PROJECTOPROEP Good Food: "Naar een duurzame

advertisement
PROJECTOPROEP Good Food: "Naar een
duurzame stadslandbouw in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest"
Modaliteiten voor een facultatieve subsidiëring
door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - 2017
November 2016
1
Inhoud
I.
Context ............................................................................................................................................ 3
II.
Beleid ............................................................................................................................................... 3
III.
Wie kan een project indienen? ................................................................................................... 4
IV.
Doelstellingen van de projectoproep .......................................................................................... 4
Thematische actielijnen die in aanmerking komen voor een financiering ......................................... 4
V.
Budget ............................................................................................................................................. 7
VI.
Evaluatiecriteria voor de subsidieaanvraag ................................................................................ 7
VII.
Termijn om de aanvragen in te dienen ....................................................................................... 8
VIII.
Hoe een facultatieve subsidie aanvragen?.................................................................................. 8
IX.
Financieringsmodaliteiten ........................................................................................................... 8
X.
Evaluatie van de doelstellingen ....................................................................................................... 9
XI.
Verplichtingen ............................................................................................................................. 9
XII.
Contact ...................................................................................................................................... 11
2
I.
Context
Een deel van de Brusselse Hoofdstedelijke begroting gaat naar het steunen van verschillende acties
door het toekennen van subsidies voor projecten op het vlak van stadslandbouw.
De dienst Economie van Brussel Economie en Werkgelegenheid, in het bijzonder het landbouwteam,
voert de beslissingen uit van de ter zake bevoegde minister.
Deze gids zal u wegwijs maken in de procedure en u op de hoogte brengen van de te vervullen
voorwaarden in het kader van een subsidieaanvraag om die beter te kunnen voorbereiden en er
vooraf het verloop van te kennen.
II.
Beleid
De facultatieve subsidies "landbouw" kaderen in de Good Food-strategie van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest (zie www.goodfood.brussels). De Good Food-strategie streeft ernaar
duurzame voeding te ontwikkelen door het uitvoeren van een hele reeks maatregelen, van de boer
tot op het bord, met nauwkeurige doelstellingen tegen 2035.
In termen van professionele landbouw is het voornaamste doel de zelfvoorziening van de stad op
voedselgebied voor diverse onbewerkte producten aanzienlijk te doen toenemen via innovatieve,
duurzame stadsproductie die goed presteert op milieu- en economisch gebied en die jobs in Brussel
creëert die niet naar elders kunnen worden verplaatst.
Hiertoe voorziet de strategie in verschillende aanvullende maatregelen waaronder "het bieden van
financiële steun aan de het starten van productieprojecten, met inbegrip van gemengde projecten,
met een potentieel sterke sociale, economische en milieu-impact op het BHG, onder meer via
toegang tot GLB-subsidies of facultatieve subsidies (hulp bij de overstap naar biologische landbouw,
investeringen, agromilieumaatregelen, onderzoek, …), in lijn met de potentiële mogelijkheden van de
aangeduide productielocaties (cf. observatorium)".
Deze projectoproep situeert zich in die context.
Als u meer wilt weten over de verschillende maatregelen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in
het kader van de Good Food-strategie kunt u onze website raadplegen:
http://www.goodfood.brussels/nl/content/de-good-food-strategie
3
III.
Wie kan een project indienen?
De projectoproep richt zich tot:
-
-
de landbouwers;
Het betrokken perceel moet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelegen zijn en/of de
betrokken landbouwer moet er gevestigd zijn.
de ondernemingen/coöperatieven die professionele landbouwactiviteiten uitoefenen;
de verenigingen met activiteiten/een project in de professionele landbouw;
de openbare instellingen met een dergelijk project.
