R E S U LTAT E N E N Q U Ê T E O N D E R N E M E R S PA R L E M E N T De enquête voor het Ondernemersparlement werd afgenomen van 17/01/2013 tot 28/01/2013. In totaal vulden 2.682 ondernemers de enquête in. Er werd uitgestuurd naar drie deelbestanden, met name de UNIZO-bestuurders, de deelnemers aan de online betoging ‘ik kom op straat’ en een deel van het UNIZO-ledenbestand. Ondernemers die in verschillende lijsten voorkwamen werden ontdubbeld en kregen de enquête maar eenmaal toegestuurd. 1. PROFIEL RESPONDENTEN Van de 2.682 respondenten is 24% een eenmanszaak, 76% is een vennootschap. Grafiek 1: Verdeling respondenten volgens sector Vrije en intellectuele beroepen 12% andere 11% Diensten 26% Vervoer en logistiek 2% Automobiel 1% Groothandel 5% Horeca 6% Bouw 18% Detailhandel 13% Industrie 6% Grafiek 2: Verdeling respondenten volgens aantal werknemers 45% 38% 40% 35% 31% 30% 25% 20% 14% 15% 8% 10% 7% 5% 2% 0% geen 1-4 5-9 10-19 20-49 >50 2. BELASTINGEN 85% van de ondernemers is van mening dat de huidige belastingdruk te hoog is . 12% vindt dat de belastingen weliswaar hoog zijn, maar dat we niet mogen klagen want ondernemers krijgen er ook veel voor terug. 3% van de ondernemers antwoordde niet op de vraag. Voor 0,5% van de ondernemers zijn de belastingen niet te hoog. De belastingdruk is sterk verschillend tussen enerzijds eenmanszaken en vennootschappen en anderzijds grote en kleine ondernemingen. Die verschillen worden als sterk onrechtvaardig aangevoeld. Bijna 60% acht het verschil tussen eenmanszaken en vennootschappen als niet aanvaardbaar (23% geen mening), 80% acht het verschil tussen grote en kleine ondernemingen als niet aanvaardbaar (14% geen mening). Ondernemers zijn ook zeer duidelijk over de richting die het uit moet met het belastingbeleid. Voor 91% moet de overheid minder belastingen innen en dus ook minder subsidies, premies, tegemoetkomingen, …. toekennen. 9% van de ondernemers is van mening dat de overheid veel belastingen mag innen en deze moet herverdelen, bijvoorbeeld met steunmaatregelen voor starters. De hoge tarieven in de personenbelasting moeten dalen, maar daarbij geeft de overgrote meerderheid van de ondernemers aan dat er geen verschuiving mag komen van belastingen. De overheid moet deze lastendaling financieren door zelf af te slanken. Grafiek 3: Welke inkomsten mogen zwaarder belast worden om de personenbelasting te kunnen doen dalen? 9% 8% 5% 2% Huurinkomsten (verhuring van woning of appartement) andere Onroerende voorheffing 12% Vermogensbelasting Meerwaarde op aandelen 14% Vermogenswinstbelasti ng (jaarlijkse belasting op een... 74% Geen enkele van deze. De overheid moet vooral afslanken... 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Inzake zwartwerk is de helft van de ondernemers van mening dat de kunst er in bestaat al dat zwartwerk en al die fraude uit de wereld te helpen. Dit kan door de belastingen en de sociale bijdragen te verlagen. Men zou dit kunnen financieren door eenmalig alle wantoestanden te regulariseren, in ruil voor een boete. Voor 14% van de ondernemers moet zwartwerk zonder pardon worden aangepakt met zware boetes en eventueel zelfs gevangenisstraffen. Een derde van de ondernemers is van mening dat zwartwerk niet moet aangepakt worden. Als er al zwartwerk en belastingontduiking bestaat, komt dat doordat de belastingen en de sociale bijdragen zo hoog zijn. Daardoor moet men soms sjoemelen om te kunnen overleven. En dat zowel als ondernemer of als werknemer. 3. PERSONEEL Ondernemers met personeel klagen in hoofdzaak over de loonkost (81%). Op de tweede plaats staat het vinden van geschikt personeel (40%), gevolgd door het flexibel kunnen inzetten van personeel. Grafiek 4: Met welke problemen wordt u het meest geconfronteerd op het vlak van personeel? 