Geldproblemen op de werkvloer Een peiling naar activiteiten en informatiebehoeften van P&O’ers Geldproblemen op de werkvloer Een peiling naar activiteiten en informatiebehoeften van P&O’ers NIBUD (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) in samenwerking met NVP (Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement & Organisatieontwikkeling) juni 2006 Geldproblemen op de werkvloer 2 Inhoud 1. Inleiding ....................................................................................................................4 1.1 Aanleiding ............................................................................................................4 1.2 Doel en methode ..................................................................................................4 1.3 Achtergrondkenmerken respondenten.....................................................................5 1.4 Leeswijzer ............................................................................................................5 2. Signalen van financiële problemen ...............................................................................6 3. Ontwikkelingen financiële problemen ...........................................................................8 4. Wat doet afdeling P&O.............................................................................................. 10 4.1 Acties................................................................................................................. 10 4.2 Preventie............................................................................................................ 11 4.3 Doorverwijzen..................................................................................................... 11 5. Informatiebehoeften ................................................................................................. 13 6. Verslag kennisplatform P&O 9 februari 2006 ............................................................... 15 6.1 Inleiding............................................................................................................. 15 6.2 Discussie ............................................................................................................ 15 6.2.1 Verantwoordelijkheid van de werkgever.......................................................... 15 6.2.2 Voorlichting zonder betutteling ...................................................................... 16 6.2.3 Verstrekken van voorschotten........................................................................ 16 7. Conclusies en aanbevelingen ..................................................................................... 18 Geldproblemen op de werkvloer 3 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Het NIBUD krijgt regelmatig telefoontjes van directeuren van bedrijven, personeelsfunctionarissen, HR managers en andere medewerkers van afdelingen personeelszaken. Hun voornaamste vraag is: wat kunnen wij doen met werknemers die geldproblemen hebben? Hoe kunnen wij ze helpen? Hoe kunnen we de problemen vóór zijn? Het NIBUD verwijst de P&O’er nu door naar hulpverlenende instanties. Ook wijst het NIBUD op het bestaande voorlichtingsmateriaal voor consumenten. Het NIBUD heeft zich nooit specifiek op deze doelgroep gericht. Er bestond nog geen duidelijk beeld van welke problemen de afdeling personeelszaken tegenkomt en ook de informatiebehoefte heeft het NIBUD nog niet eerder in kaart gebracht. Voor dit onderzoek heeft het NIBUD samenwerking gezocht met de Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling (NVP). 