De beoogde projecten moeten een rechtstreeks voordeel bieden voor het BHG, in het kader van de
Good Food-strategie. Ofwel moeten de projecten zich bevinden op het grondgebied van het
Gewest, ofwel een aanzienlijke impact hebben op het BHG (vb. aanvoer van ~bevoorrading).
IV.
Doelstellingen van de projectoproep
Dit project is bedoeld om de ontwikkeling van duurzame professionele stadslandbouw in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest te bevorderen. Het gaat erom projecten te steunen die bijdragen tot de
ontwikkeling van een plaatselijke voedzame voedselproductie, in het bijzonder voor de Brusselaars.
Concreet komt het erop neer de ontwikkeling van sociaal, ecologisch en economisch verdedigbare en
duurzame projecten te steunen met respect voor de producenten en consumenten, de aarde, de
landschappen en het evenwicht van de ecosystemen. Deze projecten dragen bij tot de
zelfvoorziening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: grotere voedselautonomie, herlokalisering
van werkgelegenheid,...
Thematische actielijnen die in aanmerking komen voor een financiering
Om in aanmerking te komen voor een facultatieve subsidie moet de aanvraag kaderen in een van de
volgende thema's:
1. Steun voor het opstarten van een nieuw professioneel project in duurzame landbouw,
De Good Foodstrategie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest steunt de bevordering van nieuwe
professionele productieprocessen (die een economische activiteit inhouden). De professionele
landbouwproducenten kunnen een aanvraag indienen voor een werkings- en/of investeringssubsidie
om nieuwe projecten op te starten. De toepassingscriteria zijn als volgt:
-
De projectdrager moet een landbouwopleiding kunnen volgen en/of blijk geven van
overtuigende vakervaring .
Het project moet professioneel zijn, de voorgestelde landbouwactiviteit moet in de
mogelijkheden passen (oppervlakten, aangewende technieken,...).
Het project moet sterk zijn in termen van leefbaarheid.
De projectdrager moet managerscapaciteiten hebben (administratie, werkplanning,
commercialisering van de producten, enz.).
4
-
Het project moet blijk geven van een sociale, economische en milieu-impact voor de
Brusselse stadslandbouw.
De steun kan worden toegekend voor werking en/of investering.
Deze steun is ook van toepassing op de ontwikkeling van een nieuw deel van een bestaand project,
met een sociale, economische en milieumeerwaarde.
2. Steun aan bestaande professionele landbouwprojecten
1.1. Steun voor de omschakeling naar biologische landbouw
De bevordering van de biologische landbouw is een van de kernelementen van de Good
Foodstrategie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De bestaande landbouwproducenten die
willen omschakelen naar biologische landbouw kunnen, tijdens de omschakelingsperiode (en dus
niet in het kader van de voortzetting), een specifieke subsidieaanvraag indienen. De
landbouwproducenten moeten voldoen aan de bepalingen van het bestek betreffende de
biologische productie.
1.2. Steun bij het invoeren van agromilieumaatregelen:
Het gaat om maatregelen zoals vastgelegd door de Europese Unie voor het behoud en de valorisatie
van het milieu en het onderhoud van de landelijke ruimten.
Deze maatregelen streven er meer bepaald naar:
-
-
de waterkwaliteit te verbeteren door met name de aanwezigheid van organisch stikstof, fosfor
en gewasbeschermingsmiddelen te verminderen, in het bijzonder in gebieden waar de
landbouwactiviteiten het intensiefst zijn;
de kwaliteit van de landbouwgronden duurzaam te verbeteren door erosiefenomenen en het
verlies van organische stoffen te voorkomen;
de neergang van de biodiversiteit in de land- en bosbouwgebieden een halt toe te roepen en de
landbouwlandschappen te vrijwaren.
De bekostiging ervan is gebaseerd op de meerkosten en inkomstenderving die het behoud of de
wijziging van praktijken met zich meebrengen.
Dit zijn de maatregelen waarmee rekening gehouden wordt:
a) Invoering van elementen uit het ecologische netwerk:
Kleine landschapselementen die in een zo natuurlijk mogelijke toestand behouden of
aangelegd worden (hagen, bosjes, poelen, wegbermen en waterlopen, uitbreidende
akkerranden,...) dienen als tussenstation, voedingsbron en schuilplaats voor heel wat
planten- en diersoorten in de hele landbouwruimte:
-
Haagbeplanting: Inheemse loofbomen behalve monospecifieke rijen populieren.
Antiparasitaire middelen zijn verboden - snoeien enkel tussen 1 juli en 15 april.
5
b)
- Beplanting van bomen, heesters, struiken, alleenstaande bosjes, hoogstammige
fruitbomen: inheemse loofbomen. Antiparasitaire middelen zijn verboden;
Aanleggen van poelen in landbouwpercelen
Met gras bezaaide perceelsranden en ingerichte stroken
