Thema 1 Kenmerken en behoeften van de smd-cliënt - Profi

advertisement
Verwerkingsopdrachten
Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening;
saw 4
ISBN 97890 8524 0976
Thema 1 Kenmerken en behoeften van de
smd-cliënt
Verwerkingsopdrachten thema 1 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 1
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Opwarmen en oriënteren
Opdracht 1
Het doel van deze opdracht is dat je je voorkennis over kenmerken en behoeften van
smd-cliënten opfrist.
Beantwoord de volgende vragen naar eigen inzicht.
1. Met welke doelgroepen werk je als sociaal-maatschappelijk
dienstverlener?
2. Met welke doelgroepen ben jij meer bekend?
3. Heb je voorkeur voor het werken met bepaalde doelgroepen?
4. Waarom?
5. Welke behoeften hebben cliënten in de sociaal-maatschappelijke
dienstverlening in het algemeen?
6. Hoe stel je die behoeften vast?
7. Op welke manier kun je daaraan tegemoetkomen?
8. Met welke instanties heb je wel te maken?
Verwerkingsopdrachten thema 1 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 2
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Herkennen en onderscheiden
Opdracht 2
Het doel van deze opdracht is dat je de juiste betekenis van de begrippen uit dit
thema kent.
Geef de juiste betekenis van de volgende begrippen door:
 het begrip in eigen woorden te formuleren;
 een voorbeeld te geven waarbij je het begrip toepast.
9. Asiel
10. IND
11. Asielzoekers
12. Aanmeldcentrum (AC)
13. Centraal Orgaan Asielzoekers (COA)
14. Asielzoekerscentrum (AZC)
15. Naturalisatie
16. AMA
17. Daklozen
18. Thuisloze
19. Potentiële dakloze
20. Feitelijke dakloze
21. Residentiële dakloze
22. Marginaal gehuisveste
23. Begeleid zelfstandig wonende dakloze
24. Wet sociale werkvoorziening (WSW)
25. Woningcorporatie of woningvereniging
26. Sociale huurwoning
27. Reclassering
28. Resocialiseren
29. Delict
30. Jeugdreclassering
31. Bureau Halt
32. Halt-afdoening
33. Stop-reactie
34. Schuldhulpverlening
35. Minnelijke schuldoplossing
36. Nationaal instituut voor budgetvoorlichting (Nibud)
Verwerkingsopdrachten thema 1 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 3
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
37. Kredietbanken
38. Bureau Sociaal Raadslieden (BSR)
39. Slachtofferhulp Nederland
40. Fiom
41. Tienermoeder
42. Ambulante verslavingszorg
43. Semi-murale verslavingszorg
44. Intramurale verslavingszorg
45. Verslavingsreclassering
46. Verslavingsbegeleidingsafdeling (VBA)
47. Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV)
48. Centrum Werk en Inkomen (CWI)
49. Juridisch Loket
50. Zwerfjongeren
51. Formule Wonen-Leren-Werken
52. Sociale kaart
53. Open minded
54. Empathie
Verwerkingsopdrachten thema 1 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 4
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Begrijpen en toepassen
Opdracht 3
Lees de tekst over asielzoekers in 1.2.1 en beantwoord de volgende vragen.
55. Wat doet de asielzoeker in het asielzoekerscentrum?
56. Waar is de inburgeringscursus op gericht en wat doet het COA nog meer
voor de asielzoeker?
57. Wat betekent het als de asielzoeker de status van vluchteling krijgt?
58. Wanneer kan een vluchteling de Nederlandse nationaliteit krijgen?
59. Verliest de vluchteling de nationaliteit van het thuisland op het moment
dat hij Nederlander wordt?
60. Welke taken heb je als smd’er in een asielzoekerscentrum naar
volwassenen?
61. Wat gebeurt er met AMA’s als zij in ons land aankomen?
62. Welke taken heb je als smd’er naar AMA’s?
63. Wat gebeurt er met vluchtelingen die niet in ons land mogen verblijven?
64. Hoe kunnen vluchtelingen de benodigde zorg krijgen als er iets met hun
gezondheid is?
65. Kun je als smd’er bij illegalen betrokken zijn?
Opdracht 4
Lees de tekst over dak- en thuislozen in 1.2.2, gehandicapten en ouderen in 1.2.3 en
huurders in 1.2.4 en beantwoord de volgende vragen.
66. Welke taken heb je bij de hulp aan en begeleiding van dak- en
thuislozen?
Verwerkingsopdrachten thema 1 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 5
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
67. Bij welke hulpverleningsinstanties voor dak- en thuislozen kun je als
smd’er werken?
68. Wat is het verschil voor gehandicapten en ouderen tussen een
grootschalige instelling en wonen in een gewone straat?
69. Wat doet een begeleider in een woonbegeleidingscentrum?
70. Wat zijn de belangrijkste doelen van ouderenzorg?
71. Welke taken kun je als smd’er in de ouderenzorg hebben?
72. Met welke huurders kun je als sociaal-maatschappelijk dienstverlener te
maken krijgen?
73. Waar kun je als smd’er met huurders werken en wat zijn je taken?
Opdracht 5
Lees de tekst over mensen met een justitiële maatregel in 1.2.5, maak de opdrachten
en beantwoord de vraag.
74. Geef voor onderstaande situatie aan wat de reclassering doet.
Situatie
Jef van 30 heeft 3 jaar in de gevangenis doorgebracht. Daardoor is hij zijn baan
kwijtgeraakt en zijn woning. Veel van zijn vrienden en enkele familieleden zijn
afgehaakt. Dus Jef heeft nog maar een heel klein sociaal netwerk. De reclassering
begeleidt hem bij zijn terugkeer in de maatschappij.
