Op weg naar een houdbaar pensioenstelsel Is er nog ruimte voor solidariteit in de aanvullende pensioenen? 4 juni 2014 Dick Boeijen @ VCP Thema van vandaag: risicodeling en/of herverdeling Uit de adviesaanvraag aan de SER, 4 april 2014: • Zijn risicodeling en herverdelende solidariteit in het pensioenstelsel wenselijk? Zo ja, in welke vormen en in welke mate? Wat betekent dit specifiek voor jongere en oudere generaties? • Zijn er in het huidige stelsel onwenselijke vormen van solidariteit? • Welke mogelijkheden zijn er om wenselijke vormen te organiseren en onwenselijke vormen te voorkomen? • Wat is al mogelijk binnen de huidige kaders en komt al voor in de praktijk? Waar zitten de belemmeringen? • Wat is er nodig om tot de gewenste vorm van risicodeling en (herverdelende) solidariteit te komen? • Hoe verhoudt dit zich tot de doorsneesystematiek, welke alternatieven zijn er en welke transitiepaden heeft de SER voor ogen? • Is het wenselijk en mogelijk om in de pijler van aanvullende pensioenen de eigendomsrechten (beter) vast te leggen? Zo ja, op welke wijze en met welke consequenties? Drie zaken die tot interne spanning kunnen leiden 1. Intergenerationele risicodeling • Pensioenfonds deelt financiële en demografische risico’s tussen leeftijdscohorten 2. Intragenerationele risicodeling • Pensioenfonds deelt idiosyncratische risico’s binnen een leeftijdscohort dat niet (per se) homogeen is • “Ik weet niet zeker of ik later gecompenseerd wordt” • “Ik weet zeker dat ik later niet gecompenseerd wordt” 30% premie als percentage van salaris 3. Systematische herverdeling actuarieel ben premie 25% 20% werkelijk betaa (doorsneeprem 15% 10% 5% 0% 25 30 35 40 45 leeftijd 50 55 60 65 Intergenerationele risicodeling Hoe werkt het? [1] extra premie € 3600 € 4000 € 2000 € 2000 € 4000 € 2000 € 2000 € 400 extra premie herverdelen € 3600 € 1600 € 2000 niets doen € 3600 € 2000 € 1600 € 2000 direct toedelen 4 € 3600 € 1800 € 1800 Intergenerationele risicodeling Hoe werkt het? [2] premiekorting € 4400 € 4000 € 2000 € 2000 € 4000 € 2000 € 2000 € 400 premiekorting buffervorming (= niets doen) € 4400 € 2000 € 2000 direct toedelen 5 € 4400 € 2200 € 2200 Intergenerationele risicodeling Waar gaat het mogelijk knellen? Belangrijkste drivers: vergrijzing en vertrouwen Kritiek: • Naamloze tekorten en overschotten individuele eigendomsrechten zijn niet “hard” • Niet alle risico’s zijn verhandelbaar op de markt subjectieve prijsstelling politiek risico • Niet alle generaties aan tafel [toekomst] politiek risico • Bestuur neemt ex-post discretionaire beslissingen politiek risico • Meerwaarde steeds kleiner door vergrijzing, behoefte aan stabiele premie en beperkte mogelijkheid doorschuiven Dilemma: • Vertrouwen in de markt • Vertrouwen in collectieve besluitvorming Vergrijzing en bestandsrijping zorgen inderdaad voor druk op intergenerationele risicodeling Bron: CBS Hoe beleggen? Ouderen Jongeren Maar is de markt werkelijk zo “objectief”? Collectieve “subjectieve” besluitvorming kan veel moois toevoegen aan de “objectieve” markt CONDITIES BONUS Aanvullende risicodeling: • Macro langleven • Inflatie • • • • Vergroten risicodraagvlak Verstandig bijsturen: • Unknown unknowns • Marktfalen Stabiliteit en dempen van pech- en gelukgeneraties Complete contracten Comply or explain Eigendom als middel: evenwichtigheidstoets Voldoende draagvlak belanghebbenden MALUS • • • Eigendomsrechten minder “hard” Minder ruimte voor keuzevrijheid Overdraagbaarheid Voor de deelnemer is het vanzelfsprekend dat we pech- en gelukgeneraties zoveel mogelijk dempen Stelt u zich de volgende situatie eens voor: Meneer A bouwt pensioen op in economisch goede tijden. Meneer B bouwt pensioen op in economisch slechte tijden. Beide verdienen hetzelfde salaris en betalen evenveel pensioenpremie. Welk antwoord heeft uw voorkeur? 100% Ik vind dat meneer A en meneer B evenveel pensioen zouden moeten ontvangen. 