PowerPoint-presentatie

advertisement
Op weg naar een nieuw
pensioencontract, extra
optie
Deelnemersvergadering pensioenfonds Thales
28 juni 2016
Tomas Wijffels
2
Hoe staan we ervoor?
Stelsel
onvoldoende
berekend op
financiële
schokken
Stelsel
onvoldoende
berekend op
vergrijzing
Stelsel wordt niet
meer breed
gedragen
3
Waar staan we nu?
In veel gevallen al
8 jaar geen
indexatie
Bij veel
deelnemers
hebben pensioenverlagingen
plaatsgevonden
(verlaging van de
aanspraken bij
nog werkenden)
Stijgende
premies/opnieuw
dreigende
kortingen
4
Wat is het vooruitzicht?
Wij vrezen meer van hetzelfde:
• Langdurig geen indexatie
• Verlaging van de aanspraken
• Verlaging van de pensioenen
5
Waarop lopen veel fondsen vast in de
uitkeringsovereenkomst?
Welk pensioen zeg je toe?
En hoe waardeer je die toezegging?
6
Dus…voor diverse pensioenfondsen
op zoek naar nieuwe wegen
7
Uitgangspunten Pensioenfederatie bij de zoektocht
•
Collectief
•
Risicodeling
•
Stabiele uitkering & stabiele premie
•
Haalbare transitie van oud naar nieuw
•
Nieuwe overeenkomst is een alternatief.
Geen verplichting.
8
Welke partijen zoeken naar oplossing?
9
Waar menen we de nieuwe weg te vinden?
In jargon: Variant I-B en IV-C van de
SER
Twee hoofdvarianten:
1. Uitkeringsovereenkomst met
degressieve opbouw
2. Persoonlijk pensioenvermogen met
collectieve risicodeling. Geld in de pot
communiceren en geen aanspraken
communiceren.
10
Uitkeringsovereenkomst met degressieve
opbouw (I-B)
1. Geen zekerheidsmaat, dus variabele uitkering
2. Van doorsneesystematiek naar degressieve opbouw;
3. Verplichtstelling blijft gehandhaafd
4. Sturen met regels FTK (indexeren en korten) voor
schokken in langleven en rendement/rente
5. Rts met UFR
11
Premieovereenkomst met collectieve
risicodeling (IV-C)
1. Premie betaald op basis van ambitie, geformuleerd op
2.
3.
4.
5.
6.
CAO-tafel (dus geen toezegging)
Vaste premie, opbouw van kapitaal
Verplichtstelling gehandhaafd
Life-cycle voor individueel kapitaal; uniforme mix
buffer
Projectierendement in uitkeringsfase
Micro langleven wordt gedeeld; macro langleven ook,
maar hoe?
12
Hoe verder?
 Nog niet voldoende informatie voor keuze
 Komende maanden vier onderzoeksgroepen aan het
werk:
 Communicatie
 Juridisch-fiscaal
 Financieel
 Uitvoering
 Oktober nadere duiding opties IB en IV-C
13
Resumerend
•
Voor groot aantal fondsen vormt - naast de veranderende
demografische opbouw - de belofte van een pensioenaanspraak een
groot knelpunt.
•
Pensioenfederatie zoekt naar een oplossing voor deze fondsen in de
vorm van een nieuw type pensioenregeling.
•
Extra optie: nieuwe regeling komt naast de bestaande regelingen;
pensioenfondsen die in de uitkeringsovereenkomst/premieovereenkomst willen/kunnen blijven, moeten die mogelijkheid hebben.
•
Voor de nieuwe regeling kijken we naar SER variant I-B en IV-C
•
Transitie van bestaande naar nieuwe regeling moet beheerst kunnen
plaatsvinden. Nadere uitwerking nodig.
