Antwoorden op vragen van het lid Vendrik (Groen Links) over grensoverschrijdende WAO-rechten Vraag 1 Kunt u bevestigen dat naar het buitenland verhuisde WAO-ers verzekerd zijn voor de Nederlandse Werkloosheidswet? Antwoord 1 Ja. Uitkeringsgerechtigden met een ZW-, een WW- of een WAO- uitkering worden als werknemer gelijkgesteld en zijn verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. WAO- gerechtigden die naar het buitenland zijn verhuisd, zijn dus ook verplicht verzekerd voor de werknemersverzekeringen. Vraag 2 Klopt het dat deze WAO gerechtigden, indien zij volledig arbeidsgeschikt verklaard worden, géén recht hebben op een Nederlandse dan wel buitenlandse werkloosheidsuitkering? Antwoord 2 Neen. Op grond van artikel 19 lid 1 sub f WW heeft degene die buiten Nederland woont of verblijft, anders dan wegens vakantie, geen recht op een Nederlandse werkloosheidsuitkering. Wanneer een WAO- gerechtigde binnen 13 weken nadat hij arbeidsgeschikt is verklaard terugkeert naar Nederland, kan hij aanspraak maken op een Nederlandse werkloosheidsuitkering. Op grond van Europese regelgeving kan een WAO gerechtigde die arbeidsgeschikt wordt verklaard, onder bepaalde omstandigheden recht hebben op een werkloosheidsuitkering in zijn woonland. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om grensarbeiders die voorafgaande aan de arbeidsongeschiktheid in Nederland hebben gewerkt. Vraag 3 Geldt dit ook voor de zogenoemde “6 maanden vergoeding”waarop in Nederland wonende WAO- gerechtigden aanspraak maken, indien zij geen recht hebben op een werkloosheidsuitkering ten gevolge van verlaging of stopzetting van de uitkering? Kunt u dit toelichten? Antwoord 3 Neen. De WAO, WAZ of Wajong gerechtigden die in het buitenland wonen, zullen eveneens aanspraak op een uitkering krachtens de Tijdelijke Regeling Inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeids-ongeschikten, indien zij in de herbeoordelingsoperatie een lagere arbeidsongeschiktheids-percentage krijgen. Gelet op het karakter van de regeling moet deze uitkering voor de toepassing van Europese en internationale regelingen als arbeidsongeschiktheidsuitkering worden aangemerkt. Dit betekent dat deze ‘6 maanden vergoeding’ evenals de uitkering op grond van de WAO of WAZ moet worden geëxporteerd. Om dezelfde reden kunnen ook Wajong gerechtigden die op grond van het overgangsrecht Wajong of op grond van de hardheidsclausule Wajong in het buitenland aanspraak maken op een uitkering, recht hebben op een uitkering krachtens de Tijdelijke Regeling Inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheid in geval van verlaging of stopzetting van de uitkering. 2 Vraag 4 Kunt u toelichten wat het effect van deze systematiek is op het vrije verkeer binnen de Europese Unie? Kunt u daarnaast toelichten of dit Nederlandse beleid niet strijdig is met het Gemeenschapsrecht? Antwoord 4 Zie beantwoording vraag 3, waaruit blijkt dat de ‘6 maanden vergoeding’ wèl in aanmerking komt voor export. Vraag 5 Op welke wijze worden deze in het buitenland wonende WAO- gerechtigden voorgelicht over het feit dat zij wel verzekerd zijn tegen werkloosheid, doch geen recht hebben op een Nederlandse dan wel buitenlandse werkloosheidsuitkering? Antwoord 5 UWV heeft op dit moment geen informatiemateriaal voor in het buitenland wonende WAOgerechtigden dat specifiek gericht is op voorlichting over de afschatting en eventuele aanspraken op een Nederlandse dan wel een buitenlandse werkloosheidsuitkering. UWV is bezig met het realiseren van adequate voorlichting aan de buiten Nederland wonende gerechtigden die in aanmerking komen voor een herbeoordeling in het kader van de herbeoordelingsoperatie. In dat voorlichtingsmateriaal zullen ook de gevolgen van een eventuele verlaging of beëindiging van de WAO- uitkering worden beschreven. Vraag 6 Kunt u bevestigen dat in Duitsland werkende grensarbeiders die voorheen in Nederland gewerkt hebben bij arbeidsongeschiktheid recht hebben op een Duitse pro-rataarbeidsongeschiktheidsuitkering en een Nederlandse pro-rata WAO-uitkering? Kunt u inschatten hoe groot deze groep is? Antwoord 6 Ja. De coördinatiebepalingen van Verordening EG nr. 1408/71 komen globaal op het volgende neer. Indien een werknemer verzekerd is geweest in een land met een risicostelsel (Nederland) en in een land met een opbouwstelsel (Duitsland) dan heeft betrokkene recht op een pro-rata arbeidsongeschiktheidsuitkering uit beide lidstaten als aan de voorwaarden wordt voldaan. UWV betaalt op dit moment aan ongeveer 5000 personen die in Duitsland woonachtig zijn een WAO- uitkering. Het betreft voornamelijk pro-rata WAO uitkeringen. Vraag 7 Klopt het dat, tengevolge van het feit dat Nederland de loondoorbetaling bij ziekte heeft verlengd heeft tot 24 maanden, zich het probleem voordoet dat een in Duitsland wonende grensarbeider na 18 maanden zijn Duitse pro- rata arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt en pas 6 maanden later zijn Nederlandse pro-rata WAO- uitkering? Zo ja, wat is uw mening hierover? 3 Antwoord 7 Ja. De socialezekerheidsstelsels binnen de EU lopen per land sterk uiteen. Verordening 1408/71 regelt de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels maar harmoniseert niet. Dit betekent dat de lidstaten zelf de inrichting van hun socialezekerheidsstelsel bepalen. In het voorbeeld wordt dit zichtbaar. Duitsland kent na 78 weken arbeidsongeschiktheidsuitkering toe, Nederland na 104 weken. Dit betekent voor iemand die een arbeidsverleden in beide lidstaten heeft dat de (pro-rata) uitkering in de ene lidstaat eerder ingaat dan in de andere. Dit is nadelig voor degene die op het moment van intreden van arbeidsongeschiktheid Duits verzekerd was. Voor degene die op dat moment Nederlands verzekerd was, heeft het geen gevolgen omdat hij zijn loon krijgt doorbetaald. Vraag 8 Bent u bereid deze tijdelijke inkomensachteruitgang ten gevolge van de uitbreiding van de loondoorbetaling bij ziekte tot 24 maanden te repareren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, op welke termijn? Is het mogelijk om gedurende 6 maanden een aanvullende Nederlandse ziektewet- respectievelijk werkloosheidsuitkering te betalen? Antwoord 8 Neen. Na de inwerkingtreding van de Verordening waarbij de Toeslagenwet op bijlage II bis van Verordening EG nr. 1408/71 is geplaatst (naar verwachting voorjaar 2005) kan degene die in Nederland woont in aanmerking komen voor een toeslag op grond van de Toeslagenwet, wanneer de Duitse pro-rata uitkering lager is dan het sociaal minimum en aan de overige voorwaarden van de Toeslagenwet is voldaan. Overigens behoort een aanvulling in de zin van de Nederlandse ziektewet of werkloosheidsuitkering niet tot de mogelijkheden. Afgezien van het feit dat betrokkene niet aan de voorwaarden hiervoor voldoet, is hij ook niet voor deze wetten verzekerd.