Aaneenschrijven van woorden

advertisement
AANEENSCHRIJVEN VAN
WOORDEN
Aaneenschrijven



Basisregel: als het bij elkaar hoort, en over één ding
gaat, schrijf je het ook aan elkaar, zelfs als het heel
lang wordt: onroerendgoedtransactiekostensysteem
Let wel op de betekenis!
Langeafstandloper
lange afstandloper
Aaneenschrijven

Woorden met er-, hier-, daar- en waar- schrijf je
vast:
 Ermee
 Daarvan
 Hieronder
 Waarom

Getallen tot en met het woord duizend schrijf je ook
vast: zevenduizend vijfhonderdtien
Wel of geen tussenletter?




-en als meervoud alleen op –en is: kippensoep
Behalve bij woorden waar er maar één van is:
maneschijn
Meervouden op –s krijgen alleen een e:
aspergesoep
Je schrijft –s- als je de [s] hoort in vergelijkbare
woorden: stationshal, dus ook stationsstraat
Wanneer krijg je een koppelteken?







Na afkortingen en cijfers: mbo-leerling, 18-jarig
Als het nodig is voor uitspraak: autoongeluk 
auto-ongeluk
Tussen aardrijkskundige plaatsen: Zuid-Holland
Tussen gelijkwaardige delen: zwart-wit
Als je een woord afkort: voor- en nadelen
Na chef-, ex-, leerling-, niet-: niet-roker
Alleen als voor en na het streepje een heel woord
staat: dus A4-vel, maar A4’tje
Oefeningen aaneenschrijven
1.
2.
3.
4.
Doe de spatietoets op
http://www.spatiegebruik.nl/spatietoets/
Lees de uitleg over aaneenschrijven in boek B op
bladzijde 194
Maak de online opdrachten (paragraaf 2.2)
Schrijf van de volgende afbeeldingen op welke
spatiefout(en) je ziet. Benoem waarom dit fout is,
en hoe het verbeterd moet worden.
Opdracht




Maken paragraaf 2.2 boek B
Bladzijde 195-197
Af voor volgende week maandag
Klaar? Doorlezen theorie paragraaf 2.3 en
beginnen met de opdrachten
Download