De morele hand, toegepast op dierenrechten en

advertisement
De morele hand
Toegepast op dierenrechten en
veganisme
Stijn Bruers
Overzicht
• De vijf morele vingers: consistentie van vijf
ethische basisprincipes
• Speciesisme: mens-dier onderscheid is
discriminatie en een morele illusie
• Slot: het dilemma van de vleeseter
Deel 1: de vijf morele vingers
• Wijsvinger: welzijnsethiek (rechtvaardigheid)
Sluier der onwetendheid
Rechtvaardigheid
• Onpartijdigheid (sluier der onwetendheid)
• Totaal welzijn/levenskwaliteit (waarde toegekend
aan het beleven van een volledig leven)
• Prioriteit voor laagste posities (ergste levens)
• Efficiëntie (niet onbeperkt veel welzijn opofferen ten
voordele van de laagste posities)
 Welzijnsethiek dat kijkt naar de gevolgen
Gelijkwaardigheid, principe 1
Rechtvaardige verdeling van levenskwaliteit:
• maximaliseer de levenskwaliteiten
(welzijnswaarden) van alle voelende wezens, en
geef daarbij sterke voorkeur aan een verhoging
van de laagste welzijnswaarden.
• Dus maximaliseer de levenskwaliteit van de minst
bedeelden (de voelende wezens met het minste
welzijn), tenzij dit ten koste gaat van ontzettend
veel meer welzijn van anderen.
Wetenschap
• Welke wezens kunnen voelen?
– Enkel ik weet zeker dat ik gevoelens heb
– Analogie sprong: jullie hebben gevoelens
– Analogie sprong: we gaan er van uit dat baby’s en mentaal
gehandicapten kunnen voelen en een bewustzijn hebben
– Geldt ook voor alle andere wezens met gelijkaardig gedrag,
fysiologie, anatomie en evolutionaire verklaring
Wezens met een ontwikkeld functioneel complex
centraal zenuwstelsel: gewervelden,
kreeftachtigen, inktvissen
De vijf morele vingers
• Wijsvinger: welzijnsethiek (rechtvaardigheid)
• Middelvinger: het middelprincipe (lichamelijke
zelfbeschikking)
Dilemma’s
• Dilemma 1: het treinspoor en de wissel
Dilemma’s
• Dilemma 1: het treinspoor en de wissel
• Dilemma 2: het treinspoor en de brug
Dilemma’s
• Dilemma 1: het treinspoor en de wissel
• Dilemma 2: het treinspoor en de brug
• Dilemma 3: orgaantransplantatie
Dilemma’s
Dilemma’s
Dilemma 1: het treinspoor en de wissel
 Dilemma 2: het treinspoor en de brug
 Dilemma 3: orgaantransplantatie
???????????????????????