81% 13% 10% 10% 7% Het behouden van geschikt personeel De outplacement(kost) 19% Het principe van de cheques (maaltijd-, eco-, en andere... 23% Afwezigheden omwille van tijdskrediet en andere... 29% De starre ontslagregeling die flexibiliteit afremt De hoogte van de ontslagvergoedingen Mogelijkheden om personeel flexibel in te kunnen zetten De zoektocht naar geschikt personeel 30% De houding en instelling van de sociale inspectie 37% De motivatie en mentaliteit van mijn (potentiële)... 40% De loonkost 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Op de vraag hoe de kloof tussen wat een werknemer kost aan de werkgever en wat die werknemer uiteindelijk meeneemt naar huis antwoordt 76% van de ondernemers dat de overheid zelf haar overheidsuitgaven moet verminderen. 9% kiest voor een verschuiving van de loonlasten naar een vergroening van de fiscaliteit. 7% is voorstander van de invoering van een vermogensbelasting. Werknemers die er zelf voor kiezen minder te werken (bv tijdskrediet) hebben geen recht op tegemoetkomingen van de overheid (63%). 21% van de ondernemers is van mening dat er wel een tegemoetkoming kan zijn, maar wel in een systeem waarbij de werknemer een ‘tijdskrediet’ opbouwt in functie van het aantal gewerkte jaren. 8% kan leven met een tegemoetkoming, maar maximaal voor 1 jaar. Slechts 1% is akkoord met de huidige regeling. De zogenaamde gelijkgestelde periodes zijn in gevallen buiten de wil van de werknemer aanvaardbaar voor 55% van de ondernemers. Voor 40% van de ondernemers zijn gelijkgestelde periodes niet aanvaardbaar. De piste die het meest wordt gesteund door ondernemers om de index te hervormen is de piste van een all-in index, gevolgd door een index op basis van de LT-inflatie (net onder de 2% per jaar). Tabel 1: Hervormingspistes index volgens aantal werknemers Geen Index eenmaal per jaar toepassen 14% Index enkel op basis van LT inflatie 26% Groene index 26% All-in index 27% Huidige index behouden 8% Totaal 100% 1-4 12% 28% 23% 31% 6% 100% vanaf 5 10% 33% 20% 34% 4% 100% Totaal 12% 29% 23% 31% 6% 100% 2/3 van de ondernemers is geen voorstander van de nationaal bepaalde loonnorm of sectorale cao’s. 21% is wel voorstander. (geen mening: 16%) Tabel 2: Appreciatie tov nationale loonnorm en sectorale cao’s volgens aantal werknemers Geen 1-4 vanaf 5 Totaal Ik ben voorstander, dit is belangrijk voor de 22% 19% 22% 21% sociale vrede Ik ben tegenstander, ik wil zelf maximaal 50% 67% 70% 63% bepalen of ik een werknemer loonopslag geef en hoeveel in dat geval geef Geen mening 28% 14% 8% 16% Totaal 100% 100% 100% 100% 55% van de ondernemers is van mening dat de huidige loonblokkering een goede zaak is, 28% vindt dit geen goede zaak. (geen mening: 16%) Ondernemers willen hun werknemers in de eerste plaats belonen met extralegale voordelen (45%), gevolgd door hogere lonen (45%), vorming en opleiding (28%) en het toekennen van een functie met meer verantwoordelijkheid en status (27%). Flexibele werktijden en een aangepaste infrastructuur zijn de belangrijkste inspanningen die werkgevers vandaag al leveren om personeel aan zich te binden. In de nabije toekomst wil de werkgever vooral sturen op resultaat in plaats van op aanwezigheid. Tabel 3: Inspanningen die werkgevers met personeel vandaag al leveren of in de toekomst willen leveren om personeel aan te trekken en te behouden Antwoord Pas ik Wil ik in de Wil ik niet Niet van vandaag al (nabije)... toepassen toepassing toe Aangepaste infrastructuur 53,90% 10,50% 2,10% 33,50% Thuiswerken 21,70% 7,50% 13,00% 57,80% Flexibele werktijden 56,60% 15,60% 8,00% 19,80% Satellietwerken 6,70% 7,30% 11,70% 74,30% Sturing op resultaat in plaats van op aanwezigheid 29,00% 22,80% 11,00% 37,30% Aangename kantoorinrichting 49,40% 12,50% 1,10% 37,00% Zelfsturende teams 30,60% 17,70% 5,70% 46,00% Werken in projectteams 21,90% 15,00% 3,30% 59,90% Aangepaste technologie 54,10% 14,40% 1,00% 30,50% 4. SOCIAAL STATUUT 82% van de ondernemers wil dat de sociale bescherming van ondernemers verder opschuift in de richting van dat van werknemers. 