14
Bedankt voor uw aandacht
15
Bijlagen
16
Verschillende SER-varianten (naast IV-C) (1)
I A: uitkeringsovereenkomst: uniforme beleggingsmix
• vaste premie, variabele opbouw (echt CDC)
• zekerheidsmaat FTK, dus vaste uitkering met korten = ultimum remedium
• sturen met regels FTK (indexeren en korten) voor schokken in langleven
en rendement/rente
• rts met ufr
I B: uitkeringsovereenkomst: uniforme beleggingsmix
• geen zekerheidsmaat, dus variabele uitkering
• sturen op dg reëel = 100 middels open symmetrische AFS 10 jaar voor
schokken in langleven en rendement/rente
• macro stabiele discontovoet
I B (extra): uitkeringsovereenkomst: uniforme beleggingsmix
• Als I B, maar
• sturen op dg nominaal = 100 middels symmetrische AFS 10 jaar
• rts (met ufr)
17
Verschillende SER-varianten (naast IV-C) (2)
IV A: individuele variant verbeterde premieovereenkomst [kan vanaf 18-2016]
•
Vaste premie met opbouw kapitaal
•
Individuele life-cycle, doorbeleggen na pensionering (variabele uitkering)
•
Micro langlevenrisico gedeeld/verzekerd; schokken in rendement, rente en
macrolangleven uitsmeren met jezelf in max. 5 jaar
•
Discontovoet: rts; dalende uitkering mag
•
Default politie: Life-cycle tot pensioendatum en vast annuities op pensioendatum
IV B: collectieve variant verbeterde premieovereenkomst (kan vanaf
1/8/2016)
• Begint als IV A, daarna (geleidelijk) inkopen in collectief
• In collectief ook delen beleggingsrisico (uniforme mix) en macro langleven; gesloten
• Discontovoet: rts; dalende uitkering mag
18
Uit SER-advies (2015)





“Een contract met persoonlijk pensioenvermogen en collectieve risicodeling maakt het
mogelijk tot beter maatwerk te komen; daardoor hoeven de behoeftes van jongeren aan meer
risicovolle beleggingen (om zo een risicopremie te incasseren) en van ouderen aan meer
veilige beleggingen, niet meer met elkaar te botsen.
Binnen een contract met persoonlijk pensioenvermogen en collectieve risicodeling is er ruimte
voor meer maatwerk op het gebied van het uitkerings- en risicoprofiel van deelnemers.
Eigendomsrechten kunnen beter worden gedefinieerd.
Ook maakt een contract met persoonlijke pensioensvermogensvorming en collectieve
risicodeling het nog steeds mogelijk een langetermijnbeleggingsstrategie te hanteren, maar
dan zonder de noodzaak om renterisico’s af te dekken om nominale (schijn)zekerheid te
garanderen.
Bovendien worden in deze variant na een financiële schok de vermogens aangepast en de
premies ontzien. Dit is gunstig voor de macro- economische stabiliteit, want premieschokken
hebben verhoudingsgewijs een grote impact op de reële economie.
Met persoonlijke pensioenvermogensvorming hoeft het pensioenstelsel geen belemmering
meer te vormen voor de gevraagde dynamiek in de economie. De vermogensopbouw gaat
samen met blijvende mogelijkheden van risicodeling en (door)beleggen in de postactieve fase,
waardoor een grotere kans bestaat op het realiseren van een koopkrachtbestendig pensioen.”
(SER-advies, p 12-13).
19
Transitie naar pensioencontract met persoonlijk
pensioenvermogen. Opties:
 Optie 1: gesloten (bestaande aanspraken) en nieuw
fonds (nieuwe opbouw persoonlijk pensioenvermogen)
 Optie 2: bestaande aanspraken en nieuwe opbouw
persoonlijk pensioenvermogen in 1 fonds
 Optie 3: deelnemers krijgen de keuze om bestaande
aanspraken te converteren naar persoonlijk
pensioenvermogen
 Optie 4: bestaande aanspraken worden collectief
geconverteerd naar persoonlijk pensioenvermogen
Download