Morele intuïties vertalen in een basisrecht
= het recht om niet gebruikt te worden als
louter middel voor iemand anders zijn doelen
Basisrechtschendingen
•
•
•
•
•
•
Verkrachting
Slavernij
Mensenhandel
Kannibalisme
Gedwongen experimenten
…
Het basisrecht (middelprincipe)
Wanneer wordt het basisrecht geschonden?
Wanneer wordt iemand gebruikt als louter
middel?
1. De aanwezigheid van (het lichaam van) het
slachtoffer is noodzakelijk om het doel te
realiseren (slaat op “middel”)
2. Het slachtoffer moet door de dader iets doen
of ondergaan tegen diens wil in (bv. zonder
vrijwillige geïnformeerde toestemming) (slaat
op “louter”)
Het basisrecht
Wie krijgt het basisrecht?
Belangrijkheid
van doelen
Overlevingsbehoeften
V
V
V
X
Gezondheidsbehoeften
V
V
X
X
Basisbehoeften
V
X
X
X
X
X
X
X
Luxebehoeften
Complexiteit
van wezens
Levende
wezens
Responsieve
wezens
Voelende
wezens
Denkende
wezens
Gelijkwaardigheid, principe 2
Gelijk basisrecht van voelende wezens: gebruik
geen voelende wezens als louter middel voor
de eigen doelen
Voelend wezen = wezen dat complexe belangen
heeft en die belangen ook subjectief kan
gewaarworden
De vijf morele vingers
• Wijsvinger: de waarde van welzijn
(rechtvaardigheid)
• Middelvinger: het middelprincipe (lichamelijke
zelfbeschikking)
• De ringvinger: de waarde van biodiversiteit
(natuurlijkheid)
Het predatieprobleem
De waarde van biodiversiteit
• Biodiversiteit is de diversiteit aan levensvormen en
activiteiten die het rechtstreeks gevolg zijn van
natuurlijke evolutie
– Net zoals welzijn bestaat uit alle positieve gevoelens zijn
die het gevolg zijn van het vervullen van behoeften
• Rechtenschendingen mogen enkel als het gedrag
voldoet aan volgende voorwaarden:
– Natuurlijk (het gedrag is een direct gevolg van natuurlijke
evolutie, en draagt daarom bij aan biodiversiteit)
– Normaal (het gedrag komt vaak voor, dus sterke bijdrage
aan biodiversiteit)
– Noodzakelijk (verlies aan biodiversiteit als het gedrag
stopt)
De waarde van biodiversiteit
• Gedwongen orgaantransplantaties,
experimenten,… zijn niet natuurlijk, dus mogen
niet
• Slavernij, verkrachting,… zijn niet noodzakelijk,
dus mogen niet
• Rondlopen en per ongeluk insecten doden mag
wel (zelfs al konden insecten voelen)
• De jacht van carnivoren mag wel
• Consumptie van dierlijke producten door
mensen?
Voedingswetenschap
 “It is the position of the American Dietetic
Association [the Academy of Nutrition &
Dietetics] that appropriately planned vegetarian
diets, including total vegetarian or vegan diets,
are healthful, nutritionally adequate, and may
provide health benefits in the prevention and
treatment of certain diseases.”
 “Well-planned vegetarian diets are appropriate
for individuals during all stages of the life cycle,
including pregnancy, lactation, infancy, childhood,
and adolescence, and for athletes.”
Veganisme en gezondheid



Carl Lewis (9 Olympische gouden medailles atletiek)
Scott Jurek (meervoudig winnaar van de beruchte Badwater
Ultramarathon en de Spartathlon)
Mac Danzig (meervoudig wereldkampioen worstelen en
winnaar Ultimate Fighting Championships)
De vijf morele vingers
• Wijsvinger: de waarde van welzijn
(rechtvaardigheid)
• Middelvinger: het middelprincipe (lichamelijke
zelfbeschikking)
• De ringvinger: de waarde van biodiversiteit
(natuurlijkheid)
• De pink: getolereerde partijdigheid
Getolereerde partijdigheid
• Onpartijdige ethiek is veeleisend
• Welke vormen van partijdigheid zijn
toelaatbaar?
• Bv. een leeuw die een zebra of een kind
aanvalt: wie redden?
Getolereerde partijdigheid
• het brandend huis dilemma
Getolereerde partijdigheid
• Uw kind of de hond? -> soortisme?
• Uw kind of een kind met een andere
huidskleur? -> racisme?
• Partijdigheid mag enkel als je gelijkaardige
niveaus van partijdigheid zou tolereren bij
iedereen
Gelijkwaardigheid, principe 3
Rechtvaardige hulpverlening: men mag bij
hulpverlening prioritaire aandacht schenken aan
een voelend wezen met wie men een
persoonlijke of emotionele band heeft, op
voorwaarde dat men de keuze respecteert van
andere hulpverleners om slachtoffers te helpen
waarmee men minder emotionele betrokkenheid
heeft.
• Dus tolereer de keuze van die andere
hulpverleners
Getolereerde keuzegelijkwaardigheid
De vijf morele vingers
• Wijsvinger: de waarde van welzijn
(rechtvaardigheid)
• Middelvinger: het middelprincipe (lichamelijke
zelfbeschikking)
• De ringvinger: de waarde van biodiversiteit
(natuurlijkheid)
• De pink: getolereerde partijdigheid
• De duim: het principe van universalisme
Universele wet
• Men moet (mag) datgene doen wat iedereen
(die ertoe in staat is) in alle gelijkaardige
omstandigheden moet (mag) doen.
• Doe wat iedereen zou moeten doen
• Volg die regel waarvan je kunt willen dat die
een universele wet wordt
• Toe te passen op vorige principes
(welzijnsethiek, basisrecht, biodiversiteit en
getolereerde partijdigheid)
De vijf morele vingers
Universeel medeleven
en respect
Conclusie
De vijf vingers toegepast op de consumptie van dierlijke
producten
– Wijsvinger: schending van welzijnsethiek
– Middelvinger: schending van het middelprincipe (het
basisrecht)
– Ringvinger: consumptie is niet noodzakelijk (geen
schending van de biodiversiteit)
– Pink: schending van getolereerde partijdigheid
 Veganisme is ethisch consistent
– Duim: geef goede voorbeeld
 Veganisme is morele plicht
Deel 2: speciesisme
Discriminatie
Discriminatie is ?
het berokkenen van een nadeel aan een individu
door het maken van een waardegeladen
onderscheid tussen individuen op grond van
eigenschappen die in die situatie niet ter zake
doen, geen geldig motief vormen of niet moreel
relevant zijn.
 Racisme, seksisme,… en …
soortisme

