL.doc
NL
PE 328.089
NL
B5-0122/2003
Resolutie van het Europees Parlement over de voorbereiding van de
Voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad van 2003
Het Europees Parlement,
–
gelet op het samenvattende verslag van de Commissie inzake de voorjaarsbijeenkomst
van de Europese Raad van 2003 en de daarbij gaande mededelingen inzake de Brede
Economische Beleidsrichtsnoeren, de Europese Werkgelegenheidsstrategie en de interne
markt,
–
gelet op de conclusies van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, de
Europese Raad van Gotenburg van 15 en 16 juni 2001 en de Europese raad van Barcelona
van 15 en 16 maart 2002, alsook op de conclusies van 16 september 2002 inzake de
resultaten van de Wereldtop voor duurzame ontwikkeling,
A. overwegende dat Europa's langzame herstel van de wereldwijde economische teruggang,
dat tot uitdrukking komt in een geringe economische groei in 2002, de tenuitvoerlegging
van de agenda van Lissabon belangrijker dan ooit maakt; overwegende dat dit des te
dringender geboden is vanwege de uitdagingen waarvoor de uitbreiding van de Europese
Unie ons stelt en de onzekerheden in het internationale politieke en economische klimaat,
B. overwegende dat de sleutel voor een hoger werkgelegenheidspeil en duurzame
economische groei gelegen is in gezonde openbare financiën, een dynamische particuliere
sector, voltooiing van de interne markt, liberalisering van de markten in sectoren als
energie en telecommunicatie, de totstandkoming van een effectieve Europese Ruimte voor
Onderzoek en een bestel dat stimuleert tot arbeid, ontwikkeling van de
beroepsbekwaamheid en innovatie,
C. overwegende dat het nastreven van milieudoelstellingen ook een dynamisch effect kan
hebben op groei, werkgelegenheid, ontwikkeling en sociaal welzijn,
D. overwegende dat het Europees Parlement bij de formulering van de Europese
Werkgelegenheidsstrategie en de Brede Economische Beleidsrichtsnoeren moet worden
betrokken, omdat dit van essentieel belang is voor de democratische legitimiteit van dit
proces,
1. verzoekt de Europese Raad om het hoofd te bieden aan de uitdagingen waarvoor de
Europese economie aan het begin van de 21e eeuw gesteld staat en ten volle van de
strategie van Lissabon te profiteren met het oog op een maximale synergie tussen de
verschillende processen - Brede Economische Beleidsrichtsnoeren, werkgelegenheidsrichtsnoeren en de strategie op middellange termijn voor de interne markt; wijst erop dat
deze Voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad van cruciaal belang is en dat de
Europese Raad beoordeeld zal worden op zijn succes bij het overbruggen van de
"beleidsprestatiekloof"; is van oordeel dat de Europese Raad zijn activiteiten moet
concentreren op het realiseren van de bestaande doelstellingen en de formulering van
PE 328.089
NL
2/5
RE\488844NL.doc
nieuwe doelstellingen moet vermijden;
2. merkt op dat de maatregelen die de lidstaten sinds de Voorjaarsbijeenkomst van de
Europese Raad van Barcelona genomen hebben bij de uitvoering van de agenda van
Lissabon te weinig ambitieus en te weinig voortvarend geweest zijn, met name op het
gebied van de structurele hervormingen, hetgeen in het bijzonder geldt voor de landen die
door de Commissie genoemd werden als de landen die de geringste resultaten hadden
geboekt bij de follow-up; benadrukt de noodzaak om sterkere nadruk te leggen op de
uitvoering en resultaten, willen wij de streefcijfers van Lissabon kunnen halen;
3. neemt kennis van de door de Commissie gegeven analyse van het effect van de internemarktwetgeving en benadrukt de extra winst van naar raming 1,1 %, die zou kunnen
resulteren uit de voltooiing van de interne markt voor financiële diensten en de volledige
liberalisering van de markten in de sectoren vervoer, telecommunicatie en energie; maakt
zich ernstige zorgen over de geringe vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van de internemarktwetgeving en herinnert de Europese Raad aan de eis die hij in Barcelona aan de
lidstaten heeft gesteld om tegen de tijd van de Voorjaarsbijeenkomst van de Europese