80% 60% 99% 97% 98% 96% Ik vind dat meneer A meer pensioen zou moeten ontvangen dan meneer B. 40% 20% 0% 1% 3% 2% 4% 25-34 jr 35-49 jr 50-59 jr 60+ jr Bron: PFZW Intergenerationele risicodeling Wat is nodig om dit te organiseren? Voldoende draagvlak • Materieel: voldoende draagvlak om risico op te vangen • Wensen: solidariteit weegt zwaarder dan individualiteit Discipline in de collectieve besluitvorming: • Complete contracten met comply or explain (individuele eigendomsrechten als middel cq toets) • Goede governance Intergenerationele risicodeling moet een bewuste keuze zijn: • Tussen actieven en gepensioneerden? • Tussen oudere en jongere actieven? • Tussen huidige en toekomstige deelnemers? • Tussen werkgever(s) en werknemers? Drie zaken die tot interne spanning kunnen leiden 1. Intergenerationele risicodeling • Pensioenfonds deelt financiële en demografische risico’s tussen leeftijdscohorten 2. Intragenerationele risicodeling • Pensioenfonds deelt idiosyncratische risico’s binnen een leeftijdscohort dat niet (per se) homogeen is • “Ik weet niet zeker of ik later gecompenseerd wordt” • “Ik weet zeker dat ik later niet gecompenseerd wordt” 30% premie als percentage van salaris 3. Systematische herverdeling actuarieel ben premie 25% 20% werkelijk betaa (doorsneeprem 15% 10% 5% 0% 25 30 35 40 45 leeftijd 50 55 60 65 Intragenerationele risicodeling Hoe werkt het? Een academicus leeft gemiddeld 6 à 7 jaar langer dan iemand met alleen basisonderwijs. Zijn pensioen is daardoor ongeveer 30% duurder. Intragenerationele risicodeling Waar gaat het mogelijk knellen? Belangrijkste driver: toenemende heterogeniteit Kritiek: • Prijssubsidie / herverdeling tussen man en vrouw, hoog- en laagopgeleid rechtvaardig? • Secretaresse in de metaal vs secretaresse in de zorg Belangrijke nuances: • NP mitigeert, hoog/laag mitigeert, aftopping mitigeert • In eerste pijler overdracht precies andersom en groter • Tel daar zorgkosten nog eens bij… Dilemma: • Tweede pijler geïsoleerd beschouwen probleem? • Andere pijlers mee laten wegen in probleemanalyse Intragenerationele risicodeling Wat is nodig om dit te organiseren? OF: accepteren dat er verschillen zijn • De genoemde nuances helpen daarbij OF: solidariteitskringen anders indelen • Grootscheeps: het pensioenlandschap anders indelen: bijvoorbeeld “blue collar fonds” en “white collar fonds” • Minder ingrijpend: binnen het bestaande collectief verschillende solidariteitskringen definiëren Wn 1 Wn 2 Wg 1: + risico PP Wn 3 Wn 4 Wg 2: + PP in opbouw Branche A: + AP Wn 5 Wn 6 Wg 3 + extra OP Wn 7 Wn 8 Wg 4: geen aanvullingen Branche B: + PP in opbouw Wn 9 Wn 10 Wg 5: + AP Wn 11 Wn 12 Wg 6: + AP + PP in opbouw Branche C:geen aanvullingen Collectieve basisregeling: OP (minimaal 2/3 van het geheel) Drie zaken die tot interne spanning kunnen leiden 1. Intergenerationele risicodeling • Pensioenfonds deelt financiële en demografische risico’s tussen leeftijdscohorten 2. Intragenerationele risicodeling • Pensioenfonds deelt idiosyncratische risico’s binnen een leeftijdscohort dat niet (per se) homogeen is • • “Ik weet niet zeker of ik later gecompenseerd wordt” “Ik weet zeker dat ik later niet gecompenseerd wordt” 30% premie als percentage van salaris 3. Systematische herverdeling actuarieel ben premie 25% 20% werkelijk betaa (doorsneeprem 15% 10% 5% 0% 25 30 35 40 45 leeftijd 50 55 60 65 premie als percentage van salaris 30% Herverdeling in het doorsneepremiesysteem Hoe werkt het? 25% 20% 15% 10% 5% 0% 25 30 35 40 45 leeftijd Hoeveel moet ik nu apart zetten… … als ik over 40 jaar € 1000 wil hebben? € 300 … als ik over 10 jaar € 1000 wil hebben? € 750 premie als percentage van salaris 30% actuarieel benodigde premie 25% 20% werkelijk betaalde premie (doorsneepremie) 15% 10% 5% 0% 25 30 35 40 45 leeftijd 50 55 60 65 50 55 60 Herverdeling in het doorsneepremiesysteem Waar gaat het mogelijk knellen? [1] premie