Discriminatie als morele illusie
Intrinsieke waarde van dier
Intrinsieke waarde van mens
(Moreel) irrelevante eigenschappen
Welk moreel relevant criterium?
• Huidige situatie: voelende mensen hebben
het basisrecht
• Alle mensen die de mogelijkheid hebben
ontwikkeld om te kunnen voelen, en die
mogelijkheid nog niet definitief verloren
hebben.
Morele
gemeenschap
Voelende wezens
Homo sapiens
Welk moreel relevant criterium?
• De soortgrens?
1. Zeer arbitrair: wie zijn wij?
3de onderste???
Welk moreel relevant criterium?

De soortgrens?
1. Zeer arbitrair: wie zijn wij?
2. Zeer vergezocht: hoe een soort definiëren?
Welk moreel relevant criterium?
 Definitie van soort: verwijst naar het kunnen
krijgen van vruchtbare nakomelingen
 Eigenschap van “de mens”: mentale vermogens
(begrijpen van rechten en plichten,…)
 Als een wezen een naast familielid heeft dat
potentieel vruchtbare nakomelingen had kunnen
krijgen met een verzameling van wezens die
bepaalde mentale vermogens bezitten, dan krijgt
dat wezen het basisrecht
Welk moreel relevant criterium?

De soortgrens?
1. Zeer arbitrair: wie zijn wij?
2. Zeer vergezocht: hoe soort definiëren?
3. Potentieel inherente vage grens: waar
eindigt een soort?
Wat is een mens?
Wat met
– Hybriden?
– Mens-dier chimera?
– Voorouders (Homo habilis,
Australopithecus,…)?
– Genetisch gewijzigde
mensen,…?
Ringsoorten en evolutie
Alle soorten zijn met
elkaar verbonden in de
tijd zoals populaties van
een ringsoort verbonden
zijn in de ruimte
Is de toevallige dood van
tussenvormen moreel
relevant?
Welk moreel relevant criterium?