1.2 Doel en methode Steeds meer Nederlanders hebben financiële problemen. Een deel van hen neemt deze problemen mee naar het werk. Deze peiling kijkt naar wat P&O’ers op dit gebied signaleren, welke acties ondernomen worden en aan welke informatie behoefte is. Deze peiling beantwoordt dan ook de volgende vragen: • Welke signalen krijgen P&O’ers van financiële problemen? • Welke acties ondernemen zij? • Wat is hun informatiebehoefte? Hebben ze zelf behoefte aan kennis, of geven ze de voorkeur aan informatie die bestemd is voor de werknemers? Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een vragenlijst op de website van het NIBUD. Via de nieuwsbrief en het tijdschrift van de NVP zijn P&O’ers op de vragenlijst geattendeerd. Daarnaast heeft op de website van het NIBUD een oproep gestaan voor deelname aan het onderzoek. In totaal hebben 304 mensen de enquête ingevuld. De antwoorden van 290 respondenten waren geschikt voor analyse. Als verdieping bij deze peiling heeft het NIBUD op 9 februari 2006 een kennisplatform georganiseerd met P&O’ers. Dit was een eenmalige bijeenkomst met als doel de kennis van het NIBUD over de informatiebehoeften van de P&O’ers te vergroten. Op die manier kan het voorlichtingsmateriaal van het NIBUD beter worden afgestemd op de doelgroep. Geldproblemen op de werkvloer 4 1.3 Achtergrondkenmerken respondenten In de vragenlijst is naar de volgende achtergrondvariabelen gevraagd: sector, functie en organisatiegrootte. Tabel 1.1 Verdeling organisatiegrootte Organisatiegrootte <20 20-50 50-100 100-200 200-500 500-1000 >1000 % 3 11 20 24 25 9 8 Deze verdeling komt niet overeen met de landelijke verdeling naar organisatiegrootte. Kleine organisaties zijn hierin oververtegenwoordigd. Mogelijk hebben grote organisaties hun activiteiten rondom dit onderwerp al goed georganiseerd en minder interesse in deze materie. Kleinere organisaties hebben dit onderwerp misschien meer op de agenda staan. De variabele organisatiegrootte is ingedeeld in drie categorieën: minder dan 200 werknemers, tussen de 200 en 500 werknemers en meer dan 500 werknemers. De verdeling voor wat betreft sector was te divers. Om die reden is bij de resultaten geen uitsplitsing gemaakt naar sector. Het overgrote deel van de respondenten is werkzaam als P&O’er. Dit kan een managementfunctie zijn of een staffunctie. Ook enkele salarisadministrateurs en (bedrijfs)maatschappelijk werkers hebben de vragenlijst ingevuld. In deze rapportage spreken we over de P&O’er. 1.4 Leeswijzer Dit onderzoeksverslag is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 bespreekt de signalen die P&Omedewerkers zien bij geldproblemen op de werkvloer. Hoofdstuk 3 gaat over de ontwikkeling die P&O’ers waarnemen in het aantal medewerkers met financiële problemen en het aantal loonbeslagen. Vervolgens gaat hoofdstuk 4 in op de acties die P&O’ers ondernemen in dit kader. Wordt er aan preventie gedaan en welke hulpmiddelen worden ingezet? Daarna staat in hoofdstuk 5 de informatiebehoefte van de medewerkers. Een verslag van het kennisplatform staat in hoofdstuk 6. De conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van de peiling en het kennisplatform staan ten slotte in hoofdstuk 7. In de diverse hoofdstukken staan diverse reacties die respondenten gaven naar aanleiding van de enquête. Geldproblemen op de werkvloer 5 2. Signalen van financiële problemen De respondenten is gevraagd wat ze merken van financiële problemen op de werkvloer. Er waren meerdere antwoorden mogelijk. In de onderstaande tabel staan de resultaten gerangschikt van het belangrijkste signaal naar minder aanwezige signalen. Tabel 2.1: Signalen van financiële problemen naar organisatiegrootte <200 200-500 Meer dan 500 werknemers werknemers werknemers % % % Loonbeslag 86 89 98 Verzuim 39 44 52 Verzoek om lening 36 49 54 Vraag om extra uren 36 40 39 Vraag om voorschotten* 24 26 37 Stressgevoeligheid 24 26 36 Concentratieproblemen 26 25 31 Bellen met schuldeisers 24 13 29 Fraude of diefstal 10 15 25 Anders…. 