als percentage van salaris 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 25 30 35 40 45 leeftijd Belangrijkste drivers: arbeidsmobiliteit en zelfstandigen Kritiek: • Systeem leidt tot onbedoelde overdrachten • Tussen deelnemers met verschillende loopbaan • Zelfstandigen: verlies kan oplopen tot 1/3 deel van pensioen • Overdrachten van vlakke carrière naar steile carrière • Extra overdrachten bij iedere beleids- of regelingswijziging • Systeem leidt tot onnodig hoge kosten • Structureel 8% hogere kosten vanwege omslagelement • Premie stijgt bij ouder wordend actievenbestand • Systeem staat flexibiliteit / innovaties in de weg • VTN-systematiek: bemoeilijkt de consolidatie van fondsen • Integratie pensioen – zorg – wonen [denk aan RMU] 50 55 60 Herverdeling in het doorsneepremiesysteem Waar gaat het mogelijk knellen? [2] premie als percentage van salaris 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 25 30 35 40 45 leeftijd Dilemma: • Doorsneesystematiek behouden kritiek pareren • Overstap op progressieve premie ouderen worden [expliciet] duurder op arbeidsmarkt, kostenproblematiek wordt niet opgelost • Overstap op degressieve opbouw geen tijdsevenredige opbouw • Overstap op lage opbouw met groot indexatiepotentieel • Overstap op kapitaalsopbouw Voor alle alternatieven geldt dat er een oplossing moet worden gevonden voor het wegwerken van het omslagelement compensatie aan de zittende deelnemers [plus wettelijke overgangsissues] 50 55 60 Financiële overgangsproblematiek voor BV NL: €100 miljard = 10% DG premie als percentage van salaris 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 25 30 35 40 45 leeftijd compensatie voorziening compensatiebedrag in 2006 € 12 mlrd € 60 mlrd compensatiebedrag in 2013 € 12 mlrd € 125 mlrd Nuancerende vraag: is 10% dekkingsgraad onoverkomenlijk? • Vergelijk 2008: van 150% naar 90% • Vergelijk huidige indexatieachterstand Nuancerende vraag: moeten we wel [volledig] compenseren? • Compensatie zit [deels] in toegenomen levensverwachting • Huidige versobering kent ook geen compensatie [maar wel overdrachten] • Compensatie is geen juridische eis 50 55 60 premie als percentage van salaris 30% Wie worden door de transitie geraakt? 25% 20% 15% 10% 5% 0% 25 30 35 40 45 leeftijd Vraag: hoeveel % van het aanvullend pensioen moet ieder leeftijdscohort inleveren bij overstap op degressieve opbouw? Bron: CPB 50 55 60 Mijn conclusies [1] • Collectieve besluitvorming en intergenerationele risicodeling voegen iets moois toe aan de financiële markten; het zou zonde zijn deze mogelijkheid te blokkeren • Maar daarvoor moet wel een prijs worden betaald [discipline, comply or explain, minder harde eigendomsrechten] en het moet dus een bewuste en gedragen [decentrale] keuze zijn • Intragenerationele heterogeniteit [verschil in levensverwachting] wordt gemitigeerd, zowel binnen de tweede pijler als binnen de andere pijlers • Modulaire pensioenopbouw kan de druk op toenemende heterogeniteit en verschillende wensen binnen het pensioencollectief aanzienlijk verzachten Mijn conclusies [2] premie als percentage van salaris 30% • Doorsneesysteem is geagendeerd als serieus probleem voor de houdbaarheid van ons pensioenstelsel en is breder dan sec een “zelfstandigenprobleem” • De transitieproblematiek naar een alternatief systeem is [zowel financieel als juridisch] aanzienlijk… • … maar moet niet worden overschat actuarieel benodigde premie 25% 20% werkelijk betaalde premie (doorsneepremie) 15% 10% 5% 0% 25 30 35 40 45 leeftijd 50 55 60 65 • Discussie wordt vaak gevoerd langs de dimensie “DB of DC”, maar beide systemen hebben hun sterke kanten • De werkelijke discussie is “opbouw aanspraken of kapitaal” • Sociale partners zouden kapitaalsopbouw als serieuze optie mee moeten nemen in de verkenning, want kapitaalsopbouw kent een aantal grote voordelen en kan prima gecombineerd worden met collectieve risicodeling