Raad van 2003 het streefcijfer te hebben gerealiseerd van een omzettingspercentage van
100% voor die richtlijnen waarvan de uitvoering al meer dan twee jaar op zich laat
wachten; maakt zich ook ernstige zorgen over het grote aantal procedures dat is
aangespannen wegens de nalatigheid van lidstaten bij de tenuitvoerlegging van
goedgekeurde wetgeving inzake de binnenmarkt;
4. benadrukt het belang van de bevordering van investeringen in competitieve O&O, kennis
en innovatie en van de goedkeuring van het communautaire octrooi en de bevordering van
de toegang tot en het gebruik van de informatie- en computertechnologie, welke het
bedrijfsleven nieuwe kansen bieden en helpen de kloof in productiviteitsgroei tussen de
Europese Unie en de Verenigde Staten te overbruggen, een kloof die volgens sommige
bronnen nog steeds dieper zou worden;
5. benadrukt de absolute noodzaak om het ondernemerschap te stimuleren, flexibiliteit en
aanpassingsvermogen op de arbeidsmarkt te bevorderen, de lasten van de reglementatie
voor de kleine en middelgrote ondernemingen te verminderen, de oprichting en exploitatie
te bevorderen van atypische vormen van bedrijfsorganisatie, zoals coöperatieven en
onderlinge vennootschappen, terwijl het accent ook zou moeten worden gelegd op het
verwijderen van hindernissen bij grensoverschrijdende economische activiteiten en de
toegang tot financiering, bijvoorbeeld door de tenuitvoerlegging van het Actieplan voor
Risicodragend Kapitaal;
6. benadrukt de essentiële rol die de kleine en middelgrote ondernemingen spelen als motor
voor vernieuwing, economische groei en schepping van werkgelegenheid - vooral ook in
tijden van economische neergang - en het positieve aanzwengelingseffect dat zij kunnen
hebben op de economie in haar geheel; onderstreept hoe belangrijk het is dat alle lidstaten
uitvoering geven aan de aanbevelingen die gedaan zijn in het Europese Handvest voor de
Kleine Ondernemingen, zoals de schepping van een bedrijfsvriendelijk klimaat voor deze
ondernemingen en peer pressure onder de lidstaten met het oog op de stimulering van
O&O investeringen binnen de kleine en middelgrote ondernemingen;
RE\488844NL.doc
3/5
PE 328.089
NL
7. herinnert de lidstaten aan de door hen gedane toezegging om tegen het jaar 2005
uitvoering te geven aan het Actieplan voor financiële diensten en tegen 2003 aan de
effectenmarktwetgeving, maar verlangt, als tegenprestatie, een politieke toezegging op het
hoogste niveau dat bij de herziening van de uitvoeringswetgeving (niveau 2) de
bevoegdheden van het Parlement zullen worden gerespecteerd;
8. is van oordeel dat de lidstaten de economische en monetaire stabiliteit kunnen bevorderen
indien zij zich houden aan de regels van het Stabiliteits- en Groeipakt en een cyclusversterkend economisch beleid vermijden; wijst erop dat de mogelijkheid om fiscale
overschotten te bereiken in tijden van economische opgang de vrijheid van de lidstaten om
automatische stabilisatoren te gebruiken in perioden van economische neergang beperkt
heeft tot het plafond van 3 procent voor de overheidstekorten; is ingenomen met de
bereidheid van de Commissie om alarm te slaan wanneer er budgettaire
onevenwichtigheden en andere verontrustende tendensen dreigen op te treden en de
lidstaten te herinneren aan de verplichtingen die zij in het kader van het Stabiliteits- en
Groeipakt zijn aangegaan in het belang van de duurzaamheid van de economie van de
eurozone in haar geheel;
9. ondersteunt de nieuwe gestroomlijnde beleidsprocedures voor de economische en
werkgelegenheidsrichtsnoeren als een versterking van de agenda van Lissabon, doordat
hierdoor synergieën worden ontwikkeld en een gezamenlijke benadering wordt verzekerd
bij het aanpakken van de structurele problemen; onderstreept niettemin dat de twee
reeksen richtsnoeren een verschillend karakter hebben en dat een enkel document niet
wenselijk zou zijn;
10. benadrukt zijn vastbeslotenheid om volledig te worden betrokken bij de voorbereiding en
evaluatie van de Brede Economische Beleidsrichtsnoeren en de Europese
Werkgelegenheidsstrategie, maar wijst op het bijzonder krappe tijdschema tussen de