13 7 15 *Vakantiegeld of 13e maand Totaal % 90 43 42 37 27 27 26 22 14 12 Het overgrote deel van de respondenten geeft aan dat ze financiële problemen merken door loonbeslagen. Door loonbeslagen raken werkgevers betrokken bij de problematiek. 98% van de P&O’ers in grote organisaties (>500) geeft aan signalen te krijgen door loonbeslagen. Dit is significant vaker dan de P&O’ers in kleinere organisaties. Ook de aanvraag van een lening geldt in een kleine organisatie als een minder belangrijk signaal. Het verstrekken van een lening komt in kleine bedrijven wel meer voor (zie het volgende hoofdstuk). De aanvraag van een voorschot en fraude van medewerkers gelden in organisaties met meer dan 500 werknemers als een belangrijker signaal dan in kleinere organisaties. Enkele respondenten (<1%) hebben ook aangegeven niets te merken van geldproblemen op de werkvloer. Overige signalen van financiële problemen die werden genoemd zijn: • Werknemer leent van collega • Ongelukken door dubbele banen • Deurwaarders komen naar organisatie • Verzoek om assistentie bij contact met deurwaarders • Verruiming van secundaire arbeidsvoorwaarden • Verzoek om uitbetaling van vakantieuren • Verlof opnemen om schulden te regelen Op de vraag of werknemers bij P&O’ers komen met financiële problemen antwoordt 73% bevestigend. Daartegenover staat dat 3 op de 10 P&O’ers ook daadwerkelijk bekend maakt dat werknemers bij hen terecht kunnen met financiële problemen. Werknemers weten de P&Omedewerker goed te vinden, zonder dat daar bekendheid aan gegeven hoeft te worden. Geldproblemen op de werkvloer 6 Van de P&O’ers die dit niet actief bekend maken, heeft 70% toch werknemers met financiële problemen over de vloer. “Er is een bepaalde categorie die wel om hulp vraagt. Er bestaat eveneens een categorie die totaal niets doet, alsof er niets aan de hand is.” “Personeelsleden hangen hun financiële problemen niet aan de grote klok. Ik wordt er mee geconfronteerd door loonbeslagen van gemeenten, deurwaarders, belastingdienst etc. Sommige mensen hebben inmiddels al meer dan één loonbeslag”. “Sollicitanten met geldproblemen willen overwerken, zwart bijwerken en hoge salarissen want ze hebben zoveel vaste onkosten (Hoge hypotheek, alimentatie, scheiding, drank, gokken).” Geldproblemen op de werkvloer 7 3. Ontwikkelingen financiële problemen Loonbeslagen blijken voor P&O’ers het belangrijkste signaal van financiële problemen van werknemers. In dit onderzoek is gevraagd naar de ontwikkeling die de P&O’er ziet in het aantal loonbeslagen over de afgelopen twee jaar. Daarnaast is de P&O’er gevraagd naar de ontwikkeling van financiële problemen op de werkvloer. De volgende twee tabellen geven daarvan de resultaten. Tabel 4.1 Ontwikkeling van het aantal loonbeslagen over <200 200-500 werknemers werknemers % % Sterk gestegen 16 20 Licht gestegen 42 40 Gelijk gebleven 35 35 Licht gedaald 6 6 Sterk gedaald 1 0 afgelopen twee jaar >500 Totaal werknemers % % 42 22 46 42 10 30 2 5 0 1 Tabel 4.2 Ontwikkeling van het aantal werknemers met financiële problemen over afgelopen twee jaar <200 200-500 >500 Totaal werknemers werknemers werknemers % % % Sterk gestegen 17 18 35 20 Licht gestegen 54 47 52 52 Gelijk gebleven 25 31 11 25 Licht gedaald 4 1 2 3 Sterk gedaald 0 0 0 0 Zowel in de ontwikkeling van financiële problemen in het algemeen als de loonbeslagen ziet het overgrote deel een stijging in de afgelopen twee jaar. 64% ziet een stijging van het aantal loonbeslagen over de afgelopen twee jaar. 22% ziet een sterke stijging en 42% geeft aan dat sprake is van een lichte stijging. Ook bij de ontwikkeling van financiële problemen op de werkvloer ziet één op de vijf respondenten een sterke stijging. De helft ziet een lichte stijging. In organisaties met meer dan 500 medewerkers is vaker sprake van een stijging dan in kleinere organisaties. Dit geldt zowel voor de ontwikkeling van financiële problemen als van het aantal loonbeslagen. Bijna 90% van de P&O’ers in grote organisaties ziet een stijging van het aantal loonbeslagen in de afgelopen twee jaar. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van het aantal werknemers met financiële problemen. “Er is niet alleen op financieel gebied een verschuiving merkbaar, maar ook als het gaat om andere privé-problematiek. Steeds vaker wordt de werkgever geconfronteerd met deze zaken. Gevolg van ontwikkelingen in de maatschappij (terugtrekkende overheid).” “Onze werknemers hebben een goed salaris en vaak werkt de partner ook nog. Ik hoor dat werknemers steeds minder uitkomen met salaris en vakanties etc uitstellen. Zelfs werknemers met 1,5 modaal geven dit aan. Dit is zorgelijk. Hoe is het dan voor werknemers met (minder dan) modaal?” Geldproblemen op de werkvloer 8 “Qua kwantiteit geen groot probleem. Financiële problemen vaak bij ID-medewerkers. Indien financiële problemen zijn er ook vaak andere/meer problemen.” Geldproblemen op de werkvloer 9 4. Wat doet afdeling P&O 4.1 Acties De mogelijke acties die een P&O’er kan nemen zijn in te delen in drie groepen. • Het treffen van een financiële regeling; • Doorverwijzen naar een instantie als de kredietbank of maatschappelijk werk; • Het aanbieden van materiaal waarmee de werknemer zijn financiën weer op een rij kan krijgen. Gevraagd is welke acties regelmatig worden ondernomen. Vaak zal echter een combinatie van acties worden ondernomen. In de onderstaande tabel staan veel voorkomende acties uitgesplitst naar grootte van de organisatie. Tabel 3.1: Acties die worden ondernomen naar organisatiegrootte (% de betreffende actie te ondernemen) <200 200-500 werknemers werknemers % % Geeft voorschot op vakantiegeld 57 47 Geeft voorschot op 26 24 eindejaarsuitkering Verstrekt lening 37 25 Verwijst door naar 56 61 schuldhulpverlening Verwijst door naar maatschappelijk 38 56 werk Biedt informatie over omgaan met 18 18 geld/budgetteren Niet van toepassing 13 13 dat heeft aangegeven >500 werknemers % 61 37 Totaal % 55 27 20 69 31 60 59 46 33 21 10 12 De organisaties met meer dan 500 werknemers bieden vaker informatie aan over omgaan met geld dan de bedrijven met minder dan 500 werknemers. De kleine organisaties (minder dan 200 werknemers) verstrekken relatief vaker een lening. Organisaties van meer dan 200 medewerkers geven vaker aan werknemers door te verwijzen naar maatschappelijk werk. Dat is mogelijk een afdeling binnen de eigen organisatie. “Belangrijk dat de werkgever het signaleert, maar niet inhoudelijk gaat helpen. Een voorschot of lening geven zorgt uiteindelijk voor meer spanningen, het probleem wordt enkel vooruitgeschoven, een buitenstaander is nodig.” “Wij ondernemen enkel actie bij een duidelijke hulpvraag van een medewerker of het moet uitkomen tijdens een verzuimgesprek, dan kan het initiatief bij de leidinggevende of de personeelsfunctionaris liggen.” “Het is moeilijk om te bepalen hoever je hierin wilt gaan als werkgever. Enerzijds is het een privé-probleem anderzijds kan het ook het werk beïnvloeden. We willen als werkgever zeker het probleem niet over gaan nemen.” Geldproblemen op de werkvloer 10 4.2 Preventie Het NIBUD richt zicht met name op preventie van financiële problemen. Het doel is om huishoudens planmatig met geld te leren omgaan en zo het welzijn van consumenten te verbeteren. Daarvoor heeft het NIBUD diverse materialen waarmee mensen hun financiën op orde kunnen houden of krijgen. Een P&O´er kan ook preventieactiviteiten ondernemen waarmee grote geldproblemen van werknemers voorkomen kunnen worden. 