Wikipedia: http://nl.wikipedia.org Gastarbeider Gastarbeider Met gastarbeiders worden werkende mensen bedoeld die tijdelijk naar een ander land komen om daar arbeid te verrichten. De beweegreden voor een dergelijke actie is vrijwel altijd een economische: er is te weinig werk in het thuisland en er is voldoende vraag naar arbeiders in het gastland. Tijdelijk houdt in dat het de bedoeling is terug te keren naar het land van herkomst. Wanneer dat niet het geval is, is er sprake van immigratie en wordt de gastarbeider een immigrant. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er veel gastarbeiders naar de rijkere West-Europese landen, vanaf 1949(!) voornamelijk voor de kolenmijnen, onder meer uit Polen, Joegoslavië, Griekenland en Italië. [1] [2] Begin van de jaren 60, werden ten dienste van de zware industrie, mensen geworven uit landen als Italië, Spanje en Portugal. In 1964 sluit de Nederlandse regering een wervingsovereenkomst met Turkije, in 1969 volgt Marokko. De gastarbeiders werden naar Nederland gehaald omdat veel Nederlanders het zware- en vuile werk niet meer wilden doen. De uit deze politiek voortvloeiende massa-immigratie werd betaald door de aardgasbaten. Veel gastarbeiders vonden al zoekend naar betere werkomstandigheden dan in de omliggende landen ook zelf de weg naar Nederland. [3] Migrant Migrant Migrant kan verwijzen naar: Migrant (mens) Migrant (plant) Trekvogel Migrant (mens) Een migrant is (letterlijk) iemand die migreert, dat wil zeggen verhuist. Het begrip wordt echter voornamelijk gebruikt voor iemand die van één land naar een ander verhuist. Hiermee wordt vaak een buitenlandse werknemer bedoeld. Het Nederlands kent de volgende soorten migranten: emigrant - iemand die het land verlaat immigrant - iemand die van buiten in het land komt remigrant - een teruggekeerde emigrant transmigrant - iemand die tijdelijk in het land woont transitmigrant - iemand die in een transitland verblijft (land van herkomst → transitland → land van aankomst) Andere soorten migranten zijn: pensioenmigrant of rentenier Expat Expatriate (Doorverwezen vanaf Expat) Een expatriate of afgekort expat is iemand die tijdelijk in een land verblijft met een andere cultuur dan die waarmee hij is opgegroeid. Meestal zijn ze daarbij uitgezonden door hun werkgever, hoewel sommigen ook zelf direct bij een buitenlandse werkgever solliciteren. Ze dienen niet te worden verward met immigranten. Immigrant Immigratie (Doorverwezen vanaf Immigrant) Immigratie is het zich vestigen in een ander land of gebied. Een immigrant is een inkomend landverhuizer. In tegenstelling tot een toevallige bezoeker of reiziger wenst een immigrant zich voor langere tijd in het land te vestigen. De immigratie betekent "in-migratie" in een land, en is het omgekeerde van emigratie, hetgeen "weg-migratie" betekent. Om de instroom van immigranten sociaal-economisch in goede banen te leiden ontwikkelt elk land zijn eigen migratiebeleid. Dit beleid bepaalt hoe het land omgaat met de immigranten, hoeveel er worden toegelaten en aan welke eisen iemand moet voldoen om het land binnen te mogen. Emigrant Emigratie (Doorverwezen vanaf Emigrant) Emigratie is de actie waarbij mensen hun geboorteland verlaten om zich in het buitenland te vestigen. Wanneer het gaat om de (historische) grootschalige emigratie van Europeanen naar populaire bestemmingen als de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland, wordt ook wel gesproken van landverhuizing, al kan dat begrip in ruimere zin ook betrekking hebben op immigratie. Allochtoon Allochtoon Allochtoon kan verwijzen naar: allochtoon (biologie) allochtoon (persoon) allochtoon (geologie) Het woord allochtoon betekent letterlijk "van een andere aarde/gebied" (Oudgrieks: ἀλλος=ander, vreemd; en χθων=aarde,). Tegenover het begrip allochtoon staat de term autochtoon, dat letterlijk "uit hetzelfde gebied/grond" betekent. Met betrekking tot het woord allochtoon zijn er, wanneer het om bevolkingsgroepen gaat, verschillende definities in omloop. Het begrip werd in 1971 geïntroduceerd door de sociologe Hilda Verwey-Jonker in een rapport voor het Nederlandse ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM), ter vervanging van het tot dan toe gangbare woord immigrant. Feitelijk was het bedoeld als eufemisme. De termen 'allochtoon' en 'autochtoon' bestaan overigens al veel langer in het Nederlands, vóór 1954 werden ze gespeld als 'allochthoon' en 'autochthoon'. Ook in de biologie en geologie worden ze gebruikt om in- of uitheemse planten, dieren of verschijnselen mee te duiden. Nog in de jaren zeventig kon bijvoorbeeld een persoon uit 's-Hertogenbosch die enkele kilometers verderop naar Sint-Michielsgestel verhuisde daar als allochtoon gezien worden. Inmiddels heeft het woord 'allochtoon' ook een pejoratieve lading. In 2006 werd er een voorstel gedaan door de fractie van de PvdA in de Amsterdamse gemeenteraad, om het gebruik van de term 'allochtoon' in officiële stukken te vermijden. Bij gebrek aan een alternatief bleek dit niet haalbaar. Dit woord is dus een voorbeeld van een eufemismetredmolen. In februari 2008 suggereerde minister van justitie Ernst Hirsch Ballin opnieuw dat de term allochtoon afgeschaft zou moeten worden, maar ook dit voorstel werd niet overgenomen. In het Vlaams Decreet Etnisch-culturele minderheden van 1998 staan de allochtonen vermeld als een van de doelgroepen, naast de vluchtelingen en de nieuwkomers. In dat decreet staan de allochtonen tegenover de nieuwkomers: ze verblijven reeds langere tijd (op een legale wijze) in Vlaanderen. In Vlaanderen wordt sinds ongeveer 2000 ook de term nieuwe Vlaming gebruikt, mede op vraag van de organisaties van nieuwe Vlamingen die de termen 'allochtoon' en '(im)migrant' nodeloos onderscheidend vinden voor algemeen taalgebruik. Autochtoon Autochtoon Autochtoon kan verwijzen naar: Autochtoon (antropologie) - de oorspronkelijke bevolking van een land of gebied Autochtoon (geologie) - het materiaal dat zich op de tektonische plaat bevindt waar ze voor een overschuiving ontstond ook lag Autochtoon (ecologie) - organismen ontstaan in een bepaald gebied Met autochtoon (Oud-Grieks: αὐτος autos = "zelf" en χθων chthoon = "land, grond") wordt doorgaans de inheemse bevolking aangeduid; in tegenstelling tot allochtoon dat wordt gebruikt voor hier wonende personen die zelf of wier ouders niet van hier afkomstig zijn. In Vlaanderen gebruikt men als tegenhanger van de 'autochtonen' ook soms de term 'nieuwe Vlamingen'. In het begin was de definitie: iemand die in het buitenland is geboren. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) hanteert nu als definitie: beide ouders zijn in Nederland geboren, ongeacht het land waar iemand zelf is geboren. Volgens deze definitie kan het binnen Nederland gebeuren dat autochtone personen allochtone zoons of dochters krijgen. Ook is het mogelijk dat allochtone personen in het buitenland een kind krijgen dat in Nederland autochtoon is. De CBS-definitie wijkt op een aantal punten af van wat doorgaans onder "autochtoon" of "allochtoon" wordt beschouwd. De definitie van het CBS wijkt af van het praktisch gebruik van de term autochtoon. In de omgangstaal wordt namelijk