Voorschriften t.a.v. het verrichten van biotechnische handelingen aan dieren in fok Het kan om diverse redenen gewenst zijn om bij dieren in fok handelingen te verrichten. Niet in alle gevallen is daarvoor een goedkeuring van de DEC vereist. De volgende uitgangspunten dienen als leidraad: Er is geen DEC-goedkeuring vereist voor handelingen die samenhangen met: het identificeren van proefdieren in fok of voorraad (d.m.v. oorknip, chip, merkteken op de vacht/huid). Er dient wel opgepast te worden bij het verwijderen van vacht bij kleine proefdiersoorten omdat dit snel zou kunnen lijden tot substantiële daling van de lichaamstemperatuur. het genotyperen van proefdieren in fok of voorraad (d.m.v. oorknip, staartknip (o.v.), bloedafname, wangslijm, haren). Het verrichten van (invasieve) handelingen bij proefdieren ter (veterinaire) behandeling van een gezondheidsprobleem. Er is wel een DEC-goedkeuring vereist voor handelingen die samenhangen met: het hanteren/fixeren/isoleren van proefdieren t.b.v. het verzamelen van gegevens (bijv. lichaamstemperatuur) of materiaal (bijv. urine of faeces) ten behoeve van onderzoeksdoeleinden. het verrichten van invasieve handelingen (bijv. bloedafname, orale of parenterale toediening van stoffen, chirurgische ingrepen, etc.) ten behoeve van onderzoeksdoeleinden. het doden van proefdieren het verzamelen van vitaal materiaal (cellen, weefsel, organen, embryo’s) ten behoeve van onderzoeksdoeleinden. Er is altijd een DEC-aanvraag vereist bij een van een fok van (transgene, knock-out, mutante) proefdieren, waarbij sprake is van (een kans op) ongerief ten gevolge van het gewijzigde genotype.