KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS WETSVOORSTEL VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGER LUK VAN BIESEN STREKKEND TOT WETTELIJKE BEPALING VAN DE TERRITORIALE BEGRENZING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VOORSTEL VAN 30 JULI 2007 I. BEVOEGDE WETGEVER A. Het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest wordt in de Grondwet niet begrensd, wel de beide andere gewesten De grondwetgever heeft de grenzen van het Vlaamse Gewest en van het Waalse Gewest doen samenvallen met provinciegrenzen door in artikel 5 GW1994 te stellen dat deze gewesten bepaalde met name genoemde provincies omvatten. Bovendien wordt er dan nog eens duidelijk aan toegevoegd, in lid 2 van genoemd artikel 5 : “De wet kan, indien daartoe redenen zijn, het grondgebied indelen in een groter aantal provincies”. Hiermee wordt het belang van enkele dingen duidelijk : 1.Door te verwijzen naar het grondgebied maakt de grondwetgever duidelijk welke de territoriale begrenzing is van het Vlaamse respectievelijk het Waalse gewest. 2.Meteen echter blijkt ook dat het volstaat met een gewone wet (“de wet kan”) het grondgebied in te delen in een groter aantal provincies (GW1994 a. 5), om meteen de gewestgrenzen te verschuiven. 3.De territoriale begrenzing van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is immers niet grondwettelijk bepaald : - in artikel 5 GW1994 is er geen sprake van dit Gewest (dat gebeurt in Titel I GW1994 uitsluitend in artikel 3 waar wel sprake is van de Belgische buitengrens maar niet van enige binnenlandse binnenbelgische grens). 4.Voor het verschuiven van een binnenlandse binnenbelgische provinciale grens is zelfs niet eens een wet nodig vermits de grenzen van de provincies kunnen worden gewijzigd of gecorrigeerd krachtens een wet. B.De gewone wetgever is bevoegd Luidens artikel 77, lid 1, 3° GW1994 bestaat er een bicamerale bevoegdheid voor de wetten bedoeld in artikel 5 GW1994. Bij weten van de indiener werd er geen bijzondere wet aangenomen waardoor de bicamerale bevoegdheid werd ingesteld voor de wet bedoeld in artikel 7 GW1994. Hieruit mag men afleiden dat de gewone (camerale of bicamerale) wetgever bevoegdheid heeft inzake het vergroten van het aantal provincies zowel als wat betreft de wijziging van de provinciegrenzen waar de bevoegdheid grondwettelijk werd opgedeeld tussen de (gewone) wetgever en de uitvoerende macht. C.Conclusie Waar de gewone wetgever bevoegd is het aantal provincies te vergroten, en bovendien samen met de uitvoerende macht de provinciegrenzen kan wijzigen, waar de Brusselse gewestgrens niet grondwettelijk bepaald werd en er geen bevoegdheid blijkt toevertrouwd aan de bijzondere wetgever, is de gewone wetgever bevoegd de gewestgrens van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te bepalen. II.VERANTWOORDING De grenzen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden totnogtoe wettelijk noch grondwettelijk bepaald. Dat gebeurde totnogtoe wel met de grens van twee andere gewesten en ook de taalgebieden werden grondwettelijk duidelijk begrensd. Het doen samenvallen van de gewestgrens met de grens van het taalgebied is in vele opzichten wenselijk. Zelfs de grondwetgever heeft immers in zijn artikel 139 rekening gehouden met de mogelijke wenselijkheid daarvan en het daarom mogelijk gemaakt dat Regeringen en Parlementen van het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap in een bepaald gebied (het Duits taalgebied) gewestbevoegdheden laten uitoefenen door Gemeenschapsorganen. Dit laatste is echter niet mogelijk in en of rond Brussel waar zich een strikte afbakening opdringt, ook al om de indeling in taalgebieden beter te bewaken en ook al zou men zich kunnen indenken dat sommige Gewestbevoegdheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (bvb. inzake sommige geluidhinderbestrijding) beter en coherenter zouden kunnen worden uitgeoefend door de Vlaamse Gemeenschap alleen. Vandaar dan ook het voorstel om het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wettelijk te bepalen, op zijn minst. III.WETSVOORSTEL tekst de lege ferenda Enig artikel : "De grens van het Brusselse Gewest valt samen met deze van het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad" IV.BESPREKING De voorgestelde tekst raakt niet aan de indeling van het grondgebied in taalgebieden die, met reden, grondwettelijk verankerd is. Hij maakt echter wel duidelijk waar de gewestgrens precies gelegen is door haar te laten samenvallen met de taalgebiedgrens. Aan artikel 4 van de Grondwet wordt aldus niet geraakt zodat niet kan worden voorgehouden dat dit indirect het geval zou zijn, integendeel : de taalgebiedgrens wordt immers een gewestgrens. Op die manier wordt de regionale drieledigheid niet versterkt, wel integendeel, want aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt paal en perk gesteld, o.m. door er het epitheton ornans ‘Hoofdstedelijk’ aan toe te voegen. Alzo zou misschien het inzicht kunnen groeien dat grensoverschrijdende effecten niet moeten worden benaderd vanuit een eigen interpretatie van de federale loyauteit maar wel op basis van werkelijke samenwerking, daarbij vertrekkend van de gedacht dat elke duurzame oplossing moet uitgaan van de noodzaak de grenzen van de taalgebieden, gewesten en provincies te eerbiedigen. Kerngedachte daarbij moet zijn dat duidelijke territoriale grenzen de beste waarborg zijn voor goed nabuurschap. En goednabuurschap is de beste voedingsbodem voor evenwichtige samenwerkingakkoorden op basis van federale louyauteit. Samenwerkingakkoorden die er hoe dan ook nodig zijn, bvb. over de grensoverschrijdende milieueffecten van de luchthaven van Zaventem of ter begeleiding van een overdracht van de Nationale Plantentuin te Meise. Kraainem, 30 juli 2007 Luk van Biesen Volksvertegenwoordiger