75. Geef voor onderstaande situatie aan wat Bureau Halt doet..
Situatie
De broertjes Jaap van 11 en Harrie van 14 zijn flink de fout ingegaan. Zij hebben zich
meerdere keren schuldig gemaakt aan diefstal uit winkels. Ze zijn door de politie
opgepakt toen zij in een huis wilden inbreken.
76. Wat gebeurt er als een jongere tussen 12 en 18 jaar na twee Haltafdoeningen opnieuw een strafbaar feit pleegt?
77. Wat zijn in het algemeen de taken van een smd’er in de
(jeugd)reclassering?
Opdracht 6
Verwerkingsopdrachten thema 1 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 6
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Lees de tekst over mensen met schulden in 1.2.6, slachtoffers in 1.2.7 en
tienermoeders in 1.2.8, beantwoord de vragen en maak de opdracht.
78. Wat zijn de taken van een smd’ er naar mensen met schulden?
79. Hoe gaat slachtofferhulp in zijn werk?
80. Wat doet de vrouwenopvang?
81. Wat zijn de taken van een smd’er bij slachtofferhulp?
82. Waar kunnen zwangere tieners terecht voor hulp?
83. Wat zijn de taken van de smd’er in de hulpverlening aan tienermoeders?
Opdracht 7
Lees de tekst over uitkeringsgerechtigden in 1.2.9, en verslaafden in 1.2.10 en
beantwoord de volgende vragen.
84. Typeer de uitkeringsgerechtigden.
85. Welke instanties zijn betrokken bij de hulpverlening aan
uitkeringsgerechtigden?
86. Welke taken heb je als smd’er naar uitkeringsgerechtigden toe?
87. Welke soorten verslavingen zijn er?
88. Zeg in eigen woorden hoe het proces van verslaving gaat?
89. Op welke manier kan hulp verleend worden aan verslaafden?
90. Welke taken kun je als smd’er in de verslavingszorg hebben?
Opdracht 8
Lees de tekst over werklozen en zwerfjongeren in 1.2.11 en 1.2.12 en beantwoord de
volgende vragen.
91. Welke taken heb je als smd’ er naar werklozen?
92. Waardoor belandt een jongere soms op straat?
Verwerkingsopdrachten thema 1 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 7
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
93. Welke kenmerken hebben zwerfjongeren?
94. Hoe werkt de formule Wonen-Leven-Werken?
95. Welke instanties kunnen zwerfjongeren helpen en wat doen zij?
96. Welke taken naar zwerfjongeren toe kunnen smd’ers hebben?
Opdracht 9
Lees de tekst over behoeften van de cliënt in 1.3, beantwoord de vragen en maak de
opdracht.
97. Waarom is (het kennen van) de sociale kaart belangrijk?
98. Waarom zijn gespreksvaardigheden belangrijk?
99. Welke soorten behoeften zijn er?
100. Waarom is het belangrijk om door te vragen en problemen waar
mensen mee komen breder te onderzoeken?
101. Hoe zou je in de volgende situatie reageren? Geef aan welke soort
behoefte aan de reactie van Esmeh ten grondslag kan liggen en leg dit
uit. (deze opdracht heb je nodig bij onderzoeken en oefenen)
Situatie
Esmeh komt in het JIP binnen voor een gesprek met Hille. Ze heeft daarom gevraagd
vanwege problemen thuis. Hille en Esmeh kennen elkaar nog niet. Nog voor Hille iets
kan zeggen, zegt Esmeh heftig: ‘Nou, ik ga dus niet terug naar huis. Ze bekijken het
maar.’
102. Wat doe je als je merkt dat mensen niet alle problemen uiten?
103. Wat doe je nadat je voldoende informatie verzameld hebt?
Verwerkingsopdrachten thema 1 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 8
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Onderzoeken en oefenen
Opdracht 10 Gespreksvaardigheid
Je oefent gespreksvaardigheden en behoeften inschatten.
Werkwijze
 Vorm groepjes van 4 personen en wijs een woordvoerder aan.
 Neem de antwoorden op opdracht 102 erbij.
 Zeg de antwoorden aan elkaar.
 Bespreek deze met elkaar:
o waar zitten overeenkomsten;
o waar zitten verschillen;
o wat zijn de achtergronden bij die verschillen;
o wat wilden jullie met je reactie bereiken;
o welke reacties zullen waarschijnlijk het beste resultaat hebben;
o …..
 Kies een reactie uit die waarschijnlijk niet positief zou werken, of verzin er een.
 2 spelen nu een kort rollenspelletje, de andere 2 observeren.
 Speel het gesprek met elkaar verder met deze niet-positieve reactie. Het gaat om
de start van het gesprek tot het moment dat het gesprek soepel begint te lopen.
 Kies daarna een antwoord dat volgens jullie waarschijnlijk wel goed zou werken.
 Speel het spel opnieuw met deze reactie.
Nabespreking
 was het gesprek realistisch;
 wat ging goed en wat niet;
 wat zijn mogelijke oorzaken van beide;
 wat waren de gevolgen;
 hoe zou het gesprek anders of beter hebben kunnen verlopen;
 …..
 welke conclusies kunnen jullie uit deze opdracht trekken?
In de groep
 De woordvoerders brengen de conclusies in de groep.
 Deze worden besproken:
o komen ze overeen;
o waar zitten verschillen;
o wat vindt iedereen daarvan;
o ….
Verwerkingsopdrachten thema 1 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 9
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp

o welke conclusies kunnen jullie uit het gesprek trekken?
Formuleer met elkaar 3 belangrijke aandachtspunten voor de beginfase van een
dergelijk gesprek.
Verwerkingsopdrachten thema 1 Sociaal-Maatschappelijke Dienstverlening; saw 4
pagina 10
© Uitgeverij Angerenstein BV Velp
Download