Natuurlijke weilanden
Het gaat erom weilanden waarvan de bescherming essentieel is voor het behoud van talrijke
soorten in stand te houden en op een weinig intensieve manier te exploiteren, door het
maaien van het gras of door laattijdige begrazing. Dit impliceert onder meer dat er geen
enkele tussenkomst plaatsvindt tussen 1 november en 15 juni.
c) Behoud van de bedreigde plaatselijke rassen:
Deze steun is bedoeld om bij te dragen tot het behoud van de bedreigde plaatselijke
paarden-, runder- en schapenrassen. Met verdwijning bedreigde plaatselijke rassen; het dier
moet in het rasstamboek geregistreerd zijn. Betreft de volgende rassen:
- de Ardense voskop
- het Belgisch trekpaard
- de Belgische gemengde witblauwe
- het Belgisch melkschaap
d) Mechanische onkruidverdelging
e) Het bestrijden van bodemerosie
1.3. Steun aan landbouwinvesteringen
Steun voor landbouwinvesteringen is enkel mogelijk voor duurzame landbouwprojecten of voor de
omschakeling naar duurzamere productiemethoden, namelijk de sociaal, ecologisch en economisch
verdedigbare en duurzame methoden.
Het kan gaan om de aankoop van landbouwmateriaal in de ruime zin van het woord of om
inrichtingen. Bijvoorbeeld de aankoop van een landbouwmachine, rollend materieel, werktuigen, de
inrichting van een gebouw voor de korte ketenverkoop, enz. De projectdrager zal moeten aantonen
in welk opzicht deze materiële investering een sociale, milieu gerelateerde en economische
meerwaarde betekent voor het project (bewijs van de duurzaamheid).
1.4. Tegemoetkoming in de werkingskosten voor de projecten
Deze tegemoetkoming is bedoeld als steun voor de werking van de projecten in een streven naar
autonomie.
6
3. Steun aan projecten die een onrechtstreekse bijdrage leveren aan de ontwikkeling
van stadslandbouw.
Het gaat er met name om spelers of projecten te steunen die een meerwaarde betekenen voor de
Brusselse stadslandbouw in het kader van hun opdrachten. Bijvoorbeeld projecten voor
beroepsopleiding, onderzoek,...
Bepaalde subsidies kunnen toegekend worden op basis van een opdracht die in een Europese of
gewestelijke regelgeving omschreven wordt.
V.
Budget
Het landbouwteam van de GOB beschikt over een totaalbudget van € 200.000 voor de facultatieve
subsidies waarmee tussen 10 en 20 projecten gesteund zullen worden. Het maximumbedrag per
project is € 25.000.
De subsidies kunnen de vorm aannemen van een werkingssubsidie, een projectsubsidie of een
investeringssubsidie.
De projecten worden gedeeltelijk gesubsidieerd. Het voorstel en het budget van het project moeten
dus voorzien in een eigen inbreng of andere inkomsten.
VI.
Evaluatiecriteria voor de subsidieaanvraag
De volledige en binnen de termijnen ingediende subsidieaanvragen worden geëvalueerd op basis van
de hieronder vermelde objectieve criteria:
-
Het project heeft betrekking op professionele landbouw en voldoet aan de doelstellingen van
de projectoproep.
Elk ingediend project moet een reële meerwaarde aantonen in zijn sociale,
milieugerelateerde en economische bijdrage aan de Brusselse stadslandbouw.
Het project voorziet in een financiële autonomie; de financiering via de projectoproep is een
impulsfinanciering.
Het project valt binnen de thematische actielijnen van de Good Food-strategie;
Het project moet realistisch en haalbaar zijn;
De projectdragers voldoen aan de wetgeving die van toepassing is op het betrokken project.
Het project kan een model zijn voor andere projectdragers.
Het aanvraagformulier wordt ingediend, samen met (eventueel) de statuten, de jaarrekening, de
balans, het activiteitenverslag.
7
VII.
Termijn om de aanvragen in te dienen
Voor 2017 is de uiterste indieningsdatum voor de aanvraagdossiers vastgelegd op 17 februari 2017.
De dossiers zullen geanalyseerd en de subsidies toegekend worden op basis van de kwaliteit van het
project en de in dit document bepaalde criteria en ook op basis van de beschikbare budgetten.
Het aanvraagdossier moet ingediend worden vooraleer het project of de gesubsidieerde acties kan
starten.
VIII.
Hoe een facultatieve subsidie aanvragen?
De aanvraag voor een facultatieve subsidie wordt ingediend d.m.v. het formulier
« GoodFood2017_Landb_Formulier_NL» waarop vermeld staat welke informatie en documenten u
moet bijvoegen. Dit formulier is beschikbaar op volgende websites:
werk-economie-emploi.brussels
www.goodfood.brussels.
Het ingevulde formulier en de bijlagen moeten uiterlijk op 17 februari 2017, door een persoon die
wettelijk gemachtigd is om het bedrijf/de vereniging te verbinden, verzonden worden naar:
Brussel Economie en Werkgelegenheid
Dienst Economie - Landbouwteam
Ter attentie van Wien Nijs
Kruidtuinlaan 20
1035 BRUSSEL
IX.