14% van de P&O’ers in deze peiling geeft aan al preventieactiviteiten te ondernemen. Deze activiteiten hebben als voornaamste doel een loonbeslag te voorkomen. Belangrijke acties daarbij zijn: • Op verzoek vaste lasten laten betalen via het salaris; • Betalingsregeling treffen met schuldeisers om loonbeslag te voorkomen; • Lening of voorschot geven dat automatisch via salaris wordt terugbetaald; • Het beperken van voorschotten en leningen; • Bewustwording inkomsten en uitgaven; • Wijzen op mogelijkheid cursus omgaan met geld te volgen; • Artikelen in personeelsblad; • Helpen met formulieren en wijzen op subsidie aanspraak; • Signaleren en doorverwijzen in een vroeg stadium; • Verstrekken van voorlichtingsmateriaal; • Gesprekken bij aanvraag van voorschot. Een kwart geeft aan in de toekomst preventieactiviteiten te gaan ondernemen. Het merendeel daarvan (55%) heeft nog geen idee op welke manier ze dat vorm gaan geven, of geven aan dit te willen gaan onderzoeken. Een kwart geeft aan dat ze iets aan voorlichting willen gaan doen, onder andere door het verspreiden van foldermateriaal met informatie over budgetteren en schuldhulpverlening. Andere voorgenomen acties zijn: • Betalen zorgverzekering via salarisstrook; • Gesprekken met kwetsbare mensen; • Cursus budgetteren; • Instellen van spreekuur; • Doorverwijzen in vroeg stadium; • Een workshop aan leidinggevenden. Daarnaast doet zo’n 60% niet aan preventie en is dat ook niet van plan. Zij zullen acties ondernemen wanneer de problemen zich voordoen. De grootte van de organisatie is niet van invloed op het wel of niet ondernemen van preventieactiviteiten. 4.3 Doorverwijzen De P&O’er biedt een aantal mogelijkheden om financiële problemen te voorkomen. Maar vaak wordt ook doorverwezen naar andere organisaties. Veel genoemde organisaties zijn de gemeentelijke afdeling schuldhulpverlening of kredietbank (51%), Het maatschappelijk werk (intern of extern) (23%) en het NIBUD (11%). In ongeveer 15% van de gevallen komt doorverwijzing niet voor omdat er óf geen problemen zijn óf omdat de problemen intern op te lossen zijn. Geldproblemen op de werkvloer 11 Een veel gemaakte opmerking was dat het lastig is voor de P&O’er dat er lange wachtlijsten zijn bij kredietbanken waardoor de schulden hoger kunnen oplopen en de problemen op het werk groter worden. Geldproblemen op de werkvloer 12 5. Informatiebehoeften Er is de respondenten gevraagd wat hun informatiebronnen zijn wanneer ze informatie zoeken over dit onderwerp. Er waren meerdere antwoorden mogelijk. De top 10 van meest genoemde informatiebronnen luidt als volgt: 1. Internet 2. Eigen kennis, eigen organisatie of eigen netwerk 3. (Bedrijfs)maatschappelijk werk 4. NIBUD 5. Gemeente 6. Kredietbank of stadsbank 7. Vakliteratuur, brochures 8. Arbodienst 9. Sociale kaart 10. Deurwaarders Om materiaal op maat te kunnen maken voor de doelgroep P&O’ers is het van belang de informatiebehoefte te peilen. Dient het NIBUD-materiaal erop gericht te zijn werknemers te ondersteunen of willen P&O’ers zelf meer kennis opdoen om werknemers beter van dienst te kunnen zijn en door te verwijzen? “Ik zou graag voorlichtingsmateriaal ontvangen en dat verspreiden. Het werkt dan ook preventief!” De volgende tabel geeft de resultaten. Tabel 5.1: Informatiebehoefte (meerdere antwoorden mogelijk) Informatiebehoefte % Ik mis niets 14 Mis voldoende kennis om werknemers 37 te helpen en door te verwijzen Voorlichtingsmateriaal om uit te delen 72 aan werknemers Iets anders, namelijk…. 