meer gedoeld op mensen met de Nederlandse etniciteit. Vreemdeling Buitenlander (Doorverwezen vanaf Vreemdeling) Een buitenlander of vreemdeling is iemand die niet in het bezit is van de nationaliteit van het land waar hij verblijft. Het woord buitenlander heeft in Nederland voor sommigen een sterk pejoratieve klank gekregen, omdat mensen uit etnische minderheden die wel in bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit vaak nog steeds door velen verkeerd als buitenlander worden aangeduid. In België heeft de term buitenlander eveneens vaak een pejoratieve bijklank. In feite is de term vreemdeling meer ingeburgerd, een woord dat eveneens in het publieke debat vaak verkeerd wordt gebruikt om, net zoals het woord buitenlander, leden van etnische minderheden die wel over de Belgische nationaliteit beschikken te benoemen. De term 'vreemdeling' is in België ook een juridisch begrip om inwoners die niet over de nationaliteit van het verblijfsland beschikken te benoemen en is binnen de rechtsleer of demografie in dat opzicht als neutraal te beschouwen. In de loop der tijd ontstond de behoefte aan andere begrippen, want men wilde mensen met een andere achtergrond nog steeds kunnen onderscheiden, ondanks het feit dat velen inmiddels de Nederlandse of Belgische nationaliteit hadden. Zo ontstonden "migrant", "medelander" en ten slotte "allochtoon". kleurling Kleurling Kleurling-familie in Zuid-Afrika Kleurling is een algemene aanduiding voor mensen met een getinte huidskleur. De term 'kleurling' is door de apartheid besmet geraakt en werd of wordt door veel mensen als beledigend ervaren. Onder deze term werden in het tijdperk van de apartheid groepen met een bruine huidskleur bij elkaar geveegd met een heel verschillende afkomst, zoals inheemse volkeren in het westen van Zuid-Afrika (de Khoi en de San), afstammelingen van Maleis-Portugese slaven en mensen van gemengde afkomst. De rassenindeling van de apartheid wordt door het Zuid-Afrikaanse bureau voor de statistiek nog steeds gehanteerd. In 2001 werd bij de volkstelling ook de keuzeoptie overig toegevoegd (naast zwart, blank, Aziatisch en kleurling), maar deze optie werd door de bevolking dermate weinig gekozen dat dit niet in de statistieken is opgenomen. De meeste Zuid-Afrikaanse kleurlingen wonen in het westen van het land (provincies Noord-Kaap en West-Kaap) en spreken overwegend een Afrikaans dialect.[1][2] Namibië kent evenals Zuid-Afrika kleurlingengemeenschappen die overwegend Afrikaans dialecten spreken. Neger Neger Voor de gelijknamige plaats in Duitsland, zie Neger (Olpe). Neger is een aanduiding voor de oorspronkelijke, donkerhuidige bewoners van Afrika ten zuiden van de Sahara. Neger is afgeleid van het Spaanse en Portugese negro, wat zwart betekent (het is niet duidelijk of het daarvoor een afgeleide was van het Latijnse niger of het Griekse necro). De benaming 'neger' of 'negroïde' wordt soms ook gebruikt voor de oorspronkelijke bewoners van Melanesië, die eveneens negroïde kenmerken hebben, ofschoon ze niet direct verwant zijn met zwarte Afrikanen. Volgens het Woordenboek der Nederlandse Taal komt het woord in het Nederlands voor het eerst voor in 1644, verwijzend naar de lading van een slavenschip. Hetzelfde woordenboek vertelt dat het woord 'neger' tot de Nederlandse afschaffing van de slavernij in 1863 zwarte slaaf als betekenis had.[1] De meningen of de term tegenwoordig als aanduiding voor een persoon met een donkere huidskleur neutraal of beledigend is, lopen uiteen. Volgens de Taaltelefoon, een taaladviesdienst in samenwerking met de Nederlandse Taalunie, is 'zwarte' alvast een neutraler woord dan 'neger'.