De soortgrens?
1.
2.
3.
4.
Zeer arbitrair
Zeer vergezocht
Ook potentieel vage grens
Verwijzing naar iets wat we niet relevant
vinden: genen of uiterlijk
◦ zoals racisme
◦ er bestaat geen ‘belangen-gen’ of kenmerk
dat alle en alleen mensen hebben
5. Niemand heeft gekozen om als mens
geboren te worden -> geen verdienste
Welk moreel relevant criterium?
• Voelen?
1. Gevolgenethiek (consequentialisme) en
rechtvaardigheidsethiek (contractualisme):
gedachtenexperiment van de sluier der
onwetendheid
2. Deugdenethiek: ontwikkelen van morele emotie
van empathie
3. Rechtenethiek (deontologisme):
• Recht = bescherming van belang
• Gevoel = gewaarwording van belang
Samenvatting: het dilemma van de
vleeseter
1. Alle voelende mensen hebben het basisrecht
2. Discriminatie mag nooit
3. Soort is geen moreel relevant criterium,
voelen wel
Een argumentatie voor dierenrechten
• Uitgangspunt 0. Een consistentere ethiek is beter dan een
minder consistente ethiek.
• Uitgangspunt 1. Minstens alle bewuste of voelende
mensen hebben minstens het basisrecht om niet gebruikt
te worden als louter middel voor minstens al onze nietvitale behoeften.
• Uitgangspunt 2. Morele discriminatie is het maken van
een waardegeladen onderscheid en een verschil in
behandeling (bv. het ontzeggen van rechten) tussen
individuen of groepen op grond van moreel irrelevante
criteria (kenmerken die in die situatie geen aanvaardbaar
motief vormen).
Een argumentatie voor dierenrechten
• Uitgangspunt 3. Arbitraire, onduidelijke of
vergezochte criteria zijn moreel irrelevant, want
deze houden een gevaar in voor opportunisme.
Voorbeelden: uiterlijke kenmerken (huidskleur,
geslacht, gedrag,…), genetische eigenschappen
(ras, etniciteit, genetische verwantschap…), een
willekeurige groep uit een reeks van groepen,
dingen waar een individu niet aan kan doen of
niet voor gekozen heeft…
• Uitgangspunt 4. Alle vormen van discriminatie
zijn immoreel.
Een argumentatie voor dierenrechten
• Uitgangspunt 5. Wel moreel relevante criteria zijn
o.a.
– criteria die we zouden willen vanuit een onpartijdig
standpunt (moreel gezichtspunt), zoals achter de sluier
der onwetendheid,
– criteria die een duidelijke (geen vergezochte)
betrekking hebben op morele begrippen (zoals het
concept van rechten).
– criteria die volgen uit waardevol geachte gevoelens
die van belang zijn bij ons morele beslissingsvermogen
(zoals morele deugden of emoties die ten grondslag
liggen aan het toekennen van rechten aan anderen)
Een argumentatie voor dierenrechten
• Uitgangspunt 6. Vanuit een onpartijdig standpunt
is vooral welzijn belangrijk: het verschil in
behandeling bij discriminatie is vooral moreel
belangrijk bij aspecten die van invloed zijn op het
welzijn van individuen.
• Uitgangspunt 7. Een recht is een bepaalde wijze
van een bescherming van een belang.
• Uitgangspunt 8. Voelende (perceptueel bewuste)
wezens hebben complexe belangen en kunnen die
belangen gewaarworden
Een argumentatie voor dierenrechten
• Uitgangspunt 9. Bezorgdheid, empathie en
medeleven zijn waardevolle gevoelens
(deugden) die van invloed zijn op ons ethisch
handelen.
• Uitgangspunt 10. We kunnen bezorgdheid
voelen voor voelende wezens, omdat die
belangen hebben en dus kwetsbaar zijn. We
kunnen empathie (medeleven) hebben met
voelende wezens.
Een argumentatie voor dierenrechten
• Uitgangspunt 11. We gaan ervan uit dat mentaal
gehandicapte mensen bewuste en voelende
wezens zijn.
• Uitgangspunt 12. De kans dat gewervelde dieren
met een functioneel zenuwstelsel een bewustzijn
en gevoelens hebben is even groot als de kans dat
mentaal gehandicapten een bewustzijn en
gevoelens hebben.
(adaptieve rol van gevoelens, anatomische
eigenschappen, gedrag, fysiologische
veranderingen,…)
Een argumentatie voor dierenrechten
• Uitgangspunt 13. Planten kunnen waarschijnlijk
niet voelen.
• Uitgangspunt 14. Het toekennen van het
basisrecht aan gewervelde dieren met een
functioneel zenuwstelsel vormt geen bedreiging
voor onze vitale belangen (bv. als het gaat om
eten, zie Academy of Nutrition & Dietetics).
 Logische conclusie: eet geen vlees (word
veganist)
• http://stijnbruers.wordpress.com
• [email protected]
Download