9 Er is voor wat betreft de informatiebehoefte geen verschil tussen kleine en grotere organisaties. “Zou graag meer handvatten hebben om de medewerkers echt te helpen of preventief meer te doen.” Andere zaken die P&O’ers missen aan informatie op dit gebied zijn: • Cursus omgaan met geld; • Sociale kaart en vangnet; • Informatie over arbeidsrechtelijke en juridische aspecten voor de werkgever; • Instelling zonder wachtlijst; • Meer accurate informatie van schuldeisers; • Website of telefoonnummer waar medewerkers direct juiste informatie kunnen krijgen; Geldproblemen op de werkvloer 13 • • Voorlichtingswebsite en cursussen om personeel om te leren omgaan met geld; Kennis van mogelijkheden, hoe ver moet je gaan als werkgever? “Graag voorzet om toeslagen via werkgever te ontvangen en via deze bron (salaris) direct de rekeningen/premies te betalen voor vaste lasten zoals kinderopvang en zorg. “ Er blijkt onder P&O’ers veel behoefte te zijn aan voorlichtingsmateriaal om uit te kunnen delen onder het personeel. Zo’n 72% geeft aan hier behoefte aan te hebben. De vraag is dan of dit dan toch preventie moet zijn of materiaal wat meegegeven kan worden wanneer financiële problemen zich voordoen. Geldproblemen op de werkvloer 14 6. Verslag kennisplatform P&O 9 februari 2006 6.1 Inleiding Deze bijeenkomst is gehouden ter verdieping van de peiling. Alle genodigden bleken het probleem te zien toenemen. Allen stelden zich de vraag: Wat moeten en wat kunnen we doen met medewerkers die financiële problemen hebben? Het blijkt dat P&O’ers meestal niet zien aankomen dat een medewerker geldproblemen heeft. Vaak komen medewerkers veel te laat om hulp vragen en blijken juist de medewerkers van wie je het niet verwacht grote geldproblemen te hebben. Ook de zeer gemotiveerde medewerker die altijd op tijd is, hard werkt en overwerkt, kan dit juist doen om geldproblemen thuis te ontlopen. Het probleem blijft dus lang onzichtbaar. Allen worstelen met de vraag: waar ligt de grens, tot hoever ga je, en wat doe je als het managementteam niets aan het probleem wil doen. Steeds vaker blijkt ook dat leidinggevenden meer taken van P&O’ers overnemen, zo kunnen zij ook soms een voorschot regelen zonder dat de P&O’er dat weet. 6.2 Discussie Mede aan de hand van een aantal stellingen is bepaald aan welke informatie de P&O’er behoefte heeft en hoe het NIBUD-voorlichtingsmateriaal inhoudelijk vormgegeven moet worden. De stellingen komen voort uit opmerkingen van respondenten naar aanleiding van de peiling. 6.2.1 Verantwoordelijkheid van de werkgever Stelling 1: Waar stopt de verantwoordelijkheid van de werkgever? “De vraag is of je als P&O´er wat moet met de financiën van de medewerkers, is dat niet inbreuk op privacy?” “Een werknemersprobleem is ook een werkgeversprobleem. Het is van belang dat een werkgever hier adequaat op inspringt. Uit ervaring weet ik dat het loont.” Hier is geen éénduidig antwoord op te geven. Het voorbeeld wordt gegeven van een werknemer die van zijn geldproblemen letterlijk een bedrijfsprobleem maakte door geld te lenen van zijn klanten. Een ander geeft aan dat verantwoordelijkheid van de werkgever stopt als er steeds meer loonbeslagen komen en de werknemer om leningen blijft vragen. Toch blijft de verantwoordelijkheid bestaan door het vele werk dat de salarisadministratie heeft door loonbeslagen. Bij sommige bedrijven kunnen werknemers chantabel worden als ze grote financiële problemen hebben. Ze lopen kans om ontslagen te worden. Dan wordt een privé-probleem een bedrijfsprobleem. Dit is een dreigmiddel om personeel met schulden ertoe te bewegen zijn schulden op te lossen. Geldproblemen op de werkvloer 15 Daarnaast blijkt het moeilijk te zijn voor werkgevers om een grens aan te geven met het verstrekken van hulp in de vorm van een lening of voorschot. Ook blijkt die grens onder druk te kunnen verschuiven. Wat doen werkgevers? Ze verwijzen de werknemer door naar schuldhulpverlening of maatschappelijk werk. Ze willen geen nee verkopen aan de werknemer met problemen. Ze proberen de werknemer op zijn verantwoordelijkheden te wijzen: wat ga jij doen om het probleem op te lossen? Op die manier blijft het probleem bij de werknemer. Sommige P&O’ers geven pas hulp als de werknemer ook naar de hulpverlening gaat. Dit is vaak ook een voorwaarde voor het verstrekken van een lening. Een ander geeft aan dat ze vrijblijvende brieven naar personeelsleden sturen van wie ze vermoeden dat ze financiële problemen hebben. Ze nodigen de mensen uit te komen praten. Een bedrijf gaat verder: zij gaan met hun werknemers mee naar de kredietbank. Zij regelen de aanvraag en doen samen het eerste intakegesprek. Dit doen ze omdat ze veel werknemers in dienst hebben die de Nederlandse taal niet begrijpen. Ze zijn zelf heel tevreden over deze manier van het omgaan met schuldproblematiek omdat het werkt. Deze aanpak motiveert ook de werknemer. 