14% van de ondernemers is die mening niet toegedaan. (geen mening: 5%). Als de vraag gesteld wordt of ondernemers in ruil voor een beter sociaal statuut ook meer willen bijdragen antwoordt 29% positief, 66% negatief. (geen mening: 6%). Op de vraag of het aangewezen is om het sociaal statuut verder te verbeteren, ondanks de crisis, antwoordt 56% positief, 31% negatief. (geen mening 13%). Het domein dat voor de ondernemers bij prioriteit moet worden verbeterd is de verhoging van het maximum pensioen voor zelfstandigen. Op de tweede plaats komt dan de gelijkschakeling van het minimum pensioen voor zelfstandigen. Tabel 4: Prioritaire domeinen die moeten verbeteren op het vlak van het sociaal statuut Verhoging van het maximum pensioen voor zelfstandigen... 30% Gelijkschakeling van het minimum pensioen voor... 19% Verbeteren van de uitkeringen voor primaire... 11% Opvangen van zelfstandigen die omwille van een... 10% Verminderen van sociale bijdragen voor zelfstandigen die... 9% Opvangen en begeleiden van zelfstandigen die omwille van... 9% Gelijkschakeling van het klein minimum pensioen... 5% Gelijkschakelen van de kinderbijslag met stelsel van de... 5% 5. VERGUNNINGEN Voor de groep bedrijven die met vergunningen te maken heeft (54% van het totaal staal) stelt 49% problemen te ondervinden met het verkrijgen van vergunningen, 51% stelt geen problemen te ondervinden. Van diegene die problemen ondervinden blijkt de overgrote meerderheid (74%) problemen te hebben met bouwvergunningen, gevolgd door milieuvergunningen (29%) en verkavelingsvergunningen (13%). Met socio-economische vergunningen heeft 12% van de bedrijven een probleem. Het grootste probleem waarmee bedrijven die vergunningen aanvragen geconfronteerd worden is de weinig constructieve en oplossingsgerichte houding van overheidsambtenaren (60%). Laattijdige adviezen en beslissingen is het tweede meest voorkomende probleem (18%), gevolgd door de vraag naar bijkomende gegevens, plannen, studies,… na het indienen van de vergunningsaanvraag (11%). Bezwaren en of beroepsprocedures van omwonenden is voor 9% van de ondernemers een probleem. Voor 2% van de ondernemers zijn aanslepende problemen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen en/of de Raad van State een probleem. 48% van de ondernemers is het eens met de stelling dat mogelijkheden om beroep aan te tekenen tegen een vergunning ingeperkt moeten worden. (geen mening 33%). 40% van de ondernemers is het eens met de stelling dat burgers minder inspraak mogen hebben in de vergunningsprocedures. (geen mening: 35%) Op de vraag of de aangekondigde unieke omgevingsvergunning een oplossing zal bieden in Vlaanderen, antwoordt 19% van de ondernemers ja, 70% gedeeltelijk en 11% neen. De drie belangrijkste pistes die ondernemers zien om de vergunningsprocedures in de toekomst sneller te laten verlopen zijn alles digitaal laten verlopen (41%), de vergunningsplicht schrappen voor kleinere projecten (40%) en het grondig hervormen van de administraties (39%). Grafiek 5: Hoe vergunningsprocedures in de toekomst sneller laten verlopen? 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% p:\unizo\studiedienst\word\nota\2013\gilles\1301_resultaten ondernemersparlement.docx — 7 blz — 23 juli 2017 18:28