Financieringsmodaliteiten
Toekenning van een subsidie
In het geval van een gunstig antwoord stelt de cel Landbouw een subsidiëringsbesluit op, legt
het voor aan de Inspecteur van Financiën, legt het zo nodig (afhankelijk van het toegekende
bedrag) voor akkoord voor aan de minister van Begroting en verstuurt het naar de betrokken
begunstigde zodra het door de minister, bevoegd voor landbouw in het Brussels Gewest,
ondertekend is.
Als het subsidiebedrag hoger is dan € 15.000 moet de regering er haar goedkeuring aan
hechten.

Vastlegging van de begrotingsfondsen
Zodra de minister het subsidiebesluit goedgekeurd heeft, wordt het aan de directie
Boekhouding van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel bezorgd voor vastlegging van het
bedrag. Zodra het bedrag vastgelegd is, wordt de toekenning van de subsidie meegedeeld.
8

Schijven / kalender van de schijven
Het subsidiebesluit bepaalt de voorwaarden van de vereffening, in een of meerder schijven.
De subsidie wordt meestal in twee schijven vereffend.
Het saldo kan pas gestort worden na het verstrijken van de subsidieperiode en na ontvangst
van de volgende documenten: een activiteitenverslag, samen met een financieel verslag en
de originele stukken die het gebruik van de subsidie rechtvaardigen.

X.
Vereffeningsmodaliteiten
De kennisgeving van het subsidiëringsbesluit aan de begunstigde en bezorging aan de
directie Boekhouding van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel gebeuren gelijktijdig. Het
bedrag wordt na ongeveer zes weken uitbetaald.
Evaluatie van de doelstellingen
Om te kunnen nagaan of de doelstellingen van het project gehaald zijn, moet er voor de uitbetaling
van het saldo van de subsidie een uiteindelijk activiteitenverslag ingediend worden met indicatoren
die het mogelijk maken na te gaan of de subsidie overeenstemt met het project waarvoor ze werd
toegekend. De projectdrager moet in het aanvraagformulier vermelden welke indicatoren hij van
plan is te meten die verband houden met de doelstellingen van het project.
Deze indicatoren zullen bepaald kunnen worden in samenwerking met het landbouwteam van de
GOB.
XI.
Verplichtingen
Eens de subsidie toegekend is, verbindt de projectdrager zich ertoe de volgende verplichtingen na te
komen:

Overheidsopdracht
Indien de begunstigde van een subsidie een rechtspersoon is die op de datum van de
beslissing om een opdracht uit te schrijven, opgericht is met het specifieke doel te voorzien
in behoeften van algemeen nut die niet van industriële of commerciële aard zijn en waarvan:
ofwel de werkzaamheden voor meer dan vijftig procent gefinancierd worden door de
diensten van de Regering of een autonome bestuursinstelling,
- ofwel het beheer onderworpen is aan toezicht van die diensten of instellingen,
- ofwel de leden van de directie, van de raad van bestuur of van de raad van toezicht voor
meer dan de helft door die diensten of instellingen zijn aangewezen,
dan is deze onderworpen aan de bepalingen van de wet van 15 juni 2006 betreffende de
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en
diensten, conform artikel 2 van voornoemde wet.
-
9
De Begunstigde verbindt er zich toe aan het Gewest alle documenten of inlichtingen te
verstrekken die toelaten na te gaan of hij eventueel onderworpen is aan de wet- en
regelgeving betreffende de overheidsopdrachten alsook de naleving daarvan bij het gunnen
van een specifieke opdracht.
De naleving van de wet- en regelgeving betreffende de overheidsopdrachten door de
Begunstigde, indien deze daaraan is onderworpen krachtens het voornoemde artikel 2 of ten
anderen titel, vormt een essentiële voorwaarde voor de toekenning van deze subsidie, net
als de verplichting van de Begunstigde om aan het Gewest alle documenten en inlichtingen
te verstrekken waar het om vraagt. Het niet-naleven van deze voorwaarde kan het
schrappen van de nog uit te betalen subsidies met zich meebrengen alsook de vraag om
reeds toegekende subsidies terug te storten.

Logo BHG en GOOD FOOD
De projectdrager verbindt zich ertoe om zijn externe communicatie (website,
promotiedocumenten, enz.) tweetalig (Nederlands - Frans) te laten verlopen, en er het logo
van het Gewest en van Good Food zichtbaar op aan te brengen.

Verantwoordingsstukken
De verantwoordingsstukken (facturen, honoraria, loonbons, kopie van huurcontracten,…)
moeten vergezeld zijn van hun betalingsbewijzen (bankrekeninguittreksels indien nodig
vergezeld van een listing of van een attest van de bedrijfsrevisor die bevestigt dat alle
facturen in verband met de subsidie betaald zijn).
Het totale bedrag van de voorgelegde bewijsstukken moet zo exact mogelijk
overeenstemmen met het maximumbedrag van de toegekende subsidie. Ze mogen niet
gebruikt worden om andere subsidies te rechtvaardigen. Indien geen
verantwoordingsstukken worden voorgelegd, moeten de reeds ontvangen voorschotten
worden terugbetaald.

Staatssteun - naleving van de cumulregels
Deze subsidie wordt toegekend met verwijzing naar Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de
Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de
landbouwsector (PEU L 352 van 24 december 2013).
Door het indienen van een subsidieaanvraag erkent de begunstigde dat het bedrag van de
hierboven vermelde subsidie het bedrag van de de-minimissteun die hem reeds werd
toegekend :
10

en/of in het kader van voornoemde Verordening (EU) nr. 1408/2013 niet op een
bedrag brengt van meer dan 15.000 euro over een periode van drie fiscale jaren ;

en/of in het kader van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18
december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PEU L 352 van
24 december 2013) niet op een bedrag brengt van meer dan 200.000 euro over een
periode van drie fiscale jaren;

en/of in het kader van verordening (EU) nr. 360/2012 van de Commissie van 25
april 2012 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun voor diensten
van algemeen economisch belang (PEU L 114 van 26 april 2012) niet op een bedrag
brengt van meer dan 500.000 euro over een periode van drie fiscale jaren.
De voormelde plafonds zijn niet van toepassing indien wordt voldaan aan de Verordening (EU) nr.
702/2014 van de Commissie van 25 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouwen de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden
verklaard.
De mate waarin deze vrijstellingsverordening van toepassing wordt, behoort tot de
beslissingsbevoegdheid van de Administratie.
XII.
Contact
Voor meer informatie kunt u het landbouwteam contacteren:
Tel.: 02/800.32.63 of 02/800.32.66
E-mail: [email protected]
11
Download