6.2.2 Voorlichting zonder betutteling Stelling 2: Hoe moeten we werknemers voorlichten zonder dat dit de indruk geeft van bemoeizucht of betutteling? De P&O’ers zijn het erover eens dat het hebben van schulden of geldproblemen in ieder geval op verschillende manieren binnen het bedrijf besproken moet worden: • In het managementteam; • Informatie op het intranet; • Een artikel in een personeelsblad; • Verspreiding van folders binnen het bedrijf (bijvoorbeeld bij de koffieautomaat). Voorlichtingsmateriaal moet voor iedereen geschikt zijn. Op die manier kan een folder ook preventief werken en is er sprake van een positieve insteek. Collega’s kunnen elkaar dan helpen en steunen. Een folder die te veel gericht is op het schuldenprobleem zou kunnen afschrikken. 6.2.3 Verstrekken van voorschotten Stelling 3: Het verstrekken van voorschotten helpt niet “We helpen met overwerk en geven één keer een voorschot (niet vaker)” “Wij hebben een jarenlange ervaring met verstrekking van voorschotten, leningen en actieve schuldsanering. We zijn daar onlangs mee gestopt. Reden: het helpt veelal niet. Hard vallen lijkt een betere remedie.” “Wij zijn een familiebedrijf, waar een cultuur heerst dat personeel dat al zeer lang bij de firma werkzaam is, vrij eenvoudig renteloze leningen kan afsluiten. Wat de achtergrond is van het vragen om een lening, is daarbij lang niet altijd bekend.” Geldproblemen op de werkvloer 16 Het merendeel vindt dat het geven van een voorschot kan. Soms hebben werknemers een klein, acuut financieel probleem dat na één voorschot is opgelost. Aan de andere kant weten P&O’ers ook dat als een werknemer om een voorschot vraagt er mogelijk meer aan de hand is. Eén personeelsfunctionaris geeft aan dat zijn organisatie niet zomaar meer dan één voorschot geeft. Bij de tweede aanvraag volgt een gesprek. En ander geeft aan dat zijn bedrijf sowieso maar één voorschot per jaar verstrekt. Een andere P&O’er geeft aan dat er pas een voorschot of een lening wordt gegeven als de werknemer met bewijzen voor zijn schulden kan komen. Hij moet rekeningen kunnen laten zien en de werkgever betaalt de rekening liever direct in plaats van het geven van een voorschot of een lening. Ook de hoogte van het voorschot is bij de meeste bedrijven beperkt. Meer dan een half maandsalaris is een probleem. Dat is ook eigenlijk geen voorschot meer maar een lening. Een ander geeft aan dat zijn organisatie een bedrag als een voorschot ziet wanneer het een maand later ingelost kan worden. Lukt dat niet dan wordt het als lening aangemerkt en moet er ook wettelijke rente worden betaald. Deze rente wordt meestal via de eindejaarsuitkering betaald, omdat aan het eind van het jaar pas bekend is hoeveel er precies is geleend en hoe hoog te wettelijke rente is. Alle aanwezigen kennen de extreme verhalen waarmee werknemers hen onder druk kunnen zetten om een voorschot te geven:’ ik moet dat geld hebben anders word ik morgen uit huis gezet en kan ik niet komen werken…’ Het is moeilijk om dan toch heel hard te zijn en nee te zeggen. Wanneer moet je de werknemer helpen en wanneer niet? De P&O’er blijkt behoefte te hebben aan handvatten hoe hiermee om te gaan. Ook vinden P&O’ers het lastig aan een eigen collega te vragen waar hij het geld eigenlijk voor nodig heeft. Hoe ver mag je gaan met vragen, het gaat immers om zijn privé-leven. Geldproblemen op de werkvloer 17 7. Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk volgen de conclusies uit de peiling. Op basis daarvan heeft het NIBUD een aantal concrete acties geformuleerd. Signalen en bekendheid Het belangrijkste signaal van geldproblemen op de werkvloer is het loonbeslag. Op het moment dat er een beslag wordt gelegd, raakt de werkgever sowieso betrokken bij het probleem. Daarvoor hoeft de betreffende werknemer niet naar de afdeling P&O te gaan. Loonbeslagen geven veel werk voor de organisatie. Contact met de salarisadministratie geeft eerder inzicht in die problemen. Een kwart van de P&O’ers ziet een aantal signalen die invloed hebben op het dagelijkse functioneren van de werknemer, zoals stressgevoeligheid en concentratieproblemen. Het NIBUD wil in de voorlichting naar P&O-professionals veel aandacht besteden aan het herkennen van signalen. Op die manier kunnen ergere problemen worden voorkomen. Ook het bespreekbaar maken van dit onderwerp binnen de organisatie komt nadrukkelijk aan bod. Ongeveer één op de drie P&O’ers maakt actief bekend dat medewerkers met financiële problemen bij hen terecht kunnen. Van de P&O’ers die dit niet bekend maken heeft toch nog 70% contact met medewerkers met financiële problemen. Werknemers weten P&O’ers dus goed te vinden. Voor het NIBUD vormen P&O’ers een dus geschikte doelgroep voor het verspreiden van informatie over omgaan met geld en het oplossen van financiële problemen. Acties door P&O’er Veel werkgevers treffen financiële regelingen om medewerkers te helpen. Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt in voorschotten op nog te ontvangen salaris, zoals het vakantiegeld of de eindejaarsuitkering, en het verstrekken van een lening. Een voorschot op vakantiegeld wordt gebruikt door meer dan de helft van alle P&O’ers. Ongeveer een kwart van de P&O’ers geeft aan wel eens een voorschot te verstrekken op de eindejaarsuitkering. Het NIBUD acht een voorschot op nog te ontvangen salaris alleen effectief als het gaat om een enkelvoudig financieel probleem (één kleine schuld). Eenderde van de P&O’ers verstrekt wel eens een lening. Daarmee maakt de werkgever zich één van de schuldeisers wat geen prettige situatie is. Het NIBUD adviseert alleen een lening te verstrekken als er sprake is van een uiterste situatie zoals een dreigende huisuitzetting of een energieafsluiting. Doorverwijzen gebeurt veelvuldig, zowel naar de schuldhulpverlening als het maatschappelijk werk. De P&O’er ervaart wel problemen door de lange wachttijden die bij deze instanties kunnen voorkomen. Het aanbieden van informatiemateriaal aan werknemers waarmee zij hun financiën op orde kunnen krijgen gebeurt al, maar in beperkte mate. Aan informatiemateriaal blijkt veel behoefte te zijn. Geldproblemen op de werkvloer 18 Meestal ondernemen P&O’ers actie wanneer de problemen er zijn. Aan preventie wordt weinig gedaan. Meer dan de helft van de P&O-professionals is dit niet van plan. Informatiebehoefte Hoewel weinig aan preventie wordt gedaan, blijken P&O’ers in grote mate behoefte te hebben aan informatie. Het betreft zowel informatie voor zichzelf als materiaal dat ze mee kunnen geven aan de werknemer. Het NIBUD acht op basis van deze resultaten van de peiling verdere voorlichting aan en via deze doelgroep noodzakelijk. Op basis van het kennisplatform en de peiling is duidelijk geworden waar deze informatie aan moet voldoen en hoe deze moet worden aangeboden. Door middel van een speciaal ontwikkelde folder en extra aandacht op de website wijst het NIBUD P&O-professionals de weg. Het bestaande voorlichtingsmateriaal voor consumenten wil het NIBUD beter bekend maken onder deze beroepsgroep. Ook wil het NIBUD haar rol als kenniscentrum voor P&O’ers verder op de kaart zetten. Geldproblemen op de werkvloer 19