publicatie van de voorstellen van de Commissie en hun goedkeuring door de Raad,
waardoor een substantiële bijdrage van het Europees Parlement bijna onmogelijk wordt
gemaakt; benadrukt dat de effectiviteit van de werkgelegenheidsrichtsnoeren afhankelijk
is van de mate waarin de nationale, regionale en lokale regeringen, de civiele samenleving
en de sociale partners hierbij worden betrokken en hieraan uitvoering geven, terwijl een
toereikende controle door de parlementen in de lidstaten hierbij ook van groot belang is;
11. benadrukt dat gezonde overheidsfinanciën noodzakelijk zijn om de duurzaamheid van de
stelsels voor sociale bescherming en sociale samenhang te garanderen, niet in de laatste
plaats gezien de demografische uitdaging waarvoor de veroudering van de bevolking ons
stelt - een effect waarmee in de stabiliteitsprogramma's van de lidstaten nog geen rekening
wordt gehouden; wijst in dit verband erop dat hoge prioriteit moet worden gegeven aan
een verhoging van het percentage werkenden; maakt zich zorgen over het feit dat
tengevolge van de ontoereikende vooruitgang die sommige lidstaten boeken bij de
tenuitvoerlegging van structurele hervormingen, de Europese Unie waarschijnlijk niet
haar intermediaire streefcijfer voor de werkgelegenheid zal halen van een effectieve
arbeidsparticipatie van 67 procent van de bevolking in de actieve leeftijdsgroepen;
12. benadrukt met klem dat de lidstaten zich moeten inzetten voor een verhoging van de
participatie op de arbeidsmarkt van de te weinig in het arbeidsproces opgenomen
segmenten van de bevolking, zoals vrouwen, immigranten, oudere werknemers en
PE 328.089
NL
4/5
RE\488844NL.doc
gehandicapten, bijvoorbeeld door middel van doelgerichte integratiemaatregelen,
maatregelen die het gemakkelijker maken de eisen van het werk en het gezinsleven met
elkaar te verzoenen en prikkels voor de werknemers om langer te blijven werken;
onderstreept verder dat alle lidstaten de werklust moeten bevorderen, bijvoorbeeld door
maatregelen om de fiscale systemen en de uitkeringen in dier voege aan te passen dat
arbeid en onderwijs lonender worden;
13. wijst op de bijdrage die de sector van het vrijwilligerswerk levert aan de verhoging van de
werkgelegenheid en het realiseren van andere beleidsdoelstellingen en doet daarom een
beroep op de lidstaten om nieuwe strategieën te ontwikkelen om deze sector te
ondersteunen;
14. doet een beroep op de lidstaten om levenslang leren te bevorderen, evenals investering in
menselijk kapitaal en de kwalitatieve vervolmaking van de beroepsbekwaamheden van de
werknemers door het verstrekken van een ruimere toegang tot activiteiten op het gebied
van beroepsopleiding en onderwijs; acht dit een goed middel tot verbetering van de
werkgelegenheid, bevordering van het concurrentievermogen en het overbruggen van de
kloof die er gaapt tussen werkloosheid aan de ene kant en tekorten in bepaalde sectoren
van de arbeidsmarkt aan de andere kant;
15. is van oordeel dat de milieupijler op de agenda van Lissabon als van gelijk belang moet
worden beschouwd als de economische en sociale pijlers; doet een beroep op de Europese
Raad om ervoor te zorgen dat duurzame ontwikkeling een belangrijk en vast thema wordt
op de komende voorjaarsbijeenkomsten van de Europese Raad, en verzoekt in dit verband
de Commissie om voorbereidingen te treffen voor het opmaken van een jaarlijkse balans
van de processen van Cardiff, Gotenburg en Johannesburg, welke tesamen met het
samenvattend verslag zullen moeten worden ingediend vóór het einde van het jaar
voorafgaande aan de komende voorjaarszitting van de Europese Raad;
16. wijst op de grote uitdagingen waarvoor de kandidaatlanden voor toetreding gesteld staan
om te voldoen aan de agenda van Lissabon; verzoekt de Commissie en de lidstaten om
bijzondere steun aan deze nieuwe kandidaatlanden te verlenen bij de overgang naar een
dynamische, op kennis gebaseerde economie;
17. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Europese Raad, de
Commissie en de regeringen en parlementen van de lidstaten en de kandidaatlanden voor
toetreding.
RE\488844NL.doc
5/5
PE 328.089
NL
Download