[2] Stereotype De stereotiepe neger heeft: Donkere huidskleur door de permanente aanwezigheid van het donkere huidpigment "melanine". Kroeshaar Donker haar Dikke lippen Brede mond Licht vooruitstekende kaken Platte en brede neus Relatief kleine oren Donker getinte ogen Voor vele bevolkingsgroepen in Afrika gaat deze beschrijving niet of slechts gedeeltelijk op. Anderstalige geen zoekresultaat Nieuwkomer geen zoekresultaat Makak geen zoekresultaat Landverhuizer geen zoekresultaat Moslim Moslim Een moslim (Arabisch: م س لم, moeslim, Perzisch: م س لمان, Turks: Müslüman) is letterlijk: iemand die zich overgeeft, waarbij gedoeld wordt op de overgave aan God (Arabisch: هللا, Allah). "Moslim" kan dus ook in een bredere context gebruikt worden. Meestal wordt met een moslim een aanhanger van de islam bedoeld, ook hier in dit artikel. De shahadah verwoordt dat een moslim boven alles in God gelooft en doorgaans wordt daarop volgend Mohammed 'slechts' als diens profeet of boodschapper beschouwd. Wel zien de meeste moslims, met name soennieten, Mohammed als een volmaakt rolmodel en proberen zij hem zo getrouw mogelijk na te volgen in woord en daad, omdat volgens hen in de Koran een verwijzing hiernaar staat. Deze verwijzing wordt betwist door koranistische moslims. De Koran stelt dat de term moslim afkomstig is van God zelf: "En strijdt voor de zaak van Allah zoals er voor behoort te worden gestreden. Hij heeft u verkozen en heeft u in de godsdienst geen lasten opgelegd - dit is het geloof van uw vader Abraham. Hij heeft u Moslims genoemd voorheen en in dit Boek, opdat Onze boodschapper getuige over u zij, en dat gij getuige moogt zijn over de mensheid. Onderhoudt het gebed, betaalt de Zakaat en houdt u aan Allah vast. Hij is uw Beschermer. Een uitmuntend Meester en een uitnemend Helper". (Soera De Bedevaart 78) Andere benamingen Een synoniem voor een moslim is islamiet. Zowel mannelijke als vrouwelijke moslims noemen zichzelf vaak 'moslim', al wordt door met name jongere zelfbewuste islamitische vrouwen tegenwoordig ook steeds vaker het woord moslima gebruikt. De aanduiding mohammedaan wordt door moslims sterk afgekeurd, omdat het zou betekenen dat Mohammed als godheid vereerd wordt, parallel aan de verering van Jezus (Isa) door christenen als zoon van God, hetgeen afbreuk doet aan het strikt monotheïstische karakter van de islam.[1] Het synoniem muzelman komt van het Turkse musluman dat weer afgeleid is van het Perzische meervoud musliman. In het Nederlands is dit woord niet gebruikelijk meer, maar in het Frans is dit het gewone woord (musulman). De laatste lettergreep heeft dus niets met een man te maken en het soms gehoorde muzelvrouw is dan ook een etymologische vervorming. Moslims wijzen er vaak op dat de woorden islam en moslim verband houden met de Arabische woorden voor vrede: salam en overgave: taslim. Ze zijn alle drie afkomstig van dezelfde drieletterige wortel ''''( '''' سسسS-L-M), die onder andere "zich overgeven, onderwerpen" betekent. Islamiet Moslim (Doorverwezen vanaf Islamiet) Exotisch Exoot (Doorverwezen vanaf Exotisch) Een exoot is de status van een organisme dat zich heeft gevestigd in een land waar het oorspronkelijk niet vandaan komt. Voorbeelden hiervan zijn het konijn in Australië, het varken op Hawaï, de muskusrat, de Amerikaanse vogelkers en de waterpest in België en Nederland, het edelhert in Nieuw- Zeeland en de nijlbaars in het Victoriameer. De douglasspar is in Europa ook een exoot, maar wordt in Nederland sinds 2003 als een Nederlandse soort beschouwd [bron?].